N°. 10617.
Dinsdag 3 October.
A0.1894.
jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 1 October.
Feuilleton.
LIEFDE OF PLICHT?
IDSCH
DA&BLA
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1-10-
Franco por post.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.I7J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Den leden van den gemeenteraad zfin door
hun medelid den heer H. J. Juta, wethouder
van financiën, aangeboden de opgaven over
het jaar 1893, waarmede de „Statistiek van
Leiden" kan worden aangevuld.
Tot president der St.-Jozefs-Gezellen-
vereeniging alhier is benoemd de weleerw.
heer J. Teule in de plaats van den weleerw.
heer C. A. F. J. M. Lohmeyer, die door z(jne
benoeming tot kapelaan te Delftshaven moest
bedanken.
Genoemde heer werd gisteravond in het
gebouw der Vereeniglng, aan het Rapenburg,
op plechtige wijze geïnstalleerd door den
president van het centraal bestuur te Am
sterdam, den weleerw. heer jhr. Van Nispen
tot Sevenaer.
Op uitnoodiging van het voorloopig be
stuur van de alhier dezer dagen opgerichte
afdeeling van den Nederlandschen R.-K.-Volks-
bond, hadden gistermiddag te één uur vele
personen zich naar het lokaal van den heer
Hensbergen aan den Stationsweg begeven, ter
bijwoning van eene openbare vergadering,
waarin de heer W. C. J. Pastoors, president
van het centraal bestuur van den Bond en
van de afdeeling Amsterdam, als spreker zou
optreden.
In breede trekken schetste deze het ver-
Oenigingsleven uit vroeger eeuwen en dat van
den tegenwoordigen tjjd en sprak ten slotte
den wensch uit, dat velen der aanwezigen nu
tot den Bond mochten toetreden, welken wensch
hij door een gunstig resultaat beantwoord zag,
daar 150 personen zich lieten inschrijven.
Na de pauze trad nog een ander spreker
op, die verder het doel schetste van dezen
Bond, voorts bekend maakte dat op de eerst
volgende vergadering het vaste bestuur zal
gekozen worden en dat een geestelijk adviseur
zal worden benoemd.
Daarna werd de vergadering door den heer
fo. J. Bik, die voorloopig president is, gesloten.
Hedenmiddag ontvingen wij perEngelsche
mail de Bataviasche bladen van 29 en 30 Aug.,
alsmede de „Deli-Crt." van 25 Aug. 1 Sept.
Ten gevolge der bepaalde wijzigingen in
'Öe opleidingen bij de zeemacht, zullen met
heden, 1 October, niet minder dan 3 afdeelin-
lgen, te zamen uitmakende ongeveer 450 licht
matrozen en jongens, Hr. Ms. instructieschip
„Admiraal Van "Wassenaer" te Amsterdam
Verlaten en worden overgeplaatst: do nieuw
"aangestelde 140 lichtmatrozen op de naar zee
bestemde fregatten „Friso" en „Van Speyk,"
üe daarop volgende afdeeling van ruim 150
jongens op de schepen voor binnenlandschen
dienst in de maritieme directie te "Willemsoord
en de overige ca. 150 jongens naar Hr. Ms.
ïnstructieschip „Nautilus" te Hellevoetsluis,
ter verdere opleiding aldaar.
Alleen de jongste afdeeling jongens blijft
aan boord van de „Wassenaer", terwijl thans
ïuim 160 jongens van de Kweekschool voor
beevaart te Leiden op dien bodem zullen
overgaan.
Op lijsten tien en elf van de 16de jaar-
bollecte van de Scholen met den Bijbel in de
„Standaard" komen o. a. voor Katwijk aan
den Rijn (Herv. kerk) met een bedrag van
f 31.21; Katwijk aan Zee (kerken) f 106.23;
Noordwjjk aan Zee (Herv. kerk) f 9; terwijl
er bijgevoegd wordt dat te Katwijk aan Zee
werd gecollecteerd in de Herv. kerk f 85.18
en in de Geref. kerk f 21.05.
Tot predikant bij de Ned.-Herv. gemeente
te Waddingsveen is beroepen ds. W. Zyistra,
te Vuursche.
Tot directeur der Chr. Zangvereeniging
te Waddingsveen is benoemd de heer B.
Diamant, van Rotterdam.
Uit Utrecht schrijft men dd. 30 Sept.:
Wegens aangevraagd emeritaat nam heden
morgen in de Nicolaaskerk ds. Wolf, sinds
24 jaren predikant alhier, afscheid van zijne
gemeente, die door talrijkheid van opkomst
nog een zichtbaar blijk van belangstelling
had willen geven.
De woorden, door hem tot afscheidstekst
gekozen, waren die van 2 Corinthe 5, vers 1,
(Want wij weten, dat zoo ons aardsche huis
dezes tabernakels gebroken wordt, wij een
gebouw van God hebben, een huis niet met
handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen).
Pas opgetreden, zong de gemeente hem toe
Psalm 134 vers 3, terwijl hem na de dank
zegging nog zingend werd gebracht de wensch,
vervat in Psalm 121 vers 4.
Ds. Wolf heeft hiermee eeD 41-jarig tijd
perk afgesloten, waarin hfj zich steeds heeft
doen kennen als een waardig evangelie-dienaar,
een trooster voor lijdenden. Hij neemt naar
zijne nieuwe woonplaats, Barneveld, het dank
baar en zegenend aandenken van talloos velen
met zich.
De burgemeester van Breda ontving
f 800 namens HH. MM. de Koninginnen, be
stemd voor de algemeene armen dor ge
meente; daarbij was eene tevredenheids-
betuiging gevoegd voor de schitterende ont
vangst.
Bij beschikking van den minister van
waterstaat zijn benoemd tot buitengewoon
opzichters de heeren: J. Klippers, E H.
Piepers, J. A. Van Dalsen en A. Sliedrecht,
by de verbeteringswerken van do Boven-Maas
J. Van Dyk by de verbetering van de vaar
geul de Slenk, tusschen Zoutkamp en het
Dokkumerdiep; G. G. Lodder by den bouw
van de brug over het Heussensch Kanaal, en
G. A. Kenniphaas by de werken tot ver
betering van de Zuid Willemsvaart.
In verband met den uitslag van bet
afgeloopen officiersexamen aan den artillerie
cursus komen voor eene benoeming tot 2den
luitenant by de artillerie van het leger hier
te lande in aanmerking de sergeant-volontairs
Van Leeuwen, Oudendyk, Bakker, Harmsen,
De Ranitz en Brodhaag.
Van de officieren van het lste reg.
infanterie, die zich opgegeven hadden voor
eene detacheering van 5 jaar naar Ned.-Indië,
zyn opgeroepen om voor de geneeskundige com
missie te 's Gravenhage te verschynen de lste
luits. H S. Wentink, J. D. Haartsen, M. Van
de Siepkamp, T. Van der Ploeg en de 2de
luits. J. Brunsting en J. A. Van Nieuwland,
die allen zyn goedgekeurd en waarschijnlijk
voor deze detacheering in aanmerking zullen
komen.
Als een bewys van hoe grooten invloed
het nieuwe Merwedekanaal op het scheepvaart
verkeer langs Gouda is, kan dienen dat de
opbrengst der brugkaai- en havengelden
aldaar in 1893 nog op de begrooting werd
uitgetrokken op f 70,500, in 1894 op f 49,500,
en nu voor 1895 op slechts 6300, in
welk cyfer nog het tolgeld aan de Haas-
trechtsche brug, ten bedrage van f 4800, be
grepen is. Geen wonder, dat de gemeente
belastingen door dat gemis verbazend moesten
worden opgevoerd.
De heer Van Marken is van zyne vacan-
tiereis te Delft teruggekeerd. Het verbiyf te
Baden-Baden heeft den directeur veel goed
gedaan, zoodat zyne gezondheid gelukkig niets
meer te wenschen laat. Fabrieksbode
Door Ged. Staten van Drente is de be
noeming door den Raad der gemeente Borger
van mej. G. Brinks als onderwyzeres aan de
school te Buinerveen, welke benoeming buiten
de voordracht plaats had, ter vernietiging aan
de Regeering voorgedragen.
Omtrent den gezondheidstoestand van
dr. A. Kuyper verneemt „De Stand." uit
Brussel, dat de ingetreden beterschap ook de
vorige week aanhield. De krachten zyn reeds
merkbaar aangesterkt en van medische zyde
wordt geadviseerd, om, zoodra de weersgesteld
heid zulks gedoogt, een zuidelijker klimaat
op te zoeken.
Met het stoomschip „Drente," van de
„Rotterdamsche Lloyd," hetwelk 4 October
a. s. van Rotterdam zal vertrekken, kunnen
brieven en andere stukken, alsmede pakketten,
rechtstreeks naar At joh worden verzonden.
Het stoomschip „Prins Alexander", van
Batavia naar Amsterdam, vertrok 29 Sept.
van Port Said; de „Lawoe" vertrok 29 Sept.
van Rotterdam naar Batavia; de „Maasdam"
arriveerde 29 Sept. van Rotterdam te Nieuw
York; de „Kanzier", van Oost-Afrika naar
Rotterdam en Hamburg, passeerde 29 Sept.
Peniche; de „Prinses Marie", van Amsterdam
naar Batavia, arriveerde 30 Sept. te Padang
de „Afrikander", van Amsterdam via Londen
naar Kaapstad, vertrok 29 Sept. van Darmouth;
de „Amsterdam" vertrok 29 Sept. van Nieuw-
York naar Rotterdam.
By koninklijk besluit van 29 Sept. jl.
is, ter zake van zyn gedrag in Atjeh, in het
byzonder by de overvalling van de brugwacht
van Lamdjamoe, door Atjehers, op 4 Febr.
1892, alsnog benoemd tot ridder der 4de klasse
van de Militaire Willemsorde, de fuselier van
het leger in Ned.-Indië, C. Hogelander.
Met ingang van 1 Oct. a. s. lo. aan mr. U.
H. Huber, op zyn verzoek, eervol ontslag
verleend als lid van het college van curatoren
der Rijks-universiteit te Groningen, met dank
betuiging voor de diensten, door hem in die
betrekking bewezen; 2o. tot lid van dat col
lego benoemd mr. W. J. Yan Weideren baron
Rengers.
Met ingang van 1 Oct. a. s. by het depar
tement van koloniën bevorderd tot adjunct
commies, de eerste klerken P. Pieters, M. G.
D. Klaassen, W. J. C. Van de Watering, J.
J. Van Hunsel en M. T. Van Lith.
Benoemd mr. L. M. Rollin Couquerque, adv.
en proc. te 's Gravenhage, met ingang van
1 Oct. a. s. gedurende den tyd van het aan
jhr. mr. J. E. De Sturler, adjunct-commies by
het departement van oorlog, verleend buiten
landsch verlof van zes maanden, als tydelyk
ambtenaar by voornoemd departement.
Met ingang van 1 Oct. a. s. benoemd tot
onderwyzer aan de Rykskweekschool voor
onderwyzers te Middelburg, H. Van der Kamp,
aldaar, met vergunning om deze betrekking
geiyktydig waar te nemen met die van leeraar
aan het gymnasium te Middelburg.
Met ingang van 1 Nov. a. s. aan dr. J. J.
Couvée, op zyn verzoek, eervol ontslag ver
leend als tydelyk onderwyzer in scheikunde
ten dienste van het onderwys in land- en
tuinbouw by de Rykskweekschool voor onder
wyzers te Middelburg.
Met ingang van 1 Oct. a. 8. benoemd tot luit.
ter zee 2de kl. by de Kon. Ned. marine-reserve
de heeren J. Schol, J. A. Cuypers, T. E. W.
Van Dompseler en J. C. De Roever.
Eervol ontslagen B. A. J. Sassen, op zyn
verzoek, met ingang van 1 Jan. 1895, als
notaris te Helmond.
Aan jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts van Blok
land, op zyn verzoek, met ingang van 1 Oct.
a. s., eervol ontslag verleend als referendaris
by het departement vaD justitie.
Met ingang van 1 Oct. a. s. benoemd tot
leeraar aan de Ryks hoogere burgerscholen
te Helmond en te Venloo mr H. J. Van Leeu
wen, adv. en proc. te 's-Hertogenbosch.
Benoemd C. Storm Buysing, met ingang
van 1 Oct. a. s., tot burgemeester van Zutfen.
Benoemd mr. R. Fruin Th.Azn., thans
commies-chartermeester by het Ryksarchief in
Utrecht, met ingang van 1 Nov. a. s. tot
Ryksarchivaris in Zeeland.
Vergadering der afdeeling belden en
Omstreken van de maatschappij
tot bevordering der Bouwkunst.
De Voorzitter, de heer J. Roem, opent de
eerste wintervergadering met een opwekkend
woord tot samenwerking aan het doel der
Vereeniging „de bevordering der Bouwkunst."
Hy sprak zyne teleurstelling uit, dat het
wetenschappeiyk uitstapje door gebrek aan
deelneming niet is kunnen doorgaan, niet
tegenstaande in de vorige vergadering vele
leden daarmede hunne instemming hadden
betuigd.
De afgevaardigde G. Van Driel brengt ver
slag uit van de algemeene vergadering, ge
houden 30 Mei te Amsterdam, en een bezoek
aan de sluiswerken te IJmuiden op 31 Mei,
naar aanleiding waarvan de aandacht der leden
wordt gevestigd op dat belangrijke bouwwerk,
dat nu nog, daar de sluiskolk droog ligt, een
zeer interessant gezicht oplevert.
De afgevaardigde H. J. Jesse brengt ver
slag uit van de algemeene vergadering, ge
houden 18 Sept. 11. te Middelburg, en doet
daarna mededeelingen over de verschillende
gebouwen, welke de daar aanwezige leden in
Middelburg en vervolgens te Vlissingen en
Vere, onder geleide van den architect J. A.
Frederiks, bezichtigd hebben, in de eerste plaats
de Abdygebouwen, welker stichting en be
staan nauw verwant zyn aan do geschiedenis
van Middelburg.
Zy vormen nog een merkwaardig geheel;
hoewel zy overal sporen dragen van ver
nielzucht en onkunde, die hebben voorgestaan
by alle werkzaamheden, welke sedert de
eeuw daaraan zyn verricht. Om daarvan een
paar staaltjes te noemen: in 1827 werden
zonder eenige noodzaak de drie ry.o kruis
gangen, welke het kleino binnenhof, Munt
plein, versierden, eenvoudig weggebrokon en
om den rook van een schoorsteen bij 's Konings
Commissaris tegen te gam, werd een der
sierlijke torentjes bijwijze van proef geiyk-
daks afgebroken. Van den oorspronkelijker»
bouw is weinig overgebleven.
Van de merkwaardige stichtiDg bestaan neg
de Oost Munster cf Nieuwe kerk, do Koorkerk.
Tusschen de beide kerken ie. de byua 86 meter
hoog6 toren aangebouwd, welke algemeen
bekend is als Lange Jau.
Verder zyn de verschillende deelen der
Abdy in gebruik vooi Provinciaal Gouverne
ment, woning van d6h Commissaris C.v
Koningin, het Ryksarchief, do provincies
bibliotheek, het polderbestuur van "W&Ub.ercc,
het hotel „De Abdy" en woning vooi parti
culieren.
Onder het gebouw strekken zich merk
waardige kelders uit de 13de eeuw uit. die
mede in de laatste jaren zyn hersteldenkele
deelen werden met ondergang bedreigd. Do
geprofileerde baksteenen, waarvan de gewelf-
ribben zyn opgetrokken, verdienen door hun
vorm en afmetingen de aandacht.
Plannen tot herstelling zyn opgemaakt en
de daarvoor benoodigde gelden door de Kamers
toegestaan, zoodat men nu bezig is do gs-
bouwen te herstellen en vcor ondergang te
behoeden.
Een ander zeer merkwaardig gebouw i« hot
Raadhuis; het behoort tot de rykste voort
brengselen van het Bourgondische tydpeik
en is uitgevoerd naar de plannen van een dol
leden van het kunstenaarsgeslacht Kelderman,
dat in Zeeland, Vlaanderen en Brabant zoo
veel schoone bouwwerken heeft opgericht,
o. a. het stadhuis te Vere, Brussel en andere
plaatsen.
De voorgevel is versierd met 25 beelden
van de graven van Zeeland, vervaardigd door
Michel Ywyn. Van de oude beelden is ech
ter weinig meer over; achtereenvolgens zyn
zy vernieuwd of zoodanig hersteld, dat men
van het oorspronkelyke beeld niet meer spre
ken kan. Van de ryke gebeeldhouwde balda
quins zyn de sierlyke pinakels vervangen
door vlakke cementafdekkingen.
Do fraaie vierschaar is nog in haar geheel
bewaard en als zoodanig eeno voor ons land
zeldzame verschyning.
In het Raadhuis bevindt zich eone merk
waardige verzameling oudheden, de gemeente
Middelburg betreffende.
Daarna werd nog de aandacht gevestigd op
het bekende huis „de Steenrots", waarvan
17)
„Ik behoef niet te schromen, kind," zei
Henri, „dat uw vader my ale een arm kun
stenaar zal beschouwen. De lauweren, die ik
nu onlange geplukt heb, geven my de ver
zekering, dat myn talent meer dan voldoende
in myne behoeften zal voorzien. Daarenboven
ben ik de eenige erfgenaam van een niet
onaanzieniyk vermogen, waarvan eene my
nauwelijks bekende tante tegenwoordig het
Vruchtgebruik heeft; na haar afsterven komt
dit by testamentaire beschikking aan my en
dan ben ik ongetwyfeld in staat, myne vrouw
Site genietingen des levens te kunnen be
zorgen."
Adelheid antwoordde:
„Wat ik je bidden mag, spreek toch niet
over dergelyke nietigheden. Geldzaken vind
Ik altyd afschuweiyk vervelend. Buiten het
geen papa my zal nalaten, bezit ik genoeg
door de nalatenschap van mama. Luitenant
Ton Window, die my wilde trouwen, bezat
totaal niets. En als papa „neen" zegt en my
het vermogen niet uitkeert, dan schaak je
my eenvoudig, je leidt me op voor concert
zangeree en dan verdienen we op onze kunst
reizen ontzagiyk veel geld."
Hy kon dit argument niet anders dan met
een kus beantwoorden.
't Was nacht. Hy ging alleen naar huis.
Nog brandden zyne lippen, maar de wind
koelde zyn gloeiend voorhoofd af. Hy streek
met de hand over zyn voorhoofd; by dacht
na, hy herbaalde alles, wat Adelheid tot hem
gesproken had.
Hy dacht aan Hélène, met een stil, onder
worpen gevoel, en glimlachte trotsch en met
zelfvoldoening, toen hy aan het lot dacht,
dat hem echeen te wenken aan de zyde van
het jonge, vroolyke, schitterende meisje. Hy
kwam geheel in verrukking by de gedachte
aan de vurige liefde, waarmee Adelheid hem
aanhing. Welk een beminneiyk schepsel i Hoe
verstandig en hoe onweerstreefbaar tevens
had zy hem hare liefde bekend! Het zyn
geheels hart hing hy haar aan en waariyk,
niet Hélène, maar Adelheid had gelyk: Diet
de plicht, neen, de liefde is de eterkste. Plichten
worden ons door allerlei omstandigheden op
gedrongen, wy moeten die vervullen. Maar
de liefde, ontkiemd in het hart, ontgloeit in
ons binnenste en haren wensch moeten wy
volgen. O, zalig gehoorzamen I
Henri voelde niet zyn bloed: eene zee van
vuur voelde hy zich door de aderen jagen.
Hy kwam thuis. Hy had zich bezonnen;
liever wilde hy Hélène Bchryven dan haar
tegemoet te treden met de woorden op de
lippen
„Ik min u niet meer, ik heb myn hart
aan eene andere geschonken." Neen, daartoe
bezat hy niet den moedl
Bedaard ging hy zitten en schreef den aan
hef neder: „Lieve HélèneI" Een gepast begin
zoekend, staarde hy een tydiang op het onbe
schreven blad papier. „Lieve Hélène 1" Die
paar zwarte letters namen voor zyne oogen
reusachtige afmetingen aan. Eene naauilooz°
smart maakte zich plotseling vaD hem meestor.
Met den naam zyner verloofde doemde hare
gestalte voor hem op; eerst nu werd hy or
zich van bewust wat hy eigenlyk deed.
„Hélène!" riep hy uit en liep als eon waan
zinnige op zyne kamer heen en weer. Daar
viel zyn blik op het venster van het huis
tegenover hem - daar wooDden Wighart en
Sophie en daar brandde nog licht.
„En gy," stamelde hy, „wat zegt gy?
Werpt ook gy een steen op my? Zult ook
gy my verachten?"
Zeven jaren lang was hy haar innig trouw
geblaven, zeven jaren lang had zy gewacht
op bet tydetip, dat nu zou aanbreken ten
minste zooal9 zy waande. En met één Blag
van zyne vuist zou hy het gebouw van haar
geluk doen inéénstorten. Waarom? Omdat er
een ander vuur in zyn biDnenste ontstoken
was; omdat by dorstte naar de kussen van
dat blonde kind? Beminde hy Adelheid Hield
hy niet veel meer van Hélène?
Een bovenmen8Cheiyke toorn maakte zich
van hem meester. Hy kon zicbzelven geene
rekenschap geven wie deze gold: Hélène,
omdat zy zyne verloofde was en hem wilde
trouwen; Adelheid, omdat zy sedert een uur
hetzelfde van hem verlangde; zichzelven,
omdat hy zyne vryheid aan bandon had ge
legd Wighart en Sophie, omdat zy hot recht
bezaten over zyn doen en laten minstens een
oordeel te vellen; het noodlot, dat hem deze
parten speelde hy wist het niet, by was
razend. Eindeiyk wierp hy zich op zyne
legerstede, verborg het hoofd in de kussens
om de „lieve Hélène" met te zien, die volgens
zyne verhitte verbeelding droevig en ver-
wytend tevens vóór hem trad.
En zoo verliep de halve nacht. Ale engelen-
muziek klonk hem Adelheide stem in de
ooren, en kalmer stemde het zyn gemoed,
toen hy in gedachten luisterde naar de woor
den, die zy hem toefluisterde. Was niet alles,
wat zy gezegd had, de onomstootelyke waar
heid? Ten slotte berustte by er in, vermande
zich, stond op en trad, bleek en vermoeid
als hy was, op de tafel toe, waarop nog
steeds de lamp met haar kalm, mat licht
het blad papier bescheen, waarop de woor
den „Lieve Hélène" duidelyk te voorschyn
traden. Met van smart trillende lippen, met
door tranon verduisterde oogen schreef Henri
het volgende:
„Vele, vele jaren zyn verloopen sinds wy
onze handen in elkaar legden tot hot sluiten
van een verbond, dat door alle eeuwen heen
slechts daartoe dienstig was, om te onder
zoeken of het wenschelyk is een onverbreek
baren band te leggen. Ook wy deden dit om
te onderzoeken of onze harten genoegzaam
voor elkaar klopten, of onze karakters elkaar
genoegzaam aanvulden, om te onderzoeken of
het raadzaam zou zyn one voor eeuwig aan
elkaar te binden.
„Het noodlot of laat ik thans liever
zeggenFortune's gunst, veroorloofde ons tot
heden niet met elkaar voor het altaar te tre
den, en wy, in de aangename, veeljarige ge
woonte van het voor elkaar leven, wy ver
gaten dat dit onze proeftyd was, dat wy
elkaar inneriyk moesten leeren kennen niet
alleen, maar ook onze eigen harten moesten
beproeven, of wy inderdaad wel voor elkaar
geschikt zyn. In plaats van te trachten one-
zelven te leeren kennen, zyD wy steeds uit
gegaan van het idee, dat wy elkaar eenmaal
zouden toebehooren. Daarin hebben wy beiden
gefaald, Hélène! Deze treurige bekentenis
dringt zich aan my op, ea wel even vernie
tigend als onverwacht.
„Hélène, al heeft de natuur my de eigen
schap ontzegd myn geheel® leven trouw te
blyven aan een eenmaal verpand woord, eeno
andere eigenschap heeft zy my in hooge mate
geschonkendie der oprechtheid.
„Laat my in uwe handen eene bekentonis
afleggen, die, door ze u te verhelen, van
myne zyde een snood verraad zou zyü. Hélène
- ik bomin eene andere ik bemin
Adelheid Imhof.
„De beslissing over uwe en myne toekomst,
ja, ook die van eene andere vrouw, ligt Li
uwe hand.
„Herinner u het gesprek, dat wy hadden
op den dag myner thuiskomst; toen vroeg ik
u geheel argeloos, of gy het zoudt wenschen, dat
ik myne plichten jegens u vervulde zonder
liefde, en of werkelyk de plicht het richt
snoer moet zyn van onze daden, dan wol
of de stem des harten dient gevolgd ts
worden.
(Wordt vervolgd.)