N°. 10642. Woensdag 31 Octol>eï*. A*. 1894. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Leiden, 30 October. Feuilleton. EENE HELDIN. LEIDSCH DA&BIAD 9 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per S maanden. f 1.10. Franco per post. ,1.10. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grooter® letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. In de Stadszaal werd gisteravond als hummer twee van het abonnement door de Koninklijke Vereeniging ,Het Nederlandsch Tooneel" voor eene flink bezette zaal opge voerd het tooneelspel in vier bedrijven van D. M. Maaldrink: „Cleopatra." Dit stuk speelt in het begin van het jaar veertig vóór Christus in het paleis van de trotsche, roemzuchtige en heerscbzuchtige Egyptische koningin Cleopatra, de heldin van het tooneelspel. Geen wonder dus dat men een eigenaardig uitziend tooneel, rijk aan kleuren, wierookgeurend, met Egyptische rustbedden en Oostersche sierplanten te zien krijgt, waarop zich, behalve de heeischeresse, nedervljjen, knielen of zich in dienstbaarheid, bevelen opvolgend, of aan koozerjjen zich overgevend of fler zich bewegen: veldheeren of hoofdlieden, lijfwachten, slavinnen, gla diatoren, enz., in oogverblindende kostuums. Oostersche pracht, Oostersche gewoonten ver- toonen zich aan het bewonderend oog. Het stuk is eene liefdesgeschiedenis, veel hartstocht te aanschouwen gevende en het oor vergastende op uitingen van dien hartstocht. Maar niet alleen liefde, ook andere ziels uitingen komen in Maaldrinks tooneelspel voor: vurige haat, zucht naar wraak, verlan gen naar den dood door lediging van den gifbeker: hij voor haar, zij voor hem, van twee elkander minnenden. De hoofdrollen waren aan uitstekende han den toevertrouwd. Mevr. Frenkel Bouwmees ter was inderdaad de groote Cleopatra, zoo in hare gunst, als in haren tot ongenade leidenden toorn, zoo in hare heerschzucht, als in hare liefde, in haren haat. Hoe onweer staanbaar schoon, voor den minnaar tot knielende aanbidding nopend, was hare majes tueuze houding na het afwerpen van de kroon, die hare weelderige lokken had gesierd, en den langen purperen mantel, welke hare schouderen had omkleed! En Jason, de Griek, hoe fier, maar hoe vermeesterd ook door de liefde, aanschouwden wij hom in den persoon van den heer Louis Bouwmeester 1 Hoe verheven boven Cleopatra, hoe veel sterker dan deze machtigste aller vrouwen; hoe kruipende aan bare voeten, zelfs met haren kleinen voet op zijn andera onbuigbaren nek, hoe klein door haar schoon bedelend, smeekend, zich in het stof verneerend vooreen kus. De gunstelingen van Cleopatra, in hare dienende toewijding, maar ook in hare derheid op geboorte en in hare liefdesomstandigheden, in hun toorn, angst en verzoening, ze wer den gds door mevr. Holtrop en mej. De Leur fijn geteekend. Waartoe nog meer? Het is reeds genoeg gebleken dat hetgeen gisteravond in de Stadszaal gegoven werd, goed is geweest, en hierop vooral komt het aan. Het komt ons voor dat het voor de optredenden geene gemakkelijke taak is zich door de geheele zaal verstaanbaar te maken; gisteravond viel echter over onduidelijk of te zacht spreken van hunne zijde niet te klagenblijkbaar deden zjj hun best zoo luide mogelijk te zijn. Niet temin vernamen wij van sommige bezoekers dat zij het gesprokene toch nog niet geregeld konden volgen. Dat is jammert Ook gaf menigeen er zijne verwondering over te kennen dat, niettegenstaande de zaal goed bezet was, de foyer in de groote pauze ge sloten bleef. Nummer drie van het abonnement zal eene voorstelling zijn van het gunstig bekende specialiteiten-gezelschap van Frits Van Haarlem. De Hervormingsdag zal Woensdag-avond a. s. worden herdacht in de Remonatrantsche kerk alhiót, waar prof. dr. H. Oort voorganger zal zjjn. Voor het examen in de vrije- en orde- oefeningen is te Rotterdam geslaagd de heer M. W. Karstens, van Leiden. De 1ste luit. T. L. S. Nedermeijer Ridder van Rosenthal, thans gedetacheerd bjj de rijschool te Amersfoort, wordt 1 November ingedeeld bij het depöt-eskadron 3de regiment huzaren te Leiden. Gedurende de 1ste helft der maand Oct. zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: Moj. J. A. Voet, Van Munnick, S. J. K Hoek, Mej. Bronkers, Alberts, Amsterdam; Wed. S. Winkelman, A. A. Du Calavon, Mevr. Koch, A. Rogge, wed. Munterman, A. Goossens, wed. Van der Linden, G. Hendrikman Meer man, 's-Gravenhage; C. Lodder, Ter Schuur; Sijbrandaburon, niet vermeld. BriefkaartenB. F. Hagen, wed. Consenfen, C. B. v. Streyen, Rotterdam. Brieven, bestemd voor het buitenland: Electrical Accumulator Co., Nieuw-York (2 stuks); A. Bernhard, Berlijn; mej. H. E. W. Meyer, Paneveggio. De Staatscourant van 30 Oct. bevat een koninklijk besluit van 19 Oct. jl., waarbij, °P voordracht van den minister van oorlog, worden benoemd de militaire loden van de militie raden en hunne plaatsvervangers, voor de lichting van 1896. In Zuid-Holland zijn als zoodanig gokozen lste Militiedistrict 's Gravenbage: lid Clocke- ner Brousson, luit. kol., prov.-adj. in Zuid- Holland, 's-Qravenhage; plaatsverv. De Bock, idem, reg. grenadiers en jagers, idem. 2de Militiedistrict Rotterdam: lid De Wijs, luit.-kol., plaatsverv. Van Deinse, kapitein, 4de reg. inf. Delft. 3de Militiedistrict Leidenlid Mac Lood, luit. kol., 4do idem, Leidenplaatsverv. Calkoen, majoor, 4de idem, idem. 4de Militiodistrict Dordrecht: lid Van Lely- veld, idem, corps pontonniers, Dordrecht, plaats verv. baron Van Wassenaer van St.-Pancras, kapitein, idem, idem. Bij koninklijk besluit is de heer J. H. Slicher mot ingang van 1 Nov. a. s. benoemd tot burgemeester van Zoeterwoude, met toe kenning van eervol ontslag als burgemeester van Leimuiden. Benoemd is aan de Chr. school te Rijns- burg (hoofd de heer J. G. Vreeswijk) de heer J. Smink Jr., te 's Gravenhage. Op 31 December 1892 bedroeg het saldo der inlagen en terugbetalingen bij de Rijks- Postspaarbank te Roelof-Arendsveen de som van f 27,356.79. Gedurende het jaar 1893 werd ingelegd f 17,997.83 en terugbetaald f 20,225.70; negatief saldo f 2227.87, zoodat het saldo der inlagen en uitkseringen op 31 Dec. 1893 bedroeg f 25,128.92. Het aantal boekjes, in omloop, hetwelk op 31 Dec. 1892 179 bedroeg, vermeerderde in 1893 door uit gifte met 34 en verminderde door intrekking met 8 boekjes, saldo 26, zoodat op uit. Dec. 1893 205 boekjes in omloop waren. De uitslag van de aanbesteding tot leve ring der brandstoffen voor de openbare lagere scholen en het Raadhuis te Zoeterwoude is als volgt: Vuurmakers per 1000 voor f 1.60 door W. Van Velde, aldaar. Lange turven per 1000 voor f 4.75, steen kolen per hectoliter voor 70 cents en cokes per hectoliter voor 55 cents door Omtzigt, aldaar. Men schrijft ons uit ZoetermeerZog- waard A. s. Dinsdag 6 November, des avonds te halfzeven, hoopt ds. H. Pierson, van Zetten, albiei in de Chr. school op te treden om eene rede te houden over de noodzakelijkheid en het belang van het christelijk onderwijs. Tegen standers van de School met den Bijbel worden ook uitgenoodigd tot het by wonen dier Unierede, daar er gelegenheid gegeven wordt tot debat. Aan de ondersteuningskas der Vereeni ging van den Nederlandscben bond van oud- onderofflcieren is oon bedrag van f 2032 64E afgedragen als netto opbrengst eener door dien Bond te Utrecht gehouden lotery. De audiëntiebeurt by H. M. de Koningin- Regentes was gisteren aan do ministers van marine en van financiën. De leden van bet civiele en militaire Huis van HH. MM., die gedurende ééne maand tot het gevolg der Koninginnen op het Loo zullen bebooren, zyn gisteren van Den Haag daarheen vertrokken. Het Kamerlid de heer Conrad is te 's Gravenhage teruggekeerd van een verblyf te Parys, alwaar hy do vergaderingen der Suez-maatschappy heeft bygewoond. De Nederlandsche Maitschappy van Geneeskunde heeft besloten een onderzoek te doen instollen aangaande de mogelykheid en wenschelykheid van staatsapotheken, en dat opgedragen aan de heeren P. H. Van Eden, J. F. Ph. Herz en A. W. Freeling. Het „Fremdenblatt" te Weenen bericht dat de heer Okoliczanyi d' Okolicsna, thans Oostenryks-Hongaarsch gezant by het Wur- tembergsche hof, te Stuttgart, als zoodanig benoemd is te 's-Gravenhage, als plaatsver vanger van baron Von Walkerskirchen. De heer P. Van Dyk van Mathenesse, die door het proces-Beffers (oud gemeente ont vanger van Schiedam) zoo in opspraak is ge bracht, neemt, naar de „Maasbode" meldt, het burgemeesterschap van Schiedam niet meer waar. De ofQciëele bekendmakingen van het ge meentebestuur worden, met den secretaris, geteekend door den heer G. Visser, oudsten wethouder, als loco-burgemee3ter. Sinds het proces zyn door de heeren wet houders reeds twee vergaderingen gehouden, waarby de heer Van Dyk niet tegenwoordig was. De Nederlandsche Bond van Ryks belas ting klerken hield Zondag-middag in het „Zuid- Holl. Koffiehuis" te 's-Gravenhage zyne gewone jaarvergadering, welke door een 125-tal leden uit verschillende plaatsen des lands bezocht werd. Zoowel uit het jaarverslag van den secre taris, als uit de rekening en verantwoording van den penningmeester, welke rekening was nagezien en accoord bevonden door eene daar toe aangewezen commissie, bleek de gunstige stand van zaken van den Bond. 't Zelfde kan gezegd worden van het ondersteuningsfonds. Het fonds neemt steeds in bloei toe, omdat er weinig behoeft te worden uitgekeerd. Tot nog toe werden de gelden van dit fonds buiten de vereeniging beheerdbesloten werd echter, dat die gelden in 't vervolg onder 't beheer van den penningmeester zouden gebracht worden. Dit bestuurslid zal bygestaan worden door een tweetal leden. Met applaus werd door de aanwezigen begroot een verslag van den president aangaande.eene audiëntie, welke hy had verkregen by den minister van finan ciën. Z Exc. had nl. verbetering van het lot voor de Ryks-belasting-klerken in het voor uitzicht gesteld. Als plaats voor het houden der volgende jaarvergadering werd Amsterdam aangewezen. De aftredende bestuursleden werden by acclamatie herkozen. Voor één, die bedankt had, werd gekozen de heer Van Veen, van Amsterdam. Uit den boezem der vergadering werd den voorzitter dank gebracht voor diens uitmun tende leiding der werkzaamheden van den Bond. De gemeenteraad van Opsterland (Fr.) nam kennis van het rapport der commissie over het gebruik der armengelden uit het fonds der verveningen in Friesland. De conclusie luidde aldus: De gemeenteraad van Opsterland, het rap port gehoord, enz. Overwegende, dat het bedrag der armen gelden van het fonds der verveningen, inge schreven op het grootboek voor deze gemeente, tot eene som var, ƒ231,600 is aangegroeid; Overwegende, dat van dit kapitaal de ge meente geen ander voordeel trekt, dan dat de rente, thans niet meer dan ongeveer 2pet. bedragende, in do gemeentekas vloeit en aan het burgeriyk armbestuur wordt afgedragen; Overwegende, dat het van veel belang zou zyn bedoeld kapitaal of de rente er van, ge heel of gedeeltelyk, meer ten voordeele van de armen in de gemeente aan te wenden, dan tot nu toe het geval 1b; Overwegende, dat het vooral wenscheiyk zou zyn maatregelen te nemen, om aan de toeneming der armoede in deze gemeente paal en perk te stellen, wat door eon doel matig gebruik van bedoeld kapitaal zou kun nen worden verkregen. Besluit: 1°. Ged. Staten van. Friesland, onder toe zending van het rapport, te verzoeken aan den Raad mede te deelen, of zy geneigd zyn hunne medewerking te verleenen, tot het tot stand brengen van die wijzigingen in de kon. besluiten en resoluties van hun college, als noodig zullen zyn om het genoemde doel te bereiken 2°. Het rapport te zenden aan al de by do armengelden betrokken gemeente- en polder besturen in Friesland met uitnoodlging het verzoek van den Raad te ondersteunen. 3°. Afdrukken van het rapport te zenden, aan de leden der Prov. Staten in Friesland, da Friesche Kamerleden en aan autoriteiten, van wie mag worden verondersteld, dat zy in het byzonder de belangen van dit gewest zullen behartigen. Met algemeene stemmen werd aldus besloten. Op verzoek van Gedep. Staten werd de be paling in de nieuwe verordening op het open baar lager onderwys, waarby voedsel en deksel van gemeentewege den schoolkinderen wordt voorgeschreven, daaruit verwyderd, terwijl eindelyk nog werd besloten om by Ged. Staten machtiging aan te vragen tot het verstrekken van f 3400 subsidie aan 't armbestuur, ten einde de bedeeling nog eene maand te kunnen volhouden. De Rotterdamsche hoofdcommissaris van politie, de heer W. Voormolsn, is door den koning van Denemarken benoemd tot ridder 3de kl. van de Danebrog-orde. Blykens mededeeling van den consul- generaal van Denemarken te Rotterdam heeft de Deensche Regeering op de Oostkust van Groenland naby Angmagssalik op 65° 36'Nbr. en 37° 30' W.l. een zendings- en handels station opgericht. (Sts.-Ct.) Blykens by de Kamer van Eoophandol te Amsterdam ontvangen bericht, zal de reis van Hr. Ms. korvet „Sommelsdyk" naar Dela- goabaai niet doorgaan, maar bestaat het voornemen, met 1 November zee te kiezen, om eeoige havens op de westkust van Afrika (St.-Vincent, Monrovia, Congo, etc.) aan te doen en voorts koers naar Curacao te zetten. Het stoomschip „Rotterdam" arriveerde 29 Oct. van Rotterdam te Nieuw York; de „Prins Hendrik" arriveerde 28 Oct. van Am sterdam te Batavia; de „Utrecht", van Java naar Rotterdam, vertrok 28 Oct. van Perim; de „Bellerophon", van Amsterdam en Liverpool naar Java, vertrok 28 Oct. van Algiers; da „Iris", van de Middellandsche Zoo naar Am sterdam, passeerde 29 Oct. Dungeness By koninkiyk besluit is de heer H. R. Du Mosch erkend en toegelaten als consul van Portugal te Batavia. Benoemd tot notaris binnen bet arr. Arnhem, ter standplaats de gemeente Arnhem, H. W. A. J. Torwindt, thans notaris te GroeBbeek. Met ingang van 1 Nov. a. s., op daartoe godaan verzoek, eervol ontslag verleend: lo. aan mr. J. D. Dibbits, als burgemeester van Borger, met dankbetuiging voor de door hem in die betrekking bewezen diensten; 2o. aan W. J. Vader van 's-Gravenpolder, als burge meester van Wiasekerke. Met ingang van 8 Nov. a. s aan mr. C. Witholt, op zyn verzoek, eervol ontslag ver leend als schoolopziener in het arr. Bolsward. 14) Beheim zeide eens tegen haar: „Op deze manier zal je er nimmer toe komen examen voor onderwyzeres te doen, Walburgal" Zy lachte en verklaarde met een geheim zinnig gebaar, dat zy er in de verte niet aan dacht dit te doen. Beheim hielp haar tusschenbeide wel eens aan hare Fransche opstellen. Zoo verliepen de jaren, men wist eigeniyk niet hoe. De eentonigheid deed ze, als ze voorby waren, kort scbynen; maar voor het tegenwoordige waren zy verbazend lang. Het éénige, wat "Walburga met blydschap vervulde, was het vertrek van Beheim, die na afgelegd eind-examen het gymnasium met de beete getuigschriften verlaten had. Zoo, nu raakte men dien vervelenden jongen, die aan tafel altyd de grootste porties moest hebben, dan toch eindelyk kwytl Maar het was vreemd: het afscheid zelf was volstrekt niet vroolyk. Mevrouw Steiner was blykbaar bedroefd over zyn aanstaand vertrek, want als zy zich onopgemerkt waande, gleed haar blik soms dof en omfloerst naar hst jonge mensch over. Walburga was in don voortuin met haar bloemperk bezig; zy kweekte daar werkeiyk prachtige soorten. Het was vroeg in het voorjaar; de lucht was koel en de aarde, die onze jonge tuinierster losmaakte, rook vochtig. Het grasveld rondom den molen begon groene sprietjes te vertoonen en de molen wieken zwiepten door de onrustig bewogen lucht. Het raam der eetkamer stond open, om de lucht van den maaltyd, die juist afge- loopen was, te laten uitstroomen. In de kamer stond Beheim tegenover zyne gastvrouw. „Ik dank u hartelyk, mevrouw", zoide hy met eene van aandoening trillende stem, „voor alles alles! U is eene moeder voor den ouderloozen knaap geweest." „Neen, beste jongen, zeg dat niet; ik ver dien dat niet. Ik weet veel te goed, dat het niet in myn karakter ligt, den toon eener teedere moeder aan te slaan. Ik gevoel hot, ik had meer voor je kunnen zyn." Met eeno voor haar buitengewone open hartigheid sprak zy die woorden uit en zy zag hem daarby ernstig, maar vriendeiyk in bet gelaat. „Ik heb u altyd begrepen, mevrouw", zeide hy eenvoudig. Hierop volgde een kort stilzwygen, zoo natuuriyk, waar twee menschen by elkander zyn, die zich beiden te zeer ontroerd gevoelen, om te kunnen spreken. „Je gaat naarBerlynmocht je soms Lars.begon mevrouw Steiner zeer zacht. „Ik zal hem opzoekon. Wat en hoe ik hem ook vind ik zal u de waarheid zeggen over Lars", verzekerde hy plechtig. Hiema hoorde Walburga niets meer. Twee minuten later stond Beheim tegen over haar. Hy was in die laatste twee jaren nog ge ducht gegroeid en een onbebbelyk lange jongen geworden. Zyne broek en zyne mou wen waren hem te kort en zyne huid zag er onfrisscher uit dan ooit. Op dit oogenblik zag Walburga deze dingen byzonder goed. „Nu, vaarwel dan, lieve Walburga!" Hy stak baar zyne hand ten afscheid toe. „Wacht, ik heb aarde aan myne vingers. Zoozy droogde die aan haren boe zelaar af. „Je kunt wel bly wezenje gaat naar Berlyn." „Ik ben er volstrekt niet bly over; want nu zal ik jou en je lieve moeder niet meer zien", antwoordde hy. De blik zyner donkere oogen had iets, dat maakte, dat zy hem niet goed kon aankyken. Zy voelde ook iets voch tigs in hare eigen oogen. „Neen dat was toch hl te dwaas! „Je wordt nu zeker student?" begon zy, om toch iets te zeggen. „Eerst zal ik myn jaar in dienst zyn." „Natuuriyk. Maar dan? Wat wil je eigen iyk worden?" „Doctor in de philosophie; philoloog anders gezegd schoolmeester." Walburga liet de spade, waarop zy geleund had, vallen. „Juist iets voor jou", zeide zy schamper. „Je wilt zeker myn vader nadoen t" „Werkeiyk is het je vader, die in my het besluit in deze richting heeft doen rypen", antwoordde hy ernstig, „hoewel in een anderen zin als jy denkt. Dit kan ik je nu nog niet duideiyk maken." „O zoo I" „Ik zal je van tyd tot tyd eens schry- ven", hervatte hy het afgebroken gesprek. „Ocb, doe dat maar niet; het kan my niet schelen hoe het jou als schoolmeester gaat", zeide zy, meer oprecht dan beleefd. „Ook goed; zooals je will Ik ben nu vyf jaren by jullie in huis geweest en ik heb je zeer lief gekregen, Walburga. Het spyt my, meer dan ik zeggen kan, dat ik in dien tyd niet heb kunnen maken, dat jy ook een weinig van my bent gaan houden. Vaarwel!" Hy stak haar nog eens zyne hand toe. Eenigszin8 vreesachtig zag zy tot hem op. Plotseling werd het haar wonderlyk om het hart en toen Beheim buiten het hek voorby stapte, om den man, die zyne koffers Toor hem uit op een kruiwagen wegreed, in te halen, kon zy bare tranen niet langer inhouden. „Adieu, Victor!" riep zy hem snikkend achterna. Hy zag om en groette haar nog met de hand; hy scheen zeer bedroefd. Zy ging voort met het losmaken van de aarde op het perk en by dien arbeid rolden de tranen nog lang over hare wangen en langs bet aardige neusje af naar den grond, tot ze er eindelyk boos om werd. „En dat over dien akeligen Beheim dat zou er nog aan ontbreken!" En die gedachte gaf haar weder hare kalmte terug. De voordeeltjes, waarop zy had ge hoopt, verschenen ook niet; nadat op de twee eerste dagen de schaaltjes even vol geweest waren als toen Beheim nog mede at, maakte haar vader de opmerking, dat men by de hoeveelheden er toch op moest rekenen een persoon minder aan tafel te hebben. Eu na die opmerking was het weer als vanouds „mondjes-maat" by alle maaltyden. Walburga dacht in stilte, dat zy, in de plaats van hare moeder zynde, niet altyd zoo blind gehoorzamen zou, maar zeer dikwyis hare geliefkoosde spyzen zou opdisschen. Beheim schreef kleine briefjes aan me vrouw Steiner, waarin hy zeide dat zyne dienstplichten hom beletten veel uit te gaan en dat hy nog geen zyner vroegere school kameraden was tegengekomen. Na die briefjes werd Walburga's moedor nog bleeker. Tegen bet Kerstfeest stuurde Beheim eeno doos met geschenken; voor Walburga eene keurige broche: eene vlieg van amethist. De blydschap hierover werd do kleine spoedig vergald, want er diende een bedankbrief aan Victor te worden geschreven. Walburga had nog nooit aan iemand een brief geschreven. Het was een verschrikkelijk werk I En zy kon dien grooten Beheim, die in dienst was, toch niet met jou en jy aanspreken.Moeder weigerde glimlachend haar te hulp te komen. Wel oen uur lang zat Walburga voor een wit velletje papier, waar zy een gelinieerd blad ondergescbovon had, om niet al te erg schuins te schryven. Op de vraag hoe zy „hem" moest aanspreken, was het ant woord gevolgd: „Zooals je wilt." Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1