N°. 10669.
Zaterdag 1 December.
A". 1894.
(§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 30 November.
Feuilleton.
EENE HELDIN.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT)
Voor Leiden per 8 maanden.f 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke NommersO-OS-
PBUS DER AT1V MH'PMIM'I'I élW;
Van 1 6 regels f 1.06.
letters naar plaatsruimte,
wordt f 0.06 berekend.
Iedere regel meer f 0.17J. Qrooter»
Voor het incasseeren bulten de stad
Officië«l© Kennisgeylaffen.
Burgemeester en Wethoudera vau Leiden;
Gezien art. 6 der Verordening van den llden No
vember 1880 (Gemeenteblad No. 4 van 1881);
Brengen ter algemeene kennis dat tot het doon
pnar.hrij von van nieuwe leerlingen voor de open
bare scholen voor voorbereidend en voor meer
Uitgebreid lager onderwijs, gelegenheid zal gege
ven worden:
▼oor dio voor voorbereidend meer uitgebreid lager
onder wye voor jongens en meisjes, in het sohoolgebouw
aan de Oude Vest;
voor die voor meer uitgebreid lager onderwys:
der late klasse, voor jongens, in het schoolgebouw
aan de Aalmarkt;
der lsto klasse, voor mefcsjea, in het schoolgebouw
Mn de Boommarkt;
der 2de klasse, voor jongens, in bet schoolgebouw
Mn de Pieterskerkstraat;
der 2de klasse, voor moisjee, in het schoolgebouw
aan de Breestraat;
en wel van den 3den tot en mot den lBden
Juni e. k., dagelijks (den Zondag uitgezonderd),
van des voormiddags h&lfnegen tot negen uron,
en op Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrydag boven
dien van half twee tot twee uren dos namiddags.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
Leidon, F. WAS, Burgemeester.
38 Nov. 1894. E. KI8T, Secretaris.
Inkomstenbelasting 1§94.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
la herinnering dat met 30 November e. k. de vijfde
termijn vervalt van de Inkomstenbelasting en dat
alzoo op den lsten December e. k. minstens v ij f
Besde gedeelten van den aanslag moeten zyu
Voldaan.
Bolangbckbend-n worden mitsdien nitgonoodigd om.
ter voorkoming van vervolgiD gskoston,
tot de betaling van het v rschuldigdo ten kantore
Van den gemeente-ontvang» r over te gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
09 Nov. 1894. E. EIST, 8eorotaris.
Eerste Zitting van den Militieraad.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brongen
ter olgemeone k/nuis, dat do eerste zitting van den
Militieraad, voor deze gcmeeDte, in ov reonstemmiug
met art. 25 van het Koninklijk besluit van den
Ssten Mei 1862 (Staatsblad No. 46), volgens mede-
deeling vau den Heer Luitenant-Kolonel Militie-
Commissaris in het Sde dlstriot van Zuid-Holland
Wordt gehouden:
op Maandag den lOden December 1894, des voor-
middags to halftien, voor de lotelingen, die de nom
mere getrokken hebben van 1 tot 100;
op Dinsdag den llden Deoember 1884, des voor
middags te halfcien, voor hen, die getrokken hebben
V&n No. 101 tot No. 150;
op Woensdag den llden Deoember 1894, dee voor
middags te halftien, voor hen, die getrokken hebben
van No. 151 tot No. 8«0;
op Donderdag den llden December 1894, des voor-
middags to halftien, voor hen, die getrokken hebben
van No. 101 tot No. 891;
en zulks in een der vertrekken van het Raadhuis
dozor gemeente.
Zy berkmeren voorts dat in gemelde zitting voor
den Militieraad moeten versohynen:
1°. de vrijwilligers voor de Militie;
2°. de lot llngen, die vrijetolling verlangen wegens
Siekelgke gesteldheid of gebreken, of gemie van de
ferorderdo lengte;
dat de lotelinuen, die voor dien Baad niet zijn
veraohenen, gehouden wordeu geene redenen tot
vrijstelling te hebben en voor den dienst worden
aangewezen, terwyl het niet ontvangen van een op
roepingsbiljet niet ontheft van de verpliohtlng tot
bet versotiijnen voor den Militieraad of tot bet in
dienen vau de tot staving der redenen van vrij
stelling gevorderde bewijsstukken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Lelden, F. WA8, Burgemeester.
10 Nov. 1894. E. KIST, Secretaris.
Een uitstekend boek voor Hollandsche
jongens is het alhier by de firma Blankenberg
Co. verschenen .Helden der Kust," eeue
geschiedenis van het Noordzee strand, naar
het Hoogduitsch van A. Ohorn, voor de Neder-
landsche jeugd bewerkt door J. A. Bientjes.
Voor zoover ons bekend, is van Ohorn
weinig vertaald; dit is jammer, en men zal
dit met ons eens ?yn, wanneer men deze
levendige, dramatische verhalen van het leven
der zeelieden en van hunne stoute redding-
tochten leest. De bewerking van den heer
Bientjes zal niet weinig bydragen tot eene
ruime verspreiding van dit aantrekkelyke boek,
want 't is alsof men een oorspronkeiyk werk
voor zich heeft. Den lfivigen omvang en de
uitvoering in aanmerking genomen, is de prys
by zonder laag.
Een byvoeg8el der Staatscourant van 80
dezer bevat de by koninklijk besluit goedge
keurde gewyzigde statuten van de „Leidsche
Zoutkeet", te Leiden (wyziging van artt. 728
van id.)
De Staatscourant van 80 November bevat
de volgende kennisgeving van den minister
van w., h. en n.Met het oog op do by
gelegenheid van het aanstaande St.-Nicolaas-
feest te verwachten drukte, wordt de vergun
ning om meerdere pakketten aan hetzelfde
adres per pakketpost te verzenden, vergezeld
van slechts óóne adreskaart, voor den tijd
van 3 tot en met 6 Dec. a. s. ingetrokken,
en zal derhalve by elk, gedurende dat tydvak,
ter verzending aangeboden pakket ééne adres
kaart gevoegd moeten zyn.
Voorts wordt met nadruk aanbevolen, om
by de onderwerpeiyke gelegenheidlo. voor
eene doelmatige en stevige verpakking der te
verzenden pakketten zorg te dragen, in dier
voege, dat de inhoud op afdoende wyze voor
breken of beschadigen gevrijwaard zy;
2o. de adressen, zooveel mogeiyk, op den
omslag der pakketten zelf te 6chryven, en
waar opplakking of aanhechting van het adres
onvermydelyk is, dit in ieder geval zóó te
doen plaats hebben, dat voor het verloren
geraken daarvan, tydens het vervoer, redeiyker-
wys geene vrees behoeft te bestaan;
8o. in de pakketten, waarvan het adres niet
op den omslag geschreven is, een tweede los
adres in te sluiten.
Te Oegstgee8t heeft zich ook eene com
missie gevormd ter inzameling van gelden voor
de nagelaten betrekkingen van de op Lombok
gesneuvelde militairen. In het begin der vol
gende week zal een aanvang worden gemaakt
met het houden eener collecte.
Door kiesgerechtigde lidmaten der Ned.-
Herv. gemeente te Oegstgeest zya herbenoemd
de aftredende kerkvoogden do heeren L. Den
Ouden en H. Van den Ameele, alsmede de
aftredende notabelen de heeren A. J. Van
Hoeken, P. Kromhout, L. Oudshoorn en J.
Rothert.
Ds. J. J. Van den Broek, predikant te
Noordwykerhout, komt voor op het twaalftal
te Enschedee.
De collecte, te Warmond gehouden voor
het Lombokfonds, heeft opgebracht f 30.87.
De heer W. J. Meiners, predikant by de
Ned.-Herv. gemeente te Usseloo, heeft het
beroep naar de Ned.-Herv. gemeente te Eiber-
gen, in Gelderland, aangenomen.
Vanwege H. M. do Koningin-Regentes
zyn by do commandanten der eerewachten,
dio te Middelburg en te Vlissingen by het
bezoek der Koninginnen dienst deden, de toe
gezegde medailles ontvangen; voor de com
mandanten, de onder-commandanten en de
vaandeldragers in zilver, voor de leden in brons.
Aan de voorzyde vertoonen de medailles het
beeld der Koningin, aan de keerzyde een lau
werkrans met den datum van het bezoek. (M. G
Thans wordt gemeld dat dr. A. Kuyper
nog niet uit Pau is teruggekeerd, en dat daar
aan vóór Kerstmis niet wordt gedacht
Den rechthebbenden op de nalatenschap
van Johan Gier, matroos aan boord van het
Bremer schip „Freiburg", geboren te Rotter
dam, overleden te Rio-Janeiro 22 Febr. 1894,
wordt verzocht zich schriftelyk en met over
legging van de noodige bewijsstukken aan te
melden by het departement van buitenlandsche
zaken. Sts.-Ot
De heer W. H. Houwing, ontvanger der
accynzen te Rotterdam, is door den keizer
van Duitschland benoemd tot ridder in de
orde van den Rooden Adelaar.
Onder vele blyken van belangstelling
heeft ds. L Schouten Hz., predikant te Utrecht,
bekend ook door zyn Tabernakel, züne 40-
jarige Evangeliebediening herdacht. De jubilaris
was achtereenvolgens werkzaam te Koude-
kerke, Vianen, Veenendaal, Apeldoorn en 'tLoo,
Harderwyk, Rotterdam en sedert 1 Juni 1679
op zyne tegenwoordige standplaats.
Het stoomschip „Amsterdam", van Rot
terdam naar Nieuw York, passeerde 29 Nov.
Wight; de „Burgemeester Den Tex", van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde 29 Nov.
te Genua.
By koninkiyk besluit is, met ingang van
16 Januari a. s., benoemd tot directeur van
het postkantoor te Gulpen, J. G. Van Nauta
Lemke, thans commies der posteryen 2de kl.
KOLONIËN.
BATAVIA, 26 Oct.-2 Nov.
Fransche en Nederlandsche Mailt.
(Deli-Courant tot 3 November).
Van den resident der Preanger-Regent-
schappen is onder d>eekening van 28 Oct.
door de regeering het navolgend telegram
ontvangen
Gisteravond rivieren by Sing&parna (Tasik-
malaja) hooge moddervloed, eenige bruggen in
binnenwegen weggeslagen, paniek bevolking.
En onder dagteekening van 29 Oct.:
Ten vervolge tulegram gisteren geene onge
lukken voorgevallen. Galoenggoeng rustig.
Het „Bat. Nbld." bericht dat de vorst
van Kotaringin, Z.- en O.-afdeeling van Borneo,
met zijn eigen jacht hierheen op reis is, ten
einde den gonverneur-generaal zyne hulde te
komen bewyzen Te Cheribon heeft hy een
bezoek gebracht aan den resident en den regent,
die by hem aan boord terug zyn geweest.
Het „N. Pad. Hbld." bericht, dat de
afvoer van Ombiliön-steenkolen in de laatste
dagen vry belangryk was, dat met de levering
van kolen in Januari weder een begin zal
worden gemaakt en dat de nieuw geopende
myn te Sawah-Loentoh overvloedig goede kolen
schynt te bevatten.
Een gewichtige dag. Met vreugde, zegt
het „Bat. Hand.", begroeten wy den dag van
heden (2 Nov.), want hy is een der weinige
gelukkige, welke dit jaar voor Java on zyne
bewoners heeft opgeleverd. Heden toch wordt
het baanvak ingewyd, dat de spoorweg-ver
binding tU8schen West- en Oost Java voltooit.
Ziedaar een reuzenwerk tot stand gebracht,
dat den ingenieurs der Staatsspoorwegen tot
lof strekt en in vele zyner onderdeelen getuigt
van hun genie en volharding. Vooral geldt dit
van de Preangeriyn, tot welker aanleg de
grootst denkbare moeiiykheden zyn over
wonnen, hier tot benadering van het hoog
gebergte, ginds tot vautlogging van een moeras-
eigen, wegschuivenden bodem.Die moeiiykheden
zyn vooral ondervonden by het heden ge
opend baanvak, welks terrein de grootste con
trasten oplevert tusschen hoogte en diepte.
Met den gedelegeerde van het Roode
Kruis naar Lombok, ds. Offorhaus, die der
waarts vertrekt ter vervanging van ds. Rogge,
gaan mede een tweetal jongelui van Soerabaia,
de heeren De Vos en Loust, die ds. O. voor
het werk der barmhartigheid zullen bystaan
in zyne moeiiyke taak. (S.-Cl.)
De heer Haver Droeze, die korten tyd
consul te Djeddah geweest is, wordt, naar de
„J. B." verneemt, hoofd-administrateur der
Billiton-maatschappij, ter vervanging van den
overleden heer Groothof.
De Lombok-expeditie.
Onthullingen.
Aan de „Java-Bode" werd den 22sten Oct.
uit Lombok een belangryke brief geschreven.
Daaraan is het volgende ontleend:
Wy hebben den vyand eergisteren weer
even bemerkt. By gelegenheid, dat we aan
Mataram8 oostelyke grens, even ten noorden
van den hoofdweg, een ben Linkje gingen
bouwen, waar vier 20 cM. mortieren in moeten
komen, heeft hy erg op ons geschoten. Het
maakte ten minste veel leven, maar deed ons
volstrekt geen kwaad, terwyl wy ruim 2000
patronen op hem verschoten, en hem daarmede
drie dooden en vier gewonden bezorgden,
volgens later ingekomen beriohten. Het ben
tinkje bouwden we en sedert gisteren is het
bezet. Het heet Padjang.
Dat noord oostelyke stuk van Mataram is
nog altyd niet geslecht en het schynt dat, er
op den dag eenige Baliërs binnengaan, die
's nachts weer naar Tjakra terugkeeren. Ze
doen daar zoo wat dienst als uitkyk. Her-
haaldeiyk hebben ze al geschoten als onze
troepen aanrukten en hun schieten had dan
onmiddeliyk, ten gevolge dat in noordeiyk
Tjakra de tongtongs aan den gang gingen
Dan loopt daar alles te wapen natuuriyk; zy
zullen daar wel eiken dag verwachten de
compagnie te zien aanrukken. Nu, we zullen
dan ook wel komen, maar eerst natuuriyk
de gewone voorbereiding. En daarvoor komen
we nu langzamerhand gereed. Pagasangan-
oost met vier 12 cM., Karang-Bedil met zes
12 cM., het bentinkje Padang in den noord-
oostelyken rand van Mataram met twee 12
cM. en vier mortieren van 20 cM. Dan Mataram
Poeri met eenige stukken veldgeschut en ein-
deiyk Hr. Ms. „Borneo", die een paar hon
derd granaten van 17 cM. bewaard heeft. In
het geheel gaan er 9000 projectielen Tjakra
binnen.
We zitten dan nu weer aan den rand van
de sawah, waar vroeger ons bivouak Mata
ram lag. De paaltjes staan er nog van som
mige onzer hutten. Hier en daar in de buurt
vonden we de ledige koffers van enkelen dor
officieren. De dichtby liggende dewah, waar
het 7de bataljon eene schuilplaats vond en
later ook het 6de en de colonne Byievelt
binnentrokken, waar generaal Yan Ham
begraven werd, en binnen welks muren de
afgetobde soldaten naast gewonden en doodon
een onvergetelyken nacht doorbrachten van
26 op 27 Augustus, die roemata dewah mot
zyn heiligen waringinboom ligt nu vlak voor
ons. Het is voor ons een geëerbiedigd gedenk-
teeken geworden, en als we er over spreken,
stellen we ons voor dat dit gebouw aan de
algomeene vernieling ontkomen zal. In allo
eeuwen moet het daar blijven staan, en de
bezoeker, die later dien bodem zal betreden,
zal in plechtige stilte, met ontbloot hoofd,
het lijden herdenken, waarvan daar elke duim
gronds getuigen kan. De reusachtig groote
waringin beschaduwt met zyn wydend loof
het onversierde, maar niet vergeten graf van
Van Ham en luitenant Musquetier.
Het gaat my nu by het schrijven evenals
het ons hier gewoonlyk gaat by het spreken;
we komen nl. telkens weer terug op dien
overval, op dien 26sten Augustus. Altyd ia
er nog iets, dat nog eens verteld moot worden,
en heel dikwyis hoort men nog byzonder-
heden, welke men nog niet algemeen kende.
We weten eenige nadere bijzonderheden
omtrent de wyze, waarop de verraderlyke
aanval werd voorbereid, en deze byzonder
heden zyn hier algemeen bekend. Het be
vreemdt my ze nog niet beschreven gevonden
te hebben.
De zaak is aldus verloopen. Het miilioen,
dat door den ouden radja betaald moest wor
den, werd door hem grootendeels opgeeischt
van zyne adeliyke en ryke onderdanen. Van
daar dat er zoo gescharreld werd om dagelyks
eene voldoende som te kunnen ontvangen en
dat er by v. op Woensdag maar f 20,000 ter
telling is aangenomen. Daarop is van den
colonne-commandant een streng bevel uitge
gaan. Er moest voortaan dagelyks f 200,000
gebracht worden. Bovendien was in het samen
gestelde nieuwe contract het Balische bestuur
erg gekortwiekt. De hooge Baliërs waren over
deze zaken erg ontstemd en op Donderdag
den 23sten Augustus kwamen in het palels
te Mataram de heeren byeen. Daar waren:
eerst Ketoet, dan Djilantik, vervolgens Goeea
„Neen, maar met leder woord, dat je
spreekt, kwets jy je eigen eer. Ik begryp
het in myne verbeelding had Ik een
anderen, een nieuwen Thilo gezien; iemand,
Wien als een rechtschapen man de oogen
voor den ernst van het leven waren open
gegaan; maar, helaas, de werkelijke Thilo
stormt erger dan ooit in godvergeten licht-
Einnigheld voort."
„Niet aldus, in goddelyke, oompjel"
antwoordde Thilo In zyne dwaze overmoedig
heid. „Ik ben zeer dankbaar voor dat
luchtig en vroolyk hart. Dit helpt my ten
allen tyde, zelfs in den ellendigen toestand,
waarin ik my tegenwoordig bevind, bet hoofd
boven water te houdon."
„Een ernstig zelfonderzoek schynt my toe
«ene betere hulp te zyn."
oJa, ja; hy heeft vanouds nog een streekje
van den Zondag-middag-boetprediker overge
houden. Men moet geduld met hem hebben",
«verlegde Thilo by zichzelven.
Daar ging de kamerdeur open en dus werd
door het binnenkomen van Walburga, tot ver
lichting van beide heeren, aan het gesprek
een einde gemaakt Thilo had een afschuw
van terechtwijzingen; hy vond die vervelend
en onbescheiden, om het even van wie zy
kwamen. Gerd verweet het zich op zyne beurt,
•p eene even dwaze als overdreven wyze er
ooit over te hebben kunnen denken, om dien
losbol met het lieve, onschuldige en fiere kind
door oen huweiyk te vereenigen; foeil
Intusschen was dat plan toch nog slechts
zeer oppervlakkig geschetst in zyne fantasie,
die dienzelfden Thilo tot iets geheel anders
vervormd had dan hy werkelijk was. En thans
voelde Gerd zich tegenover de nuchtere waar
heid niet alleen diop teleurgesteld, maar door
zyne neiging, om zooveel inogeiyk het goede
en het ware te doen zegevieren, gedrongen,
trachtte hy Thilo te verkleinen door Walburga
hemelhoog boven hem te stellen. Als het
Thilo vergund ware geweest in dit edel, maar
al te teerhartig gemoed een blik te slaan, hoe
zou hy zich dan verbaasd hebben over al de
„opgewonden, romaneske illusies", die hy
daarin zou hebben ontdekt!
Wat Gerd nu het meest behoefde, voor het
oogenblik althans, was zelf beheersching. Thilo
Rothkreuz was Walburga te gemoet getreden
en hy richtte een paar beleefde volzinnen tot
haar. Gerd dacht: „Ik zal opstaan en tot hem
zeggen: ziedaar je nicht; het plan was, dat
je met haar een huweiyk zou aangaan, maar
omdat het my gebleken is, dat je haar niet
waard zyt, zal ik haar als myne dochter
adopteeren en Zembowitsch voor haar koopen,
zoodra jy bankroet zult zyn." Maar gelukkig
ontbrak het hem niet aan gezond verstand.
Zooals het dikwyis gebeurde, wist Gerd zyne
plotselinge opwellingen ook nu te betoomen;
hy moest het tooneelachtige en dwaze van
zulk eene handel wyze zelf toestemmen*
„Mag ik die schilderyen eens zien?** vroeg
Walburga.
„Het zyn alle portretten uit onze familie;
gedeelteiyk zonder groote kunstwaarde; ik
had niet altyd gelegenheid om artisten van
naam daarvoor te kiezen. De voornaamste
stukken, die wy hebben, zyn in de groote
zaal opgehangen."
Terwyl hy aldus zyne inlichtingen gaf, nam
hy toch vriendeiyk en beleefd eene lamp van
de tafel en ging, het licht zoo hoog mogeiyk
houdend, langzaam met Walburga de ry langs.
Opeens liet Walburga een kreet van ver
rassing hooren.
Zy zag een schilderij, dat haar overbekend
wasde dame met het laag uitgesneden
kleed, dat onder de borst door eene ceintuur
werd opgehouden; een tulband met mara
bouts op het hoofd; en op den achtergrond
datzelfde wapen, met het roode kruis en den
arm, die het zwaard hoog opheft. Het was
eene kopie of het origineel van het stuk, dat
in de kamer thuis by hare moeder hing, dat
op haar, als klein meisje, had neergezien.
Thilo volgde de richting harer oogen.
„Myne overgrootmoeder", verklaarde hy.
„Ja, dat is een waar kunststuk! Vergeiyk
daar nu eens even die andere schildery mede:
die twee misteekende figurenhet moeten
myn vader als jongmerisch en zyne zuster
Joséphine verbeelden; zy was toen nog slechts
een aankomend meisje. Welke laffe, niets-be-
teökenende gezichten, nietwaar?"
Walburga staarde met wydgeopende oogen
naar de beeltenis van hare moeder in
hare jeugd.
„Zoo; is dat?" stamelde KJ. niet wetend
wat ly vragen wilde.
draaf Thilo, die gaarne vertelde, nam dit
op ale eene vraag.
.Myn vader ie eenige wekon geledon ge-
etorven, zooals u wel gehoord zult hebben.
Zijne zuster, dat meisje met da houten
figuur en die doffe oogen, daar naaat hem, ia
wegz(j ie verloren gegaan of gestorven
het rechte van de zaak weet lk niet precies.
Zy heeft een huwelijk mot een onwaardige
gesloten en sedert heb ik niete meer van
haar gehoord."
Walburga bezat niet de valsche schaamto
van haren broer Lars. Zy verloochende haren
vader volstrekt niet.
.Hierin vergist u u, mynheer", zeide zy
trotscb en koel; .Gravin Joséphine Roth
kreuz Is myne moeder en ik acht my ge
lukkig u te kunnen verzekeren, dat zy in
myn vader een rechtschapen, achtenswaardig
echtgenoot gevonden heeft."
De belde heeren bleven een oogenblik
sprakeloos elkander aanzien. Gerd, omdat zy,
door hare eenvoudige, met zooveel waardig
heid gesproken woorden, alle verdere opbel-
dering voor hem overbodig had gemaakt;
Thilo, omdat by deze zoo geheel onverwachte
mededeeling niet dadeiyk begreep.
Met een gedwongen glimlachje zette hy, na
zich even te hebben bedacht, de lamp weder
op de tafel. In zyne bevende hand was zy
minder zeker. Nu zag hy Gerd in het gelaat,
,Eene zonderlinge verrassing", zeide hu
langzaam. .Die heb ik zeker aan u te danken
Ik ken uwe voorliefde vanouds, voor theatrale
verrassingen."
Gerd nam dit (pottend verwyt koeltjes op.
.Het schynt mogeiyk theatraal, maar in
werkelykbeid kan niets eenvoudiger wezen
dan deze ontmoeting van u beiden."
.De eigenlyke aanleiding, het indirecte
middel er toe ben ik geweest. Want als het
my niet ware gelukt juist door dien Lars,
die de afkomst zyner moeder poogde uit te
vorschen, Joséphine te vinden, dan zou hot
kind heden nóch van Zembowitsch, nóch van
my iets hebben gehoord. Ik beb haar tot my
laten komen en ik reken Walburga, alsof zy
myn eigen vleesch en bloed ware, waarvoor
ik moet en wil zorgen. Dat ik verlangend
was, om haar Zembowitsch te laten zien,
begryp je zeker."
„Is dit geBchied onder voorbehoud van aan
spraak op het later bezit?" vroeg by vinnig.
Thans moest Graaf Gerd waariyk lachen
maar het was een droevig glimlachje, waar
mede hy zeide:
„Aanspraak op het bezit van Zembowitsch?
Ben jy dan feitelyk hier de eigenaar? Geloof
my, als ik er voor myne lieve vriendin JoBé-
pbine ook maar een greintje voordeel in had
gezien, dan zou ik wel hebben opgepast en
gezorgd, dat je vader Zembowitsch niet in
banden kreeg. Neen, Joséphine Stelner ie niet
ryk genoeg, om, als mede-erfgename van de
schulden der Rothkreuzen, hare aanspraken
te doen gelden."
Tbilo kneep zyne oogen half dicht en beet
op zyn knevel.
(Wordt vervolgd.)