N°. 10617. Dinsdag 3 October. A0.1894. jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 1 October. Feuilleton. LIEFDE OF PLICHT? IDSCH DA&BLA PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1-10- Franco por post. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER AD VERTEN TIEN Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.I7J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Den leden van den gemeenteraad zfin door hun medelid den heer H. J. Juta, wethouder van financiën, aangeboden de opgaven over het jaar 1893, waarmede de „Statistiek van Leiden" kan worden aangevuld. Tot president der St.-Jozefs-Gezellen- vereeniging alhier is benoemd de weleerw. heer J. Teule in de plaats van den weleerw. heer C. A. F. J. M. Lohmeyer, die door z(jne benoeming tot kapelaan te Delftshaven moest bedanken. Genoemde heer werd gisteravond in het gebouw der Vereeniglng, aan het Rapenburg, op plechtige wijze geïnstalleerd door den president van het centraal bestuur te Am sterdam, den weleerw. heer jhr. Van Nispen tot Sevenaer. Op uitnoodiging van het voorloopig be stuur van de alhier dezer dagen opgerichte afdeeling van den Nederlandschen R.-K.-Volks- bond, hadden gistermiddag te één uur vele personen zich naar het lokaal van den heer Hensbergen aan den Stationsweg begeven, ter bijwoning van eene openbare vergadering, waarin de heer W. C. J. Pastoors, president van het centraal bestuur van den Bond en van de afdeeling Amsterdam, als spreker zou optreden. In breede trekken schetste deze het ver- Oenigingsleven uit vroeger eeuwen en dat van den tegenwoordigen tjjd en sprak ten slotte den wensch uit, dat velen der aanwezigen nu tot den Bond mochten toetreden, welken wensch hij door een gunstig resultaat beantwoord zag, daar 150 personen zich lieten inschrijven. Na de pauze trad nog een ander spreker op, die verder het doel schetste van dezen Bond, voorts bekend maakte dat op de eerst volgende vergadering het vaste bestuur zal gekozen worden en dat een geestelijk adviseur zal worden benoemd. Daarna werd de vergadering door den heer fo. J. Bik, die voorloopig president is, gesloten. Hedenmiddag ontvingen wij perEngelsche mail de Bataviasche bladen van 29 en 30 Aug., alsmede de „Deli-Crt." van 25 Aug. 1 Sept. Ten gevolge der bepaalde wijzigingen in 'Öe opleidingen bij de zeemacht, zullen met heden, 1 October, niet minder dan 3 afdeelin- lgen, te zamen uitmakende ongeveer 450 licht matrozen en jongens, Hr. Ms. instructieschip „Admiraal Van "Wassenaer" te Amsterdam Verlaten en worden overgeplaatst: do nieuw "aangestelde 140 lichtmatrozen op de naar zee bestemde fregatten „Friso" en „Van Speyk," üe daarop volgende afdeeling van ruim 150 jongens op de schepen voor binnenlandschen dienst in de maritieme directie te "Willemsoord en de overige ca. 150 jongens naar Hr. Ms. ïnstructieschip „Nautilus" te Hellevoetsluis, ter verdere opleiding aldaar. Alleen de jongste afdeeling jongens blijft aan boord van de „Wassenaer", terwijl thans ïuim 160 jongens van de Kweekschool voor beevaart te Leiden op dien bodem zullen overgaan. Op lijsten tien en elf van de 16de jaar- bollecte van de Scholen met den Bijbel in de „Standaard" komen o. a. voor Katwijk aan den Rijn (Herv. kerk) met een bedrag van f 31.21; Katwijk aan Zee (kerken) f 106.23; Noordwjjk aan Zee (Herv. kerk) f 9; terwijl er bijgevoegd wordt dat te Katwijk aan Zee werd gecollecteerd in de Herv. kerk f 85.18 en in de Geref. kerk f 21.05. Tot predikant bij de Ned.-Herv. gemeente te Waddingsveen is beroepen ds. W. Zyistra, te Vuursche. Tot directeur der Chr. Zangvereeniging te Waddingsveen is benoemd de heer B. Diamant, van Rotterdam. Uit Utrecht schrijft men dd. 30 Sept.: Wegens aangevraagd emeritaat nam heden morgen in de Nicolaaskerk ds. Wolf, sinds 24 jaren predikant alhier, afscheid van zijne gemeente, die door talrijkheid van opkomst nog een zichtbaar blijk van belangstelling had willen geven. De woorden, door hem tot afscheidstekst gekozen, waren die van 2 Corinthe 5, vers 1, (Want wij weten, dat zoo ons aardsche huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen). Pas opgetreden, zong de gemeente hem toe Psalm 134 vers 3, terwijl hem na de dank zegging nog zingend werd gebracht de wensch, vervat in Psalm 121 vers 4. Ds. Wolf heeft hiermee eeD 41-jarig tijd perk afgesloten, waarin hfj zich steeds heeft doen kennen als een waardig evangelie-dienaar, een trooster voor lijdenden. Hij neemt naar zijne nieuwe woonplaats, Barneveld, het dank baar en zegenend aandenken van talloos velen met zich. De burgemeester van Breda ontving f 800 namens HH. MM. de Koninginnen, be stemd voor de algemeene armen dor ge meente; daarbij was eene tevredenheids- betuiging gevoegd voor de schitterende ont vangst. Bij beschikking van den minister van waterstaat zijn benoemd tot buitengewoon opzichters de heeren: J. Klippers, E H. Piepers, J. A. Van Dalsen en A. Sliedrecht, by de verbeteringswerken van do Boven-Maas J. Van Dyk by de verbetering van de vaar geul de Slenk, tusschen Zoutkamp en het Dokkumerdiep; G. G. Lodder by den bouw van de brug over het Heussensch Kanaal, en G. A. Kenniphaas by de werken tot ver betering van de Zuid Willemsvaart. In verband met den uitslag van bet afgeloopen officiersexamen aan den artillerie cursus komen voor eene benoeming tot 2den luitenant by de artillerie van het leger hier te lande in aanmerking de sergeant-volontairs Van Leeuwen, Oudendyk, Bakker, Harmsen, De Ranitz en Brodhaag. Van de officieren van het lste reg. infanterie, die zich opgegeven hadden voor eene detacheering van 5 jaar naar Ned.-Indië, zyn opgeroepen om voor de geneeskundige com missie te 's Gravenhage te verschynen de lste luits. H S. Wentink, J. D. Haartsen, M. Van de Siepkamp, T. Van der Ploeg en de 2de luits. J. Brunsting en J. A. Van Nieuwland, die allen zyn goedgekeurd en waarschijnlijk voor deze detacheering in aanmerking zullen komen. Als een bewys van hoe grooten invloed het nieuwe Merwedekanaal op het scheepvaart verkeer langs Gouda is, kan dienen dat de opbrengst der brugkaai- en havengelden aldaar in 1893 nog op de begrooting werd uitgetrokken op f 70,500, in 1894 op f 49,500, en nu voor 1895 op slechts 6300, in welk cyfer nog het tolgeld aan de Haas- trechtsche brug, ten bedrage van f 4800, be grepen is. Geen wonder, dat de gemeente belastingen door dat gemis verbazend moesten worden opgevoerd. De heer Van Marken is van zyne vacan- tiereis te Delft teruggekeerd. Het verbiyf te Baden-Baden heeft den directeur veel goed gedaan, zoodat zyne gezondheid gelukkig niets meer te wenschen laat. Fabrieksbode Door Ged. Staten van Drente is de be noeming door den Raad der gemeente Borger van mej. G. Brinks als onderwyzeres aan de school te Buinerveen, welke benoeming buiten de voordracht plaats had, ter vernietiging aan de Regeering voorgedragen. Omtrent den gezondheidstoestand van dr. A. Kuyper verneemt „De Stand." uit Brussel, dat de ingetreden beterschap ook de vorige week aanhield. De krachten zyn reeds merkbaar aangesterkt en van medische zyde wordt geadviseerd, om, zoodra de weersgesteld heid zulks gedoogt, een zuidelijker klimaat op te zoeken. Met het stoomschip „Drente," van de „Rotterdamsche Lloyd," hetwelk 4 October a. s. van Rotterdam zal vertrekken, kunnen brieven en andere stukken, alsmede pakketten, rechtstreeks naar At joh worden verzonden. Het stoomschip „Prins Alexander", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 29 Sept. van Port Said; de „Lawoe" vertrok 29 Sept. van Rotterdam naar Batavia; de „Maasdam" arriveerde 29 Sept. van Rotterdam te Nieuw York; de „Kanzier", van Oost-Afrika naar Rotterdam en Hamburg, passeerde 29 Sept. Peniche; de „Prinses Marie", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 30 Sept. te Padang de „Afrikander", van Amsterdam via Londen naar Kaapstad, vertrok 29 Sept. van Darmouth; de „Amsterdam" vertrok 29 Sept. van Nieuw- York naar Rotterdam. By koninklijk besluit van 29 Sept. jl. is, ter zake van zyn gedrag in Atjeh, in het byzonder by de overvalling van de brugwacht van Lamdjamoe, door Atjehers, op 4 Febr. 1892, alsnog benoemd tot ridder der 4de klasse van de Militaire Willemsorde, de fuselier van het leger in Ned.-Indië, C. Hogelander. Met ingang van 1 Oct. a. s. lo. aan mr. U. H. Huber, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van curatoren der Rijks-universiteit te Groningen, met dank betuiging voor de diensten, door hem in die betrekking bewezen; 2o. tot lid van dat col lego benoemd mr. W. J. Yan Weideren baron Rengers. Met ingang van 1 Oct. a. s. by het depar tement van koloniën bevorderd tot adjunct commies, de eerste klerken P. Pieters, M. G. D. Klaassen, W. J. C. Van de Watering, J. J. Van Hunsel en M. T. Van Lith. Benoemd mr. L. M. Rollin Couquerque, adv. en proc. te 's Gravenhage, met ingang van 1 Oct. a. s. gedurende den tyd van het aan jhr. mr. J. E. De Sturler, adjunct-commies by het departement van oorlog, verleend buiten landsch verlof van zes maanden, als tydelyk ambtenaar by voornoemd departement. Met ingang van 1 Oct. a. s. benoemd tot onderwyzer aan de Rykskweekschool voor onderwyzers te Middelburg, H. Van der Kamp, aldaar, met vergunning om deze betrekking geiyktydig waar te nemen met die van leeraar aan het gymnasium te Middelburg. Met ingang van 1 Nov. a. s. aan dr. J. J. Couvée, op zyn verzoek, eervol ontslag ver leend als tydelyk onderwyzer in scheikunde ten dienste van het onderwys in land- en tuinbouw by de Rykskweekschool voor onder wyzers te Middelburg. Met ingang van 1 Oct. a. 8. benoemd tot luit. ter zee 2de kl. by de Kon. Ned. marine-reserve de heeren J. Schol, J. A. Cuypers, T. E. W. Van Dompseler en J. C. De Roever. Eervol ontslagen B. A. J. Sassen, op zyn verzoek, met ingang van 1 Jan. 1895, als notaris te Helmond. Aan jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts van Blok land, op zyn verzoek, met ingang van 1 Oct. a. s., eervol ontslag verleend als referendaris by het departement vaD justitie. Met ingang van 1 Oct. a. s. benoemd tot leeraar aan de Ryks hoogere burgerscholen te Helmond en te Venloo mr H. J. Van Leeu wen, adv. en proc. te 's-Hertogenbosch. Benoemd C. Storm Buysing, met ingang van 1 Oct. a. s., tot burgemeester van Zutfen. Benoemd mr. R. Fruin Th.Azn., thans commies-chartermeester by het Ryksarchief in Utrecht, met ingang van 1 Nov. a. s. tot Ryksarchivaris in Zeeland. Vergadering der afdeeling belden en Omstreken van de maatschappij tot bevordering der Bouwkunst. De Voorzitter, de heer J. Roem, opent de eerste wintervergadering met een opwekkend woord tot samenwerking aan het doel der Vereeniging „de bevordering der Bouwkunst." Hy sprak zyne teleurstelling uit, dat het wetenschappeiyk uitstapje door gebrek aan deelneming niet is kunnen doorgaan, niet tegenstaande in de vorige vergadering vele leden daarmede hunne instemming hadden betuigd. De afgevaardigde G. Van Driel brengt ver slag uit van de algemeene vergadering, ge houden 30 Mei te Amsterdam, en een bezoek aan de sluiswerken te IJmuiden op 31 Mei, naar aanleiding waarvan de aandacht der leden wordt gevestigd op dat belangrijke bouwwerk, dat nu nog, daar de sluiskolk droog ligt, een zeer interessant gezicht oplevert. De afgevaardigde H. J. Jesse brengt ver slag uit van de algemeene vergadering, ge houden 18 Sept. 11. te Middelburg, en doet daarna mededeelingen over de verschillende gebouwen, welke de daar aanwezige leden in Middelburg en vervolgens te Vlissingen en Vere, onder geleide van den architect J. A. Frederiks, bezichtigd hebben, in de eerste plaats de Abdygebouwen, welker stichting en be staan nauw verwant zyn aan do geschiedenis van Middelburg. Zy vormen nog een merkwaardig geheel; hoewel zy overal sporen dragen van ver nielzucht en onkunde, die hebben voorgestaan by alle werkzaamheden, welke sedert de eeuw daaraan zyn verricht. Om daarvan een paar staaltjes te noemen: in 1827 werden zonder eenige noodzaak de drie ry.o kruis gangen, welke het kleino binnenhof, Munt plein, versierden, eenvoudig weggebrokon en om den rook van een schoorsteen bij 's Konings Commissaris tegen te gam, werd een der sierlijke torentjes bijwijze van proef geiyk- daks afgebroken. Van den oorspronkelijker» bouw is weinig overgebleven. Van de merkwaardige stichtiDg bestaan neg de Oost Munster cf Nieuwe kerk, do Koorkerk. Tusschen de beide kerken ie. de byua 86 meter hoog6 toren aangebouwd, welke algemeen bekend is als Lange Jau. Verder zyn de verschillende deelen der Abdy in gebruik vooi Provinciaal Gouverne ment, woning van d6h Commissaris C.v Koningin, het Ryksarchief, do provincies bibliotheek, het polderbestuur van "W&Ub.ercc, het hotel „De Abdy" en woning vooi parti culieren. Onder het gebouw strekken zich merk waardige kelders uit de 13de eeuw uit. die mede in de laatste jaren zyn hersteldenkele deelen werden met ondergang bedreigd. Do geprofileerde baksteenen, waarvan de gewelf- ribben zyn opgetrokken, verdienen door hun vorm en afmetingen de aandacht. Plannen tot herstelling zyn opgemaakt en de daarvoor benoodigde gelden door de Kamers toegestaan, zoodat men nu bezig is do gs- bouwen te herstellen en vcor ondergang te behoeden. Een ander zeer merkwaardig gebouw i« hot Raadhuis; het behoort tot de rykste voort brengselen van het Bourgondische tydpeik en is uitgevoerd naar de plannen van een dol leden van het kunstenaarsgeslacht Kelderman, dat in Zeeland, Vlaanderen en Brabant zoo veel schoone bouwwerken heeft opgericht, o. a. het stadhuis te Vere, Brussel en andere plaatsen. De voorgevel is versierd met 25 beelden van de graven van Zeeland, vervaardigd door Michel Ywyn. Van de oude beelden is ech ter weinig meer over; achtereenvolgens zyn zy vernieuwd of zoodanig hersteld, dat men van het oorspronkelyke beeld niet meer spre ken kan. Van de ryke gebeeldhouwde balda quins zyn de sierlyke pinakels vervangen door vlakke cementafdekkingen. Do fraaie vierschaar is nog in haar geheel bewaard en als zoodanig eeno voor ons land zeldzame verschyning. In het Raadhuis bevindt zich eone merk waardige verzameling oudheden, de gemeente Middelburg betreffende. Daarna werd nog de aandacht gevestigd op het bekende huis „de Steenrots", waarvan 17) „Ik behoef niet te schromen, kind," zei Henri, „dat uw vader my ale een arm kun stenaar zal beschouwen. De lauweren, die ik nu onlange geplukt heb, geven my de ver zekering, dat myn talent meer dan voldoende in myne behoeften zal voorzien. Daarenboven ben ik de eenige erfgenaam van een niet onaanzieniyk vermogen, waarvan eene my nauwelijks bekende tante tegenwoordig het Vruchtgebruik heeft; na haar afsterven komt dit by testamentaire beschikking aan my en dan ben ik ongetwyfeld in staat, myne vrouw Site genietingen des levens te kunnen be zorgen." Adelheid antwoordde: „Wat ik je bidden mag, spreek toch niet over dergelyke nietigheden. Geldzaken vind Ik altyd afschuweiyk vervelend. Buiten het geen papa my zal nalaten, bezit ik genoeg door de nalatenschap van mama. Luitenant Ton Window, die my wilde trouwen, bezat totaal niets. En als papa „neen" zegt en my het vermogen niet uitkeert, dan schaak je my eenvoudig, je leidt me op voor concert zangeree en dan verdienen we op onze kunst reizen ontzagiyk veel geld." Hy kon dit argument niet anders dan met een kus beantwoorden. 't Was nacht. Hy ging alleen naar huis. Nog brandden zyne lippen, maar de wind koelde zyn gloeiend voorhoofd af. Hy streek met de hand over zyn voorhoofd; by dacht na, hy herbaalde alles, wat Adelheid tot hem gesproken had. Hy dacht aan Hélène, met een stil, onder worpen gevoel, en glimlachte trotsch en met zelfvoldoening, toen hy aan het lot dacht, dat hem echeen te wenken aan de zyde van het jonge, vroolyke, schitterende meisje. Hy kwam geheel in verrukking by de gedachte aan de vurige liefde, waarmee Adelheid hem aanhing. Welk een beminneiyk schepsel i Hoe verstandig en hoe onweerstreefbaar tevens had zy hem hare liefde bekend! Het zyn geheels hart hing hy haar aan en waariyk, niet Hélène, maar Adelheid had gelyk: Diet de plicht, neen, de liefde is de eterkste. Plichten worden ons door allerlei omstandigheden op gedrongen, wy moeten die vervullen. Maar de liefde, ontkiemd in het hart, ontgloeit in ons binnenste en haren wensch moeten wy volgen. O, zalig gehoorzamen I Henri voelde niet zyn bloed: eene zee van vuur voelde hy zich door de aderen jagen. Hy kwam thuis. Hy had zich bezonnen; liever wilde hy Hélène Bchryven dan haar tegemoet te treden met de woorden op de lippen „Ik min u niet meer, ik heb myn hart aan eene andere geschonken." Neen, daartoe bezat hy niet den moedl Bedaard ging hy zitten en schreef den aan hef neder: „Lieve HélèneI" Een gepast begin zoekend, staarde hy een tydiang op het onbe schreven blad papier. „Lieve Hélène 1" Die paar zwarte letters namen voor zyne oogen reusachtige afmetingen aan. Eene naauilooz° smart maakte zich plotseling vaD hem meestor. Met den naam zyner verloofde doemde hare gestalte voor hem op; eerst nu werd hy or zich van bewust wat hy eigenlyk deed. „Hélène!" riep hy uit en liep als eon waan zinnige op zyne kamer heen en weer. Daar viel zyn blik op het venster van het huis tegenover hem - daar wooDden Wighart en Sophie en daar brandde nog licht. „En gy," stamelde hy, „wat zegt gy? Werpt ook gy een steen op my? Zult ook gy my verachten?" Zeven jaren lang was hy haar innig trouw geblaven, zeven jaren lang had zy gewacht op bet tydetip, dat nu zou aanbreken ten minste zooal9 zy waande. En met één Blag van zyne vuist zou hy het gebouw van haar geluk doen inéénstorten. Waarom? Omdat er een ander vuur in zyn biDnenste ontstoken was; omdat by dorstte naar de kussen van dat blonde kind? Beminde hy Adelheid Hield hy niet veel meer van Hélène? Een bovenmen8Cheiyke toorn maakte zich van hem meester. Hy kon zicbzelven geene rekenschap geven wie deze gold: Hélène, omdat zy zyne verloofde was en hem wilde trouwen; Adelheid, omdat zy sedert een uur hetzelfde van hem verlangde; zichzelven, omdat hy zyne vryheid aan bandon had ge legd Wighart en Sophie, omdat zy hot recht bezaten over zyn doen en laten minstens een oordeel te vellen; het noodlot, dat hem deze parten speelde hy wist het niet, by was razend. Eindeiyk wierp hy zich op zyne legerstede, verborg het hoofd in de kussens om de „lieve Hélène" met te zien, die volgens zyne verhitte verbeelding droevig en ver- wytend tevens vóór hem trad. En zoo verliep de halve nacht. Ale engelen- muziek klonk hem Adelheide stem in de ooren, en kalmer stemde het zyn gemoed, toen hy in gedachten luisterde naar de woor den, die zy hem toefluisterde. Was niet alles, wat zy gezegd had, de onomstootelyke waar heid? Ten slotte berustte by er in, vermande zich, stond op en trad, bleek en vermoeid als hy was, op de tafel toe, waarop nog steeds de lamp met haar kalm, mat licht het blad papier bescheen, waarop de woor den „Lieve Hélène" duidelyk te voorschyn traden. Met van smart trillende lippen, met door tranon verduisterde oogen schreef Henri het volgende: „Vele, vele jaren zyn verloopen sinds wy onze handen in elkaar legden tot hot sluiten van een verbond, dat door alle eeuwen heen slechts daartoe dienstig was, om te onder zoeken of het wenschelyk is een onverbreek baren band te leggen. Ook wy deden dit om te onderzoeken of onze harten genoegzaam voor elkaar klopten, of onze karakters elkaar genoegzaam aanvulden, om te onderzoeken of het raadzaam zou zyn one voor eeuwig aan elkaar te binden. „Het noodlot of laat ik thans liever zeggenFortune's gunst, veroorloofde ons tot heden niet met elkaar voor het altaar te tre den, en wy, in de aangename, veeljarige ge woonte van het voor elkaar leven, wy ver gaten dat dit onze proeftyd was, dat wy elkaar inneriyk moesten leeren kennen niet alleen, maar ook onze eigen harten moesten beproeven, of wy inderdaad wel voor elkaar geschikt zyn. In plaats van te trachten one- zelven te leeren kennen, zyD wy steeds uit gegaan van het idee, dat wy elkaar eenmaal zouden toebehooren. Daarin hebben wy beiden gefaald, Hélène! Deze treurige bekentenis dringt zich aan my op, ea wel even vernie tigend als onverwacht. „Hélène, al heeft de natuur my de eigen schap ontzegd myn geheel® leven trouw te blyven aan een eenmaal verpand woord, eeno andere eigenschap heeft zy my in hooge mate geschonkendie der oprechtheid. „Laat my in uwe handen eene bekentonis afleggen, die, door ze u te verhelen, van myne zyde een snood verraad zou zyü. Hélène - ik bomin eene andere ik bemin Adelheid Imhof. „De beslissing over uwe en myne toekomst, ja, ook die van eene andere vrouw, ligt Li uwe hand. „Herinner u het gesprek, dat wy hadden op den dag myner thuiskomst; toen vroeg ik u geheel argeloos, of gy het zoudt wenschen, dat ik myne plichten jegens u vervulde zonder liefde, en of werkelyk de plicht het richt snoer moet zyn van onze daden, dan wol of de stem des harten dient gevolgd ts worden. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1