LOMBOK.
MENGELWERK.
Mademoiselle Zéphyr.
Finantiëele Kroniek;.
De Effectenmarkt heeft geene gelukkige
week achter zich. Het is minder de omzet,
waarover te klagen valt, dan wel deongun-
8 t i g e koersen, die uit de voornaamste
Europeosche Beurzen werden ontvangen en
hier getrouw werden gevolgd.
Het is moeilijk uit te maken wat de eigen
lijke aanleiding tot de zoo Bterke verandering
in het karakter der Beurs is geweest. Wel
zullen natuurlek de berichten omtrent den ge
zondheidstoestand van den Czaar het hunne
daartoe hebben bijgedragen, doch die berichten
zijn te onzeker, ondervinden eene te gereser
veerde ontvangst, om daaraan uitsluitend den
ommekeer te moeten toeschrijven. Zeker is
het, dat onzo Beurs in den laatsten tijd blijk
geeft van groote zenuwachtigheid, eene zenuw
achtigheid, die wellicht haar ontstaan vindt
in de zware proeven, welke aan het geduld
der speculatie (het publiek) worden gesteld.
Koeds lang, ongeveer twee jaren reeds,
wordt het publiek in b'anden gehouden door
het bezit van fondsen, waarvan de realiseering
niet anders dan met groot verlies zou kunnen
geschieden, waarbij nu ook nog komt dat
het meerendeel dezer fondsen geene rento
afwerpt. Niet alleen dat de vraag van het
eventueel te verliezen kapitaal van gewicht
is, nog meer doet het derven der gewone
inkomsten van interest zich nijpend gevoelen
en doet het volhouden van een dergelijken on-
gunstigen geldelijken toestand steeds moeilijker
worden.
In deze omstandigheden is het niet te ver
wonderen, dat de fondsenmarkt onzeker wordt
en langzamerhand eene zenuwachtige spanning
ontstaat, waarbij Blechts de minste gebeurtenis
noodig is, om aanleiding to geven tot eene
overdreven houding.
De speculatie heeft te voel opgenomen
en verkeert daardoor in eene zwakkere positie,
zoodat het geringste stootje onmiddellijk een
/lauweren toestand ten gevolge heeft. De berich
ten omtrent eene ernstige ziekte van den
Czaar gaven nu hiertoe zeker eene krachtigo
aanleiding, waarbij nog kwam dat de politieke
hemel, door een beangstigd oog bekeken, niet
vry van donkere wolkjes wordt geacht. Het
plotseling bijeenroepen van den Engelschen
ministerraad werd dadelijk zeer ongunstig
uitgelegd en toegeschreven aan eene meer
gespannen verhouding, welke tusschen Engo-
land en Frankrijk zou zijn ontstaan, naar
aanleiding van het optreden van laatstgenoemd
land in Madagascar. Hoewel later bekend werd
dat deze bijeenkomst alleen ten doel had het
bespreken der te nemen maatregelen tot be
scherming der Engelsche onderdanen in China,
was toch do onjuiste uitlegging, daaraan ge
geven, voldoende, om veel tot de ontstemming
der markt by te dragen.
Geen wonder nu, dat by de algemeeno
lusteloosheid onzo Staatsfondsen hunne
koersen niet hoog konden houden, waarby
de verhooging, welke de prolongatie-koers
reods in de vorige week had ondergaan,
natuuriyk niet zonder invloed is gebleven.
De houding dor Indische markt was tamelyk
verdeeld. Terwyi voor het meerondeel der
Tabakwaarden, zooals aandeelen Amster
dam Dol i, Assahan-Tabakmaat-
schappy, Senembab, verbetering is aan
te wyzen, was het koersverlies voor Prefe
rente Neder 1. - Assahan - aandeelen,
Sentanen Lor en Neder l.-I n d i s c h e
Handelsbank niet zonder beteekenis.
Wat deze beide laatsten aangaat, is de zeer
lago suikerprys daarby steeds van invloed.
De Europeesche markt moest zich oen
gevoeligen teruggang laten welgevallen. De
vorschillende alarmoerende geruchten deden
hunne werking op byna alle soorten gelden.
In de eerste plaats was het verlies voor
Russische waarden wel van het grootste
belang. Ongelukkig kwam daarby, dat voor
de storting der jongste leening nog steeds
fonds ter markt werd gebracht, waardoor op
de toch niet geanimeerde markt het aanbod
overwegend bleef.
Portugoezon bleven ook flauwer, daar,
by gemis van voldoondon steun derParysche
Beurs, ook do loopende geruchten van anti-
Portugoesche betoogingon te Bio-de-Janeiro,
hoewel tegengesproken, van invloed bleven.
Tegenover het minder gunstig verloop van
Italiaanscho waardon, was de stemming
voor Spanjaarden en geconverteerde
Turken gunstiger.
De geruchten omtrent de ophanden zynde
Spaansche leening zyn zeer uiteenloopend en
geven weinig vertrouwen, dat deze operatie
spoedig zal plaats vinden; do inschryving der
schatkist bons scbynt ochter een bevredigend
verloop te nemenvandaar de niet ongunstige
stemming.
Geconverteerde Turken maken
oen goed figuur, naar aanleiding van geruchten,
dat do Raad van Administratie besloten zou
hebben om, te beginnen 1 Maart 1895, voor
oen tydvak van drie jaren, do rentebetaling
op de geconverteerde Turken serie
C en D te verhoogen tot l'/4 pet. Hoewel
dit bericht wol wat al te mooi klinkt en door
het vaststellen van een driejarig tydvak eigen-
lyk de huid al verkocht wordt vóór de beer
gevangen is, aangezien ternauwernood voor
ééne verhoogde uitkeering de noodige reserve
voorhanden is, werd toch de medodeeling zeer
gunstig opgenomen en de goodo meening,
welke reeds langeren tyd omtrent Turksche
fondsen schynt te lieerschen, versterkt.
Het verloop der Zuid-Amerikaansche markt
was verdeeld. Mexicaansche en Vene-
zuelaansche fondsen waren lager
Dominicanen daarentegen hooger. Dat de
stemming voor Venezuela niet onvordeeld
gunstig is, en de betere meening, welke in
den laatsten tyd omtrent dit fonds was ge
vestigd, eenigszins wordt getemperd, schynt
gelegen te zyn in de wyze, waarop eene
nieuwe finantiëele instelling (de Anglo-Vene-
zuelaansche Handelsbond) zal worden tot stand
gebracht. Deze nieuwe onderneming, oorspron-
keiyk eene EDgelsche, is nu geheel in Holland-
sche handen overgegaan. De plannen, door de
nieuwe concessionnarissen geopenbaard ten
opzichte der wyze van werken der instelling,
ondervinden, in plaats van de noodige sym
pathie, zeer veel tegenwerking, voornameiyk
gegrond op de verwachting, dat de regeering
van Venezuela genoodzaakt zal worden tot
het invoeren van een gedwongen koers op de
nieuwe, door de Bank in te voeren biljetten. In
verband hiermede werd een weinig nayver
is vermoedeiyk ook in het spel een zeer
ongunstig relaas gegeven omtrent het verloop
der voorbereidende onderhandelingen; een beeld
geschikt genoeg om voor een oogenblik het
goede vertrouwen in dit land een weinig te
doen wankelen.
Mag men de berichten golooven, dan schynt
spoedig eene rogeling ophanden der buiten-
landsche schuld van Ecuador. Het heet
dat het land steeds de bedragen, voor coupon
betaling bestemd, afzonderlyk heeft belegd,
tot de niouwe overoenkomst zal zyn tot stand
gekomen, waarover de schuldeischers spoedig
zullen hebben te beslissen.
De nieuwe regeling zou neerkomen op het
afstaan van 10 pet. der invoerrechton. Hiervan
zou eerst tot 1 pet. van het bedrag der geheele
schuld, worden aangewend tot schulddelging,
terwyi het restant voor de couponbetaling
zou worden aangewend, evenwel tot een
maximum van 4 pet.
De Amerikaansche Spoorweg-
markt blijft hoogst treurig. Indien er al
eenige beweging valt waar te nemen, is het
eene teruggaande. De spoorwegontvangsten
blyven steeds in hooge mate teleurstellend,
waarvoor wel verschillende oorzaken worden
aangevoerd, doch die het feit niet wegnemen,
dat de toostand voor de houders dezer waarden
bedroevend blyft.
De aankondiging van een dividend ad 2'/4
pet. op de Income Bonds Chicago «Sc Erie
was niet in staat om de markt iets op te
beuren.
Ook in de zoo lang aangehouden ryzing der
aandeelen Cen tral-Pacific kwam een
stilstand. De ryzing schynt gebaseerd ge
weest op het vertrek van eenige invloedryke
aandeelhouders naar Amerika, ten einde de
onderhandelingen met de Regeering betreffende
de schuldregeling der Maatschappy wederom
te heropenen. Het schynt nu volstrekt niet
zeker dat de daartoe aangezochte persoon
geneigd is, de hem opgedragen taak te aan
vaarden.
Een loopend, gerucht dat de Missouri-
Kansas-Texas-Maatscbappy zou
besloten hebben tot verdubbeling van haar
Preferente-Aandeelenkapitaal, schynt niet an
ders te zyn dan eone Beursmanoouvre.
Rijnlandsche Bank.
In de Staatscourant van heden worden de
namen medegedeeld der negen vermisten by
de verkenning, bodoeld in het telegram van
den Gouverneur-Generaal van 1 dezer.
Deze zyn door den Gouverneur-Generaal
telegraphi8ch als volgt opgegeven:
sergoant P. Thill (algem. stamb. No. 24466);
fus. E. Dekker (algem. stamb. No. 27539);
J. G. Vos (algem. stamb. No. 23373);
A. Spin (algem. stamb. No. 26791);
N. A. Dumoulin (alg. stamb. No. 35147);
A. F. Knipper (alg. stamb. No. 18821);
F. Miggels (algem. stamb. No. 35640);
S. Brinks (algem. stamb. No. 27488);
T. Sippens (algem. stamb. No. 26327).
Tevens kan worden medegedeeld, dat by
de bovenbedoelde verkenning (vermeld in de
Staatscourant van 2 dezer) gesneuveld zyn
de kapitein der infanterie K. Van Erpecum
en de 1ste luitenant der infanterie W. Van
Oppen, en zwaar gewond word de kapitein
der infanterie C. J. Van Griethuysen; en dat
aan de bekomen wonden overleden zyn de
fuseliers A. Guldemont (algemeen stamboek
No. 31877) en J. A. Egloff (algemeen stam
boek No. 28684).
Volgens het laatste te Groningen ontvan
gen particulier telegram, is de toestand van
luitenant Boerma, die by den overval op Lom
bok ernstig werd gewond, zeer gunstig.
Door het stoomschip „Conrad", dat heden
van Amsterdam naar Indië vertrek, zal eene
groote party buskruit worden meegenomen.
Donderdag kwam eeno tjalk, daarmee bevracht,
op het IJ voor de hoofdstad liggen om te
worden overgeladen. Natuuriyk waren de ver
eischte vlaggen in top.
Door het centraal comité voor het byeen-
brengen van een Nationaal Fonds ter onder
steuning van de nagelaten betrekkingen van
in Indiè gevallen militairen van Leger en Vloot
is van de directie van het Kurhau6 te Scheve-
ningen ontvangen de som van f 2329.27, zynde
de opbrengst van de collecte, in het Kurhaus
voor dit doel gehouden.
De sub commissie te Hengeloo van boven
genoemd comité heeft van den fabrikant Stork
aldaar f 1000 ontvangen.
Ook by het Departement van Koloniën
komen voortdurend giften in geld als anders
zins in.
Door voormeld Departement is nog ten
behoeve van de militairen of gewonden der
Lombok-expeditio naar Indiö verzonden: eene
kist, inhoudende duizend gevulde blikken
sigarenkokers, aangeboden door den heer
Justus Van Maurik, te Amsterdam.
Gemengd Nieuws.
Vorloden week Vrydag overleed
te Arnhem eene dame van hoogen leeftyd.
Althans men meende het. Tot dusver ismen
nog niet tot de ter-aarde-bestelling overgegaan,
omdat zich nog geene afdoende kenteekenen
van den dood vertoonden.
Voor enkele dagen maakten
buitenlandsche bladen melding van de arres
tatie van twee personen te Marseille, die
men voor Duitscho spionnen aanzag, doch
die echter later bleken Nederlanders te zyn
op weg naar Java en zich te Marseille zouden
inschepen.
De „Kamper Crt." kan thans hieromtrent
iets naders mededeelen:
Beide bedoelde personen waren de heeren
J. C. Prakke en Van Vloten. Eerstgenoemde,
een paar maanden geleden van Singapore
teruggekomen om zyne familie te Kampen
te bezoeken, keerde onlangs naar Indië terug
en ontmoette te Marseille toevallig den heer
Van Vloten, met wien hy bevriend was en
de reis naar het vaderland gemaakt had en
met wien hy nu ook weder de terugreis
naar Indiö doen zou.
In Marseille gingon zy samen uit en werden
daar door de Fransche politie gevangengenomen.
Na vier uren in arrest te hebben doorgebracht,
zyn zy weder ontslagen. Wat de oorzaak van
het wantrouwen der Fransche politie geweest
is, is nog niet gebleken. Het volgende is
echter niet onwaarschynlyk. De heer Prakke
hield zich, toen hy zich hier bevond, uit lief-
fa ebbery met photographeeren bezig en had by
zyn vertrek zyn toestel medegenomen om
hier en daar onderweg en in Indië afbeel
dingen te nemen. Wellicht dat hy dit ook te
Marseille gedaan heeft en dit aanleiding tot
de arrestatie der. beide heeren heeft gegeven.
Gelukkig konden zy nog met de boot vertrekken.
De werkstaking b(j het Suez-
Kanaal. De „Egyptian Gazette," een te
Alexandriè verschynend Engelsch blad, maakt
melding van het gerucht, dat de Suez-Kanaal-
Maatschappy tot de Fransche regeering het
verzoek heeft gericht, om hare eigendommen
te beschermen tegen de bagger-werkers, die
den arbeid hebbon gestaakt. De bevelhebber
van den Franschen kruiser „Froude"tePort-Saïd
heeft reeds de noodige maatrogelen genomen
om troepen aan wal te zetten, voor het geval
de werkstakers tot gewelddadigheden mochten
overgaan.
Volgens de officiéele schat-
tingen zal de gerstoogst in Frankryk dit jaar
bedragen 19,932,144 HL., tegon 12,240,099
HL. in 1893, en de haveroogst 98,304,482
HL., tegen 62,661,514 HL. in hot voor
gaande jaar.
De politie te Marseille werd
Maandag gewaarschuwd, dat door eene bendo
Italiaansche anarchisten een komplot was
gesmeed, om het Italiaansche consulaat in de
lucht te doen vliegen, en heeft daarop acht ver
dachte Italianen gearresteerd. Een nader on
derzoek heeft ochter twyfel doen ryzen, of er
werkelijk zulk een komplot bestond, en slochts
óón der gearresteerde Italianen schynt anar
chist te zyn. Men vraagt zich af, wat de be
doeling van den aanbrenger is geweest. Hy
beweerde dat hy zich onder de anarchisten
gemengd had on hun vertrouwen had weten
te winnen, zóó zelfs, dat zy hem met het
overbrengen hunner correspondentie belastten.
Uit die brieven had hy het plan vernomen;
men wachtte met de uitvoering daarvan slechts
op do komst van oen Spaansch partygenoot,
aio Vrydag verwacht werdtoen had de spion
besloten de politie te waarschuwen.
Het onderzoek in deze geheimzinnige zaak
wordt y verig voortgezet. By een der verdachten
zyn reeds compromitteerende brieven gevonden.
Eene reusachtige erfenis. Den
9den Oct. 1887 stierf te Londen de milhonnair
Hugh M'Calmont, nalatende oen vermogen
van ruim 3,000,000 pd. st. By testament had
hy bepaald, dat dit vermogen zeven jaar lang
tegen samengestelden interest moest uitgezet
worden en na verloop van dien tyd worden
uitgekeerd aan zyn achterneef Harry M' Cal-
mont, luitenant by de Schotsche garde en
de tegenwoordige eigenaar van het bekende
„l6inglass". De erfenis is in die zeven jaar
geaccumuleerd tot 4,000,000 pd. st., zegge
48,000,000 gulden, en de gelukkige luitenant,
die 33 jaar oud en weduwnaar is, ontvangt
dit sommetje nu aanstaanden Dinsdag.
Zelfs in het ryke Engeland is waarschijnlyk
geen sterveling, die zulk eon groot bedrag aan
contant geld direct tot zyne eigen beschikking
heeft.
By een stierengevecht te Zaca-
tecas, in Mexico, is Zondag een matador door
een der dieren gedood, dat vervolgens over
de slagboomen heen onder het publiek sprong
en nog drie personen met hoornstooten doodde,
vóór het aan het personeel gelukte het af te
maken. Bovendien werden by het gedrang
der verschrikte toeschouwers vele anderen
gekwetst, van wie, naar men vreesde, ver
scheidenen niet zouden opkomen.
In den nacht van Zaterdag op
Zondag hebben een drietal met revolvers ge
wapende roovers in Arizona een trein aan
gehouden, den machinist en den stoker ge
dwongen de locomotief los te maken en weg
te stoomen, en daarna den postwagen open
gebroken, om ten slotte mot ongeveer 20,000
dollars heen to galoppeeren. De politie moet
hun op het spoor 4yn.
Uit het Engelsch van MARIE CORELLI.
Een liefelijk visioen? Een schoone droom?
Ja, dit alles was zy en nog veel meer! Zy
was de belichaming van zeldzame bevallig
heid en sieriyke gratie. Ik zag haar voor het
eerst als koningin uit een tooversprookje. In
hare handjes zwaaide zy een schepter, zoo
licht en schitterend als een bundel mane
stralen, het toere middeltje omspannen door
een gordel van mosrozen, waarop de dauw
nog schitterde, en een krans van sterren op
de gouden lokken. Zy zag er zoo onschuldig
uit als een sneeuwklokje, met hare zachte,
blauwe oogen, die half wegschuilden onder
het gulden haar, dat golvend nederviel; toch
was zij niet anders dan „mademoiselle Zéphyr",
eene danseuse op de planken van een groot en
druk bezocht theater.
Hare bewegingen waren zóó kinderiyk en
daarby zóó betooverend en zy lachte zóó
vriendelyk en vertrouwelyk tegen hetiederen
avond in grooten getale opgekomen publiek,
dat menige moeder een traan voelde opwellen
in haar oog en menig vader met medelyden
dacht aan de toekomst van dit kind. Want
„mademoiselle Zéphyr" was nog pas zes jaren
Eerst zesmaal had de zomerzon dat gouden
hoofdje beschenen, dat nu schitterde onder
de glinsterende loovertjes, en nauweiyks had
het de teere leden leeren gebruiken, of men
dwong haar reeds ze te wringen in allerlei
bochten en krampachtige houdingen, zoo wel
bekend by de leerlingen van het ballet.
„Een veelbelovend kind", had do welgedane
eigenaar van het theater gezegd, een der
keeren, dat hy met zichtbaar genoegen de
voorbereidende oefeningen van de kleine
mademoiselle had bygewoond. Hy had schik
in de bevalligheid, waarmede zy hare ronde
kinderarmpjes boven haar hoofdje bewoog, en
in de wyze, waarop zy hare miniatuurvoetjes
in alle voorgeschreven bewegingen vooruit
stak, terwyl zy hem vriendelyk toelachte met
al de vrymoedigheid van haar leeftyd en
geslacht.
En zoo naderde „het veelbelovende kind"
langzaam het doel en genoot zy eindelyk de
eer haren naam met vette letters gedrukt te
zien op het groote aanplakbiljet aan den
schouwburg: „Mademoiselle Zéphyr, de be
roemde kleine danseres", en wat haar on
schuldig kinderhartje nog veel onstuimiger
deed kloppen: zy had eene rol te vervullen
in de groote jaarlyksche Kerstpantomime, de
Fairy Queen, eene rol, waarin zy met kinder-
lyken trots elfen, heksen, geesten en spoken
met ééne beweging kon doen te voorscbyn
komen. Met hoeveel waardigheid en ernst
kweet zy zich van hare taak! Een donderend
bevel van 06n machtig potentaat kon nooit
meer uitwerking gehad hebben dan made
moiselle Zéphyrs dreigend uitgesproken:
„You naughty elvesbegone to yon dark wood 1
You '11 all be punished if you are not dood!"
Dit „dood", met al de tragische emphase
waartoe een helder kinderstemmetje in staat
is, uitgesproken, was wel het grootste effect
bejag, waaraan mademoiselle zich schuldig
maakte. Het liedje, dat zy m het derde be-
dryf zong, wa6 voor haar het glanspunt van
den avond. Het tooneel stelde voor: „Het
woud van de Toovergodin by maanlicht", en
Mademoiselle Zephyr danste een pas seul
rondom een reusachtigen paddenstoel, terwyl
de blauwe stralen der tooneelmaan hare lange
krullen tooverachtig verlichtten. En dan haar
liedje! Het orkest moest zoo zacht mogeiyk
spelen om het fijne stemmetje, dat de noten
zoo aandoenlyk liet trillen, niet te over
stemmen.
Een harteiyk applaus beloonde de kleine
mademoiselle, waarvoor zy bedankte door
herhaaldeiyk handkusjes aan haar dankoaar
publiek te zenden, waarna zy aan haren groo
ten dans begon, een dans, welke haar door
een ondernemenden Franschen balletmeester
geleerd was, die alle reden had om tevreden
over zyn leerlingetje te zyn.
„Mademoiselle Zéphyr" scheerde over de
planken als eene zwaluw en maakte zulke
luchtsprongen, dat zij wel een levend roze-
knopje geleek, dat door den wind voortbe
wogen werd. Zy verrichtte de wonderiykste
evoluties met de meeste gratie en vlugheid,
terwyl de houding van haar lichaampje by
het einde van don dans zóó artistiek en
tegeiyk zóó betooverend was, dat een storm
van toejuichingen haar beloonde, wanneer het
gordyn viel.
Arm schaap! myn hart was vervuld van
medelyden voor u, toen ik dien avond den
schouwburg verliet, want ik vond het wreed
en tragisch een kind, in plaats van koesterende
moederliefde, de wisselvallige gunst van het
publiek te geven.
Er gingen enkele weken voorby en nog
altyd had ik het tengere figuurtje en vriende
lyk lachende gezichtje van Mademoiselle
Zéphyr voor my, tot ik eindelyk met de
gewone onstuimigheid, die velen van myne
sekse kenmerkt, besloot aan den directeur
te schryven.
Ik onderteekende den brief met myn naam
en vroeg hem naar eenige byzonderheden
omtrent het kind. Na eenige dagen op ant
woord gewacht te hebben, ontving ik een
zeer beleefd schryven van den directeur,
waarin by my mededeelde dat ik niet de
eenige was, die belangstelde in het talent
volle kind, maar dat haar buitengewoon teer
gestel niet bestand was tegon de vermoeienis
sen, zoodat zy nu reeds langer dan eene week
niet op de repetitie had kunnen verschynenT
Hy voegde er en passant nog by, dat dit voor
hem ook een groote last was en hy daarom
het besluit genomen had, haar salaris in te
houden en dat reeds een ander in hare plaats
was getreden, een ouder meisje en lang niet'
zoo talentvol met wie hy veel moeite had.
Haar werkelyke naam was niet Zéphyr, maar
M., en zy was de dochter van een verloopen
libretto-schryver. Hare moeder was dood en
zy woonde met eene oudere zuster van niet
onbesproken gedrag, zoodat hy my aanraadde
my liever niet met de zaak te bemoeien.
Ik vond zijn raad zeer verstandig, maar
volgde dien toch niet op. Het is zeker heel
wys en voorzichtig zich nooit met het lot
van onze ongelukkige medereizigers op do
stormachtige levenszee in te latenhet spaart
ons veel moeite en men kan er zeker van
zyn dat zyne gevoelens nooit gekwetst worden.1
Daarby komt nog, dat het zulk eene gemak-
kelyke leer is!
Maar het zachte, klagende stemmetje van
Mademoiselle Zéphyr klonk mij nog steeds
in de ooren, en 's nachts zag ik het ernstige,
onschuldige kindergezichtje in myn droom,'
zoodat ik eindelyk besloot te gaan.
Ik haalde eene vriendin over my, te verge-'
zeilen naar eene straat van twyfelachtige
reputatie in eene nog veel twyfelachtiger
buurt. Na eenig zoeken vonden wy het vuita
huis en na de donkere, uitgesleten trap be
klommen te hebben, klopte ik aan de deur
en vroeg of Miss M. thuis was. Do deur
werd byna op hetzelfde oogenblik wyd open
gerukt en een meisje van omstreeks zeventien
jaar, met loshangend haar, dat in krullen
om hare schouders golfde, en met mooio
blauwe oogen, welke nu rood-geweend wareft.
snauwde ons op ruwen toon toe:
„Nu, wat wilt gy?"
Myne vriendin antwoordde voor my: „Hief
is eene dame, die eens naar uw zusje, dat)
in den schouwburg speelt, komt kyken."
Ik deed een stap voorwaarts en voegde
er zoo vriendelyk mogelyk by*. „De heer D.,
de directeur, zeide my dat het kind ziek was;
misschien is zy nu reeds beter?"
Het meisje keek my onderzoekend aanj
zonder te antwoorden.
Eensklaps, alsof zy zichzelve geweld aan
deed, zeide ze snel. „Kom binnenl" N
Wy overschreden den drempel en bevonden
ons in een klein, afeichtelyk vuil vertrekje;
het rook er vuns en voor luchtverversching
was blykbaar niet gezorgd.
Terwyl ik de schamele meubelen opnam en
trachtte iets in de duisternis te onderscheiden,
hoorde ik een zwak stemmetje zingen. Kon
dat de kleine Zéphyr zyn? Het klonk zoo
zwak, zoo afgebroken! Ik luisterde en myno
oogen vulden zich onwillekeurig met tranen,
Ik herkende het refrein:
„Follow me fairies 1 follow me soon}
Back to my palace behind the moon,
Where I reign, for ever and ever."
„Waar is zy?" vroeg ik aan het meisjo,
dat my wantrouwend bleef aanzien.
Zy wees met haar hoofd naar een donkeren
hoek der kamer, waar de arme, kleine „Too-,
vergodin" op eene oude, harde rustbank lag
uitgestrekt. Rusteloos woelde zy zich om en
om, hare groote donker-blauwe oogen zwier
ven als in doodsangst door de kamer en werk-
tuigiyk plukte zy met hare magere handjes
aan de ellendige vodden, dio haar bedekten.
Als een aureool van goud lagen hare lokken
op het vuile, gescheurde kussen. Zonder even
op te houden zong zy maar altyd door, als
men het ten minste nog zingen noemen kon
het geluid had meer van kreunen.
Ik wendde my van het hartbrekende schouw
spel af. Het meisje vertelde my ongevraagd
ruw, dat de dokter zeide dat het hersen
koorts was.
„Zy kan niet meer beter worden", vor-
volgde zy, „hy zegt dat het overmorgen wel
zal afloopen. Het komt doordat zy zich over-,
werkt heeft. Zy heeft zich te veel opgewon
den en dan slecht voedselIk kan hot niet
helpen, o, ik weet wel dat zy nooit genoeg
kreeg. Ik heb dikwyis zelve honger geleden.
Met een bitteren lach: „Vader verdrinkt eiken
stuiver, dien wy verdienen. Ik vind het heel
gelukkig dat Winnie er gauw uit zal zyn}
Ik wou dat ik ook dood was; dat wou ikl"i
De harde trekken ontspanden zich en de
wantrouwende uitdrukking verdween van haar
gezicht; zy barstte in een hartstochteiyk
ween en uit en wierp zich in hare geheele
lengte voor het armoedige bed.
„O, Winnie, myne lieve Winnie!" snikte zy.
Laat my niet langer by dit tooneel ver-
wyien. Het is voldoende, wanneer ik zeg dat
ik alles deed wat in myne macht was om
het lichameiyk lyden van de arme, kleine
Zéphyr te verlichten. Eer ik vertrok, liet ik
my door het nog steeds weenende meisje
beloven, my morgen te doen weten of haar
zusje erg^r of iets beter was. Ik gaf haar
myn aares en kuste voor het laatst het heete
voorn-'Ot Jjö van de gevallen „Toovergodin".
Ler: volgenden morgen hoorde ik dat het
kind dood was.
Des nachts was zij gestorven en met veegs
lippen had zy haar tooverlicrije nog gezongen.
De kleine Zéphyr was van het tooneel des
levens verdwenen, waar het Tooverland alleen
bestaat in de verbeelding der dichters, naar
dat onbekende land, de:
„Island valley of Avilion,
Where never winds blow loudly."
En wie zal zeggen of zij niet regeert (n
een ver, heeriyk land als kleine Koningin
van kinderen, voor wie dez) wereld te hard
en te koud was?