N°. 10675.
Zaterdag 8 December.
A°. 1894.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 7 December.
Feuilleton.
EENE HELDIN.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAKT:
Voor Leiden per 8 maanden.1.10.
Franco per posts s I dO.
Afzonderlijke Nommers 0 06.
PRIJS DER ADVERTED TIÜH
Van 1 6 regels f 1.05,
letters naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekend.
Iedere regel meer f 0.171. Grootera
Voor het incasseeren buiten de stad
Offlelëele Kennlefferingfe».
Buigemeoater en Wethondora der gemeonto Lelden
brengen ter algemeene konnie dat de nienwe Ver
ordening op den invoer, het verroer en de keuring
▼an vee en vleeeoh en dea handel in vloeach ia
deze gemeente, die den 4don December jl. ie af
gekondigd, op hedeD, 7 December, in werking treedt
en dat exemplaron dier rerordeniDg tegen betaling
▼an ƒ0.15 per etuk verkrijgbaar zjjn gesteld ter
Beoretarie dezer gemeente.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
Deo. 1894. E. KIST, Beoretaris.
Van het groote .Woordenboek der Neder-
landsche Taal" is heden van het 3de deel
verschonen de 4de aflevering, behandelende
de woorden Boos-Bosch, bewerkt door dr.
J. W. Muller.
Beroepen ie tot predikant by de Ned.-
Herv. ge m. te Roekan je, de heer H. J. E.
Verweb, cand. te Leiden.
Het aandeel van de gemeente Oegstgeest
in de te leveren manschappen voor de lich
ting 1895 bedraagt 8.
Voor Voorhout bedraagt dat aandeel 4.
Door B. en Ws. van Lisse is voor de
eerste maal openbare kennisgeving gedaan
dat de mannelijke ingezetenen, geboren in het
jaar 1876, zich in de maand Januari a. s.
zullen moeten doen inschrijven voor de natio
nale militie, voor welke inschrijving speciaal
zitting zal worden gehouden ter Gemeente-
Secretarie op Woensdag 16 Januari 1895, des
voormiddags te elf uren.
De heer P. J. Gijsman, hoofd der Chris
telijke school in het dorp Woubrugge, heeft
zijne benoeming als zoodanig te Uithoorn aan
genomen.
Door stemgerechtigde manslidmaten der
Ned.-Herv. gemeente van Hoogmade c. a.
werden in hunne vergadering van 5 December
herkozen de heer C. Kwakernaak als ouder
ling, de heer D. Van Rijn als diaken en de
heeren R. Kroes en L. Leeuwenhoek als nota
belen. Door het college van notabelen werd
als kerkvoogd herbenoemd de heer J. Hoo-
geveen.
In de op 5 dezer to Oude-Wetering
gehouden vergadering van de in 1893 aldaar
opgerichte vereeniging tot wering der bedelarij
werd verslag gedaan van de gehouden collecte.
De opbrengst daarvan ad 178.80 ie onder de
vier armbesturen verdeeld. Dat de vereeniging
goed heeft gewerkt, blijkt daaruit, dat deze
plaats, welke vroeger, vooral des Vrijdags,
overstroomd werd door vreemde bedelaars,
thans nagenoeg van het bezoek dezer land-
loopers verschoond blyft. Het besluit der
vergadering, om ook dit jaar nog eene collecte
te houden, vinde dan ook algemeenen bijval;
mogen de werkzaamheden der collectanten
met een goeden uitslag worden bekroond l
Ter vergadering van manslidmaten der
Gereformeerde gemeente te Oude-Wetering
zijn herbenoemd tot ouderlingen de heeren
Joh Sepers en P. Waasdorp, en tot diaken
de heer J. Vreeken. De bogrooting voor 1895
werd vastgesteld in ontvangst en uitgaaf op
4036.60.
Onder leiding van den P. A. Wernink,
te Oudshoorn, had Dinsdag avond in het
Hotel „St.-Joris", te Alfen, de algemeene leden
vergadering plaats van de iJsclub „de Rijn
streek". Slochte een dertigtal van de 410 leden
had gehoor gegeven aan de roepstem van
hot bestuur, zeker een vreemd verschijnsel
van eene instelling, zoo populair en tevens
zoo weldadig voor den werkman, hetgeen zal
blijken uit de rekening en verantwoording
van den penningmeester. Na lozing van de
notulen en ingekomen stukken, deed de
voorzitter mededeeling van verschillende mu
tation onder heeren commissarissen, voort
komende door het bedanken van de heeren
Jb. Spruijt, R. Bakker, B. W. Graswinckel,
allen te Alfen, terwijl als commissaris werden
benoemd de heeren B. Formjjne, te Oudshoorn,
A. Spruijt en C. v. d. Stoel, beiden te Alfen,
en de heer W. C. Van Giessen verkreeg over
plaatsing van district 9 naar district 3.
Vervolgens deed de penningmeester, do heer
M. Kloot, rekening en verantwoording van
zijn gehouden beheer over het afgeloopen
dienstjaar, waaruit bleek dat de ontvangsten
plus het batig saldo van A. P. 2238.16 be
droegen, daarentegen de uitgaven 790.77
beliepen, waarvan ƒ750 in 5 dagen aan arbeids
loon werd uitbetaald. Op advies van den heer
Beijerinck werd de rekening met een batig
slot van ƒ1447.39 onder dankzegging aan
den penningmeester goedgekeurd, waarna de
secretaris, de heer C. Korteweg, het woord
verkreeg, om het jaarverslag uit te brengen
over 1893/94, hetgeen uit den aard der zaak
van kleinen inhoud was, hetgeen te verklaren
viel, daar de tjsclub slechts 5 werkdagen mocht
beleven. Hierop kwam aan de orde de ver
kiezing van twee bestuursleden, door de perio
dieke aftreding van de heeren C. Korteweg en
Joh. Stok hub zenbeiden werden met alge
meene stemmen herkozen en lieten zich hunne
benoeming welgevallen. Het laatste punt der
agenda bestond uit een voorstel van het be
stuur tot wbziging van art. 8 der statuten, dat
met groote meerderheid van stemmen werd
aangenomen. Niets meer aan de orde zbndo,
sloot de voorzitter met een woord van dank
aan heeren leden voor hunne tegenwoordigheid
de vergadering.
Sedert eenige dagen ia op het stille
kerkhof van Noordwbk Buiten het graf, waarin
het stoffelyk overschot van dr. Hooykaas ter
ru6te gelegd werd, gedekt met eene zerk, aan
welker boveneinde een gedenksteen is ge
plaatst. Dit is het werk van de vrienden des
overledenen te Rotterdam, die aan het desbe
treffend verzoek van de heeren Jorissen en
Lohr gehoor gaven en hunne bbdragen toe
zonden. De gedenksteen is vervaardigd naar
een ontwerp van den heer Henri Evers,
architect, schoonzoon van wblen dr. Hooykaas.
In overeenstemming met het karakter van
den ontslapene kenmerkt de steen zich door
strengen eenvoud. Geheel in zandsteen ge
beiteld, geeft hb den ingang te aanschouwen
van een graftempel, welke ingang is afge
sloten door een grafsteen. Boven aan dien
steen, onder een graflarapje in antieken vorm,
leest men„Aan dr. Is. Hooykaas, em.-predi-
71»
„Het verdere komt dan wel terecht. Morgen
ochtend, bbtbds, kan u mb hier verwachten,
rentmeester 1 Wb zullen veel met ons beiden
te werken hebben, mbnheer. Deze jonge
dame is de dochter van uwe nieuwe meesteres."
Volgens Poolsch gebruik kusten de onder-
hoorigen den zoom van Walburga's kleed en
hare handen. Maar snel onttrok het jonge
meisje die aan hunne aanrakiDg.
Zy had een ellendig gevoel. Neen, zb wilde
niets te doen hebben met dit huis, waarop
de vloek van allerhande doodzonden lagl
Goddank, deze akelige erfenis beteekendeniets;
het was eenvoudig oen vormhier was niets
te erven. Het gezin, de naam van Rothkreuz
was nu uitgestorvende geest van dit woest
en oproerig geslacht in alle winden uitgeblazen.
Gestorven - en bedorven. Allen. - „Vergeef
mb, dat ik stilzit, kindlief; ik heb zeer, zeer
veel te bedenken", zeide Gerd.
Bescheiden antwoordde Walburga met een
zwbgend hoofdknikje. Zb begreep dat de last
van die verwarde toestanden in zbne volle
zwaarte op de schouders van Gerd moest
neerkomen.
Graaf Gerd had geen vlug, scherpzinnig
hoofd, dat in elke omstandigheid dadeiyk het
eenvoudig doelmatige weet te vinden, ook in
moeiiyke vraagstukken des levens. Neen, zbne
weekhartigheid voerde telkens weer strijd met
zbn gezond verstand en leidde de goede ge
dachten gedurig op het gevaariyke terrein
van het gevoelsleven.
Hb had zoo gehoopt een enkelen regel van
Thilo's hand te mogen vinden; een paar
woorden van opheldering, om hem te zeggen
dat het niet de onbeantwoorde liefde tot
Walburga was, die hem den dood had doen
zoeken.
Tevergeefs l Stroef zwbgen lag op de ver
wrongen trekken van den doode; stom had
hy deze wereld verlaten; tot het einde toe
de zbnen tartende, den o verbib venden opdra
gende de redenen voor zyne daad te zoeken.
Het stond van het eerste oogenblik bb Gerd
vast, dat alles zóó moest worden geregeld,
dat er, indien mogeiyk, nog eenig voordeel
uit deze erfenis voor Joséphine behaald werd.
Zbne altyd het beste hopende natuur prikkelde
hem; het was toch mogelyk, dat Thilo de
zaken niet goed had ingeziendat de toestand
niet zoo ongunstig wezen zou, of bb eene
voorzichtige en met beleid bestuurde regeling
zou de verkooping van het landgoed nog wel
een vyftig, of misschien bb een gunstigen
samenloop der dingen wel honderdduizend
mark opbrengen. Dit was voldoende om aan
Joséphine een onbezorgden ouden dag te kun
nen verschaffen; haar leven reeds nu veel
gemakkeiyker voor haar te maken.
Walburga viel hem met geene vragen lastig.
Zy kwamen thuis en Gerd ging dadeiyk
naar zbne kamer.
Het jonge meisje verzocht dezen avond bb
Gravin Fedora te mogen biyven; zb wae zoo
angstig alleen.
kant der Remonstrantsche gemeente te Rotter
dam"; onderaan: „Zbne vrienden". Aan het
hoofd van de twee pblers zbn de data van
geboorte en overiyden vermeld. Verder vormt
de deksteeo, die de twee pblers verbindt, den
voet eener bekroning van soberen omtrek.
Op deze bekroning zbn in bas relief de em
blemen van het godsdienstig leven aange
bracht: een opengeslagen Bbbel, gedekt deels
door een palmtak, deels door een anker,
terwyi oen kruis met eene ster zich aan de
bovenzyde verheft. Een toepasselyke tekst:
Philipp. IV6 en 7 een lievelingstekst van
den ontslapene is aan den voet der be
kroning gebeiteld.
Het geheel is zeer schoon, waardig den
man, voor wien wel het schoonste monument
staat opgericht in het hart zbner vele vrienden,
maar voor wiens betrekkingen en vrienden
het een weldadig gevoel is, dat nu ook do
plek, waar zbn stoffelyk overschot rust, de
herinnering bewaart van zbn veelbeteekenend
leven. (2V. R. G.)
Tot heden zbn van ruim 230 vereenigin-
gen adressen van instemming bb de Tweede
Kamer ingekomen ter ondersteuning van het
verzoekschrift van de hoofdbesturen van het
Alg. Ned. Werklieden Verbond, het Ned Werk
lieden-Verbond „Patrimonium" en denRoomsch-
Katholieken Volksbond in zake het benoemen
eener Staatscommissie, om te onderzoeken op
welke grondslagen en naar welke regelen eene
pensioenverzekering van werklieden behoort
te worden ingericht.
In de vereenigde vergadering van het
hoogheemraadschap Delfland is de begrooting
voor 1895 vastgesteld in ontvangst en uit
gaaf op ƒ441,304.60. Onder de uitgaven voor
nieuwe en buitengewone werken komt een
bedrag voor van ƒ160,000, voor den aanleg
van nieuwe werken tot verdediging van de
zeewering te Scheveningen. Deze nieuwe
werken zullen bestaan in den aanleg van drie
nieuwe strandhoofden.
Door de geneeskundige Staatscommissie
te Groningen is bevorderd tot arts de heer
A. Wior8ema, cand.-arts, geboren te Garnwerd.
Aldaar zbn voor apothekersbediende geslaagd
de dames A. M. H. Bleeker, C. M. J. E. Feitz,
beiden geboren te Groningen, en E. 0. Cretier,
geboren te Zaandam.
De 1ste luitenant J. C. A. Drabbe, van
het lste reg. veldartillerie, wordt met ingang
van 10 Dec. a. s. overgeplaatst bb het corps
rijdende artillerie.
Naar de „Tel." verneemt, bestaat bb het
dep. van oorlog het plan om de artillerie
inrichting te Delft eerlang ovor te plaatsen
□aar Amsterdam.
Door de Koninginnen i6 eene gift van ƒ100
geschonken ten bohoove van de weduwe K.
Ter Veen, wier man op noodlottige wbze het
leven in eene stoommachine verloor.
Te Sneek is tot leeraar in de plant- en
dierkunde aan het gymnasium benoemd dr.
A. C. Oudemans Jszn., directeur van het Zoölo-
gisch-Botanisch Genootschap te 's-Gravenhage.
In de vorige week overleed teNymegen
op 91 jarigen leeftyd de heor Van 't Lindenhout,
vader van den directeur der bekende Wees-
inrichting. Uit het woord, dat do zoon aan
den overledene wbdt, blykt dat deze een groot
aandeel heeft gehad in de geschiedenis der
stichting, al trad hb nooit op den voorgrond.
Zyn luk is op het weezenkerkhof bbgezet.
Naar de heer Van 't Lindenhout mededeelt,
hebben de weezen meer dan ƒ30,000 schade
geleden door hetgeen over de inrichting in
den laateten tyd geschreven werd; hb hoopt
dat de feestdagen in deze maand deze bres
in de kas zullen stoppen.
Het stoomschip „Bellerophon", van
Amsterdam en Liverpool naar Java, arriveerde
4 Dec. te Singapore; de „Prinses Marie", van
Batavia naar Amsterdam, passeerde 6 Dec.
Dungene8s; de „Veendam", van Rotterdam
naar Nieuw-York, passeerde 6 Dec. Lizard.
Bb koninkiyk besluit is benoemd tot lid
der commissie van toezicht op de Ryks-academie
van Beeldende Kunsten, mr. G. Van Tienhoven,
oud-minister van buitenl. zaken.
De officier van gezondheid lste kl. G. A. L.
Ferguson, chef van den militairen geneeskun
digen dienst in de kolonie Curasao, benoemd
tot officier in de orde van Oranje-Nassau.
Pensioen verleend aan: C. Wissels, wed J.
Butler, ryksveld wachter 2de kl., ƒ109; I.
Haselhoff, wed. H. Rebbers, commies lste kl.
bb 'sRbks bel., ƒ186; J. M. Van der Meulen,
wed. T. Van der Biezen, bewaarder 2de kl. in
de strafgevangenis te N.-A., ƒ169; E. M.
In 't Veld, wed. G. B. De Jong, inspecteur
der rbksveldwachtt ƒ300; J. Bongaards, wed.
C. J. Van Doesburg, postbode, ƒ225; A. Rot-
mans, wed. L. A. Van den Heuvel, sluis
wachter aan de schutsluis op het Merwede
kanaal te Nichtevecht, ƒ425; de kinderen van
wblen den commies 2de kl. bb '6 Ryks bel.
S. Van Velsen, ƒ168; M. Th. Adama, weduwe
van den gewezen visiteur 2de kl. bb 's Ryks
bel. E. Dambrink, ƒ61; G. Van Diesen, hoofd
inspecteur van den rijkswaterstaat, ƒ3000;
D. Visser, yker, ƒ1600; A. J. Joa, hulphaven
meester, ƒ13; D. Van der Werf, opzichter van
don rbkswaterstaat lste kl., ƒ1022; A. J. H.
Bauer, idem, 930 'sjaars.
TWEEDE KAMER.
In de avondzitting van gisteren, Donderdag,
ia het algemeen debat over de Staatsbegroo-
ting voortgezet.
De heer Rutgers van Rozenburg behandelde
nader de wanordelykheden bb de jongste
werkstakingen te Amsterdam. Schandelyke
tooneelen zeide hb worden gepleegd, straat
roof, vernieling van broodkarren, afranseling
van arbeiders, die wilden doorwerken. Gaat
het zoo voort, dan zal de burgerb op zelfver
dediging moeten bedacht wezen. Hb ver
wachtte geen heil van politiemaatregelen,
maar van wbziging van art. 284 Strafwet
boek, zóó, dat belemmering der vrbheid een
delict werd en geweldpleging een middel tot
het plegen daarvan Hy beval dit aan de
Regeering aan.
De heer Veegens bleef volhouden dat uit
de ontbindingsstukken geen onpartydig oordeel
te verkrygen is over de ontbinding en leidt
uit de verklaringen der Rog. af, dat van haar
buiten het kiesrecht goene belangrijke hervor
mingen zyn te wachten. Hy juicht overigens
toe, dat de Kamer nog in dit zittingjaar de
kieswet in behandeling zal kunnen nemen.
Hy constateert dat de minister van financien
weinig succes heeft gehad van zbn aandrang
by zbne ambtgenooten op bezuiniging, maar
spr. rekent op 's Ministers steun by verdere
pogingen tot bezuiniging vanwege de Kamer.
De heer De Savornin Lokman houdt vol dat
het land niet door de kiezers moot worden
geregeerd en eene Regeering zich niet door
de kiezers moet laten leiden. De zelfstandig
heid en de vryheid der Kamer heeft hy overi
gens niet betwist.
Verder houdt hy vol, dat do minister Tak
de constitutioneele bezwaren tegen zbne kies
wet niet had mogen verzwbgen aan de
Koningin. Overigens betoogt hy dat het Ned.
volk geene gehoorzaamheid schuldig is aan de
Grondwet, maar wel aan den Koning, dio by
de uitoefening van zbn gezag gebonden is aan
de Grondwet.
Hy berust in de verzekering van den min.
van oorlog, dat het leger alleszins bruikbaar
is, mits goed gewapend, en hy zal nu ook voor
de uitgaven voor nieuwe geweren stemmen
De heer Heldt biyft Staatszorg voor pension-
neering van werklieden noodig achten, omdat
de particuliere verzekering eischt dat de werk
man bb denzelfdon patroon biyve. Hy wenscht
alleen verzekering van werklieden voor go-
vallen van ouderdom en invaliditeit. De lyf-r
renteverzekering, die de Regeering beoogt, is
onvoldoende. Hy dringt nader aan op instel
ling van eene Staatscommissie.
Nadat de heer Fumcombe Sanders opgeko»
men is tegen de langdurigheid der algemeene
beschouwingen, die het controle-recht der
Kamer op de begrootingen illusoir maakt, en
de heer Zyjlma later by de motio over de
tariefquaestie hoopte to repliceeren, consta
teerde de heer Kcrdvjk dat nog niet duideiyk
is geworden waar wy heengaan met onze
financiën ten aanzien van de uitgaven voor
zee- en landmacht. Het verwonderde hem dat
de Reg. beweort. dat onze verdediging zich
moet bepalen tot handhaving onzer neutrali
teit en de min. van oorlog toch 12 ton aan
vraagt voor vestingwerken.
Spr. heeft voornameiyk bezwaar tegen do
doode weermiddelen.
De heer Rarte bepleitte nader de verplichte
verzekering van werklieden.
De heer Staalman hield vol, dat by deze
Regeering gebrek aan ernst bestaat ten aanzien
van den nood der tyden en den toestand des
lands. Do nieuwe geweron achtte by onnoodig
om het leger zyne taak te laten volbrengen.
Hy houdt zyne bezwaren vol en betreurt dat
de minister van finanoiön de bedenkingen tegen
het finantiöel beleid beantwoordde met eeno
rede, die den lachlust opwekte.
De heer Tak van Poortvliet ontkent dat do
vorige Regeering de zaak der pensionneering
van werklieden reeds had voorbereid, biyft
de meening bestrijden dat aan do Regentoa
de ontbinding i.s voorgesteld als voorwaarde
voor kabinetsformatie on houdt vol datdeKroou
is gehouden buiten den politieken strijd. Na
hetgeen hy op 8 Maart gezegd had, behoefde
Fedora wiet reeds wat er op Zembowitsch
gebeurd was en van verbazing had zy nog
niet tot schreien kunnen komen. Zoo iets
buitengewoons herinnerde zb zich niet te
hebben beleefd sedert veertig jaren geleden
haar man op de jacht doodgeschoten was.
En, waarschyniyk om zich niet door de daad
van Thilo tot eene ongezonde ontroering te
laten verleiden, verhaalde zy Walburga alles
van die jacht, tot in de kleinste byzonder-
hedende naam van geen der gasten, ook niet
de 8pbslbst by dien maaltyd, werd vergeten.
En Gerd zat op zyne kamer te schryven.
Nog dienzelfdon avond wilde hy een telegram
gereedmaken, dat den volgenden morgen,
zoo vroeg mogeiyk, kon worden overgeseind.
Hiervoor schreef hy tot viorvyfmaal toe
een kladje, dat telkens werd afgekeurd, tot
hy zich eindeiyk by dit vry uitvoerig gestelde
stuk bepaalde:
„Aan Joséphine SteinerI Uw neef Thilo
is plotseling overledenzend mb per omgaande
eene gerechteiyk geteekende volmacht, waar
door ik voor uwe rechten kan optreden. Mi3
schien zal eene weigering tot het aanvaarden
der erfenis noodig zyn. Kan je zelf overkomen
Diep ontroerd. Gerd."
Dit was duideiyk. Hy wist, dat Joséphine
geene hoop koesterde op eenig bezit van die
zyde; daarvoor was zy te goed op de hoogte
van den finantiéelen toestand op Zembowitsch.
De volgende dag, nadat Gerd evenmin als
Walburga dién nacht veel had kunnen slapen,
was voor iedereen zeer lang en zeer droevig.
Gerd arbeidde tot laat op den avond, daar
ginds op Zembowitsch, ea kwam toen dood
moe en bleek thuis. Walburga had, onder
den indruk van verlaten te zyn, treurig door
het park gedwaald. Zy had er niet toe kunnen
komen iets te gaan uitvoeren. Een hartver
scheurend verlangen naar hare ouders pynigde
haar. Hoe gaarne zou zy aan de borst barer
lieve moeder harteiyk hebben willen uit
schreien! Zy schreef een zeer langen brief
naar huis, die zich hoofdzakeiyk om deze drie
vragen draaide:
„Had ik hem moeten aannemen om hem
te redden? Heb ik hem, indirect, maar toch
tot dio vreeseiyke daad aanleiding gegeven?
Zou hy my waariyk en ernstig hebben bemind
Gerd had evenmin tot dusver een antwoord
op die vragen gevonden. Wel was hy er van
overtuigd geworden, dat Thilo Walburga ter
wille van zyn kapitaal ten huwelyk had ge
vraagd; want in do schryftafel van zyn neef
had hy minnebrieven uit de residentie, voor
zien met zeer jonge dagteekening, gevonden.
Gerd wierp deze alle in bet vuur. Hy wilde
niet weten van wie ze kwamen of wat ze
behelsden. Zoodra hy datum en begin gelezea
had, wist hy genoeg. Maar door die ontdek
king aan Walburga mede te deelen, het
meisje diep te vernederen, hiertoe gevoelde
hy zich niet in staat.
De tweede dag brak aan en hy bracht
licht mede.
Juist toen Gerd weder naar Zembowitsch
wilde ryden, kwam er een telegram van
Joséphine als antwoord:
„Overmorgen is myne volmacht in uwe
handen. Ik kan niet komen. Groet myn kind.
Ik dank u. Joséphine."
Dit moest hy Walburga gaan vertellen en
met haar te zamen den groet harer moedor
lezen, die, hoe kort ook, toch van groote
waardo was, als getuigenis van haar wèlzyn.
Maar Walburga was nog niet op. Dus
wachtte de trouwe vriend geduldig op zyne
lieveling en stelde hy zyn vertrek naar Zem
bowitsch uit, tot hy haar zou hebben
gesproken.
Het was nog niet veel over halfnogon
toen een ratelende, kleine mandewagen, eet»
van die rytuigjes, die gewooniyk door paar-
denkooper8 en rentmeesters buiten gebruik!
worden, de groote laan van Rakitsch kwam
inzwaaien en voor de stoep van het heeren
huis stilhield.
Het paard van Gerd werd door een stal
jongen, wachtend, op en neer geleid; do
vraag naar zyn meester beantwoordde de
knaap volgens de waarheid. Nu klauterde de
nieuw aangekomene van zyn rytuigje en sloeg
zorgvuldig het stof van zyne jas eer hy do
stoep opliep.
„Mynheer de Graaf in eigen persoon?"
vroeg hy, Gerd op den drempel der vestibulo
tegenkomende.
Gerd nam den kleinen man met het geruito
hoofddeksel en den gryzen ulster een weinig
van uit de hoogte op en antwoordde:
„Dat ben ik. Maar laat my u verzoeken, do
zaken met myn rentmeester te behandelen."
(Wordt vervolgd.)