Uit de Rechtszaal
Op den 17den October jl. werd de keur
meester P. uit Leiden verzocht een viertal
paarden te komen keuren, geslacht door den
paardenslachter K. F. W. v. L, in de Paradijs
steeg te Leiden. By zyne komst in bedoelden
stal bevond de keurmeester de knechts bezig
met het villen van een paard zoodat hy nog
niet kon overgaan om het vleesch van het
goedkeuringsmerk te voorzien.
Niettegenstaande het protest van den keur
meester zou toen door een voorschenkel van
het paard, waarop het goedkeuringsbrandmerk
voorkomt, zijn afgesneden waarop de keur-
moester weigerde het herkeuringsmerk op
den rechter voorschenkel te zetten.
Daarop zou bedoelde keurmeester, door
opsluiting in den stal, gedurende 10 minuten,
gedwongen zijn het herkeuringsmerk op den
rechtervoorschenkel aan te brengen. Natuurlek
werd door bedoelden ambtenaar proces-ver
baal van het voorgevallene opgemaakt en
heden werd de zaak voor de Haagsche recht
bank behandeld.
De verklaringen van den keurmeester
muntten niet uit door helderheid. Herhaalde
malen moest de president verklaren den man
niet te begrijpen. Nu eens beweerde hy uit
dwang het werk aangebracht te hebben
dan weer dat bij het maar gedaan had
„omdat de slachter aan dat eene stempel
toch niets had, daar al het vleesch van
merken moet zyn voorzien vóór het mag
worden afgehakt en eindelijk kwam het hooge
woord er uit „dat hy bang was geweest."
De paardenslachter v. L. beweerde dat hy
by het voorgevallene niet in don stal was
geweest. Een paar gewezen knechts draaiden
er om heen en een der knechts O., ging zelfs
zoo ver dat hy, hoewel door den president
herhaaideiyk gewezen op het hoogst gevaar-
lyke spel, dat hy speelde, verklaarde: 0dat de
Jceurrneester verlof had gegeven den rechterpoot
af te snijden en uit eigen beweging het stem
pel op den rechter voor schenkel had gezet tn
dut hij de deur niet had gesloten gehouden en
den sleutel niet in z\jn zak had gehouden
vorklaringen door den keurmeester en een
knecht getuige bepaald tegengesproken.
Toen rees de subst.-officier van justitie mr.
Pleyte van zyn zetel op, requireerde schorsing
der zaak, onmiddellyke inhechtenisneming van
getuige H. Oigaar en rechtsingang wegens
meineed. De rechtbank giDg daarna in raad-
kamor.
Teruggekeerd, herinnerde de president ge
tuige aan de zware straf, welke op meineed
staat en vroeg hem of hy by zyne hiervoren
in extenso medegedeelde verklaringen bleef.
Toen kwam er eenige wankeling in de
houding van den getuige, doch weldra bleef
hy meer pertinent by zyne vroegere verkla
ringen, die nogmaals door den griffier werden
voorgolezen.
Met bewonderenswaardig gedold trachtte
de president nogmaals getuige tot inkeer
te brongen, echter zonder resultaat. Hy
plaatste zyne handteekening onder de voor
gelezen verklaring zonder aarzeling.
Nogmaals gaf de president hom gelegen
heid op zyne verklaring terug te komen en
weder ontstond er eene aarzeling en aanhou
dend klonk de vriendoiyk vormanende stom
van mr. Van Heusde. „Kom, Otgaar, schaam
je nu niet om op je verklaring te gemoet te
komen."
Eindelflk bezweek de man. Nadat hem een
stoel en eon glas wator was gegeven en zyn
geschokte zenuwen eenigszïns tot bedaren
waren gekomen, legde getuige eene verklaring
af, waaruit bleek dat de keurmeester hem go
weigerd had om don poot af te snyden; dat
hy hem daarop toch had afgosneden eo tot
den keurmeester had gezegd: „go moet den
poot afstempelen", denkende dat deze wel
klaar zoude zyn met de andere drie paarden,
terwyi by het vierde geheel had govild, zoodat
by toch niet had behoeven te wachten. Ook
rnakeu over do wyze, waarop de vernederde
vrouw my ontving. Zy bad blykbaar een
slechten nacht gehad: haar oogen zagen er
rood en betraand uit, haar gezicht was bleek,
en zy droeg het hoofd niet meer fier opge
heven, maar deemoedig gebogen.
„Tk heb u verzocht, by my te komen",
zeide zy, „om u voor uw goedheid te danken.
Gy hebt my door uw grootmoedigheid diep
beschaamd. Gy zyt anders dan de menschen,
met wie ik tot nu toe te doen heb gehad.
Ik was uw vyandin en heb getracht u to
bonadeelen, Iwan Iwanowitsj. Gy hebt u daar
voor niet gewrokoD, maar my geholpen, toen
myn ondernoaiing zich tegen mijzelf richtte.
Als gy my i vorloden zoudt kennen, zoudt
gy, naar ik geloof, ray anders beoordeelen
dan gy nu moogt doen."
Ik antwoordde eonige hofTsiyko woorden
•ra Sophie Andrejowna ging voort: „Wil myne
•echtvaardiging aauhooren, Lwan Iwanowitsj.
Ut ben als jong moisjs tegen u»yn zin uit
gehuwd aan myn overledon echtgenoot, een
ieclorlyk man, die my mishandelde, als ik
ny durfde verzetton tegen zyn vo:kwisting
ra het verbrassen vau myn vormogen. Bitter
*üb ik. hot noodlot aangeklaagd, dat my tot
ralk een treurig huweiyk en tot zooveel
rageluk veroordeelde. Ik. was verbitterd op
cdereen en wilde my wreken op bon, die
bier in zekeren zin de erfenis aanvaardden.
Myn raan had de bosschon aan do boeren
verpand en ik heb later het eigendomsrecht
op de vorpande bo-sschen vrywillig aan do
boeren afgestaan, daar ik do schuldhekenle
nissen niet kon inlossen. Ik wilde ook u, den
vreemdeling, hier onmogeiyk maken, en nu
vraag ik u, wat u beweegt, tegen my, uw
vyandin, zoo edelmoedig to zyn?"
erkende hy de deur der stal gesloten te
hebben gehouden, een en ander geheel uit
eigen beweging, omdat hy voor zichzelf
voelde eigeniyk de schuldige te zyn.
Nogmaals stond daarop mr. Pleyte op en
trok zyn requisitoir in.
|Gelukkig voor den getuige Otgaar, dat hy
tot inkeer was gekomen, want geiyk de
president mededeelde, had de rechtbank in
de Raadkamer de onmiddellyke inhechtenis
neming toegestaan ingeval de getuige had
gepersisteerd bjj zyne eerste verklaring.
De zaak werd alsnu voortgezet door het
hooren van twee deskundigen, smeden, die
verklaarden dat door het mankeeren van een
knop in het dagslot van den stal, het slot
voor de gewone werking onbruikbaar maakte,
zoodat het voor een leek onmogeiyk was uit
den stal te komen wanneer de deur in het
slot geworpen was.
De beklaagde hield vol van de geheele zaak
niets te weteo.
Subst.-offic. v. Justitie mr. Pleyte ving zyn
requisitoir aan mot er op te wyzen hoe Otgaar
door de buitengewone lankmoedigheid van den
president voor de gevangenis was bewaard.
Wat het getuigenverhoor aangaat deed hy
uitkomen dat thans niets meer overblyft dat
het proces verbaal van den keurmeester en
diens beëedigde verklaring heden hier afge
legd. Daaruit blykt evenwel dat by weder-
rechtelyk van zyne vryheid is beroofd en
gedwongen is een rechterschenkel af te stem
pelen met het goedkeuringsmerk waardoor
dat deel voor verkoop geschikt werd. Door
bckl. is dus de keurmeester gedwongen tot
eene handeling strydig met zyn ambt en
wederrechteiyk van zyn vrijheid beroofd.
Wettig en overtuigend bewezen achtende
hetgeen bekl. is ten laste gelegd, vorderde
het O. M. de veroordeeling van K. F. W. v. L.
tot 14 dagen gevangenisstraf.
De verdediger mr. H. J. Yalckenier Kips
begon mede zyn pleidooi met een eerbiedige
hulde en een woord van dank voor de betoonde
lankmoedigheid waardoor getuige Otgaar buiten
de gevangenis is gebleven. Wat de zaak zelve
betreft, refereerde pleiter zich aan het oordeel
van de rechtbank. Hy hoopte en vertrouwde
dat het droevige incident niet van invloed
zoude zyn op het oordeel van den rechter
over dezen beklaagde.
Uitspraak over 14 dagen.
„Brood des Lerens."
Zoo juist verscheen de eerste afloveriDg
voor 1895 van het bovengenoemd „Evangelisch
Dagschrift". „Geof ons heden ons dagelyksch
brood I" zoo leerde Jezus ons bidden en heiligde
daardoor onzen arbeid ook voor dat dagelyksch
brood in stoffolyken zin.
Maar do mensch kan alioen van dat broxl
niet leven; ook ons hooger ik heeft behoefte
aan dagelykscbo voeding.
Daartoe eiken morgen eeno versche snode
goesteiyk brood aan te bieden, eenvoudig,
doch zooveel mogeiyk smakeiyk toebereid, is
het doel van dit Dagschrift, geschreven door
mannen van Evangelische richting; waarby
echter niet de richting, maar de practiscbe
strekking van het Evangelie van Jezus
Christus op den voorgrond staat.
Gaat dit Dagschrift nu zyn 20ste jaar in,
wy hopen dat het, kan het zyn, door meer
inteekenaren in wyder kring, ook dit jaar
moge voortwerkon tot voeding en onder
houding van Chri8teiyk leven.
Luiden, Db. J. Ofjturhaus Lzn.
22 December 1894.
Gemengd Nieuws.
Wie zich des Zondags-avonds
eens recht wil amuseeren, hy begevezich naar
het „Hotel Du Nord" van den heer Hunne-
kens, aan de Beestenmarkt. Daar toch werkt
„Monschlievondheid, Sophie Andrejewna en
persoonlyke deelneming", antwoordde ik. „Het
heeft my aiiyd leed gedaan, u als vyandin te
moeten beschouwen. Ik begryp wel, dat gy
my als een indringer behandeldet en kan my
ook, nadat gy my in korte trekken uw leven
geschilderd hebt, in uw verbitterde stemming
verplaatsen. Laten wy het verleden vergeten.
Ik bied u hier by my eon schuilplaats aan,
zoo lang gy die behoeft. Ik bescherm u tegen
alle gevaren. Niemand zal het wagen, u van
hier met geweld weg te voeren."
„Maar als de mir van Iwanowko tot myne
verbanning naar Siberië besluit, kunt gy u
toch niet tegen te autoriteiten verzetten?"
„Da mir zal dat niet doen en, opdat gy
my begrypt, deel ik u mede, dat ik van de
volgende week af weer van de boeren hout
zal koopen, nadat ik. met hen contracten voor
langen tyd gesloten heb. Myn vqorraad
steenkolen evenwel laat ik liggen als waar
schuwing voor de boeren en als tegenwicht
tegen alle pogingen van een latere prysver-
hooging en contractbreuk."
Sophie Andrejewua scheen my met eenige
vocwondering aan te kyken en zeide dan
tegen my: „Gy zyt niet alleen een goed en
edel, maar ook een verstandig man. Ja, gy
hebt overwonnen en de boeren zullen het
niet weor wagen, met afpersingsmaatregelen
togen u op te treden. Maar ik moet weg van
hier; ik ben vernederd en zou nooit woer
een rol ouder de boeren kunnen spelen. Ik
zou blootgesteld zyn aan al den spot, aan al
den toon, die het Russische volk in zoo ryke
mate ten dienste staan."
„En waar wilt gy heen,Sophie Andiejewna?"
vroeg ik.
„Ik weet het niet", zeide de weduwe.
byna iedere week het tooneel- en vaudeville-
gezelschap, onder directie van den heer S. H.
Boeanach, op eene wyze, welke zeker ieder
een, die er komt, voldoet. Zoo ook gisteravond.
Om toch voortdurend een afwisselend pro
gramma te kunnen aanbieden, had de directie
een tweetal nieuwe specialiteiten geëngageerd,
vroeger reeds met succes werkzaam aan het
Theater „De Yereeniging" te Amsterdam, te
weten den heer J. H. De Boer, acrobaat, en
mej. Coppée, eene Fransche en Duitsche
coupletzangeres, deze laatste niet op het
programma vermeld, die niet weinig bydroegen
tot het succes van deze voorstelling. Verbaasde
de heer De Boer het publiek door zyne inder
daad stoute sprongen, mej. Coppée daarentegen
wist de aanwezigen gedurende hare liederen
te boeien, getuige de by val van het publiek,
toen na afloop van hare voordracht aan het
applaus geen einde scheen te komen.
De heer Boesnach Jr. was weder als altyd
hoogst komiek; ook de overige dames en
verdere optredenden waren flink op hunne
plaats.
De zaal was wederom goed bezet.
De Leidsche stoomweversvereeni-
ging „Ondersteuning zy ons doel" vierde
Zaterdagavond feest in café „Eigenzorg" aan
den Stationsweg Nadat de feestvergadering door
den president geopend was, die allen een
aangenamen avond toewenschte, en vervol
gens verslag was uitgebracht, werd der ver-
eeniging door de leden een nieuwe banier
aangeboden, welke door den president met
genoegen werd aanvaard en den maker, den
heer Lindeman te 's-Hage, veel eer aandoet.
De vergadering werd nu toegesproken
door den heer C. Driessen, directeur der
„Lridsche Katoen maatscliappy", tie de ver-
oeniging geluk wenschte met haar nieuwe ba
nier en op de goede verstandhouding wees
tusschea patroon en werkman. Hy twyfelde
niet, indien de verstandhouding zoo bleef, of
dit zou bydragen tot vooruitgang en bloei
der zaak.
Hierna werd de vergadering toegesproken
door den chef dor wevery, den heer Living
stone, die haar eveneens gel uk wenschte en
een krans voor het vaandel aanbood.
Beide sprekers werden door den president
bedankt voor hunne tegenwoordigheid en be
langstelling.
Alsnu werd overgegaan tot de opvoering
van twee comediestukjes en eenige voor
drachten, die door de werkende leden flink
werden vertolkt en zeer in den smaak vielen.
Een zeer geanimeerd bal, dat tot laat in
den nacht voortduurde, besloot deze aange
name feestvergadering.
Zaterdag j.l. zyn op den „Burg"
alhier publiek verkocht een bleekery en
eenige p 'rceelen bouwgrond aan de Haagscho
Trekvaart, naby do Practische Ambachtsschool.
In de dagen tusschen veiling en afslag zyn
die percoelen aanmerkelijk verhoogd, ook
Zaterdagochtend nog, zeex waarschynlyk om
„het genot van een vyfde der verhoogsom".
Zoo ecnigen dier verhoogers gedacht hebben
dat er eeno vereenigmg was, die het terrein
wilde koopen, hebben zy misgerekend, want
dit is niet gebeurd. Nu zyn die verhoogors,
om den geyktao term te gebruiken, blyven
„hangen". Men zie do rubriek „Goveilde Por
ceelen".
Hedenmorgen om zoven uren
ontstond in een peiceel aan den Middelweg,
naby de Heerensteeg alhier, brand, welke
spoedig werd opgemerkt. Door het gloeien
eener kachelpyp geraakten het behangsel en
de gord ynen in brand, welke evenwel door
bewoners en buren vlug met water werden
gebla8cht.
Een klein nur daarna begon het te branden
in een huis aan de Witte Rozenlaan, onder
Zoeterwoude. Ook daar vatte een gordyn vlam.
Door het schreeuwen der zeer^jonge kinderen,
die met hun drieën zonder opzicht thuis
waren, doordien de ouders in de uitoefening
„Myne bloedverwanten zyn gestorven. Ik zal
my in de eene of andere kleine stad terug
trekken en daar van het pensioen leven, dat
de regeering rnjj toegekend hoeft."
„En gy wilt als ovorwonnene het veld
ruimen? Ware het niet beter, dat gy de party
van den overwinnaar koost? Ware het niet
beter, dat gy hier bleeft en weer in dit
huis kwaamt wonen, waarin gy eens onge
lukkige doorbracht, en nu gelukkige dagen
kunt slyten? Sophie Andrejowna, gyhebtmy
gehaat, ik heb u van het eerste oogenblik af
liefgehad; dat gevoel ik nu. Biyf hier! Word
myue vrouw. Gy hebt een sterk karakter, gy
zyt een wezen, dat de beste vriend en helper
kan zyn van een man, die in moeilyko om
standigheden verkeert. Ik wil vandaag nog
goon antwoord van u hebben. Gy hebt my
gezegd, dat gy my acht. Ik wensch evenwel
in het huweiyk nog iets anders by u te be
reiken, namelyk een weinig genegenheid. Mis
schien kunt gy die voor my koesteren. Maar
als gy meent, dat u dit niet mogeiyk is,
staat niets aan uw vertrek in den weg".
Ik wachtte het antwoord der schoons
vrouw niet af, maar verliet het vertrek, riep
Jegor Nicolaitsy en droeg hem op, den sta-
rosten onder het zegel der diepste geheim
houding, ieder afzonderiyk mede te deelen,
dat ik misschien toch weer zou kunnen be
sluiten hun hout te koopen, als zy my zeer
gunstige voorwaarden wilden stellen.
Het geheim werd zoo streng bewaard, dat
reeds een uur later al de starosten weer by
my waren en my hun hout voor vyf kopeken
het pond aanboden. Ik hield hun eerst eene
geduchte bootpredikatie en sloot vervolgens
een contract met hen, maar was zoo ver
standig den grootmoedige te spelen, door hun
hunner nering zich buitenshuis bevonden, werd
een buurman opmerkzaam. Deze zag het ge
vaar, rukte het gordyn af en wierp het in de
sloot, waardoor het gevaar was geweken.
De brugwachter S., die Zaterdag
namiddag de klapbrug aan de Haven wilde
laten vallen, had met het oploopen der brug
het ongeluk, daar de klap ten gevolge der
hevige windvlagen terugweek, met zyne
borst bekneld te geraken, waarvan het gevolg
was dat hy zich op vry ernstige wyze bezeerde.
Ten gevolge van den storm is
aan de telephoon alhier belangryke schade
berokkend, aangezien vele draden, zyn gebroken.
Onder de gemeente Leiderdorp,
naby Doesbrug, geraakte, naar men ons heden
meldt, een in functie zynd jagerspaard in den
ïtyn, van den Lagen Ryndyk. Aangezien het
beest kon zwemmen, verdronk het niet en
kon het op den wal geholpen worden.
Uit Zoeterwoude wordt ons be
richt dat gisteren aldaar eene koe van den
landbouwer O. hoorndol is geworden. Het dier
rende door en over hekken, door slooten en
maar niet te vangen. Een veldwachter loste
was er schoten op, maar ze waren mis. Door
de invallende duisternis moest dejachtophet
dier gestaakt worden, dat men maar in de
weide list loopen.
Zaterdag-avond ontstond te Zoe-
terwoude een begin van brand in den schoor
steen by den koopman A. Vonk, in het dorp.
Gelukkig werd het spoedig door de kinderen
opgemerkt, waarna men het geluk had het
vuur spoedig te kunnen blusschen, alhoewel
er al een gat in den zolder gebrand was.
In den nacht van Yrydag op
Zaterdag zyn by den landbouwer v. d. M.,
op de scheiding van de gemeenten Leiderdorp
en Hoogmade, gemeente Hoogmade, gestolen
negen kippen en een haan. Ook zyn er dezer
dagen by den landbouwer in 't Lageland
(gemeente Warmond), verscheidene eendvogels
ontvreemd.
Voor de mannelyke ingezetenen
van Hillegom, die geboren zyn in het jaar
1876, is de gelegenheid tot inschryving voor
de nationale militie opengesteld gedurende de
maand Januari 1895, echter meer bepaaldeiyk
op den 7den.
Tevens kan worden medegedeeld dat de
veeziekte in die gemeente tot het veriedene
behoort.
Ook in de gemeente Lisse is het mond- en
klauwzeer thans geheel geweken.
Zaterdagavond om zes uren
brandde te Haarlemmermeer, naby de „Leegh-
water", af de boerdery, bewoond door den
landbouwer H. Coenen. Ze werd geheel in de
asch gelegd. Het vee kon gered worden. De
brand was op verren afstand te zien.
Zaterdagmorgen vond men in
het water het ïyk van do weduwe Van Gin-
neken, wonende op den beneden molen aan het
Zuideinde van Nieuwkoop. Waarschynlijk is
de ongelukkige door den hevigen wind in de
tochtsloot geraakt.
Do a r r o n d.-r echtbank te 's-G r a-
venhage veroordeelde in hare heden gehouden
strafzitting de drie knapon uit Leiden, die
zich alhier schuldig maakten aan diefstal, tot
opzending naar een Rijksopvoedingsgesticht,
den koopman uit Leiden, die zyn schuldeischer
mishandelde tot/" 10 boete of tien dagenden
voddenraper, uit Lelden, die alhier de vrouw
bestal, by wie by in dienst was, tot zes
weken, zyn bodryfsgenoot, die profiteerde van
dien diefstal en eigeniyk zyn kameraad tot
oneerlijkheid aanzette, tot drie maanden;de
makelaar in paarden te Veur, die aldaar
iemand mishandelde, tot f 10 boete of tien.
dagen; de vrouw te Leiden, die alhier eene
buurvrouw mishandelde, tot 10 boete of
tien dagen en de vroaw to Noordwykerhoat,
die aldaar een vierjarig knaapje met een klomp
sloeg, omdat het ventje met zand op haar
stoep morste, tot f 10 boete of tien dagen.
Vrijgesproken werd de bierstekersknocht
ten laatste in plaats van de verlangde vyf
kopeken terstoDd tien toe te staan. Ik sloot
echter voor den vrederechter met hen een
verdrag, waarby my de levering van hout
voor tien jaar verzekerd werd.
Ik kwam by deze gelegenheid veel goed
kooper wog dan wanneer ik door middel van
processen de schuldbekentenissen van den
overleden voorganger ingelost en den boeren
de door hen by de verpanding der bosschen
betaalde gelden teruggegeven had.
Veertien dagen lang liet Sophie Andrejewna
zich Diet zien. Ik ging misschien vaker dan
precies noodig was voorby haar buisje, zonder
haar ooit te kunnen zien. Den vyftienden dag
eindeiyk ontving ik een brief van haar, waarin
zy my scheef:
„Ik heb nagedacht. Ik acht en waardeer u
hoog en gevoel, dat ik u mettertyd zal kunnen
liefhebben. Het maakt my gelukkig, u deze
bekentenis te mogen doen, en als gy uw vroe
gere vyandin waardig acht, uw vrouw to
worden, kunt gy nog heden het jawoord halen."
Dat ik niet talmde, aan deze uitnoodiging
gevolg te geven, behoef ik wel niet te zeggen.
Myn vroegere vyandin werd myne beste
vriendin en helpster, en aan Sophie's ervaring
en scherpzinnigheid had ik bet te danken,
dat ik later werkelyke eigenaar der gieterij
werd, die ik eerst na eene reeks van jaren
tegen eenen hoogen prys aan eene naamlooze
vennootschap verkocht.
Zoo dikwyls wy, myne echtgenoote en ik,
voorby den steenkolenhoop gingen, glim
lachten wy, want aan deze zwarte, bran
dende steenen hadden wy onze verzoening
en ons geluk te danken.
die terechtstond wegens diefstal op het buiten
goed Clingendaal.
Yoorts vorderde het O. M. bjj de Haagschf
rechtbank heden: voor een meubelmakerajongen
te 's-Hage, die in het Noordeinde te Leiden bjj
den heer J. een kistje sigaren ontvreemdde,
zes maandenvoor een arbeider uit Nootdorp,
die een anderen arbeider aldaar het dorp uit
dreef en hem daarna in den pink beet, zoodat
de man in veertien dagen zyn werk niet kon
verrichten, veertien dagenvoor een boom-
kweekersknecht uitHazerawoude, die ten huizo
van zyn baas aldaar de lade van een kabinet
openbrak en daaruit f 85 ontvreemdde, waar
mede hy te Rotterdam aan de rol ging, zes
maanden; voor een arbeider uit Rynsburg,
die zich aldaar tegen den dienstdoenden veld
wachter verzette en dien beambte beleedigde,
veertien dagen; voor een ander arbeider uit
Rynsburg, die denzelfden veldwachter be
leedigde, vyf dagen; voor een kuiper uit
Zevenhoven, die aldaar iemand mishandelde,
f 10 boete of tien dagen.
Door het Hof te Amsterdam
werd uitspraak gedaan in de procedure Edam—
Monnikendam ten gunste van Monnikendam,
zoodat Edam aan deze gemeente ƒ50,000
moet betalendit geld zalv volgens de bepa
lingen, vervat in het testament van wylea
den heer Wallendal, besteed worden aan do
oprichting eener spinfabriek.
Tcrgaderlng van den Rsaé der
gemeente Bodegrave.
Voorzitter: de Burgemeester. Afwezig de
heeren <tr Kapteyn, Moons eo Van Donk.
De notulen der vorige vergadering worden,
nadat hierin op verzoek van de heeren Meuro
en Van Dam nog enkele nadere verklaringen
omtrent 't debat betreffende de wyziging van
de instructie van den gas directeur zyn op
genomen, goedgekeurd.
Ingekomen is een verzoek van den heer
C. Dekker, arts te Zwamnierdam, om ontslag
uit zyne betrekking al.s gemeente geneesheer,
met 't oog op de vestiging in deze gemeente
van den heer Schipper. Aangezien deze be
trekking eerst 1 April a. s. vacant komt,
wordt goedgnv.. don de behandeling uit te
stellen tot eene volgende vergadering. De
Voorzitter deelt mee, dat voor de betrekking
van onderwijzeres aan school B zich slechts
één sollicitante heeft aangemeld, die men niet
wenscht voor to dragen, en leest vervolgens
een schryven vandtn air.-schoolopziener voor,
waarby deze in overweging geeft aan de
betrekking betere vooruitzichten to .erbinden.
Dienovereenkomstig stellen B. en Ws. voor
do jaarwedde te brengen op f 550 met ver-
hooging van ƒ50 na 1 jaar dienst.
Na enkele op mei kingen wordt conform,
besloten.
Goedgevonden wordt J. Van Dorp weder
voor 1 jaar aan te stellen als klokluider.
Van de verschillende ten laste der gemeente
bestaande geldlee.'.ingen worden uitgeloot:
Van de geldi. ad 20,000 denos. 16 en 80,
van de geldi. ad ƒ7000 no. 1; van de geldL
ad ƒ9750 de nos 17 en 29; van de geldi.
ad /7500 no. 14; van de geldL ad/5500
no. 22; terwyl 500 aan de spaarbank zal
worden afgelost.
De op ha Raadhuis geplaatste armbus,
blykt by opening te bevatten ƒ44.77, welk
bedrag zooals gabiuikelyk is aan de Oudejaare-
Commissie zal worden afgedragen.
Niets meer te e^liaadeien zyn de wordt de
vergadering gesloten.
Vervolg <ïcr Stormberfchten.
(Zie begin in het lste bladJ
De geweldige storm van Zater-
dag heeft ook te Roelof-Arendsveen nogal
ruw huisgehouden. De geheel nieuwe zinken
nok der R.-K. kerk aldaar werd over eene
groote lengte losgerukt en omgekraid, terwyl
van bet pas nieuwe dak eenige leien werden
afgeblazen. Tegenover dit gebouw, by den
heer T. Elstgeest, heeft een populier het
moeten afleggen: met wortel en al is hij
uitgeroeid. Met zyn top kwam hy terecht m
een naburigen tuin. By vele tuinders is schade
toegebracht aan brodramen. Heel erg wa3 dit
by Nieman, die ongeveer 100 ruiten verbry-
zeld zag. Merkwaardig is, dat by Corn. H.
een broeiraam opgenomen was en opgehangen
in de takken van een boom, waar men hei
Zondagmorgen ontdekte. Een 17 jarig meisje,
de dochter van P. v. D., waaide van een
bruggetje in de sloot, en werd daaruit gered
door J. v d. Meer, die van uit zyn raam hot
ongeluk zag gebeuren. Voorts zyn vele schoor
steenen en daken beschadigd, 's Avonds was
het verschrikkelyk donker, waardoor ver
scheidene personen eene botsing hadden met
mede wandelaars, die zy wegens de duisternis
en het geloei van den wind niet hadden op
gemerkt. De lantaarns konden met geen
mogelykbeid worden opgestoken.
Te Oude-Wetering heeft het pannendak van
de R. K. kerk veel te iyden gehad. Het leek
wel op een doorschoten vlag.
Van een paar huizen aan de Parkstraat by
het Oosterpark te Amsterdam werd het dak
weggeslagenhetzelfde had plaats van een in
aanbouw zynd huis aan het einde der Jan-
Steenstraat. By geen dezer ongevallen hadden
persoonlyke ongelukken plaats. Van eenige
huizen woeien zinken platen van het dak.
In de Czaar-Peter straat woei tegen 8 uren
een schoorsteen af en kwam terecht op een
melkkar, die geheel werd verbryzeld. Do
melkboer had zich juist een oogenblik te
voren van zijne kar verwijderd, zoodat hy er