LOMBOK.
stemming met den aan te leggen ryweg, tegen
stemden de heeren Van der Poel, A. Los en
Oosthoek.
5. Namens Burg. en Woth. deelt de Voor
zitter mede dat door hun is onderhandeld met
eenïge eigtn r n van bruggen te Roelof rends-
voen, om ook hen in eigen lom en on
derhoud zijnde bruggen door de gemeente
over te ntmui tigen eene billijke afkoopsom:
door G. Hoogenboom is geboden 25, door
L. Hoogenboom en cons, 72, en door G.
Castelyn f 100, terwijl door het bestuur van
den Veender- en Lykerpolder eene som van
1000 is aangeboden, zoo de gemeento de
in den weg liggende polderbruggen in onder
houd overneemt; de eerste ophaalbrug zou
met eenige verbetering in haren gewonen staat
kunnen bleven, de schuifbrug in den Veender-
dijk zou vervangen kunnen worden door eene
vaste brug, doch in verband met dit laatste
zou de brug by G. Casteiyn eene ophaalbrug
moeten worden. Burg. en Weth. stellen voor
de afkoopsom voor de eerste ophaalbrug en
de schuifbrug van den polder te bepalen op
ƒ500; het bedrag der afkoopsommen zou dos
zijn 772, terwijl de kosten voor het stichten
van eene nieuwe ophaalbrug en 4 andere
houten of steenen bruggen op 2700
zijn geraamd; deze werken kosten dus dan
aan de gemeente 1928, na langdurige
deliberatie en toelichting en oitlegging door
den Voorzitter wordt met 10 van de 11 stem
men beslist ook de bruggen bü G. en L.
Hoogenboom door de gemeente te doen over
nemen, en wordt besloten de eerste ophaal
brug en de schuifbrug des polders voor/500
over te nemen, en in verband met dit ook
het aanbod van G. Castelijn aan te nemen,
moetende door de ingelanden van den polder
hieromtrent nog worden beslist. Tevens wordt
geedgevondon dat in eene volgende vergadering
zal worden beslist op welke wijze de overge
nomen bruggen zullen vervangeu wordenvol
gens opgaaf van den gem.-opzichter zouden de
kosten van een vaste houten brug 250,
on die van een steenen brug 370 beloopen,
behalve de aanglooiingen van den grond,
wordendo een ophaalbrug op 1200 gerekend.
G. Wordt voorlezing gedaan van 2 ver
slagen, opgemaakt door den gom.-opzichter
omtrent eventueele overname door de gemeente
van de brug te Oud-Ade en den weg door
Zevenhuizen; de te storten afkoopsom van
de brug zou naar berekening van den opz.
ƒ1225, en van den weg door Zevenhuizen
ƒ3430 mooten zijn; Üoor eenige leden wordt
verondersteld dat de onderhoudsplichtigen van
den weg zoowel als van de brug, eene der
gelijke afkoopsom niet zullen willen storten;
na eenige discussion hierover wordt eenparig
besloten hun afschriften van de verslagen te
xenden, met verzoek zich binnen een bepaaldeQ
tijd dienaangaande te verklaren.
7. Is ingekomen eon schrijven van het
R.-Kath. Par. Armbestuur te Roelofarendsveen,
met het verzoek zoo spoedig mogelijk te
voorzien in de vacature, ontstaan door het
overlijden van den geneesheer dr. Frans, met
mededceling dat dit Armbestuur een salaris
van f 600 voor de armenpraktijk toekent.
Mot algemeene stemmen wordt goedgevonden
B. en W8. te machtigen, ter voorziening in
deze vacature eene oproeping op genoemd
salaris en oene gemeente jaarwedde van ƒ320
to doen.
8. Betreffende het in de vorige vergadering
aangehouden adres van C. Borst, te üyp
Wetering, om straf bepalingen te stellen op
hot begaan, anders dan te voot, over het
openbaar voetpad, gelegen over zijne landerijen;
Wordt met algemeene stommon goedgekeurd
adressant te kennen te geven dat de Raad
hiertoe niet bevoegd is, en er geene termen
bestaan dit aan Ged. Staten aan te vragen.
9. Wordt medegedeeld dat Ged. Staten het
Raadsbesluit tot het houden der kermissen
#an 10 15 Sept. a. s. hebben goedgekeurd.
.10. Wordt gelezen eene kennisgeving van
lot Bestuur van den Googerpolder, dat door
aen in overeenstemming met het Bestuur
fan den Veender- en Lykerpolder is besloten
les Zondags do sluis te Oude-Wetering voor
Jermisschuiten, ploiziervaartuigen, enz. ge-
.ioton te houden; dit schrijven wordt voor
kennisgeving aangenomen.
11. De Voorzitter leest voor eene circulaire,
ontvangen van eene commissie te Aalsmeer,
noudonde verzoek om in deze gemeente eene
«clfracte te houden voor de aangerichte schade
ioor den hagelslag op Aug. 11. aldaar;
Burg. en Weths. meenen hiertoe niet to
kunnen overgaandaar vele ingezetenen dezer
gemeente ook veel nadoel door dien hagelslag
geleden hebben en de oogst dit jaar ovor
bet algemeen ongunstig is, hetgeen door do
vergadering wordt beaamd.
12. Wordt ter tafel gebracht oen schrijven,
onderteokend door verscheidene tuinders (meest
haliteolders) uit het Noordveen; daar hunne
gewassen bij den jongsten hagelslag geheel zyn
verwoest, sn zij dus in hun bestaan grootelijks
gerutnoord zjjn, is hun verzoek eene com
missie te benoemen, die eene inzameling zal
doon, om zoodoende hunne behoefte eenigs-
zin8 te lenigen; volgens nauwkeurige be
rekening bedraagt hunne schade in het
Noordveen f 6700, (de schade op de tuin
landen te Roolofarondsvoon en elders in de
gemeente bedraagt volgens deskundige op-
namo f 120,000); na eenige woordvoering
hierover wordt aan B. en Ws. in overweging
gegeven adressanten vergunning to geven uit
bun midden eene commissie te vormen, die
eene openbare inzameling zal kunnen doen.
Don hoer E. J. Los, Wethouder, die in Juli
il. 26 jaren zitting had in den (Raad wordt
oor den Voorzitter namens don Raad, een
oepasselyk cadeau, bestaande in een keurig
inktstel, aangeboden, en nogmaals toege-
wenscht dat by nog vele jaren de belangen
der gemeonte met warme toewijding mag
behartigen. De heer Los antwoordt hierop op
hartelyken toon en spreekt zijn dank uit
voor het prachtig geschenk.
Waarna, geen der le Jen het woord ver
langende, de vergadering wordt gesloten.
Gemeenteraad van Wassenaar.
Zitting van 28 Augustus.
Nadat de vergadering te elf uren door den
Voorzitter was geopend, werd ze een oogen-
blik geschorst, ten einde de geloofsbrieven te
onderzoeken van het opnieuw gekozen Raads
lid den heer baron Van Brienen van de Groofce
Lindt. Na goedkeuring hiervan wordt de her-
kozeue als Raadslid beëedigd en toegelaten,
waardoor de Raad alsnu voltallig is.
Aan de orue is allereerst: de behandeling
omtrent het toestaan van vergoeding aan de
wed. Van den Berg, beurtschipper, welke zy
geleden heeft door het afsluiten van de vaart.
Daar zy toen op hare kosten er in heeft
moeten voorzien om de goederen, welke zy
anders per schuit kon vervoeren, per as te
doen transporteeren, welke kosten zjj raamde
op dt ƒ100. Na advies van Burg. en Weths.
wordt besloten om haar ƒ50 toe te staan,
waarmee echter alle leden zich niet konden
vereenigen, aangezien zy toch, blakende uit
de overgelegde rokeningen, ƒ97.65 kosten had.
Daarna z(jn aan de orde: twee verzoeken
om schuren te mogen bouwen, eene door den
heer G. Van der Ham en eene door den heer
graaf Van Limburg Stirum. Goedgekeurd.
Daarna: Nazien van de gemeentekas op
13 Juli jl. Goedgekeurd.
Vervolgens: het verzoekschrift, door ver
scheidene ingezetenen van Wassenaar onder
teekend, om bestrating of bekeiing van de
Korklaan, dat tot advies in handen van Burg.
en Weths. wordt gesteld.
Daarna komt aan de orde de heffing van
schoolgeld, welke met algemeene stemmen
wordt aangenomen, nadat bepaald is om ver
mindering te geven voor meer dan één kind
uit één gezin. Door den heer baron Van Pal-
landt wordt nog gevraagd of de bijzondere
scholen hier geene concurrentie in zouden
zien, hetwelk echter bestreden wordt, aan
gezien de bijzondere scholen ook^ermindering
van schoolgeld zouden toestaan.*— Aangeno
men en goedgekeurd.
Het voorstel omtrent eene politie verordening
op mestputten of zoogenaamde beerputten,
om deze voor de volksgezondheid 10 Meter
van een welput te houden, ook buiten de
kom der gemoonto, daar voor in de kom der
gemeente die verordening reeds bestaat, wordt
na oenig debat aangenomen.
Er wordt besloten cat het verhuren van
oen huis, dat de nieuwbenoemdu gomeente-
vel J wachter niet bewoont, zal gebeuren, in
dien or zich eon huurder voor opdoet.
Tot zetters voor de ryks directe belasting
wordt herbenoemd de hoer C. J. Kouwen-
hoven en is benoemd de heer G. J. Van der
Mark, in plaats van den heer J. G. Van dei-
Mark, die de gemeento heeft verlaten, en tot
plaatsvervangers herbenoemd de heeren J. L.
Werdens en J. Rooyakkors.
Daarna wordt do gemeente-rekening nage
zien, welke aanwast eene ontvangst van
ƒ82,009.61 en eene uitgaaf van ƒ81,168.23,
zoodat ze sluit met een batig saldo van
ƒ841.39, hetwelk op 1894 overgeschreven
zal worden, met den post van pensioen, welke
b(jna niet is gebruikt, om te verwerken aan
den weg in het Oostdorp.
Daarop wordt de vergadering gesloten.
De Staatscourant" van gisteravond, geda
teerd heden, bevat het volgende:
Heden (Dinsdag) te 4 uren is het volgende
telegram van den Gouverneur-Generaal van
Ned.-Indië ontvangen by het Departement van
Koloniën
„Vervolg telegram gisteren. Binnen vier
dagen gaat 2de bataljon naar Lombok en
spoedigst aanvulling geleden verliezen, zoo
mede sterke artillerie en al wat noodig is
tot reconstructie expeditie. Elfde bataljon kan
zoo noodig volgen. „Tromp" versterkt scheeps
macht. Kolonel Segov is benoemd tot tweeden
bevelhebber; Overste De Moulin tot chef van
den staf.""
„Uit dit telegram blijkt dat oen vorig telo
gram van den Gouverneur-Generaal, waarvan
herseining is gevraagd, niet door het Depar
tement van Koloniën is ontvangen."
Er is dus eindelijk officiéél nieuws omtrent
de vreeseljjke ramp, welke het Indisch leger
heeft getroffen.
Voor zooveel mogelijk, werd de inhoud van
bovonstaande mededeeling, ontvangen na het
afdrukken van ons vorig nommer, nog des
avonds per bulletin bekend gemaakt.
Uit nadere berichten zal moeten blijken,
hoe het heeft kunnen gebeuren, dat men
van onze zijde niet beter op zijne hoede is
geweest, zoodat zulk eene slachting mogelijk
is geworden.
Aan de „N. R. Ct." werd mede uit Batavia
geseind, dat onze troepen door de Baliërs by
Mataram zyn overvallen. Alleen het aantal
gesneuvelden verschilt met de reeds gedane
opgave. Volgens de „N. R. Ct." sneuvelden
185 man, waarvan 30 officieren dood of ver
mist. Hetzelfde telegram meldt, dat onze
troepen op Amponan zyn teruggetrokken.
In afwachting van de nadere officiöele
berichten maakten iotusschon reeds enkele
bladen korte opmorkingen over het voorge
vallene, dat nu in elk geval ernstiger blykt te
zyn geweest dan wy konden veronderstellen
by ontvangst van bet eerste bericht, waarin
alleen werd medegedeeld dat de cavalerie
was verstrooid.
Het „N. v. d. D.", van oordeel dat dit treffen
herinnert aan de ergste dagen van den Atjeh-
oorlog, is toch niet moedeloos.
„Hoe ongolukkig de afloop van dit eerste
treffen ook moge zyn en hoe diep de geleden
verliezen ook betreurd moeten worden, zegt
het blad, zoo mag dit geen aanleiding geven
tot twyfel aan den goeden eind-uitslag der
expeditie.
Aan haar hoofd staat een man, wiens mili
taire verdiensten groot zyn, die als troepen
aanvoerder zyne sporen heeft verdiend, en
wiens geheele persoonlijkheid een waarborg
levert voor het goed krijgsbeleid, dat zal
worden aan den dag gelegd, indien er ge
vjchten wordt.
Want het is, helaas 1 maar al te waar, dat de
Indische krijgsgeschiedenis telkens leert, hoe
zeldzaam een militaire expeditie slaagt, die
met politiek begint en met politiek alleen
wordt voortgezet.
Het oogenblik om over deze zfide der Lom-
boksche aangelegenheden in beschouwingen
te treden, is echter nog lang niet daar.
Voor het oogenblik moeten wy er ons toe
bepalen, te vertrouwen, dat het verraad, op
onze troepen gepleegd, niet enkel zal worden
gestraft, maar het voorgevallene zal leiden
tot het onder rechtstreeks en geregeld Euro-
peesch bestuur brengen van het eiland Lombok.
Mocht dat het geval wezen, dan zouden de
slachtoffers van den verraderlijken aanval op
onze troepen niet voor niet gevallen zijn.
Zooveel is thans, wat de feiten aangaat,
zeker, dat van een aanval door de Balineezen
op oen konvooi of transport geen sprake
kan zyn.
En of men hier te doen heeft met een
nachteiyken overval van een kampement, met
een onverhoedsche attaque by eenig militair
vertoon, dan wel met een hinderlaag, valt nit
de korte telegrapbische berichton niet op te
maken."
„Evenals het „N. v. d. D." vertrouwt „Do
Tyd," dat minister van koloniën ten spoedigste
publiciteit zal geven aan alles wat op dit
noodlottig voorval betrokking heeft. De reges-
ring is aan het Nederlandscho volk de geheele
waarheid schuldig, ook ter geruststelling dei-
velen in den lande, die thans over het lot van
bloedverwanten en vrienden in het verre Oosten
in ernstige ongerustheid verkeeren.
„De Tyd," die by het boslu t tot uitzending
der expeditie reeds de vrees heeft uitge
sproken, dat Lombok voor Nederland een
tweede Atjeh zou worden, is thans van meening,
dat willen wy ons prestige in Indië niet
te eenonmale verliezen een voorbeeldige
strafoefening noodzakeiyk zal zijn.
En het blad zegt dan vervolgens:
Genoot Nederland in de laatste jaren weinig
van de lusten, aan het bezit van koloniën ver
bonden, de lasten werden immer drukkender.
Twee groote oorlogen in Indië tegeiyk te noe
ten voeren, zou van ons land een inspanning
vorderen van alle krachten, en moet land en
koloniën op den duur ten verderve sleepen.
Niettemin, tegenover de geleden nederlaag,
die, als de namen der gesneuvelden bekend
worden wie weet hoevelen hier en in
Indië in diepen rouw zal dompelen, en welke,
om haar staatkundige beteekenis en gevolgen,
als een nationale ramp moet beschouwd wor
den, past allen, die het wél meenen met het
Vaderland, slechts één houding: aaneenslui
ting, met ter zyde-stelling zooveel noodig van
alle politieke geschillen, ten einde de regeering
de gelegenheid en de middelen te schenken,
om te herstellen wat nog te herstellen valt
en verdere rampen af te weren."
De antirevolutionaire „Nederlander" vraagt
met verbazing hoe het mogelijk is, dat een
troepenmacht als de onze op Lombok, wan
neer zy de noodige waakzaamheid gebruikt,
had overvallen kunnen worden met het resul
taat te mooten terugtrekken, wat wil zeggen
verslagen te worden.
„Misschien ware het beter geweest," zegt
dit blad, „meer te letten op de waarschuwing
van den heer Pynacker Hordyk; maar nu
eenmaal tot den oorlog besloten was, moest
ook met zulk eene kracht en met zulk een
tact opgetreden worden, dat de overwinning
gewaarborgd was.
Bloed, veel bloed heeft er reeds gevloeid.
Was dit het gevolg van oorlogskans, of
heeft men te veel vertrouwd op de vrede
lievende gezindheid der bevolking en den dood
van den zelfmoordenaar Anak Agoeng Madé I"
Met het oog op hetgeen thans is geschied,
kan de vraag van „De Nederlander", of de
onechte zoon van den ouden vorst inderdaad
wel dood is, geene verwondering meer baren.
Doch hoe dit zy, het is te hopen, dat de
regeering met de publiceering der geheele
waarheid zich zal haasten. De ongerustheid
wordt anders te groot en te drukkend.
De expeditie van Lombok, die door de
noodlottige berichten der laatste dagen op
nieuw de aandacht van Nederland tot zich
trekt, staat onder het opperbevel van den
gen.-maj. J. A. Vetter, met den lsten luiten.
H. Kottin g tot adjudant, den gen.-maj. P.
P. H. Van Ham tot onder-bevelhebber de
gener. staf bestaat uit de heeren H. J. Ha
mester, majoor H. P. Willemstyn, kapt., W.
R. De Greve, lsten luit. genie, W. H. B.
Van der Zwaam, lste luit. inf.
De troopenmacht bestaat uit de 6. 7. en 9.
bataljons infanterie, cavalerie, artillerie, genie,
mil. administratie, geneeskundigen dienst en
trein, waarby 109 officieren.
De zeemacht bestaat uit Hr. Ms. fregat
„Koningin Emma der Nederlanden", Hr. Ms.
fregat „Tromp", Hr. Ms pantserdekkorvet
„Sumatra" en Hr Ms. flottieljevaartuig „Bor
neo", onder commando van den kapitein ter
zee H. Quispel met 70 officieren.
Het Departement van Koloniën in Den Haag
werd heden in den loop van den dag en giste
ren bestormd met aanvragen van familie
betrekkingen omtrent het lot van hunne ver
wanten, die deelnemen aan de expeditie tegen
Lombok. Van achtend vooral te 10 uren
stond de vestibule van het gebouw vol met
dergeiykö personen, waaronder ook vele
vrouwen uit verschillende standen, en voor
den ingang van het gebouw verdrong zich
eene talryke menigte.
Allen werden verwezen naar de Staats
courant, die de namen der gesneuvelden en
gewonden zou mededeelen.
Vanwege het Ministerie van Kolo
niën is heden het volgende bekend
gemaakt:
Gisteravond is bij het Departement
van Koloniën het achtergebleven
telegram van den Gouverneur-Gene
raal van Nederlandsch-Indie ontvan
gen, waarvan melding is gemaakt
in het bericht in de Nederlandsche
Staatscourant van heden.
Het luidt als volgt:
„Generaal Vetter meldt: 25 dezer
elf uren 's avonds Tjakra (Negara)
overvallen. De beschieting duurde
ook den volgenden dag.
De verliezen in den loop van 26
dezer waren reeds 14 dooden en 85
gewonden. Geen water was er en
fourageering onmogelijk. De verliezen
waren toenemend.
Te drie uren 's middags werd
teruggetrokken naar Mataram. Goe
deren werden achtergelaten om de
gewonden m wagens te kunnen ver
voeren.
Onderweg werden weer hevige
verliezen geleden. Te Mataram is de
toestand nog slecht. Het bivak is
prijsgegeven.
Des avonds te acht uren kwam de
kolonne van overste Bijleveldt uit het
binnenland; ze had eveneens zware
verliezen geleden. Vivres ontbraken
en het bivak was niet te bereiken. De
gemeenschap met Amperan is ver
broken.
Ingesloten zijnde tusschen Tjakra
en Mataram was een offensief op
treden onzer troepen onmogelijk.
Daar de toestand door de vele ge
wonden onhoudbaar was, werd den
27sten dezer 's morgens te zes uren
door omtrekking zuidwaarts terug
getrokken op Amperande verliezen
waren toen betrekkelijk gering.
Gesneuveld zijn 4 officieren
en 63 minderen; gewond 12 offi
cieren en 153 minderen; vermist
6 officieren en 146 minderen.
Vier veldkanons zijn achtergelaten
te Mataram.
Omtrent de kolonne van overste
v .Lawick van Pabst, die in het binnen
land was, is niets bekend.
De oorlogsschepen debarkeerden
200 man en landingsgeschut te
Amperan.
Aanstonds zal eene vergadering
plaats hebben van den Raad van
Indie met de commandanten van
leger en vloot om te beraadslagen
over mijn denkbeeld tot het dadelijk
zenden van een bataljon infanterie en
artillerie.
Zoo noodig is er meer beschikbaar.
Ik sein u de beslissing"
De namen der gesneuvelden en
gewonden, voor zoover het telegram
die vermeldt, zullen later worden
openbaar gemaakt.
Ziehier al de namen der officieren van de
landmacht, die aan de expeditie deelnamen.
Opperbevelhebber: J. A- Vetter, gcneraal-oisjoor,
infanterie; H. Kotting, lete luitenant, infanterie,
(adjudant).
Tweede bevelhebberP. P. H. Tan Ham, generaal-
majoor, infanterie.
Staf; A. J. Hamorater, majoor; E. P. Wiilematjjn,
kapitein; W. R. Do Grove, late luit., genie, (toege
voegd); W. H. B. Van der Zwaan, lste luit., inf.,
(Topogr. dienat).
Infanterie: 6do bataljon. H. F. O. Van Bijlevc-ldt,
luit.-kolonelG. W. Honigh, lste Init.-adjndant; W.
J. O. Creot* Lechleitner, H. 'a Graeuvren, W. J. Iaing,
A. E. Kamerman, kapiteins; J. P. C. Eardie, E. A.
Van Eappeo, J. H. E. Van do Wal, F. F. F. Fuhrbop,
A. C. O. ïfnuch, I. T. Ter Bruggen Hugenholtz, late
luitenants; H. Valkenburg, G. A. Vries, L. G. Mua-
quetior, J. A. Janaen, O. F. Beem, H. G. E. Grampré
Molière. '2do luitenants.
7do bataljon; A. A. Van Blommeatoin, majoor; O.
L. Ealfeterman, lste luiL-adj.; J. J. Sehne:der, F.
W. H. Tuinonburg, A. Jonker, H. J. Matthes, kapi
teins; C. H. Hoedt, D. Dooromane, H. P. Heaaelaar,
EL C. T. P. Le Roux G. J. Velds, G. A. T. Altmann,
H. W. Muller, lete luitenants; A. Fraoeeen, P. J. B.
Hamel, H. J. W. G. Aueeema, jbr. P. A. Alting von
Geusau, F. C. R De Groot, 2de luitenants.
9de bataljon. P. Van Lawick van Pabat, luit.
kolonel; J. Ilildering, leto luit.-adjudant; J.O. Llnd-
green, E. J. D. Scott, W. G. A. O. Chriatan en W
N. Scheib, allen kapiteins; J. M. M. F. Yan Hout,
J. H. O. Van Dompeeier, J. G. Gerritaeu, O. O. Muach
en "W. P. Broekman allen late loite.E. O. Van der
Eeyden, H. J. De Jong, E. De Graaf, J. W. Schim,
P. Kalff, W. B. Winter en J. D. H. Eeckering, allen
2de luitenante.
Cavalerie: C. O. Ra&ymakere, ritmeester; J. T. Van
Maren on B. Hendriks, late luitenants.
Artillerie: M. B. Ro9t van Tonningen, majoor en
A. Van den Bovenkamp, lete loit.-adj. Staf: J. J.
Tommlnok on G. C. Mandera, kapiteinsH. U. 8
Boerma en A. Becking, lete luiteraata; G. H. Vrfidag
eo P. M. Via, 2de luitenante, veld- en bergartillerie;
J. H. Timmer, 2de luit. (Park.); J. J. Hemmes en
H. Van Witzenburg, late luit. vesting-artillerie.
Ge ie: E. B. F. Ru hu pol, kapiten; C. De Waal,
late luit.-adj.; F. W C. Van dor Siaay, lato luit.
Intendance: L. O. Van Berg, majoor: N. J. Van
den Bont, M. N. Beete, leapiteine; W. L. Kraal, lete
luit.; R. F. G. PourolifZ, 0. K. A. Hamakers, C. J.
M. Boveus, A. H. J. G. P. Scheepens, F. A. Von
Balluaek, allen 2(le loita.
Genec8kund gcii dien-t.- -C. J. De Freytag, luitenant-
kolonel; J. M. E. Kunert, dr. A. J. Helfrich, dr. H.
J. Reader on dr. A. C. Van Dgk, allen kapiteins;
S. Ujlaki, J. J. K own ana, W. J. H. Timmermans,
H. Eoppeechaar, dr. J. E. Janaen; C. J. Neob en
H. F. Roll, allen lste luitenants B. W. Fo guson,
niilit. apotheker; H. J. Txouip de Haas,paardenarts.
Hulptroepen: P. G. Schmidhamer en B. L Hago-
doorn, kapiteins; M. K. W. F. Scheuer, A. Van der
Plank, C. O. A. Schroder en G. L. Yan der Waarden,
lste luitenants; L. S. Fischer en C. M. L Van Hoog
straten. 2do lnircnants.
Het „Nieuws van den Dag" publi
ceert reeds heden namen van de offi
cieren, die op Lombok gesneuveld
zijn of gewond werden.
Gesneuveld: Generaal-majoor
Van Ham, overste Lawick Van
Pabst, kapitein Lindgreen Abeleven,
lste luitenant Boerma, 2de luitenants
Musquetier, Alting Von Geusau, Kalff
en lste luit.-adjudant Kotting.
Z w aar gewondOversteBijleveld,
lste luitenant Fuhrop, kapitein Man-
ders Hugenholtz, lste luitenants
Doremans en Velds, 2de luitenant
Aussems.
Licht gewondKapitein 's Graeu-
wen, lste luitenant Hardie, 2de luite
nants Timmer en Franssen.
Vermist: kapitein Kamerman.
De kolonne Pabst leed zware ver
liezen. Overste L. Swart is benoemd
tot bevelhebber van het 2de bataljon
aanvullingstroepen.
Uit Bataïia ontvangt het „HbL" het vol-
gende, heden afgezonden telegram:
„Onze troepen zyn by Mataram onverhoeds
overvallen en moesten na groote verliezen te
hebben geleden, terugtrekken op Ampenam, dat
thans versterkt is. Byzonderheden over de
toedracht van deze ramp ontbreken no~. Maar
de verliezen zyn buitengewoon zwaar.
„Yoor zoover thans bekend is, zyn generaal
Van Ham, negen officieren en ongeveer hon
derd onderofficieren en soldaten gesneuveld.
Veertien officieren en ongeveer 160 minderen
zyn gewond, en verder werden 6 officieren en
157 minderen vermist, die echter ten deele
terechtkomen.
„Morgen (Donderdag) vertrekken naar Lom
bok vyf stoomschepen: de „Carpentier" met
eene battery veld artillerie en eene sectie berg
artillerie; de „Coen" met een bat. infanterie,
de „Tambora" met 200 man infanterie, en de
„Japara" met veld- en vesting-artillerie. De
„Maetsuycker" brengt voorts eene sterke
troepenaanvulling ovor."
Naar men ons hedennamiddag uit Don Haag
seint, blykt uit nader door het Departement
van Koloniën ontvangen berichten dat de
kolonne-Van Lawick Van Pabst (waaromtrent
nog niets bekend was) met verliezen, o. a. van
den chef zeiven, uit het binnenland van Lombok
is teruggekeerd.
Nader telegprants
In de officièele lyst der gesneuvelden en
gewonden, in het hedenochtend gepubliceerd
regeerings-telegram, komen onder de namen der
gesneuvelden nog niet voor: Overste Van
Lawick van Pabst en ook niet kapitein Lind
green en luitenant Kalff.
De luitenant Boerma wordt onder de zwaar
gewonden en niet als gesneuveld vermeld.
Van de als vermist opgegeven 148 min
deren zyn er teruggekeerd.
BUITENLAND.
Fraukryk.
Het „Journal des Débats" deelt onder voor
behoud telegrammen mede uit Saint Louis,
in Senegal, meldende dat de Franschen eene
nieuwe nederlaag te Timbuctoe hebben geleden,
na een gevecht dat 3 dagen duurde. Twee
compagnieën werden in de pan gehakt.
De regeering heeft echter tot nu toe geene
enkele bevestiging ontvangen van deze tyding.
- Gisteren zou te Laval de terechtstelling
plaats hebben van den abbé Bruneau, die,
naar men weet, ter dood werd veroordeeld
wegens den moord, door hem op den pastooi
van Entrannes gepleegd. De beul Deiblei
was reeds aangokomen en eene talryke
menigte was op de been gekomen om de
terechtstelling by te wonen.
De executie werd echter nog op het laatste
oogenblik uitgesteld, naar men beweert, op
bevel van president Casiraier-Périer. Hot volk
was zeer rumoerig, maar keerde rustig huis
waarts. Men vertelde, dat president Casimier-
Périer, op verzoek van oen Paus, den ver
oordeelde de doodstraf zou kwytschelden.
Belgl&
Alfred Defuisseaux, de beruchte samensteller
van den „Volkscatechismus", heeft zyn© be
dreiging om naar België terug te keeron, ten
uitvoer gebrachtdaar hy kennis had gegeven
van zyne aanstaande komst, werd hy door
de politie te Quévy opgewacht en naar de
gevangenis te Bergen gebracht. Aan het station
te Bergen bevonden zich hoogstens twintig
personen, meest socialisten, die de politie
uitfloten en „leve het canaille!" riepen. Te
Frameries, waar algemeen gevlagd werd
met roode vlaggen wachtten 6000 personen
Defui8seaux tevergeefs op. Maatregelen waren
genomen tegen te verwachten wanordeiyk-
heden; 12- tot 15,000 werklieden hadden zich