Het Kohier der Inkomstenbelasting over 1894
en
de üegrooting" van inkomsten en uitgaven voor1895.
I.
Nadat het Kohier der inkomstenbelasting
ook dit jaar was verschenen heb ik mij
evenals vorige jaren de moeite getroost om
het te bewerken. Dit is voorwaar goene ge
makkelijke of eenvoudige taak. Want de w\jze,
waarop het Kohier is afgedrukt, maakt de
samenstelling vrij lastig. Dubbele contröle moet
worden toegepast om de berekening te laten
sluitenhierdoor z\jn vertrouwbare uitkomsten
verkregen, die met de vorige, op volkomen ge
lijke wjjze a/geleid, kunnen vergeleken worden.
In boever het Kohier zelf vertrouwbaar is, hetzij
in de opgaven, hetzij in de opstelling, kan ik
niet beslissen, maar voor al wat daaruit is afge
leid kan ik instaan. Roods meermalen had ik
het voornemen de moeitovolle bewerking te sta
ken, maar wanneer ik het gedrukte Kohier voor
mij krijg, kan ik ni0t nalaten de berekening
op te stellen, omdat zij, nu reeds over zoovele
achtereenvolgende jaren verricht, de eenige
vertrouwbare maatstaf is om de veranderin
gen in den finantiëelen toestand der gemeente
te leeren kennengccne praatjes, maar cijfers.
Eenmaal deze berekening opgesteld hebbende,
kan ik niet nalaten hier de uitkomsten mee
te deelen, in het vertrouwen, dat er onder
mijne medeburgers en lezers van dit blad een
genoegzaam aantal is te vinden, die gaarno
op de hoogte komen of blijven van hetgeen
onze gemeente het naaste is. Zoolang derhalve
de taak niet door het gemeentebestuur wordt
overgenomen, hoop ik haar te volbrengen.
Trouwens, ook bij andere berekeningen hebben
de verkregen uitkomsten mij reeds veel dienst
bewezen, zoodat de daaraan bestede arbeid
niet nutteloos kan genoemd worden.
Zoo volgt hier in de eerste plaats de
Deze staat is evenmin bemoedigend. Terug
gang in belastbaar inkomen gepaard aan toe
neming van den belastingdruk; de percentage
werd tot het hoogste vroeger bereikte cijfer
opgevoerd. Dagciyksch bestuur en commissie
van financiën mogen elkander complimentjes
maken over het nauwkeurige en zuinige be
heer, ik vrees dat de burgerij met deze uit
komsten allesbehalve ingenomen zal zijn.
Dit kan althans niet voortduren. Waar het
eene zoo nauw samenhangt met bet andere
en elke teruggang in de gemeente dubbel-
zwaar drukt op de blijvende kern der bur
gerij, mag deze toestand niet bestendigd worden
en is het een dringende eisch, dat maatre
gelen worden beraamd om dien teruggang te
keeren. Hoe daartoe te komen, zal zoo straks
nader worden besproken, doch nu reeds worae
geconstateerd dat de burgerij zelve een groot
deel der schuld draagt. Zij moppert wel over
hoogeren belastingdruk, maar laat verder de
zaak over, naar het oude spreekwoord: „Wat
de heeren wijzen, moeten de burgers prijzen."
Vooraf nog een paar meedeelingenVerleden
jaar gaf ik een vergelijkenden staat van het
aantal en de som der grootere inkomens over
de elf laatste jaren. Om herhaling te vermijden,
laat ik dien staat thans achterwege, maar ver
meld alleen dat van de inkomens boven
f 10,000 het aantal gelyk bleef, nl. 05, maar
dat de som dezer inkomens verminderde met
f 15,500. Later hoop ik op dezen staat terug
te komen.
In het gemeenteverslag wordt vermeld dat
in het jaar 1893 de bevolking vermeerderde
met 140 personen, maar dit is het gevolg van
meer geboorten dan overlijden. Want door
vestiging in de gemeente vermeerderde de
bevolking met 3297 zielen, door vertrek uit
Vergelijkende Staat van het aantal aangeslagenen en de son» hunner
Inkomens ln de Jaren 1§93 en l§9i.
12345678 9 10
El.ut.
MlddeooUfer.
KOHIER 1893.
A.ot.l Jsom Inkomen,.
KOHIER 1891.
Aentnl. Jsom Inkomens.
VBRSCHIL
In 1 In
aantal. Jiiom inkomens.
Som dozer verse billen
in 1 ln
aantal, som Inkomens
1
425
902
ƒ408.831
975
ƒ414.408
13
-+-f 5.577
13
5.577
2
476
638
„802.409
647
306.847
9
4- 4.438
22
10.015
8
550
588
„321.803
618
„338.041
30
-f- 16.738
52
26.753
4
850
609
„328.751
516
„333.196
7
4.445
59
31.198
5
775
461
354.652
469
„361 628
8
4- 6.976
67
38.174
0
925
366
336.845
357
329.606
8
7.239
59
30.935
7
1-125
419
466 737
432
480.832
-f- 13
4- 14 095
72
45.030
8
1-375
333
457.480
315
432.795
18
24.6S5
64
20.345
9
1.625
211
840.840
193
„311.845
18
28.995
36
8.650
10
1.875
220
„411.925
223
„417.555
-f- 3
4- 6.630
39
3.020
11
2.250
176
392 940
167
372.950
9
19.990
30
23.010
12
2.750
148
405.800
137
370.391
11
29.409
19
52.419
18
3.250
108
„850.912
98
„317.400
10
33.512
9
85.931
H
8.750
71
265.700
62
„231.350
9
34.350
0
120.281
16
4.500
91
„404.350
94
419.040
-f- 3
4- 14.690
3
105.591
10
5.500
60
329.035
59
„324 ISO
1
4.855
4
110.446
17
6.500
33
„213.750
42
„271.550
-f- 9
4- 57.800
11
52 046
18
7.600
35
„261.000
81
„231.000
4
30.000
7
82.646
19
8.600
30
253.900
26
„211.600
5
42.300
2
124.946
20
9.500
10
94.600
13
123.500
4- 3
4- 29.000
6
95.946
21
11.000
14
165.400
18
190.400
4- 4
4- 41.000
9
54.946
22
18.000
17
„221.000
13
167.000
4
54.000
5
108.946
23
15.000
8
119.000
10
149.600
4- 2
4- 30.600
7
78.346
24
17.000
10
170.000
6
102.000
4
68.000
3
146.346
2D
19.000
1
19.000
2
33.000
4- 1
4- 19.000
4
127.346
28
22.500
4
90.000
6
112.500
4- 1
4- 22.600
5
104.846
moer dan
11
„452.500
11
445.000
0
7.600
6
112.346
1 ƒ25.000
Som
5533
ƒ7.928.560
5538
ƒ7.816 214
5
-f 112.846
De vrije opgaven zijn onder de klassen,
waarbij zij behooren, tot het ware bedrag opge
nomen. Do kolommen 7 en 8 geven de ver
schillen in de klassen, zoodat -f- op voor
uitgang, op teruggang wijst. In do beide
laatste kolommen zijn deze verschillen saam-
gevoegd van de onderste naar de hoogste
klassonderhalve geven zij den besten maat
staf tot beoordeeling van den toestand. Do
uitkomst is niet bemoedigend. Wel ging het
aantal aangeslagenen met 5 vooruit, maar do
som dor Inkomsten verminderde met f 123 846.
Blijkbaar zjjn de lagere klassen (door scherper
toezicht?) wat vooruitgegaan, maar de middel
bare en hoogere gingen terug; vooral do
middelbare met een inkomen tusschen f 2000.
tot f 4000.— ging sterk achteruit. Dan komt
weer eenige vooruitgang met de inkomens
tot f 10,000, maar de hoogste brengen weer
teruggang.
Om van het opgegeven inkomen tot het belast
inkomen te besluiten, moet elk inkomen met
f 400 verminderd worden. Doet men dit, dan
biykt dat tegenover een gezamenlijk opgegeven
inkomen van fl,816,214 staat een belast
inkomen van 601,014, gevende ten opzichte
van het vorige jaar een teruggang van f 114.356
dus grooter nog dan de teruggang in het
opgegevon inkomen, hetgeen zich gereedeiyk
laat verklaren door de opmerking, dat de voor
uitgang in do lagere klassen werd overtroffen
door den teruggang in de hoogere.
In do tweede plaats volgt hier de
ergciykcndc staat over
de gemeente verminderde zij met 3712, gevende
oen nadeelig verschil van 416; hierdoor laat
zich do teruggang in het gezamenlijk inkomen
gereodeiyk verklaren. Een groot deel dezer ver
trokkenen vestigde zich in de buitengemeenten
langs onze singels en de hoofdwegenop eene
wandeling kan men zich hiervan overtuigen.
Worden geene andere maatregelen genomen,
dan zal deze beweging toenemen volgens de
bekende waarheid: „Hoe grooter druk van
binnen, hoe sterker stroom naar buiten."
Verleden jaar werd door hst Dag. Bestuur
een voorstel Ingediend tot wijziging Tan de
verordening op de inkomstenbelasting. Nadat
het van verschillende z\jden in dit blad was
bestreden, werd het Ingetrokken. Sedert heb
ik daarvan niet meer gehoord. Ik vertrouw
dat het vooreerst achterwege zal blijven, want
de tijd om de verordening te herzien is nog
niet aangebrokeü. Wel heeft zij verschillende
gebreken, waarop reeds herhaaldelijk de aan
dacht werd gevestigd, maar in haar geheel
genomen staat zy niet achter by die van
andere groote gemeenten en kan nog wel
oenigen tyd in werking blijven. Wat hier
echter alies afdoet is de omstandigheid, dat
de verhouding van de gemeente- tot de rijks
financiën in verband met de nieuwe belas
tingen bi) de hooge regeeriDg een onderwerp
van onderzoek uitmaakt. Dit onderzoek moet
afgowacht worden; het zal waarschijnlijk
leiden tot wetsontwerpen, waarbij die ver
houding beter dan tot dusver wordt geregeld
dc tannlf laatste fnrca.
Kohier.
Aantal
aangeslagenen.
Som hunner
inkomens.
Percentage der
belasting.
Totaal bedrag tan
het kohier.
1883
6653
ƒ8.101.195
2.60
ƒ147.269,86
1884
6589
7.922.069
2.40
134.412,68
1885
6083
7.983.538
2.60
144.801,22
1886
5638
7.776.490
2.60
189.852,21
1887
6658
7.716.182
2.98
167.341,01
1888
5689
7.882.071
2.60
140.554,65
1889
5596
7.808.706
2.60
141.102,21
1890
6810
8.068.911
2.77
166.807,42
1891
6598
7.908.331
3.15
173.510,69
1892
5686
7.859.803
3.25
179.004,01
1898
5533
7.928.560
3.00
167.265,82
1894
6588
7.816.214
8.26
177.401,72
en voor de gemeenten nieuwe bronnen van
inkomsten worden aangewezen. Daarna eerst
kome de herziening van de gemeente-ver
ordening aan de beurt
n.
Verleden jaar heb ik mij van bespreking
der begrooting onthouden. Een deel van den
gemeenteraad was vernieuwd en de verkiezing
had plaats onder den indruk van een be-
denkeiyken toestand onzer gemeente financiën.
Met recht kon dus verwacht worden dat bij
de behandeling der begrooting een opgewekt
finantiëel debat zou gevoerd worden; in af
wachting daarvan onthield ik mij van be
schouwingen, die voor overbodig konden ge
houden worden. Doch mijne verwachting werd
beschaamd. Van ingrijpende finantiëele be
handeling geen spoor; de begrooting werd
nog spoediger afgehamerd dan ooit te voren.
Kleine schermutselingen over enkele punten
van minder belang, daarbij bleef het. De be
grooting werd nagenoeg onveranderd goed
gekeurd en de burgerij bleef even wijs als
te voren, zonder dafc de belastingdruk werd
verminderd.
Ook dit jaar zou ik de bespreking der be
grooting gaarne aan den Raad overlaten, maar
de vrees, dat het hiermede gaan zal als ver
leden jaar, dwingt rnjj om dit stilzwijgen te
verbreken en in verband met den financiëelen
toestand der gemeente, die hierboven werd
behandeld, eenige beschouwingen aan de be
grooting te wijden. Ik zal daarbij kleinere
posten stilzwijgend voorbijgaan, om mi) tot
enkele zaken van hooger beteekenis te be
palen. Doch ééne zaak kan hierbij niet voorbij
worden gegaan het finantiëel beleid van
vroeger jaren. Geenszins wil ik daarbij oude
grieven ophalen noch eene blaam werpen op
overleden of vertrokken personen, maar om
den tegenwoordigen toestand goed in te zien
en tot verbetering te kunnen geraken, moet
worden gewezen op het gebrekkig finantiëel
beleid der laatste jaren; daarin toch ligt de
schuld; grootendeels komt zi) op rekening
van eene volgzame meerderheid in den Raad,
die blindelings den leidsman volgde zonder
te letten op de waarschuwende stemmen, die
zich zoowel in als buiten den Raad met nadruk
lieten hooren.
Als voorbeeld noem ik in de eerste plaats
de schuld der gemeente; zij word op zulke
ongunstige voorwaarden aangegaan, als geene
enkele gemeente zich liet welgevallen. Volgens
het laatste verslag bedroeg de schuld op 1
Juli 11. 792,000; hiervan wordt nominaal
betaald 3'/, maar de koers van uitgifto
was 96 Voegt men hierbjj dat de periode
van aflossing over 80 jaren loopt, dan blijkt
dat in de laatste jaren nergens eene gomeento-
leoning onder zulke drukkende voorwaarden
werd aangegaan. Jarenlang zal onze gemeente
onder dien druk zuchten en de gevolgen van
dien roekeloozen maatregel ondervinden. Thans
is liet geld reeds ruim tegen 3 °/0 te ver
krijgen, zoodat eene conversie zelfs tegen
afbetaling der oude schuld a pari voordeel
zou aanbrengen. Doch er is meer! Jaarlijks
wordt aangekocht een grooter of kleiner be
drag aan inschrijving Grootboek; dit jaar is
daarvoor (zie post 171) f 19,644 uitgetrokken.
Doze geeft nauwelijks 3 °/o> terwijl van de
schuld der gemeente meer dan 31/, moet
betaald worden. Waarom niet liever schuld
gedelgd dan inschrijving Grootboek aan te
koopen? Dit geeft slochts verwarde rekening
en nadeel aan de gemeentekas.
Met de Bank-van Leening heeft iets der
gelijks plaats. Blijkens post 27 bedraagt het
bedrijfskapitaal f 75,000 en wordt de opbrengst
op nihil uitgetrokken, waardoor do gemeente
kas eene schade van f 2500 ondervindt.
Uit bet jaarverslag der instelling kunnen do
bijzonderheden der werking worden nagegaan.
Mij hier bepalende tot de finantiëele zijde
der zaak, blijkt dat de rente, die in 1880 nog
3 95 bedroeg, sedert sprongsgewijze daalde
en nu tot nul is teruggebracht. Het zou
opnieuw van onbedachtzaamheid getuigen,
indien een dergelijke toestand werd bestendigd.
Kan de instelling door doeltreffende maat
regelen niet verbeterd worden, zoodat althans
eene matigo rente van het kapitaal wordt
verkregen, dan mag zij niet langer worden
voortgezet, maar moet opgeheven worden.
De gemeente is niet rjjk genoeg om derge
lijke kostbare instollingen louter uit pbilan-
thropie in het leven te houden.
Eene andere zaak, by welke niet minder
roekeloos met de geldmiddelen werd rond
gesprongen is de bouw der Stad6zaal. Zelden
is er eene gewichtige aangelegenheid zoo
lichtvaardig en onbeholpen behandeld als deze;
de ïydensgeschiedenis is bekend en behoeft
niet in herinnering te wordeu teruggeroepen.
Eene commissie van onderzoek werd benoemd
en gaf zich veel moeite, maar het einde van
het lied was dat de gemeente alles kon betaleD,
zelfs de kosten van dat onderzoek, zon
der dat iets op den bouwmeester of het
onvoldoende toezicht werd verhaald. Wel
werden de aannemers van verdere in-
scbryving voor gemeentewerken uitgesloten,
maar met zulke maatregelen wordt de ge
meente eer geschaad dan gebaat; want eene
beperkiDg der concurrentie leidt licht tot op-
dryving der inschryvingssommen. Voor den
bouw, die schatten heeft gekost, werd eene
leening aangegaan. De opbrengst voor 1895
wordt op /"8500. - aan verpachting van het
buffet en op 2600.— aan verhuring van
lokalen geschat. Worden de kosten van onder
houd afgetrokken, dan biyft niet veel over.
En de indirecte voordeelen zyn ook niet hoog
te schatten, wanneer men nagaat dat do zaal
hoofdzakeiyk voor kermisvermakelykheden
dient. Met leedwezen deuken wfl hlerby terug
aan het voorstel, om den opbouw en exploitatie
aan particuliere krachten over te laten
had men dien verstandigen raad gevolgd, de
gemeente ware voor veel schade en het be
stuur van veel zorg bevryd gebleven.
Het is my een waar genoegen na zooveel
bezwarende zaken op een lichtpunt te kunnen
wyzen. Dit is de Duinwaterleidinghet voor
deel voor de gemeentekas wordt voor 1895
op niet minder dan f 22,500 (post 48) geschat.
Let men daarby op den matigen prys van
het water, maar vooral op de onschatbare
voordeelen tegenover den vroegeren toestand,
dan kan deze inrichting niet genoeg geroemd
worden. Gelukkig is het proces van do ge
meente tegen de Maatschappy in der minne
geschikt. Het geheel werd trouwens in besloten
zittingen en ook verder zoo geheimzinnig
behandeld, dat het voor den oningowyde niet
mogelyk was om het fijne der zaak te weten
te komen. Om althans eenige zekerheid te
erlangen, wendde ik mij tot een deskundige
buiten de gemeente, die my volkomen gerust
stelde. De inrichting voldeed, volgens hem,
aan alle technische eischen en de qualiteit
van het water liet in vergeiyking met dat
van andere dergelyke inrichtingen niets te
wenschen over. De uitkomst heeft de juist
heid van dit advies bevestigd. Hierin althans
kan hulde gebracht worden aan den vorigen
burgemeester, die de zaak ondernam, steeds
krachtig steunde en haar tot het einde toe
trouw bleef. Dat vertrouwen is niet beschaamd
de zegeningen dezer instelling, zich reeds open
barende in den verbeterden gezondheidstoe
stand, kunnen niet genoeg op prys worden
gesteld.
III.
Terugkeerende tot de begrooting, wensch ik
nog eenige beschouwingen te wyden aan de
middelen, die kunnen aangewend worden om
haren druk voor de gemeente te verlichten.
Want niettegenstaande het hooge saldo der
vorige rekening, is de plaatselyke directe be
lasting uitgetrokken tot een bedrag van
165,000 in hoofdsom en f 3000 by suppletoir
kohier, dus zoo hoog als te vorc-nby den
teruggang van het gezamenlyk inkomen, bij
de nieuwe Rijksbelastingen, die zich in eene
gemeento met talryke ambtenaren en officieren
zwaar doen gevoelen, moet naar verlichting
der lasten gestreefd worden.
By het zorgvuldig nagaan der begrooting
komt de begeerte van het Dag. Bestuur, om
strikte zuinigheid in acht te nemen aan het
licht; verschillende posten dragen hiervan do
duidelyke sporen. Toch moet in die richting
meer gedaan worden. Reeds wees ik op de
Bank-van-Leening; de zaak der haven- en
liggelden is op dit oogenblik nog in behan
deling. Het bestuur verdient eon woord van
lof voor de poging om een vroeger ondoor
dacht genomen maatregel finantiëel onscha
deiyk te maken; of dit zal gelukken, moet
nog biyken.
Byzondere aandacht moet gewyd worden
aan het Onderwys. De tyd is voorby, waarin
men een vyand van het onderwys werd ge
noemd, indien men opkwam tegen opdryving
van uitgaven. Zoo is het ook hier. De stryd
moet voornameiyk gevoerd worden de laatste
discussiën in den Raad hebben dit opnieuw
bewezen tegen de coramissiën van school
toezicht, die altyd pleiten voor uitzetting van
uitgaven, zonder te denken aan do lasten, die
daardoor op de burgery worden gelegd. By
eene andere gelegenheid heb ik reeds aange
toond hoe verkeerd dergeiyke honoraire col
leges dikwyls werken zonder behoor-
ïyke kennis van zaken, los van alle verant-
woordeiykheid, zyn zy zoovele hinderpalen
voor de bosturen, die krachtige maatregelen
willen nemen om de uitgaven binnen gepaste
grenzen te beperken. Ook in onze gemeente
zyn de kosten van het openbaar onderwys
hoog opgevoerd. De jaarwedden der onder-
wyzers (post 126) zyn ongeveer /7000.
hooger uitgetrokken dan verleden jaar en
f 9000.- hooger dan de uitgaven in 1893,
zonder dat hiervoor eenige verhooging van
Rykssubsidie wordt verkregen. Geenszins zou
ik vermindering willen zoeken in verlaging
van traktementen, maar liever in beperking
van het personeel, dat grooter is dan by
de nieuwe wet wordt vereischt. De Kweek
school voor Onderwyzers en Onderwyzeressen
moge nuttig werken, het gaat niet aan
de kosten dezer instelling, zy het voor
de helft, door de gemeente te laten be
talen; zij behooren geheel uit de schatkist
van het Ryk te worden voldaan. De Hoogere
Burgerschool voor Meisjes is de eenige instel
ling van middelbaar onderwys, waarvan
de kosten geheel door de gemeente worden
gedragen. In de Troonrede wordt het uitzicht
geopend dat eene nieuwe regeling voor het
sub8idiëeren van meisjesscholen by de wot
zal plaats hebbenin hoever dit hier van
toepassing zal zyn, moet nog blyken, intusschen
mag wel overwogen worden of geen beter
evenwicht ware te verkrygen door beperking
van het personeel en verhooging van school
gelden. Nog altyd rust in het archief oen
advies van den inspecteur, dat nimmer ter
kennis van den Raad werd gebracht.
De opbrengst der Gasfabriek gaat terug;
althans wordt zy voor 1895 geraamd op
/"39,656, tegen f 47,685 verloden jaar; de
opbrengst van het baggeren in do wateren
der gemeente wordt geraamd op f 436, tegen
/2600 verleden jaar. Het Liemurstelsol brengt
niets meer op; hierby wordt verwezen naar
1 de verpachting van het relnhouden der ge-
meente. Maar nergens biykt dat deze eenig
voordeel afwerpt; voordeelen, elders en vroeger
1 ook hier door verpachting behaald, gaan thans
verloren. Dat hooggeroemde Liernurstelsel,
waarvan ook by ons gouden bergen wordei
voorspeld, scbynt al heel weinig aan de ver
wachting te beantwoorden hooge kosten
en weinig opbrengst zyn niet aanmoedigend
voor verdere toepassing.
Eindeiyk wordt de toelage aan de eigenaars
van den Schouwburg tot het volle bedrag op-
de begrooting gebracht, hoewel het Dag. Be
stuur van oordeel ls, dat dit subsidie gelei-
delyk moet verminderd worden, en een groofc
deel der burgery ernstig bezwaar heeft tegen?
eene uitgaaf, die slechts voor het genoegen
van een klein gedeelte dient. Doch herhaalde
protesten moeten zwichten voor de hardJ
nekkigheid, waarmede deze post door èo
meerderheid van den Raad wordt gehandhaafd;
Onder het hoofdrentegarantieverleend aan
de Vereeniging tot bevordering van den bouio
van Werkmanswoningen is eene uitgaaf pro
memorie uitgetrokken. Uit do toelichting biykt
dat het nog onzeker is of en, zoo ja, hoeveeï
door de gemeente zal moeten worden bygo-
dragen; hoogstens kan de post tot ƒ3500.
'sjaars opklimmen. Deze in en buiten dé
gemeente veel besproken zaak, die ongc-
twyfeld hare nuttige zyde heeft, komt cL'jö
weer neer op eene verbooging der begïootmg?
en daardoor van den druk op de burgertf,1
Hoeveel beter zou hot zyn indien dergelykc
philanthropische zaken door de welgestelde
burgers werden tot stand gebracht, zonder
dat daarvoor de gemeentekas behoefde aan*
gesproken te worden! Hierdoor toch gaat d$
schoone zyde van den arbeid verloren er:
worden alle aangeslagenen in de gemoeutc,
belasting tegen wil en dank gedwongen aml
het liefdewerk deel te nemen.
Het voegt my niet en het was ook niet
myn doel om op de begrooting amende
menten voor te stellen, die tot bezuiniging
konden leiden. Reeds voor de leden van deE
Raad is dit geen gemakkelyk werk, omdtf
elk amendoment ingrypt op eene bestaand-a
organisatie en duG licht tot verwarring aar*>
leiding kan geven hoeveel te moeiiykei
is dit voor een belangstellend burger, dia
buiten het bestuur staat en daarvan niet
meer weet, dan door de gedrukte stukkec
wordt openbaar gemaakt 1 Het eenige wat fè
kan doen is de aandacht vestigen op enkel©
zaken, die tot bezuiniging kunnen leiden, ie
de hoop dat van het bestuur zelf het initiatie*
zal uitgaan om dien weg te bewandelen. Bs
ben overtuigd dat ons Dag. Bestuur dien ka» t
uitwil en alleen wordt weerhouden door deo
inerten tegenstand van de meerderheid van
den Raad, die allerlei uitvluchten weet tc
bedenken om bestaande toestanden te handj
haven, ook waar gepaste zuinigheid tot het l
vorming of afschaffing dringt. Moge myn wel
gemeende raad niet in den wind worden ge
slagen 1
Heel veel verwachting bob ik hiervan trou
wens niet, wanneer ik terugzie op hetgeen
achter ons ligt. Onlangs werd een verdienste-
ïyk lid van den Raad geluk gewenscht met
zyn 25 jarig lidmaatschap en was deze huid©
ODgetwyfeld verdiend. Ongeveer even lang houd
ik my met de financiën der gemeente bezig;
en heb my boy verd om de uitkomst van dezep.
arbeid in dit blad bekend te maken, zonder
dat ik hiervoor ooit een woord van dank oi
waardeering ontving.
Doch dit kan my niet weerhouden op den
ingeslagen weg voort te gaan. Wyien myn
ambtgenoot en vriend Buys betreurde als
raadslid herhaaldeiyk dat do burgory zoo wei-
rdg deel nam aan het bestuur dor gemeento
en zich in het openbaar zelden liet hooren
waar het hare hoogste belangen gold. Doch
het is dan ook geen aanmoediging wanneef
blykt hoe weinig acht op de opmerkingen,
uit den boezem der burgery voortgekomen,
wordt >reslagen.
Myn belangstelling in den toestand dezer
gemeente is echter groot genoeg om my tok
don arbeid aan te moedigen die my dien toe
stand beter doet kennen. Zie ik middelen, die
tot verbetering kunnen leiden, dan voel ik
my gedrongen die bekend te maken; onder
de veie lezers van dit blad zullen er daar
aan twyfel ik niet eenige zyn die gaarne
op de hoogte komen van den toestand en
daarvoor niet tegen de moeite opzien om d©
uitkomsten myner becijferingen te' volgen,
myne lange opstellen te lezen en te over
wegen. Ik vertrouw dat dit ook met deze
beschouwingen het geval moge zyn; zulk een
vertrouwen strekt my tot voldoende belooning
voor den verrichten arbeid.
Leiden, Sept. 1894. Van Geer.
LICMT&TEIi&TK.
Resullalen der waarnemingen aan de Gasfabriek
WEEK van 1622 September.
Datum.
Uur
AanUI.
Qem. Eng.
Stnndk.
16 September
6.30 -
9.-
1
16.1
17
6 30
9.—
8
16.4
18
6.30 -
8.15
7
16.4
19
C.30
8.16
3
16.6
90
6.30
8.15
7
16.8
91
6.30 -
9.—
8
16.6
99
6.30
9.—
8
16.6
Dit beteekont Wanneer men cubic feet s 141.f
litere per uur van zul: gaa verbrandt ia oen Sugg's
London-Argnnd-Standaid burner No. 1, met 24 ga&tjevfc
wordt oen licht verkregen, dat in atorkte gelijk etaai
met 16.6, 16.4 enz. titaudaardkaareon, waarvan elke
kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per nar
verbrandt.
Het LEIDSCH DAGBLAD
kan des avonds te halfacht
bezorgd zyn.
Klachten omtrent de bezorging gelieve men<
aan het Bureel, Doezastraat 1, kenbaar t©!
maken.