N°. 10610. Maandag 34 September. A0.1894. <§eze /Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 22 September. Feuilleton. LIEFDE OF PLICHT? LEIDSCH BAG-BLAD PHIJS DEZER COURABfT: Voor Leiden per S maanden. f 1.10. Franco per post. .~s.i 1.40. I Afzonderlijke Nommers .l, 0.05. PRIJS DER ADVERTENTOSN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Naar aanleiding van art. 6 der Verordening Tan 11 Januari 1894, bepalende het getal der Bcholen voor openbaar lager onderwijs, den Omvang van het onderwijs op elke school en den bijstand, aan de hoofden der scholen te verleenen, zal aan de Meisjesschool der 2de klasse alhier nog eene tweede onderwijzeres moeten worden benoemd, waartoe den ge meenteraad de volgende voordracht wordt aangeboden lo. Mej. C. A. Fischer, thans 3de onder wijzeres aan de betrokken school; 2o. mej. W. Klinkert, eveneens 8de onder wijzeres aan dezelfde school, en So. mej. J. J. De Haas, 8de onderwijzeres aan de Jongensschool 1ste klasse. Er bestaat geen bezwaar tegen de inwilli ging van het verzoek van den heer J. Rooden- burg, om eene stoep te leggen voor het perceel Morschstraat No. 2, zoodat B. en Ws. in overweging geven de gevraagde vergunning te verleenen onder voorwaarde, dat de rooiing Van de stoep van het daarnaast gelegen perceel wordt gevolgd. Evenmin bestaan er bedenkingen tegen de Inwilliging van het verzoek van den heer S. R. Perrin, om ontslag uit de betrekking Van derden onderwijzer aan de school 3de klasse No. 4, zoodat B. en Ws. in overweging geven hem dat ontslag eervol te verleenen, ingevolge zijn verzoek met ingang van half October a. s. Naar aanleiding van het desbetreffend ver Zoek van den heer F. A. Wilhelm Schüdel, Öeelen B. en Ws. mede dat de leerlingen O. en W. Van Holst Pellekaan de Hoogere Burgerschool voor Jongens en de gemeente hebben verlaten in den loop der maand April Van dit jaar, zoodat B. en Ws in overweging geven aan adressant vrijstelling of terugbeta ling van schoolgeld te verleenen voor zyne twee pupillen Van Holst Pellekaan, die de Hoogere Burgerschool voor Jongens in April van dit jaar hebben verlaten, over het laatste kwartaal van den cursus 1893/94. Naar aanleiding van het verzoek van dr P. J. Blok geven B. en Ws. in overweging aan adressant wegens vestiging in de gemeente met 1 September jl. terugbetaling te verlee nen van schoolgeld voor een kind, leerlinge der Meisjesschool 1ste klasse, en een kind, leerling der Jongensschool 1ste klasse, over de maanden Juli en Augustus van dit jaar tot een bedrag van f 16. Bij adres verzoekt de firma Herman F. A. Damen en- Zoon aan den gemeenteraad vergunning om eene waterloozing te doen maken van haar perceel in de Burgsteeg naar het gemeente-riool aldaar, waartegen bij het College van B. en Ws., na overleg met de Commissie van Fabricage, geen bezwaar be staat. Tevens doelen B. en Ws. mede dat er ook geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van mevr. de wed. PloegZaal berg, de dames Zaalberg en W. Van de Goor- bsrg tot het doen leggen van drie bruggen en eene loopplank, het maken van eene walbe- schoeiing en het bijwerken van den berm, alles voor de perceelen, kadastraal bekend ge meente Zoeterwoude, Sectie A, Nos. 4106 en 4107, aan den Hoogen Rijndijk. Na overleg met de Commissie van Fabricage geven B. en Ws. den gemeenteraad verder in overweging tot wederopzeggens ook ver gunning te verleenen tot het leggen van eeno loozing voor afvoer van water naar het ge meenteriool: aan den heer Ch. E. J. Verhaaff voor het perceel Pieterskerkgracht No. 6, den heer M. Kooy voor het perceel Breestraat No. 121, uitkomende in de Wolsteeg, en den heer D. Bekenes voor het perceel Choorlam- mersteeg No. 4. Eindelijk geven zij ook in overweging aan den heer B. H. Gebhardt, wonende Hooge Rijndijk No. 133, behoudens toestemming van het belanghebbend Polderbestuur, tot weder opzeggens vergunning te verleenen om een dam met duiker te leggen over de sloot langs den Hoogen Rijadijk voor perceel Sectie F No. 953 der gemeente Zoeterwoude, over eenkomstig overgelegde teekening en voor allen onder de nader vastgestelde voorwaarden. Ten gevolge van het overlijden van den heer H. W. F. Bakker is eene vacature ont staan in het college van Commissarissen der Bank-van-LeeniDg. Ter vervulling van die vacature bieden B. en Ws., overeenkomstig art. 1 van de Verordening, houdende het reglement op de Bank-van Leeniug, aan den gemeenteraad de volgende alphabetische voor dracht aan, met verzoek tot eene benoeming te willen overgaan: de heeren P. Essers, A. J. Den Hollander en G. H. Kokxhoorn. De te benoemen Commissaris treedt af in 1895. Ter vervulling van de vacature, welke ontstaan is door het aan mej. A. M. Middelkoop verleend eervol ontslag uit de betrekking van derde onderwijzeres aan de Meisjesschool 2de kl., is de volgende voordracht opgemaakt ter benoeming van eene derde onderwijzeres met akte voor de Fransche taal, als: lo. mej. S. H. Boer, onderwijzeres te Voorschoten; 2o. mej. E. C. A. Laan, onderwijzeres te Oostzaan, en 3o. mej. C. E. Van Weiie, onderwijzeres te Culemborg. Belanghebbenden by eene Intercommunale Telephoonverbinding zijn namens de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leiden opge roepen tot bijwoning een er vergadering, welke gehouden zal worden op Woensdag 26 Sept. a. s., des avonds te acht uren, in het gebouw van het „Nut van 't Algemeen", ten einde te beraadslagen in hoever het mogelijk zal zijn de daartoe vereischte garantie van f 600 bijoen te krijgen. Burgemeester en Wethouders van Hil- legom geven by publicatie kennis dat het register van inschrijving en de daaruit op gemaakte alphabetische naamlijst van de in dit jaar voor de lichting van het volgende jaar voor de Nationale Militie ingeschrevenen, op de Secretarie der gemeente van 19 Sep tember tot 28 September a. s. voor ieder ter lezing zijn nedergelegd; terwijl hy, die be zwaren in te brengen heeft, deze gedurende dien tijd kan inbrengen by den Burgemeester zijner woonplaafs. Voor de vrijwillige oefeningen in den wapenhandel hebben zich in de gemeente Voorschoten aangemeld 15 jongelieden. Daar het vereischte minimum 20 is, zullen deze oefeningen dus waarschijnlijk aldaar dezen winter niet worden gehouden. De loting voor de nationale militie, lich ting 1895, zal te Woubrügge, voor de ge meenten in het 14do militie-kanton dezer provincie, gehouden worden op Woensdag 17 October a. s. in de navolgende orde: Zeven hoven, 's voormiddags te kwart over tienen, Nieuwveen te halfelf, Alkemado te elf uren, Leimuiden 's namiddags te één uur, Ter-Aar te halftwee, Rijnsaterwoude te kwart over tweeën, en Woubrugge om halfdrle. De loting der nationale militie voor de lichting van 1895 zal voor de gemeente Hillegom plaats hebben op Zaterdag 13 October a. s., des voor middags te halfelf te Sassenheim. De loting voor de gemeente Liase zal ge houden worden te Sassenheim op Zaterdag 13 October a. s., des voormiddag te halftwaalf. Het aantal lotelingen bedraagt aldaar 32. De loting der gemeente Valkenburg zal plaats hebben te Katwijk op 15 Oct., des namiddags te twee uren. Het aantal lotelingen bedraagt er 6, dat der vrijstellingen geen. De loting voor zooveel betreft de gemeente Voorschoten zal worden gehouden Vrijdag 19 October a. s., 's morgens te halftwaalf, te Stompwijk aan den Leidschendara. In de gemeente Zegwaard zal de loting plaats hebben op 19 October a. s., des voor- middags te 11 uren, te Stompwijk aan den Leidschendam. Burgemeester en Wethouders van Zeg waard brengen tor kennis der ingezetenen, dat het register van inschrijving en daaruit opgemaakte alphabetische naamlijst van de in dit jaar voor de lichting van het volgende jaar voor de nationale militie ingeschrevenen op de Secretarie der gemeente van heden tot den 28sten September a. s. voor ieder ter lezing zijn nedergelegd. Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-Herv. gemeente te Waarde (cl. Zeeland) door den heer M. A. Van Rhyn, cand. te Katwijk aan den Rijn. De heer jhr. mr. J. H. J. Quarles van Ufford, burgemeester der gemeente Noordwijk, is benoemd tot voorzitter van het bestuur van de afdeeling Noordwijk en Omstreken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, in plaats van wijlen den heer W. C. Balkenende. De dagbladen deelen mede dat de Hertog van Orleans ook eene woning in Den Haag zou inrichten. Volgens de „Echo de Paris" zou, gelijk wij reeds voor eenige dagen mededeelden, onze Regeering tegen zijne komst hebben geprotes teerd en den Hertog alleen vergunnen in Den Haag te wonen, als hij geone vijandelijke handelingen jegens de Fransche Regeering onderneemt. De „Arnh. Ct." gelooft er niets van: wij hebben eene „vreemdelingen-wet" en art. 12 van die wet geldt voor hertogen even goed als voor personen van minderen rang. Er behoeven geene bijzondere voorwaarden te worden gesteld voor het gedrag van vreem delingen, die onze gastvrijheid genieten. Het vertrek der Koninginnen uit Den Haag naar Breda op 25 dezer is bepaald op 's morgens kwart over negenen. H.H. M.M. zullen by hunne reis naar Breda gebruik maken van een extra-trein der Hollandsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij en vergezeld worden door een gevolg, bestaande, behalve uit den gewonen dienst, uitmevrouw de baronesse Van Hardenbroek, grootmeeste- resse; freule Van de Poll, sur intendante baronesse Rengers, hofdame; jhr. De Ranitz, particulier secretaris, en baron Bentinck, lsten stalmeester. HH. MM. zullen te halfzeven naar de resi dentie terugkeeren. De aankomst te Breda is 's voormiddags 10 u. 38 min. Eene commissie, bestaande uit drie leden van het bestuur van den Bond van post- en telegraaf beambten, gevestigd te Amsterdam, heeft het aangekondigde bezoek gebracht aan den directeur-generaal der posterijen en tele graphic. Zy had mot hem een onderhoud, dat bijna een uur duurde, over eene vermeerdering van den jaarlykschen verloftijd, eene nieuwe regeling der traktementen en verschillende andore dienstzaken. De antwoorden, door den directeur-generaal gegeven, hebben bij de commissie de ver wachting gewekt, dat hare wenechen in goede aarde zijn gevallen. Nadere bijzonderheden omtrent het onderhoud zullen meegedeeld worden op de eerstvolgende vergadering, welke in October wordt gehouden. Men schrijft aan de „Haarl. Crt." uit Konstantinopel, dat Noeri-bey (Chateauneuf), algemeen secretaris van den minister van buitenlandsche zaken, op het oogenblik de meeste kans hoeft om prins Karadja als Turksch gezant bij ons Hof te vervangen. Noeri-bey is de zoon van een Franschman, den heer De Chateauneuf, een Dauphineesch edelman, die vroeger kolonel in Turkschen dienst is geweest en zich ten slotte tot den Islam heeft laten bekeeren. In het district Eist zijn, naar gemeld wordt, by de dezer dagen gehouden verkiezing voor lid der Prov. Staten van Gelderland, drie processen-verbaal opgemaakt wegens stem- omkoopery. Volgens de Londensche „World" wordt er van gesproken, dat de Nederlandsche Koningin met de Koningin Regentes het volgend jaar voor eene geheele maand naar Abergeldie, in Schotland, zal komen. Abergeldie behoort aan den heer H. M. Gordon, wiens geheele landgoed gedurende de laatste 40 jaren aan Koningin Victoria verhuurd werd. De Koningin had het willen koopen, maar haar aanbod is herhaaldeiyk geweigerd. Het is een fraai gebouw, in den styi, waarin bijna alle Schotsche kasteelen gebouwd zyn, en heeriyk gelegen aan de oevers van de Gelder-Burn, dicht by de rivier Dee en ODgeveer drie myien van Bal moral. Ten oosten van Abergeldie is Balmoral en ten westen Birkhall. De naburige bosschen zyn vol herten en leveren uitmuntende gele genheid voor sport op. Naar men weet, heeft dit bericht over deze reisplannen onzer Koninginnen reeds gedurende eenige maanden d_a ronde gedaan door de Europeesche pers. Onlangs werd het woer eeos opgewarmd door „Truth" en nu herhaald door de „World". Tot dusver is de juistheid nog niet gebleken. Wy vermelden dergelyke modedeelingen, die betreffende ons land in buitenlandsche bladen voorkomen, dan ook alleen ten be- wyze van de groote belangstelling, welke elders ten onzen opzichte schynt te bestaan. Daar het bezoek aan Engeland en Schotland eerst tegen het volgende jaar wordt aanga kondigd, zal het b9richt nog wel eenige malen in verschillenden vorm herhaald worden, voordat inderdaad een reisplan te 's-Gravenhage is vastgesteld. Zoo langzamerhand beginnen deze reis verhalen onzer Koninginnen te behooren tot de vaste rubriek in de buitenlandsche bladen over de huweiyksplannen van Koningin Wilhelmina, die telkens voor den dag komen, wanneer een buitenlandsche prins ons land bezoekt. Nu de komkommertyd uit is, zullen ook deze verhalen allengs wel verdwynen. (Tel.) Het bericht van de „Amst. Crt.", dat dr. W. Göhring het voornomen zou hebben als consul-generaal van Duitschland af te treden, is onjuist. Naar de „Middelb. Ct." verneemt, zal de heer A. Yan Hooff, hoofdingenieur van 's Ryks Waterstaat in Zeeland, naar Den Haag worden overgeplaatst, en zal de heer A. A. Bekaar, benoemd hoofdingenieur van 's Ryks Waterstaat, de betrekking in Zeeland waar nemen. In de „Bazuin" wordt bericht, met ver zoek van mededeeling door de bladen, dat de Centrale diaconale conferentie van de Gere formeerde Kerken den 26sten dezer niet to Zwollo, maar te Leeuwarden wordt gehouden. By resolutie van den minister van finan ciën is tot uitvoering van het koninkiyk bosluit, omtrent vrystelling van accyns en invoerrecht voor gedistilleerd voor onderwys-doeleindon (musea, enz.) bepaald dat onder de instellingen van onderwys, by het besluit bedoeld, zoowel de openbare als de byzondere te verstaan zyn. Wat universiteiten betreft, is als hoofd dor instelling aan te merken de by de zaak be^ trokken hoogleeraar of de directeur van het museum, waarvoor do voorwerpen bestemd zyn, zoodat dezen dc gevorderde verklaring kunnen afgeven. Mejuffrouw Johanna Diepenhorst, te Utrecht, die gedichten vervaardigde by doeken van Jozef Israels, heeft van don grooten meester drie etsen van hemzelven ten ge schenke ontvangen. Door wyien den heer C. Van Rossem Pzn., te Rotterdam overleden, is aan de Maat- schappy tot opvoeding van weezen in het huisgezin 1000 vermaakt. Zy plukte een poosje met bare lange, duDne vingers aan den rooden strik van hare gryzo ochtendjapon en keek toen juffrouw Leiser scherp aan, die kaarsrecht op de sofa achter de ontbyttafel zat en nog steeds de courant Jas. Adelheid Imhof waa min of meer byziende en wanneer zy iets wilde bezien, dat meer dan eene armslengte van haar verwyderd was, moest zy de groote lichtblauwe oogen half dichtknypen en tusschen de blonde wim pers doorstaren, wat haar frisch, fleurig ge tint gelaat een buitengemeen hoogmoedigen aanblik gaf. En toch was overigens in hare gelaatstrekken niet het geringste spoor van hoogmoed te ontdekkenhaar neusje het was niet fraai en beslist te klein en te stomp zotte iets guitigs by aan haar uiteriyk, terwyi de mond, waarvan de bovenlip iets te kort en te gespannen was, om zich altyd over het parelwitte gebit te sluiten, tot lachen als bestemd scheen. De heldere oogen werden door blonde wenkbrauwen overschaduwd; on- mogeiyk kon men bepalen of het blanke voor hoofd, dat men boven de wenkbrauwen zag be ginnen, hoog dan wel laag was, want Adelheid droeg het kroezige, blonde haar tot byna op de oogen, terwyl het van achteren in eono enkele wrong te zamen gevlochten was. Juffrouw Leiser, de dame, die het huishou den in den huize Imhof bestierde, bemerkte wel dat Adelheid den blik op haar gericht hield, doch zy liet het aan het jonge meisje over het gesprek aan te vangen, om daaruit hare wenschen en luimen te vernemen. Zy vouwde bedaard de courant om en zette hare lectuur aan de andere zyde voort. „Wat geven ze in de comedie?" vroeg Adelheid eindeiyk. Juffrouw Leiser sloeg het blad om, doorliep vluchtig de advertenties en zei: „Don Carlo8l" „Afschuweiyk lieve Hemel, wat 'n ver velende dag geen comedie geen concert wat zullen we vandaag uitvoeren?" „Je hadt immers plan, lieve kind, om van daag eene zeer interessante visite te maken „Nu dat is eene geschiedenis van op zyn hoogst een uur, daar komt de dag met mee om. Men rydt er heen, blyft vyf minuten zitten en 't is afgeloopen. Gaat u mee?" Juffrouw Leieer lachte. „Ik? Neen, lieve Adelheid, ik heb in het lezen van de novelle Rafaël volstrekt geene aanleiding gevonden te verlangen om met mejuffrouw Sauvago keDnis te maken. Integen deel, ik vind die novelle zeer zwak; 'k zou haast zeggen onbeduidend. Ik geloof eigenlyk dat de lectuur je daérom alleen zoo bevallen heeft, omdat je in de figuur van den hoofd persoon den kunstenaar meent te herkenneD, die je hartje in gloed gezet heeft, toen we hem in Juni in Wiesbaden en toevallig later nog eenmaal in Weenen hoorden." En met haren vinger dreigend, voegde juffrouw Leiser er aan toe: „Eene dweperij, die van langen duur schynt te zyn en waarvan ik het my beklaag, dat ik ze niet dadeiyk in de kiem gesmoord heb. Ik dacht echter zoo by mezelve: Myne lieve Adelheid is, als alle meisjes, licht ontvlambaar voor een kunstenaar en, evenals zy in den vorigen winter verrukt was over den eersten tenor van de opera, is zy het nu over den knappen, jongen kunstenaar, die zoo goddeiyk viool-speelt." Adelheid8 gelaat was met een vuurrooden gloed overtogen. „Waaruit maakt u op, dat deze dwepery van langen duur is?" vroeg zy op hoogen toon. „Wel, dat ligt voor de hand," meende juffrouw Leiser, altyd met hetzelfde ver- schoonende lachje; „toen ik gisteravond by onzen bloemen-leverancier kwam, om een bouquet voor den verjaardag van eene myner vriendinnen te bestellen, verzocht de winkel juffrouw my of ik wel zoo goed zou willen zyn aan de freule te zeggen, dat de korf met bloemen tydig aan het adres van mynheer Frie8en bezorgd was." Adelheid gaf geen lucht aan het misnoegen, dat zich van haar meester maakte over het onzalig toeval en hare eigen domheid, dat zy by denzelfden leverancier ter markt wa3 gegaan, die altyd aan de familie Imhof leverdeop korten toon, met vorschenden blik, vroeg zy: „Zult u het aan papa zeggen?" Voorzichtig antwoordde juffrouw Leiser: „Dat zou myn plicht zyn," waarop het jonge meisje trotsch uitriep: „Ga gerust uw gangl Papa beschermt de kunst eveneens. Wanneer hy zulke schatten gelds over heeft, om zich dergelyke dingen aan te schaffen, hier wees zy op de schil deryen in olieverf, die in breede, vergulde lysten aan de met kostbaar behang bedekte wanden prykten „en de artisten, die ze geschilderd hebben, bovendien nog steunt en met geschenken overlaadt, op eene wyzo, die inderdaad vorstelyk te noemen is, dan mag de dochter toch wel aan een vioolspeler, wiens opgaande ster wellicht spoedig alle bestaande grootheden in de schaduw zal stellen, een eenvoudïgen korf met bloemen zenden, zonder haren naam bekend te maken. Ik bezweer u, dat ik my in de paar regels schrift, die ik er byvoegde, een oud kunst minnaar genoemd heb." De bittere ernst, waarmede zy deze laatste woorden uitsprak, verried genoegzaam, dat het haar niet aangenaam geweest zou zyn, indien juffrouw Leiser er haren papa mede in kennis gesteld had. „Lieve Adelheid," zeide juffrouw Leiser, „het beschermen van de kunst door een man als uw vader is voor hem geheel iets anders dan voor u. Me dunkt ook, dat die bloemen meer den kunstenaar dan de kunst golden. Intusschen zal ik er niet over sprekenmaar ik verzoek u toch wel in 't oog te houden, dat dergelyke romantische handelingen u zouden kunnen compromitteoren. Want u verlangen om den schryver van de novelle Rafaël te leeren kennen, wa3 in den grond ook een romantisch idee, en het is even gelukkig als toevallig, dat de redactie u op uwe vraag kon beriebton, dat H, Sauvago eqne dame is. Je doet zoo vaak van die dingen, kind, die aan een welopgevoed meisje geen pas geven." Nu zy beloofd had te zullen zwygen, kon juffrouw Leiser gerust haar hart ophalen aan deze boetpredikatie, ter geruststelling van haar eigen geweten, zonder dat zy behoefde te vreezen by Adelheid uit de gratie te zullen geraken. Het jonge meisje antwoordde echter op een toon, als gevoelde zy zich grooteiyks verongelykt: „Wanneer ik al zoo ben, dan is het toch zeker myne schuld niet. Als ik meer aan gename afleiding bad, zou ik niet in zulke romantische dweperyen, zooals u ze gelieft te noemen, vervallen. Hoe breng ik den dag door? Met me te vervelen of met te haken naar den avond, wanneer we oen of ander uitgangetje hebben, naar de comedio, naar een partytje of zoo iets van dien aard. En is er niets, zooals nu byvoorbeeld vandaag, dan is 't afschuweiyk. Ik kan niet den heelen dag bloemengieten of stof van de snuiste ren op myne kamer vegen, die geene ge legenheid heeft om er op te vallen. Ik kan niet den heelen dag sigarenkokers voor papa's aanstaanden verjaardag zitten beschilderen of altyd maar dóór canapé kussens voor uwe Kerstmis zitten borduren. Ik kan niet den heelen dag zitten lezen of met u rondryden, en ik heb, helaas! geen geld, om eiken dag in de winkels te gaan en allerlei fraaiigheden te koopen. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1