bedragen trok veler aandacht. In zake de
misbruiken by de suiker- en tabaks-industrie
in Bezoeki en Pasoeroean hadden eenige leden,
in afwijking van het gevoelen van andere,
den indruk gekregen, dat de resident van
Bezoeki op eene in vele opzichten niet te
rechtvaardigen wijze was opgetreden tegenover
Europeosche suiker- en tabaksplanters. Yan
verschillende zijdon werd geklaagd over
't gemis van eenig resultaat van de her
haalde beschikbaarstelling van een half millioen
voor maatregelen in het belang der koffie
cultuur. Verscheidene leden wilden het bijslag
stelsel vervangen door verhooging van den
inkoopsprijs der koffie.
Aangedrongen werd op vermeerdering van
het aantal R.-K. geestelijken, ook met 't oog
op het leger. De ongunstige berichten omtrent
de Ombilliën-kolen werden weersproken. De
meeste leden zagen in den aanleg van be
vloeiingswerken een onmisbaar en krachtig
middel tot verhooging van do productiviteit
van den bodem.
Eenige leden gaven in overweging dat een
ingenieur van den Waterstaat naar Britsch-
Indiè zou worden gezonden, ten einde eene
studie te maken van het irrigatie wezen. Mede-
deeling werd gevraagd van 's Ministers spoor
wegplannen. Vele leden wenschten het Indische
leger zoo spoedig mogelijk van nieuwe vuur
wapenen te voorzien.
De door den vorigen minister verkregen
belangrijko verlaging voor het vervoer van
koffie met de schepen der Maatschappij „Neder
land" en „Rotterdamsche Lloyd" werd door
verscheidene leden toegejuicht. Eene nieuwe
kazerne voor de koloniale reserve te Nymogen
werd noodzakelijk geacht. Verhooging van
den inkoopsprijs van koffie op Sumatra's
Westkust werd noodig geacht om leven te
brengen in de kwijnende cultuur. Andere
leden wilden met de Regeering do werking
der hoofdelijke belasting afwachten. De raming
van 50 cents van den verkoopsprijs der koffie
werd te hoog geacht.
Aan het verslag is toegevoegd eene nota
van de hand van wijlen het lid den heer Land,
hoofdzakelijk bevattende eene waarschuwing
tegen het plan om Batavia te maken tot
operatie basis van de vloot, en betoogende
dat Soerabaia als zoodanig aangewezen is
door natuurlijke ligging en andere krijgskun
dige eigenschappen.
Praatjes over Kunst.
Vlokken.
XLIII.
In het gobouw der Maatschappij „Arti et
Amicitiae" te Amsterdam wordt thans de
najaarstentoonstelling van Kunstwerken, door
leden vervaardigd, gehouden.
Hierover wil ik een enkel woord zeggen.
Het is nog niet zoo heel veel jaren goledon,
dat in eene van dezelfde zalen, boven eene deur,
een schilderij te zien was van denzelfden
artist, wiens werk hier nu de eereplaats
inneemt, verkocht werd, en met de vorste
lyke gouden medaille (waarover een commis
sie de beschikking verkreeg) werd bekroond.
Het door mfi van vroeger bedoelde doek was
„Montmartro" genoemd, en, bijkans even ver-
stooten als de afgebeelde, afgebeulde knol,
geleek het kunstwerk zelf, dat daar zoo hoog -
geheschen, droomerig te treuren hing.
Er z(jn er toen geweest, die eene juiste wraak
geroepen hebben over dat „ignobele" hangen
van dien vorst onder do schilders. Sedert
werd dat schilderij elders (o. a. in onze goede
Sleutelstad) waardiger geëxposeerd, en, toon
hot eindelijk in particuliere verzameling over
ging, spraken allen ten slotte van „het witte
paard van Breitner" met bijzondere venoratie.
Door Reicher moest het nü-klassieke werk
in ets gebracht, en zij, dien Breitner tot nog
toe immer zijn „niet-kunnen-teekenen" voor
de voeten hadden geworpen, veranderden die
veneratie gaarne in adoratie.
Velen van degenen, die op de bewuste
expositie toen „a la rampe" jubelden, zfin
reed6 verdwenen, terwijl enkelen hunner zich
nu in hoeken zien geplaatst. Want het dient
wel te worden ingezien, dat de misschien wel
wat al te late waardeering van Breitner ook
eene van andere jongeren in zich sluit, ter
wijl ook voor critici, die zeer terecht gespro
ken hebben van het „afgesloten" tfidperk van
Israels en de Marissen, genoemde hulde eene
bijzonder-toekenende beteekenis blijft.
Merkwaardig is het tevens dat Jozef Israels
Willem en Jacob Maris, Neuhuys, en nog een
paar anderen hier ontbreken, en zelfs de
immer-aanwezige Mesdag nu niet op eene der
eereplaatsen werd geduld, waar thans oen
Breitner, een Jac. Looy en een Isa&c Israels
tronend schitteren. Twee groote doeken van
Gabriël zijn by hoeken geplaatst, en zoo al
meer. Dit teekent. Het bewfist dat er ook in
„Arti's" bestuurderen jong-frisch bloed is ge
komen, en er onpartijdige eerlijkheid voor-
gozeten heeft by het toewijzen der plaatsen;
met sleur gebroken is.
Want waafiyk, wie is in staat my ééne
expositie te ipoemen (echter geene keuze- of
invitatie-tentoonstelling), waar een Breitner
en een Karsen, een Isaftc Israëls en een Van
Looy, een Veth en een Verster, een Witsen en
een Van den Valk, en meerderen van die
generatie „a la cimaise" werden gesteld? Ik
geloof niemand.
Voor uitvoerige critiek is in dit Dagblad
geene plaats, en, gelukkig ook, want, dat
„critiek zelf eene kunst" is, dient zeker door
den meest vluchtigen vlokkonschryver wel ter
dege te worden bevroed.
Voor goedwillenden beooge myn schrijven
hier dan alleenlijk eene opwekking om „Arti"
te gaan bezoeken. En keusch „(lieve lezeres"
zou ik haast gezegd hebben), Apol en Bles,
Eerelman en Heemskerk van Beest, Hilver-
dink en Kiers, Koekkoek en De la Mar,
Nakken en Schipperus, J. G. Smits en Storten
beker, Stroebei en Taanman, Elchanon Ver
veer, etc. zyn er ook in al hunne kracht te
bezien, en zoo zyn er meer. Om bezadigd te
blfiven spreken, wil ik gaarne zeggen dat ik
die uitingen nu niet mooi vind.
Als my gevraagd werd myne onomwonden
opinie uit te spreken?; de werkwoorden „uit-
kleeden" en „afbreken" zouden stellig hier
schering en inslag blyken.
De „derde" Kunstbeschouwing zal
hoogstwaarschyniyk op Dinsdag 6 Nov. a. s.
in den Foyer van de Stadszaal alhier ge
houden worden.
Van „Van Nu en Straks" is eene lyvigo
driedubbele aflevering verschenen (VIII X).
Inhoud: Houtsnee van Lucien Pissarro uit
„The Queen of the Fishes"; Voorwoord
(Redactie)de Kunst in de vrye Gemeenschap,
Gust. Vermeylen (versiering van G. Lemmen);
Edmond Van Offel, „Mei"; Alfred Hegen-
scheidt, „Rust"; „Rhytmus", „Muziek en Leven"
(versiering van Henry Van de Velde en Victor
Hageman); Emm. De Bom, „Walm van Lente"
(versiering van Victor Hageman); Plaat van
James Ensor; Pr. van Langendonck, „Her
leving der Vlaarasche Poèzy" (versiering van
Richard Baseleer)Hugo Verriest „Avondstilte"
(versiering van Henry Van de Velde en G.
Lemmen)Victor De Meyere (vignet van George
Morren); Andró Jolles, „Mandragora" (versie
ring van G. Lemmen); Cyriel Buysse, „Op
een Zomer-avond" (houtsneeën van Henry
Van de Velde). C. V.
Nederlnndsche maatschappij ter
bevordering van Nijverheid.
Op de prysvraag voor een model-diploma,
uitgeschreven in 1892, zyn ingekomen zes
teekeningen, welken volgens het rapport der
jury geene bekroning is waardig gekeurd.
De algemeene vergadering der Maatschappy,
gehouden te Arnhem, zich vereenigende met
deze uitspraak, heeft besloten de prysvraag
opnieuw uit te schryven, welke aldus luidt:
De Nodorlandsche Maatschappy ter bevorde
ring van Ny verheid looft uit hare 2de gouden
medaille voor een model-diploma ter begeleiding
van de medailles of certificaten, die door of
vanwege de Maatschappy worden uitgereikt;
onder de volgende voorwaarden:
lo. De teekening moet geschikt zijn voor
reproductie. De beantwoorders moeten opgeven
welke soort van reproductie, lichtdruk, steen
druk, enz., zy voor hunne ontwerpen wen-
scheiyk achten.
2o. De grootte van het blad moet zyn tot
den buitenrandlengte 53 cM., breedte 44 cM. De
smalste zfiden moeton den boven- en beneden
rand vormen, de breedste zyden do zyranden.
Bovonaan do woorden „Nederlandscho Maat
schappy ter bevordering van Nyverheid", en
daaronder genoog ruimte om den verderen
tekst te bevatten.
Als tweede prys zal eone zilveren medaille
worden toegekend.
De antwoorden moeten worden ingezonden
vóór 1 Juni 1895, en vergezeld zyn van een
verzegeld briefje, waarin de naam des inzen
ders is geschreven, en dat op de buitenzyde
dezelfde zinspreuk of hetzelfde kenmerk als
het ingezonden antwoord voert.
Hy, die zich vóór de wyziging van den prys
op oonige wyzo bekend gemaakt heeft, verliest
aanspraak op bekroning.
Omtrent do vordere bepalingen, voor de
beantwoording gesteld, wordt verwezen naar
het Roglemont voor het uitschry ven der prijs
vragen, waarvan belanghebbenden des verlangd
inzage kunnen bekomon.
De inzendingen zullen worden beoordeeld
door oono jury, bestaande uit de heeren:jhr.
mr. Victor De Stuers, te VGravenhage; A.
Le Comte, te Delft, en Ed. Von Saher, te
Haarlem.
Directeuren der Maatschappy zyn de heeren
J. F. W. Conrad, president, en F. W. Van
Eeden, secretaris.
LOMBOK.
Een particulier schryven uit Soerabaia meldt
het volgende:
De toestand van den zwaar gewonden
luitenant Velds is steeds vooruitgaande; op
verre na is de patiënt echter nog niet her
steld. Het been is niet verbryzeld; de kogel
heeft enkel een rond gat gemaakt.
Van drie officieren is hot geheele been ge
splinterd. De overste Byievelt heeft een kogel
door don arm gekregen, welke verder in de
borst is gedrongen. Tot hoden hoeft men dien
nog niet kunnen verwyderen. Van den officier
Boerma zyn diens beide voeten stuk geschoten.
Dank de goede verzorging, zyn van de 380
gewonden in het hospitaal nog maar 10
overleden.
Van de meeste officieren is byna de ge
heele uitrusting verloren geraakt. (Tel.)
In het „Haagsche Dagblad" leest men het
volgende:
Van hooggeëerde zyde ontvangen wy onder
staand fragment uit een brief, hier ter stede
ontvangen van een aanzieniyk ingezetene van
Batavia:
„Wy zyn hier zeer onder den indruk van
die Lomboksche geschiedenis. De Gouverneur-
Generaal heeft zich kranig gedragen; in acht
dagen tyds was de geheele legermacht op
Lombok weer aangevuld. Het is byna onmo
geiyk om aan lichtgeloovigheid, na de ernstige
vermaningen van groote omziohtigheid, waar
mee deze expeditie begonnen werd, te denken.
Wy onthouden ons hier in Indië ook van alle
oordeel, tot tyd en wyie dat de juiste toestand
ons bekend zal zyn."
Gemengd Nieuws.
Een der toeren, zooals op het
oogenblik professor Gauthier van 's morgens
elf tot 's avonds laat in het schouwburglokaal
„Vondelhoven" alhier uitvoert, is wel de moeite
waard te worden vermeld.
De professor laat zich op eene plank, door
middel van beugels, touwen, sloten, enz. vast
binden en vastsluiten, laat vervolgens een
gordyn toeschuiven en na eene kwart-minuut
zit de heer Gauthier in de zaal en ligt op
de plank, stevig gebonden, eene dame.
De toegangsprijs stelt ieder in staat dit
kunststuk en wat de heer Gauthier verder
vertoont, te gaan zien.
Heden werd door de beide batal
jons van het 4de reg. inf., benevens de artil
lerie alhier, eene manoeuvre in het vuur ge
houden in de omstreken van Katwyk, onder
toezicht van den kolonel Langgutb, comman
dant van het 4de regiment.
Als leider der manoeuvre trad op de luit.-
kolonel Mac Leod, van het 4de reg., terwyl
de majoor Calkoc.n, van hetzelfde regiment,
als scheidsrechter optrad.
Ieder man was voorzien van 30 losse pa
tronen, terwyl de artillerie voorzien was van
de noodige kardoezen.
In den nacht van 22 op 23 dezer
zyn uit eene goed gesloten schuur, staande
achter in den Broekpolder, onder Oegstgeest,
gestolen: 6 kippen en 1 haan, toebehoorende
aan den heer J. Sch., landbouwer te Oegst
geest; verder nog: 15 L. zoetemelk.
Volgens den staat van de gevallen
van besmettelyke veeziekten, in Nederland
voorgekomen gedurende de maand September
11., kwamen te Woubrugge by 32 eigenaren van
vee 619 gevallen van mond- en klauwzeer voor.
Dinsdag 23 dezer kwam inhet
dorp Woubrugge het eerste geval van Azia
tische cholera voor. De lyder, een ruim 6-jarige
knaap, is reeds overleden.
Te Katwyk aan Zee worden po
gingen aaDgewend, de gemeente telephonisch
met andore plaatsen te verbinden. Aan eene
groote behoefte zal op die wyze worden voldaan.
In de vergadering der Haarlem-
sche IJsclub is medegedeeld dat by verkregen
machtiging van den Ned. Scbaatsenrydersbond,
op de baan onder O verveen dezen winter het
kampioensohap van Noord-Holland verreden
zal worden.
Te Oudshoorn kwam Maandag
hot eerste cholera geval voor met doodelyken
afloop. Van gemeentewege wordt zooveel
mogelyk voorzien in de behoefte aan zuiver
drinkwater, terwijl door de gezondheidscom
missie een strooibiljet verspreid is, waarin
op het nemen van de bekende voorzorgsmaat
regelen wordt aangedrongen.
Een telegram uit Londen meldt dat te Tene-
riffe de quarantaine voor herkomsten uit Rot
terdam is opgeheven.
Volgens een Lloyd's telegram uit Londen
van 23 dezer worden de Noordelyke Neder-
landsche havens, sedert 18 dezer als verdacht,
alléén Amsterdam als besmet van cholera
beschouwd.
Gisteravond kwam eene juffrouw
by den koek- en banketbakker P. B. op de
Prins-Hendrik kade te Amsterdam in den winkel
om het een en ander te koopen.
By het betalen legde zy een muntje van f 10
op de toonbank. Een jongen van de straat, die
haar bespied had, liep plotseling den winkel
binnen, greep het muntbiljet en maakte zich
uit de voeten.
Men kan begrypen hoe de juffrouw stond
te kyken.
Gisteravond te zes uren ontstond
door het springen van eene petroleumlamp
een uitslaande brand in de Ferdinand-Bol-
straat te Amsterdam, waar in een beneden
huis de vleeschhouwery van den heer J. C. A.
Kubbe is gevestigd. De winkel, alkoof en de
achterkamer in het sousterrain brandden uit.
Omtrent een moord en een zelf-
moord te Philippine wordt het volgende aan
de „Middelb. Crt." geschreven:
Groote opschudding heerschte Maandag
middag alhier, toen het bekend werd, dat er
op de Bouchautscho haven eon dubbele moord
was gepleegd.
De marechaussees van Philippine, die zich
omstreeks halfnegen in een der polders by
de Isabella-sluis bevonden, hoorden een schot
en denkende met een strooper te doen te
hobben, gingen ze er op af.
In een stal vonden zy twee ïyken liggen,
nl. van Leo Van Vlaanderen, een ongehuwden
boerenknecht, en van Louise Plog, huisvrouw
van Seb. Gilson.
Zooals reeds dadeiyk bleek, had Van Vlaan
deren eerst de vrouw en daarna zichzelf dood
geschoten.
De vrouw had een schot door het hoofd
en hy een door den hals. Esn dubbelloops-
jachtgeweer, waarmee de moord gepleegd is,
werd in beslag genomen.
Bedrog by levensverzekering.
Zekere G. F., te Arnhem, had ongeveer 14
dagen geleden op haren vader, die reeds ge-
ruimen tyd in het gemeente ziekenhuis aldaar
word verpleegd, met do „Noord-Hollandsche
Levensverzekering Maatschappy" eene verzeke
ring gesloten. By de geneeskundige keuring,
die daaraan noodzakeiyk moet voorafgaan,
had zy echter een ander in diens plaats
gesteld.
Dit bedrog is, toen de vader dezer dagen
overleed, aan het licht gekomen en wel door
dien het den geneesheer bleek, dat de over
ledene niet dezelfde persoon was als de door
hem gekeurde.
De zaak is in handen der politie.
Een verschrikke 1 y k ongeluk
is in den nacht van Maandag op Dinsdag te
Charleroi voorgevallen. Door de zware regens
der laatste dagen was de Sambre buitengewoon
gezwollon; de schepen, die aan de kade gemeerd
lagen, werden van de touwen losgerukt en
door den sterken stroom medegesleept en
zonken éón voor één, tot groot gevaar van de
opvarenden. Dit alles gebeurde in eene dichte
duisternis, zoodat. de menigte, die op het hulp
geschreeuw was toegesneld, onmogelyk hulp
kon bieden.
Toen het licht werd, zag men zeven schuiten
byna geheel onder water liggen. Gelukkig
waren er geene menschenlevens te betreuren;
de opvarenden hadden zich allen kunnen red
den, sommigen in hun bootje, anderen met
zwemmen Behalve de gezonken vaartuigen,
zyn er verscheidene, die avery hebben bekomen.
De geheele schade wordt op 300,000 fr.
geraamd.
De rivier blijft nog steeds wassen. De ge
zinnen der schippers kampeeren in de open
lucht; zy hebben al wat zy bezaten verloren.
De wensch van den 15-jarigen
knaap te Schoonhoven, die zoo graag soldaat
wil worden en in oen met potlood geschreven
brief aan „zijne lieve Koningin" plaatsing
verzocht bij de instructie-compagnie, zal eerst
daags in vervulling treden. Een bezwaar was
nog, dat de jongen, die noch ouders nog andere
bloedverwanten heeft, niet in het bezit kon
worden gesteld van de stukkon, vereischt voor
de indiensttreding van een minderjarige. Thans
is dit bezwaar ook opgelost, daar twee inge
zetenen van Schoonhoven voor den knaap als
voogd en toeziende voogd zyn opgetreden.
(U. D.)
Gedurende de laatste reis is van het
stoomschip „Maasdam", van deNederlandsch-
Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappy in
volle zee door een breker overboord geslagen
en verdronken de matroos Klaas Schaaf.
Men meldt uit Maassluis, d.d. 2 3
Oct.: Al de opvarenden van de bomschuit
„Sch. 99" (Minerva) zyn gered. Met een kar
heeft men het schip kunnen naderen, zoo
hoog zit het op het strand. Eenige netten
heeft men reeds kunnen bergen.
Door de sleepboot „Wodan" zyn hier eene
menigte ter hoogte van Terschelling opge-
vischto planken van verschillende merken
aangebracht en onder beheer van den strand
vonder alhier gesteld.
Het houtmagazyn van Peter
Havenith, op den Pontsteinweg, te Aken, is
door brand vernield. Do schade bedraagt on
geveer 60,000 mark.
De valsche Bankbiljetten.
Toen de voor het hof te Amsterdam reeds
aangevangen zaak gisteren werd voortgezet,
was het woord aan de advocaten der beklaag
den, het eerst aan mr. D. Simons, pleiter
voor beklaagde Krausse.
Pleiter wydde eerst een kort woord aan de
nieuwe zaal van het hof, welke aosthetisch
lang niet onberispeiyk en met eene goede
acustiek niet bedeeld was, doch waar pleiter
vertrouwde, dat even onberispeiyk recht ge
sproken zou worden als door het hof steeds
was betracht.
Vervolgens stelde mr. Simons hetzelfde
juridiek argument op den voorgrond, als in
zyne pleitrede in eerste instantie, nl., dat het
namaken van bankbiljetten volgens het Neder-
landsch recht niet strafbaar was. In 1881
was door den wetgever dit misdryf gebracht
onder valschheid in geschriften, waartoe het
volstrekt niet behoorde in plaats van het
te brengen onder een afzonderlyken titel. Velen
hechtten tegenwoordig niet veel gewicht aan
geschreven strafrecht, doch dit was noodig,
opdat de judex ex aequo et bono recht kon
spreken. Voorts was pleiter van oordeel, dat
de onderteekening alleen dan rechtsgeldig
was, wanneer deze eigenhandig geschiedde
door den persoon zeiven. Dit nu was niet het
geval met de handteekening op de Nederland-
sche Bankbiljetten; feiteiyk waren deze alle
valsch. Het individueele dier handteekening
ging stellig geheel en al teloor, wanneer ze
tot stand kwam langs mechanischen weg; de
president en de secretaris van de Ned. Bank
doen aan die handteekeningen niets.
Vervolgens ging pleiter de doctrine en
vreemde jurisprudentie op dit punt na; wel
was de Duitsche rechtsleer het niet met de
meening van pleiter eens, doch uit verschil
lende arresten oordeelde pleiter genoegzamo
argumenten voor zyn standpunt te kunnen
putten. Op alle door pleiter ontwikkelde
gronden meende mr. Simons, dat de aan
Krausse ten laste gelegde feiten niet vielen
onder artt. 225 en 226 van het "Wetboek
van Strafrecht.
Pleiter wees op het verleden van beklaagde,
zyne superioriteit als vakman, zyne zucht om
eigen zaken te beginnen, het ongelukkig
moment, waarop hy kennis maakte met de
wed. Toubaerts, enz., alles uitvoerig door
pleiter in zyn pleidooi voor de rechtbank be
handeld.
De voorstelling van beklaagde Krausse van
den loop der zaken vond pleiter alleszins
aannemelyk.
Hy had een tameiyk groot bedrag geleend
van andere beklaagden, en maakte de biljetten,
om dezen in schyn voorloopig te voldoen.
Dat hy het plan had deze biljetten uit te
geven, was onmogelyk aan te nemenkranig
werkman als hy was, zou hy ze dan, zooals
hy zelf heeft beweerd, ontegenzeglyk veel
beter hebben kunnen namaken. Een ernstig
p—-MNI
plan had hier niet bestaaneen komplot wa-j"
er volstrekt niet. De eene beklaagde wist niefc
wat de andere deed, en zoo werd Krausse op
een dag in een sigarenwinkel op den Heiligen*
weg een door hem vervaardigd biljet aange-
boden, zonder dat hy wist, dat er één was
uitgegeven.
Het gewicht der historische herinneringen,
door het O. M. den vorigen dag te berde ge»
bracht, werden door pl. bestreden. Wel bestond
op dit misdryf voor korten tyd de doodstraf
doch in Engeland werd niet lang geleden nog
de doodstraf toegepast voor kleine diefstallen»
Wel waren in 1883 personen wegens het na
maken van bankbiljetten tot 10 jaar tucht
huisstraf veroordeeld, doch dit was de helft
van de maximale straf, terwyl het O. M. in
eerste instantie het maximum verre over
schreden was.
Pl. concludeerde tot vernietiging van het
vonnis der rechtbank, en, by onverhoopte ver
oordeeling, tot het opleggen eener mindere
straf.
Beklaagde Krausse barstte onder het plei
dooi van mr. Simons herhaaldeiyk in tranen uit.
Daar deze bekl. als hoofdschuldige in deze
zaak de meeste aandacht verdient, wordeDt!
mede om de plaatsruimte, de pleidooien der
overige advocaten slechts aangestipt.
Voor bekl. Toubaerts voerde mr. Rud, Ben
jamins pleidooi. Pl. ontkende alle deelneming
aan een komplot door bekl.verschillende be-?
wysvoeringen werden hierover aangehaald.
De conclusie strekte tot bevestiging van
het vonnis der rechtbank, wat het eerste
punt betreft der aanklacht: nl. het verstrek
ken van gelden voor de inrichting van een
atelier om valsche bankbiljetten te vervaar
digen, en vryspraak, wat het tweede punt
betrefthet in voorraad hebben van valsche
bankbiljetten, wetende dat zy valsch waren.
Subsidiair eene lichte straf. Ook deze bekl.
was zeer bewogen.
Na schorsing der zitting gedurende een
halfuur werden de volgende pleidooien ge
houden: door mr. K. L. Van Os voor bekl.
Thümm, tot vryspraak concludeerende; door
mr. Jolles voor Van Liemt (deze verdediger
vereenigde zich volkomen met het vonnis der
rechtbank; Van Liemt was dan ook niet in
hooger beroep gekomen, wel de officier van
justitie; mr. Jolles riep de clementie van het
Hof in, en vroeg in het byzonder aftrek der
preventieve hechtenis); door mr. Heems
kerk voor Frey; de laatste verdediger hield
een zeer langdurig pleidooi, en concludeerde
tot vryspraak van zyn cliënt. Evenals in do
eerste instantie betoogde hy dat Frey zich
aan geen enkel misdadig feit had schuldig
gemaakt; wat hy bekend heeft, is verkeerd
opgevat en is bovendien slechts een nuda
confessioaangezien de omstandigheden tor
adstructie van het wettig bewys ten eenen-
male ontbreken. Pl. vraagt met nadruk aan
het O. M. om nu eindelijk toch eens eenig
bewijs te leveren voor de opvatting, dat Frey
de bedoeling zou hebben gehad, de biljetten
uit te geven of te bewerken dat zy konden
worden uitgegeven.
Na dit betoog word de zitting geschorst
tot hedenochtend halfelf.
Er was van de pleidooien gisteren veel meer
te verstaan dan van de getuigenveihooren
eergisteren, maar toch was dikwyls hetgeen
men kon hooren, althans op de plaats der
verslaggevers, zeer onvoldoende. Er werd
opgemerkt dat men hot best kan hooren
(althans in de zaal) in eene rechte lyn achter
den spreker. Dan schynt men den vollen
weerklank van het geluid te krygen.
BUITENLAND.
Frankryk.
De Kamer heeft gisteren met het gewone
ceremoniëel hare werkzaamheden hervat. De
heer Burdeau, die, naar het uiteriyk te oor-
deelen, volkomen hersteld was van zyne ziekte,
nam den voorzitterstoel in.
De minister-president kwam verklaren dat
de Regeering de Kamer verzocht onmiddellyk
over le gaan tot de interpellatie van den heer
Paschal Grousset over het royalistisch kom
plot, waaromtrent kort vóór het sluiten der
vorige zitting onthullingen waren gedaan.
Daartoe werd besloten.
Den heer Paschal Grousset besteeg daarop
de tribune en gaf zyne verwondering te ken
nen, dat de royalistische samenzweerders nie*
vervolgd en niet gestraft waren, terwyl gene
raal Boulanger, Dillon en Rochefort, die niet
schuldiger waren dan de anderen, waren ver
volgd. Hy noemde het eene schande, dat het
parket geene instructie had geopend naarjaan-
leiding van de onthullingen van Paul De Cas-
sagnac, daar de aan het licht gekomen feiten
nog niet verjaard waren. Hy beschuldigde
voorts de Regeeriug, dat zy de gevangene was
van de reebterzyde.
Eene motie, om over te gaan tot de orde
van den dag, werd door de regeering aanvaard
en met 315 tegen 155 stemmen aangenomen.
Zoodra de commissie gereed is met hare
beraadslagingen, zal de begrooting aan de
orde worden gesteld. Voorloopig zal de Kamer
zich nu bepalen tot de behandeling der andere
interpellaties, die nog aan de orde zyn. In
het geheel zyn acht interpellaties ingediend.
Velen houden het er voor, dat het ministerie-
Dupuy den dag van gisteren niet lang zal
overleven, maar weldra aan verval van krachten
zal sterven, ofschoon er niets is gebeurd, wat
die aftreding noodig zou kunnen maken Mis
schien bereiden de vele aangekondigde inter
pellaties de verwachte nederlaag. Als Dupuy's
waarschynlyke opvolger wordt Waldeck
Rousseau genoemd en verder wordt gegist,
dat dan eene Kamerontbinding zou volgen