LOMBOK. stemming met den aan te leggen ryweg, tegen stemden de heeren Van der Poel, A. Los en Oosthoek. 5. Namens Burg. en Woth. deelt de Voor zitter mede dat door hun is onderhandeld met eenïge eigtn r n van bruggen te Roelof rends- voen, om ook hen in eigen lom en on derhoud zijnde bruggen door de gemeente over te ntmui tigen eene billijke afkoopsom: door G. Hoogenboom is geboden 25, door L. Hoogenboom en cons, 72, en door G. Castelyn f 100, terwijl door het bestuur van den Veender- en Lykerpolder eene som van 1000 is aangeboden, zoo de gemeento de in den weg liggende polderbruggen in onder houd overneemt; de eerste ophaalbrug zou met eenige verbetering in haren gewonen staat kunnen bleven, de schuifbrug in den Veender- dijk zou vervangen kunnen worden door eene vaste brug, doch in verband met dit laatste zou de brug by G. Casteiyn eene ophaalbrug moeten worden. Burg. en Weth. stellen voor de afkoopsom voor de eerste ophaalbrug en de schuifbrug van den polder te bepalen op ƒ500; het bedrag der afkoopsommen zou dos zijn 772, terwijl de kosten voor het stichten van eene nieuwe ophaalbrug en 4 andere houten of steenen bruggen op 2700 zijn geraamd; deze werken kosten dus dan aan de gemeente 1928, na langdurige deliberatie en toelichting en oitlegging door den Voorzitter wordt met 10 van de 11 stem men beslist ook de bruggen bü G. en L. Hoogenboom door de gemeente te doen over nemen, en wordt besloten de eerste ophaal brug en de schuifbrug des polders voor/500 over te nemen, en in verband met dit ook het aanbod van G. Castelijn aan te nemen, moetende door de ingelanden van den polder hieromtrent nog worden beslist. Tevens wordt geedgevondon dat in eene volgende vergadering zal worden beslist op welke wijze de overge nomen bruggen zullen vervangeu wordenvol gens opgaaf van den gem.-opzichter zouden de kosten van een vaste houten brug 250, on die van een steenen brug 370 beloopen, behalve de aanglooiingen van den grond, wordendo een ophaalbrug op 1200 gerekend. G. Wordt voorlezing gedaan van 2 ver slagen, opgemaakt door den gom.-opzichter omtrent eventueele overname door de gemeente van de brug te Oud-Ade en den weg door Zevenhuizen; de te storten afkoopsom van de brug zou naar berekening van den opz. ƒ1225, en van den weg door Zevenhuizen ƒ3430 mooten zijn; Üoor eenige leden wordt verondersteld dat de onderhoudsplichtigen van den weg zoowel als van de brug, eene der gelijke afkoopsom niet zullen willen storten; na eenige discussion hierover wordt eenparig besloten hun afschriften van de verslagen te xenden, met verzoek zich binnen een bepaaldeQ tijd dienaangaande te verklaren. 7. Is ingekomen eon schrijven van het R.-Kath. Par. Armbestuur te Roelofarendsveen, met het verzoek zoo spoedig mogelijk te voorzien in de vacature, ontstaan door het overlijden van den geneesheer dr. Frans, met mededceling dat dit Armbestuur een salaris van f 600 voor de armenpraktijk toekent. Mot algemeene stemmen wordt goedgevonden B. en W8. te machtigen, ter voorziening in deze vacature eene oproeping op genoemd salaris en oene gemeente jaarwedde van ƒ320 to doen. 8. Betreffende het in de vorige vergadering aangehouden adres van C. Borst, te üyp Wetering, om straf bepalingen te stellen op hot begaan, anders dan te voot, over het openbaar voetpad, gelegen over zijne landerijen; Wordt met algemeene stommon goedgekeurd adressant te kennen te geven dat de Raad hiertoe niet bevoegd is, en er geene termen bestaan dit aan Ged. Staten aan te vragen. 9. Wordt medegedeeld dat Ged. Staten het Raadsbesluit tot het houden der kermissen #an 10 15 Sept. a. s. hebben goedgekeurd. .10. Wordt gelezen eene kennisgeving van lot Bestuur van den Googerpolder, dat door aen in overeenstemming met het Bestuur fan den Veender- en Lykerpolder is besloten les Zondags do sluis te Oude-Wetering voor Jermisschuiten, ploiziervaartuigen, enz. ge- .ioton te houden; dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. 11. De Voorzitter leest voor eene circulaire, ontvangen van eene commissie te Aalsmeer, noudonde verzoek om in deze gemeente eene «clfracte te houden voor de aangerichte schade ioor den hagelslag op Aug. 11. aldaar; Burg. en Weths. meenen hiertoe niet to kunnen overgaandaar vele ingezetenen dezer gemeente ook veel nadoel door dien hagelslag geleden hebben en de oogst dit jaar ovor bet algemeen ongunstig is, hetgeen door do vergadering wordt beaamd. 12. Wordt ter tafel gebracht oen schrijven, onderteokend door verscheidene tuinders (meest haliteolders) uit het Noordveen; daar hunne gewassen bij den jongsten hagelslag geheel zyn verwoest, sn zij dus in hun bestaan grootelijks gerutnoord zjjn, is hun verzoek eene com missie te benoemen, die eene inzameling zal doon, om zoodoende hunne behoefte eenigs- zin8 te lenigen; volgens nauwkeurige be rekening bedraagt hunne schade in het Noordveen f 6700, (de schade op de tuin landen te Roolofarondsvoon en elders in de gemeente bedraagt volgens deskundige op- namo f 120,000); na eenige woordvoering hierover wordt aan B. en Ws. in overweging gegeven adressanten vergunning to geven uit bun midden eene commissie te vormen, die eene openbare inzameling zal kunnen doen. Don hoer E. J. Los, Wethouder, die in Juli il. 26 jaren zitting had in den (Raad wordt oor den Voorzitter namens don Raad, een oepasselyk cadeau, bestaande in een keurig inktstel, aangeboden, en nogmaals toege- wenscht dat by nog vele jaren de belangen der gemeonte met warme toewijding mag behartigen. De heer Los antwoordt hierop op hartelyken toon en spreekt zijn dank uit voor het prachtig geschenk. Waarna, geen der le Jen het woord ver langende, de vergadering wordt gesloten. Gemeenteraad van Wassenaar. Zitting van 28 Augustus. Nadat de vergadering te elf uren door den Voorzitter was geopend, werd ze een oogen- blik geschorst, ten einde de geloofsbrieven te onderzoeken van het opnieuw gekozen Raads lid den heer baron Van Brienen van de Groofce Lindt. Na goedkeuring hiervan wordt de her- kozeue als Raadslid beëedigd en toegelaten, waardoor de Raad alsnu voltallig is. Aan de orue is allereerst: de behandeling omtrent het toestaan van vergoeding aan de wed. Van den Berg, beurtschipper, welke zy geleden heeft door het afsluiten van de vaart. Daar zy toen op hare kosten er in heeft moeten voorzien om de goederen, welke zy anders per schuit kon vervoeren, per as te doen transporteeren, welke kosten zjj raamde op dt ƒ100. Na advies van Burg. en Weths. wordt besloten om haar ƒ50 toe te staan, waarmee echter alle leden zich niet konden vereenigen, aangezien zy toch, blakende uit de overgelegde rokeningen, ƒ97.65 kosten had. Daarna z(jn aan de orde: twee verzoeken om schuren te mogen bouwen, eene door den heer G. Van der Ham en eene door den heer graaf Van Limburg Stirum. Goedgekeurd. Daarna: Nazien van de gemeentekas op 13 Juli jl. Goedgekeurd. Vervolgens: het verzoekschrift, door ver scheidene ingezetenen van Wassenaar onder teekend, om bestrating of bekeiing van de Korklaan, dat tot advies in handen van Burg. en Weths. wordt gesteld. Daarna komt aan de orde de heffing van schoolgeld, welke met algemeene stemmen wordt aangenomen, nadat bepaald is om ver mindering te geven voor meer dan één kind uit één gezin. Door den heer baron Van Pal- landt wordt nog gevraagd of de bijzondere scholen hier geene concurrentie in zouden zien, hetwelk echter bestreden wordt, aan gezien de bijzondere scholen ook^ermindering van schoolgeld zouden toestaan.*— Aangeno men en goedgekeurd. Het voorstel omtrent eene politie verordening op mestputten of zoogenaamde beerputten, om deze voor de volksgezondheid 10 Meter van een welput te houden, ook buiten de kom der gemoonto, daar voor in de kom der gemeente die verordening reeds bestaat, wordt na oenig debat aangenomen. Er wordt besloten cat het verhuren van oen huis, dat de nieuwbenoemdu gomeente- vel J wachter niet bewoont, zal gebeuren, in dien or zich eon huurder voor opdoet. Tot zetters voor de ryks directe belasting wordt herbenoemd de hoer C. J. Kouwen- hoven en is benoemd de heer G. J. Van der Mark, in plaats van den heer J. G. Van dei- Mark, die de gemeento heeft verlaten, en tot plaatsvervangers herbenoemd de heeren J. L. Werdens en J. Rooyakkors. Daarna wordt do gemeente-rekening nage zien, welke aanwast eene ontvangst van ƒ82,009.61 en eene uitgaaf van ƒ81,168.23, zoodat ze sluit met een batig saldo van ƒ841.39, hetwelk op 1894 overgeschreven zal worden, met den post van pensioen, welke b(jna niet is gebruikt, om te verwerken aan den weg in het Oostdorp. Daarop wordt de vergadering gesloten. De Staatscourant" van gisteravond, geda teerd heden, bevat het volgende: Heden (Dinsdag) te 4 uren is het volgende telegram van den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië ontvangen by het Departement van Koloniën „Vervolg telegram gisteren. Binnen vier dagen gaat 2de bataljon naar Lombok en spoedigst aanvulling geleden verliezen, zoo mede sterke artillerie en al wat noodig is tot reconstructie expeditie. Elfde bataljon kan zoo noodig volgen. „Tromp" versterkt scheeps macht. Kolonel Segov is benoemd tot tweeden bevelhebber; Overste De Moulin tot chef van den staf."" „Uit dit telegram blijkt dat oen vorig telo gram van den Gouverneur-Generaal, waarvan herseining is gevraagd, niet door het Depar tement van Koloniën is ontvangen." Er is dus eindelijk officiéél nieuws omtrent de vreeseljjke ramp, welke het Indisch leger heeft getroffen. Voor zooveel mogelijk, werd de inhoud van bovonstaande mededeeling, ontvangen na het afdrukken van ons vorig nommer, nog des avonds per bulletin bekend gemaakt. Uit nadere berichten zal moeten blijken, hoe het heeft kunnen gebeuren, dat men van onze zijde niet beter op zijne hoede is geweest, zoodat zulk eene slachting mogelijk is geworden. Aan de „N. R. Ct." werd mede uit Batavia geseind, dat onze troepen door de Baliërs by Mataram zyn overvallen. Alleen het aantal gesneuvelden verschilt met de reeds gedane opgave. Volgens de „N. R. Ct." sneuvelden 185 man, waarvan 30 officieren dood of ver mist. Hetzelfde telegram meldt, dat onze troepen op Amponan zyn teruggetrokken. In afwachting van de nadere officiöele berichten maakten iotusschon reeds enkele bladen korte opmorkingen over het voorge vallene, dat nu in elk geval ernstiger blykt te zyn geweest dan wy konden veronderstellen by ontvangst van bet eerste bericht, waarin alleen werd medegedeeld dat de cavalerie was verstrooid. Het „N. v. d. D.", van oordeel dat dit treffen herinnert aan de ergste dagen van den Atjeh- oorlog, is toch niet moedeloos. „Hoe ongolukkig de afloop van dit eerste treffen ook moge zyn en hoe diep de geleden verliezen ook betreurd moeten worden, zegt het blad, zoo mag dit geen aanleiding geven tot twyfel aan den goeden eind-uitslag der expeditie. Aan haar hoofd staat een man, wiens mili taire verdiensten groot zyn, die als troepen aanvoerder zyne sporen heeft verdiend, en wiens geheele persoonlijkheid een waarborg levert voor het goed krijgsbeleid, dat zal worden aan den dag gelegd, indien er ge vjchten wordt. Want het is, helaas 1 maar al te waar, dat de Indische krijgsgeschiedenis telkens leert, hoe zeldzaam een militaire expeditie slaagt, die met politiek begint en met politiek alleen wordt voortgezet. Het oogenblik om over deze zfide der Lom- boksche aangelegenheden in beschouwingen te treden, is echter nog lang niet daar. Voor het oogenblik moeten wy er ons toe bepalen, te vertrouwen, dat het verraad, op onze troepen gepleegd, niet enkel zal worden gestraft, maar het voorgevallene zal leiden tot het onder rechtstreeks en geregeld Euro- peesch bestuur brengen van het eiland Lombok. Mocht dat het geval wezen, dan zouden de slachtoffers van den verraderlijken aanval op onze troepen niet voor niet gevallen zijn. Zooveel is thans, wat de feiten aangaat, zeker, dat van een aanval door de Balineezen op oen konvooi of transport geen sprake kan zyn. En of men hier te doen heeft met een nachteiyken overval van een kampement, met een onverhoedsche attaque by eenig militair vertoon, dan wel met een hinderlaag, valt nit de korte telegrapbische berichton niet op te maken." „Evenals het „N. v. d. D." vertrouwt „Do Tyd," dat minister van koloniën ten spoedigste publiciteit zal geven aan alles wat op dit noodlottig voorval betrokking heeft. De reges- ring is aan het Nederlandscho volk de geheele waarheid schuldig, ook ter geruststelling dei- velen in den lande, die thans over het lot van bloedverwanten en vrienden in het verre Oosten in ernstige ongerustheid verkeeren. „De Tyd," die by het boslu t tot uitzending der expeditie reeds de vrees heeft uitge sproken, dat Lombok voor Nederland een tweede Atjeh zou worden, is thans van meening, dat willen wy ons prestige in Indië niet te eenonmale verliezen een voorbeeldige strafoefening noodzakeiyk zal zijn. En het blad zegt dan vervolgens: Genoot Nederland in de laatste jaren weinig van de lusten, aan het bezit van koloniën ver bonden, de lasten werden immer drukkender. Twee groote oorlogen in Indië tegeiyk te noe ten voeren, zou van ons land een inspanning vorderen van alle krachten, en moet land en koloniën op den duur ten verderve sleepen. Niettemin, tegenover de geleden nederlaag, die, als de namen der gesneuvelden bekend worden wie weet hoevelen hier en in Indië in diepen rouw zal dompelen, en welke, om haar staatkundige beteekenis en gevolgen, als een nationale ramp moet beschouwd wor den, past allen, die het wél meenen met het Vaderland, slechts één houding: aaneenslui ting, met ter zyde-stelling zooveel noodig van alle politieke geschillen, ten einde de regeering de gelegenheid en de middelen te schenken, om te herstellen wat nog te herstellen valt en verdere rampen af te weren." De antirevolutionaire „Nederlander" vraagt met verbazing hoe het mogelijk is, dat een troepenmacht als de onze op Lombok, wan neer zy de noodige waakzaamheid gebruikt, had overvallen kunnen worden met het resul taat te mooten terugtrekken, wat wil zeggen verslagen te worden. „Misschien ware het beter geweest," zegt dit blad, „meer te letten op de waarschuwing van den heer Pynacker Hordyk; maar nu eenmaal tot den oorlog besloten was, moest ook met zulk eene kracht en met zulk een tact opgetreden worden, dat de overwinning gewaarborgd was. Bloed, veel bloed heeft er reeds gevloeid. Was dit het gevolg van oorlogskans, of heeft men te veel vertrouwd op de vrede lievende gezindheid der bevolking en den dood van den zelfmoordenaar Anak Agoeng Madé I" Met het oog op hetgeen thans is geschied, kan de vraag van „De Nederlander", of de onechte zoon van den ouden vorst inderdaad wel dood is, geene verwondering meer baren. Doch hoe dit zy, het is te hopen, dat de regeering met de publiceering der geheele waarheid zich zal haasten. De ongerustheid wordt anders te groot en te drukkend. De expeditie van Lombok, die door de noodlottige berichten der laatste dagen op nieuw de aandacht van Nederland tot zich trekt, staat onder het opperbevel van den gen.-maj. J. A. Vetter, met den lsten luiten. H. Kottin g tot adjudant, den gen.-maj. P. P. H. Van Ham tot onder-bevelhebber de gener. staf bestaat uit de heeren H. J. Ha mester, majoor H. P. Willemstyn, kapt., W. R. De Greve, lsten luit. genie, W. H. B. Van der Zwaam, lste luit. inf. De troopenmacht bestaat uit de 6. 7. en 9. bataljons infanterie, cavalerie, artillerie, genie, mil. administratie, geneeskundigen dienst en trein, waarby 109 officieren. De zeemacht bestaat uit Hr. Ms. fregat „Koningin Emma der Nederlanden", Hr. Ms. fregat „Tromp", Hr. Ms pantserdekkorvet „Sumatra" en Hr Ms. flottieljevaartuig „Bor neo", onder commando van den kapitein ter zee H. Quispel met 70 officieren. Het Departement van Koloniën in Den Haag werd heden in den loop van den dag en giste ren bestormd met aanvragen van familie betrekkingen omtrent het lot van hunne ver wanten, die deelnemen aan de expeditie tegen Lombok. Van achtend vooral te 10 uren stond de vestibule van het gebouw vol met dergeiykö personen, waaronder ook vele vrouwen uit verschillende standen, en voor den ingang van het gebouw verdrong zich eene talryke menigte. Allen werden verwezen naar de Staats courant, die de namen der gesneuvelden en gewonden zou mededeelen. Vanwege het Ministerie van Kolo niën is heden het volgende bekend gemaakt: Gisteravond is bij het Departement van Koloniën het achtergebleven telegram van den Gouverneur-Gene raal van Nederlandsch-Indie ontvan gen, waarvan melding is gemaakt in het bericht in de Nederlandsche Staatscourant van heden. Het luidt als volgt: „Generaal Vetter meldt: 25 dezer elf uren 's avonds Tjakra (Negara) overvallen. De beschieting duurde ook den volgenden dag. De verliezen in den loop van 26 dezer waren reeds 14 dooden en 85 gewonden. Geen water was er en fourageering onmogelijk. De verliezen waren toenemend. Te drie uren 's middags werd teruggetrokken naar Mataram. Goe deren werden achtergelaten om de gewonden m wagens te kunnen ver voeren. Onderweg werden weer hevige verliezen geleden. Te Mataram is de toestand nog slecht. Het bivak is prijsgegeven. Des avonds te acht uren kwam de kolonne van overste Bijleveldt uit het binnenland; ze had eveneens zware verliezen geleden. Vivres ontbraken en het bivak was niet te bereiken. De gemeenschap met Amperan is ver broken. Ingesloten zijnde tusschen Tjakra en Mataram was een offensief op treden onzer troepen onmogelijk. Daar de toestand door de vele ge wonden onhoudbaar was, werd den 27sten dezer 's morgens te zes uren door omtrekking zuidwaarts terug getrokken op Amperande verliezen waren toen betrekkelijk gering. Gesneuveld zijn 4 officieren en 63 minderen; gewond 12 offi cieren en 153 minderen; vermist 6 officieren en 146 minderen. Vier veldkanons zijn achtergelaten te Mataram. Omtrent de kolonne van overste v .Lawick van Pabst, die in het binnen land was, is niets bekend. De oorlogsschepen debarkeerden 200 man en landingsgeschut te Amperan. Aanstonds zal eene vergadering plaats hebben van den Raad van Indie met de commandanten van leger en vloot om te beraadslagen over mijn denkbeeld tot het dadelijk zenden van een bataljon infanterie en artillerie. Zoo noodig is er meer beschikbaar. Ik sein u de beslissing" De namen der gesneuvelden en gewonden, voor zoover het telegram die vermeldt, zullen later worden openbaar gemaakt. Ziehier al de namen der officieren van de landmacht, die aan de expeditie deelnamen. Opperbevelhebber: J. A- Vetter, gcneraal-oisjoor, infanterie; H. Kotting, lete luitenant, infanterie, (adjudant). Tweede bevelhebberP. P. H. Tan Ham, generaal- majoor, infanterie. Staf; A. J. Hamorater, majoor; E. P. Wiilematjjn, kapitein; W. R. Do Grove, late luit., genie, (toege voegd); W. H. B. Van der Zwaan, lste luit., inf., (Topogr. dienat). Infanterie: 6do bataljon. H. F. O. Van Bijlevc-ldt, luit.-kolonelG. W. Honigh, lste Init.-adjndant; W. J. O. Creot* Lechleitner, H. 'a Graeuvren, W. J. Iaing, A. E. Kamerman, kapiteins; J. P. C. Eardie, E. A. Van Eappeo, J. H. E. Van do Wal, F. F. F. Fuhrbop, A. C. O. ïfnuch, I. T. Ter Bruggen Hugenholtz, late luitenants; H. Valkenburg, G. A. Vries, L. G. Mua- quetior, J. A. Janaen, O. F. Beem, H. G. E. Grampré Molière. '2do luitenants. 7do bataljon; A. A. Van Blommeatoin, majoor; O. L. Ealfeterman, lste luiL-adj.; J. J. Sehne:der, F. W. H. Tuinonburg, A. Jonker, H. J. Matthes, kapi teins; C. H. Hoedt, D. Dooromane, H. P. Heaaelaar, EL C. T. P. Le Roux G. J. Velds, G. A. T. Altmann, H. W. Muller, lete luitenants; A. Fraoeeen, P. J. B. Hamel, H. J. W. G. Aueeema, jbr. P. A. Alting von Geusau, F. C. R De Groot, 2de luitenants. 9de bataljon. P. Van Lawick van Pabat, luit. kolonel; J. Ilildering, leto luit.-adjudant; J.O. Llnd- green, E. J. D. Scott, W. G. A. O. Chriatan en W N. Scheib, allen kapiteins; J. M. M. F. Yan Hout, J. H. O. Van Dompeeier, J. G. Gerritaeu, O. O. Muach en "W. P. Broekman allen late loite.E. O. Van der Eeyden, H. J. De Jong, E. De Graaf, J. W. Schim, P. Kalff, W. B. Winter en J. D. H. Eeckering, allen 2de luitenante. Cavalerie: C. O. Ra&ymakere, ritmeester; J. T. Van Maren on B. Hendriks, late luitenants. Artillerie: M. B. Ro9t van Tonningen, majoor en A. Van den Bovenkamp, lete loit.-adj. Staf: J. J. Tommlnok on G. C. Mandera, kapiteinsH. U. 8 Boerma en A. Becking, lete luiteraata; G. H. Vrfidag eo P. M. Via, 2de luitenante, veld- en bergartillerie; J. H. Timmer, 2de luit. (Park.); J. J. Hemmes en H. Van Witzenburg, late luit. vesting-artillerie. Ge ie: E. B. F. Ru hu pol, kapiten; C. De Waal, late luit.-adj.; F. W C. Van dor Siaay, lato luit. Intendance: L. O. Van Berg, majoor: N. J. Van den Bont, M. N. Beete, leapiteine; W. L. Kraal, lete luit.; R. F. G. PourolifZ, 0. K. A. Hamakers, C. J. M. Boveus, A. H. J. G. P. Scheepens, F. A. Von Balluaek, allen 2(le loita. Genec8kund gcii dien-t.- -C. J. De Freytag, luitenant- kolonel; J. M. E. Kunert, dr. A. J. Helfrich, dr. H. J. Reader on dr. A. C. Van Dgk, allen kapiteins; S. Ujlaki, J. J. K own ana, W. J. H. Timmermans, H. Eoppeechaar, dr. J. E. Janaen; C. J. Neob en H. F. Roll, allen lste luitenants B. W. Fo guson, niilit. apotheker; H. J. Txouip de Haas,paardenarts. Hulptroepen: P. G. Schmidhamer en B. L Hago- doorn, kapiteins; M. K. W. F. Scheuer, A. Van der Plank, C. O. A. Schroder en G. L. Yan der Waarden, lste luitenants; L. S. Fischer en C. M. L Van Hoog straten. 2do lnircnants. Het „Nieuws van den Dag" publi ceert reeds heden namen van de offi cieren, die op Lombok gesneuveld zijn of gewond werden. Gesneuveld: Generaal-majoor Van Ham, overste Lawick Van Pabst, kapitein Lindgreen Abeleven, lste luitenant Boerma, 2de luitenants Musquetier, Alting Von Geusau, Kalff en lste luit.-adjudant Kotting. Z w aar gewondOversteBijleveld, lste luitenant Fuhrop, kapitein Man- ders Hugenholtz, lste luitenants Doremans en Velds, 2de luitenant Aussems. Licht gewondKapitein 's Graeu- wen, lste luitenant Hardie, 2de luite nants Timmer en Franssen. Vermist: kapitein Kamerman. De kolonne Pabst leed zware ver liezen. Overste L. Swart is benoemd tot bevelhebber van het 2de bataljon aanvullingstroepen. Uit Bataïia ontvangt het „HbL" het vol- gende, heden afgezonden telegram: „Onze troepen zyn by Mataram onverhoeds overvallen en moesten na groote verliezen te hebben geleden, terugtrekken op Ampenam, dat thans versterkt is. Byzonderheden over de toedracht van deze ramp ontbreken no~. Maar de verliezen zyn buitengewoon zwaar. „Yoor zoover thans bekend is, zyn generaal Van Ham, negen officieren en ongeveer hon derd onderofficieren en soldaten gesneuveld. Veertien officieren en ongeveer 160 minderen zyn gewond, en verder werden 6 officieren en 157 minderen vermist, die echter ten deele terechtkomen. „Morgen (Donderdag) vertrekken naar Lom bok vyf stoomschepen: de „Carpentier" met eene battery veld artillerie en eene sectie berg artillerie; de „Coen" met een bat. infanterie, de „Tambora" met 200 man infanterie, en de „Japara" met veld- en vesting-artillerie. De „Maetsuycker" brengt voorts eene sterke troepenaanvulling ovor." Naar men ons hedennamiddag uit Don Haag seint, blykt uit nader door het Departement van Koloniën ontvangen berichten dat de kolonne-Van Lawick Van Pabst (waaromtrent nog niets bekend was) met verliezen, o. a. van den chef zeiven, uit het binnenland van Lombok is teruggekeerd. Nader telegprants In de officièele lyst der gesneuvelden en gewonden, in het hedenochtend gepubliceerd regeerings-telegram, komen onder de namen der gesneuvelden nog niet voor: Overste Van Lawick van Pabst en ook niet kapitein Lind green en luitenant Kalff. De luitenant Boerma wordt onder de zwaar gewonden en niet als gesneuveld vermeld. Van de als vermist opgegeven 148 min deren zyn er teruggekeerd. BUITENLAND. Fraukryk. Het „Journal des Débats" deelt onder voor behoud telegrammen mede uit Saint Louis, in Senegal, meldende dat de Franschen eene nieuwe nederlaag te Timbuctoe hebben geleden, na een gevecht dat 3 dagen duurde. Twee compagnieën werden in de pan gehakt. De regeering heeft echter tot nu toe geene enkele bevestiging ontvangen van deze tyding. - Gisteren zou te Laval de terechtstelling plaats hebben van den abbé Bruneau, die, naar men weet, ter dood werd veroordeeld wegens den moord, door hem op den pastooi van Entrannes gepleegd. De beul Deiblei was reeds aangokomen en eene talryke menigte was op de been gekomen om de terechtstelling by te wonen. De executie werd echter nog op het laatste oogenblik uitgesteld, naar men beweert, op bevel van president Casiraier-Périer. Hot volk was zeer rumoerig, maar keerde rustig huis waarts. Men vertelde, dat president Casimier- Périer, op verzoek van oen Paus, den ver oordeelde de doodstraf zou kwytschelden. Belgl& Alfred Defuisseaux, de beruchte samensteller van den „Volkscatechismus", heeft zyn© be dreiging om naar België terug te keeron, ten uitvoer gebrachtdaar hy kennis had gegeven van zyne aanstaande komst, werd hy door de politie te Quévy opgewacht en naar de gevangenis te Bergen gebracht. Aan het station te Bergen bevonden zich hoogstens twintig personen, meest socialisten, die de politie uitfloten en „leve het canaille!" riepen. Te Frameries, waar algemeen gevlagd werd met roode vlaggen wachtten 6000 personen Defui8seaux tevergeefs op. Maatregelen waren genomen tegen te verwachten wanordeiyk- heden; 12- tot 15,000 werklieden hadden zich

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2