N°. 10655. Donderdag 15 November. A0. 1894-, jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. EENE HELDIN. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf I-IO. Franco per post. 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER AD VERTEN TIÜN": Van 1 6 rogels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Qrootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. De toestand Tan onzen landbouw. Aan H. M. de Koningin-Weduwe, Regentes van het Koninkrijk, is een adres ingezonden door de vereeniging van Nederlandsche patroons „Boaz", waarin o. a. te kennen gegeven wordt dat in hare jaarvergadering, in September 1893 te Rotterdam gehouden, de zeer nood lijdende toestand van onzen landbouw werd ter sprake gebracht; dat tot nauwkeurig onderzoek van dien toestand eene commissie werd benoemd, be staande uit twintig voorname landbouwers en deskundigen uit alle oorden des lands, waar onder verscheidenen, die in verschillende staats lichamen hebben gediend of nog dienen. Deze commissie heeft in de te Leiden ge houden jaarvergadering van 25 en 26 Septem ber jl. hare verschillende rapporten uitgebracht en de Vereeniging neemt dientengevolge de vrijheid de hoofdzaken daarvan onder de aan dacht van Hare Majesteit te brengen. In de laatste jaren worden uit het buiten land, voornamelijk uit Amerika, zeer groote hoeveelheden van granen, huiden, vetten en wat met een en ander in verband staat, geheel vrij van invoerrechten, in Nederland ingevoerd, en deze invoeren verkrijgen zoo zorgwekken- den omvang, dat de prijzen der producten hier te lande de kosten van landhuur en productie slechts zoo weinig te boven gaan, dat daaruit voor den landbouw geen bestaan meer is te vinden. In het jaar 1876 kon de tarwe in ons land nog ƒ13 per HL. opbrengen, terwijl in Sep tember dezes jaars die prijs reeds tot omstreeks f 5 was gedaald, en de markt in Amerika nog steeds dalende iszoodat welhaast vooral voor de verschillende granen de productie kosten den daarvoor te verkrijgen prijs zullen overtreffen. Van dien toestand zijn, volgens het adres, de treurige gevolgen: lo. verarming der landbouwers, die reeds nu in grooten getale in verschillende provin ciën en vooral in Friesland hunne eigen hoeven moeten verkoopen, terwijl de pachters niet meer in staat zijn den pachtprijs op te brengen; 2o. omzetting van duizenden hectaren bouw land in weiland, waardoor elko bunder in wei gebracht land eene schade aan de arbeiders veroorzaakt van f 50 per jaar. Op deze wijze gaan door het gebruiken van buiten- landsche graansoorten voor onze bevolking eenige millioenen aan arbeid verloren. Dit gebrek aan werk is tevens oorzaak, dat gobeele scharen naar de groote steden worden gevoerd, waar z{J de werkeloosheid op onrustbarende wijze vermeerderen en ten prooi worden aan het pauperisme, hetwelk reeds zoo zorgwek kende afmetingen aanneemt; 8o. door de sterke vermeerdering van wei- jand, evenredige uitbreiding van de veeteelt en dus daling der prezen van het vee en der producten voor zuivelbereiding; 4o. belangrijke vermindering van koopkracht in het algemeen, niet alleen bjj de landbou wers en arbeiders, maar ook bij de grondbe zitters, hetgeen dus kwijning ten gevolge heeft in alle takken van nering en bedrijf; 5o. de vermelde achteruitgang van de prijzen der producten heeft mede ten gevolge dat voor het in cultuur brengen van woeste gronden, waardoor aan vele werkloozen arbeid kon worden verschaft, hoogst moeilijk kapitaal kan worden verkregen, omdat daarvan by den bestaanden toestand geene behooriyke rente kan worden verwacht; Dat deze noodlottige toestand van het land- bouwbedryf, door velen aan de invoering van den enkelen gouden standaard toegeschreven, verbeterd zou moeten worden door eene andere muntregeling, meent „Boaz" niet; vooreerst omdat die muntregeling nog ver in het ver schiet zou liggen, maar ook omdat naar de meening der "Vereeniging, de invloed der munt- quaestie op de in dit request bedoelde be langen niet afdoende kan zyn, omdat door zulk eene regeling de verhouding van het betaalmiddel zich op dezelfde wyze zal w\jzi- gen tegenover de waarde van den grond en der productiekosten, als tegenover de pro ducten, en derhalve de prysverhouding der laatstgenoemden tegenover de beide eerstge noemde factoren ongeveer dezelfde zal blyven; daar de prys hier te lande zich regelt naar het buitenland, vooral naar Amerika, waar grond- en productiekosten veel goed- kooper zyn, kan naar de overtuiging harer deskundige rapporteurs alleen verbetering worden verwacht van de heffing van een billyk invoerrecht op granenhuiden, vetten en al toat daarmede in verband staat. De Vereeniging voert tegen de bekende bezwaren de gebruikelyke argumenten aan en zegt o. a., dat de verhooging van den broodprys geen bezwaar kan opleveren. Eene heffing byv. van enkele guldens invoerrecht per honderd kilo graan zou den broodprys slechts gering verhoogen en wat baat den arbeider het goedkoope brood, wanneer hy geen werk heeft om het te kunnen verdienen Integendeel, door de verhooging van den prys der granen zou do graanbouw in ons eigen vaderland en daardoor de vraag naar meerdere werkkrachten zoozeer toenemen, dat tal van arbeiders, nu armlastig, hun eigen brood zouden kunnen verdienen en het stygen van den broodprys dankbaar zouden zegenen. Amerika, dat onze markt geheel vry met granen, huiden en vetten overvoert, telt op elke dui zend personen slechts vyf armlastigen, ons dierbaar vaderland daarentegen honderd vyf. De Vereeniging verzoekt daarom H. M. het vraagstuk tot het heffen van invoerrechten op de hier bedoelde producten by Hdr. regee ring aanhangig te willen maken. „Zy doet dit met het vaste vertrouwen, dat de hooge nood, waarin onze landbouwende stand met geheel do plattelandsbevolking verkeert, Uwe Majesteit met vorsteiyke deernis vervult, en in do ongeschokte overtuiging, dat geheel die plattelandebevolking in onze geëerbiedigde Koningin-Regentes hare van God gegeven beschermvrouw eerbiedigen moge". Leiden, 14 November. Voor het heil- of diphtheritis-serum heeft dr. A. Nykamp alhier hedenmorgen als 5de bydrage naar Utrecht gezonden f 86.75, ge vormd door de volgende gavenV. v. W. f 10, postwissel Noordwyk f 5, D. K. Jr. ƒ1, A. B. motto „een werkman, ter navolging" f 0.26, mevr. B. ƒ10, T. ƒ2.50, C. M. T. G. ƒ2, Serum-diphtheritis ƒ2.50, dr. H ƒ2.50, Bydrage voor het serum van N. N. 25, mr. C. A.f5, dr. G. 5, H., med.-docts. 5, H. S. f 10 en voor Heilserum J. H. (20 blauwe postzegels) ƒ1. Door de dames van de Zondagsschool van de Afdeeling Leiden van den Nederland- schen Protestantenbond is van de gemeente commissie van do Ned.-Herv. Kerk alhier voor den tweeden Kerstdag het gebruik gevraagd van de Hooglandsche kerk voor eene gods dienstoefening voor kinderen, waarby eene Kerstcantate zou gezongen worden. Ofschoon door ruim 600 kinderen met hunne ouders reikhalzend naar die Kerstfeestviering was uitgezien, is het verzoek, om voor de com missie overwegende, doch door haar niet nader aangegeven redenen, geweigerd. „De Voddenraper van Parys," het drama in acht tafereelen en een voorspel naar het Fran8ch van Félii Pyat door C. T. P. Bigot, hoe oud, hoe menigmalen hier, ook in den laataten tyd eene enkele maal, opgevoerd, heeft toch zyne aantrekkingskracht nog niet verloren, want anders zou gisteravond zich in de Stadszaal alhier geen vyfhonderdtal personen bevonden hebben om het drama toen aldaar te zien geven door het Haagsche Tooneelgezelschap onder directie van den heer Charles De la Mar. Aangezien wy veronderstellen dat ieder, die niet ten eenenmale een vreemdeling is op tooneelgebied, en zelfö velen hunner, die nooit eene tooneel voorstelling by wonen, de inhoud van bovengenoemd stuk bekend is, achten we het overbodig hier er iets van mede te deelen. Omtrent hot spel, dat byzonder scheen te bekoren en telkens uitbundigen by val ver diende in het oog van het meerendeel der aanwezigen, zy even aangestipt dat de heer Charles De la Mar inderdaad Jean, de vodden raper, goed weergaf; vooral gedurende zyne dronkenschap, maar ook als smeekeling voor zyne dochter was hy in zyne kracht. Toch o verdry ve hy niet, om het „publiek" welge vallig te zyn. De woorden, welke hy nu en dan gebruikte, waren allesbehalve netjes. Uit drukkingen alsden „bek" houden, een kind „verzuipen" en een leelyken „smoel" hebben, zyn door synoniemen toch zoo gemakkeiyk to verhelpen. Ze zyn op het tooneel niet meer voor dezen tyden, evenmin als het programma echt Leidsch en naar den tyd was. En 't kostte nog geld ookl De heer Smits stak het hoofd van het Tooneelgezelschap uit het Casino volstrekt niet naar de kroonwat speelt hy moeiiyk en hoe styf beweegt hy zich, ook als er geene blooheid te pas komtl De heer Yan Ollefen gaf weer meer reden tot tevredenheid. Yan de dames hield zich mevr. Fuchs het beste als juffrouw Potard, hoewel de overigen ook op bevredigend© wyze medewerkten om een goed geheel tot stand te brengen. Hierby zullen we het laten na de opmer king dat het drama volstrekt geene tranen te voorschyn riep en in de pauzes, ook na de vreeseiykste scènes (van moord, wanhoop, onschuldige betichting, enz.) zelfs vrooiykheids- uitingen zich deden hooren. Dus men amu seerde zich ook tusschen het spell Gedurende de 2de helft der maand Oct. zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: mej. M. Jolly, Amstelveen; mej. De Jong, mej. M. v. d. Linde Jarnazette, L. Engelschman, wed. Donniege, mej. M. Bertram, K. A. De Yos, wed. Ramak, Amsterdam; mej. M. v. d. Woerd, wed. Malten, mej. M. Leeuwenburgh, R. Exter, 's Gravenhage; mevr. Duivenvoorde, B. Cats, Leiden; L. Bronkhorst, C. Lelieveld, Brand, mej. C. Halter, Rotterdam. BriefkaartenH. A. Schnyder, L. Van Wis sen, Yan Tongeren, 's Gravenhagemej. C. De Jongh, Rotterdam; W. L Klein, Utrecht; A. Dassen, Zuidbergen; mej. J. K. Keyser, niet. vermeld. Brieven, besteld voor het buitenland: N. Rozier, Dusseldorf; O. v. Leixenburg, Londen J. Eberson, Klatten; D. v. d. Wych Brants, Interlaken. De 2de luitenants M. M. Eyssell en H. Van Hennekeler, van het 4de reg. inf. te Leiden en Delft, zyn overgeplaatst naar Gouda. By de gisteren in „Pulchri Studio" te '8 Gravenhage gehouden veiling van moderne schilderyen uit de nalatenschap van den heer Post, werd „De goede buren", van Jozef Israels, ingezet op 6000, verkocht voor 10,100 aan den heer Van Eeghen. „De Dam te Amsterdam", van Isaac Israëls, en bekend van de jongste kunstbeschouwing alhier, werd voor 450 eigendom van prof. Drucker, te Leiden, evenals de „Omstreken van Den Haag", van Jacob Maris, voor ƒ2300 en een „Landschap", van denzelfden meester, voor 1000. Dinsdag-avond gaf de Hillegomsche Jonge- lingsvereeniging „l'Amitió" hare eerste uit voering in dit seizoen, in het lokaal „Café Flora", van den heer Jb. Staats. Een drietal goedgekozen comediestukkon werd ten tooneele gevoerd, welke als zeer goed geslaagd mogeD worden beschouwd. Vooral het tooneelspel „Onteerd", in 5 be drijven, vond veel byval en gaf bewyzen van eene ernstige studie en goede verdeeling der rollen. Een woord van lof aan den pianist en de kunstlievende leden is daarom zekeriyk niet misplaatst. Benoemd is tot onderwyzeres te De Valk mej. S. Schuurman, te Zwammerdam; tot onderwyzer aan de R.K. school to Waddinga- veen do heer Q. Krook, te Moordrecht. Bedankt is voor het beroep naar de Christel. Geref. gemeente te Lutten aan de Dedemsvaart door den heer P. J. M. De Bruin, predikant te Voorschoten. In de omgeving van de Tweede Kamer vertelt men dat het voornemen bestaat, de ingediende geweren-wet te verwerpen. Maar er is nog een geruime tyd tusschen nu en hare behandeling, zoodat, aangenomen dat het gerucht op goede gronden berust, intus- schen nog heelwat kan veranderen. Zaterdag is in het klooster te Mariöndaal op 67-jarigen leeftyd overleden pater A. Van Lommei. De overledene was bekend om zyne uitgebreide historische wetenschap en had zich in de meest uiteenloopende kringon den roem verworven van een uitstekend oudheidkenner. De „Studiën", het „Archief van het aartsbisdom Utrecht" en de „Bydragen tot de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem" bevatten eene reeks hoogst belangrijke geschriften van zyne hand. Naar wy vernemen, heeft onlangs de ingenieur Krieger zich van de hem opgedragen taak gekweten en de door hem opgemaakte plannen en teekeningen voor het locaalspoor Haarlem, Haarlemmermeer, Nieuwersluis, aan het comité voor den Noordhollandscb-Utrecht- achen locaalspoorweg ter hand gesteld. Daarby is het te doorrijden terrein van Haarlem tot Nieuwersluis in kaart gebracht, de noodige lengteprofielen en doorsneden zyn mede in kaart gebracht en eene algemeene beschrijving en begrooting van kosten is op gemaakt. Het comité heeft daarna al deze stukken ter fine van cross examination in handen ge steld van een anderen deskundige, waarna, gebruik makende van wederzydscbe opmer kingen, al deze plannen, enz. voorloopig zyn vastgesteld. Een omvangryk werk, dat veel tyd en moeite heeft gekost l Het comité heeft zich nu in verbinding gesteld met de besturen van de Hollandsche IJzeren-Spoorweg-Maat8chappy en de Maat schappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, ten einde te weten te komen of de opgemaakte plannen, waarby op aansluiting aan de lynen van de beide genoemde Maatschappyen ge rekend is, instemming dierzyds kunnen ver werven. Hc.) Te Utrecht kwamen, op uitnoodiging van enkele Utrechtsche studenten-geheel-onthou- der8, uit de verschillende academiesteden 36 studenten samen en vergaderden in het Militair Tehuis; ofschoon lang niet allo studenten- geheelonthouders uit ons land aanwezig waren, was toch geenszins zulk eene goede opkomst verwacht. Na veel discussies over het vóór en tegen van eene Nederlandsche studenten geheel ont- houders-vereeniging en over de vraag of men propaganda zou maken of niet, werd eindeiyt eenstemmig tot de oprichting besloten, ter- wyi bepaald werd, dat het al of niet propa ganda maken overgelaten zou worden aan de verschillende afdeelingen, terwyi ook het lidmaatschap van eene afdeeling niet verplich tend werd gesteld, om lid te zyn van do vereeniging. De vereeniging stelt zich ten doel een band te vormen onder alle studenten in Nederland, die door geheel-onthouding het misbruik vae 34) O, zt) moest het terugnemen, dat woord, dat vreeselyke woord, dat zyn zoon een dief was. Hy kon geene verstaanbare lettergreep uitbrengen; zyne tanden klapperden tegen elkaar. Hy worstelde tegen zyne zenuwen; eene onlydeiyke marteling scheen hem te zullen dooden. „Hoede Hemel", kreet Joséphine, „blyf toch bedaard, manl O, dat ik het my moest laten ontvallen 1" Hy zwaaide met zyne handen in de lucht en knikte daarby vreemd met het hoofd. En toen mevrouw Steiner hem liefderyk troostend in bare armen wilde sluiten, viel hy machteloos voorover, zoodat dit looden gewicht zelfs voor haren eterken arm te zwaar werd; en slechts met groote inspanning mocht het haar gelukken den val te breken door hem langzaam te laten neerglyden. Zoo lag hy daar nu op den grond. Met taaie volharding had hy zyn zwak lichaam verdedigd tegen elk verdriet, tegen Ingespan nen arbeid en veel moeite des levens. Maar het bewuetzyn, dat hem nu als een bliksem straal getroffen had, het feit, dat zyn zoon de eigen moeder had bestolen, sloeg hem terneer, zoodat hy levenloos of althans onmachtig in elkaar was gezakt. Joséphines echtgenoot was door eene zenuw beroerte getroffen 1 Zy knielde naast hem neder. Haar hoofd lag diep voorover gebogen; de banden hield zy krampachtig samengevouwen de oogen bleven droog. In angstige spanning staarde zy op de ge- Bloten oogloden van haren ongelukkigen man. Zouden zy zich nimmer weder ontsluiten? Eene vurige bede, dat het haar nog vergund mocht worden hem goed te doen, welde op in haar hart. Haro liefde voor hem, dit was haar zelfs in deze minuut volkomen duideiyk, leefde niet meer; zy was sedert lang gestorven. Maar hare edele tweelingzuster, de barmhar tigheid, vervulde het hart dezer vrouw en stemde haar teeder en ootmoedig. Joaéphine stond op. Met loomen tred ging zy naar de deur. Haar roepen om hulp deed Walburga uit het Boezen over haar kinderachtig verdriet ontwaken, om haar tot den ernst des levens op te roepen. VII. Voorheen en (huns. Het Kerstfeest was aangebroken 1 In het huie van den onderwyzer dr. Steiner stond de groene denneboom nog onaangekleed. Niemand had er feest gevierd. Den jongens kon het niet veel schelen, want nu stond de ryke bezending van hun voogd, met al de daaraan toegevoegde snoeperytjes, geheel te hunner beschikking. Bovendien kaapten zy gedurig van het suikergoed, dat voor den Kerstboom bedoeld was geweest, zonder dat iemand er aan dacht hen te beknorrenhet grootste gedeelte van den dag waren zy op het ys. Het dienstmeisje had eerst gemopperd, omdat het vreesde haren uitgangsdag te zullen moeten missenmaar Walburga nam al haar werk van haar over. Walburga liep door bet huis als eene slaap wandelaareter. Het echeen, dat al hare zinnen door eene soort van veretyving getroffen waren. Zy kon niet van harte bedroefd en bezorgd over den toestand van haren vader zyn; evenmin waa zy in staat innig naar Heribert te verlangen, plannen te maken, of zich met hare hoop op de toekomst bezig te houden. Alles in haar was dofl Haar jong hart was als het ware verlamd door die plotselinge, eerste ervaring van het feit, dat in het menschenleven het onberekenbare zyne geheimzinnige plaats weet te vinden. Hoe geheel was zy verdiept geweest in hare eigen wenschen en in hare zoogenaamde rampzalig heid, toen dit vreeeelyke, waaraan niemand gedacht had, was gebeurd I Wat baatte het, verder bezorgd te zyn? - Wat baatte het, te hopen, te beminnen, te treuren I Morgen - misschien op dezen eigen dag, kon haar immers weer een ongeluk treffenmogeiyk wel de dood 1 Deze onverschillige stemming, waarin zy aan meta deelnam wat rondom haar voorviel, duurde langer dan men van hare jeugd zou hebben verwacht. Trouwens, er was niemand in huis, die door een woord of door een hand druk den druk, waaronder zy leefde, van haar kon afnemen. Op zekeren dag stopte Lou haar een briefje van neef Heribert in de band. „Myne gloeiend beminde Walburga", schreef hy, „uwe oudera zyn ongelooflyk moeiiyk tot een besluit te brengen 1 Door de ziekte van je vader zal, naar ik vrees, het uitspreken van den formeelen zegen nog wel langer worden uitgesteld. „Maar je bent toch in stilte myn lief bruidje en het is eenvoudig ons recht elkan der te zien en te spreken. Kom, als het je eemgszins mogeiyk is, morgenavond op den grooten weg, waar deze naar de rivier wy kt. Daar, op dat kruispunt, zal ik met een rytuig op je wachten. Wy kunnen althana, als wy een uurtje rondryden, ongestoord over het een en ander praten. Ik verwacht je stellig en zend je duizend kussen. Je H. Een donkere blos kleurdo Walburga's gelaat onder het lezen van dien brief. Haar hart klopte onstuimig en eene haar nog onbe kende, zeldzame ontroering overmeesterde en kwelde haar. Zou het misschien het smachtend verlangen zyn naar den troost, dien Heribert haar geven kon; naar de woorden van liefde en bewon dering, die hy altyd voor haar gereed had? Een oogenbiik schoot de gedachte door haar hoofd: „Moeder zou het waarschyniyk niet eene merken, dat ik uit was, tusschen vyf en zeven uren." Maar op het volgende beefde zy en eene groote beschaamdheid nam nu de overhand op haar. Hoe had het in haar kunnen opko men iets in het geheim te doeni Foeil „Zeg aan Heribert", zeide zy tot den op antwoord wachtenden Lou, „dat ik niet wil doen, wat hy my vraagt." Zy gaf zich niet eens de moeite te laten zeggen, dat zy niet kon of niet durfde komen; eenvoudig ronduit: „Ik wil nietl" Hierna verzonk zy weder in hare vorige onverschilligheid voor alles, zelfs voor haar eigen lot. Joséphine had geen tyd om over den ziels toestand en de lotgevallen harer dochter te denken. Die eerste roman van Walburga met de daarby beboorende omstandigheden scheen haar nu eene byzaak toe. De wonden go- nezen zoo spoedig in eeD nog niet zeventien jarig harti Hier echter, by de sponde, waaraan zy waakte, stond iets van veel ernstiger aard op het spel. Hier worstelde de dood met haar om den man, die verlamd en bewusteloos lag uit gestrekt. De oude dokter Hillermann had, met zyn eeuwigdurend lachje, dat altyd den stempel droeg eener blyde voorspelling, gezegd„Moed gehouden, lieve mevrouw 1 Het zal nog wel goed afloopenl Hy is taai, onze goede dr. Steiner. Zyne gezonde natuur zal ons by zyne verpleging eene goede bondgenoote zyn. U zal zien: wy helpen er hem weer boven op." Mevrouw Steiner zat als een steenen beeld naast dit ziekbed. Men had Steiners ledikant naar zyne studeerkamer overgeplaatst en hier lag hy nu, terwyi hare oogen trouw de wacht hielden over dien verlamden, kracht- en mach- teloozen man, die meer aan een blok hout dan aan een menech deed denken. Wordt vervolgd''

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1