N°. 10610.
Maandag 34 September.
A0.1894.
<§eze /Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 22 September.
Feuilleton.
LIEFDE OF PLICHT?
LEIDSCH
BAG-BLAD
PHIJS DEZER COURABfT:
Voor Leiden per S maanden. f 1.10.
Franco per post. .~s.i 1.40.
I Afzonderlijke Nommers .l, 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTOSN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Naar aanleiding van art. 6 der Verordening
Tan 11 Januari 1894, bepalende het getal der
Bcholen voor openbaar lager onderwijs, den
Omvang van het onderwijs op elke school en
den bijstand, aan de hoofden der scholen te
verleenen, zal aan de Meisjesschool der 2de
klasse alhier nog eene tweede onderwijzeres
moeten worden benoemd, waartoe den ge
meenteraad de volgende voordracht wordt
aangeboden
lo. Mej. C. A. Fischer, thans 3de onder
wijzeres aan de betrokken school;
2o. mej. W. Klinkert, eveneens 8de onder
wijzeres aan dezelfde school, en
So. mej. J. J. De Haas, 8de onderwijzeres
aan de Jongensschool 1ste klasse.
Er bestaat geen bezwaar tegen de inwilli
ging van het verzoek van den heer J. Rooden-
burg, om eene stoep te leggen voor het perceel
Morschstraat No. 2, zoodat B. en Ws. in
overweging geven de gevraagde vergunning
te verleenen onder voorwaarde, dat de rooiing
Van de stoep van het daarnaast gelegen perceel
wordt gevolgd.
Evenmin bestaan er bedenkingen tegen de
Inwilliging van het verzoek van den heer
S. R. Perrin, om ontslag uit de betrekking
Van derden onderwijzer aan de school 3de
klasse No. 4, zoodat B. en Ws. in overweging
geven hem dat ontslag eervol te verleenen,
ingevolge zijn verzoek met ingang van half
October a. s.
Naar aanleiding van het desbetreffend ver
Zoek van den heer F. A. Wilhelm Schüdel,
Öeelen B. en Ws. mede dat de leerlingen
O. en W. Van Holst Pellekaan de Hoogere
Burgerschool voor Jongens en de gemeente
hebben verlaten in den loop der maand April
Van dit jaar, zoodat B. en Ws in overweging
geven aan adressant vrijstelling of terugbeta
ling van schoolgeld te verleenen voor zyne
twee pupillen Van Holst Pellekaan, die de
Hoogere Burgerschool voor Jongens in April
van dit jaar hebben verlaten, over het laatste
kwartaal van den cursus 1893/94.
Naar aanleiding van het verzoek van dr
P. J. Blok geven B. en Ws. in overweging
aan adressant wegens vestiging in de gemeente
met 1 September jl. terugbetaling te verlee
nen van schoolgeld voor een kind, leerlinge
der Meisjesschool 1ste klasse, en een kind,
leerling der Jongensschool 1ste klasse, over
de maanden Juli en Augustus van dit jaar
tot een bedrag van f 16.
Bij adres verzoekt de firma Herman F.
A. Damen en- Zoon aan den gemeenteraad
vergunning om eene waterloozing te doen
maken van haar perceel in de Burgsteeg naar
het gemeente-riool aldaar, waartegen bij het
College van B. en Ws., na overleg met de
Commissie van Fabricage, geen bezwaar be
staat.
Tevens doelen B. en Ws. mede dat er ook
geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van
het verzoek van mevr. de wed. PloegZaal
berg, de dames Zaalberg en W. Van de Goor-
bsrg tot het doen leggen van drie bruggen en
eene loopplank, het maken van eene walbe-
schoeiing en het bijwerken van den berm,
alles voor de perceelen, kadastraal bekend ge
meente Zoeterwoude, Sectie A, Nos. 4106 en
4107, aan den Hoogen Rijndijk.
Na overleg met de Commissie van Fabricage
geven B. en Ws. den gemeenteraad verder
in overweging tot wederopzeggens ook ver
gunning te verleenen tot het leggen van eeno
loozing voor afvoer van water naar het ge
meenteriool: aan den heer Ch. E. J. Verhaaff
voor het perceel Pieterskerkgracht No. 6,
den heer M. Kooy voor het perceel Breestraat
No. 121, uitkomende in de Wolsteeg, en den
heer D. Bekenes voor het perceel Choorlam-
mersteeg No. 4.
Eindelijk geven zij ook in overweging aan
den heer B. H. Gebhardt, wonende Hooge
Rijndijk No. 133, behoudens toestemming van
het belanghebbend Polderbestuur, tot weder
opzeggens vergunning te verleenen om een
dam met duiker te leggen over de sloot
langs den Hoogen Rijadijk voor perceel Sectie
F No. 953 der gemeente Zoeterwoude, over
eenkomstig overgelegde teekening en voor
allen onder de nader vastgestelde voorwaarden.
Ten gevolge van het overlijden van den
heer H. W. F. Bakker is eene vacature ont
staan in het college van Commissarissen der
Bank-van-LeeniDg. Ter vervulling van die
vacature bieden B. en Ws., overeenkomstig
art. 1 van de Verordening, houdende het
reglement op de Bank-van Leeniug, aan den
gemeenteraad de volgende alphabetische voor
dracht aan, met verzoek tot eene benoeming
te willen overgaan: de heeren P. Essers, A.
J. Den Hollander en G. H. Kokxhoorn.
De te benoemen Commissaris treedt af in
1895.
Ter vervulling van de vacature, welke
ontstaan is door het aan mej. A. M. Middelkoop
verleend eervol ontslag uit de betrekking van
derde onderwijzeres aan de Meisjesschool 2de
kl., is de volgende voordracht opgemaakt ter
benoeming van eene derde onderwijzeres met
akte voor de Fransche taal, als: lo. mej. S.
H. Boer, onderwijzeres te Voorschoten; 2o.
mej. E. C. A. Laan, onderwijzeres te Oostzaan,
en 3o. mej. C. E. Van Weiie, onderwijzeres
te Culemborg.
Belanghebbenden by eene Intercommunale
Telephoonverbinding zijn namens de Kamer
van Koophandel en Fabrieken te Leiden opge
roepen tot bijwoning een er vergadering, welke
gehouden zal worden op Woensdag 26 Sept.
a. s., des avonds te acht uren, in het gebouw
van het „Nut van 't Algemeen", ten einde te
beraadslagen in hoever het mogelijk zal zijn
de daartoe vereischte garantie van f 600
bijoen te krijgen.
Burgemeester en Wethouders van Hil-
legom geven by publicatie kennis dat het
register van inschrijving en de daaruit op
gemaakte alphabetische naamlijst van de in
dit jaar voor de lichting van het volgende
jaar voor de Nationale Militie ingeschrevenen,
op de Secretarie der gemeente van 19 Sep
tember tot 28 September a. s. voor ieder ter
lezing zijn nedergelegd; terwijl hy, die be
zwaren in te brengen heeft, deze gedurende
dien tijd kan inbrengen by den Burgemeester
zijner woonplaafs.
Voor de vrijwillige oefeningen in den
wapenhandel hebben zich in de gemeente
Voorschoten aangemeld 15 jongelieden. Daar
het vereischte minimum 20 is, zullen deze
oefeningen dus waarschijnlijk aldaar dezen
winter niet worden gehouden.
De loting voor de nationale militie, lich
ting 1895, zal te Woubrügge, voor de ge
meenten in het 14do militie-kanton dezer
provincie, gehouden worden op Woensdag 17
October a. s. in de navolgende orde: Zeven
hoven, 's voormiddags te kwart over tienen,
Nieuwveen te halfelf, Alkemado te elf uren,
Leimuiden 's namiddags te één uur, Ter-Aar
te halftwee, Rijnsaterwoude te kwart over
tweeën, en Woubrugge om halfdrle.
De loting der nationale militie voor de lichting
van 1895 zal voor de gemeente Hillegom plaats
hebben op Zaterdag 13 October a. s., des voor
middags te halfelf te Sassenheim.
De loting voor de gemeente Liase zal ge
houden worden te Sassenheim op Zaterdag
13 October a. s., des voormiddag te halftwaalf.
Het aantal lotelingen bedraagt aldaar 32.
De loting der gemeente Valkenburg zal plaats
hebben te Katwijk op 15 Oct., des namiddags
te twee uren. Het aantal lotelingen bedraagt
er 6, dat der vrijstellingen geen.
De loting voor zooveel betreft de gemeente
Voorschoten zal worden gehouden Vrijdag
19 October a. s., 's morgens te halftwaalf, te
Stompwijk aan den Leidschendara.
In de gemeente Zegwaard zal de loting
plaats hebben op 19 October a. s., des voor-
middags te 11 uren, te Stompwijk aan den
Leidschendam.
Burgemeester en Wethouders van Zeg
waard brengen tor kennis der ingezetenen,
dat het register van inschrijving en daaruit
opgemaakte alphabetische naamlijst van de
in dit jaar voor de lichting van het volgende
jaar voor de nationale militie ingeschrevenen
op de Secretarie der gemeente van heden tot
den 28sten September a. s. voor ieder ter
lezing zijn nedergelegd.
Bedankt is voor het beroep naar de
Ned.-Herv. gemeente te Waarde (cl. Zeeland)
door den heer M. A. Van Rhyn, cand. te
Katwijk aan den Rijn.
De heer jhr. mr. J. H. J. Quarles van
Ufford, burgemeester der gemeente Noordwijk,
is benoemd tot voorzitter van het bestuur
van de afdeeling Noordwijk en Omstreken der
Hollandsche Maatschappij van Landbouw, in
plaats van wijlen den heer W. C. Balkenende.
De dagbladen deelen mede dat de Hertog
van Orleans ook eene woning in Den Haag
zou inrichten.
Volgens de „Echo de Paris" zou, gelijk wij
reeds voor eenige dagen mededeelden, onze
Regeering tegen zijne komst hebben geprotes
teerd en den Hertog alleen vergunnen in
Den Haag te wonen, als hij geone vijandelijke
handelingen jegens de Fransche Regeering
onderneemt.
De „Arnh. Ct." gelooft er niets van: wij
hebben eene „vreemdelingen-wet" en art. 12
van die wet geldt voor hertogen even goed
als voor personen van minderen rang. Er
behoeven geene bijzondere voorwaarden te
worden gesteld voor het gedrag van vreem
delingen, die onze gastvrijheid genieten.
Het vertrek der Koninginnen uit Den
Haag naar Breda op 25 dezer is bepaald op
's morgens kwart over negenen.
H.H. M.M. zullen by hunne reis naar
Breda gebruik maken van een extra-trein der
Hollandsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij en
vergezeld worden door een gevolg, bestaande,
behalve uit den gewonen dienst, uitmevrouw
de baronesse Van Hardenbroek, grootmeeste-
resse; freule Van de Poll, sur intendante
baronesse Rengers, hofdame; jhr. De Ranitz,
particulier secretaris, en baron Bentinck, lsten
stalmeester.
HH. MM. zullen te halfzeven naar de resi
dentie terugkeeren.
De aankomst te Breda is 's voormiddags
10 u. 38 min.
Eene commissie, bestaande uit drie leden
van het bestuur van den Bond van post- en
telegraaf beambten, gevestigd te Amsterdam,
heeft het aangekondigde bezoek gebracht aan
den directeur-generaal der posterijen en tele
graphic. Zy had mot hem een onderhoud, dat
bijna een uur duurde, over eene vermeerdering
van den jaarlykschen verloftijd, eene nieuwe
regeling der traktementen en verschillende
andore dienstzaken.
De antwoorden, door den directeur-generaal
gegeven, hebben bij de commissie de ver
wachting gewekt, dat hare wenechen in goede
aarde zijn gevallen. Nadere bijzonderheden
omtrent het onderhoud zullen meegedeeld
worden op de eerstvolgende vergadering, welke
in October wordt gehouden.
Men schrijft aan de „Haarl. Crt." uit
Konstantinopel, dat Noeri-bey (Chateauneuf),
algemeen secretaris van den minister van
buitenlandsche zaken, op het oogenblik de
meeste kans hoeft om prins Karadja als
Turksch gezant bij ons Hof te vervangen.
Noeri-bey is de zoon van een Franschman,
den heer De Chateauneuf, een Dauphineesch
edelman, die vroeger kolonel in Turkschen
dienst is geweest en zich ten slotte tot den
Islam heeft laten bekeeren.
In het district Eist zijn, naar gemeld
wordt, by de dezer dagen gehouden verkiezing
voor lid der Prov. Staten van Gelderland, drie
processen-verbaal opgemaakt wegens stem-
omkoopery.
Volgens de Londensche „World" wordt
er van gesproken, dat de Nederlandsche
Koningin met de Koningin Regentes het
volgend jaar voor eene geheele maand naar
Abergeldie, in Schotland, zal komen.
Abergeldie behoort aan den heer H. M.
Gordon, wiens geheele landgoed gedurende
de laatste 40 jaren aan Koningin Victoria
verhuurd werd. De Koningin had het willen
koopen, maar haar aanbod is herhaaldeiyk
geweigerd. Het is een fraai gebouw, in den
styi, waarin bijna alle Schotsche kasteelen
gebouwd zyn, en heeriyk gelegen aan de
oevers van de Gelder-Burn, dicht by de
rivier Dee en ODgeveer drie myien van Bal
moral. Ten oosten van Abergeldie is Balmoral
en ten westen Birkhall. De naburige bosschen
zyn vol herten en leveren uitmuntende gele
genheid voor sport op.
Naar men weet, heeft dit bericht over
deze reisplannen onzer Koninginnen reeds
gedurende eenige maanden d_a ronde gedaan
door de Europeesche pers. Onlangs werd het
woer eeos opgewarmd door „Truth" en nu
herhaald door de „World". Tot dusver is de
juistheid nog niet gebleken.
Wy vermelden dergelyke modedeelingen,
die betreffende ons land in buitenlandsche
bladen voorkomen, dan ook alleen ten be-
wyze van de groote belangstelling, welke
elders ten onzen opzichte schynt te bestaan.
Daar het bezoek aan Engeland en Schotland
eerst tegen het volgende jaar wordt aanga
kondigd, zal het b9richt nog wel eenige
malen in verschillenden vorm herhaald
worden, voordat inderdaad een reisplan te
's-Gravenhage is vastgesteld.
Zoo langzamerhand beginnen deze reis
verhalen onzer Koninginnen te behooren tot
de vaste rubriek in de buitenlandsche bladen
over de huweiyksplannen van Koningin
Wilhelmina, die telkens voor den dag
komen, wanneer een buitenlandsche prins
ons land bezoekt. Nu de komkommertyd
uit is, zullen ook deze verhalen allengs wel
verdwynen. (Tel.)
Het bericht van de „Amst. Crt.", dat
dr. W. Göhring het voornomen zou hebben
als consul-generaal van Duitschland af te
treden, is onjuist.
Naar de „Middelb. Ct." verneemt, zal
de heer A. Yan Hooff, hoofdingenieur van
's Ryks Waterstaat in Zeeland, naar Den Haag
worden overgeplaatst, en zal de heer A. A.
Bekaar, benoemd hoofdingenieur van 's Ryks
Waterstaat, de betrekking in Zeeland waar
nemen.
In de „Bazuin" wordt bericht, met ver
zoek van mededeeling door de bladen, dat de
Centrale diaconale conferentie van de Gere
formeerde Kerken den 26sten dezer niet to
Zwollo, maar te Leeuwarden wordt gehouden.
By resolutie van den minister van finan
ciën is tot uitvoering van het koninkiyk bosluit,
omtrent vrystelling van accyns en invoerrecht
voor gedistilleerd voor onderwys-doeleindon
(musea, enz.) bepaald dat onder de instellingen
van onderwys, by het besluit bedoeld, zoowel
de openbare als de byzondere te verstaan zyn.
Wat universiteiten betreft, is als hoofd dor
instelling aan te merken de by de zaak be^
trokken hoogleeraar of de directeur van het
museum, waarvoor do voorwerpen bestemd
zyn, zoodat dezen dc gevorderde verklaring
kunnen afgeven.
Mejuffrouw Johanna Diepenhorst, te
Utrecht, die gedichten vervaardigde by doeken
van Jozef Israels, heeft van don grooten
meester drie etsen van hemzelven ten ge
schenke ontvangen.
Door wyien den heer C. Van Rossem
Pzn., te Rotterdam overleden, is aan de Maat-
schappy tot opvoeding van weezen in het
huisgezin 1000 vermaakt.
Zy plukte een poosje met bare lange, duDne
vingers aan den rooden strik van hare gryzo
ochtendjapon en keek toen juffrouw Leiser
scherp aan, die kaarsrecht op de sofa achter
de ontbyttafel zat en nog steeds de courant Jas.
Adelheid Imhof waa min of meer byziende
en wanneer zy iets wilde bezien, dat meer
dan eene armslengte van haar verwyderd
was, moest zy de groote lichtblauwe oogen
half dichtknypen en tusschen de blonde wim
pers doorstaren, wat haar frisch, fleurig ge
tint gelaat een buitengemeen hoogmoedigen
aanblik gaf. En toch was overigens in hare
gelaatstrekken niet het geringste spoor van
hoogmoed te ontdekkenhaar neusje het
was niet fraai en beslist te klein en te stomp
zotte iets guitigs by aan haar uiteriyk,
terwyi de mond, waarvan de bovenlip iets te
kort en te gespannen was, om zich altyd
over het parelwitte gebit te sluiten, tot lachen
als bestemd scheen. De heldere oogen werden
door blonde wenkbrauwen overschaduwd; on-
mogeiyk kon men bepalen of het blanke voor
hoofd, dat men boven de wenkbrauwen zag be
ginnen, hoog dan wel laag was, want Adelheid
droeg het kroezige, blonde haar tot byna op
de oogen, terwyl het van achteren in eono
enkele wrong te zamen gevlochten was.
Juffrouw Leiser, de dame, die het huishou
den in den huize Imhof bestierde, bemerkte
wel dat Adelheid den blik op haar gericht
hield, doch zy liet het aan het jonge meisje
over het gesprek aan te vangen, om daaruit
hare wenschen en luimen te vernemen. Zy
vouwde bedaard de courant om en zette hare
lectuur aan de andere zyde voort.
„Wat geven ze in de comedie?" vroeg
Adelheid eindeiyk.
Juffrouw Leiser sloeg het blad om, doorliep
vluchtig de advertenties en zei:
„Don Carlo8l"
„Afschuweiyk lieve Hemel, wat 'n ver
velende dag geen comedie geen concert
wat zullen we vandaag uitvoeren?"
„Je hadt immers plan, lieve kind, om van
daag eene zeer interessante visite te maken
„Nu dat is eene geschiedenis van op
zyn hoogst een uur, daar komt de dag met
mee om. Men rydt er heen, blyft vyf minuten
zitten en 't is afgeloopen. Gaat u mee?"
Juffrouw Leieer lachte.
„Ik? Neen, lieve Adelheid, ik heb in het
lezen van de novelle Rafaël volstrekt geene
aanleiding gevonden te verlangen om met
mejuffrouw Sauvago keDnis te maken. Integen
deel, ik vind die novelle zeer zwak; 'k zou
haast zeggen onbeduidend. Ik geloof eigenlyk
dat de lectuur je daérom alleen zoo bevallen
heeft, omdat je in de figuur van den hoofd
persoon den kunstenaar meent te herkenneD,
die je hartje in gloed gezet heeft, toen we
hem in Juni in Wiesbaden en toevallig later
nog eenmaal in Weenen hoorden."
En met haren vinger dreigend, voegde
juffrouw Leiser er aan toe:
„Eene dweperij, die van langen duur schynt
te zyn en waarvan ik het my beklaag, dat
ik ze niet dadeiyk in de kiem gesmoord heb.
Ik dacht echter zoo by mezelve: Myne lieve
Adelheid is, als alle meisjes, licht ontvlambaar
voor een kunstenaar en, evenals zy in den
vorigen winter verrukt was over den eersten
tenor van de opera, is zy het nu over den
knappen, jongen kunstenaar, die zoo goddeiyk
viool-speelt."
Adelheid8 gelaat was met een vuurrooden
gloed overtogen.
„Waaruit maakt u op, dat deze dwepery
van langen duur is?" vroeg zy op hoogen toon.
„Wel, dat ligt voor de hand," meende
juffrouw Leiser, altyd met hetzelfde ver-
schoonende lachje; „toen ik gisteravond by
onzen bloemen-leverancier kwam, om een
bouquet voor den verjaardag van eene myner
vriendinnen te bestellen, verzocht de winkel
juffrouw my of ik wel zoo goed zou willen
zyn aan de freule te zeggen, dat de korf
met bloemen tydig aan het adres van mynheer
Frie8en bezorgd was."
Adelheid gaf geen lucht aan het misnoegen,
dat zich van haar meester maakte over het
onzalig toeval en hare eigen domheid, dat
zy by denzelfden leverancier ter markt wa3
gegaan, die altyd aan de familie Imhof
leverdeop korten toon, met vorschenden blik,
vroeg zy:
„Zult u het aan papa zeggen?"
Voorzichtig antwoordde juffrouw Leiser:
„Dat zou myn plicht zyn," waarop het
jonge meisje trotsch uitriep:
„Ga gerust uw gangl Papa beschermt de
kunst eveneens. Wanneer hy zulke schatten
gelds over heeft, om zich dergelyke dingen
aan te schaffen, hier wees zy op de schil
deryen in olieverf, die in breede, vergulde
lysten aan de met kostbaar behang bedekte
wanden prykten „en de artisten, die ze
geschilderd hebben, bovendien nog steunt en
met geschenken overlaadt, op eene wyzo,
die inderdaad vorstelyk te noemen is, dan
mag de dochter toch wel aan een vioolspeler,
wiens opgaande ster wellicht spoedig alle
bestaande grootheden in de schaduw zal stellen,
een eenvoudïgen korf met bloemen zenden,
zonder haren naam bekend te maken. Ik
bezweer u, dat ik my in de paar regels schrift,
die ik er byvoegde, een oud kunst
minnaar genoemd heb."
De bittere ernst, waarmede zy deze laatste
woorden uitsprak, verried genoegzaam, dat
het haar niet aangenaam geweest zou zyn,
indien juffrouw Leiser er haren papa mede
in kennis gesteld had.
„Lieve Adelheid," zeide juffrouw Leiser,
„het beschermen van de kunst door een man
als uw vader is voor hem geheel iets anders
dan voor u. Me dunkt ook, dat die bloemen
meer den kunstenaar dan de kunst golden.
Intusschen zal ik er niet over sprekenmaar
ik verzoek u toch wel in 't oog te houden,
dat dergelyke romantische handelingen u
zouden kunnen compromitteoren. Want u
verlangen om den schryver van de novelle
Rafaël te leeren kennen, wa3 in den grond
ook een romantisch idee, en het is even
gelukkig als toevallig, dat de redactie u op
uwe vraag kon beriebton, dat H, Sauvago
eqne dame is. Je doet zoo vaak van die dingen,
kind, die aan een welopgevoed meisje geen
pas geven."
Nu zy beloofd had te zullen zwygen, kon
juffrouw Leiser gerust haar hart ophalen aan
deze boetpredikatie, ter geruststelling van
haar eigen geweten, zonder dat zy behoefde
te vreezen by Adelheid uit de gratie te zullen
geraken.
Het jonge meisje antwoordde echter op
een toon, als gevoelde zy zich grooteiyks
verongelykt:
„Wanneer ik al zoo ben, dan is het toch
zeker myne schuld niet. Als ik meer aan
gename afleiding bad, zou ik niet in zulke
romantische dweperyen, zooals u
ze gelieft te noemen, vervallen. Hoe breng
ik den dag door? Met me te vervelen of met
te haken naar den avond, wanneer we oen
of ander uitgangetje hebben, naar de comedio,
naar een partytje of zoo iets van dien aard.
En is er niets, zooals nu byvoorbeeld vandaag,
dan is 't afschuweiyk. Ik kan niet den heelen
dag bloemengieten of stof van de snuiste
ren op myne kamer vegen, die geene ge
legenheid heeft om er op te vallen. Ik kan
niet den heelen dag sigarenkokers voor papa's
aanstaanden verjaardag zitten beschilderen of
altyd maar dóór canapé kussens voor uwe
Kerstmis zitten borduren. Ik kan niet den
heelen dag zitten lezen of met u rondryden,
en ik heb, helaas! geen geld, om eiken dag
in de winkels te gaan en allerlei fraaiigheden
te koopen.
Wordt vervolgd.)