In en om Leiden. De Pomp van de Oarenmarkt. Ieder, die de eer en het genoegen heeft in onze goede veste of in de onmiddellijke nabij heid van de Sleutelstad (men noemt dit ook wel eens onder den rook der stadmjj dunkt, het is juist buiten den rook) te wonen, heeft ongetwijfeld meermalen gehoord van „de pomp van de Gaaremart." Want al leven we niet in den tyd, de glorie-periode van den alouden waterhefboom, toen er schier geen uur om ging dat een Leidsche mond uitsprak, dat een Leidsch hoofd aan hem dacht, ook heden ten dage nog behoort de „geestigheid" niet tot de zeldzaamheden, dat de veronderstelling wordt geopperd dat hy of zy gaat trouwen of „vryt" met „de pomp van de Gaaremart", of dat de meening wordt uitgesproken, dat (om het nu eens in wiskundigen vorm uit te drukken) x net zooveel geiykt op yals z op „de pomp van de Gaaremart." Die z staat hier in de plaats voor alles wat ge maar wilt je zuster, mjjn neus, Domela Nieuwenhuis, m(jne vrouw, een bordje soep, enz., enz. Wat is dan toch die pomp van de Garen- markt, die tijdens zoovele geslachten beroemd is geblevon? „Wat 'n onnoozele vraag I" hoor ik reeds uitroepen. „Wat is eene pomp nu anders dan eene pomp!" Zeer waar, zeer juist, zeer logisch ook; maar, neem me niet kwalijk: eens, weleer, toas do pomp van de Garenmarkt eene pomp, oene flinke pomp, eene mooie pomp, de pomp der pompen in Leidon, ziedaar! Maar thans, ten huidigen dage en een beetje vroeger dan dit t\)dstip ook al, is ze dat niet meer, geen quaestie van! Loop zelf maar eens naar de pomp, om ze op klaarlichten dag te bekijken, of neen, doe het ook maar niet, om de schande De schande? Nu ja, 'k heb 't gezegd; 't viel me uit den mond vóór 'k er aan dacht. De schande Want dames (vooral u geldt dit, jonge dames, die dagelijks die pomp moet zien) en heeren, dat ding, die pomp, die zich thans aan uwe oogen voordoet als: een steenen voetstuk, eenmaal blauwgrijs geweest, ge barsten ten gevolge van het bekende knagen van den tyüstand, vuil vanwege de hondjes en honden, zoo echte straat- als 's avonds uitgelaten huisdieren, die er den tol hunner zindelijkheid hondgetrouw betalendaarop (op dat fundament) eene houten kast, verve loos, vermoodeiyk grys van kleur geweest, rottend, waarvan de „fijne puntjes" af zijn, gelapt hier, versteld daar, met een paar ijzeren knobbels er in; als bekroning een groenende (natuurgroen) steonvorm, het mooi- sto nog van het geheel, dit alles te zamen is, schrik nieteen monument, een stuk Leidsche historie, herinnerende nota bene nogal aan een tijdperk van bloei! Dit zal dan de reden züd, waarom deze ex-pomp bier blylt staan, nu het merk „voor de gezondheid schadelijk drinkwater" in onze gemeente gelukkig uit de mode is en daarom niet meer gevraagd wordt, nu we ons vor heugen in het gezondo duinwater, van alle smetten vrij, dat vooral Zaterdags zoo on misbaar is gebleken en altijd dóór lustig door en uit (eene enkele maal slechts op minder gewenschte plok) de buizen vloeit! Gevoelt ge u nu als Leidenaars groot, te weten dat we ook dóar, op de Garenmarkt, nog een monument bozitton? Ik niet, ik voel me, als ik hot aanzie, kloin, o zoo micros coplsch klein, nog kleiner dan wanneer ik denk aan het kruithuis op den Vestwal, dat te waardeoren monument uit den Leidschon belegeringstyd, dat souvonir aan onze vroegero vijanden, de Spanjaarden, die het onzen voor vaderen, neen, onzen voorouders en gansche voorvaderlijke familie zoo erg lastig hebben gomaakt. En het verwondert mij dat in onze stad do historiekenners en de vijanden van het on-aosthetischo, als palstaande schutspatro nen, hunno stemmen nog niet verhoven heb ben met kracht, roepende tot hot bestuur dor gemeente Leiden: „Gij, mannen, die reeds zoo dikwerf getoond hebt ook een hart te bezitten voor hetgeen historische waarde heeften dus uit dat oogpunt geacht kan worden werkelijk schoon te zijn en schoon moet wezendie in eere wilt herstellen en dus schoon wilt laten maken wat eertijds schoon was en weer schoon behoort te worden, ontfermt u over de pomp van de Garenmarkt, die, zelve geen bek (vorgeeft ons het woord, dat de techniek ons afdwingt) meer hebbende om tot u te schreien, geen arm meer bezittende om dezen waar schuwend togen u op te hellen, spreekt door onzen mond, opdat ze gevrijwaard blyve voor ondergang of schande, vooral ook met het oog op do Lustrumfeesten in den jaro 1895, van welke schande ze reeds don last heeft gevoeld tijdens den mooie paarden optocht op 3 October, toen meedoogenlooze hakken haar onder zich doden zuchten. Gedenkt harer, ovenals gij gedacht hebt den leeuw voor het Gymnasium Of anders, als eene herstelling oftewel restauratie niat wel meer doenlijk is, laat hot geheel dan voorzichtigjes afbreken, netjes in een schuitje pakken en onder bewaking van beschaafde menschen met go voel en wat eerbied, naar het Stedelijk Museum varen, om daar, liefst als pomp, weer opgebouwd en ten eeuwigen dage tentoongesteld te worden voor hot oog der Lakenhalbozoekers; eene attractie zonder weerga; gaando het monument alzoo niet verloren en blijvende immer en altoos tevens nog: „de pomp van de Garen markt!" Nog eens: zooals het vervallen ding op de Garenmarkt er nu bijstaat, is het eene schande voor Leidon! Te meer, daar het (niet zooals spotters misschien zullen aanvoeren, omdat Bilderdyk water uit deze ex-pomp in zijne karaf heeft gehad of er zich, als bewoner der Garenmarkt, mee gewasschen heeftof omdat Thorbecke haar water heeft aangewend om het in zijn w(jn te doen) is een Leidsch ge- denkteeken, dat heenwijst of moet wijzen naar den bloeitijd onzer veste, toen de Oosterlingen (Oostersche kooplieden), die leden waren van de verbondene Hanze steden, die eertijds in maatschappij handelden, een huis hadden bij het Steenschuur, tusschen de St.-Jacobsgracht en de Garenmarkt of Oosterlingplaats, ter wille van hun uitgebreiden handel te dezer stede. In de straks gemelde steenen bekroning (het zinnebeeld van den handel in katoen, sajetten, garens en aanverwante artikelen) moet zich zelfs nog de stichtingsoorkonde der pomp, tevens monument, bevinden, zooals voor vele jaren gebleken moet z\jn, toen de pomp door een storm werd beschadigd. Het gemeente bestuur van Leiden besloot toen de pomp in stand te houden en deed haar daarom toen herstellen. Verder kunnen wo hier niet bij de histori sche waarde dezer „pomp" stilstaan, óók, omdat er méér bevoegden zijn, die daar omtrent betere en meer volledige inlichtingen zouden kunnen verschaffen; maar wel willen we er ten slotte nog met den meesten aan drang op wijzen, dat het „monument" niet mag bestendigd worden in den toestand, waarin het nu verkeert. Wy vertrouwen dan ook dat het niet zal blijven bij het doon van opmetingen door een man der gemeente werken, onder contröle van den architect, en b\j aanwijzingen in loco van dat tweetal aan elkaar, zooals wy lang, héól lang geleden zagen geschieden, maar dat van het gemeente bestuur eene officiëele boodschap zal uitgaan, luidende dat het monument moet gerestau reerd worden of verordenende een kort en krachtig: „Weg met de pomp van de Garen markt!" Pjetbus. l^inantiëele Kroniek. Over het algemeen verkeerde de Beurs in de afgeloopen week in lang geene gunstige stemming. Wel werd voor sommige waarden nu en dan iets meer belangstelling waarge nomen, welke gewooniyk aan de koersen, door buitenlandsche Beurzen gezonden, te danken was, doch deze toestand duurde niet lang, daar ook de Europeesche markten ge drukt bleven door groote lusteloosheid en dit ten slotte natuurlyk ook in de buitenlandsche koersen was terug te vinden. De oorzaken voor de algemeene malaise zyn reeds lang en genoegzaam bekend en er doen zich voorloopig nog geene teekenen voor, welke eene verbetering van do fondsenmarki zouden kunnen doen verwachten. De houders van 3'/,-pcts. Hollandsche Staatsfondsen en do eigenaren van inschrijvin gen op het Grootboek kunnen voor het oogen- bJik gerust zy'n, dat, volgens verklaring van den minister van financiën, nog geene plannen ter conversie zullen worden voorgedragen, als zynde ontydig (natuuriykEene andere ver klaring geeft echter ook zekerheid, dat, wan neer to gelegener tyd hiertoe (tot het indienen van conversiepUnnen) aanleiding zal bestaan, de minister zich daarvan dan niet door het particulier belang zal laten weerhoudon. Dit laatste geeft dus voldoende aanleiding om te veronderstellen, dat in 189G de conversie der Hollandsche Schuld onmiddellyk zal worden ter hand genomen. Daarby kan worden mede gedeeld dat nu reeds aanbiedingen uit het buitenland zyn ontvangen om de conversie over te nemen. De tabak saandeelen bleven tamelyk verlaten; wel was de houding niet slecht, doch de omzetten hadden niet veel te beduiden. Eone uitzondering hierop maakten do aan deelen der Del i-T aba k-Maatschappy, welke by tamelyk goeden handel een flink avans konden behalen. Hetzelfde geschiedde by aandeelen Amsterda m-B ome o Maat schappy, die, gewooniyk zeer veronachtzaamd, thans de aandacht trokken op het gerucht, dat eene Engelsche Maatschappy, voor een zeer voldoenden prys, de gronden had over genomen. Aandeelen Maatschappy voor Potro- leumbronnen konden na eonige dobbering toch een gooden prys handhaven, de exploitatie schynt tegenwoordig goede resultaten op te leveren. Zoowel aandeelen roscontre Handel- Maatschappy als die der Indische cul tuurondernemingen waren flauw ten gevolge der aanhoudende daling van de suikerpryzen. In aandeelen Stoomvaart Nouerland daarentegen kwam eone btlangryko prysver- betering tot stand. Het koersverschil tusschen deze aandeelen en die der Pak kot vaart maat schappy, hetwelk zeker niet in het nadeel der eerstgenoemden behoefde te zyn, wordt langzamerhand kleiner en meer in overeen stemming mot do resultaten, welke over dit jaar kunnen worden verwacht. Dat de preferente aandeelen Stoomvaart- Maatsehappy Zeeland zulk een beldng- rQken teruggaug ondervinden, is niet te ver wonderen, nu de Maatschappy wederom oen aanzioniyk bedrag zal opnemen voor den aan bouw van nieuwe stoomschepen. Hoewel de Maatschappy de concurrentie mot de Harwich- lyn wil volhouden, zal dit toch de positie der aandeelhouders niet beter maken. Aandeelen N o d e r l.-Z u i d-Afrik. Spoor bleven in opgaande beweging, ten gevolge van het bericht, dat nu de geheele lyn voor het verkoer is geopend. Do buitenlandsche markt had een zeer onvast aanzien. In het begin der week gaf de Parysche Beurs wel het sein tot eene willige houding, doch deze gunstige toestand bleef niet lang behouden. Italië maakte aan vankelijk, door de Parysche koersen gesteund, een kleinen sprong voorwaarts, om weer even spoedig tot het oude peil terug te gaan. Overigens bleef dit fonds geheel verlaten. Ge heel in overeenstemming hiermede was het verloop der Spanjaarden. Ook hierin had om dezelfde reden eerst eenige verheffing plaats; toen echter verdere steun van Parys uitbleef, werd ook de houdiog voor deze waarden zwakker en bleef ten slotte de markt geheel verlaten. Voor Oostenryk en Rusland geeft een terugblik over de afgeloopen week dezelfde resultaten. Weinig variatie, en eene houding der markt, die van groote lusteloosheid getuigt. Portugal bleef op vry wel onveranderde koersen dobberen, Turkije had echter een beter verloop, daar aanvankelyk voel vraag bestond naar Turken Serie D. De geruchten van eene gedeelteiyke conversie bleven aan houden en veroorzaakten te Parys eene zeer gunstige stemming, welke hier getrouw na volging ondervond. In Madridloten had aanvankelyk eene niot onbelangryke koersboweging plaats. De aanleiding daartoe schynt te liggen in sommige berichten, welke nu weer ten opzichte der financiën dezer stad worden verspreid. In de eerste plaats wordt een verslag over den geldelyken toestand van Madrid eerstdaags tegemoet gezien, waarin met nadruk zal worden gewezen op do belangryke vermeer dering der octrooi-ontvangsten, waaraan echter in werkelijkheid weinig waarde schynt te kunnen worden gehecht. Voorts is eene op roeping verschenen tot inlevering der premieloten, waarvan do aflossing reeds in Januari 1894 had moeten plaats hebben. Nu zijn de gewoonten der stad Madrid reeds te goed bekend, om niet te weten dat eene oproeping tot inlevering niets te beduiden heeft en zeker geene a f 1 o s s i n g in zich sluit, waarop het toch feiteiyk moet neer komen. Verder verneemt men nog plannen om de achterstallige coupons in obligatiën to doen omwisselen; plannen, die evenwel vol strekt niet van de atedeiyke regeering uit gaan en dus ook weinig waarde hebben. Alles by elkaar gerekend, mag hier veeleer aan groote speculatie manoeuvres worden ge dacht, welke, te Parys op touw gezet, aanvan kelyk hun doel niet hebben gemist. In aandeelen R u 8 s i 8 c h e Z u i d-West- Spoor had levendige handel plaats, waarby zeer vaste koersen konden behouden blyven. Het schynt dat in sommige flnantiêele bladen buitengewone aanpryzingen van dit fonds plaats hebben, gebazeerd op het te verwachten zeer gunstige extra-dividend en daaraan verbonden verwachtingen van voordeeliger aflossingsvoor- waarden. Wat het eerste betreft, is de kans daarop vry groot, doch wat do aflossing der aandeelen aangaat, zal mon verstandig hande len met op niet meer te rekenen dan reeds daarvoor is aangewezen. De ZuidAmorikaansche markt leverde zeer weinig by zonders De aankondiging dat door Uruguay wederom een belangryk bedrag ten behoeve der schuld naar Londen is over gemaakt, oefende zeer weinig invloed op den koers dezer obligatiën uit, evenmin als het bericht, dat het restant van den Baningboedel geheel in banden van een bankierssyndicaat is overgegaan. In Mexicaanse he fondsen bleef de handel bQna geheel beperkt tot de subsidie- bonds, die, hoewel daarin tamelyk uitgebreide affaire plaats vond, voortdurend binnen een bepaald koersverschil bleven dobberen. Uit Brazilië kwamen wederom berichten van revolutionnaire bewegingen, als gevolg van het optreden van den nieuwen president, doch ovenzoo werden tydingon ontvangen, dat de opstandelingen hun verzet hadden laten varen. Een duidelyke blik op don toestand wordt door deze tegonstrydige berichten zeker niet verkregen. Dit zal wel de oorzaak zyn dat do Londensche Beurs ten opzichte dezer waarden zeer weifelend was, en van daar voort durend flauwere koersen werden ontvangen. De AmerikaanscheSpoorwegmarkt wa6 weer bedroevend. Berichten uit Amerika maken nu en dan wel melding van verbete rende toestanden, welke hie: en daar vallen waar te nemen, doch do algemeene handels toestand biyft niettemin allertreurigst, en hoe gaarne men ook lichtpunten zou willen (of meent to kunnen) aanwyzen, zy zyn nog niet to ontdekken. De spoor wegontvaugsten, zoo zy als maatstaf kunnen dienen voor ontwikke ling en welvaart, geven resultaten, die eerder nog op verslimmering van den toestand duiden; ten minste, vergeleken by de ontvangsten in dezelfde periode van het vorige jaar, geven de laatste cyfers wederom vermindering aan en dit nu, terwyl het tontoonstellingsvorvoer by vergelyking der spoorwegontvangsten niet meer in aanmerking moet worden genomen. Een zeer ongunstige indruk werd voorst teweeggebracht door de geruchten omtrent oene verlaging van dividend by de Chicago North Western en de Chicago Bur lington Quincy, doch vooral door de manoeuvres, welke bierby werden inpraktyk gebracht. Door do speculatie waarschynlyk, werd tor Beurze te Nieuw York eerst het bericht uitgestrooid, dat de Burlington niet tot een verlaagd dividend zou besluiten; in den loop van den dag echter bleek dat het dividend werkeiyk van 6 tot 4 pet. was verminderd. Het resultaat was een geduchte val van verschillende aandeelsoorten. Omtrent de verlaging van het dividend der Chicago North West is, hoewel daaraan niet meer valt te twyfelen, nog geen nader bericht vernomen. De waarden der Oregon Short Line waren flauwer op het bericht, dat het ge rechtshof bevestigend heeft beslist op het verzoek der receivers, om de Union Pacific te ontslaan van de verplichting tot exploitatie van eenige zyiynen, welke verlies opleveren. Hoewel dit voor het oogenblik aan de zaak niet veel verandert, daar de Union Pacific toch niet by machte is om de rente op de Oregon Short Line te voldoen, zal het toch van belang zyn te vernemen welke gevolgen dit in de toekomst voor de obligatiën Oregon Short zal hebben. Blyft de garantie toch van kracht uithoofde der vroeger aan gegane verbintenis of vervalt deze met het loslaten der geëxploiteerde lynen? Ongetwy- feld komt dit spoedig met de reorganisatie der U.-P. ter sprake. Tot de weinige fondsen, die een iets boter verloop hadden, behooren de waarden der Missouri K.-T. en de Florida's; deze beiden in verband met de zeer gunstig afstekende spoorwegontvangsten. Voor Norfolk Western bestond eenige meerdere vraag, vermoedeiyk in verband met de waarschynlykheid, dat, buiten onvoorziene gebeurtenissen, de betaling der eerstvolgende coupons als zeker mag worden beschouwd. Rijnlandsche Bank. Gemeenteraad van Oegstgeest. Voorzitter de Burgemeester. Afwezig zonder kennisgeving de heer A. D. D. Schretlen. De notulen der vorige vergadering worden door den secretaris gelezen en goedgekeurd. Ingekomen stukken: 1. Het proces verbaal van de door Burge meester en Wethouders dato 30 October jl. gedane opneming van de boeken en kas van den gemeente-ontvanger, waaruit bleek dat zy in volkomen orde zyn aangetroffen. 2. Eone missive van Gedeputeerde Staten dezer provincie, dd. 3 November 1894 B No. 746 (2de afd.) G. S No. 84/2, waarby wordt medegedeeld dat de begrooting van het 2de bataljon rustende schuttert) in dit gewest voor het dienstjaar 1895 door dat college is vast gesteld in ontvang en uitgaaf tot eon bedrag van ƒ241, en dat het aandeel in de kosten voor deze gemeente is bepaald op 21.69. 3. Eene missive van datzelfde college B No. 3715 (3de afd.) G. S No. 71 dato 6 November jl., waarby wordt medegedeeld, dat Gedeputeerde Staten voornoemd hebben beslo ten te verklaren: lo. dat C. L. Van Dooren, J. Wensveen, W. J. D. Van Iterson en jhr. A. C. Van Haoften, respectievelyk aangoslagen in de 18do klasse a ƒ7, in de 15de klasse a 12.50, in de 12de klasse a ƒ20 en in de 9de klasse a 30, to hoog zyn belast, en te bepalen, dat hunne aanslagen zullen worden teruggebracht respectievelyk in de 19de klasse a ƒ0, in do 19Jo klasse a 6, in de 14de klasse a ƒ15 en in de 13de klasse a f 17.50; 2o. met handhaving van den aanslag van K. Tb. Caron het daartegen ingebracht bezwaar onge grond te verklaren. 4. Eene missive, waarby namens den heer R. H. O. baron Van der Capellen afschryving van zyn aanslag in den hoofdelyken omslag wordt verzocht over dit jaar, wegens vertrek uit de gemeente naar '6 Gravenhage. Waarop wordt besloten hem voor Vis af schryving van zyn aanslag in den hoofdei, omslag te verleenen over dit jaar. 5. Eene missive van den heer L. Den Ouden, hoofd der school a/d. Morsch, waarby door hem wordt medegedeeld, dat by hem aanvrage is gedaan om tot de school toe te laten C. Maró, wonende in de Rynstraat alhier, en dat hy die leerling op de school kan.plaatsen. Waarop goedgunstig wordt, beschikt. 6. Eene missive van den heer Thiefry, waarby deze mededeelt dat hy niet genegen is om de koeten van den plaatsvervanger en van den besteller voor den telephoondienst op zich te nemen, maar in overweging geeft dat door den Raad een bedrag beschikbaar zal worden gesteld voor den plaatsvervanger en den besteller en dat de bezoldiging van laatst genoemde grootendeels zou kunnen gevonden worden door het heffen van bestelgeld. Waarop na discussie wordt besloten, de jaarwedde van don telephonist met 25 te verhoogen, en dat het bestelgeld op 10 ets. per telegram wordt bepaald, terwyl tot het ver- krygen van een telephoontoestel daartoe aan vraag zal moeten geschieden aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nyverheid. Een request van den heer N. Yan der Spek, waarby deze voorstelt wegens het ruilen en afstaan van grond, volgens overgelegde kadas- tralo kaart, en beschry ving, welke heeft plaats gehad, hiervan e9ne notariéele akte te doen opmaken tot scheiding van elkanders eigendom on de kosten van ovordracht gezamenlyk te dragen. Waarop na discussie wordt besloten, aan adressant mede te deelen, dat door hem de kosten van overdracht betaald moeten worden, maar dat de indertyd door hem toegezegde ƒ50 voor de aansluiting op het hoofdriool in de Aloëlaan hem zullen worden geschonken, en dat de Raad in eene volgende vergadering een besluit zal nemen om dien grond aan den publieken dienst te onttrekken. Hierna wordt overgegaan tot de benoeming van leden van de stembureelen voor de ver kiezing van een lid van den Raad op Dinsdag 27 November a. 8. Tot voorzitter van het stembureel aan het Raadhuis werd benoemd de heer E. Groen, wethouder, en tot leden de heeren J. C. Spaar garen en A. Juffermans. Tot voorzitter van het stembureel aan het Heinsiusplein werd benoemd de heer H. Dui venvoorde, wethouder, en tot leden de heeren J. J. Van Hoeken en L. E. Nieuwenhuizen. Vervolgens wordt overgegaan tot de her ziening van het besluit tot heffing van den hoofdelyken omslag in de gemeente, en daarna vastgesteld. Hierna worden nog ter tafel gebracht een viertal reclames tegen den aanslag in den hoofdelyken omslag. Waarop wordt besloten die naar de be- trekkelyke Commissie te renvoyeeren. Ten slotte komen nog de volgende punten der agenda in behandeling: „Bespreking over de bestemming van het Oude Ziekenhuis." Waarop wordt besloten dit lokaal te ver huren tot het houden van vergaderingen, enz. „Bespreking over het al of niet toepassen van art. 19 van het bestek op de aannemers Kortekaas en De Rooy." Waarop wordt besloten hen van de boete te ontheffen. Daarna wordt de vergadering door den Voorzitter na gehouden rondvraag gesloten. Gemeenteraad van Bodegrave. Vergadering van Vrijdag, 28 November. Voorzitter: de Burgemeestor. Afwezig: de heeren Dr. Kapteyn en D. Van Donk. De notulen der vorige vergadering worden onveranderd goedgekeurd. Naar aanleiding van deze notulen deelt de Voorzitter mee, dat de heer v. d. Giesen zich bereid heeft verklaard te blyven voortgaan met het samenstellen der marktberichten. Geschiedt mededeeling van enkele inge komen brieven van de Ged. Staten en van den Commissaris der Koningin, welke voor kennisgeving worden aangenomen. Van mej. C. Kramers, onderwyzeres aan de school B, is ingekomen een verzoek om ontslag uit hare betrekking. Overeenkomstig 't advies van B. en Ws. wordt besloten dit ontslag op de meest eervolle wyze te verleenen, In overeenstemming met het in de vorige vergadering genomen voorloopig besluit, wordt thans definitief besloten de jaarwedde van de nieuw te benoemen onderwyzeres aan school B vast to stellen op 550. De Voorzitter deelt mede, dat, ingevolge gedane oproepingen, zich hebben aangemeld 2 sollicitanten voor de vacante betrekking, welke sollicitanten jl. Dinsdag eene proefles hebben afgelegd. In overleg met den arr.-schoolopziener, hebben B. en Ws. de volgende voordracht opgemaakt: No. 1 mej. M. E. Toussaint Delincóe te Ter-Aar, No. 2 mej. L. M. Van Gorkum te Niouwdorp gemeente 's-Heer-Arendskeike, uit welke voordracht met algemeene stemmen wordt benoemd mej. Toussaint Delincée. Naar aanleiding van eene opmerking van de Ged. Staten wordt besloten de onlange door den Baad vastgestelde verordening op de heffing van schoolgelden nog eenigszins te wyzigen en daarin op te nemen de bepaling, voor het herhalingsonderwys 't welk tot nu toe kosteloos werd verstrekt te heffon 20 cents per maand voor eiken leerling. Na eenige bespreking worden vastgesteld de suppletoire kohieren van de hondenbelasting ad 12.60 en van den hoofdelyken omslag ad 53.59. Wordt goedgevonden eenige betalingen, waartoe de onderwerpeiyke posten niet toerei kend zyn, te doen geschieden uit den post voor onvoorziene uitgaven. By de gebruikelyke rondvraag verzoekt de heer Rollman eenige inlichtingen omtrent de Nieu wstraat. De voorzitter zegt dat de gemeente- opzichter heeft opgemaakt een plan tot be grinding of bestrating, doch dat nog niet alle eigenaren genegen schynen hun aandeel by te dragen. In de eerstvolgende vergadering vac Burg. en Weths. zal echter deze zaak behan deld worden. De heer v. d. Giesen zegt dat al sedert ge- ruimen tyd een luik van den toren opon staat. De Voorzitter zal den gemeente-opzichter hier van in kennis stellen. Nog wyst de heer v. d. Giesen er op, dac do tram, die 's Maandagsmorgens te 7.35 van Bodegrave gaat, juist een paar minuten vóór de aankomst van den trein uit Leidon vertrekt, 't welk zeer ongeriefelyk is. De Voorzitter zegt dat de tram juist 's Maandags vroeger vertrekt om eene goede aansluiting te krygen naar Rotterdam. Hy zal echter met de directie spreken over eeno mogelyke tegemoetkoming Niets meer te behandelen zynde, wordt cle vergadering gesloten. SERUM. Door dr. Van der Harst, te Koudekerke, wordt in de „N. R. C." de volgende opwekking gericht tot zyoe collega's, om hun invloed te doen gelden tot het byeenbrengen van een fonds voor de bereiding van serum. „Het diphtheritis-serum belooft een te waar- deeren middel te zyn tegen de door ons allen zoozeer gevreesde keelziekte; laten wy, medici, voor die uitvinding dan onz9 dankbaarheid toonon, niet alleen door zeiven by te dragen in do kosten, noodzakelyk voor de bereiding, doch a. h. w. door bedelen, ieder in zyne omgeving, zooveel mogelyk gold by elkaar te krygen; wy tcch kennen en 6preken vele menschen, wier offervaardigheid zeer zeker zal zyn op te wekken, waar die ongetwyfeld zou zyn blyven slapen, als ze spontaan had moeten optreden. Ik spreek by ondervinding, daar ik, begonnen zynde gelden in te zamelen, bepaald een verrassend resultaat zal krygen, als ik naga welk klein gedeolto van het op eene lyst ingeschreven bedrag zou geschonken zyn, indien myne opwekking achterwege ware gebleven."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2