LOMBOK. MENGELWERK. Mademoiselle Zéphyr. Finantiëele Kroniek;. De Effectenmarkt heeft geene gelukkige week achter zich. Het is minder de omzet, waarover te klagen valt, dan wel deongun- 8 t i g e koersen, die uit de voornaamste Europeosche Beurzen werden ontvangen en hier getrouw werden gevolgd. Het is moeilijk uit te maken wat de eigen lijke aanleiding tot de zoo Bterke verandering in het karakter der Beurs is geweest. Wel zullen natuurlek de berichten omtrent den ge zondheidstoestand van den Czaar het hunne daartoe hebben bijgedragen, doch die berichten zijn te onzeker, ondervinden eene te gereser veerde ontvangst, om daaraan uitsluitend den ommekeer te moeten toeschrijven. Zeker is het, dat onzo Beurs in den laatsten tijd blijk geeft van groote zenuwachtigheid, eene zenuw achtigheid, die wellicht haar ontstaan vindt in de zware proeven, welke aan het geduld der speculatie (het publiek) worden gesteld. Koeds lang, ongeveer twee jaren reeds, wordt het publiek in b'anden gehouden door het bezit van fondsen, waarvan de realiseering niet anders dan met groot verlies zou kunnen geschieden, waarbij nu ook nog komt dat het meerendeel dezer fondsen geene rento afwerpt. Niet alleen dat de vraag van het eventueel te verliezen kapitaal van gewicht is, nog meer doet het derven der gewone inkomsten van interest zich nijpend gevoelen en doet het volhouden van een dergelijken on- gunstigen geldelijken toestand steeds moeilijker worden. In deze omstandigheden is het niet te ver wonderen, dat de fondsenmarkt onzeker wordt en langzamerhand eene zenuwachtige spanning ontstaat, waarbij Blechts de minste gebeurtenis noodig is, om aanleiding to geven tot eene overdreven houding. De speculatie heeft te voel opgenomen en verkeert daardoor in eene zwakkere positie, zoodat het geringste stootje onmiddellijk een /lauweren toestand ten gevolge heeft. De berich ten omtrent eene ernstige ziekte van den Czaar gaven nu hiertoe zeker eene krachtigo aanleiding, waarbij nog kwam dat de politieke hemel, door een beangstigd oog bekeken, niet vry van donkere wolkjes wordt geacht. Het plotseling bijeenroepen van den Engelschen ministerraad werd dadelijk zeer ongunstig uitgelegd en toegeschreven aan eene meer gespannen verhouding, welke tusschen Engo- land en Frankrijk zou zijn ontstaan, naar aanleiding van het optreden van laatstgenoemd land in Madagascar. Hoewel later bekend werd dat deze bijeenkomst alleen ten doel had het bespreken der te nemen maatregelen tot be scherming der Engelsche onderdanen in China, was toch do onjuiste uitlegging, daaraan ge geven, voldoende, om veel tot de ontstemming der markt by te dragen. Geen wonder nu, dat by de algemeeno lusteloosheid onzo Staatsfondsen hunne koersen niet hoog konden houden, waarby de verhooging, welke de prolongatie-koers reods in de vorige week had ondergaan, natuuriyk niet zonder invloed is gebleven. De houding dor Indische markt was tamelyk verdeeld. Terwyi voor het meerondeel der Tabakwaarden, zooals aandeelen Amster dam Dol i, Assahan-Tabakmaat- schappy, Senembab, verbetering is aan te wyzen, was het koersverlies voor Prefe rente Neder 1. - Assahan - aandeelen, Sentanen Lor en Neder l.-I n d i s c h e Handelsbank niet zonder beteekenis. Wat deze beide laatsten aangaat, is de zeer lago suikerprys daarby steeds van invloed. De Europeesche markt moest zich oen gevoeligen teruggang laten welgevallen. De vorschillende alarmoerende geruchten deden hunne werking op byna alle soorten gelden. In de eerste plaats was het verlies voor Russische waarden wel van het grootste belang. Ongelukkig kwam daarby, dat voor de storting der jongste leening nog steeds fonds ter markt werd gebracht, waardoor op de toch niet geanimeerde markt het aanbod overwegend bleef. Portugoezon bleven ook flauwer, daar, by gemis van voldoondon steun derParysche Beurs, ook do loopende geruchten van anti- Portugoesche betoogingon te Bio-de-Janeiro, hoewel tegengesproken, van invloed bleven. Tegenover het minder gunstig verloop van Italiaanscho waardon, was de stemming voor Spanjaarden en geconverteerde Turken gunstiger. De geruchten omtrent de ophanden zynde Spaansche leening zyn zeer uiteenloopend en geven weinig vertrouwen, dat deze operatie spoedig zal plaats vinden; do inschryving der schatkist bons scbynt ochter een bevredigend verloop te nemenvandaar de niet ongunstige stemming. Geconverteerde Turken maken oen goed figuur, naar aanleiding van geruchten, dat do Raad van Administratie besloten zou hebben om, te beginnen 1 Maart 1895, voor oen tydvak van drie jaren, do rentebetaling op de geconverteerde Turken serie C en D te verhoogen tot l'/4 pet. Hoewel dit bericht wol wat al te mooi klinkt en door het vaststellen van een driejarig tydvak eigen- lyk de huid al verkocht wordt vóór de beer gevangen is, aangezien ternauwernood voor ééne verhoogde uitkeering de noodige reserve voorhanden is, werd toch de medodeeling zeer gunstig opgenomen en de goodo meening, welke reeds langeren tyd omtrent Turksche fondsen schynt te lieerschen, versterkt. Het verloop der Zuid-Amerikaansche markt was verdeeld. Mexicaansche en Vene- zuelaansche fondsen waren lager Dominicanen daarentegen hooger. Dat de stemming voor Venezuela niet onvordeeld gunstig is, en de betere meening, welke in den laatsten tyd omtrent dit fonds was ge vestigd, eenigszins wordt getemperd, schynt gelegen te zyn in de wyze, waarop eene nieuwe finantiëele instelling (de Anglo-Vene- zuelaansche Handelsbond) zal worden tot stand gebracht. Deze nieuwe onderneming, oorspron- keiyk eene EDgelsche, is nu geheel in Holland- sche handen overgegaan. De plannen, door de nieuwe concessionnarissen geopenbaard ten opzichte der wyze van werken der instelling, ondervinden, in plaats van de noodige sym pathie, zeer veel tegenwerking, voornameiyk gegrond op de verwachting, dat de regeering van Venezuela genoodzaakt zal worden tot het invoeren van een gedwongen koers op de nieuwe, door de Bank in te voeren biljetten. In verband hiermede werd een weinig nayver is vermoedeiyk ook in het spel een zeer ongunstig relaas gegeven omtrent het verloop der voorbereidende onderhandelingen; een beeld geschikt genoeg om voor een oogenblik het goede vertrouwen in dit land een weinig te doen wankelen. Mag men de berichten golooven, dan schynt spoedig eene rogeling ophanden der buiten- landsche schuld van Ecuador. Het heet dat het land steeds de bedragen, voor coupon betaling bestemd, afzonderlyk heeft belegd, tot de niouwe overoenkomst zal zyn tot stand gekomen, waarover de schuldeischers spoedig zullen hebben te beslissen. De nieuwe regeling zou neerkomen op het afstaan van 10 pet. der invoerrechton. Hiervan zou eerst tot 1 pet. van het bedrag der geheele schuld, worden aangewend tot schulddelging, terwyi het restant voor de couponbetaling zou worden aangewend, evenwel tot een maximum van 4 pet. De Amerikaansche Spoorweg- markt blijft hoogst treurig. Indien er al eenige beweging valt waar te nemen, is het eene teruggaande. De spoorwegontvangsten blyven steeds in hooge mate teleurstellend, waarvoor wel verschillende oorzaken worden aangevoerd, doch die het feit niet wegnemen, dat de toostand voor de houders dezer waarden bedroevend blyft. De aankondiging van een dividend ad 2'/4 pet. op de Income Bonds Chicago «Sc Erie was niet in staat om de markt iets op te beuren. Ook in de zoo lang aangehouden ryzing der aandeelen Cen tral-Pacific kwam een stilstand. De ryzing schynt gebaseerd ge weest op het vertrek van eenige invloedryke aandeelhouders naar Amerika, ten einde de onderhandelingen met de Regeering betreffende de schuldregeling der Maatschappy wederom te heropenen. Het schynt nu volstrekt niet zeker dat de daartoe aangezochte persoon geneigd is, de hem opgedragen taak te aan vaarden. Een loopend, gerucht dat de Missouri- Kansas-Texas-Maatscbappy zou besloten hebben tot verdubbeling van haar Preferente-Aandeelenkapitaal, schynt niet an ders te zyn dan eone Beursmanoouvre. Rijnlandsche Bank. In de Staatscourant van heden worden de namen medegedeeld der negen vermisten by de verkenning, bodoeld in het telegram van den Gouverneur-Generaal van 1 dezer. Deze zyn door den Gouverneur-Generaal telegraphi8ch als volgt opgegeven: sergoant P. Thill (algem. stamb. No. 24466); fus. E. Dekker (algem. stamb. No. 27539); J. G. Vos (algem. stamb. No. 23373); A. Spin (algem. stamb. No. 26791); N. A. Dumoulin (alg. stamb. No. 35147); A. F. Knipper (alg. stamb. No. 18821); F. Miggels (algem. stamb. No. 35640); S. Brinks (algem. stamb. No. 27488); T. Sippens (algem. stamb. No. 26327). Tevens kan worden medegedeeld, dat by de bovenbedoelde verkenning (vermeld in de Staatscourant van 2 dezer) gesneuveld zyn de kapitein der infanterie K. Van Erpecum en de 1ste luitenant der infanterie W. Van Oppen, en zwaar gewond word de kapitein der infanterie C. J. Van Griethuysen; en dat aan de bekomen wonden overleden zyn de fuseliers A. Guldemont (algemeen stamboek No. 31877) en J. A. Egloff (algemeen stam boek No. 28684). Volgens het laatste te Groningen ontvan gen particulier telegram, is de toestand van luitenant Boerma, die by den overval op Lom bok ernstig werd gewond, zeer gunstig. Door het stoomschip „Conrad", dat heden van Amsterdam naar Indië vertrek, zal eene groote party buskruit worden meegenomen. Donderdag kwam eeno tjalk, daarmee bevracht, op het IJ voor de hoofdstad liggen om te worden overgeladen. Natuuriyk waren de ver eischte vlaggen in top. Door het centraal comité voor het byeen- brengen van een Nationaal Fonds ter onder steuning van de nagelaten betrekkingen van in Indiè gevallen militairen van Leger en Vloot is van de directie van het Kurhau6 te Scheve- ningen ontvangen de som van f 2329.27, zynde de opbrengst van de collecte, in het Kurhaus voor dit doel gehouden. De sub commissie te Hengeloo van boven genoemd comité heeft van den fabrikant Stork aldaar f 1000 ontvangen. Ook by het Departement van Koloniën komen voortdurend giften in geld als anders zins in. Door voormeld Departement is nog ten behoeve van de militairen of gewonden der Lombok-expeditio naar Indiö verzonden: eene kist, inhoudende duizend gevulde blikken sigarenkokers, aangeboden door den heer Justus Van Maurik, te Amsterdam. Gemengd Nieuws. Vorloden week Vrydag overleed te Arnhem eene dame van hoogen leeftyd. Althans men meende het. Tot dusver ismen nog niet tot de ter-aarde-bestelling overgegaan, omdat zich nog geene afdoende kenteekenen van den dood vertoonden. Voor enkele dagen maakten buitenlandsche bladen melding van de arres tatie van twee personen te Marseille, die men voor Duitscho spionnen aanzag, doch die echter later bleken Nederlanders te zyn op weg naar Java en zich te Marseille zouden inschepen. De „Kamper Crt." kan thans hieromtrent iets naders mededeelen: Beide bedoelde personen waren de heeren J. C. Prakke en Van Vloten. Eerstgenoemde, een paar maanden geleden van Singapore teruggekomen om zyne familie te Kampen te bezoeken, keerde onlangs naar Indië terug en ontmoette te Marseille toevallig den heer Van Vloten, met wien hy bevriend was en de reis naar het vaderland gemaakt had en met wien hy nu ook weder de terugreis naar Indiö doen zou. In Marseille gingon zy samen uit en werden daar door de Fransche politie gevangengenomen. Na vier uren in arrest te hebben doorgebracht, zyn zy weder ontslagen. Wat de oorzaak van het wantrouwen der Fransche politie geweest is, is nog niet gebleken. Het volgende is echter niet onwaarschynlyk. De heer Prakke hield zich, toen hy zich hier bevond, uit lief- fa ebbery met photographeeren bezig en had by zyn vertrek zyn toestel medegenomen om hier en daar onderweg en in Indië afbeel dingen te nemen. Wellicht dat hy dit ook te Marseille gedaan heeft en dit aanleiding tot de arrestatie der. beide heeren heeft gegeven. Gelukkig konden zy nog met de boot vertrekken. De werkstaking b(j het Suez- Kanaal. De „Egyptian Gazette," een te Alexandriè verschynend Engelsch blad, maakt melding van het gerucht, dat de Suez-Kanaal- Maatschappy tot de Fransche regeering het verzoek heeft gericht, om hare eigendommen te beschermen tegen de bagger-werkers, die den arbeid hebbon gestaakt. De bevelhebber van den Franschen kruiser „Froude"tePort-Saïd heeft reeds de noodige maatrogelen genomen om troepen aan wal te zetten, voor het geval de werkstakers tot gewelddadigheden mochten overgaan. Volgens de officiéele schat- tingen zal de gerstoogst in Frankryk dit jaar bedragen 19,932,144 HL., tegon 12,240,099 HL. in 1893, en de haveroogst 98,304,482 HL., tegen 62,661,514 HL. in hot voor gaande jaar. De politie te Marseille werd Maandag gewaarschuwd, dat door eene bendo Italiaansche anarchisten een komplot was gesmeed, om het Italiaansche consulaat in de lucht te doen vliegen, en heeft daarop acht ver dachte Italianen gearresteerd. Een nader on derzoek heeft ochter twyfel doen ryzen, of er werkelijk zulk een komplot bestond, en slochts óón der gearresteerde Italianen schynt anar chist te zyn. Men vraagt zich af, wat de be doeling van den aanbrenger is geweest. Hy beweerde dat hy zich onder de anarchisten gemengd had on hun vertrouwen had weten te winnen, zóó zelfs, dat zy hem met het overbrengen hunner correspondentie belastten. Uit die brieven had hy het plan vernomen; men wachtte met de uitvoering daarvan slechts op do komst van oen Spaansch partygenoot, aio Vrydag verwacht werdtoen had de spion besloten de politie te waarschuwen. Het onderzoek in deze geheimzinnige zaak wordt y verig voortgezet. By een der verdachten zyn reeds compromitteerende brieven gevonden. Eene reusachtige erfenis. Den 9den Oct. 1887 stierf te Londen de milhonnair Hugh M'Calmont, nalatende oen vermogen van ruim 3,000,000 pd. st. By testament had hy bepaald, dat dit vermogen zeven jaar lang tegen samengestelden interest moest uitgezet worden en na verloop van dien tyd worden uitgekeerd aan zyn achterneef Harry M' Cal- mont, luitenant by de Schotsche garde en de tegenwoordige eigenaar van het bekende „l6inglass". De erfenis is in die zeven jaar geaccumuleerd tot 4,000,000 pd. st., zegge 48,000,000 gulden, en de gelukkige luitenant, die 33 jaar oud en weduwnaar is, ontvangt dit sommetje nu aanstaanden Dinsdag. Zelfs in het ryke Engeland is waarschijnlyk geen sterveling, die zulk eon groot bedrag aan contant geld direct tot zyne eigen beschikking heeft. By een stierengevecht te Zaca- tecas, in Mexico, is Zondag een matador door een der dieren gedood, dat vervolgens over de slagboomen heen onder het publiek sprong en nog drie personen met hoornstooten doodde, vóór het aan het personeel gelukte het af te maken. Bovendien werden by het gedrang der verschrikte toeschouwers vele anderen gekwetst, van wie, naar men vreesde, ver scheidenen niet zouden opkomen. In den nacht van Zaterdag op Zondag hebben een drietal met revolvers ge wapende roovers in Arizona een trein aan gehouden, den machinist en den stoker ge dwongen de locomotief los te maken en weg te stoomen, en daarna den postwagen open gebroken, om ten slotte mot ongeveer 20,000 dollars heen to galoppeeren. De politie moet hun op het spoor 4yn. Uit het Engelsch van MARIE CORELLI. Een liefelijk visioen? Een schoone droom? Ja, dit alles was zy en nog veel meer! Zy was de belichaming van zeldzame bevallig heid en sieriyke gratie. Ik zag haar voor het eerst als koningin uit een tooversprookje. In hare handjes zwaaide zy een schepter, zoo licht en schitterend als een bundel mane stralen, het toere middeltje omspannen door een gordel van mosrozen, waarop de dauw nog schitterde, en een krans van sterren op de gouden lokken. Zy zag er zoo onschuldig uit als een sneeuwklokje, met hare zachte, blauwe oogen, die half wegschuilden onder het gulden haar, dat golvend nederviel; toch was zij niet anders dan „mademoiselle Zéphyr", eene danseuse op de planken van een groot en druk bezocht theater. Hare bewegingen waren zóó kinderiyk en daarby zóó betooverend en zy lachte zóó vriendelyk en vertrouwelyk tegen hetiederen avond in grooten getale opgekomen publiek, dat menige moeder een traan voelde opwellen in haar oog en menig vader met medelyden dacht aan de toekomst van dit kind. Want „mademoiselle Zéphyr" was nog pas zes jaren Eerst zesmaal had de zomerzon dat gouden hoofdje beschenen, dat nu schitterde onder de glinsterende loovertjes, en nauweiyks had het de teere leden leeren gebruiken, of men dwong haar reeds ze te wringen in allerlei bochten en krampachtige houdingen, zoo wel bekend by de leerlingen van het ballet. „Een veelbelovend kind", had do welgedane eigenaar van het theater gezegd, een der keeren, dat hy met zichtbaar genoegen de voorbereidende oefeningen van de kleine mademoiselle had bygewoond. Hy had schik in de bevalligheid, waarmede zy hare ronde kinderarmpjes boven haar hoofdje bewoog, en in de wyze, waarop zy hare miniatuurvoetjes in alle voorgeschreven bewegingen vooruit stak, terwyl zy hem vriendelyk toelachte met al de vrymoedigheid van haar leeftyd en geslacht. En zoo naderde „het veelbelovende kind" langzaam het doel en genoot zy eindelyk de eer haren naam met vette letters gedrukt te zien op het groote aanplakbiljet aan den schouwburg: „Mademoiselle Zéphyr, de be roemde kleine danseres", en wat haar on schuldig kinderhartje nog veel onstuimiger deed kloppen: zy had eene rol te vervullen in de groote jaarlyksche Kerstpantomime, de Fairy Queen, eene rol, waarin zy met kinder- lyken trots elfen, heksen, geesten en spoken met ééne beweging kon doen te voorscbyn komen. Met hoeveel waardigheid en ernst kweet zy zich van hare taak! Een donderend bevel van 06n machtig potentaat kon nooit meer uitwerking gehad hebben dan made moiselle Zéphyrs dreigend uitgesproken: „You naughty elvesbegone to yon dark wood 1 You '11 all be punished if you are not dood!" Dit „dood", met al de tragische emphase waartoe een helder kinderstemmetje in staat is, uitgesproken, was wel het grootste effect bejag, waaraan mademoiselle zich schuldig maakte. Het liedje, dat zy m het derde be- dryf zong, wa6 voor haar het glanspunt van den avond. Het tooneel stelde voor: „Het woud van de Toovergodin by maanlicht", en Mademoiselle Zephyr danste een pas seul rondom een reusachtigen paddenstoel, terwyl de blauwe stralen der tooneelmaan hare lange krullen tooverachtig verlichtten. En dan haar liedje! Het orkest moest zoo zacht mogeiyk spelen om het fijne stemmetje, dat de noten zoo aandoenlyk liet trillen, niet te over stemmen. Een harteiyk applaus beloonde de kleine mademoiselle, waarvoor zy bedankte door herhaaldeiyk handkusjes aan haar dankoaar publiek te zenden, waarna zy aan haren groo ten dans begon, een dans, welke haar door een ondernemenden Franschen balletmeester geleerd was, die alle reden had om tevreden over zyn leerlingetje te zyn. „Mademoiselle Zéphyr" scheerde over de planken als eene zwaluw en maakte zulke luchtsprongen, dat zij wel een levend roze- knopje geleek, dat door den wind voortbe wogen werd. Zy verrichtte de wonderiykste evoluties met de meeste gratie en vlugheid, terwyl de houding van haar lichaampje by het einde van don dans zóó artistiek en tegeiyk zóó betooverend was, dat een storm van toejuichingen haar beloonde, wanneer het gordyn viel. Arm schaap! myn hart was vervuld van medelyden voor u, toen ik dien avond den schouwburg verliet, want ik vond het wreed en tragisch een kind, in plaats van koesterende moederliefde, de wisselvallige gunst van het publiek te geven. Er gingen enkele weken voorby en nog altyd had ik het tengere figuurtje en vriende lyk lachende gezichtje van Mademoiselle Zéphyr voor my, tot ik eindelyk met de gewone onstuimigheid, die velen van myne sekse kenmerkt, besloot aan den directeur te schryven. Ik onderteekende den brief met myn naam en vroeg hem naar eenige byzonderheden omtrent het kind. Na eenige dagen op ant woord gewacht te hebben, ontving ik een zeer beleefd schryven van den directeur, waarin by my mededeelde dat ik niet de eenige was, die belangstelde in het talent volle kind, maar dat haar buitengewoon teer gestel niet bestand was tegon de vermoeienis sen, zoodat zy nu reeds langer dan eene week niet op de repetitie had kunnen verschynenT Hy voegde er en passant nog by, dat dit voor hem ook een groote last was en hy daarom het besluit genomen had, haar salaris in te houden en dat reeds een ander in hare plaats was getreden, een ouder meisje en lang niet' zoo talentvol met wie hy veel moeite had. Haar werkelyke naam was niet Zéphyr, maar M., en zy was de dochter van een verloopen libretto-schryver. Hare moeder was dood en zy woonde met eene oudere zuster van niet onbesproken gedrag, zoodat hy my aanraadde my liever niet met de zaak te bemoeien. Ik vond zijn raad zeer verstandig, maar volgde dien toch niet op. Het is zeker heel wys en voorzichtig zich nooit met het lot van onze ongelukkige medereizigers op do stormachtige levenszee in te latenhet spaart ons veel moeite en men kan er zeker van zyn dat zyne gevoelens nooit gekwetst worden.1 Daarby komt nog, dat het zulk eene gemak- kelyke leer is! Maar het zachte, klagende stemmetje van Mademoiselle Zéphyr klonk mij nog steeds in de ooren, en 's nachts zag ik het ernstige, onschuldige kindergezichtje in myn droom,' zoodat ik eindelyk besloot te gaan. Ik haalde eene vriendin over my, te verge-' zeilen naar eene straat van twyfelachtige reputatie in eene nog veel twyfelachtiger buurt. Na eenig zoeken vonden wy het vuita huis en na de donkere, uitgesleten trap be klommen te hebben, klopte ik aan de deur en vroeg of Miss M. thuis was. Do deur werd byna op hetzelfde oogenblik wyd open gerukt en een meisje van omstreeks zeventien jaar, met loshangend haar, dat in krullen om hare schouders golfde, en met mooio blauwe oogen, welke nu rood-geweend wareft. snauwde ons op ruwen toon toe: „Nu, wat wilt gy?" Myne vriendin antwoordde voor my: „Hief is eene dame, die eens naar uw zusje, dat) in den schouwburg speelt, komt kyken." Ik deed een stap voorwaarts en voegde er zoo vriendelyk mogelyk by*. „De heer D., de directeur, zeide my dat het kind ziek was; misschien is zy nu reeds beter?" Het meisje keek my onderzoekend aanj zonder te antwoorden. Eensklaps, alsof zy zichzelve geweld aan deed, zeide ze snel. „Kom binnenl" N Wy overschreden den drempel en bevonden ons in een klein, afeichtelyk vuil vertrekje; het rook er vuns en voor luchtverversching was blykbaar niet gezorgd. Terwyl ik de schamele meubelen opnam en trachtte iets in de duisternis te onderscheiden, hoorde ik een zwak stemmetje zingen. Kon dat de kleine Zéphyr zyn? Het klonk zoo zwak, zoo afgebroken! Ik luisterde en myno oogen vulden zich onwillekeurig met tranen, Ik herkende het refrein: „Follow me fairies 1 follow me soon} Back to my palace behind the moon, Where I reign, for ever and ever." „Waar is zy?" vroeg ik aan het meisjo, dat my wantrouwend bleef aanzien. Zy wees met haar hoofd naar een donkeren hoek der kamer, waar de arme, kleine „Too-, vergodin" op eene oude, harde rustbank lag uitgestrekt. Rusteloos woelde zy zich om en om, hare groote donker-blauwe oogen zwier ven als in doodsangst door de kamer en werk- tuigiyk plukte zy met hare magere handjes aan de ellendige vodden, dio haar bedekten. Als een aureool van goud lagen hare lokken op het vuile, gescheurde kussen. Zonder even op te houden zong zy maar altyd door, als men het ten minste nog zingen noemen kon het geluid had meer van kreunen. Ik wendde my van het hartbrekende schouw spel af. Het meisje vertelde my ongevraagd ruw, dat de dokter zeide dat het hersen koorts was. „Zy kan niet meer beter worden", vor- volgde zy, „hy zegt dat het overmorgen wel zal afloopen. Het komt doordat zy zich over-, werkt heeft. Zy heeft zich te veel opgewon den en dan slecht voedselIk kan hot niet helpen, o, ik weet wel dat zy nooit genoeg kreeg. Ik heb dikwyis zelve honger geleden. Met een bitteren lach: „Vader verdrinkt eiken stuiver, dien wy verdienen. Ik vind het heel gelukkig dat Winnie er gauw uit zal zyn} Ik wou dat ik ook dood was; dat wou ikl"i De harde trekken ontspanden zich en de wantrouwende uitdrukking verdween van haar gezicht; zy barstte in een hartstochteiyk ween en uit en wierp zich in hare geheele lengte voor het armoedige bed. „O, Winnie, myne lieve Winnie!" snikte zy. Laat my niet langer by dit tooneel ver- wyien. Het is voldoende, wanneer ik zeg dat ik alles deed wat in myne macht was om het lichameiyk lyden van de arme, kleine Zéphyr te verlichten. Eer ik vertrok, liet ik my door het nog steeds weenende meisje beloven, my morgen te doen weten of haar zusje erg^r of iets beter was. Ik gaf haar myn aares en kuste voor het laatst het heete voorn-'Ot Jjö van de gevallen „Toovergodin". Ler: volgenden morgen hoorde ik dat het kind dood was. Des nachts was zij gestorven en met veegs lippen had zy haar tooverlicrije nog gezongen. De kleine Zéphyr was van het tooneel des levens verdwenen, waar het Tooverland alleen bestaat in de verbeelding der dichters, naar dat onbekende land, de: „Island valley of Avilion, Where never winds blow loudly." En wie zal zeggen of zij niet regeert (n een ver, heeriyk land als kleine Koningin van kinderen, voor wie dez) wereld te hard en te koud was?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 6