"Vrijdag 5 October. A". 1894, feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 4 October. Feuilleton. LEEFDE OF PLICHT* N°. 10620. LEIDSCH DA&BLAD. PBIJS DEZEB COUBAMT: Voor Leiden per 3 maanden1 Franco per post-r 1 Afzonderlijke Nommersc 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DEB. ADVEBTEUTIÊN': Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad- wordt f 0.06 berekend. Na de ochtendnummers van het programma ter viering van den Gedenkdag van Leidens Ontzet was te twaalf uren aan de orde de harddraverij voor paarden onder den man op de 200 meter lange baan van den Vest- Wal, opgeluisterd door muziek van de Sohutterfl In een met vlaggen getooid vaartuig in den Singel. Velen stelden zoowel langs de baan, plat- gronds en op verhevenheden, als op den tegenoverliggenden Zoeterwoudschen Singel ©n in vaartuigen het harddraven gade, waar aan door acht Leidsche paarden, één ros uit Bynsburg en één uit Oegstgeest werd deel genomen. De berijders dier dieren, van welken alles goeds gehoopt werd en er allen wel gebouwd en welvarend, dus niet als knollen", Uitzagen, waren door het bestuur der 3-October- Vereeniging voorzien van een bijzonder hoofd deksel en eone sjerp, van verschillende kleuren, en dongen aldus uitgerust naar den prijs. Alle beesten liepen flink; toch was het gauw te zien wie met den prys zou gaan ■trflken. De uitslag van den strfld was dat de eerste prfla van f 60 werd behaald door ,Kees" (een kranig draver), van den heer C. J. Coster, van Leiden, berijder N. J. Bousie; de eerste premie van ƒ20 door aJet", van den heer O. Vink, van Oegstgeest, berijder Dolleman; de tweede premie van ƒ10 door jMarie", van C. Dieben, van Leiden, berijder Jan Van den Berg. De harddraverij liep zonder ongelukken af het publiek werd goed van de dravende paar den afgescheiden en niemand ging den Singel In, zoodat de daar drijvende gemeente-reddings- schuiten geen dienst behoefden te doen. Voor ongeduldigen was dit nummer van het pro gramma eene goede leshun werd geduld ge leerd, terwijl zjj telkens lang moesten wachten op het paar paarden, dat komen zou. Terwijl er paarden draafden, gingen andere rossen togen halftwee naar de Doelen kazerne. ZU waren versierd en moesten daar met alle nauwkeurigheid gekeurd worden, om naar waarheid uit te wijzen welk der dieren er het iQjnst van sier of het geestigst getooid uitzag. B U deze gelegenheid gold de eigenaardigheid, flat paard en ruiter als één werden beschouwd Van der Werff en zijn paard dus als één, het Weesjongetje met den hutspotpot en zijn ros als één, het fijn met bloemen getooide rfldier met zfln berijder in gala als één, het keurig ver- Bierdo beest met den kleinen, langge man telden ruiter als één, hit en berijder ook al als één, en*. Na nauwgezette beoordeeling der jury bleek dat het paard des heeren D. Jurriaanse "(Manége) den eersten schoonheidsprijs (ƒ30) toekwam; dat van den heer P. Van Vliet fle eerste schoonheidspremie (ƒ20) en dat Van den heer P. J. Kooreman de 2de schoon- Xeidspremie (ƒ10). Om de geestigheid der versiering werd met den eersten prfls (ƒ15) "beloond het paard van den heer C. Van Teylingen; met de eerste geestigheidspremie (ƒ10) dat van den heer M. H. Van Waveren, flie echter hiervoor bedankte; met de tweede geestigheidspremie (ƒ5) dat van mej. dewed. T. J. Bots. Te halfdrie, zoo vermeldde het programma grooto optocht, n. L van versierde paarden en harddravers, landauers met bestuurs- en juryleden, twee muziekcorpsen en escortes militairen. Die optocht bracht in de stad heelwat drukte teweeg; men rende van de eene plaats naar de andere om telkens maar weer die mooie paarden te kunnen zien en te kunnen nagaan uit de medegedragen borden welke bekroond waren geworden. De stoet werd ontbonden in de Doelen- kazerne, waar de prijzen werden uitgereikt of beter: uitbetaald. Menigeen had zich middelerwijl, vóór het 3 October-maal, naar „Zomerzorg" en het Schuttersveld, waar al kermisdrukte heerschte, begeven, tevens om eens te zien in welke conditie het land of feestterrein verkeerde, welk onderzoek bevredigende resultaten op leverde. Het natte Jaar 1894 bezorgde ons op 3 Oct. nog ongedacht een vrij droog feestland. Des avonds stroomde het, ook nu, evenals den ganschen dag, bij schoon weder, naar „Zomerzorg" en „Zomerlust", om hier zich neder te zetten en van de muziek te genieten en daarna het land te betreden, om deel te nemen aau of getuigen te zijn van de kermis pret en het dansen op den breeden, nieuwen dansvloer rondom de tent, waarin de Schut terij mar8chen, walsen en andere opgewekte muziek deed hooren. Zoowel op het afgesloten als op het publieke gedeelte van het uitgestrekte feestterrein was alle gelegenheid om zich op velerlei wijzen te amuseeren, o. a. vooral door draaien in den mallemolen, to verfrisschen, te verwarmen (o. a. door een kop Driessens chocolade) en door gebak de maag te vullen. Aan verschil lende gevoelde behoeften werd dan ook naar hartelust en tot innig genoegen der verkoo pers, venters en eigenaren van bezienswaar digheden en orakels voldaan. Ten slotte, om halfelfde luisterrijke pyro technische decoratie of in gewoon Neder- landsch het vuurwerk, vervaardigd door den heer A. Gall, don trouwen Rotterdamschen vuurwerkloverancior der Leidsche 3-October- Vereeniging. Na de eerste bommen, serpenten oftewel slangen, zonnen en vuurpijlen, welke hemel waarts werden gezonden, waren elks oogen naar den vuurwerkkant gericht, 't "Was mooi, dat knetterende, kleurige vuurwerk, het kleine zoowel als het grootel Wei hing er nu en dan wat rook voor, maar waar vuur is, is nu eenmaal rook, en over den wind kan niemand, ook geen bestuur der 3-October Vereeniging, of een pyrotechnicus, hoe be kwaam ook, heerschen. De jongleur, die voor- en achteruit liep, een bal op 't hoofd balanceerende, welke later met veel lawaai in kleuren naar boven vloog, was eene aardige nieuwigheid, welke veel succes had, evenals het zich bewegende paard van den jockey, die zelf achter den rook voor het menschelijk oog grootendeels ver borgen bleef. Na het vuurwerk toefde men nog eenigen tQd in oene gewenschte stemming, waardoor zich de geheele feestdag kenmerkte, op het feestterrein. Het was een best geslaagde 3-October dag, welke velen er toe bracht het uit te spreken dat het goed is dat we eene „3-Octobor-Ver- eeniging" hebben. Yan de particulieren heeft recht op eene afzonderlijke vermelding de lampions-verlich ting aan het café en hotel „Bellevue" van den heer Borgerding, aan de Steen straat (Bees tenmarkt). Zooals wg ongeveer een maand of zes geleden uitvoerig meedeelden, openden de heeren Burgersdflk en Niermans een boek handel en antiquariaat Nieuwsteeg No. 1 alhier, hebbende tot basis het antiquariaat der firma Brill, behalve de oriöntalische afdeeling. De boekverkoopingen zullen nu ook door de nieuwe firma gehouden worden en volgens achterstaande advertentie z\jn er twee belang rijke aucties, waarvan wij de catalogi met belangstelling doorgebladerd hebben, in 't zicht. De eerste verkooping, pl. m. 3000 nummers uit allo gebied van wetenschappen en fraaie letteren, bevat voor oen deel de bibliotheek van wijlen onzen burgemeester den heer L. M. De Laat de Kanter. De rechtsgeleerde, geschiedkundige en taalkundige rubrieken schijnen ons de meest belangrijke toe; vele complete serieèn van tijdschriften en de bo- kende standaardwerken z(jn aanwezig. Onder theologie en philosophic staat menig gezocht werk vermeld, zoo ook onder de wis- en natuurkundige en geneeskundige afdeelingen, waaronder zeker de botanie met hare kostbare plaatwerken eene eerste plaats inneemt. De tweede verkooping, welke van 12—14 November gehouden wordt, heeft een geheel ander karakter. De collectie, volgens den titel afkomstig van een „Amateur de livres", be weegt zich dan ook uitsluitend op het ter rein der Rariora en Curiosa. Eene zeer eigenaardige verzameling zijn de 450 pamfletten, welke chronologisch gerang schikt zijn. Het is overbodig op het belang van deze geschriften te wijzen. Z(j zijn de voorloopers geweest der dagbladen en geven eene korte schets van belangrijke gebeurtenissen, waarbij zij, als direct na het voorgevallene verschenen, de geschiedenis menigmaal ophelderen en completeeren. Het is moeilijk onder het vele zeer zeldzame aanwezige eene keus ter vermelding te doen; bepalen wij ons tot No. 936 en 937 Fruytiers, et Paschier de Fijne, zijnde de eerste ver halen aangaande het beleg onzer stad, nog in hetzelfde jaar verschenen en uiterst zeldzaam. Yerder bevat de eerste afdeeling van den cata logus (177 nos.) werken over geschiedenis en aardrijkskunde, waarbij zeer zeldzame reisbe schrijvingen uit Oost- en West-Indiö, Amerika, ©nz. De afdeeling „Letterkunde" bevat o. a. eene verzameling zeldzame volksboekjes en dito over onderwijs. De afdeeling „Facetiae" van ruim 100 nummers is zeer merkwaardig, evenals de „Geneeskunde," welke vele zeld zame werken, vooral op gynecologisch gebied, vermeldt. Daarbij bevat deze catalogus van 1372 titels nog eene collectie Fransche Elzeviers, oude almanakken, merkwaardige boeken over astronomie, zeevaartkunde, natuurkunde, schei kunde, geheime wetenschappen, plant- en dierkunde, werken over wijn, tabak, thee, koffie, fraaie kunsten, enz. Kortom, wij gelooven dat eene dergelijke collectie in Leiden weinig onder den hamer gebracht werd. Wfl wenschen der firma Burgersdijk en Niermans het beste resultaat met deze veilingen en zijn overtuigd dat het belang stellende publiek de catalogi niet tevergeefs zal doorbladeren. De benoeming van den weleerw. heer J. Teulle tot president der St.-Jozefsgezellen- vereeniging alhier heeft eergisteren plaats gehad, zoodat die den vorigen dag door ons vermelde benoeming wel wat voorbarig was. De plechtige installatie heeft mitsdien nog niet plaats gehad, maar zal over enkele dagen geschieden. Bfl koninklijk besluit is, met ingang van 1 Nov. a. saan mr. H. Hemmingson, op z(jn verzoek, eervol ontslag verleend als bur gemeester van Zoeterwoude. Beroepen is naar Ritthem, class. Middel burg, ds. J. J. Van den Broek, predikant te Noordwtjkerhout. Toezegging van beroep is ontvangen naar Leeuwen, cl. Tiel, 't Wout, Lemele en Arolsen door den heer M. A. Van Rhijn, candidaatte Katwijk aan den Rijn, die bedankt heeft voor Grootegast en Doesum, en Breedevoort (Gelderland.) Aan het postkantoor te Wassenaar werd geduronde het derde kwartaal 1894 ingelegd ƒ5807.96; terugbetaald 3219.73. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 450. Bij een b(j den Raad van State, afd. voor de geschillen van bestuur, ingekomen koninklijk besluit is met vernietiging van het besluit van B. en Ws. van Leiderdorp, dd. 26 April 1894, alsnog aan den heer 3. Yan Wieringon, vleeschverkooper te Leiden, onder voorwaarden vergunning verleend tot oprich ting van eene slachtplaats van koeien, kalvoren en ander vee aan den Maresingel te Leiderdorp. Tot lid van het bestuurvan den Zoe- termeerschen of Nieuw Drooggemaakten polder onder Zoetermeer is gekozen de heer P. Groenewegen Jr., in plaats van don heer N. Boonekamp, die had bedankt. Het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem werd gedurende de maand September door 1149 personen bezocht. Voor den catalogus der boekerij van het Museum, waarvan het eersto vervolg 1894 in druk is verschenen, werden gedurende de maand September 119 aanvragen ontvangen, terwijl aan 87 personen uit 30 verschillende plaatsen van ons land 125 boek- en plaat werken verzonden werden. De aan het Museum verbonden School voor Kunstnijverheid is primo September begonnen met 52 leerlingen van den dagcursus, 32 leerlingen van den Woensdag- en Zaterdag- cursus, 70 leerlingen van den avondcursus en 35 leerlingen der Rijksnormaallessen, totaal 189 leerlingen. De werkstukken der leerlingen, welke op de Wereldtentoonstelling te Antwerpen werden ingezonden, zfln met de gouden medaill© bekroond. De Tweede Kamer zal a. s. Vrijdag 6 Oct. te elf uren eene openbare vergadering houden. De vooruitstrevend liberale leden der Tweede Kamer hebben Dinsdag-avond in oen© gehouden vergadering de heeren Borgesius, Yeegens en Cremer tot bureau-leden herkozen. Sommige afdeelingen der Tweede Kamer hebben het onderzoek der Indische begrooting, waarbij de Lombok-expeditie een hoofdpunt der beschouwingen uitmaakte, beëindigd en de behandeling der Staatsbegrooting aange vangen. Bij koninklijk besluit van 2 dezer is dr. J. Van der Hoeven, te Rotterdam, be noemd tot Ridder in de Orde van den Neder- landschen Leeuw. Voor het examen van klerk by de posterijen, dat einde dezer maand te 's-Graven* hage zal worden gehouden, hebben zich voor de 25 beschikbare plaatsen 67 candidaten aangemeld. Naar aan het „Hbl." wordt medegedeeld, zal mr. W. K. baron Van Dedem, oud-minister van koloniën, in deze week zijne voorgenomen reis naar Britsch-Indië aanvaarden. Prof. Winkler zet in een ingezonden stux in het „Utr. Dagbl." uiteen, hoe hij b(j verschil lende gelegenheden aangedrongen heeft op verbeteringen in het onderwijs in psychiatrie en neurologie, onder bijvoeging dat hij anders genoodzaakt zou wezeü in het begin van 1895 zijne betrekking neer te leggen. „Deze verklaring" zegt hij „is noodig omdat ik vrees, dat de hoofdzaak van den strijd: goed psychiatrisch onderwijs, dat nu eenmaal komen moet, zal voorbij gezien worden voor de vraag of m(j al dan niet beloften gedaan zjjn. En het komt m(j voor, dat de laatstgenoemde vraag daarmee niete te maken heeft." De minister van binnenlandsche zaken heeft ingetrokken zijne beschikkingen, waarbij het vervoer van herkauwende dieren en var kens verboden is uit een kring, respectievelijk in de gemeenten: lo. Heiloo, Alkmaar en Akersloot; 2o. Weespercarspel en Weesp; So. Akersloot, Alkmaar, Oudorp en Zuid- en Noord-Scher mer; 4o. Ouder-Amstel en Nisuwer-Amstel; 6o. Diemen; 6o. Aalsmeer, Akersloot, Graft, Jisp, Uitgeest en Wormer, en 7o. Beemeter. Het hoofdbestuur van het Nederlandsch Onderwijzersgenootschap heeft zich van de opdracht der algemeene vergadering te Deventer gekweten door het zenden van een adres aan den minister van binnenlandsche zaken, waarin uitvoerig de wenschelykheid der verbetering van de onderwijzers-traktementen wordt uit eengezet. Eerstdaags zal eene deputatie uit het hoofd- bestuur dit adres mondeling bg den minister L_ 22) Adelheid, een weinig bedeesd door den ernst, waarmede haar vader de geschiedenis Opvatte, deed snikkend het verhaal van hare liefdeshistorie en stak de daarin betrokken personen zdó in de hoogte, dat een en ander geen ongunatigen indruk op papa Imhof maakte. Juffrouw Leiaer haalde de couranten voor den dag, waarin critieken over Henri Friesen Voorkwamen Adelheid had ze verzameld van toen ze te Wiesbaden gekomen waa af. Ik Vet een goedkeurend hoofdknikken hoorde Be heer Imhof de voorlezing aan. Juffrouw Leiaer had ook in verechillende kringen zeer Vleiend over Henri Frieeen hooren Bpreken en moeut zich al zeer vergiasen, wanneer hy niet dezelfde peraoon was, waarvan gravin Lehndorf doodelyk waa. Dit wiet ze echter zeker, dat men hem de eerate plaata de be8te, die in de academie der achoone kunsten zou openvallen, had toegedacht. „M'n beate juffrouw", zeide de gemoede- S lyke huisvader ten slotte, „ik hoop niet dat n my van bekrompenheid zult verdenken L wanneer ik telkens en telkens weer terug- kom op het onderscheid in fortuin, dat er j-, tusschen de beide jongelui beetaat. Het moet toch ptJnUjk Zijn, alles aan zijne vrouw te yj danken te hebben. Wat my persoonlijk aan- ?j| gaat, met myn vermogen is het mij natuurlijk onverschillig of myn schoonzoon al dan niet gefortuneerd iB." „Wacht", dacht Adelheid, „nu zal ik hem pakken." „Papa, als u veel van eene dame hield, zoudt u zich dan van een huwelijk met haar laten terughouden, alleen omdat zij niet ge fortuneerd was?" Juffrouw Lei8er kreeg eene kleur als vuur en wierp Adelheid een angstigen blik toe. Verlegen antwoordde de heer Imhof: „Wanneer, bi) het sluiten van een huwelijk, de man degeen is, die fortuin aanbrengt, is het een geheel ander gevalde vrouw, die het verstaat, alles bij elkaar te houden, alles ordelijk in te richten, brengt daardoor haren man een onberekenbaar kapitaal aan. Maar, dat daargelaten, wat zoudt ge wei zeggen, wanneer ik weer trouwde?" „Wel", antwoordde zij, het hoofd in den nek werpend, „zoolang ik nog ongetrouwd en hier in huis ben, dunkt mij dat u geen aanzoek moest doen, dat, werd het afgesla gen, u en mij en iemand anders zou com- promitteeren. Maar, bsn ik eenmaal uithuis, dan zou ik er in berusten, onder voor waarde altijd, dat uwe keus viel op eene dame, die ook ik genegen was. Vindt u niet, dat ik daar groot geiyk in heb, Juf frouw Leiser?" „Zeker, zeker", stamelde deze. De wending, die het gesprek thans geno men had, bracht den heer Imhof zoodanig in verlegenheid, dat hjj, onder de opmerking, dat h(j alleen toch te beslissen had, het ver trek verliet. Juffrouw Leiaer zond het briefje aan Henri en had daarna nog een kwaad uurtje met Adelheid te doorleven, die zichzelve en hare omgeving met haar kwalijk verborgen onge duld kwelde. Het was eene ware uitkomst voor haar, dat Honri werd aangediend. Bleek en ernstig trad deze binnen; even bleek en over haar geheele lichaam bevend, snelde Adelheid op hem toe. „Henri", zei ze, zijno beide handen grijpend, „juffrouw Leiser en papa weten alles." Het bloed vloog hem naar de keel. Hélène wilde hem niet loslaten en mijnheer Imhof wist reeds. Met een bemoedigend, beschermend lachje reikte juffrouw Leiser hem do hand. „Op verlangen van mijnheer Imhof schreef ik u een briefje, waarin ik u verzocht, hedenmiddag hier te komen. Mijnheer ver langt u te spreken en zal eerst daarna zijne opinie zeggen." „En papa heeft my verboden, vóór dien tyd een afzonderiyk onderhoud met u te hebben", klaagde Adelheid. „Uw briefje, mejuffrouw, heb ik nog niet ontvangen. Ik zal dus terugkomen. Op dit oogenblik voert my het veilangen, laat ik liever zeggen de noodzakelykheid, hierheen, om freule Adelheid eene minuut alleen te spreken." „Dat is onmogelijk", zei juffrouw Leiser beslist. „Adelheid heeft my haar vertrouwen geschonken, u kunt dus in myne tegenwoor digheid openhartig spreken. En dèt verzejrer ik uwat er ook moge gebeuren, u kunt op myne stilzwygendheid staat maken." „Welnu dan", barstte Henri in vertwyfeling uit, Adelheid I Hélène wil my myn woord niet teruggeven." „Dat is schandelyk", riep Adelheid. „Hoe mm, hoe onedel!" „Wèt zegt u daar", vroeg juffrouw Leiser, één en al verbazing, „wie is Hélène?" „Myn meisje 1" Dat was een kritiek oogenblik voor Henri. Hy had het gevoel, dat van alle onaange name gevoelens bet ongelukkigste is: hy schaamde zich. „Maar, Adelheid", jammerde juffrouw Leiser, „waarom hebt ge my dat verzwegen Ge hebt my er by ingehaald en nu brengt ge my in de grootste verlegenheid. Uw papa, die misschien uit ydelheid zyne toestemming zou geven lieve Hemel, als ik bedenk hoe wy het er op aangelegd hebben om zyne ydel heid te prikkelen uw papa zal er, als man van eer, nimmer in bewilligen, dat zyne dochter een ander meisje haren verloofde aftroggelt, want dat is eigeniyk het ware woord." „Hy moet dat nimmer te weten komen", zei Henri, „want ik geef nog niet alle hoop verloren, om juffrouw Sauvage van gedachte te doen veranderen." „Ja", riep Adelheid uit; „zy moet iDzien, dat zy veel te oud voor u is I Maar biyf u toch bedaard, juffrouw Leiser; als u niets zegt, dan komt papa daar immers niets van te weten?" „Ik moet het hem zeggen. Komt het later uit, dan ben ik verloren I" „Dan bezweren Henri en ik desnoods, dat u er niets van geweten hebt, nietwaar Henri?" Henri, die reeds don vorigen avond genoeg zaam door Hélène omtrent juffrouw Leiser was ingelicht, zei: „Daar kunt u staat op maken, juffrouw! In my zult u altyd een vriend vinden, steeds bereid om elke zwarigheid, die zich voor u mocht opdoen, uit den weg te ruimen." Toen overwoog het drietal, elkander weder- keeng opbouwend en bemoedigend, alle moge- lyke moeilyke gevallen. Opnieuw werd Henri overweldigd door den gloed der liefde, die uitging van het lieflyk schepsel, dat zich met hart en ziel aan hem overgaf. Afgemat, terneergeslagen en hunkerend naar rust, keerde Henri huiswaarts, om, vóór hy den zwareD gang naar Hélèno aanvaardde, zich zoo mogeiyk door een korten slaap te sterken. Zyne hospita overhandigde hem een tele gram, dat voor hem gekomen was. Onthut6t brak hy het open. Misschien juist op dit ongelegen oogenblik een engagement voor hier of daar een concert? Eu hy las: „Mejuffrouw Friesen zooeven aan eene be roerte overleden." De zaakwaarnemer zyner oude tante deelde hem dit mede. Nu was hy de erfgenaam van eenige honderd duizenden. Nu was hy rykt Vernietigd viel hy op een stoel neder. „Ik ben verloren," stamelde hy; „nu mag Ik Hélène niet verlaten I" Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1