N°. 10653.
Dinsdag; 13 November.
A0. 1894.
dOourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
EENE HELDIN.
LEIBSCÏÏ
DA&BLAB.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers -i
f 1.10.
1.40.
0.05.
PEUS DER AD VERTEN T1ÜN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incassoeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 12 November.
In de Kunstzaal van het Stedelijk Museum
alhier zal binnen een paar dagen eene expositie
worden gehouden van moderne Fransche
prentkunst. O. a. zullen Ibels, De Toulouse
Lautrec, Chérot, Steinlen, Vuillard, Louis
Legrand, Seon, De Feure, Forain en Pissarro
vertegenwoordigd zjjn.
De heer A. W. Ippius Fockens, alhier,
dezer dagen door het prov. kerkbestuur van
Drente toegelaten tot de evangeliebediening
in de Ned.-Herv. Kerk, stelt zich vooreerst
nog niet als predikant beroepbaar.
De gisterochtend alhier aangekomen
Engelsche mail bracht o. a. de Bataviasche
bladen van 10 en 11 Oct. en de „Deli-Crt."
van 10 en 13 Oct.
De Nederlandsche mail met berichten uit
Batavia tot 9 Oct. kan hedenavond alhier
worden verwacht.
De Nederland8che Schaatsenrtjdersbond
heeft in „Zomerzorg" de algemeene vergadering
gehouden.
Tot bestuursleden werden hei kozen de
heeren mr. H. H. Van Heioma, S. H. Hylkoma
en mr. B. Van Eeten.
Uit het jaarverslag bleek o. a. dat de Bond
telt 149 donateurs en 47 clubs als leden.
De rekening van den penningmeester sloot
met een voordeelig saldo van f 280.
De algemeene vergadering zal het volgende
iaar te 's-Hertogenbosch worden gehouden.
Ingekomen waren verzoeken van Leeuwar
den om daar het provinciaal championnaat te
mogen laten verryden van amateurs en be-
roepsryders; van Kralingen, championnaat
voor Nederlandsche amateurs, van Deventer
voor Nederlandsche schoonryders, van Haar
lem voor Noord-Holland, van Groningen voor
de korte baan, hetgeen de statuten echter
niet toestaan. De kortste afstand is 500 meter.
Aan Leeuwarden, Deventer en Kralingen
werden de aanvragen toegestaan, ook aan Gro
ningen by eene minimum-baan van 500 meter.
Besloten werd een boekje uit te geven, in
het belang van den Noderlandschen Schaat-
senrydersbond, om daardoor by clubs, die
geen lid waren, propaganda te maken.
Een krediet werd toegestaan voor eventueele
Vertegenwoordiging van Nederlanders op de
internationale races en ook voor Nederlandera
om ze in 't buitenland te laten trainen.
Nadat de voorzitter had gewezen op de
fetrenge bepalingen omtrent het ryden tnsschen
amateurs en beroepsryders, waartegen stem
men waren opgegaan, werd voorgesteld even
tueel dispensatie te verzoeken by het Unie-
bestuur. Men meende dat daardoor de wed-
Btryden in belangrykheid zouden winnen. De
heer Hylkema wilde de dispensatie In 't al
gemeen verleend zien. Besloton werd in dien
geeat aan de Unie een schryven te richten.
Te Oegstgeest zal op Dinsdag 27 Nov.
la. 8. weder eene verkiezing plaats hebben van
een lid van den Raad, ter voorziening in de
vacature ontstaan door het nemen van ontslag
van den heer A. D. D Schretlen.
De Provinciale Yereeniging van Ambte
naren ter Gemeente-Secretarie in Zuid-Holland
zal op Dinsdag 27 November a. s. weder eene
algemeene vergadering houden te 's-Graven-
hage in het Zuid-Hollandsch Koffiehuis.
De heer J. D. Wassink, vroeger onder-
wyzer te Zegwaard, thans te Haarlem, slaagde
te Amsterdam voor de akte handteekenen
lager onderwys.
De Nederlandsche Maatschappy voor
Tuinbouw en Plantkunde hield Zaterdag te
Nymegen hare 24ste algemeene vergadering.
Zy werd geopend door den heer W. De
Beaufort, die den toestand der Maatschappy
gunstig noemde en de aandacht vestigde op
de te verwachten Rykstuinbouwscbool.
Bekend werd gemaakt dat de antwoorden
van de heeren S. Bleeker en A. Ide, van
Frederiksoord, op de prysvraag over een tuin-
bouwboekje, geschikt voor lagere scholen,
waren bekroond. Het aantal leden bleef station-
nair en bedraagt ongeveer 1850, verdeeld over
25 afdeelingen. In het afgeloopen jaar werd
te Yucht eene afdeeling opgericht.
Het voorstel van het hoofdbestuur tot wfizi-
ging van art. 52 der statuten en dit te doen
luiden als volgt:
„Het hoofdbestuur wordt door de algemeene
vergadering benoemd en bestaat uit een voor
zitter en tien leden, waarvan vyf leden een
der vakken van tuinbouw als beroep moeten
uitoefenen. Het wordt bygestaan door eenen
algemeenen secretaris-penningmeester. Het
aftreden der leden van het hoofdbestuur wordt
zóó geregeld, dat in twee achtereenvolgende
jaren drie en in het derde jaar vier leden
aftreden. De aftredenden, enz., enz." werd by
acclamatie aangenomen.
Het voorstel van de afdeeling „Amsterdam
en Omstreken", dat het hoofdbestuur zich tot
de Regeering zou wenden met het verzoek,
dat zy de gelegenheid opene tot verkryging
eener akte Tuinbouwkunde, lager onderwys,
werd, nadat het hoofdbestuur daaromtrent
ongunstig had geadviseerd, ingetrokken.
Over het voorstel van de afdeeling „Leiden
en Omstreken", luidende: „De algemeene vor-
gadering spreke de wenscheiykheid uit, dat,
hetzy door de Maatschappy zelfstandig, hetzy
door do Regeering op initiatief van het hoofd
bestuur, met den heer Schober, te Putten,
zoodanige overeenkomst worde gesloten, dat
het voortbestaan van het „Pinetum Schobe-
rianum" ook in de toekomst verzekerd is en
de proefnemingen aldaar op dezelfde rationeele
wfize worden voortgezet," had het hoofdbe
stuur een uitvoerig praeadvies uitgebracht.
Het verklaarde zich tegen de aanneming van
dit voorstel en sprak als zyne meening uit,
dat het hoopt, dat deze voor een deel per-
soonlyke zaak, om der kieschheidswille tot
goen8 verdere openbare beraadslagingen zal
aanleiding geven, en daarom voorgesteld
omtrent dit voorstel over te gaan tot de orde
van den dag en rustig af te wachten of de
eigenaar van het bedoelde landgoed zich later
zelf tot het hoofdbestuur zal wenden, in welk
geval het gaarne bereid is de zaak nader te
onderzoeken en later zoo noodig en wensche-
lyk voorstellen aan de vergadering te doen.
De conclusie van het hoofdbestuur werd aan
genomen.
Het voorstel van de afdeeling „Arnhem en
Omstreken," om een eere-diploma met medaille
of gratificatie uit te reiken aan Jan Comans,
die op 15 September van dit jaar gedurende
50 jaren werkzaam is geweest by de stads-
plantsoenen te Arnhem, werd gelyktydig
behandeld als hebbende ongeveer dezelfde
strekking met het voorstel van „Groningen
en Omstreken" om de wenschelykheid uit
te spreken van de oprichting van onderlinge
verzekering8maatschappyen tegen hagelslag,
in zake tuinbouw, en de vraag van de af
deeling „Aalsmeer en Omstreken" in hoever
glasverzekering vanwege de Nederlandsche
Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde
kan uitgaan. Het hoofdbestuur praeadviseerde
om verschillende aangegeven redenen geen
dezer voorstellen aan te nemen, doch is gaarne
bereid op het eerstvolgende wintercongres
het punt „verzekering tegen hagelschade" te
doen inleiden en tot bywoning daarvan de
directeuren en vertegenwoordigers dor hem
bekende Maatschappyen uit te noodigen. Be
sloten werd het eere-diploma en eene grati
ficatie van f 25 toe te kennen.
De rekening over 1893 en de begrooting
voor 1896 werden daarna op voorstel van de
commissie van onderzoek onveranderd goed
gekeurd.
Tot leden van het hoofdbestuur werden
gekozen de heeren J. H. Rottmann, C. A.
Hiebendaal, dr. Cattie en mr. Nieuwenhuis.
Ten slotte werd bepaald dat de volgende
algemeene vergadering zal gehouden worden
te Dordrecht. De winterbyeenkomst zal worden
gehouden te Utrecht en de vriendschappelyke
byeenkorast in de afdeeling Gooiland.
By den gemeenteraad van Den Haag is
door den heer J. F. R. Van de Wall, civiel-
ingenieur aldaar, een gewfizigd ontwerp inge
diend voor den aanleg en de exploitatie van
eene paardentram van de Regentesselaan naar
het station van de Staatsspoorweg Maatschappy.
Tot lid van den gemeenteraad te Gouda
is gekozen de heer Vingerling (ant. rev.) met
546 st. De heer Vorster (liberaal) had 467
van de 1013 geldige stemmen.
De redactie van „De Wereldkroniek" be
toogt in haar jongste nummer de wensche
lykheid der oprichting van een nationaal ge-
denkteeken dat „tydgenoot en nazaat zal wyzen
op de glorieryke daden van ons koloniaal leger;
byeengebracht door allen, ryk en arm, die,
na hunne gave ten beste te hebben gegeven
tot het menschlievend verzachten van de
ellende, welke steeds den oorlog op den voet
volgt, alsnog een penning willen offeren voor
een duurzaam bowya van vaderlandsliefde en
huldebetoon."
De redactie zou voor de oprichting het
Koningsplein te 's-Gravenhage willen zien aan
gewezen. Een door den Haagschen architect
Jan De Quack vervaardigd ontwerp voor het
gedenkteeken is aan deze aflevering van „De
Wereldkroniek" toegevoegd.
Te Kuilenburg is Zaterdag nacht in den
ouderdom van ruim 84 jaren overleden de
oud strijder Frederik Steehouwer, die tevens
gerechtigd was tot het dragen van het Metalen
Kruis.
Tot lid van den gemeenteraad te Maas
sluis is gekozen dr. Th. G. Den Houter.
Het blykt nader dat de minister van
waterstaat, handel en nyverheid geene aan
leiding heeft gevonden om aan het verzoek
van den heer De Mos, te Scheveningen, tot
het verleenen van eene voorloopige concessie
voor een kanaal naar den Hoek van Holland
gevolg te geven, op grond dat het gemeente
bestuur van 'R-Gravenhage en het hoogheem-
raadsbestuur van Delfland bezwaren hebben
ingebracht tegen het plan van een binnen-
duinsch kanaal van Scheveningen naar den
Hoek van Holland, zoodat op medewerking
van die zyde geen uitzicht bestaat.
Uit Paramaribo schryft men aan het
„Haagsche Dagblad", dd. 27 Sept.:
Heden is alhier eene vereeniging geconsti
tueerd, bestaande uit gepromoveerden, in
Suriname woonachtig. Yan de 30 personen,
die in de termen vielen, traden 29 tot de
vereeniging toe. De Gouverneur, jhr. mr. T.
Yan Asch van Wyck, werd tot eere lid ge
proclameerd en mr. P. N. Engelberts tot voor
zitter gekozen.
Door de arr.-rechtbank te Heerenveen is,
ter vervulling van eene vacature van rechter
in dat college, opgemaakt de navolgende alpha-
betische lyst van aanbeveling: mr. N. Van
Hasselt, subst.-griffier by de arr.-rechtbank te
Tiel, mr. J. C. Von Briel Sasso, griffier by het
kantongerecht te Zaandam, en mr. T. S. Tromp,
subst.-griffier by de rechtbank te Leeuwarden.
Het stoomschip „Amsterdam" vertrok
10 Nov. van Nieuw-York naar Rotterdamde
„Utrecht", van Batavia naar Rotterdam, arri
veerde 10 Nov. te Marseille; de „Edam", van
Nieuw-York naar Amsterdam, arriveerde 9
Nov. te Hdvre; de „Prins Alexander", van
Amsterdam naar Batavia, passeerde 10 Nov.
St.-Vincent.
De gewone audiëntie van den minister
van oorlog op 15 dezer zal niet worden
gehouden.
By koninkiyk besluit is bevorderd, met
ingang van 1 Dec. a. s., tot commies der
posteryen 2de kl. J. F. Abbema Copes van
Hasselt, thans 3de kl.
De minister van marine heeft: lo. Inge
volge koninkiyk besluit van 9 dezer, den
kapitein-luit. ter zee P. Heyning met 1 Dec.
a. s. eervol ontheven van het bevel over
Hr. Ms. monitor „Cerberus", en vervangen
door den kapitein-luit. ter zee W. M. J. Visser;
2o. den luit. ter zee 1ste kl. J. Hartog, uit
Oost-Indiö in Nederland teruggekeerd, op
non-activiteit gesteld.
Le|M(-Ysn der Taak.
Met genoegen vernemen wy, dat de op 17
Aug. 11. te Boeleleng, op Bali, overleden taal
kenner dr. H. Neubauwer van der Tuuk zyne
geheele bibliotheek aan de Leidsche Universi
teitsboekerij heeft vermaakt, waartoe bohooren
zoowel zyne boeken als handschriften van
hemzelven en die hy van anderen in eigendom
had ontvangen, waaronder de op lontarbladen
geschreven geschriften en afschriften van
dergeiyke. De heeren beoefenaars der Indische
talen zullen zeker met belangsteling dit be
richt lezen, daar de geleerde ambtenaar voor
de beoefening der Indische talen op deze doel
matige wyze bytyds heeft gezorgd, dat zyne
verzameling niet zou verbrokkeld worden,
maar als éón geheel bewaard worden op de
Leidsche Bibliotheek, welke voor de studie
der Oostersche en Indische talen zulk een
ryk materiaal bezit. Moge aan de Indische
taalstudie op deze wys eenigszins worden
vergoed het onherstelbare verlies, geleden
door den betreurden dood van den uitstekenden
geleerde!
TWEEDE IiAMEB.
Aanvullingsbegrooting voor Oorlog.
By de beantwoording door den minister van
oorlog van het afdeelingsverslag der Tweede
Kamer over de aanvullingsbegrooting van
Hoofdstuk VHI voor 1893 doet de minister
uitkomen, dat zoowel do biliykheid als het
belang van den dienst medebrengen om de
officieren van onbereden wapens, die jarenlang
verbiyf houden in garnizoenen, waar by gemis
van bereden wapens geen onderwys in het
paardreden kan worden gegeven, op andere
wyze in de gelegenheid te stellen zich de ten
deze gevorderde geoefendheid eigen te maken.
Door den minister wordt onderzocht of en
in hoever L«c aantal gehuwde militairen be
neden den rang van officier behoort te worden
beperkt. Overigens licht de minister nader toe
de redenen, welke tot overschrijding hebben
geleid van sommige posten, waartegen voor
het vervolg zooveel mogeiyk zal worden ge
waakt.
Aanvullingsbegrooting voor Justitie.
By het onderzoek van de aanvullingsbe
grooting voor justitie 1893 werd niet alleen
de uitbreiding van het corps ryksveldwachters,
maar vooral ook het feit betreurd, dat die*
uitbreiding heeft plaats gehad zonder dat do
Kamer er in is gekend door tydige aanvulling
van de begrooting.
Derde kantongerecht te Rotterdam.
Het wetsontwerp tot vestiging van een
derde kantongerecht te Rotterdam gaf in (te
afdeelingen der Tweede Kamer tot bedenkingen
aanleiding, welke vooral gericht zyn tegen do
opheffing van het kantongerecht van Ridder
kerk, die een gevolg zou worden van dien
maatregel en waardoor de belangen van de
plattelandsbevolking, in deze betrokken, ernstig
zullen worden geschaad, zonder dat het b^.
houd een groot finantiëel nadeel voor het Ryk.
zou wezen. Men beval eene gewyzigdo indeeling
aan, waardoor de gerezen bozwaren zouden
kunnen vervallen.
By deze gelegenheid werd door vele leden
de hoop uitgesproken, dat de huievesting der
rechterlyke macht te Rotterdam zou worden»
verbeterd, waarby het denkbeeld word go
opperd om öf een algemeen rechtsgebouw te
stichten öf wel de drie kantongerechten te
zamen te huisvesten en het gebouw van de
rechtbank voor dat college beter in te richten.
88)
Ook op dozen dag, dte aan den Kerstavond
voorafging, gebeurde dit weer.
Walburga bloosde. De ontmoeting met den
man, uit wiens mond zij eiken dag eene be
slissende vraag moest verwachten, deod haar
hart met versnelde vaart kloppen. Hare hand
trilde in de zyne, toen hg die by het samen
rijden vasthield.
„Het is laat geworden, dezen middag",
begon hy. „De zon staat reeds zeer laag
„En ik heo niet langer dan een halfuur
tyd. Hoeder gaf my zooveel boodschappen is
doen on ik moet den Kerstboom ook nog
versieren."
„Welk een voorrecht genieten myne neef jes,
by u te mogen zynl De moederlooze kin
deren hebben het byzonder goed getroffen."
Walburga lachte.
„Lou en Fred denken daar anders over.
Yader is erg streng."
Uit de menschenmassa klonken de tonen
van eene schetterende militaire muziek tot
hen over. De kapel van h6t bataljon was
daar op eene hoogte geplaatst en de niet-
schaatsenrydende menschen vormden een
dichten kring van toehoorders om die tribune.
Zwygend gleden Walburga en Heribert op
het blank geslepen staal, naar de maat der
muziek hunne bewegingen voegend, over de
gladde baan.
De avondzon gloeide als een roode bol
laag aan den hemel, achter de lange ry
huizen der stad, waarboven zy nog even uit
kwam, den horizon byna tot een koperkleu-
rigen achtergrond tintend. Tegen dezen Btaken
de vele kerktorens, reusachtig hoog en ook
wel 8ieriyk klein, met vierkante en puntige
daken, eigenaardig boven de lagere daken der
huizen uit. Over de lager gelegen rivier be
gonnen de avondnevelen hun blauwachtigen
sluier te weven, zoodat de verte als in een
waas gehuld scheen. Van het strand, dat wit
en hard tot aan de bedding der rivier afliep,
woei een koude wind den schaatsenryders
tegen. Op het gladde ys weerkaatsten de
verschillende tinten van het avondrood en ook
oe figuren der heen en weer drentelende toe
schouwers zag men in eene weerspiegeling
op de ysbaan.
De smachtende tonen van do „FJedermaus-
wals" irildon lokkend en verleidelyk door de
winterlucht. Walburga wist niet, dat het de
wals uit „Die Fledermaus" was; maar die
zachte, opwekkende en toch droevig stem
mende rhytmus maakte haar blymoedig en
weekhartig tegelyk. O, wat was het heeriyk,
daar zoo voort te glyden, altyd voort; alsof
er geene zorgen in de wereld bestonden en
alsof de menschen alleen leefden om zich te
vermaken 1
Wat kwam die donkere stad prachtig uit
tegen de gulden avondlucht; en die nevelen-
sluier over alles in de verte - het geleek
wel in een sprookje. Zy zou hebben kunnen
schreien.
De muziek hield op; er kwam beweging
onder het publiek; Walburga en haar mede-
ryder gleden vlug naar de bepaalde landings
plaats, van waar bet jonge meisje altyd naar
huis terugwandelde.
„Morgen is het Kerstfeest, liefste Walburga.
Heb je geon presentje voor my gereed?"
vroeg hy, half schertsend, maar toch op een
zeer dringenden, teederen toon.
„Ik? stamelde zy, „wat zou ik kunnen
geven, dat
Nog enkele streken en dan waren zy aan
den wal kant 1 Afgesneden biezen staken hare
stoppels nog boven het ys op en Walburga
greop een wilgeatam, die aan den kant stond,
met hare reeds ts voren uitgestrekte hand,
om by het plotseling stilstaan niet te vallen.
Heribert schopte zyne schaatsen uit en
knielde voor Walburga, om haar by het los
maken der gespen te helpen.
„Wat je my geven kunt? Do verzekering,
dat je my liefhebtl Want ik weet het sedert
lang, dat je hartje my toebehoort." Zy was
gloeiend rood geworden. Geen woord wilde
over de anders zoo welbespraakte lippen 1
Hy sprong overeind en greep hare beide
handen.
„Walburga, zeg, heb je my lief?" klonk
het byna gebiedend.
„Ja ik ik geloof, dat dit liefde wezen
moet", fluisterde zy.
Thans nam hy zonder complimenten haar
hoofd tusschen zyne handen en drukte een
gloeienden kus op haren mond.
Walburga stiet hem terug. „Neen dat
niet; o neenl"
Heribert lachte.
„Je bent nu myn meisje; en ik maak van
myn goed recht als je verloofde gebruik.
Haar kom, ga nu medel Ik breng je thuis
en onderweg kunnen wy de noodigste maat
regelen, die wy te nemen hebben, bespreken."
Zy kon niet denken, zóó opgewonden was
zy. Hoe zou haar leven voortaan worden?
Onbegrypeiyk heeriyk, zeker I En hoe zouden
hare ouders zich verheugen 1 Eindeiyk, einde-
iyk dan toch een zonnestraaltje op het sombere
levenspad van hare lieve, arme moedert
„Horgen kom ik met je ouders verder
spreken," zelde Heribert.
„Onze verloving moet nog een poosje ge
heim worden gohouden, om eene reden, diojy
met dat jonge hoofdje toch niet zoudt kunnen
verstaan; daar komen „de zaken" by in
het spel. Haar ik zal by je ouders aanzoek
doen om het recht, je dagelyks te mogen
komen zien. Wat zal je vader verbiyd zyn
in my een plaatsvervanger voor zyn eigen,
verloren zoon te zien opdagen."
Hieraan had Walburga nog niet godacht;
maar dit besef verhoogde nog hare vreugde.
Zy zagen nu Walburga's ouderiyk huis
op een kleinen afstand vóór zich.
„Vaarwel, tot morgen 1" fluisterde hy innig
„droom van my vaarwel I"
Hy legde zyn arm om haar middel en wilde
haar opnieuw een kus geven.
Zy boog haar hoofd achterover en zag hem
smeekend aan.
„Vergeef het my", fluisterde zy, „het schynt
my niet geoorloofd toe.eer moeder
Zy haperde, want zy wist niet hoe zy het
zegg»n moest.
„Welnu", antwoordde hy met een booc-
aardig lachje, „je hand zal jo my toch wd
mogen geven zonder dat daaraan de ouderlykc
zegen is voorafgegaan?"
Die toon hinderde haar. Zy vreesde hem
ernstig te hebben beleedigd.
„Goeden nacht", zeide zy, hartelyk en zacht.
Zy stond hem nog na te ziende schemering
was duisternis geworden, maar de witte
sneeuw gaf toch nog ietwat licht. Vóórdat
de kromming in den weg hem aan haar oog ont
trok, zag Heribert om. HIJ onderscheidde de
ryzige, donkere figuur er. wuifde met zyn
hoed. Walburga snelde naar huis. In allo
kamers was licht. Vader zat in zyne echry.
kamer en moeder zou in de woonkamer en
in het salon waarschyniyk mot den Kerst
boom bezig zyn.
Walburga klopte aan; zy mocht vanavond
niet zondor zich aan te melden binnenkomen
Haar nog oer er „binnen 1" was geroepen,
had zy do deur der eerste kamer reeds wyo
opengerukt. Daar stond een kleine, groene,
nog niet versierde denneboom op het zeildoek-
tafelkleed. Pakjes, die zorgvuldig in papier
waren gerold, lagen er by.
„Moeder 1" riep Walburga luid. „Moeder!"
Joséphine verscheen op den drempel der
tweede kamerzy waggelde onder den onstui-
migen aanval, waarmee Walburga baar om
den hals vloog.
(Wordt vervolgd)