JPinantiëele Kroniek. Wanneer men van het tegendeel nog niet te zeer overtuigd was, zou men wellicht ge neigd zijn de afgeloopen week te beschouwen als het begin van eene gunstiger periode, van een ommekeer in den langdurigen stilstand van zaken, van eene verbetering van den algemeenen flnantiëelen toestand. Er heerschten leven en levendigheid in den Effectenhoek, twee eigen schappen, welke daar reeds langoren tijd ont braken. Toch is het nog niet meer dan eene op flikkering, plotseling ontstaan zonder invloeden van eenige beteekenis; meer het gevolg van enkele gunstige indrukken, hier en daar teweeg gebracht door omstandigheden, die, ieder op zichzelve, toch niet van buitengewoon belang waren. De willige stemming werkte aan stekelijk. De markt was hier levendig, omdat daar eene gunstige houding heerschte, en omgekeerd. Hiermede is echter niet gezegd dat voor de betere stemming geene kleine aan leidingen te vinden waren, doch wel, dat aan de korte opflikkering geene buitengewone be teekenis kan worden gehecht. De prijs van het zilver, welke door de nieuwe leening door China aangegaan, niet onbelangrijk kon verbeteren, was aanleiding voor eone willige houding op de Engelsche markt. De verkiezingen in Amerika, die nu reeds voor de aanstaande Presidentsverkiezing in 1897 van groot belang worden, gaven aanleiding tot tevredenheid, zoodat van daar bok gunstige koersen werden ontvangen. Aan dergelijke oorzaken nu had men de meer geanimeerde markt in deze week te danken. De algemeene toestand van den handel echter heeft nog niet de geringste verbetering ondergaan, en zoolang dit niet het geval is, of zoolang geene teekenen hierop wflzen, zoolang kan ook op eene ge zonde verbetering der geldmarkt niet worden gerekend. Wat Hollandsche waarden aangaat, was de markt één en al attentie voor de ver schillende Tabakswaarden. De omvang der koer8verbeteringen in den laatsten tijd is hoogst belangrijk en de dividenden, welke van sommige Maatschappijen worden ver wacht, kunnen wel de thans geldende koer sen wettigen. Het gewone verschijnsel deed zich evenwel ook nu weer voor, dat bü de sterke rflzing veel verkoopen voor winst- noming werden uitgelokt, waardoor natuurlijk oenigo reactie niet kon uitblijven. De Koloniale markt was verder tame lijk verdeeld. Aan den eenen kant waren het do gunstige tabaksprflzen, aan den anderen kant was het de weinig bevredigende toestand van de suiker, die op de verschillende soorten invloed uitoefenden. Dit laatste blijft voorna meiyk voor de aandeelen H a n d e 1-M a a t- s c h a p p 1) van belang, die onder dien druk geeno neiging tot verbetering aantoonen. Een geheel tegenovergesteld verloop valt ditmaal aan te teekenon voor aandeelen Maal schappij voor Petroleumbronnen, die eene zeer belangrijke rijzing ondervonden, bij groote aankoopon. Volgens geruchten zou thans de exploitatie zeer bemoedigende resul taten opleveren. Van hoogst onaangenamen invloed was de aanzienlijke daling der Pandbrieven der North W. en Pacific-Hypotheekbank en die der American Trust Co. Of de groote en snelle waardevermindering dezer pandbrieven werkelijk door de toestan den der Maatschappijen gemotiveerd wordt, niemand schijnt hieromtrent eenige inlichting te kunnen geven. Noch de agenten der Bank, noch de personen, die in groote advertentien, (uit pure menschlievendheidj voor deze waar den meenen te mooten waarschuwen. Het is niet meer dan plicht om, van de zijde der directie, de Pandbriefhouders omtrent hun bezit inlichtingon te geven en zoo mogelijk gerust te stellen, zoowel als van de tegen party, om aan te toonen op welke feiten hunne waarschuwingen gogrond zijn. "Wel kwam ten slotte een flink herstel tot stand, doch het verlies blyft toch altijd nog aanzienlijk. Aandeelen Haagsche tram worden veel tot opgaande koersen gekocht, naar aan leiding van verschillende gunstige beschou wingen, welke omtrent de toekomst dezer onderneming werden gepubliceerd. De buitenlandsche markt was over het algemeen zeer geanimeerd, dank zij de willige stemming, welke allorwegen op de Europeesche Beurzen hoerschte. Wel bleef oenige reactie niet uit, doch deze was van weinig boteekenis. Natuurlijk was men onmiddellijk gereed, om, nu eon paar betere dagen onmiddellijk door eene ongowenschto ontnuchtering werden ge volgd, daarvoor eene oorzaak te kunnen aan wijzen, en daartoe bood het gerucht van eene ongesteldheid van don Italiaanschen minister presidont goede gelegenheid, hetgeen niet verhinderde dat juist de koersen voor 11 a 1 i a a n s c h e rente en Italiaansche Spoorwegwaarden eer vaster waren. Oostenrijksche en Hongaarsche fondsen waren zeer vast; Portugeezen daarentegen iets minder. De douane ontvang sten van dit land wijzen gedurende de maand October eene kleine vermindering aan, hetgoen geene aanleiding geeft om to juichen, wanneer Portugal daarenboven nog voornemens mocht blijven, om een gedeelte der inkomsten voor eone nieuw te ontwerpen leening te reser veeren. Spanjaarden maakten weer o#n sprong voorwaarts en bereiken langzamerhand een voor dit land betrekkelijk lioogen koers, wanneer ten minste rekening wordt gehouden met de vrij moeilijke omstandigheden, waarin de financiën zich bevinden. Mot de voorge nomen leeningsplannen schijnt het niet erg te willen vlotten en het zal steeds moeilijker worden het enorm bedrag der vlottende schuld gedekt te krijgen. Daarenboven zijn de douane-ontvangsten niet geschikt om het vertrouwen in de draagkracht van het land te doen stijgen, daar zfl by verleden jaar een niet onbelangrijk bedrag ten achter zijn en alleen over de maand October eene vermin dering aanwijzen van ruim een millioen pesetas. De Russische markt geeft alle reden tot tevredenheid. Zoo langzamerhand worden de oude, hooge noteeringen weer bereikt en heeft de koerslyst het aanzien, alsof er in het Russische ryk hoegenaamd geene verande ring van gewicht heeft plaats gehad. Voor het oogenblik schijnt men uit de verklaringen van den jongen keizer slechts zeer vrede lievende bedoelingen te mogen afleiden, en waardoor verklaard wordt de kalme wijze, waarop de troonsverwisseling door Europa is begroet. Turksche loten hebben weer veel van het geleden verlies herwonnen en worden door de Paryscho markt krachtig gesteund. Met deze houding is al zeer slecht te rijmen een bericht, dat „do overeenkomst der Turksche loten (de verhoogde premiebetaling) het voor werp van een geheel net van intriges is", en het zelfs als twijfelachtig wordt voorgesteld of do teekening van het besluit door den sultan wel spoedig zal plaats hebben. Zeker heid daaromtrent is natuurlijk moeilijk te verkrijgen, doch de houding der Parysche Beurs voor deze waarden doet wel veronder stellen dat de geheele zaak nog zoo slim niet is en misschien omvat werd door een net van speculatie handelingen. De Hollandsche Spoorwegwaardon toonden geene noemenswaardige verandering. In vaste houding waren daarentegen zoowel de Italiaansche als Russische Spoor wegfondsen, waarvan het meerendeel hoogere koersen kon bedingen. Onder de Z u i d-A m erikaansche waarden was het verloop voor Mexicanen en Bra zilianen niet zoo heel gunstig. Hoewel het bericht, dat voor Brazilië nieuwe leenings plannen in behandeling zfln, aanvankelijk zeer gunstig werd opgenomen, konden do koersen toch niet hun hoogste peil behouden, doch kwamen veeleer onder den invloed der daling der Mexicaansche fondsen. Deze werd veroorzaakt door eene nieuwe leening, te Londen tot stand gebracht. Deze leoniDg, groot ruim 2'/j millioen pd. st., draagt 6 pet. rente en wordt uitgegeven tegen den koers van 68 pet.terwyi 12 pet. van de gezamoniyko opbrengsten der douane-rechten daarvoor tot onderpand strekken. Het is vry duidelijk dat, wanneer een land moet overgaan om tegen zulke woekerrente te leenen, de financiën er al heel slecht aan toe moeten zyn. Uruguaansche fondsen maakten daaren tegen oen heel goed figuur. Niet alleen hel bericht, dat wederom 17,900 pd. st. voor den dienst der schuld was overgemaakt, doch het restant ad 400,000 pd. st. Uruguay-obligation, hetwelk zich neg in den Baringboedel bevond, is thans daaruit overgenomen door dezelfdo groep bankiers, die ook vroeger reeds gedeelten dezer leening voor bare rekening nam. Eerstens neemt de afwikkeling van dezen boedel een zeer gunstig verloop, ten andere schfint men de toekomst van Uruguay met goede verwachting tegemoet te gaan. De Amerikaanschespoorwegmarkt was aanvankelijk vol leven en toonde in de eerste dagon oen vroolyker aanzien dan men sedert langen tyd van haar gewoon was. Gaf Amerika tot deze betere stemming den eersten stoot, de EDgelsche markt bleef verder deze gunstige houding flink handhaven. Dit ver blijdend verschijnsel moet in hoofdzaak wor den toegeschreven aan do verwachting, dat de verkiezingen, welke thans in Amerika plaats bobben, eene groote meerderheid en kracht aan de republikeinsche party zullen bezorgen, waar van men eene voor de belangen der spoor wegen voordeelige wetgeving verwacht. Wel is de naam der republikeinsche party niet zonder wanklank, aangezien uit haar de zoozeer beruchte Mc Kinley-wet is ontsproten, doch eene herhaling dezer politiek schijnt men niet te behoeven te vreezen, daar de Amerikanen door de laatste crisis leergeld genoeg hebben betaald. Het jaarverslag der MissouriKansas T e x a 8 laat, na betaling der vaste lasten, een nadeelig saldo van 9500 doll. Tegenover deze ongunstige resultaten van 1898 zijn de ont vangsten dezer Maatschappij thans weer aan merkelijk toenemende, terwijl z\j geene vlot tende schuld ten haren laste heeft. Het rapport van den expert Little, over de Atchison Topekais eindelijk uitgegeven en zal spoedig te Nieuw-York, Londen en Am sterdam gelijktijdig worden gepubliceerd. Rijnlandsche Bank. INGEZONDEN. „Kennis Is Nacht/' Vanwege de Handelsbedienden-Vereeniging „Kennis is Macht" is in het Nntsgebouw alhier eene vergadering gehouden, waarop mr. H. Ph. De Kanter, uit Haarlem, als spreker optrad. Zeker zullen zy, die deze vergadering bijwoonden, hun gang naar het Nut niet beklaagd hebben en daarom neem ik ditmaal gaarne de taak op my van dit eerste openbare optreden der Vereeniging een kort overzicht te geven. De groote zaal van het Nut was tamelijk wel bezet, toen de waarnemende voorzit'er met een inleidend woord de vergadering opende, de aanwezigen welkom heette en zijne vreugde te kennen gaf over de belang stelling, waarvan hunne tegenwoordigheid ge tuigde. Voorts herinnerde hy aan het doel, dat de Vereeniging zich naast het verstrekken van onderwijs aan jongeheden gesteld heeft: door de oprichting van een bureel tot plaat sing handelsbedienden te helpen eene be trekking te verkrijgen en tevens patroons te waarborgen, dat de vacaturen door bekwame personen worden vervuld; in eene bibliotheek moet de handelsbediende de middelen kunnen vinden zich verder te ontwikkelen en op de hoogte te blfiven van hetgeen er op handels gebied belangrijks voorvalt; bijeenkomsten, waarop door bekende sprekers verschillende onderwerpen worden behandeld, zullen het hare daartoe bydragen; tal van andere maat regelen kunnen getroffen worden, waardoor het vereeniglng8leven bevorderd, de toekomst van den handelsbediende verzekerd wordt. Ten slotte sprak hjj de hoop uit, dat het woord van mr. De Kanter voor velen eene aansporing mocht zijn de Vereeniging in haar streven te steunen. Tot onderwerp had de spreker gekozen: de positie van den handelsbediende in het algemeen en van de leden dezer Vereeniging in T bijzonder in verband met hare statuten. Allereerst stelde spreker do vraag om te komen tot zelfkennis: wat wordt taalkundig verstaan onder „handelsbediende"? Hoe ge makkelijk het ook schynt die vraag te beant woorden, met tal van voorbeelden werd be wezen, dat het zeer moeilijk, ja onmogelijk is eene juiste grens voor het begrip van dat woord aan te geven. Ook in de statuten was geene oplossing te vinden, maar had het bestuur wyselyk zich voorbehouden te beoor- deelen, wie het al of niet als handelsbediende beschouwde. Maar nu de wetl De wet zou dan toch wel bepalingen bevatten, waaruit men tot de waarheid kon komen. Edoch, wat ziet men? De wet kent zelfs het woord han delsbediende niet! Wel vindt men er eene langgerekte verklaring wat men verstaat onder „handel", enkele artikelen uit het Burgerlijk "Wetboek en dat van Strafvordening geven wel de verhouding aan in enkele gevallen tusschen patroons en „bedienden", terwyl de laatsten dan nog somtijds door den wetgever als onbetrouwbaar'worden voorgesteld, maar tevergeefs zal men naar bepalingen zoeken, waarin de juiste omschrijving van het woord „handelsbediende" te vinden is, of hunne rech ten en verplichtingen omschreven worden. „Als gy dus", aldus de spreker, „noch door eene taalkundige verklaring zyt thuis te bren gen, noch door den wetgovor wordt gekend, integendeel schandelijk verwaarloosd en mis- kond, moeten wy daaruit dan besluiten, dat uw stand behoort tot eene klasse, die niet waard is, dat men er zich mede bemoeit? Neen, dan zou ik aan uwe uitnoodiging geen gehoor hebben gegeven 1" Dat mr. De Kanter dit schijnbaar droge onderwerp aantrekkelijk wist te behandelen, bleek wel uit do opgewekte stemming der vergadering en na do pauze, uaar het aantal toehoorders eer toe- dan afgenomen was. Hem restte nog te bewijzen, dat do handels bediendenstand, wat men daaronder in het dagelyksch leven verstaat, wel degelijk recht heeft op ie .ers achting en geene geringe plaats in de maatschappij bekleedt. Wederom met voorbeelden toonde hy aan, hoe de handelsbediende geroepen is dikwijls eene gewichtige rol te spelen; dat mannen van karakter, van beproefde trouw gevorderd worden om den patroon ter zyde te staan in het volvoeren zijner plannen. Hoe dikwijls gebeurt het niet, dat de bediende is aange wezen den nog jeugdigen, minder goed inge wijden patroon raad te gevenja, dat hy waarschuwend moet optreden, zonder daarby zyne rol van ondergeschikte te vergeten, als do patroon zich waagt in gevaarlyke specu laties, om daardoor te trachten tydelijken achteruitgang weer goed te maken. En waar in eene vereeniging de gelegen beid wordt gogeven aan jongelieden zicli te vormen tot degelyke mannen, tot nuttige leden der maatschappy en aan patroons de waarborg, dat hunno belangen op waardige wyze worden gediend, daar aarzelt spreker niet het goed recht van die vereeniging te bepleiten, haar warm aan te bevelen by het Leidsche publiek, opdat het haar steuno in haar edel streven, niet alleen uit een gevoel van sympathie, maar ook omdat het plicht is te zorgen, dat dergelyke pogingen met een schitterend succes worden bekroond. Warm waren de toejuichingen, die aan deze boeiende rode ten deel vielen en harteiyk ge meend de woorden van den voorzitter, als hy aan mr. De Kanter zyn dank betuigde voor het door hem gesprokene en daarby alszyne overtuiging uitsprak, dat zyn woord een spoorslag zou zyn tot nauwere aaneensluiting der handelsbedienden in deze stad, tot het vormen van een hechten band tusschen patroons en ondergeschikten en daardoor veel tot ont wikkeling der Vereeniging zou bydragen. Ziedaar, Mynheer de Redactour, eene zwakke poging om eenigszins weer te geven wat Woensdagavond gesproken isik hoop echter, dat degenen, die zich de moeite hebben ge geven het bovenstaande te lezen, zich door het onvolledige van dit verslag niet zullen laten weerhouden de Vereeniging „Kennis is Macht" naar vermogen te steunen. Met dank voor de plaatsing, Hoogachtend, Een Belangstellende. Mijnheer de Redacteur/ Naar aanleiding van het bericht, voorko mende in Uw blad van heden, over het ver branden van een hooiberg te Katwyk aan Zee, gevoel ik my verplicht het volgende te melden De hooiberg was reed6 één en al vuur toen de brandspuit er by kwamalzoo kon er niets meer gered worden. En wat is de oorzaak, dat de brandweer hier steeds te laat komt? Deze: Men mag de spuit niet hebben als de opper-brandmeester er niet by is of als Z.Ed. geene permissie geeft. Gelukkig dat het op het oogenblik van den brand stil van wind was, anders had er voel meer verbrand. Den vorigen keer, toen hier brand was, is hot gelukkig ook goed afgeloopen, maar ware het toen niet geweest dat er ook windstilte heerschte, voorzeker, de heer Meerburg was er slecht afgekomenl Het doel van myn schryven is dit: dat ik wenschte dat er verandering in deze wet kwam en dus in geval van brand, ieder, zonder verlof van den evenwel gèachten, ge noemden brandmeester, de spuit mocht weg nemen. N.B. De politie is steeds aan het spuithuis vertegenwoordigd Katwijk, 9 Nov. 1894. A Z. Subsidie Vr(Je Universiteit. In April 1892 richtten bestuurderen der Vrye Universiteit zich tot de Koningin, met verzoek om geldelyken steun voor hunne in richting; een antwoord van den minister van binnenlandsche zaken luidde afwijzend. Dit jaar hebben bestuurderen opnieuw by de Regeering aangeklopt, doch ook minister Van Houten gaf adressanten te kennen dat voor inwilliging van hun verzoek geene aan leiding bestond. In hun adres gaven bestuurderen als reden voor hun verlangen te kennen: „dat het leerplan, aangelegd op een zes jarigen cursus, volledig in zes klassen wordt uitgevoerd, met het oog op een eind-examen, omvattende hetgeen in art. 2 van het kon. besl. van 21 Juni 1887 „over het eind-examen, enz." is bepaald en zy zich voor hunne school gaarne onder het toezicht van den inspecteur der gymnasia stellen; „dat de onder hun beheer staande Ver eeniging te kampen heeft met geldelyke zorgen, doordien zy rekening moetende houden met de door de wet op het hooger onderwys ge noemde maximaal bydrage van ƒ100 als tegemoetkoming in de kosten van het voor bereidend universitair onderwys feiteiyk de bestaande vorm, het door hen geheven school geld van ƒ120 a ƒ185 ontoereikend vinden om hun onderwyzend personeel te remune- reeren op eene wyze, die de door hen be stuurde vereeniging vrywaart tegen onder huring door andere inrichtingen van onderwys, die door het Ryk of de gemeente geldeiyk worden gesteund." Adressanten vragen gelykstelling met andere inrichtingen van voorbereidend universitair onderwys en hebben in een nader adres den Minister er op gewezen dat in zyne afwyzende beschikking wordt verwezen naar art. 2, 8, 103 en 104 der wet van 28 April 1876, St6bl. 102, en dus de weigering op dezelfde wette- lyke bepalingen grondt, als, daartoe den 8sten April 1892 gemachtigd, de minister van binnenlandsche zaken deed, en dat hieruit biykt, dat minister Van Houten, evenals zyn voorganger, acht dat alleen de wet het toe staan belet van een verzoek, waarvan de billijkheid niet wordt ontkend. Redenen waarom zy verzoeken, voorstollen te willen doen tot wyziging der wet op het hooger onderwys in dien zin. dat aan haar adres kan worden voldaan. Gemengd Nieuws. Eenige bewoners van den Nieuwen Ryn, tegenover de Botermarkt, zyn heden de dupe geworden van eene ergeriyke kwajon- gens-handelwyze door met een diamant de moeste spiegelruiten te beschadigen. Daar te Woubrugge uitwerpselen van een overledene aan Aziatische cholera in de "Woudwatering zyn geworpen, is het water besmet te achten, waarvan bekend making door aanplakking gedaan is. "W y 1 het herhaaldeiyk voorkomt, veelal in voor- en najaar, dat werklieden, door berichten in nieuwsbladen of door daartoe uitgezonden agenton, soms met verstrekking van reisgeld voor de heenreis, naar Duitschland worden gelokt ten behoeve van industrièele ondernemingen aldaar, terwyl by hunne aan komst ter plaatse biykt, dat zy daar niet gebruikt kunnen worden, wordt daartegen in vele gemeenten gewaarschuwd; te Wou brugge is zulks by openbare kennisgeving geschied. Wegens te weinig deelneming wordt te Woubrugge, aan de openbare lagere school in het dorp, dezen winter geen her- halingsoncierwys gegeven. Hoe brutaal sommigen in Am sterdam tegenwoordig te werk gaaD, biykt wel hieruit dat Woensdag-middag twee mannen aan een bovenhuis belden en, toen hun open gedaan was, parmantig naar boven stapten, de deur der kamer openden, waar de vrouw des huizes met de kinderen zich bevond, en een brief ter lezing aanboden. Toen daaraan geen gevolg werd gegeven, weigerden zy per tinent heen te gaan, of eerst moest geld ver strekt worden. De meid werd bevolen politie te halen, doch dit kon niet geschieden, wyi zy haar den uitgang versperden. Gelukkig kwam een doch tertje van 9 jaren op de gedachte den surveil- leerenden agent van het Buiten Gasthuis, van het balkon van het huis af, te waarschuwen, die dadelyk hulp verleende en de indringers buiten de deur zette. Men schryft uit Wilnis, dd. 9 Nov.; Van vrouw De Koning, dio op 27 October il. van haar vaartuig is verdwenen, is tot heden nog niets naders bekend. Op de grens der gemeente Woerden heeft men haar op het vaartuig gemist en trots alle moeite cm het lijk op te vi8schen, is dit tot heden nog niet gelukt. Wat verteld wordt, als zou zy, misschien heimeiyk, het vaartuig hebben verlaten, ver dient geen geloof, aangezien dit byna tot de onmogeiykheden zou behooren en er geeno enkele reden kan bestaan, waarom zy dit zou hehben gedaan. Men heeft ook al verteld, dat men haar te Woerden en ergens anders had gezien, doch by onderzoek bleek dit ook. weder onwaar to zyn. De familie gelooft zeer zeker, dat zy by ongeluk overboord geraakt en verdronken is; zy had met haren man een éénstemmig leven en nog een kind van tien maanden. Voor moedwillige verlating schynt dus geon grond te bestaan. Het vreemde is slechts, dat tot heden (na 12 dagen) nog haar ïyk niet Is gevonden. Door de IJsclub van Kralingen en Omstreken is by het bestuur van den Nederlandschen Schaatsenrijdersbond aanvrage gedaan om op de te Leiden te houden alge meene vergadering voor te stellen, dat het championnaat van Nederland voor amateurs op 500 a 1500 meter op hare banen zal ge roden worden. De geheele electrische inrichting van de banen der ysclub is gegund geworden aan de firma Wm. Smith Co., te Slikkerveer. De exploitatie van het electrisch licht zal dus van dezen winter af geheel in eigen beheer worden genomen. De heer G., secretaris-penning- meester van de spaarbank te Borgen-op-Zoom, die onlangs hare betalingen staakte, is door de rechtbank te Breda van rechtsvervolging ontslagen. Te Enkbuizen is het lyk ge vonden van een slager, voorover liggende, met het hoofd in eene sloot. Eene wond aan het achterhoofd en een touw om den hals doen eene misdaad vermoeden. Reeds zyn verschillende personen door den burgemeester in voorloopig verhoor genomen. Ook is de rechter-commissaris van Alkmaar gekomen, die het onderzoek heeft voortgezet, echter zonder resultaat. Toen de verslagene zyne woning verliet, had hy eene vry aanzienlyke geldsom by zich. Op het lyk zyn slechts weinige centen ge vonden. Een uitstapje. Een gefortuneerd jongmensch te Rotterdam moet naar men aan „De Maasbode" mededeelt het voor nemen hebben om een uitstapje te maken naar Lombok, ten einde zich een juist denk beeld van den oorlog te vormen. Te Smeermaas, by Maastricht, werd gisteren een 14-jarige jongen, die met eene beladen handkar reed, waaronder een hond was gespannen, by het afryden van een dyk met zooveel geweld tegen een boom geslingerd, dat hy op de plaats dood bleef. De twee personen, die te Olst onder omgestorte planken bedolven en levens gevaarlijk gewond werden, zyn overleden, waardoor bet getal aooden tot vier is ge klommen. Omtrent de oorzaak van het ongeluk wordt nader nog het volgende meegedeeld: Eene party planken, die verkocht zou worden, was aan porceelen opgezet, tegen eene van dennen gemaakte stelling. Terwyl de verkoop plaats had, liepen verschillende personen onder en tusschen de planken, om ze te bezien. Eensklaps kwam er beweging in de stelling en viel deze met de planken op den grond. Waarschynlyk was de stelling niet stevig genoog gemaakt en is de beweging veroor zaakt door hot verzetten of wegnemen van planken. Dadelyk werden de planken opgeruimd on toen bleek dat twee personen gedood en twee, een arbeider en een jongen van 12 jaar, zoo erg gewond en gekneusd waren, dat er weinig hoop op het behoud van hun leven bestaat, terwyl één persoon eene beenbreuk en vier anderen wonden of kneuzingen aan het hoofd en den rug hadden bekomen. De toestand van den eerste schynt levensgevaarlyk te zyn. De overledenen zyn H. Sondorp Sr., ruim 80, en C Huumink, ruim 70 jaren oud. Ze zyn in het eerste bericht niet genoemd, omdat kinderen van hen in Friesland en Hol land wonen en dezen het overlydensbericht niet konden ontvangen hebben vóór de courant uitkwam. Donderdag-avond omstreeks negen uren stoomde een passagier3trein, komende van St.-Petersburg, in do nabyheid van het St.-Nicolaas station te Moskou tegen den snel trein, die van Kursk kwam. Deze uit het Zuiden komende trein was veertig minuten te laat. Het gevolg was dat drie van de waggons van den sneltrein, een goederenwagen, een waggon tweede en een waggon derde klasse, werden ver'oryzeld. Een der spoorweg beambten verloor het leven, terwyl twee conducteurs en twee reizigers ernstig gewond werden. Van de passagiers, die zich in den Petersburgschen trein bevonden, werden eenigen licht gekwetst. Tot de reizigers, die zich in den trein van Kursk bevonden, behoorde ook de heer Pobedonoszeff, procureur der Synode, die zich van Livadia naar Moskou begaf, ten einde daar de toebereidselen te treffen voor de ont vangst van het stoffelyk overschot van czaar Alexander. De heer Pobedonoszeff ontving geen letsel. Grootvorst Nicolaas Michaelowitch was ook in dezen trein uit Livadia vertrokken, maar aan een der tusscbenstations, kort voor Moskou, nam hii olaats in een anderen trein

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2