N°. 10622.
Maandas; 8 October.
A°. 1894.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Ticeede Blad.
Leiden, 6 October.
F" euill eton.
LIEFDE OF PLICHT?
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco por post 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.06.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regjl meer f 0.17J. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
De kapitein E. Van Rassen, van het 4de
reg. inf. alhier, die overgeplaatst is by het
reg. grenadiers en jagers, zal 8 dezer zijne
nieuwe bestemming naar Den Haag volgen.
De 1ste luit. jhr. C. F. Goldman, van het
O.-I. leger gedetacheerd by het 5do reg. inf.
te Amersfoort, is op zyn verzoek overgeplaatst
by het 4de reg. inf.. Genoemde luitenant is
thans ingedeeld bij de 2de comp. 4do bat. van
laatstgenoemd regiment, alhier in garnizoen.
In deze gemeente hebben zich 93 jonge
lingen aangemeld tot deelneming aan de vrij
willige oefeningen in den wapenhandel, zoodat
alhier eerstdaags die oefeningen zullen aan
vangen.
Naar men verneomt, is (Je kapitein Brui
nier, van het 4de bat. 4de reg. inf.,, wegens
lichaamsgebreken, voor den dienst afgekeurd
en zal hy dus eerstdaags den dienst met
pensioen verlaten.
De Nederlandsche mail met berichten
Uit Batavia tot 4 Sept. kan hier morgenavond
worden verwacht.
Eerst met deze mail kunnen schriftelijke
particuliere correspondenties uit Lombok n&
den overval worden ontvangen, tegelijk met
de meer uitvoerige berichten der Indische
bladen.
"Wat anderen dus nu reeds op den naam
van particuliere brieven omtrent deze zaak
willen doen doorgaan, kan daarop alzoo nog
geene aanspraak maken.
De heeren P. Krispijn en J. P. Schmal
Gz. zijn door den Commissaris der Koningin
in deze provincie herbenoemd tot zetters voor
"s Rijks directe belastingen in de gemeente
Voorschoten.
De politieverordening der gemeente Was
senaar is aangevuld met de navolgende bepa
ling: „Het is verboden om binnen den afstand
van 10 meter van een wel- of regenput, een
mesthoop of -vaalt of beerput te hebben".
Zeer feestelijk is gisteren aan het „Vad."
de 25-jarige werkzaamheid aan dat blad gevierd
van den zetter Witman. In zijne toespraak tot
Üen jubilaris wees de directeur op de goede
verstandhouding, die tusschen alle geëm
ployeerden der vennootschap bestond, eene
verhouding, uit 't besef van de noodzakelijkheid
Van onderlinge samenwerking geboren, en hy
voegde er de verzekering by, dat hij, waar
mogelijk, zou streven naar 't vervullen van
billyke verlangens, van gewenschte lotsver
betering. Ook de hoofdredacteur wees er met
een enkel woord op, hoe allen saam op een
dag als deze getuigenis wilden geven van 't
besef, dat allen bjjeen hooren en elk op zijne
plaats op prijs moet worden gesteld.
Bij zijn vertrek voor de reis naar Britsch-
Indië vond mr. W. baron Van Dedem, oud
minister van koloniën, gisterochtend aan het
station der Staatsspoorwegen te 's-Graven-
hage verschillende voormalige ambtgenooten
en eenige vrienden vereenigd om hem eene
goede reis toe te wenschen. O. a. brachten
hem een afscheidsgroet de ministers van
buitenlandsche zaken en van koloniën; zijne
ambtgenooten in het ministerie, waarvan hy
deel uitmaakte: de heeren Pierson en Lely;
eenige hoofdambtenaren van het departement
van koloniën en andere ministeries, benevens
verschillende hooggeplaatste staatsambtenaren.
De heer Yan Dedem begaf zich eerst naar
Berlijn.
Volgens het „Haagsche Dagblad" moet
de Koningin-Regentes hebben bepaald, dat de
ambtenaren en het personeel, behoorende tot
de Hofhouding, die vóór 1 Juli jl. zyn aan
gesteld, restitutie zullen erlangen van het
bedrag, waarvoor zy in de Bedryfsbelasting
zyn aangeslagen, opdat, aldus luidde de
beweegreden daartoe, do eenmaal vastge
stelde traktementen geene vermindering zullen
ondergaan.
Door de Afdeelingen van do Tweede
Kamer zyn benoemd lot rapporteurs voor het
Hoofdstuk Buitenlandsche Zaken van de
Staatsbegrooting de heeren De Ram, Lieftinck,
Royaards, F. Van Bylandt en Michiels van
Verduynen; voor het Hoofdstuk Justitie
de heeren Willinge, Harte, Kolkman, Pynappel
en De Kanter; voor het Hoofdstuk Binnen-
lanosche Zaken de heeren Mees, Van Gyn,
Mutsaers, Hartogh en Schaafsma.
De te Haarlem bestaande Arbeidsraad
heeft besloten eene statistiek te maken van
den stand der werkzaamheden in die gemeente.
De Raad heeft aan patroons en werklieden
vragen ter beantwoording toegezonden.
De heer Legrand, gezant van Frankryk
te 's-Gravenhage, heeft aan de pastorie der
kerk van de Fransche legatie bericht, dat
namens de Fransche republiek verzonden is
eene prachtige porseleinen vaas, als cadeau by
gelegenheid van het 50 jarig bestaan, dat die
kerk onlangs, tegelyk met het 25-jarjg pries
terschap van pastoor Schoonboek, gevierd
heeft.
Van goeder hand verneemt de „Haarl.
Crt.," dat in de laatste dagen de toestand
van dr. A. Kuyper weer ongunstiger is ge
worden. Vermoedelyk zal de winter door den
lyder te Algiers of op Madera worden door
gebracht.
H. M. de Koningin-Regentes heeft be
noemd tot Dame du Palais honoraire mevrouw
de douairière Van Hall, geb. H. M. J. baro
nesse Schimmelpenninck van der Oye, vroeger
grootmeesteres van H. K. H. prinses Hendrik.
Door den heer Treffers, lid van den ge
meenteraad te Brielle, is een voorstel ingediend
tot heffing van eene plaatselyke progressieve
belasting op het inkomen. Volgens dit voorstel
is de minimum aanslag 1 pet. van een inkomen
van ten minste 400 en de maximum-aanslag
5 pet. van de inkomens van 18,000 en
daarboven.
De zeemilicien8 keeren 25, 26 en 27
dezer met onbepaald verlof naar hunne haard
steden terug.
Tot ridder der Leopolds-orde is benoemd
de heer P. Senior, consul van België in Curasao.
In de Staatscourant van Jden 5den
October worden sollicitanten opgeroepen voor
de betrekkingen van hoofdonderwyzer en van
werkmeester voor de kleedermakery in het
Ryksopvoedings gesticht voor jongens te
Alkmaar, respectievelijk op eene jaarwedde
van ƒ1400 en ƒ800 en het genot van koste-
looze genees- en heelkundige behandeling.
De commissie voor de ziekenverpleging
uit het hoofdbestuur van het „Roode Kruis"
vergaderde deze week te Rotterdam, om by te
wonen het afnemen van het examen aan acht
leerling-pleegzusters.
De uitslag was dat aan alle candidaten,
met name mejuffrouwen G. M. L. Jongkindt
Coninck, E. E. Gips, J. A. Kuyper Ebben
hout, A. J. A. L. A. Lulofs, M. S. Du Pon,
S. W. M. Van Zelm, P. E. Boet en E. H.
Van der Broeke, het diploma kon worden
toegekend.
De voorzitter, K. J. G. baron Van Harden-
broek van Bergambacht, deelde met eene korte,
harteiyke toespraak den uitslag aan de candi
daten mede en wenschte haar daarmede geluk.
In voldoening aan de deswege gedane
toezegging heeft de minister van oorlog- ter
kennisneming voor de leden aan de Tweede
Kamer doen toekomen de ontwerpen voor
den aanleg van zoetwatervy vers in de stelling
van Amstei'dambestaande uit: lo. eene
algemeene bescbryving; 2o. acht teekeningen
(calques); 3o. twee begrootingen van kosten;
en 4o. eene nota betreffende de distributie
van het water en de exploitatie der vyvers.
By de Rykspostspaarbank is in Augustus
1894 ingelegd 1,655,997.24l/2 en terugbe
taald 1,268,715.62. Meer ingelegd dan terug
betaald 397,281.62'/j. Aan het einde der
maand Juli was ten name van de verschil
lende inleggers ingeschreven ƒ36,224,065.13,
zoodat het tegoed op uit. Augustus bedroeg
35,621,346.751/2. In den loop der maand
zyn 5618 nieuwe spaarbankboekjes afgegeven
1897 zyn geheel afbetaald, zoodat er aan het
einde der maand nog 432,311 in omloop waren.
Het stoomschip DGelderland", van Batavia
naar Rotterdam, vertrok 4 Oct. van Port Said;
de „Oodam" arriveerde 5 Oct. van Nieuw-York
te Rotterdam; do „Prins van Oranje" vertrok
5 Oct. van Batavia naar Amsterdam; de
„Prins Alexander", van Batavia naar Am
sterdam, vertrok 5 Oct. van Genua; do
„Stentor", van Amsterdam naar Java, arri
veerde 5 Oct. te Batavia; de „Werkendam"
vertrok 4 Oct. van Nieuw-York naar Rot
terdam.
By koninklyk besluit is benoemd tot
notaris binnen het arr. Rotterdam, ter stand
plaats 's-Gravenzande, N. G. Beausar, thans
notaris te Wamel.
Aan don adelborst 1ste kl. W. F. Prins
vergunning verleend tot het waarnemen van
eene particuliere betrekking buiten het zee
wezen voor don tijd van zes maanden, ingaande
16 dezer, onder stilstand van non-activiteits
traktement en zonder opklimming in de
ranglyst.
Met ingang van 15 dezer aan de klerk tor
directie van de Rykspostspaarbank te Amster
dam A. D. Roodzant, eervol ontslag uit die be
trekking verleend, en als zoodanig benoemd
de tydelyke beambte mej. J. A. Geill.
Lieder-avonden van Arnold Spoel en
Gottfried Mann.
30 October a. s. en vervolgens in de maan
den November en December zullen deze beide
kunstenaars in Leiden een drietal lieder-avon-
den geven. Met aandrang raad ik ieder muziek
liefhebber aan zich spoedig van eene kaart
voor deze concerten te voorzieo. Want daar
gelaten nog de reputatie, waarin dit tweetal
artisten op muzikaal gebied zich mag ver
heugen, is de enkele inzage van het pro
gramma reeds voldoende, om een ieder te
overtuigen hoe belangryk deze avonden zullen
zyn. Want daar is bykans geen liederen-com
ponist van eenige beteekenis, of zyn naam
komt op een der programma's voor, terwyl
voor zoover my de liederen bekend zyn
de rangschikking in alle opzichten lofwaar
dig is.
Ten slotte wil ik nog even op myn stok
paardje rydon en met genoegen het feit con-
stateeren, dat deze concerten in anderhalf uur
kunnen zyn afgeloopen.
Moge een talryk publiek den uitvoerenden
hunne dankbare aandacht komen schonken 1
6 Oct. '94. Mr. E.
Het hoofd en de onderwijzers.
Aan den minister van binnenlandsche zaken
is in zake het rapport van den inspecteur
Fabius het volgende adres gericht door het
hoofdbestuur van den Bond van Nederland
sche Onderwyzers:
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen
het hoofdbestuur van den B. v. N. O,, goed
gekeurd by Koninklyk besluit van 22 Maart 1890
(Staatsblad No. 28):
lo. dat het met belangstelling heeft kennis
genomen van het door den heer inspecteur van
het lager onderwys in de tweede inspectie ge
geven advies omtrent de inrichting van open
bare lagere scholen te Middelburg en van de
op en naar aanleiding van dit advies gevolgde
beschouwingen in adressen, de pers en ver
gaderingen
2o. dat het door een en ander in zijne
meening is versterkt, dat eene spoedige wyzi-
ging in de wettelyke verhouding tusschen hoofd
der school en onderwyzers aan eene zelfde
inrichting, zoodat deze meer in overeenstem
ming is met de tegenwoordige onderwys-
toestanden, zeer gewenscht is en het onderwijs
en den onderwyzers ten goede zal komen;
3o. dat, naar de bescheiden meening van
adressant, zulk eene wyziging, die in hoofd
zaak art. 21 betreffen zal, hoe belangryk ook
voor de onderwyzers en het onderwys, te
weinig ingrypt in den geest der wet, dan dat
zy, voorgesteld wordende, den wetgevenden
arbeid al te zeer belemmeren zou.
Redenen, waarom adressant zich tot Uwe
Excellentie wendt, met het beleefd verzoek,
een voorstel tot wetswyziging op dit punt zoo
mogelyk nog in dit zittingjaar aan de Staten-
Generaal ter behandeling aan te bieden.
't Welk doende, enz.
By het adres is gevoegd eene memorie van
toelichting, welke in de „Bode" wordt mede
gedeeld.
Gemengd Nieuws.
Aan den op 27 en 28 October a s.
te houden schermwedstryd der onderofficieren-
scherm- en gymnastiekvereniging „Mars" te
Haarlem, zal door een 12-tal onderofficieren
van het 4de reg. inf. worden deelgenomen.
Het mond- en klauwzeer breidt
zich onder het vee in de gemeente Wassenaar
verbazend uit. Reeds by 40 veehouders is het
vee aangetast of verdacht verklaard, terwyl
56 borden, met de bekende waarschuwing,
zijn geplaatst.
Ook te Noordwykerhout is by een paar
landbouwers onder het vee het mond- en
klauwzeer uitgebroken.
Niettegenstaande do velo berichten over het
mond- en klauwzeer onder het vee, wordt als
eene byzonderheid vermeld, dat, voor zoover
bekend, van de 50 a 60 boeren in den Vier-
Ambachtspolder, er by slechts 1, den heer
K. Overvliet, te Woubrugge, het vee tot heden
van die ziekte bevryd bleef.
Een praatje? Volgens „De
Delvenaar" doet het volgend „aardig praatje
de ronde
Men vertelt voor waar, dat geen der Tweede-
Kamer-leden over 1894/95 in de bedryfsbe
lasting betaalt, omdater op 1 Mei geene
Tweede Kamer was.
Ook vertelt men dat de nieuwe ministers
geene bedryfsbelasting betalen, omdat dezen
op 1 Mei geen minister waren.
Wel betalen de oude ministers de volle
bedryfsbelasting, omdat zy op 1 Mei wol
minister waren.
Tak betaalt dus voor Van Houten.
Pierson voor Sprengor van Eyk.
En uit informatiën bleek „De Delvenaar",
dat dit „praatje" in hoofdzaak waar is, en
sommige inspecteurs de wet aldus toepassen.
In het Wilhelmina-Gasthuis te
Amsterdam is Aziatische cholera geconstateerd
by een man uit de Oostenburgervoorstraat en
eene vrouw uit de Van-Reigersbergen-straat.
De burgemeester brengt bovendien ter open
bare kennis, dat op 5 Oct. in die gemeente
één persoon is aangegeven als overleden aan
Aziatische cholera.
Gisteren deed zich te Kralingen weder een
geval van Aziatische cholera voor, en wel in
de barak aldaar, by een 4-jarig knaapje, wiens
vader 4 dagen geleden aan die ziekte is over
leden. Het kind was met zyne moeder en 2
zusjes na het overlyden van zyn vader ter
observatie in de barak opgenomen.
Een dak gestolen. In dewyk
La Chapelle te Parys kwam Zondag iemand
met een wagen aan een huis, verklarende door
don loodgieter uit naam van den eigenaar
gezonden te zyn om het dak te vernieuwen.
Men liet hem begaan; hy haalde al het zink
en lood en de regenpffpen af, laadde alles
kalm op zyn wagen on reed heon, verkla
rende 's middags te zullen wederkomen. Toen
het avond werd zonder dat hy verscheen, deed
men zich by den eigenaar beklagen en het
bleek dat een stoute dief voor eigen rekening
aan het werk was geweest.
25)
„Neen", donderde Wighart hem toe, „maar
toen gy merktet dat uw hart begon te wan
kelen, hadt ge deemoedig moeten nederknielen
voor haar, voor dat edele, reine schepsel, en
haar zeggen„Hélène, bescherm my, behoed
my, ik verkeer in gevaar." Dan zoudt ge
gezegevierd hebben over wat go thans liefde
voor Adelheid noemt."
„Ge weet niet, dat het onmogeiyk is, eene
opwellende liefde te onderdrukken."
„De plant, die niet besproeid wordt,
groeit niet."
„Laten we niet verder redetwisten 1 Gezyt
hier gekomen, om eens uit te razen. Welnu
ga uw gang. Maar laat het dan ook weer
goed zyn tusschen ons, en laat, om der wille
eener vrouw, de band niet verbroken wor
den, die ons sinds jaren als broeders ver
eenigd heeft."
Henri sprak deze woorden op gevoelvollen
toon en stak Wighart de rechterhand toe.
„Neen", antwoordde deze, somber voor zich
heen, „ik kan die hand niet meer drukken.
Ik heb geen vriend meer. En morgen, vóór
de dag aanbreekt, zult ge als een doodsvyand
tegenover my staan. De vrouw, die gy ver
laten hebt, is niet onbeschermd. In my zult
gy haren wreker vinden. Ge zult met my
duelleeren."
tWigharti" riep Henri uit, „gy yitllkmet
u duelleeren! Dat nimmer! Hoe, ik zou het
wapen tegen myn broeder keeren?"
Bleek en sidderend stond hy tegenover
Wighart.
„Ge zult!" riep Wighart, „ge zult, want
gy hebt de vrouw beleedigddie
die ik liefheb!"
Niet willens en wetens, neen, door de over
spanning van het smartvolle oogenblik, kwam
hem deze bekentenis over de lippen.
Als ware hy zelf verplet door de openbaar
making van dit geheim, bedekte hy het ge
laat met beide handen. Voor een oogenbük
heerschte in het vertrek eene doodsche stilte.
Op klankloozen toon zei Henri:
„WelaanIk begryp dat het noodzakeiyk is."
Dien nacht wachtte Sophie haren broeder
tevergeefs, en toen zy zich eindeiyk, het
wachten moede, te bed begeven had, hoorde
zy hem tegen drie uren thuiskomen, maar
het ontging haar luisterend oor evenmin, dat
hy twee uren later reeds weder de woning
verliet.
Henri, die ook eerst laat in den nacht
thuiskwam, na alles voor het duel in orde
gebracht te hebben, kon den slaap niet vatten.
„Zoo verwezeniykt zich dan reeds de vloek
van dat oude wyf", mompelde hy; „myne
vrienden verlaten myi"
Hy trachtte zich eene voorstelling te maken
van het leven zonder Wighart en Sophie; hy
dacht er over na, in welk gezelschap hy
voortaan gloed en leven zou vinden, zoo ten
eenenmale onontbeeriyk voor hem, om opge
wekt zyne kunstenaarsloopbaan te vervolgen.
Een schampere glimlach plooide zyne lippen,
toen hy dacht aan den raad van zyn aan
staanden schoonvader, om, met het oog op
do belangryke erfenis, niet meer voor de kunst
te arbeiden, maar alleen als beschermer van
de kunst op te treden, zooals het een ryken
kunstminnaar betaamt, en wat Adelheid zeer
comme il faut vond.
Zyn blik viel op zyne vioolkist. Eene trot-
sche blydschap maakte zich eensklaps van
hem meester. Met zenuwachtig trillende vin
gers sloot hy ze los. Liefkoozond streek hy
over het glanzige, bruine hout van het ge
liefde instrument. Hy nam dit er uit.
„Al verlaten ook allen my gy blyft my
trouw. Al verstaat niemand my meer gy ver
staat myMijn ware vriend, my n grootste genot
Hy nam de viool op en greep naar den
strykstok.
En liefiyk klonken de betooverende tonen,
die hy aan de snaren ontlokte, door het
kamertje. Zacht golvend smolten zy te zamen
in een jubeltoon van liefde en van geluk. Met
goddelyken ernst losten zy zich als 't ware
in een gebed op. Met innigen weemoed klaag
den zy over dood en hopeloosheid.
Henri's wangen gloeiden. Als vuur schoot
het bloed hem door de aderen. Zulk eene
demonische kracht had hy nog nooit in zyne
vingers gevoeld. Het was hem alsof zyne
muze hem voor de eerste maal in dit uur
onstuimig omhelsde, als had de stem der
hartstochten, die in hem gewoed hadden, den
kunstenaar in hem doen geboren worden.
Een onuitsprekeiyk zalig gevoel overmande
hem, zyne borst hygde en zwoegde. Alles
om hem heen loste zich op in een jubelkreet.
Hy zonk op de knieën en do lippen eer
biedig op zyne viool drukkend, stamelde hy
met tranen in de oogon:
„Nimmer arm nimmer klein nimmer
ongelukkig gy maakt my tot een god."
VIII.
Wat is de troosteloosheid van slapeloozo,
schier eeuwigdurende nachten, vergeleken by
het uur, waarop de nieuw aangebroken dag
den ongelukkige terugroept naar dezelfde
plaats, waarop hy gisteren nog vol kracht
en levensmoed gestaan heeft.
Wat gisteren plicht scheen, is heden over
tollig; waar gisteren alles gevuld was, is het
heden ledig; de krachten, die zich gisteren
wenschten te vertienvoudigen, om opgewekt
den arbeid te verrichten, heden zyn ze niet
meer noodig.
Eerst tegen het aanbreken van den dag
vielen Hélène, die den ganschen nacht in het
duister gestaard had, de vermoeide oogleden
dicht. Het was haar te moede als iemand,
wien men zoo juist het ïyk van een geliefde
uit het huis gedragen heeft en die nu, in
volkomen wezenloosheid het der moeite niet
waard acht zich de vraag te stellen: „Wat
zal ik aanvangen En by die algeheele ver
stomping harer gedachten hoorde zy steeds
eene onuitstaanbaar hooge en valsche meisjes
stem zingen:
„Und was das arme Horz auch eiont and dichtet,
Zam Bchlu88e kommt das Voneinandergehn."
De klok liet zeven slagen hooren.
Gewooniyk stond zy op dit uur op, om,
na het verrichten van verschillende kleine
huiselyke bezigheden, zich opgewekt aan hare
schryftafel te zetten en hare dagtaak te be
ginnen, die, hoe vermoeiend, hoe slaafs die
ook scheen, voor haar nooit te vermoeiend,
nooit 8laafsche arbeid was, omdat haar moed
gesterkt werd door de gedachte: „Hoe meer
ik verdien, des te eer wordt het doel bereikt."
Waartoe nu nog te werken het doel
bestond niet meer. Alleen om zich voor honger
te vrywaren? O, armzalige stryd om het
bestaan
Waartoe nog de oogen te ontsluiten voor
oen dag, die geene hoop, geone liefde, ja
zelfs niet eens vrees aanbracht? Want nu
het zwaarste Hélène getroffen heeft, wat kan
zy nu nog te duchton hebben? Wat wacht
haar? Een ledig, een doelloos bestaan
Een traan viel op Hó ènes wang. Maar hy
was niet in haar oog opgeweld.
De moeder stond over de sponde haror
dochter gebogen en bewaakte met droeven
blik de korte ademhaling, de bleeke wangen.
Plotseling opschrikkend, sloot Hélène hare
moeder in de armen.
„Moeder," kreet zy, „vergeef my de ge
dachten, die zich van myne ziel hadden moester
gemaakt! Moeder ik had u vergeten! God,
myn God Gy zyt my genadig geweest!
Gij hebt my nog oen plicht ter vervulling
overgelaten. Ik ben niet arm. Ik heb voor
eene moeder te zorgen."
Wordt vervolgd.)