N°. 10675. Zaterdag 8 December. A°. 1894. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 7 December. Feuilleton. EENE HELDIN. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAKT: Voor Leiden per 8 maanden.1.10. Franco per posts s I dO. Afzonderlijke Nommers 0 06. PRIJS DER ADVERTED TIÜH Van 1 6 regels f 1.05, letters naar plaatsruimte, wordt f 0.05 berekend. Iedere regel meer f 0.171. Grootera Voor het incasseeren buiten de stad Offlelëele Kennlefferingfe». Buigemeoater en Wethondora der gemeonto Lelden brengen ter algemeene konnie dat de nienwe Ver ordening op den invoer, het verroer en de keuring ▼an vee en vleeeoh en dea handel in vloeach ia deze gemeente, die den 4don December jl. ie af gekondigd, op hedeD, 7 December, in werking treedt en dat exemplaron dier rerordeniDg tegen betaling ▼an ƒ0.15 per etuk verkrijgbaar zjjn gesteld ter Beoretarie dezer gemeente. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. Deo. 1894. E. KIST, Beoretaris. Van het groote .Woordenboek der Neder- landsche Taal" is heden van het 3de deel verschonen de 4de aflevering, behandelende de woorden Boos-Bosch, bewerkt door dr. J. W. Muller. Beroepen ie tot predikant by de Ned.- Herv. ge m. te Roekan je, de heer H. J. E. Verweb, cand. te Leiden. Het aandeel van de gemeente Oegstgeest in de te leveren manschappen voor de lich ting 1895 bedraagt 8. Voor Voorhout bedraagt dat aandeel 4. Door B. en Ws. van Lisse is voor de eerste maal openbare kennisgeving gedaan dat de mannelijke ingezetenen, geboren in het jaar 1876, zich in de maand Januari a. s. zullen moeten doen inschrijven voor de natio nale militie, voor welke inschrijving speciaal zitting zal worden gehouden ter Gemeente- Secretarie op Woensdag 16 Januari 1895, des voormiddags te elf uren. De heer P. J. Gijsman, hoofd der Chris telijke school in het dorp Woubrugge, heeft zijne benoeming als zoodanig te Uithoorn aan genomen. Door stemgerechtigde manslidmaten der Ned.-Herv. gemeente van Hoogmade c. a. werden in hunne vergadering van 5 December herkozen de heer C. Kwakernaak als ouder ling, de heer D. Van Rijn als diaken en de heeren R. Kroes en L. Leeuwenhoek als nota belen. Door het college van notabelen werd als kerkvoogd herbenoemd de heer J. Hoo- geveen. In de op 5 dezer to Oude-Wetering gehouden vergadering van de in 1893 aldaar opgerichte vereeniging tot wering der bedelarij werd verslag gedaan van de gehouden collecte. De opbrengst daarvan ad 178.80 ie onder de vier armbesturen verdeeld. Dat de vereeniging goed heeft gewerkt, blijkt daaruit, dat deze plaats, welke vroeger, vooral des Vrijdags, overstroomd werd door vreemde bedelaars, thans nagenoeg van het bezoek dezer land- loopers verschoond blyft. Het besluit der vergadering, om ook dit jaar nog eene collecte te houden, vinde dan ook algemeenen bijval; mogen de werkzaamheden der collectanten met een goeden uitslag worden bekroond l Ter vergadering van manslidmaten der Gereformeerde gemeente te Oude-Wetering zijn herbenoemd tot ouderlingen de heeren Joh Sepers en P. Waasdorp, en tot diaken de heer J. Vreeken. De bogrooting voor 1895 werd vastgesteld in ontvangst en uitgaaf op 4036.60. Onder leiding van den P. A. Wernink, te Oudshoorn, had Dinsdag avond in het Hotel „St.-Joris", te Alfen, de algemeene leden vergadering plaats van de iJsclub „de Rijn streek". Slochte een dertigtal van de 410 leden had gehoor gegeven aan de roepstem van hot bestuur, zeker een vreemd verschijnsel van eene instelling, zoo populair en tevens zoo weldadig voor den werkman, hetgeen zal blijken uit de rekening en verantwoording van den penningmeester. Na lozing van de notulen en ingekomen stukken, deed de voorzitter mededeeling van verschillende mu tation onder heeren commissarissen, voort komende door het bedanken van de heeren Jb. Spruijt, R. Bakker, B. W. Graswinckel, allen te Alfen, terwijl als commissaris werden benoemd de heeren B. Formjjne, te Oudshoorn, A. Spruijt en C. v. d. Stoel, beiden te Alfen, en de heer W. C. Van Giessen verkreeg over plaatsing van district 9 naar district 3. Vervolgens deed de penningmeester, do heer M. Kloot, rekening en verantwoording van zijn gehouden beheer over het afgeloopen dienstjaar, waaruit bleek dat de ontvangsten plus het batig saldo van A. P. 2238.16 be droegen, daarentegen de uitgaven 790.77 beliepen, waarvan ƒ750 in 5 dagen aan arbeids loon werd uitbetaald. Op advies van den heer Beijerinck werd de rekening met een batig slot van ƒ1447.39 onder dankzegging aan den penningmeester goedgekeurd, waarna de secretaris, de heer C. Korteweg, het woord verkreeg, om het jaarverslag uit te brengen over 1893/94, hetgeen uit den aard der zaak van kleinen inhoud was, hetgeen te verklaren viel, daar de tjsclub slechts 5 werkdagen mocht beleven. Hierop kwam aan de orde de ver kiezing van twee bestuursleden, door de perio dieke aftreding van de heeren C. Korteweg en Joh. Stok hub zenbeiden werden met alge meene stemmen herkozen en lieten zich hunne benoeming welgevallen. Het laatste punt der agenda bestond uit een voorstel van het be stuur tot wbziging van art. 8 der statuten, dat met groote meerderheid van stemmen werd aangenomen. Niets meer aan de orde zbndo, sloot de voorzitter met een woord van dank aan heeren leden voor hunne tegenwoordigheid de vergadering. Sedert eenige dagen ia op het stille kerkhof van Noordwbk Buiten het graf, waarin het stoffelyk overschot van dr. Hooykaas ter ru6te gelegd werd, gedekt met eene zerk, aan welker boveneinde een gedenksteen is ge plaatst. Dit is het werk van de vrienden des overledenen te Rotterdam, die aan het desbe treffend verzoek van de heeren Jorissen en Lohr gehoor gaven en hunne bbdragen toe zonden. De gedenksteen is vervaardigd naar een ontwerp van den heer Henri Evers, architect, schoonzoon van wblen dr. Hooykaas. In overeenstemming met het karakter van den ontslapene kenmerkt de steen zich door strengen eenvoud. Geheel in zandsteen ge beiteld, geeft hb den ingang te aanschouwen van een graftempel, welke ingang is afge sloten door een grafsteen. Boven aan dien steen, onder een graflarapje in antieken vorm, leest men„Aan dr. Is. Hooykaas, em.-predi- 71» „Het verdere komt dan wel terecht. Morgen ochtend, bbtbds, kan u mb hier verwachten, rentmeester 1 Wb zullen veel met ons beiden te werken hebben, mbnheer. Deze jonge dame is de dochter van uwe nieuwe meesteres." Volgens Poolsch gebruik kusten de onder- hoorigen den zoom van Walburga's kleed en hare handen. Maar snel onttrok het jonge meisje die aan hunne aanrakiDg. Zy had een ellendig gevoel. Neen, zb wilde niets te doen hebben met dit huis, waarop de vloek van allerhande doodzonden lagl Goddank, deze akelige erfenis beteekendeniets; het was eenvoudig oen vormhier was niets te erven. Het gezin, de naam van Rothkreuz was nu uitgestorvende geest van dit woest en oproerig geslacht in alle winden uitgeblazen. Gestorven - en bedorven. Allen. - „Vergeef mb, dat ik stilzit, kindlief; ik heb zeer, zeer veel te bedenken", zeide Gerd. Bescheiden antwoordde Walburga met een zwbgend hoofdknikje. Zb begreep dat de last van die verwarde toestanden in zbne volle zwaarte op de schouders van Gerd moest neerkomen. Graaf Gerd had geen vlug, scherpzinnig hoofd, dat in elke omstandigheid dadeiyk het eenvoudig doelmatige weet te vinden, ook in moeiiyke vraagstukken des levens. Neen, zbne weekhartigheid voerde telkens weer strijd met zbn gezond verstand en leidde de goede ge dachten gedurig op het gevaariyke terrein van het gevoelsleven. Hb had zoo gehoopt een enkelen regel van Thilo's hand te mogen vinden; een paar woorden van opheldering, om hem te zeggen dat het niet de onbeantwoorde liefde tot Walburga was, die hem den dood had doen zoeken. Tevergeefs l Stroef zwbgen lag op de ver wrongen trekken van den doode; stom had hy deze wereld verlaten; tot het einde toe de zbnen tartende, den o verbib venden opdra gende de redenen voor zyne daad te zoeken. Het stond van het eerste oogenblik bb Gerd vast, dat alles zóó moest worden geregeld, dat er, indien mogeiyk, nog eenig voordeel uit deze erfenis voor Joséphine behaald werd. Zbne altyd het beste hopende natuur prikkelde hem; het was toch mogelyk, dat Thilo de zaken niet goed had ingeziendat de toestand niet zoo ongunstig wezen zou, of bb eene voorzichtige en met beleid bestuurde regeling zou de verkooping van het landgoed nog wel een vyftig, of misschien bb een gunstigen samenloop der dingen wel honderdduizend mark opbrengen. Dit was voldoende om aan Joséphine een onbezorgden ouden dag te kun nen verschaffen; haar leven reeds nu veel gemakkeiyker voor haar te maken. Walburga viel hem met geene vragen lastig. Zy kwamen thuis en Gerd ging dadeiyk naar zbne kamer. Het jonge meisje verzocht dezen avond bb Gravin Fedora te mogen biyven; zb wae zoo angstig alleen. kant der Remonstrantsche gemeente te Rotter dam"; onderaan: „Zbne vrienden". Aan het hoofd van de twee pblers zbn de data van geboorte en overiyden vermeld. Verder vormt de deksteeo, die de twee pblers verbindt, den voet eener bekroning van soberen omtrek. Op deze bekroning zbn in bas relief de em blemen van het godsdienstig leven aange bracht: een opengeslagen Bbbel, gedekt deels door een palmtak, deels door een anker, terwyi oen kruis met eene ster zich aan de bovenzyde verheft. Een toepasselyke tekst: Philipp. IV6 en 7 een lievelingstekst van den ontslapene is aan den voet der be kroning gebeiteld. Het geheel is zeer schoon, waardig den man, voor wien wel het schoonste monument staat opgericht in het hart zbner vele vrienden, maar voor wiens betrekkingen en vrienden het een weldadig gevoel is, dat nu ook do plek, waar zbn stoffelyk overschot rust, de herinnering bewaart van zbn veelbeteekenend leven. (2V. R. G.) Tot heden zbn van ruim 230 vereenigin- gen adressen van instemming bb de Tweede Kamer ingekomen ter ondersteuning van het verzoekschrift van de hoofdbesturen van het Alg. Ned. Werklieden Verbond, het Ned Werk lieden-Verbond „Patrimonium" en denRoomsch- Katholieken Volksbond in zake het benoemen eener Staatscommissie, om te onderzoeken op welke grondslagen en naar welke regelen eene pensioenverzekering van werklieden behoort te worden ingericht. In de vereenigde vergadering van het hoogheemraadschap Delfland is de begrooting voor 1895 vastgesteld in ontvangst en uit gaaf op ƒ441,304.60. Onder de uitgaven voor nieuwe en buitengewone werken komt een bedrag voor van ƒ160,000, voor den aanleg van nieuwe werken tot verdediging van de zeewering te Scheveningen. Deze nieuwe werken zullen bestaan in den aanleg van drie nieuwe strandhoofden. Door de geneeskundige Staatscommissie te Groningen is bevorderd tot arts de heer A. Wior8ema, cand.-arts, geboren te Garnwerd. Aldaar zbn voor apothekersbediende geslaagd de dames A. M. H. Bleeker, C. M. J. E. Feitz, beiden geboren te Groningen, en E. 0. Cretier, geboren te Zaandam. De 1ste luitenant J. C. A. Drabbe, van het lste reg. veldartillerie, wordt met ingang van 10 Dec. a. s. overgeplaatst bb het corps rijdende artillerie. Naar de „Tel." verneemt, bestaat bb het dep. van oorlog het plan om de artillerie inrichting te Delft eerlang ovor te plaatsen □aar Amsterdam. Door de Koninginnen i6 eene gift van ƒ100 geschonken ten bohoove van de weduwe K. Ter Veen, wier man op noodlottige wbze het leven in eene stoommachine verloor. Te Sneek is tot leeraar in de plant- en dierkunde aan het gymnasium benoemd dr. A. C. Oudemans Jszn., directeur van het Zoölo- gisch-Botanisch Genootschap te 's-Gravenhage. In de vorige week overleed teNymegen op 91 jarigen leeftyd de heor Van 't Lindenhout, vader van den directeur der bekende Wees- inrichting. Uit het woord, dat do zoon aan den overledene wbdt, blykt dat deze een groot aandeel heeft gehad in de geschiedenis der stichting, al trad hb nooit op den voorgrond. Zyn luk is op het weezenkerkhof bbgezet. Naar de heer Van 't Lindenhout mededeelt, hebben de weezen meer dan ƒ30,000 schade geleden door hetgeen over de inrichting in den laateten tyd geschreven werd; hb hoopt dat de feestdagen in deze maand deze bres in de kas zullen stoppen. Het stoomschip „Bellerophon", van Amsterdam en Liverpool naar Java, arriveerde 4 Dec. te Singapore; de „Prinses Marie", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 6 Dec. Dungene8s; de „Veendam", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 6 Dec. Lizard. Bb koninkiyk besluit is benoemd tot lid der commissie van toezicht op de Ryks-academie van Beeldende Kunsten, mr. G. Van Tienhoven, oud-minister van buitenl. zaken. De officier van gezondheid lste kl. G. A. L. Ferguson, chef van den militairen geneeskun digen dienst in de kolonie Curasao, benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau. Pensioen verleend aan: C. Wissels, wed J. Butler, ryksveld wachter 2de kl., ƒ109; I. Haselhoff, wed. H. Rebbers, commies lste kl. bb 'sRbks bel., ƒ186; J. M. Van der Meulen, wed. T. Van der Biezen, bewaarder 2de kl. in de strafgevangenis te N.-A., ƒ169; E. M. In 't Veld, wed. G. B. De Jong, inspecteur der rbksveldwachtt ƒ300; J. Bongaards, wed. C. J. Van Doesburg, postbode, ƒ225; A. Rot- mans, wed. L. A. Van den Heuvel, sluis wachter aan de schutsluis op het Merwede kanaal te Nichtevecht, ƒ425; de kinderen van wblen den commies 2de kl. bb '6 Ryks bel. S. Van Velsen, ƒ168; M. Th. Adama, weduwe van den gewezen visiteur 2de kl. bb 's Ryks bel. E. Dambrink, ƒ61; G. Van Diesen, hoofd inspecteur van den rijkswaterstaat, ƒ3000; D. Visser, yker, ƒ1600; A. J. Joa, hulphaven meester, ƒ13; D. Van der Werf, opzichter van don rbkswaterstaat lste kl., ƒ1022; A. J. H. Bauer, idem, 930 'sjaars. TWEEDE KAMER. In de avondzitting van gisteren, Donderdag, ia het algemeen debat over de Staatsbegroo- ting voortgezet. De heer Rutgers van Rozenburg behandelde nader de wanordelykheden bb de jongste werkstakingen te Amsterdam. Schandelyke tooneelen zeide hb worden gepleegd, straat roof, vernieling van broodkarren, afranseling van arbeiders, die wilden doorwerken. Gaat het zoo voort, dan zal de burgerb op zelfver dediging moeten bedacht wezen. Hb ver wachtte geen heil van politiemaatregelen, maar van wbziging van art. 284 Strafwet boek, zóó, dat belemmering der vrbheid een delict werd en geweldpleging een middel tot het plegen daarvan Hy beval dit aan de Regeering aan. De heer Veegens bleef volhouden dat uit de ontbindingsstukken geen onpartydig oordeel te verkrygen is over de ontbinding en leidt uit de verklaringen der Rog. af, dat van haar buiten het kiesrecht goene belangrijke hervor mingen zyn te wachten. Hy juicht overigens toe, dat de Kamer nog in dit zittingjaar de kieswet in behandeling zal kunnen nemen. Hy constateert dat de minister van financien weinig succes heeft gehad van zbn aandrang by zbne ambtgenooten op bezuiniging, maar spr. rekent op 's Ministers steun by verdere pogingen tot bezuiniging vanwege de Kamer. De heer De Savornin Lokman houdt vol dat het land niet door de kiezers moot worden geregeerd en eene Regeering zich niet door de kiezers moet laten leiden. De zelfstandig heid en de vryheid der Kamer heeft hy overi gens niet betwist. Verder houdt hy vol, dat do minister Tak de constitutioneele bezwaren tegen zbne kies wet niet had mogen verzwbgen aan de Koningin. Overigens betoogt hy dat het Ned. volk geene gehoorzaamheid schuldig is aan de Grondwet, maar wel aan den Koning, dio by de uitoefening van zbn gezag gebonden is aan de Grondwet. Hy berust in de verzekering van den min. van oorlog, dat het leger alleszins bruikbaar is, mits goed gewapend, en hy zal nu ook voor de uitgaven voor nieuwe geweren stemmen De heer Heldt biyft Staatszorg voor pension- neering van werklieden noodig achten, omdat de particuliere verzekering eischt dat de werk man bb denzelfdon patroon biyve. Hy wenscht alleen verzekering van werklieden voor go- vallen van ouderdom en invaliditeit. De lyf-r renteverzekering, die de Regeering beoogt, is onvoldoende. Hy dringt nader aan op instel ling van eene Staatscommissie. Nadat de heer Fumcombe Sanders opgeko» men is tegen de langdurigheid der algemeene beschouwingen, die het controle-recht der Kamer op de begrootingen illusoir maakt, en de heer Zyjlma later by de motio over de tariefquaestie hoopte to repliceeren, consta teerde de heer Kcrdvjk dat nog niet duideiyk is geworden waar wy heengaan met onze financiën ten aanzien van de uitgaven voor zee- en landmacht. Het verwonderde hem dat de Reg. beweort. dat onze verdediging zich moet bepalen tot handhaving onzer neutrali teit en de min. van oorlog toch 12 ton aan vraagt voor vestingwerken. Spr. heeft voornameiyk bezwaar tegen do doode weermiddelen. De heer Rarte bepleitte nader de verplichte verzekering van werklieden. De heer Staalman hield vol, dat by deze Regeering gebrek aan ernst bestaat ten aanzien van den nood der tyden en den toestand des lands. Do nieuwe geweron achtte by onnoodig om het leger zyne taak te laten volbrengen. Hy houdt zyne bezwaren vol en betreurt dat de minister van finanoiön de bedenkingen tegen het finantiöel beleid beantwoordde met eeno rede, die den lachlust opwekte. De heer Tak van Poortvliet ontkent dat do vorige Regeering de zaak der pensionneering van werklieden reeds had voorbereid, biyft de meening bestrijden dat aan do Regentoa de ontbinding i.s voorgesteld als voorwaarde voor kabinetsformatie on houdt vol datdeKroou is gehouden buiten den politieken strijd. Na hetgeen hy op 8 Maart gezegd had, behoefde Fedora wiet reeds wat er op Zembowitsch gebeurd was en van verbazing had zy nog niet tot schreien kunnen komen. Zoo iets buitengewoons herinnerde zb zich niet te hebben beleefd sedert veertig jaren geleden haar man op de jacht doodgeschoten was. En, waarschyniyk om zich niet door de daad van Thilo tot eene ongezonde ontroering te laten verleiden, verhaalde zy Walburga alles van die jacht, tot in de kleinste byzonder- hedende naam van geen der gasten, ook niet de 8pbslbst by dien maaltyd, werd vergeten. En Gerd zat op zyne kamer te schryven. Nog dienzelfdon avond wilde hy een telegram gereedmaken, dat den volgenden morgen, zoo vroeg mogeiyk, kon worden overgeseind. Hiervoor schreef hy tot viorvyfmaal toe een kladje, dat telkens werd afgekeurd, tot hy zich eindeiyk by dit vry uitvoerig gestelde stuk bepaalde: „Aan Joséphine SteinerI Uw neef Thilo is plotseling overledenzend mb per omgaande eene gerechteiyk geteekende volmacht, waar door ik voor uwe rechten kan optreden. Mi3 schien zal eene weigering tot het aanvaarden der erfenis noodig zyn. Kan je zelf overkomen Diep ontroerd. Gerd." Dit was duideiyk. Hy wist, dat Joséphine geene hoop koesterde op eenig bezit van die zyde; daarvoor was zy te goed op de hoogte van den finantiéelen toestand op Zembowitsch. De volgende dag, nadat Gerd evenmin als Walburga dién nacht veel had kunnen slapen, was voor iedereen zeer lang en zeer droevig. Gerd arbeidde tot laat op den avond, daar ginds op Zembowitsch, ea kwam toen dood moe en bleek thuis. Walburga had, onder den indruk van verlaten te zyn, treurig door het park gedwaald. Zy had er niet toe kunnen komen iets te gaan uitvoeren. Een hartver scheurend verlangen naar hare ouders pynigde haar. Hoe gaarne zou zy aan de borst barer lieve moeder harteiyk hebben willen uit schreien! Zy schreef een zeer langen brief naar huis, die zich hoofdzakeiyk om deze drie vragen draaide: „Had ik hem moeten aannemen om hem te redden? Heb ik hem, indirect, maar toch tot dio vreeseiyke daad aanleiding gegeven? Zou hy my waariyk en ernstig hebben bemind Gerd had evenmin tot dusver een antwoord op die vragen gevonden. Wel was hy er van overtuigd geworden, dat Thilo Walburga ter wille van zyn kapitaal ten huwelyk had ge vraagd; want in do schryftafel van zyn neef had hy minnebrieven uit de residentie, voor zien met zeer jonge dagteekening, gevonden. Gerd wierp deze alle in bet vuur. Hy wilde niet weten van wie ze kwamen of wat ze behelsden. Zoodra hy datum en begin gelezea had, wist hy genoeg. Maar door die ontdek king aan Walburga mede te deelen, het meisje diep te vernederen, hiertoe gevoelde hy zich niet in staat. De tweede dag brak aan en hy bracht licht mede. Juist toen Gerd weder naar Zembowitsch wilde ryden, kwam er een telegram van Joséphine als antwoord: „Overmorgen is myne volmacht in uwe handen. Ik kan niet komen. Groet myn kind. Ik dank u. Joséphine." Dit moest hy Walburga gaan vertellen en met haar te zamen den groet harer moedor lezen, die, hoe kort ook, toch van groote waardo was, als getuigenis van haar wèlzyn. Maar Walburga was nog niet op. Dus wachtte de trouwe vriend geduldig op zyne lieveling en stelde hy zyn vertrek naar Zem bowitsch uit, tot hy haar zou hebben gesproken. Het was nog niet veel over halfnogon toen een ratelende, kleine mandewagen, eet» van die rytuigjes, die gewooniyk door paar- denkooper8 en rentmeesters buiten gebruik! worden, de groote laan van Rakitsch kwam inzwaaien en voor de stoep van het heeren huis stilhield. Het paard van Gerd werd door een stal jongen, wachtend, op en neer geleid; do vraag naar zyn meester beantwoordde de knaap volgens de waarheid. Nu klauterde de nieuw aangekomene van zyn rytuigje en sloeg zorgvuldig het stof van zyne jas eer hy do stoep opliep. „Mynheer de Graaf in eigen persoon?" vroeg hy, Gerd op den drempel der vestibulo tegenkomende. Gerd nam den kleinen man met het geruito hoofddeksel en den gryzen ulster een weinig van uit de hoogte op en antwoordde: „Dat ben ik. Maar laat my u verzoeken, do zaken met myn rentmeester te behandelen." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1