Er. LAWS MELKSUIKER
en ik wiens taak het was hen te helpen
ik kon niets doen. Ik zal dezen nacht nooit
in myn leven vergeten. Ik ben er tien jaar
ouder in geworden. Wat een geneesheer in
zulke omstandigheden gevoelt, kan slechts een
geneesheer begrijpen. Tal van gewonden te
zien, die men met een dronk water, met eene
kleine, onbeduidende kunstbewerking helpen,
ja redden kan en dan tot nietsdoen gedoemd
te zijn, machteloos te staan tegenover een
noodlottigen samenloop van omstandigheden,
te zien hoe iedereen met doodsverachting z(jn
plicht doet, en de eonige te zyn, die daaraan
niet voldoen kan, het is een toestand, zooals
Dante dien in zijne „Hel" vergeten heeft te
beschrijven.
En nu begon ik Lindgreen in al zijne grootte
te leeren kennen. Wy begrijen nu nog niet,
hoe het mogelijk is, in betrekkelijk zoo korten
tijd zoo veel te doen. Hij versterkte onze om
sloten ruimte, zette de noodige posten uit
liet schieten, deed de vlak voor onze ruimet
liggende gewonden en gesneuvelden binnen
balen, zocht naar water, in één woord, hij
vermenigvuldigde zich en was overal waar
vastboradenheid, tegenwoordigheid van geest
en onverschrokkenheid noodig waren.
Omstreeks 10 uren 's avonds bracht Lind
green eene kom vuil, vettig, gekleurd water,
dat hy in een der omliggende huizen gevon
den had. Onze soldaten, die den geheelen dag
gemarcheerd, als leeuwen gevochten hadden
en van dorst bijna omkwamen, lieten dit
water zonder pruttelen aan hunne gewonde
makkers over, en er was er niet één, die
water vroeg, niettegenstaande hun dorst bijna
ondraaglijk was.
Het was stik-donker. 's Nachts tegen II
uren werd mijne hulp ingeroepen by een sol
daat, die zwaar gewond was. Ik moest door
de gewonden heen naar den overkant van
onze omsloten ruimte. Onder mijne gewonden
bevond zich een Europeesch kanonnier, wiens
voet door een vijandelijken kogel verbrijzeld
was. By het -zoeken naar een weg door de
gewonden trapte ik op den verbrijzelden voet
van onzen armen, ongelukkigen makker; ik
voelde en hoorde de verbrijzelde knokkeltjes
kraken; onze ongelukkige held zeide: „Dok
ter, het is nieter, haast u maar; misschien is
de makker, tot wien men u roept, zwaar ge
wond en bloedt hy dood.1*
Het zal mijne lezers misschien vervelen,
dat ik zoo dikwijls den draad van myn ver
haal afbreek; maar ik ben zoo vol geestdrift
over het heldhaftige gedrag, over do voorbeel-
delooze krijgstucht en het doodsverachtende
plichtbesef van on2e sofdaterr, dat ik onwille
keurig elke gelegenheid aangrijp om er over
uit te weiden.
Wy zaten nu opgesloten in een ommuurd
vierkant, op den hoek van den beruchtem
elboog kapitein Lindgreen, luitenant De Graaf,
Van der Plank en ikr benevens zooals ik
reeds zeide 60' gezonde en 30 gewonde sol
daten en 10 dwangarbeiders. Wy hadden
eten noch drinken, onze bagage was by den
trein gebleven; vïak tegenover ons, slechts
ter breedte van den weg van ons gescheiden,
zaten honderdeH Bafïërs ons te bespieden en
voortdurend te beschieten, de kogels vieleD
als hagel op ons neer, en er was in de ge-
heele ruimte geen plekje, dat ons fcegen dit
moorddadige vuur beschermen kom Dien nacht
deed lindgreen vyf a zes uitvallen. Vlak voor
den muur, waarachter wy zaten, lagen tal van
gedoode paarden van den trein en lyken van
gesneuvelde kameraden. Lindgreen haalde ge
durende den nacht binnen: 4 vaatjes patro
nen, eene kist boter, eene kist spek, eene kist
hard brood en verscheidene lyken.
Gedurende den nacht overleden drie gewon
den, ik zoude haast zeggen aan gebrek van
watertotdat zy den laatsten adem uitbliezen
kermden zy om dit verfrfsschend vocht, dat
ik hun slecbt6 by hoeveelheden van een bitter-
glaasje vol kon geven. Gaandeweg verflauwde
de hoop op onze bevryding; wy berekenden
dat, al waren ook de onzen tot Ampenan
teruggegaan, ztf ons nu toch reeds hulp had
den kunnen zenden. Wy beseften nu, dat onze
toestand wanhopig was, en Lindgreen opperde
het denkbeeld, om, met achterlating van de
gewonden, ons er doorheen te slaan en een
heenkomen te zoeken.
Volgens gissing moest de sawah niet ver
van ons liggen, en in de duisternis zouden
wy deze gemakkelijk kunnen bereiken; eens
op de sawah zynde, zouden wy ons er ge
makkelijk door heen kunnen slaan. Maar ik
kon en wilde de gewonden niet aan hun lot
overlaten en zeide tegen Lindgreen, dat als
hy heen wilde gaan, ik my er niet tegen
verzetten zou, maar dat ik by myne gewon
den bleef, want dat ik het niet over myn
hart kon krygen, deze mannen, wier laatste
hoop ik was, in den steek te laten. Zonder
my wilde Lindgreen echter niet gaan, zoodat
hy besloot te blyven en op verlossing te
wachten. Ik haai dit feit aan, omdat er waren,
«lio Lindgreen een verwyt er van maakten,
dat hij met trachtte te redden wat te redden
was, door, met achterlating van de gewonden,
een uitweg to zoeken. W\j zullen in den
verderen loop van ons verhaal zien, dat Lind
green eenige dagen later alTeen op mijn ver
zoek zyn voornemen weer opgaf, om, met
achterlating van aïïes waf niet mobiel was,
een uitweg te zoeken.
De nacht scheen eene eeüw te doren en
dat niemand onzer sliep, zal men begrypen.
By het aanbreken van den ochtend zagen wy,
dat zich onder da. ainceng^iualda lyken. ook
dat van onzaa beminden eo .imandaat overste
Lawkk van Paos» &cvoad. Het U onhescmyflyk
wat wy by het aanschouwen van dit lyk ge
voelden, wy waren sprakeloos van aandoening
en tranen van aandoening en smart vulden
onze oogen. Tot nog toe hadden wy ons ge
vleid met de hoop, dat wy van den hoofdweg
slechts afgesneden waren en de commandant
behouden de plaats zyner bestemming bereikt
had en alles in het werk zou stellen om ons
te verlossen. Maar welk eene grenzenlooze
verwarring moest er geheerscht hebben, dat
men bet lyk van den algemeen beminden
commandant in den steek had gelaten 1 Op
dit oogenblik waren wy er zeker vau, dat de
geheele colonne in de pan gehakt was. Ik
liet drie kuilen graven. In den eenen werd de
overste, in de twee andere werden de ge
sneuvelde soldaten en dwangarbeiders be
graven. In het geheel telden wy elf lyken.
Alvorens het lyk van onzen aangebeden chef
aan den schoot der aarde toe te vertrouwen,
nam ik zyn horloge, zijn kompas, verrekyker,
Willemsorde en handschoenen tot my, om
deze reliquiéën eventueel aan de ongelukkige
weduwe ter hand te stellen.
De Innemlog; van Tjakra-Wcgara.
Wy ontvingen gisteren de „Deli-Courant"
van 17 en 21 November, waarin de eerste
telegrammen voorkomen aangaande de in
neming van Tjakra Negara. Hoewel deze
depeches in hoofdzaak overeenkomen met die,
in onze nommers van 20, 21 en 22 November
opgenomen, bevatten zy toch enkele nog niet
bekende byzonderheden, waarom wy ze, voor
het recht verband der zaak, bieronder in haar
geheel laten volgen;
Batavia, 19 Nov. Gisteren heeft een aanval
plaats gehad op Tjakra-Negara uit het westen
met vyf bataljons, artillerie en genie. Het
vyfde bataljon bezette de posten. Generaal
Segov attaqueerde uit het noorden, kolonel
Swarfc het centrum met den overste Scbeuer,
ieder met een bataljon. Materialen voor het
oprichten van twee posten waren meegenomen.
Tjakra werd tot en met de poerie genomen.
De radja werd niet gevonden en de schat
kamers ook niet. De vyand verloor honderden
dooderi. Wy honderd vjjftig man, waaronder
vier luitenants gesneuveld en drie gewond.
De vyand verdedigde zich hardnekkig; vrouwen
deden een lansaanvaï op de troepen.
Batavia, 19 Nov. De poerie werd slechts
gedeeltelijk genomen; twee posïtiën daar
tegenover werden bezet door zeven compag
nieën infanterie en twee sectiën genie. De
overige troepen keerden avonds naar het
bivak terug. Heden worden de operatiën
voortgezet.
Gesneuveld: kapitein Scheib en de tweede
luitenants d'Ancona, Schiff en Van dor Heyden
gewond: zwaar, kapitein Slangen en de 1ste
luitenant WIttich; licht, de eerste luitenant
ter zee Van Wessem en de tweede luitenant
Halkema. Voor zoover bekend zyn gesneuveld
veertien Europeanen, zeven Amboneezen, vier
inlanders en twee dwangarbeiders, en gewond
68 Earopeanen, 28 Amboneezen, 12 inlanders
en 9 dwangarbeiders.
Batavia, 20 Nov. Volgens een particulier
bericht is het overgebleven vak van de poerie
te Tjakra-Negara gisterochtend genomen.
Batavia, 20 Nov. De poerie te Tjakra-Negara
is heden door den vyand verlaten en de be
volking tot onderwerping bereid. Generaal
Vetter ontving een gezantschap uitPoenghanah.
Vele schatten zyn in de poerie gevonden.
By het springen van een kruitmagazfn zyn
door eigen onvoorzichtigheid kapitein Tuinen-
burg, luitenant Campions en negentien minde
ren en dwangarbeiders gewond.
De toestand van kapitein Slangen is be
vredigend.
Batavia, 20 Nov. Een regeeringstelegram
geeft nog de volgende byzonderheden:
Eene colonne maakte gisteren verkenning
tot den oostelyken rand van Soeite; er werd
geen schot op ons gelost en de bevolking
bleef rustig. Op last raseerde zy zelve de muren
de ingeleverde wapens hebben weinig waarde.
Goesti Made Getas van Narméda kwam te
Tjakra om zich te onderwerpen. Tweede colonne
raseerde met dwangarbeiders de kleimuren;
de zware vertakkingen langs West-Tjakra
werden opgeruimd. De weg is tbalns vry en
voldoende veilig. Drie compagnieën zyn in de
poerie gelegerd. De oude radja zou in de poerie
gewond en naar hét Noordén gevlucht zyn.
De bevolking restitueerde beide nog vermiste
veldstukken en een bergstuk. Heden worden
de operatiën voortgezet. Hbt weder biy ft gunstig.
Volgens de „Java Bode" werd, vóórdat de
eigeniyko schatkist van den radja werd ont
dekt, dus onmiddellijk na de bezetting van de
poerie, reeds voor eeno waarde van acht ton
gevonden en in onzo oorlogsschepen overge
bracht; de grootste schynt echter begraven.
Batavia, 21 Nov. Door colonne onder gene
raal Segov werd verblyfplaats van den radja
by Sinöoe ingesloten. Radja gaf zich over met
twee prinsen en twee poengawa's. Hy werd
naar Tjakra gebracht en verder door dezelfde
colonne naar Ampönah. Begraven kostbaar
heden, in schatkamer gevonden, hebben groote
waarde. De voorname poengawa's bieden on
derwerping aan.
Naar aanleiding van de hengiyke gebeur
tenis Iaat de „Deli Courant" zich onder het
opschrift „Victorie!" aldus uit:
De eer is gered; eerst Mataram en thans
is Tjakra gevallen; hetNederïandsch-Indïsche
leger heeft aanspraak op de warme hnWe van
allen, die na de catastrophe van 26 Aug. het
ionfg verlangen k033terden, dat er met de
uiterste klachtsinspanning naar zou worden
gestreefd, om de ramp, welke ons toen trof,
te herstellen. Die wensch is vervuld. Wy
hebben getoond dat Neeilands koloniaal ryk
nog ongeschokt cam staat; voor het fiere
„je mainlimdrai!" onder ons wapen behoeven
wy ons niet moer te schamen. Dat wy uit
het voorgevallene ook de leering geput mogen
hebben, dat in Indië de voorzichtigheid steeds
gebiedt, met „onvoorziene omstandigheden"
rekening te houden.
Het wapengeweld kan nu worden gestaakt;
het Verraad is voldoende gewroken. Thans
hebben wy eene andere roeping; de plichten
van eene Westersche mogendheid moeten wy,
ook tegenover de overwonnen Baliërs, eeriyk
en oprecht vervullen. Wy moeten een met
den volksaard passenden regeeringsvorm op
Lombok invoeren. Onzerzijds geen wraak
oefeningen meer; geen raseering meer van
geheele steden, en een streng onderscheid
gemaakt tusschen schuldigen en verdwaalden.
De generaal-opperbevelhebber kan zich, na de
overwinning, met eere effaceeren voor den
regeerings commissaris, want als zoodanig ver
wacht men nu dat directeur Scherer zal op
treden. Aan hem zy het overgelaten eene
volledige pacificatie van Lombok voor te be
reiden en in gang te brengen.
En laat ons in den roes der overwinning
vooral niet hen vergeten, die hun jeugdig leven
lieten voor Koningin en Vaderland. Onze deel
neming zy een troost voor de achterbiy venden.
In: 't bijzonder van de Oostkust een afscheids
groet aan kapt Scheib. En den gryzon generaal
Van der Heyden zy het In zyne vreeselyke
smairt eene voldoening dat zyn lieveling be
wezen heeft „que bon sang ne peut mentir."
Het leed dat Lombok bracht en de vreese
lyke wonden welke het sloeg, zullen nog lang
eene treurige vermaardheid behouden, maar
dit belet niet, dat ook dit kwade ons weer ge
leerd heeft, dat er, mits wy het hoofd niet
moedeloos laten hangen, nog st?eds veel waar
is in Cöen's woorden„Ende desespereert niet."
RECLAMES,
a 25 Cents per regel.
Bij de Kindervoeding beeft men het
meeste succes met
in bussen van Kilo inhoud a- 90 Cts. en
V8 Kilo a Z& Cu. 7215 10
Chemisch zuiver eo kf era vrij, uit de
Nederlandsche Albamlnefabrlck,
Lelden.
Gemengd Nieuws.
De laatste maand des jaars gaat
gepaard met tal van feesteneerst Sint-Nico-
laas, dan verschillende uitvoeringen door de
jeugd en eindelfik Kerstmis, by welke laatste
gelegenheid dan keurig versierde kerstboomen
niet ontbreken. Thans reeds is zoo iets voor
bet kinderoog bekorends in het Nutsgo'oouw
te aanschouwen, niet in besloten kriDg, maar,
blykens achterstaande advertentie, tegen een
luttelen prils voor iedereen toegankelyk. De
ondernemers hebben in den boom verschillende
nommers bevestigd, welke men deelnemende
aan eene tombola kan trekken en waarop
men dan een prys, welke hetzelfde nommer
draagt, ontvangt. Zeer zeker zal er een druk
bezoek aan ten deel vallen. De aan den boom
en in de zaal aangebrachte versiering is netjes
en de fraaie pry zen zy'n smaakvol geëtaleerd
Boven Leiden deed zich Zater
dag-avond een zware onwoersslag hooron. Te
Gouda echter heeft Zaterdag een ernstig onwe
der gewoed. De bliksem sloeg in den grooton
korenmolen „Do Roode Leeuw" aan de Vest
bij de Turfsingelgracht. De molen heeft vooral
inwendig belangryke schade bekomen en de
woning van den molenaar is als het ware
verwoest. Een begin van brand in den molen
werd spoedig gebluscht, zoodat de aangerukte
brandweer na eokele oogenblikken weder kon
vertrekken. Fersooniyke ongelukken hadden
niet plaats.
Omtrent bet by "Wassenaar ge
strande stoomschip vernemen wy nader: De
grootte en de lading van het schip vallen
zeer tegen; bet is ongeveer 500 ton en ge
laden met ijzererts, dat op eene waarde van
1500 golden wordt geschat. Het schip was
Donderdag-middag goad en wel van Newcastle
vertrokken en Vrijdag avond zes uren was
het reeds gestrand 1 De kapitein verklaart
even te voren nog 15 vadem gepeild te hebben,
ofschoon ervaren zeelui dit betwyfelen. Hoe
het zy, het schip strandde. De bemanning heeft
door vuurpyion en met brandende lappen, in
petroleum gedoopt, de aandacht willeD trekken,
maar, daar do lucht dik van regen was, werden
die seinen noch te Scheveningen noch teKatwyk
gezien. Men besloot toen te trachten met
eigen boot aan wal te komen, hetgeen gelukte.
Doornat begaven de 14 zeelui zich naar
Wassenaar, waar men te elf uren aankwam.
Daar werd geen onderkomen gevonden; toen
keerde men weer naar het strand terug. Na
op de duinen overnacht te hebben, trok men
des morgens naar Katwyk aan Zee, waar
men weldra in het koffiehuis „De Zwaan"
goede opname vond.
Vervolgens ging men ook naar Leiden,
om voor het kantongerecht de scheepsver
klaring af te leggen.
Een der opvarenden had by de redding een
arm gebroken en moest te Wassenaar aehter-
biyven.
Het schip zat gisteren reeds een 15 voet
in het zand, gelyk met hef water Aïïeen
touwen en masten waren nog zichtbaar.
Van het bovendek spoelden verschillende
stukken aan.
De sleepboot „Simson" is onverriebterzate
van het gestrande stoomschip „Caledonia"
naar IJmuiJen teruggekeerd. Door de booge
zee was het stoomschip niet to bereiken.
In den afgeloopen nacht hebben ook de
touwen en masten het wegens den hevigen
wind moeten opgeven.
De masten en de schoorsteen toch zyn weg
geslagen. Er staat nu acht voet water
boven het schip.
De Haagsche rechtbank ver
oordeelde heden Martinüs Stadhouders, werk
man te Rotterdam, tot 7 jaren, en Jacobus
Ruis, behanger te 's-Gravenhage, tot 4 jaren,
wegens diefstal met braak te Delft.
Vrijgesproken werden Maarten De Graaf en
Willem May, uit Rotterdam, voor wie 6 en 6
jaren gevangenisstraf was geèischt, mede
wegens diefstal met braak te Delft.
De rechtbank te Utrecht heeft
heden A. P. K., wonende te Barwoutswaarder,
beklaagd van mishandeling van D., teB., aldaar
geploegd, veroordeeld tot eene geldboete van
5, eirbs. drie dagen hechtenis.
De werkstaking aan de was
kaarsenfabriek te Amsterdam is geëindigd.
Do werklieden, ziende dat zy het niet zouden
vvinDen, hebben hunne eischen laten varen,
en hedenmorgen zouden zy den arbeid her
vatten. Een veertigtal arbeiders is echter
ontslagen, daar hunne plaats reeds door anderen
was ingenomen.
Do directie doelde aan het „Hbl." mede,
dat de eon den ander du schuld gaf van de
staking. Verder vertelden zy, dat de werklieden
verenigingen, die den stakers steun toegezegd
hadden, 2 50 aan getrouwde werklieden
hebben uitgekeerd, ƒ1.50 aan de vrouwen
en aan de ongetrouwde werklieden niets.
Hiermede waren de stakers niet tevreden,
en thans wordt volgens de directie do
socialistische leider met verwyten overladen.
B U1TENJLAND.
Fninkrijlc.
In den ministerraad werd een telegram uit
Madagascar voorgelezen, meldende dat Tama-
tave oen I2den Dec. bezet is zonder dat een
schot werd gelost. De Franschen hebben zich
er vast genesteld.
-- De ministerraad heeft, den minister van
financiën gemachtigd eene aanvrage in te
dienen voor een voorloopig krediet van tweo
maanden.
Duituchluud.
Het bericht, dat. keizer Wilhelm aan den
rijkskanselier, pnns Hohenlohe, 100,000 Mark
per jaar heeft toegekend, ten einde hem
schadeloos te stellen voor de vermindering
der inkomsten, welke hy lydt na zyne af
treding als stadhouder van Elsaz Lotharingen,
en zyne benoeming tot rijkskanselier, werd
het eerst medegedeeld door de „Post."
Ook eenige andere Berlynsche bladen deelen
nu mede, dat zy hetzelfde bericht hadden
ontvangen. Zy maakten er echter geen ge
wag van, omdat deze mededeeling hun on
gelooflijk voorkwam, zoodat zy aan eene
mystificatie geloofden.
De „Berliner Correspondenz' deelt nu mede:
„Het is juist, dat keizer Wilhelm uit het
„dispositions-fonds" 100,000 Mark ter be
schikking van den rijkskanselier prins Hohen
lobe heelt gesteld. Do rijkskanselier heeft
echter deze keizerlijke subsidie van de hand
gewezen.
- De Rijksdag van Duitschland heeft met
groote meerderheid geweigerd eene gerechte-
lyke vervolging toe te staan van do socialisten,
die op hunne plaats bleven zitten, toen de
voorzitter .leve do keizer 1" riep. De sofismen
der ministers zullen niet velen hebben over
tuigd Toch stemden de conservatieven en de
ryk8party voor; zy waren 68 man sterk.
TegeD stemden 168 vaD alle andere partyen.
De Ryksdag telt 397 leden.
XJit de Rechtszaal.
Een drietal knapen, dat men eerder op de
schoolbanken dan op het bankje der beklaag
den ter rechtbank had verwacht, stond
heden te 's Gravonhage voor den rechter, om
zich te verantwoorden wegens diefstal.
Op Zondag avond, 21 October, waren B. De
B., katoenverver, oud 15 jaren N. C., katoen-
drukker, en S De R., oud 14 jaren, allen uit
Leiden, op maraude gegaan. Na eerst door
het gebruik van vyf borrels zegge ieder
vijf borrels wat courago verzameld te heb
ben, gingen zy iD een drietal sigarenwinkels
aan de Haarlemmerstraat, te Leideu, en torwyl
een der jongens den winkelier bezig hield
door een paar sigaren te koopen, gapten de
andere knapen oen paar pakjes sigaren. Met
kinderlyke naïveteit, of ongeëvenaarde brota
liteit, bekenden de knapen. De groote verba
zing van den president, dat zulke kinderen
vijf borrels konden verdragen zonder stom
dronken te zyn, scheen omgekeerd hen te
verbazen.
Met volmaakte kalmte deelde de oudste
knaap zelfs nog mede dat er voor vyftig centen
jenever was gekocht, waarvan ruim de helft
was opgedronken. Er was dan ook blijkbaar
geen land met de jongens ta bezeilen, de
ouders zeiven moesten dit erkennen en wensch
ten zeiven de opzending der deugnieten naar
een Ryks opvoedingsgesticht.
De toestand van die ouder» ter terecht
zitting was inderdaad diep treurig en had de
jongens, zoo er nog een greintje gevoel in
zat, diep moeten aangrypen. Helaas, geen
spoor van aandoening!
Het (X M. vorderde opzending naar een
Ryks-opvoedingsgesticbt, zoo spoedig mogelijk.
Daarna stond terecht K. V., koopman uit
Leiden, die iemand, aan wien by eene kleine
schuld had „betaald" door hem met een juk
een slag in het hoofd te slaan, waardoor
eene bloedende wonde ontstond. De beklaagde
beweerde door zyn schuldeischer beleedigd te
zyn en in drift gehandeld te hebben.
Het O. M. vorderde 15 boete.
Voor J. B., lorrenuitzoeker te Leiden, die
alhier zyne meesteresse bestal voor f 19 en
by eene tweede poging tot diefstal door den
zoon dier vrouw op heeterdaad werd betrapt
toen hy weder probeerde geld uit de lade
van eene latafel te stelen, vorderde het O. M.
vier maanden en voor D. H., een bedryfa-
genoot van den vorigen beklaagde, die van
den zooeven gemelden diefstal had geprofiteerd
en B. tot de diefstallen scheen te hebben
aangezet, acht maanden gevangenisstraf.
Uitspraak over acht dagen.
Voor de Haagsche rechtbank had zich
heden verder te verantwoorden C. P., huis
vrouw van N. S., te Noordwykerhout, beklaagd
een 4 jarig knaapje, dat het haar lastig
maakte, door te morsen met zand, zoodanig
een slag of stoot met een klomp te hebben
toegebracht, dat daardoor eene kneuzing aan
don linkerschouder ontstond en het linker
sleutelbeen gebroken werd.
Volgens verklaring van een arts, die het
kind behandeld heeft, kan het eerst na onge
veer drie weken den arm weer beginnen te
gebruiken.
Boki., het feit van het toebrengen vaneen
duw erkennende, zeide niet te kunnen begrypen
dat dit zulke ernstige gevolgen heeft kunnen
hebben.
Het O. M., wyzende op die ernstige ge
volgen, wilde evenwel ook in aanmerking
nemen, dat de slag buiten verwachting der
boklaagde ongelukkig is aangekomen en dat
de vrouw door drift gedreven was. Evenwel
moest de hoogst onvoorzichtige en onbetame-
lyke daad van beklaagde worden gestraft,
Op grond van dit een en ander strekte de
cisch tot veroordeling in eene geldboete van
25, by wanbetaling door hechtenis te ver
vangen.
Uitspraak over acht dagen.
Geveilde perceelen.
Gehouden verkooping aan den Burg alhier,
op Zaterdag 15 December 1894, ten overstaan
van A. Van Leeuwen, notaris te Leiden. Het
huis, Oude Rfin 182, in bod ƒ1550, kooper
de heer H. I. De Nie qq., voor ƒ1600; het
huis, Oude Ryn 184, in bod ƒ1600, kooper
de heer H. L De Nie qq., voor ƒ1650; het
huis, Oude Ryn 186, in cod ƒ1550, koopöl
do beer A. Smittenaar qq bet huis met
bovenwoning, Langegracht 12 en 406, in bod
op 2775, kooper de heer H. Korswagen;
het huis, Langegracht 40a, in bod 1750,
kooper de heer C. Doovo qq., voor ƒ1800;
de huizen, Langegracht 40, Johannes Willems
hof 1 en 2, in bod ƒ3340, kooper de heer
C. Filippo qq., voor 3342; de buizen,
Reineveststeeg 6, 8, 11, 13, 15 en Binnen-
vestgraebt 11, samen in bod op 6900, kooper
de heer J. Vogelezang, voor 6995; de huizen
Rembrandtstraat 6 en 8, in bod 3075, kooper
de heer G. Filippo qq., voor 3125; het huis,
Caeciiiastraat 16, in bod ƒ805, kooper dn
heer J. Colpa; het huis, alsvoren 18, in bofl
op 830, kooper de heer J. Nieuwenhuizen
het huis, alsvoren 20, in bod ƒ840, koopei
de heer A. D. Vygh qq., voor ƒ880; dt
huizen Heerensingel 15 en 16, in bod 1855
kooper de heer J. Rietborgen voor ƒ1906
het huis, Waardgracht 80, in bod ƒ640
kooper de heer H. I. De Nie qq., voor ƒ652
het huis, Prinsensteegje 2, in bod ƒ370
kooper de heer P. Kooroman qq., voor ƒ390
TWEEDE KAMER.
Zitting van heden. Per telegraaf.)
Het Marme-debat werd hedennamiddag om
halftwee voortgezet»
De Dc Ran betreurt zeer dat de sclwpan
van het type A, die nog niet eens van stapel
zyn geloopen, mot geschikt zyn voor den
Indischen dienst, doch enkel voor de verdediging
den stelling van Den Helder. De nieuwe krui
sers acht hy niet bestand tegen het snelvuur
van het geschut en van twytelachtige waarde.
Voorzichtig ware het dus vooreerst 2 ia
plaats van 3 kruisers te bouwen.
De heer Van Karnebeek acht voor Indiè
gepantserde schepen noodig en wil wel eene
proef nemen mot het type A, doch inmiddels
kruisers laten bouwen. Liever wil hy twee
krui-ors, aan de hoogste eischen voldoende,
dan dno minder voldoende.
De heer Sanders meent dat we kunnen
volstaan met schepen, waarmede wy ona
tegen de Indische bevolking kunnen hand
haven. Hy bestrydt de voorgestelde kruisers»
Voorts verdedigt hy den bouw op Nederland-
sche werven.
De heer Van Vlijmendie tegen schepen
van het typo A was, is voor de voorgestelde
kruisers, maar wil er slechts 2. Voorts vraagt
hy of er voldoende overeenstemming was
tusschen zee- en landmacht op Lombok.
Beursoverzicht.
AMSTERDAM, 17 December. Staatsfondsen
waren heden pryshoudend, behalve Russische.
Oosterl*ening J/« pet., Venezuela P^t. lager.
Indische waarden dalende. Koloniale Bank
fi pet., Indische Bank 4 pet., Vorstenlanden
1 pet., Tabaksaandeelen 5 pet., obligation
KaÜbapen 30 pet lager.
Aandeefen Weicbsel 2 pet. hooger.
Amerikaansche Sporen zwak.
LRIIMSX. 17 December.
On ze stadgenoot de heer J. D. E Sjuiii-jicz,
conservator by 'sliyks EthnograpbiscbMu^eitun^
is dooi het Anthropologifscb Genootschap te
Berlijn, in aftn» *an 16 UeeemberJ
tot correspond«ear® i ui üu ktnatai.'