bedragen trok veler aandacht. In zake de misbruiken by de suiker- en tabaks-industrie in Bezoeki en Pasoeroean hadden eenige leden, in afwijking van het gevoelen van andere, den indruk gekregen, dat de resident van Bezoeki op eene in vele opzichten niet te rechtvaardigen wijze was opgetreden tegenover Europeosche suiker- en tabaksplanters. Yan verschillende zijdon werd geklaagd over 't gemis van eenig resultaat van de her haalde beschikbaarstelling van een half millioen voor maatregelen in het belang der koffie cultuur. Verscheidene leden wilden het bijslag stelsel vervangen door verhooging van den inkoopsprijs der koffie. Aangedrongen werd op vermeerdering van het aantal R.-K. geestelijken, ook met 't oog op het leger. De ongunstige berichten omtrent de Ombilliën-kolen werden weersproken. De meeste leden zagen in den aanleg van be vloeiingswerken een onmisbaar en krachtig middel tot verhooging van do productiviteit van den bodem. Eenige leden gaven in overweging dat een ingenieur van den Waterstaat naar Britsch- Indiè zou worden gezonden, ten einde eene studie te maken van het irrigatie wezen. Mede- deeling werd gevraagd van 's Ministers spoor wegplannen. Vele leden wenschten het Indische leger zoo spoedig mogelijk van nieuwe vuur wapenen te voorzien. De door den vorigen minister verkregen belangrijko verlaging voor het vervoer van koffie met de schepen der Maatschappij „Neder land" en „Rotterdamsche Lloyd" werd door verscheidene leden toegejuicht. Eene nieuwe kazerne voor de koloniale reserve te Nymogen werd noodzakelijk geacht. Verhooging van den inkoopsprijs van koffie op Sumatra's Westkust werd noodig geacht om leven te brengen in de kwijnende cultuur. Andere leden wilden met de Regeering do werking der hoofdelijke belasting afwachten. De raming van 50 cents van den verkoopsprijs der koffie werd te hoog geacht. Aan het verslag is toegevoegd eene nota van de hand van wijlen het lid den heer Land, hoofdzakelijk bevattende eene waarschuwing tegen het plan om Batavia te maken tot operatie basis van de vloot, en betoogende dat Soerabaia als zoodanig aangewezen is door natuurlijke ligging en andere krijgskun dige eigenschappen. Praatjes over Kunst. Vlokken. XLIII. In het gobouw der Maatschappij „Arti et Amicitiae" te Amsterdam wordt thans de najaarstentoonstelling van Kunstwerken, door leden vervaardigd, gehouden. Hierover wil ik een enkel woord zeggen. Het is nog niet zoo heel veel jaren goledon, dat in eene van dezelfde zalen, boven eene deur, een schilderij te zien was van denzelfden artist, wiens werk hier nu de eereplaats inneemt, verkocht werd, en met de vorste lyke gouden medaille (waarover een commis sie de beschikking verkreeg) werd bekroond. Het door mfi van vroeger bedoelde doek was „Montmartro" genoemd, en, bijkans even ver- stooten als de afgebeelde, afgebeulde knol, geleek het kunstwerk zelf, dat daar zoo hoog - geheschen, droomerig te treuren hing. Er z(jn er toen geweest, die eene juiste wraak geroepen hebben over dat „ignobele" hangen van dien vorst onder do schilders. Sedert werd dat schilderij elders (o. a. in onze goede Sleutelstad) waardiger geëxposeerd, en, toon hot eindelijk in particuliere verzameling over ging, spraken allen ten slotte van „het witte paard van Breitner" met bijzondere venoratie. Door Reicher moest het nü-klassieke werk in ets gebracht, en zij, dien Breitner tot nog toe immer zijn „niet-kunnen-teekenen" voor de voeten hadden geworpen, veranderden die veneratie gaarne in adoratie. Velen van degenen, die op de bewuste expositie toen „a la rampe" jubelden, zfin reed6 verdwenen, terwijl enkelen hunner zich nu in hoeken zien geplaatst. Want het dient wel te worden ingezien, dat de misschien wel wat al te late waardeering van Breitner ook eene van andere jongeren in zich sluit, ter wijl ook voor critici, die zeer terecht gespro ken hebben van het „afgesloten" tfidperk van Israels en de Marissen, genoemde hulde eene bijzonder-toekenende beteekenis blijft. Merkwaardig is het tevens dat Jozef Israels Willem en Jacob Maris, Neuhuys, en nog een paar anderen hier ontbreken, en zelfs de immer-aanwezige Mesdag nu niet op eene der eereplaatsen werd geduld, waar thans oen Breitner, een Jac. Looy en een Isa&c Israels tronend schitteren. Twee groote doeken van Gabriël zijn by hoeken geplaatst, en zoo al meer. Dit teekent. Het bewfist dat er ook in „Arti's" bestuurderen jong-frisch bloed is ge komen, en er onpartijdige eerlijkheid voor- gozeten heeft by het toewijzen der plaatsen; met sleur gebroken is. Want waafiyk, wie is in staat my ééne expositie te ipoemen (echter geene keuze- of invitatie-tentoonstelling), waar een Breitner en een Karsen, een Isaftc Israëls en een Van Looy, een Veth en een Verster, een Witsen en een Van den Valk, en meerderen van die generatie „a la cimaise" werden gesteld? Ik geloof niemand. Voor uitvoerige critiek is in dit Dagblad geene plaats, en, gelukkig ook, want, dat „critiek zelf eene kunst" is, dient zeker door den meest vluchtigen vlokkonschryver wel ter dege te worden bevroed. Voor goedwillenden beooge myn schrijven hier dan alleenlijk eene opwekking om „Arti" te gaan bezoeken. En keusch „(lieve lezeres" zou ik haast gezegd hebben), Apol en Bles, Eerelman en Heemskerk van Beest, Hilver- dink en Kiers, Koekkoek en De la Mar, Nakken en Schipperus, J. G. Smits en Storten beker, Stroebei en Taanman, Elchanon Ver veer, etc. zyn er ook in al hunne kracht te bezien, en zoo zyn er meer. Om bezadigd te blfiven spreken, wil ik gaarne zeggen dat ik die uitingen nu niet mooi vind. Als my gevraagd werd myne onomwonden opinie uit te spreken?; de werkwoorden „uit- kleeden" en „afbreken" zouden stellig hier schering en inslag blyken. De „derde" Kunstbeschouwing zal hoogstwaarschyniyk op Dinsdag 6 Nov. a. s. in den Foyer van de Stadszaal alhier ge houden worden. Van „Van Nu en Straks" is eene lyvigo driedubbele aflevering verschenen (VIII X). Inhoud: Houtsnee van Lucien Pissarro uit „The Queen of the Fishes"; Voorwoord (Redactie)de Kunst in de vrye Gemeenschap, Gust. Vermeylen (versiering van G. Lemmen); Edmond Van Offel, „Mei"; Alfred Hegen- scheidt, „Rust"; „Rhytmus", „Muziek en Leven" (versiering van Henry Van de Velde en Victor Hageman); Emm. De Bom, „Walm van Lente" (versiering van Victor Hageman); Plaat van James Ensor; Pr. van Langendonck, „Her leving der Vlaarasche Poèzy" (versiering van Richard Baseleer)Hugo Verriest „Avondstilte" (versiering van Henry Van de Velde en G. Lemmen)Victor De Meyere (vignet van George Morren); Andró Jolles, „Mandragora" (versie ring van G. Lemmen); Cyriel Buysse, „Op een Zomer-avond" (houtsneeën van Henry Van de Velde). C. V. Nederlnndsche maatschappij ter bevordering van Nijverheid. Op de prysvraag voor een model-diploma, uitgeschreven in 1892, zyn ingekomen zes teekeningen, welken volgens het rapport der jury geene bekroning is waardig gekeurd. De algemeene vergadering der Maatschappy, gehouden te Arnhem, zich vereenigende met deze uitspraak, heeft besloten de prysvraag opnieuw uit te schryven, welke aldus luidt: De Nodorlandsche Maatschappy ter bevorde ring van Ny verheid looft uit hare 2de gouden medaille voor een model-diploma ter begeleiding van de medailles of certificaten, die door of vanwege de Maatschappy worden uitgereikt; onder de volgende voorwaarden: lo. De teekening moet geschikt zijn voor reproductie. De beantwoorders moeten opgeven welke soort van reproductie, lichtdruk, steen druk, enz., zy voor hunne ontwerpen wen- scheiyk achten. 2o. De grootte van het blad moet zyn tot den buitenrandlengte 53 cM., breedte 44 cM. De smalste zfiden moeton den boven- en beneden rand vormen, de breedste zyden do zyranden. Bovonaan do woorden „Nederlandscho Maat schappy ter bevordering van Nyverheid", en daaronder genoog ruimte om den verderen tekst te bevatten. Als tweede prys zal eone zilveren medaille worden toegekend. De antwoorden moeten worden ingezonden vóór 1 Juni 1895, en vergezeld zyn van een verzegeld briefje, waarin de naam des inzen ders is geschreven, en dat op de buitenzyde dezelfde zinspreuk of hetzelfde kenmerk als het ingezonden antwoord voert. Hy, die zich vóór de wyziging van den prys op oonige wyzo bekend gemaakt heeft, verliest aanspraak op bekroning. Omtrent do vordere bepalingen, voor de beantwoording gesteld, wordt verwezen naar het Roglemont voor het uitschry ven der prijs vragen, waarvan belanghebbenden des verlangd inzage kunnen bekomon. De inzendingen zullen worden beoordeeld door oono jury, bestaande uit de heeren:jhr. mr. Victor De Stuers, te VGravenhage; A. Le Comte, te Delft, en Ed. Von Saher, te Haarlem. Directeuren der Maatschappy zyn de heeren J. F. W. Conrad, president, en F. W. Van Eeden, secretaris. LOMBOK. Een particulier schryven uit Soerabaia meldt het volgende: De toestand van den zwaar gewonden luitenant Velds is steeds vooruitgaande; op verre na is de patiënt echter nog niet her steld. Het been is niet verbryzeld; de kogel heeft enkel een rond gat gemaakt. Van drie officieren is hot geheele been ge splinterd. De overste Byievelt heeft een kogel door don arm gekregen, welke verder in de borst is gedrongen. Tot hoden hoeft men dien nog niet kunnen verwyderen. Van den officier Boerma zyn diens beide voeten stuk geschoten. Dank de goede verzorging, zyn van de 380 gewonden in het hospitaal nog maar 10 overleden. Van de meeste officieren is byna de ge heele uitrusting verloren geraakt. (Tel.) In het „Haagsche Dagblad" leest men het volgende: Van hooggeëerde zyde ontvangen wy onder staand fragment uit een brief, hier ter stede ontvangen van een aanzieniyk ingezetene van Batavia: „Wy zyn hier zeer onder den indruk van die Lomboksche geschiedenis. De Gouverneur- Generaal heeft zich kranig gedragen; in acht dagen tyds was de geheele legermacht op Lombok weer aangevuld. Het is byna onmo geiyk om aan lichtgeloovigheid, na de ernstige vermaningen van groote omziohtigheid, waar mee deze expeditie begonnen werd, te denken. Wy onthouden ons hier in Indië ook van alle oordeel, tot tyd en wyie dat de juiste toestand ons bekend zal zyn." Gemengd Nieuws. Een der toeren, zooals op het oogenblik professor Gauthier van 's morgens elf tot 's avonds laat in het schouwburglokaal „Vondelhoven" alhier uitvoert, is wel de moeite waard te worden vermeld. De professor laat zich op eene plank, door middel van beugels, touwen, sloten, enz. vast binden en vastsluiten, laat vervolgens een gordyn toeschuiven en na eene kwart-minuut zit de heer Gauthier in de zaal en ligt op de plank, stevig gebonden, eene dame. De toegangsprijs stelt ieder in staat dit kunststuk en wat de heer Gauthier verder vertoont, te gaan zien. Heden werd door de beide batal jons van het 4de reg. inf., benevens de artil lerie alhier, eene manoeuvre in het vuur ge houden in de omstreken van Katwyk, onder toezicht van den kolonel Langgutb, comman dant van het 4de regiment. Als leider der manoeuvre trad op de luit.- kolonel Mac Leod, van het 4de reg., terwyl de majoor Calkoc.n, van hetzelfde regiment, als scheidsrechter optrad. Ieder man was voorzien van 30 losse pa tronen, terwyl de artillerie voorzien was van de noodige kardoezen. In den nacht van 22 op 23 dezer zyn uit eene goed gesloten schuur, staande achter in den Broekpolder, onder Oegstgeest, gestolen: 6 kippen en 1 haan, toebehoorende aan den heer J. Sch., landbouwer te Oegst geest; verder nog: 15 L. zoetemelk. Volgens den staat van de gevallen van besmettelyke veeziekten, in Nederland voorgekomen gedurende de maand September 11., kwamen te Woubrugge by 32 eigenaren van vee 619 gevallen van mond- en klauwzeer voor. Dinsdag 23 dezer kwam inhet dorp Woubrugge het eerste geval van Azia tische cholera voor. De lyder, een ruim 6-jarige knaap, is reeds overleden. Te Katwyk aan Zee worden po gingen aaDgewend, de gemeente telephonisch met andore plaatsen te verbinden. Aan eene groote behoefte zal op die wyze worden voldaan. In de vergadering der Haarlem- sche IJsclub is medegedeeld dat by verkregen machtiging van den Ned. Scbaatsenrydersbond, op de baan onder O verveen dezen winter het kampioensohap van Noord-Holland verreden zal worden. Te Oudshoorn kwam Maandag hot eerste cholera geval voor met doodelyken afloop. Van gemeentewege wordt zooveel mogelyk voorzien in de behoefte aan zuiver drinkwater, terwijl door de gezondheidscom missie een strooibiljet verspreid is, waarin op het nemen van de bekende voorzorgsmaat regelen wordt aangedrongen. Een telegram uit Londen meldt dat te Tene- riffe de quarantaine voor herkomsten uit Rot terdam is opgeheven. Volgens een Lloyd's telegram uit Londen van 23 dezer worden de Noordelyke Neder- landsche havens, sedert 18 dezer als verdacht, alléén Amsterdam als besmet van cholera beschouwd. Gisteravond kwam eene juffrouw by den koek- en banketbakker P. B. op de Prins-Hendrik kade te Amsterdam in den winkel om het een en ander te koopen. By het betalen legde zy een muntje van f 10 op de toonbank. Een jongen van de straat, die haar bespied had, liep plotseling den winkel binnen, greep het muntbiljet en maakte zich uit de voeten. Men kan begrypen hoe de juffrouw stond te kyken. Gisteravond te zes uren ontstond door het springen van eene petroleumlamp een uitslaande brand in de Ferdinand-Bol- straat te Amsterdam, waar in een beneden huis de vleeschhouwery van den heer J. C. A. Kubbe is gevestigd. De winkel, alkoof en de achterkamer in het sousterrain brandden uit. Omtrent een moord en een zelf- moord te Philippine wordt het volgende aan de „Middelb. Crt." geschreven: Groote opschudding heerschte Maandag middag alhier, toen het bekend werd, dat er op de Bouchautscho haven eon dubbele moord was gepleegd. De marechaussees van Philippine, die zich omstreeks halfnegen in een der polders by de Isabella-sluis bevonden, hoorden een schot en denkende met een strooper te doen te hobben, gingen ze er op af. In een stal vonden zy twee ïyken liggen, nl. van Leo Van Vlaanderen, een ongehuwden boerenknecht, en van Louise Plog, huisvrouw van Seb. Gilson. Zooals reeds dadeiyk bleek, had Van Vlaan deren eerst de vrouw en daarna zichzelf dood geschoten. De vrouw had een schot door het hoofd en hy een door den hals. Esn dubbelloops- jachtgeweer, waarmee de moord gepleegd is, werd in beslag genomen. Bedrog by levensverzekering. Zekere G. F., te Arnhem, had ongeveer 14 dagen geleden op haren vader, die reeds ge- ruimen tyd in het gemeente ziekenhuis aldaar word verpleegd, met do „Noord-Hollandsche Levensverzekering Maatschappy" eene verzeke ring gesloten. By de geneeskundige keuring, die daaraan noodzakeiyk moet voorafgaan, had zy echter een ander in diens plaats gesteld. Dit bedrog is, toen de vader dezer dagen overleed, aan het licht gekomen en wel door dien het den geneesheer bleek, dat de over ledene niet dezelfde persoon was als de door hem gekeurde. De zaak is in handen der politie. Een verschrikke 1 y k ongeluk is in den nacht van Maandag op Dinsdag te Charleroi voorgevallen. Door de zware regens der laatste dagen was de Sambre buitengewoon gezwollon; de schepen, die aan de kade gemeerd lagen, werden van de touwen losgerukt en door den sterken stroom medegesleept en zonken éón voor één, tot groot gevaar van de opvarenden. Dit alles gebeurde in eene dichte duisternis, zoodat. de menigte, die op het hulp geschreeuw was toegesneld, onmogelyk hulp kon bieden. Toen het licht werd, zag men zeven schuiten byna geheel onder water liggen. Gelukkig waren er geene menschenlevens te betreuren; de opvarenden hadden zich allen kunnen red den, sommigen in hun bootje, anderen met zwemmen Behalve de gezonken vaartuigen, zyn er verscheidene, die avery hebben bekomen. De geheele schade wordt op 300,000 fr. geraamd. De rivier blijft nog steeds wassen. De ge zinnen der schippers kampeeren in de open lucht; zy hebben al wat zy bezaten verloren. De wensch van den 15-jarigen knaap te Schoonhoven, die zoo graag soldaat wil worden en in oen met potlood geschreven brief aan „zijne lieve Koningin" plaatsing verzocht bij de instructie-compagnie, zal eerst daags in vervulling treden. Een bezwaar was nog, dat de jongen, die noch ouders nog andere bloedverwanten heeft, niet in het bezit kon worden gesteld van de stukkon, vereischt voor de indiensttreding van een minderjarige. Thans is dit bezwaar ook opgelost, daar twee inge zetenen van Schoonhoven voor den knaap als voogd en toeziende voogd zyn opgetreden. (U. D.) Gedurende de laatste reis is van het stoomschip „Maasdam", van deNederlandsch- Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappy in volle zee door een breker overboord geslagen en verdronken de matroos Klaas Schaaf. Men meldt uit Maassluis, d.d. 2 3 Oct.: Al de opvarenden van de bomschuit „Sch. 99" (Minerva) zyn gered. Met een kar heeft men het schip kunnen naderen, zoo hoog zit het op het strand. Eenige netten heeft men reeds kunnen bergen. Door de sleepboot „Wodan" zyn hier eene menigte ter hoogte van Terschelling opge- vischto planken van verschillende merken aangebracht en onder beheer van den strand vonder alhier gesteld. Het houtmagazyn van Peter Havenith, op den Pontsteinweg, te Aken, is door brand vernield. Do schade bedraagt on geveer 60,000 mark. De valsche Bankbiljetten. Toen de voor het hof te Amsterdam reeds aangevangen zaak gisteren werd voortgezet, was het woord aan de advocaten der beklaag den, het eerst aan mr. D. Simons, pleiter voor beklaagde Krausse. Pleiter wydde eerst een kort woord aan de nieuwe zaal van het hof, welke aosthetisch lang niet onberispeiyk en met eene goede acustiek niet bedeeld was, doch waar pleiter vertrouwde, dat even onberispeiyk recht ge sproken zou worden als door het hof steeds was betracht. Vervolgens stelde mr. Simons hetzelfde juridiek argument op den voorgrond, als in zyne pleitrede in eerste instantie, nl., dat het namaken van bankbiljetten volgens het Neder- landsch recht niet strafbaar was. In 1881 was door den wetgever dit misdryf gebracht onder valschheid in geschriften, waartoe het volstrekt niet behoorde in plaats van het te brengen onder een afzonderlyken titel. Velen hechtten tegenwoordig niet veel gewicht aan geschreven strafrecht, doch dit was noodig, opdat de judex ex aequo et bono recht kon spreken. Voorts was pleiter van oordeel, dat de onderteekening alleen dan rechtsgeldig was, wanneer deze eigenhandig geschiedde door den persoon zeiven. Dit nu was niet het geval met de handteekening op de Nederland- sche Bankbiljetten; feiteiyk waren deze alle valsch. Het individueele dier handteekening ging stellig geheel en al teloor, wanneer ze tot stand kwam langs mechanischen weg; de president en de secretaris van de Ned. Bank doen aan die handteekeningen niets. Vervolgens ging pleiter de doctrine en vreemde jurisprudentie op dit punt na; wel was de Duitsche rechtsleer het niet met de meening van pleiter eens, doch uit verschil lende arresten oordeelde pleiter genoegzamo argumenten voor zyn standpunt te kunnen putten. Op alle door pleiter ontwikkelde gronden meende mr. Simons, dat de aan Krausse ten laste gelegde feiten niet vielen onder artt. 225 en 226 van het "Wetboek van Strafrecht. Pleiter wees op het verleden van beklaagde, zyne superioriteit als vakman, zyne zucht om eigen zaken te beginnen, het ongelukkig moment, waarop hy kennis maakte met de wed. Toubaerts, enz., alles uitvoerig door pleiter in zyn pleidooi voor de rechtbank be handeld. De voorstelling van beklaagde Krausse van den loop der zaken vond pleiter alleszins aannemelyk. Hy had een tameiyk groot bedrag geleend van andere beklaagden, en maakte de biljetten, om dezen in schyn voorloopig te voldoen. Dat hy het plan had deze biljetten uit te geven, was onmogelyk aan te nemenkranig werkman als hy was, zou hy ze dan, zooals hy zelf heeft beweerd, ontegenzeglyk veel beter hebben kunnen namaken. Een ernstig p—-MNI plan had hier niet bestaaneen komplot wa-j" er volstrekt niet. De eene beklaagde wist niefc wat de andere deed, en zoo werd Krausse op een dag in een sigarenwinkel op den Heiligen* weg een door hem vervaardigd biljet aange- boden, zonder dat hy wist, dat er één was uitgegeven. Het gewicht der historische herinneringen, door het O. M. den vorigen dag te berde ge» bracht, werden door pl. bestreden. Wel bestond op dit misdryf voor korten tyd de doodstraf doch in Engeland werd niet lang geleden nog de doodstraf toegepast voor kleine diefstallen» Wel waren in 1883 personen wegens het na maken van bankbiljetten tot 10 jaar tucht huisstraf veroordeeld, doch dit was de helft van de maximale straf, terwyl het O. M. in eerste instantie het maximum verre over schreden was. Pl. concludeerde tot vernietiging van het vonnis der rechtbank, en, by onverhoopte ver oordeeling, tot het opleggen eener mindere straf. Beklaagde Krausse barstte onder het plei dooi van mr. Simons herhaaldeiyk in tranen uit. Daar deze bekl. als hoofdschuldige in deze zaak de meeste aandacht verdient, wordeDt! mede om de plaatsruimte, de pleidooien der overige advocaten slechts aangestipt. Voor bekl. Toubaerts voerde mr. Rud, Ben jamins pleidooi. Pl. ontkende alle deelneming aan een komplot door bekl.verschillende be-? wysvoeringen werden hierover aangehaald. De conclusie strekte tot bevestiging van het vonnis der rechtbank, wat het eerste punt betreft der aanklacht: nl. het verstrek ken van gelden voor de inrichting van een atelier om valsche bankbiljetten te vervaar digen, en vryspraak, wat het tweede punt betrefthet in voorraad hebben van valsche bankbiljetten, wetende dat zy valsch waren. Subsidiair eene lichte straf. Ook deze bekl. was zeer bewogen. Na schorsing der zitting gedurende een halfuur werden de volgende pleidooien ge houden: door mr. K. L. Van Os voor bekl. Thümm, tot vryspraak concludeerende; door mr. Jolles voor Van Liemt (deze verdediger vereenigde zich volkomen met het vonnis der rechtbank; Van Liemt was dan ook niet in hooger beroep gekomen, wel de officier van justitie; mr. Jolles riep de clementie van het Hof in, en vroeg in het byzonder aftrek der preventieve hechtenis); door mr. Heems kerk voor Frey; de laatste verdediger hield een zeer langdurig pleidooi, en concludeerde tot vryspraak van zyn cliënt. Evenals in do eerste instantie betoogde hy dat Frey zich aan geen enkel misdadig feit had schuldig gemaakt; wat hy bekend heeft, is verkeerd opgevat en is bovendien slechts een nuda confessioaangezien de omstandigheden tor adstructie van het wettig bewys ten eenen- male ontbreken. Pl. vraagt met nadruk aan het O. M. om nu eindelijk toch eens eenig bewijs te leveren voor de opvatting, dat Frey de bedoeling zou hebben gehad, de biljetten uit te geven of te bewerken dat zy konden worden uitgegeven. Na dit betoog word de zitting geschorst tot hedenochtend halfelf. Er was van de pleidooien gisteren veel meer te verstaan dan van de getuigenveihooren eergisteren, maar toch was dikwyls hetgeen men kon hooren, althans op de plaats der verslaggevers, zeer onvoldoende. Er werd opgemerkt dat men hot best kan hooren (althans in de zaal) in eene rechte lyn achter den spreker. Dan schynt men den vollen weerklank van het geluid te krygen. BUITENLAND. Frankryk. De Kamer heeft gisteren met het gewone ceremoniëel hare werkzaamheden hervat. De heer Burdeau, die, naar het uiteriyk te oor- deelen, volkomen hersteld was van zyne ziekte, nam den voorzitterstoel in. De minister-president kwam verklaren dat de Regeering de Kamer verzocht onmiddellyk over le gaan tot de interpellatie van den heer Paschal Grousset over het royalistisch kom plot, waaromtrent kort vóór het sluiten der vorige zitting onthullingen waren gedaan. Daartoe werd besloten. Den heer Paschal Grousset besteeg daarop de tribune en gaf zyne verwondering te ken nen, dat de royalistische samenzweerders nie* vervolgd en niet gestraft waren, terwyl gene raal Boulanger, Dillon en Rochefort, die niet schuldiger waren dan de anderen, waren ver volgd. Hy noemde het eene schande, dat het parket geene instructie had geopend naarjaan- leiding van de onthullingen van Paul De Cas- sagnac, daar de aan het licht gekomen feiten nog niet verjaard waren. Hy beschuldigde voorts de Regeeriug, dat zy de gevangene was van de reebterzyde. Eene motie, om over te gaan tot de orde van den dag, werd door de regeering aanvaard en met 315 tegen 155 stemmen aangenomen. Zoodra de commissie gereed is met hare beraadslagingen, zal de begrooting aan de orde worden gesteld. Voorloopig zal de Kamer zich nu bepalen tot de behandeling der andere interpellaties, die nog aan de orde zyn. In het geheel zyn acht interpellaties ingediend. Velen houden het er voor, dat het ministerie- Dupuy den dag van gisteren niet lang zal overleven, maar weldra aan verval van krachten zal sterven, ofschoon er niets is gebeurd, wat die aftreding noodig zou kunnen maken Mis schien bereiden de vele aangekondigde inter pellaties de verwachte nederlaag. Als Dupuy's waarschynlyke opvolger wordt Waldeck Rousseau genoemd en verder wordt gegist, dat dan eene Kamerontbinding zou volgen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2