I Van politiek gewicht is deze nederlaag niet, maar des te meer is dat het uitblijven der 'koninklijke sanctie op de kerkelijke politieke wetten. Belffia. Er heeft in de nabijheid van Brugge een tweegevecht plaats gehad tuaschen twee officieren, waarvan de één ernstige wonden bekwam. Wat het schandaal vergroot, zegt de „Patrie," is dat, naar men beweert, de eereraad" het tweegevecht zou opgelegd hebben en dat, terwijl elkeen er van onder richt was, het gerecht geene moeite heeft gedaan om de wetsovertreders op heeterdaad te betrappen. Omtrent de ramp te Caulille wordt nog het volgende gemeld: De ontploffing is ont staan door het springen van eene pers, waar mede kruit wordt samengeperst. Het gebouw, waarin deze pers stond, is met vier kruit molens, twee salpetermolens en het dak van het machinegebouw geheel vernield. Drie per sonen werden gsdood en de lyken by ge deelten teruggevonden. Van onder het puin moest men twee personen opdelven, die zware erwondingen bekomen hadden. In het geheel zyn er 20 gewonden, waarbij echter geen evensgevaarlijk. De schok, door de ontploffing ontstaan, werd op twee uren afstand van de laats des onh6ils gevoeld. De fabriek kan blijven doorwerken. De Kamer heeft met 79 stemmen tegen 41 het voorstel verworpen om bet ontwerp in overweging te nemen, waarbij amnestie verleend wordt aan personen, die wegens onlusten of werkstakingen veroordeeld zijn. Oostearijk-Houg.-Moaarohle. De regeering (van Hongarije heeft eene nederlaag geleden in de Kamer, die mot twee stemmen meerderheid zich verklaarde tegen ©en subsidie aan een schouwburg, waar ook in de Duitsehe taal zou worden gespeeld. De oppositie was voltallig opgekomen en zoo werd bij verrassing het ontwerp verworpen. Verleden week Maandag bracht de minister president Weckerló uit Weenen de belofte mede, dat die sanctie binnen eenige dagen zou worden verleend, en dat dit nog niet is geschied, wekt ernstige ongerustheid. Een blad der oppo- Isitie schrijft, dat Kalnoky zich den ex-koning Milan ten voorbeeld stelt en revolutién van boven, als in Servië, voorbereidt. Doch zoo ^iets is in Hongarije onmogelijk. Het schijnt dat men te Weenen het kabinet tot aftreden wil dwingen en tevens de liberale party zoo gedwee maken, dat zij een minister president naar den smaak der Weener hof partij aanneemt. Vooreerst schijnt hierop wei nig kans te zijn, want do Hongaarsche liberale party versterkt hare organisatie om nog krach tiger hare beginselen te verdedigen. China out Japan. Volgens berichten uit Washington heeft de Amerikaansche gezant te Tokio geseind, dat de Japanscke regoering aan de Chineesche heeft laten weten, dat Japan China's vredes voorstellen alleen overwegen wil, als zij" rechtstreeks door een te Peking gevolmachtigde overgebracht worden. I Volgens telegrammen aan de „New-York jperald" heeft de ióneming van Port-Arthur te Peking ontsteltenis teweeggebracht, 's Kei zers toorn was groot. Z. M. heeft een paar hofdames in de gevangenis laten zetten, omdat zy zich mot politiek afgaven. De keizer be schuldigt al zyne ministers van onbekwaam heid en verraad. De Japanners te Port Arthur ;_moeten de leden van het „Roode Kruis" slecht lehandeld hebben. Zoo zouden zy Chineesche :ewonden niet mogen vervoeren, omdat het y'g8gevangonen waren. KOLONIËN. BATAVIA, 3 6 Novomber. De Lombok-expeditie. De particuliere correspondent van het „Bat. Nieuwsblad" schrijft o. a. dd. 29 October: Het is inderdaad opmerkelijk, dat de mindere militairen zulke belangrijke sommen gelds per postwissel aan hunne respectieve dulcinea's overmaken; er zijn er, die ten naastenbij duizend gulden per maand verzenden, als opbrengst der hazardspelen, waaraan hier te Ampenan veel geofferd wordt. Ook moet menig een te Mataram voorwerpen van waarde ge rampast of een buidel geld gevonden hebben, (ja, zelfs beweert men, dat er op Java dames Sijn, die aldus veroverde kostbare armbanden, orringen, zjjden sarongs, enz. ten geschenke ntvingen. Naar mijne meening zfln deze voorwerpen fciteigk het eigendom van don staat en is giet dus niet geoorloofd ze voor eigen ge- Bruik te bestemmen of op andere wjjze te krmexeeren, doch men brengt hiertegen in, dat onze staf de Sasaks geheel en al vrjj Iaat in het rooven en plunderen en dat wjj dus Iveneens mogen handelen. Tegen deze rede- peering kan ik niet veel inbrengen, te meer, omdat men deozelfden Sasaks geheel vrjj spel heelt gegeven in de Poerie van den kroon prins Ketoet, die vele voorwerpen van kunst en geldswaardo bevatte, maar toch acht ik het beter om dat rooven, niettegenstaande h.t gouvernement nut, doet om onze bekende lenarde ftnanliêeU positie te i rbeieren, maar kan de heeren Sasaks over te laten. 1 Ir.tusschen nadert het nieuwo bivak te K itan met zeer langzame schreden zyne vol- fcoiing. De reden hiervan is, dat men dien ■rbeid op zeer stelsellooss wjjza h eft ingezet; ji':heeft er tal van militairen en koelies Beengezonden en eenvoudig gezegd- kon Joomen' m piaats van eerst de door de barakken in te nemen ruimten te bepalen en daarna alleen de boomen te laten vellen, die den aanbouw in den weg stonden. Daar het terrein te Kapitan zwaar begroeid was en vele dikke boomen droeg, is er zeer veel overbodige arbeid verricht; ook hoeft men onbegrypelykerwyze de boomen eerst op zk. 1 M. boven den grond doorgekapt, om daarna de overgebleven stukken weer opnieuw weg te kappen, zoodat dus elke boom, bywflze van spreken, tweemalen is geveld. Slim was deze wyze van handelen niet en evenmin verstandig, daar eensdeels eene spoedige vol tooiing van het nieuwe bivak zeer noodig is en anderdeels niet gespeeld mag worden met bet arbeidsvermogen van troepen, die zulk eene zware taak te vervullen hebben. Het aantal Sasaksche koelies, dat xich voor den arbeid beschikbaar stelt, wordt met den dag grooter; daar, waar grondverzet noodig is, zyn zy zeer goed te gebruiken, en daarom profiteert do genie er van by het aanleggen van wegen en aarden borstweringen. Met de ijzeren brug over den Djankok vordert men langzaam. Het is te hopen, dat or voorloopig geene bandjirs komen opzetten, aangezien de noodbrug dan wederom zou bezwyken en het overbrengen van troepen weer bezwaarlyk of onmogelyk worden zou. Gelukkig viel er in de laatste dagen weer minder regen, zoodat het aantal kwartierziekeD, dat eerst belang ryk toenam, thans weder aanmerkelyk afge nomen is. Heb ik vroeger reeds met lof over onze doctoren gesproken, gaarne herhaal ik dit nogmaals, maar het is helaas een feit, dat hun niet in alle opzichten de middelen ten dienste staan, waarover zy behooren te be schikken. Zoo laat onder anderen de inrichting van het logies der zieke officieren nog altyd veel te wenschen over. Wel liggen zy nu niet meer tusschen de minderen, maar zy moeten zich toch behelpen met naast elkaar geplaatste slaaptafols met bultzakken, opgesteld in eene warme „zaal", die alles ontbeert, wat de ge zelligheid bevorderen en afleiding verschaffen kan. Zoo ligt daar byv. de zwaar gewonde, langzaam achteruitgaande luitenant Broekman, die toch zeker wel een beter plaatsje waard is. Ik hoop van harte voor hem en menig ander, dat men zich ten spoedigste beijveren zal om de op het oorlogsveld gewonde of ziek geworden officieren, wat het logies be treft, datgene te verschaffen, wat men al ware het alleen maar fatsoenshalve verplicht is hun toe te kennen. Het doet ons genoegen, dat onze opperbevelhebber den armen Broek man met een bezoek heeft vereerd en hem, naar aanleiding van de ingekomen gevechts rapporten, schoon© verwachtingen heeft voor gespiegeld. Indien het legerbestuur van oordeel is, dat deze officier het ridderkruis verdiend heeft, hoop ik, dat zulks per telegram ter kennis van H. M. de Koningin-Regentes moge worden gebracht, aangezien de toestand van den gewonde met den dag ernstiger wordt. De heer Verhagen, kapitein der Schuttery, afgevaardigde van het Roode Kruis, die ons reed8 vroeger een bezoek bracht, is, wederom tegeiyk met onzen nieuwen dominee, die mede als vertegenwoordiger dier instelling op treedt te Ampenan gearriveerd, ditmaal vergezeld van een drietal jongelieden, die zich aan den dienst dier liefdadige instelling hebben gewyd. Dat er eindeiyk weer een dominee is gearri veerd, doet ons veel genoegen. De overige titularis had door den overweldigenden indruk van het verraad zoodanig geleden, dat hy het niet meer te Lombok kon volhouden, en gaat, zooals men my mededeelde, dientengevolge naar Nederland. In tusschen waren de protes tanten hier verstoken van een dominee, hetgeen vooral een deel der Amboineezen zeer hinderde. Nu in deze belangryke leemte voorzien is, mogen we verwachten, dat er by de eerst volgende gevechten ook een protestantsch gees- telyke aanwezig zal zyn, om den stervenden de laatste hulp te verleenen. Ook geloof ik, dat het de plicht is van de autoriteiten, om aan het verlangen van vele protestanten te voldoen en een behoorlijk lokaal tot kerk aan te wjjzen. Geloovigon hebben in ernstige tyden behoefte aan eene kerk. Terwyi ik deze beschouwingen ten beste geef, hoor ik in de verte de kanon- en mor tierschoten weerklinken van onze uiterste posten Padjang (Mataram-Oost), Karang Bedil (Mataram-Zuid) en Pagasangan Oost- Aldus wordt de bevolking van Tjakra-Negara telkens op blikjes volk8spös onthaald. Indien men my echter vraagt of ik veel verwachting heb van de uitwerking der artillerie, dan geef ik een ontkennend antwoord. De marine, die een duchtig woordje meesprak by het bom bardement van Mataram, zwygt, dewyi alleen de „Sumatra" Tjakra zou kunnen bereiken en zulks niet kan doeü, zonder onze dicht by die plaats gelegen forten bloot te stellen aan het gevaar, dat voortvloeien kan uit het slingeren van het schip. YV ©I is er weer een nieuwe 12 c.M. aangekomen, maar in bet wezen der zaak kunnen we het groote Tjakra niet zoo krachtig beschieten als het veel kleinere Mataram, terwyi het bovendien minder prettig is, dat we slechts over een beperkten voorraad munitie kunnen beschikken. En wat heeft het bombardement van Mataram uitge werkt? Reeds heb ik daaromtrent hot noodige aan myne lezers medegedeeld. Echter meene men niet, dat ik onzo yverige artillerie, by de zware inspanning, die men van haar vor dert, misken. Het biyft een feit, dat zy de binnenruimte van Tjakra ernstig onveilig maakt ©d, zoo zy gelukkig schiet (waarnemen is zoo goed als onloenlyk) den toestand aldaar zelfs on. houdbaar zou kunnen maken. Echter beschikt zy over te weinig geschut, om zulk een krachtig succes met grond to mogen verwachten en zou zy daartoe ook met betere werpvuur monden moeten kunnen optreden. Ongetwyfeld zal deze expeditie wel tot het inzicht leiden, dat we eer uitbreiding en verbetering onzer flinke vesting-artillerie dan hare afschaffing behoeven. De spionnen zeggen dat vele Baliërs zich buiten Tjakra ophouden, om zich van aanraking met onze bommen en granaten te onthouden. Het in den noordoosthoek van Mataram ge legen Mondjok houden zy nog bezet, waar- echyniyk om den noordeiyken terug toch ts weg vry te houden, terwyi zy zich ook in de richting van de ten zuiden van Tjakra aan wezige kampongs verplaatsen en tegen de aldaar wonende Sasaks optreden om een zuidelijken uitweg te bezitten. Verkenningen naar Taman-Radja, door kapitein Matthes, on naar Rembega, door overste Frackers, leiden niet tot eene ontmoeting met den vyand, die zich maar altyd tot de passieve verdediging schynt te willen blyven bepalen en, evenals te Mataram, een somber stilzwygen in acht neemt. Troepen, die zich in de onmiddeliyke nabyheid van Tjakra's westeiyken muur be wogen, liet hy zelfs ongemoeid. By wyze van aardigheid wordt hier verteld, dat de oude Radja een Rus, een berucht Atjehsch geweren- smokkelaar, met 6000 dollars naar Singapore heeft gezonden, ten einde aan H. M. de Koningin Regentes te telegrapheeren, dat hy niet begrypt waarom Haar Generaal hem maar voortdurend blyft bombardeeren, niettegenstaande hy tel kens do Nederlandsche vlag boven Tjakra laat wapperen. Een andere canard meldt, dat een granaat in de poerie is gedrongen en vlak achter den vorst neerviel, doch niet sprong, zoodat de doove oude man er niets van merkte. Het ware te wenschen, dat een onzer bommen of granaten hem by toeval naar de maan hielp 1 Inmiddels komt uit Bali het gerucht tot ons, dat de onderdanen van Djilantik boos zyn op hun heer en meester, omdat hy den ouden vorst in den steek heeft gelaten. Zy vonden, dat hy op Lombok had moeten blyven om een handje te helpen en zyn nu onrustig, zóó onrustig zelfs, dat er een oorlogsschip der waarts is gezonden om die onrust te bezweren. Als men weet, hoe uitgeslapen Djilantik is en hoe hy er den slag van heeft om zyne luitjes om den tuin te leiden en aan het lyntje te houden, dan beseft men, dat er van ernstig gemeend verzet wel geen sprake zal zyn, maar dat men veeleer denken moet aan een akal van don siuwen Goestie, waardoor hy nog duidelijker wil doen uitkomen, hoe goed hy het met ons meent, ja, zóó goed zelfs, dat hy ons trouw Dlyft, niettegenstaande den drang van geheel zyn volk! 9e colonne B|JleveI#. Uit ingewonnen berichten is thans gebleken hoe de aanval op deze colonne, die den 26sten Augustus jl. van Soekarara terugkeerde, zich toedroeg. Anak Agoeng, gedeh Djilantik, neef van zyn naamgenoot, kwam met 500 man te Glogor aan, dat een paar uren bezuiden Tjakra ligt. De genoemde Anak-Agoeng maakte het Sasaksch hoofd wys, dat hy alleen maar met de „komponio" wilde spreken, maar bezette inmiddels den missigit en liet schietgaten in de muren boren. Toen de Sasaks begrepen dat er gevochten moest worden, namen velen hunner de vlucht, maar enkelen bleven in hun woningen. De toeleg der Baliërs mislukte echter, door onzen aanval op den missigit en liet hevig vuur onzer troepen; nog vóór dat zy gelegenheid hadden om hun verrader- lyk vuur uit de schietgaten langs den weg te openen, moesten zy met een verlies van 14 dooden en 38 gewonden terugtrekken. Onzerzyds werd by deze gelegenheid overste Byievelt door een der eerste schoten zwaar gewond en sneuvelden de 2de luitenant Mus- quetier en één Europeesch fuselier. Door de zware verliezen, die de vyand hier leed, durfde hy de colonne niet meer in den rug be stoken, toen deze over de Babak trok. Het succes was hier dus volkomen. Wat betreft de aanhaling door de marine van een met zout geladen prauw, bestemd voor den vorst van Lombok en afkomstig van Karang-Asem, is van daar nog het vol gende bericht ontvangen: „Men beweert dat er in een prauw met zout, die, zonder pas van Karang-Asem naar Lombok zeilende, door de marine achterhaald werd, brieven van Djilantik gevonden zyn. In elk geval is ge bleken dat de Baliërs behoefte hebben aan zout." Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Oepartement Gesteld: Ter beschikking van den voorzitter van den landraad der stad en voorsteden van Batavia, ten einde te worden be last met griffierswerkzaarnbeden bij die recht bank, de ambtenaar voor do rechterlijke macht Mr. N. Dirkzwager. Ontslagen Eervol uit 'slands dienst, de ge wezen klerk op het residentie-kantoor le Sema- rang P. A. Bastiaans. Machtiging verleend. Tot uitreiking aan W. J. Van Gorkom, arts, eener akte van toelating tot uitoefening der genees-, heel-en verloskundige praktijk in Nederlandsch-Indië. Bij het Binnen). Bestuur o Java en Madoera. Benoemd: Tol controleur der 1ste kl. H. F. D. Hckmeijer, ambtenaar op non-activiteit, laatste lijk die betrekking bekleed hebbende, met bepa ling dat hij geplaatst wordtin de residentie Tega). Benoemd; .Met ingang van 5 November 1894 tot lid van den Hand van Justitie te Batavia, de voorzitter van de landraden te Pekalongan en Batang iPekalongan) Mr. B. Nijman; tot voor zitter van de landraden te Pekalongan en Batang, de ambtenaar op non-activiteit Mr. J. Koudun. laatstelijk substituut-officier van Justitie bij den Raad van Justitie te Batavia. Bij het Binnen 1 Bestuur op Java en Madoera. Benoemd: Tot contr. lste kl. M. .T. A. Krnse- man, ambtenaar op non-act,, laatstelijk die betrek king bekleed hebbende, met bepaling dat hij wordt geplaatst in de residentie Kedoe. V e rlo en deen jaar verlof naar Europa, wegens langdurigen dienst, aan den onderwijzer der 2de kl. bij bet openbaar lagèr onderwijs voor Europea nen en met dezen gelijkgestclden L. De Pagter. Benoemd: tot adspirant-ingenieur bij den Wa terstaat en 's Lands Burgerlijke Openbare Werken J. II. Thai Larsen, daartoe gesteld ter bescnik- king van den Gouverneur-Generaal van Ned»r- landsch-Indië. Departement van Oorlog. Geplaatst: Bij aan komst bij het 2de bat. inf. de Kap. W. Hamerster, van verlof uit Nederland verwacht wordende. Ingetrokken: De plaatsing bij de 5do afdee- ling van het depart, en overgeplaatst bij de expe- ditionnaire troepen op Lombok, ter beschikking van den intendant aldaar de late luit. kwartier meester I. J. A. Molenaar. Overgeplaatst; Naar Atjeh ter beschikking van den intendant aid aai-, de 2de luit. kwartier meester te Padaug M. W. 'Scheltema; bij het corps genietroepen to Malang de luit. der genie te Padang F. Raaijmakers. Ontslagen: Op verzoek eervol uit Hr. Ms. mil. dienst, met ingang vau 2 December 1894 wegens volbrachten diensttijd, met behoud van recht op pensioen, de magazijnmeester der lste kl. (kap.) bij de Militaire Administratie J. C. P. H. Wilderink. Overgeplaatst: Als chef der expeditionnaire genie op Lombok de kap. der genie te Bandjer- massin, G. J. Cassa. bij de G. C. der Lampong- sche districten de 2de luit. der inf. bij het 17de bat. L. Swartjes. Ingetrokken: De overplaatsing bij de G. C. der Lampongscho districten yan den 2don luit. der inf. bij het 17de bat. W. A. J. Nieuwenhuijzen. TWEEDE EASIER. Zitting van heden. (Per telegraaf.) 'By de voortzetting van de beraadslaging over de Staatsbegrooting voor 1895 kwam heden de Regeering aan het woord, het eerst by monde van den heer Boëll, minister van buitenlandsche zaken. Zynerzyds deed 'them genoegen de kennismaking der Regeering met deze uit de jongste verkiezingen voortgesproten Kamer en betuigde hy haren dank voor den van vsrschiliende zyden toegezegden steun en aangeboden medewerking. Verder ging hy over tot het schetsen der algemeene gedragslyn door het Kabinet te volgen, de beantwoording van byzondere en technische punten overlatende aan de daarvoor aangewezen ambtgenooten en zich onthoudende van critiek op het verleden©. Wat het heden betrof, mocht geconstateerd worden de wel willende gezindheid der Kamer over het op treden van het Kabinet, voortgekomen uit de meening der natie dat het vorige ministerie ten aanzien van het kiesrecht niet den juisten weg insloeg. Na aldus te hebben aangetoond dat het optreden van dit Kabinet werd ge rechtvaardigd, verdedigde de minister de wyze van samenstelling van het ministerie, dat, gelyk ieder erkent, geen coalitie-ministerie kon zyn. Dit ministerie is saamgebracht door een politieke formule tot afdoening van enkelo bepaalde hervormingen: kiesrecht, herziening der personeele belasting en regeling der gemeente-financiën, waaromtrent het geheele Kabinet eenstemmig is. Voorstellen, waarover in het ministerie verschil van staatkundige meening beataat, zullen achterwege blyven. In de openbaarmaking der ontbindingsetukken lag geen onbescheidenheid tegenover de Kroon. In 1882 had de heer Tak zelis zyn onder houd met wyien den Koning te Frankfort over grondwetsherziening hier in deze Kamer in byzonderheden openbaar gemaakt. Trouwens voorstanders der vorige Regee ring hehben mede op openbaarmaking aange drongen. Overigens zal de Regeering in 's lands belang doen wat zy noodig acht, onafhankeiyk van kiezers-overwegingen, waarmede te rekenen trouwens inconstitutioneel ware. Zy zal alles vermyden wat botsing kan uitlokken met de Kamer waardoor do kiesrechtregeling gevaar kan loopen en verzoekt in deze de vervulling harer toezeggingen af te wachten. Op grond der verklaringen der handelsorganen verde digde de minister de medodeeling in de troon rede, dat de toestand van handel en ntiverheid niet onbevredigend is. Aan de regeling der gemeente-financiën wordt ernstig gearbeid, zoodat in den loop van 1895 een voorstel is te wachten. Eerst moeten echter de denkbeelden der Regeeiing omtrent het personeel vaststaan. De minister bleef de hoop koesteren, dat de Kamer nog in den loop van het zittingjaar de kiesrecht uitbreiding zou kunnen behandelen. En of schoon zich bet niet gepast achtende den inhoud van nog niet ingediende wetsvoorstellen vooraf bekend te maken, zeide hy eebtor dat de Regeering alleen een kiesrechtregeling zal maken die is nationaal en niet in stryd met de Grondwet. Ten aanzien van de sociale quaestie zag de Minister in arbeidskamer een grondslag voor sociale hervormingen. In het algemeen moet voorzichtigheid betracht, ten einde geene ydele verwachtingen op te wekken en te zorgen dat de maat regelen niet nadeelig zyn voor de werklieden. Ten opzichte van de verzekering der werk lieden tegen ongelukken en voor pensioen, wees de Minister op de moeilykheid van het vinden van een rechtsgrond voor die maat regelen en op het grooto verschil, dat nog bestaat over de wenschelykheid van staats verzekering, die bovendien op den Staat een enormen geldenlast zou leggen, blykens de onderzoekingen op dat punt in het buiten land. Do Reg. bleef daarom liever vasthouden aan de ïyfrenten-verzekering, voorbereid door de vorige Regeering na onderzoek. Eene staats commissie voor de verzekerings quaestie is dus niet noodig. Wat de defensie betreft, werd vooropgesteld dat de begrootingen voor oorlog en marine 7 ton minder zyn geraamd, terwyl do Min. verder deed uitkomen dat de tegenwoordige Reg. in zake het geweervraagstuk slechts volede het voetspoor der afgetredene. Overi gens moet ons verdedigingsstelsel voldoen aan de eischen eener volstrekte neutraliteit, die handhaving van een veldleger vordert, wes halve ook de Min. niet is voor een zeer groot verdedigingsstelsel. Betere bewapening blyft echter dringend noodig. De Min. waarschuwde ernstig tegen de alles of niets doen theorie met betrekking tot de verdediging des lands. Eindelyk opperde de minister verschillende bedenkingen tegen tariefsherziening in protec- tionnistischen zin ter bescherming van land bouw en nijverheid en wees hy op de nadeelen van verhooging der broodpryzen, ten gevolge van graanrechten, voor de arbeidersgezinnen. Hierby gaf hy tevens to kennen, dat eon. onderzoek naar het gebeurde by do bakkers werkstaking te Amsterdam, zeker moet plaats hebben. De Regeering zeide de heer Röell ten slotte wil eene oprechte staatkunde en deed een beroep op het vriendschappeiyk overleg met de Kamer ter bevordering van 's lands belang, waaraan zy al hare krachten naar lichaam en geest voortdurend zou wyden. De minister van justitie protesteerde tegen een inquisitoriaal onderzoek, van den heer Heemskerk, naar het godsdienstig geloof. Hij verklaarde dat de politie te Amsterdam by de werkstaking deed wat mogeiyk was, al kon zy onmogelyk alles voorzien of beletten. Ware de staking voortgezet, de militaire macht zou hare hulp hebbon verleend. De minister van binnenlandsche zaken ver dedigde zyn optreden. Hy heeft niets prys- gegeven van zyne beginselen, maar meent dat allereerst Kiesrecht en gemeente-financiën moeten worden geregeld. Eene verlenging van termynen der Schoolwet is by den Raad van State in onderzoek. De minister van financiën constateerde dat de tyd nog niet gekomen is voor eene muntunie. Nadat de minister van financiën krachtig had verdedigd het betuigelen van onregelmatig heden in de oorlogsuitgaven, verzekerde de minister van oorlog pertinent dat ons leger van goed gehalte is en in staat om den vyand weerstand te bieden. In de heden te houden avondzitting voort zetting. Telegrammen. KOPENHAGEN, 5 December. De minister van justitie heeft heden een decreet uitge vaardigd, dat terstond in werking zal treden, waarby alle maatregelen tot beperking van den invoer uit Nederland naar aanleiding van daar heerschende besmettelijke ziekten worden opgeheven. NIEUW-YORK, 5 December. (A. H.) Men acht het onwaarschynlyk, dat, tijdens deze zitting van het Congres, een wetsontwerp op den muntomloop in de Yereenigde Staten in behandeling zal komen. GIBRALTAR, 6 December. De quarantaine voor waren uit Amsterdam is afgeschaft. LEIDEN, 6 December. Blykens het dezer dagen verschenen „Jaar boekje voor het Notarisambt" zyn, tusschen 1 November 1893 en 1 Novomber 1894, tot notaris in Nederland benoemd 26 candidaat- notarissen en bloven op laatstgenoemden datum nog aanwezig 1122 candidaat-notaris- son, waarvan 258 uit de vyf laatste en 269 uit do daaraan voorafgaande vyf jaren, ter wyl het maximum van het getal notarissen thans 921 is. Het stoomschip „Burgemeest- r Don Tex," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 6 Dec. te Port Said; de „Yeendam," van Rot terdam naar Nieuw-York, vertrok 5 Dec. van Boulogne sur Mer. CORRESPONDENTIE. Een paar ingezon den stukken moesten tot een volgend nom- mer blyvon liggen. Il iigcrlijke Staii'l van Leiden, van 29 Nov. tot en met 5 Dec. BEVALLEN: S. E. A. Kuhne geb. Schenk Z.- M. Sikking geb. v. Schoot en Z. C. M. Tejjken geb. v. Deodekom 2 1). M. C Kramp geb. Hoppever I). - S. Iiombout geb. v. Vliet Z. M. Blom geb. Koster 1». M. M. Speet geb. Do Vrind Z. A. M. Poptio gob. Mot/. D - W. Kraneveld gel» v. cl. Burg D. B v. Straten gob v. Lint V. C. Vieudio geb. Rainak l> W. M. Stakenburg geb v. Ark - C. Visser geb. Kapaan D. J. Schipper -eb. I'ol 1). I. F. Voerman geb. Bleiji 1». J. V..n Bnugon geb. v. Rijn 1>. M. M v d. Steci go An go. i oen Z. J. 13. v. Nood gel», v. ».l. Brom M. E. v. d. Post geb. De Jong Z. J. Wnll.uudgeb Col pa Z, GEHUWD: W. Massaar jm. en K. !.'s ilder jd. K. Laven, jm en J. Keldert jd. Klein jm. en P. J. Schulcnberg jd.. OVERLEDEN: M Hoops geb. Va;, dei Meel w. *»7 i. J. Delfos w. 7'5 i A Van Dijk m. 3G j. J. Michel D. 19 in. E. \V. Copier D- 7 in. J. Van Es Z. r» w. A. II- A. De Braaf D. 40 j. J. M. v. Golde geb Steenstraten v. 46 j. J. Van Dijk Z. 17 j. I II. Lobot Z. 14 m. G. Verlind D. 3 d. T. Bard Z. in. J. J. Knotter Z. 22 m. J. E. Knagegöl. I lamakers w. 76 j. J. F. Teijken D. 2 d. - W. Kigeman w. 71 j. U. Bink Z. 2 j. T. Nieuwen buizen D. 45 j. G. Van Straten Z. 3 d. G. Colpaa geb. Marbua w. 81 j. Ma rktberiohten* Delft, 6 December. Granen in vaeto stemming tot de lagere biedingen werd weinig afgedaan. Witte Tarwe ƒ4.40 a f G.75. Roode f4.60 a ƒ5.40, RoKS13 ƒ3.30 a ƒ1.25. Zomergeret ƒ2.50 a 3. Chevalier- 3.40 a 4.60. Haver 1.80 a 3.25. Blauwe Erwten ƒ.3.25 a 8. Brain boonen ƒ11.25 a 14.50. Paardenboojcn 4.90 a 5.35. Duivenboonen /5.?0 5.60. Koolzaad G.75. Zomer-Kool- zaad a .I" ƒ8.— a ƒ10.—, Hennepzaad ƒ6.75 a '.3 s ver BL. Woerden, 5 Dee. Kaas mi; voerd 170 parljjon, wegende 39,000 KG.; prps Goodacbo late aoort ƒ20. a ƒ23.50, 2do eoort ƒ15.-- a ƒ19.Zwaardero gold f Handel over hot geb cl traag. Schiedam, 5 Doe. Moutwijn: offieiéele notccring bij de makelaars ƒ5.50, (bij den Branders! nn Jenever 9.50, id. Amat. 11.—. Spoeling 1.2»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 3