Ilk 10577.
Donderdag 10 Augustus.
A0. 1894.
(§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
leiden, 15 Augustus.
Feuilleton.
Door de tclcplioon gered.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAÏTT:
Voor Leiden per 8 maanden. 1
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
140.
0.06.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
6 regels 105. Iedere regel meer 0.17j. Grooter#
Van 1
letters naar plaatsruimte,
wordt 0.05 berekend.
Voor het mcasseeren bulten de stad
Eerste Blad.
De aandacht xjj gevestigd op de in dit
blad voorkomende advertentie van de Leidsche
Handelsbedienden-Vereeniging .Kennis is
Macht", omtrent inschrijving van leerlingen
voor de cursussen en gelegenheid tot een
cursus in handelsrecht. Hebben we voor
eenigen tijd breedvoerig deze Vereeniging,
haar werken, streven, doel en nut besproken,
thans kunnen we dientengevolge volstaan met
deze herinnering.
De minister van binneniandsche zaken
heeft met ingang van 1 Sept. a. s., op zjjn
verzoek, eervol ontslag verleend aan dr. C.
Hoitsema, als assistent voor de scheikunde
aan de Rijks universiteit te Leiden.
Als rechtspersoon is erkend de .Runder
en Varkensslagers-vereeniging", te Leiden.
Voor het examen Fransch, 1. o., zfcjn
geslaagd de dames H. J. Ntfland, van Hazers-
woude, en S. L. Kühlman, van Leiden; en
de heer D. Douma, van Nieuwerbrug a/d. Ryn.
Voor de hoofdakte is toegolaten de heer
A. Van der Meer, van Leiderdorp.
Er bestaat gelegenheid tot verzending der
correspondentie naar Nederl.-Oost Indië (met
uitzondering van Atjeh en Padang), door
middel van het stoomschip „Gedé", van
Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore
alhier moeten de brieven, enz. uiteriyk Zater
dag-morgen om 7.60 bezorgd z\jn.
Do wjjze van verzending behoort duidelijk
op het adres vermeld te worden.
Men schrift ons uit Oegstgeest: Heden,
15 Augustus, herdenkt de weleorw. heer W.
F. Roozen, pastoor te Oegstgeest, den dag,
waarop hjj vóór 25 jaren priester werd. Men
heeft dezen dag niet onopgemerkt voorbij
willen laten gaan, hoewel dit feest meer een
huishoudelijk en kerkelijk karakter draagt.
Voor de kerklaan hoeft men eene prachtige
eerepoort opgericht, terwjjl er ook voor de
woning van den jubilaris eene is geplaatst.
De laan zelve en het inwendige van de kerk
z(jn mede keurig versierd. Reeds gisteren
wapperde van vele woningen der ingezetenen
de vaderlandsche driekleur met een wimpel
met de Pauselijke kleuren. De armen van z(jne
gemeente werden dezen dag met vergeten;
zij werden onthaald op brood, spek en worst.
Tot post- en telegrambesteller te Haar
lemmermeer is benoemd J. Boom Jan., aldaar,
en zulks in de plaats van J. De Vos, die van
af 1 Aug. jl. eervol ontslagen is met recht
op aanspraak van pensioen.
Tot hulpbode is benoemd Hk. De Graaf.
Tot onderwijzer aan de openbare school
te Aalsmeer is benoemd de beer R. J. Rooden-
boog, onderwijzer te Amsterdam.
Zaterdag 18 Augustus a. s. zal het 25
jaar geleden zijn, dat de heer J. Van der
Linden Sr., te Alfen, optrad als directeur van
de stoombootmaatschappij „De Vereeniging."
Naar men verneemt, zal h(j met Januari a. s.
zijn directeurschap nederleggen, terwijl alsdan
zijne zoons zeer zeker die betrekking zullen
overnemen.
„De Residentie Bode" bevat de volgende
bijzonderheden omtrent de levensgeschiedenis
van den nieuwen Commissaris der Koningin
in Noord-Brabant:
Mr. Arthur Eduard Joseph baron van Voorst
tot Voorst, telg uit een der edelste geslach
ten van Overjjsel, werd den 13den December
1868 op den Huize Westerveld, onder Eist,
(O.-B.) geboren.
In 1886 promoveerde h(j aan de Ryks-
universiteit te Leiden.
Korten tyd later legde hy het examen af
voor candidaat-notaris, als hoedanig hy ge
durende een tweetal jaren te Huissen werk
zaam was.
In 1887 word hy tot burgemeester dier
gemeente benoemd, terwyi het provinciaal
kiesdistrict Eist hem in den zomer van 1889
ter vervanging van zyn vader naar Gelre's
gewestelyken Raad afvaardigde. In den voor
zomer van 1893 nam hy eveneens diens zetel
in als lid der Gedeputeerde Staten, nadat
mr. De Neree van Babberich, die dien zetel
van af 1889 bad ingenomen, tot den Raad
van State was geroepen.
Aan Z. K. H. den Groothertog van Luxem
burg werd by gelegenheid van diens jaardag
door het bestuur van de 2de sectie van het
Metalen Kruis te Rotterdam het buitengewoon
lidmaatschap der Vereeniging aangeboden.
Het daarop ontvangen antwoord, waarby
Z. K. H. de Groothertog verklaart met genoegen
de onderscheiding, hem door stryders van
1830/31 als mannen van eer en moedige en
flinke soldaten aangeboden, aan te nemen, is
thans in druk aan de leden en eere leden
verzonden.
De groothertog van Saksen-Weimar en
diens dochter de hertogin van Mecklemburg
brachten heden HH MM. de Koninginnen op
het paleis te Soestdyk een bezook.
Te Zwolle iB in 51-jarigen ouderdom
overleden de heer L. M. L. De Haan, gepen-
sionnoerd kapitein ter zee.
H. M. de Koningin heeft 200 on H. M.
de Koningin-Regentes heeft 125 geschonken
aan de afdeeling Kralingen van het Neder-
landsch Werklieden-Verbond, ter tegemoet
koming in de flnantièele moeilykheden, waarin
de afdeeling zich bevindt.
Tot directeur der stearine-kaarsenfabriek
„Gouda", te Gouda, (in de plaats van wyien
den heer J. Steens Zynen), is benoemd de heer
Versyl, procuratiehouder der fabriek.
Op de tentoonstelling van de Rotterdam-
sche Kunst club, te Scheveningen, is het groote
doek „Venetië," van den jeugdigen schilder
S. Sarluis, verkocht.
De gemeenteraad van Soest heeft ƒ200
beschikbaar gesteld om op den verjaardag van
H. M. de Koningin de leerlingen van alle
openbare en byzondere scholen te onthalen.
Te Deventer is op 68 jarigen leeftyd over
leden mevr. de wed. E. J. G. Baumhauer
Vetmenger. Mevrouw Baumhauer steunde
vele liefdadige en andere instellingen en was
eene stille weldoenster der armen. Voor de
opleiding van jeudige musici had zy steeds
hare beurs open. Op muzikaal gebied had zy
bovendien een goeden naam. Op de concerten
voor „Unis par les sons de la musique"
heeft zy zich zeer dikwyis als pianiste doen
hooren.
Men verneemt dat de mailboot van do
Maatschappy „Zeeland", waarmede H.H. M.M.
de Koninginnen by hun bezoek aan Zeeland
een tochtje op de Schelde zullen maken, zal
zyn de dagmailboot „Nederland", comman
dant de heer D. W. Van Boven.
Verder meldt men dat reeds voor een zeer
belangryk bedrag is ingeteekend voor het aan
H.H. M.M. aan te bieden Zeeuwsch kostuum
met de daarby behoorende gouden en zilveren
sieraden.
Aan den te Vlissingen te houden optocht
zal worden deelgenomen door 600 werklieden
van de werklieden-vereenlgingen „De 8chelde",
„Patrimonium" en „R K. Volksbond". Ook
zullen 6 muziekcorpsen, w. o. de stafmuziek
corpsen van de Kon. Ned. marino, het 3de
en 6de reg. inf., hieraan deelnemen. De ge-
heele optocht zal ongeveer 1000 personen
tellen. De feestcommissie voor de versiering
heeft van de gemeente een subsidie van
ƒ1000 ontvangen.
Ter voldoening aan het bepaalde by arti
kel 14 der wet van 4 April 1870 wordt door
den minister van financiën bekend gemaakt,
dat op 1 dezer, overeenkomstig het bepaalde by
artikel llAfo der wet van 22 Dec. 1863, zooals
die is gewyzigd by de wet van 7 Aug. 1888,
aan de Nederlandsche Bank in onderpand was
gegeven een bedrag van ƒ6,000,000 in schat
kistbiljetten, en dat daarop een voorschot was
verstrekt van f 3,593,095.20. Sts.-Cl
By gelegenheid van bet bezoek van H. M
de Koningin en do Koningin-Weduwe-Regentes
aan Willemsoord in de eerste helft van Sept.
a. s. zullen de beide Vorstinnen o. a. een
bezoek afleggen op Hr. Ms. pantserdekschip
„Koningin Wilhelmina der Nederlanden".
Voor die gelegenheid zal Hr. Ms. raderschip
„Valk" in dienst worden gesteld en zullen
HH. MM. tevens eene revue houden over de
te Willemsoord aanwezige scheepsmacht. Alle
in dienst zynde schepen uit andere direction
zullen te dien einde naar Willemsoord worden
gedirigeerd, ton einde de scheepsmacht aldaar
zoo groot raogelyk te doen zyn. Het geheel
belooft een zeldzaam militair schouwspel te
zullen worden.
De 2de luit. G. A. Leers, van het 4de
reg. inf. te Gouda, wordt 1 October a. s. ge
detacheerd by het 1ste reg. vost.-art. te
Utrecht tot het volgen van een cursus.
Het stoomschip „Merapi" arriveerde 14
Aug. van Rotterdam te Batavia; de „Obdam"
arriveerde 13 Aug. van Rotterdam te Nieuw-
Yorkde „Prins Hendrik", van Batavia naar
Amsterdam, vertrok 14 Aug. van Port-Said;
de „Soenda", van Tjilatjap naar Amsterdam,
vertrok 13 Aug. van Port-Said; de „Deucalion",
van Batavia en Singapore naar Amsterdam,
passeerde 13 Aug. Suez; do „P. Caland" arri
veerde 13 Aug. van Amsterdam te Nieuw-
York; de „Prinses Amalia", van Amsterdam
naar Batavia, arriveerde 14 Aug. te Port-Said
de „Prinses Wilhelmina", van Batavia naar
Amsterdam, passeerde 14 Aug. Kaap St.-Vin-
cent; de „Veendam" arriveerde 14 Aug. van
Nieuw-York te Rotterdam; de „Admiral", van
de Oostkust van Afrika naar Vlissingen en
Hamburg, is 14 Aug. Suez gepasseerd; de
„Prinses Sophie", van Amsterdam naar Batavia,
vertrok 14 Aug. van Southampton.
By koninklijk besluit is vergund aan dr.
P. P. M. Alberdingk Thym, hoogleeraar aan
de vrye katholieke universiteit te Leuven, het
aannemen der versiorselen van ridder der Bel
gische orde van Leopold.
Aan A. J. Borghstyn, burgemeestor van
Zuidzande, toestemming verleend om voor den
duur zyner benoeming als zoodanig, te Sluis
te biyven wonen.
Aan mej. J. L. M. Devisscber, geb. te Gent,
mej. C. Radermacher, geb. te Garzweiler, en
mej. A. J. I. Ferié, geb. te Schöppingen, ver
gunning verleend tot het geven van lager
onderwys hier te lande, mits zy overigens
aan de daartoe by de wet gevorderde ver-
eischten voldoen.
Met ingang van 1 October a. s., aan den
tydelyk gep. officier van gez. 1ste kl. by de
zeemacht B. Bakker, opnieuw voor den tyd
van 5 jaren toegekend het hem bij kon. be
sluit van 23 Sept. 1889 verleende pensioen
en verhoogd pensioen, ten gozameniyken be
drage van ƒ1100 'sjaars.
Pensioen verleend aan: J. H. Bolte, ƒ106;
A. J. J. Van de Werd, ƒ146; P. C. Schoon-
acker, 63; B. Van der Veer, 233; J. N.
Levsen, ƒ201; B. Meylink, ƒ1863; A. Van
Brougel, ƒ213 'sjaars.
Aan den commies der telegraphie lste kl.
J. R. Von Bonnen, op zyn verzoek, wegens
lichaamsgebreken, eervol ontslag verleend uit
zyne betrekking met ingang van 1 Oct. a. s.
Gemengd Nieuws.
Toen hedenmiddag de Stadhuis
klok twaalf uren sloeg in plaats van één uur,
dacht menigeen alhier aan brand en een per
soon, die de Hooglandsche Kerkgracht pas
seerde, haastte zich om de Weesburgers te
waarschuwen, die dan ook spoedig mot hunne
brandspuit gereed waren om water te gaan
geren. Dit was echter niet noodig, omdat er
geen brand was, maar men alleen te doen
had met een slagwerkabuis.
Jeugdige dronkaards. Gister
namiddag tusschen 4 en 5 uren zyn door agenten
van politie van den kant van den Ryswyk
schen weg te 's-Gravenhage op hec commis
sariaat aan de Nieuwe Haven aldaar aange
bracht 5 knapen tusschen de 7 en 13 jaar,
die zich zoodanig aan sterken drank hadden
te buiten gegaan, dat alle vyf smoordronken
waren. Eén dezer jongens was dermate be
schonken, dat hy per brancard moest worden
overgebracht. Men wist nog niet hoe zy in
dien toestand geraakt waren.
Eene groote menigte volgcie de jeugdige
dronkaards by hunne overbrenging naar het
bureel.
Het O. M. by de Haagsche recht
bank vorderde voor eene zwervende vrouw,
die in eene slaapstee te Delft een beddelakon
ontvreemdde en dit, naar zy beweerde uit
armoede, ten eigen bate verkocht, 9 maanden;
voor den vertegenwoordiger der Rotter-
damsche Glazenwasschery en Puibewassching
te Delft, die de aldaar door hem ten behoeve
van genoemde wasschery ontvangen gelden
ad ƒ27.50 verduisterde, ten gevolge waarvan
het vertrouwen in die wasschery zoodanig
verloren ging, dat de filiaal te Delft werd op
geheven, 6 maanden;—en voor een slager
uit Rotterdam, die by oen spekslager t®
's-Gravenhage een vaatje met gezouten var-
kensdarmen ontvreemdde, niet het oogmerk
om zich dit wederrochtelyk toe te eigenen,
5 maanden gevangenisstraf.
Uitspraak in deze zaken over 8 dagen.
De secretaris der Belgische 1 e-
gatie te 's Gravenhage, baron De Wyckersloot,
is in de vorige week het slachtoffer geweest
van eene lage aanranding.
Tegen middernacht naar zyne woning op do
Plaats terugkeerende, zat op de stoop onder
de marquise voor de deur van bet gebouw
een kerel, scliynbaar in duttende houding.
Toen de baron dezen verzocht op zydo te
gaan, daar hy niet in huis kon, richtte do
kerel zich plotseling op en bracht den baroa
onverhoeds een slag tegen 't hoofd toe, waar
door hy 't bewustzijn verloor. Tot zichzelvor
teruggekeerd, was de kerel verdwenen eo
miste de baron later zyne portefouille met
aanzienlijke geldswaarde.
De dader is nog niet bekend.
In de meermalen vermelde zaak
van don getailieerden bloembollenbandela&r,
H. R. Buddenborg, tot vernietiging van het
vonnis, waarby zyne faillietverklaring werd
uitgesproken, is gisteren door de rechtbank
te Haarlem uitspraak gedaan, en de opposant
verklaard kwaad opposant en het faillisse
ment gehandhaafd.
Door het venten met socialio-
tische bladen ontstond eergisteravond in do
Spuistraat te 's Hage een relletje, dat zich
langs Poten en Binnenhof voortzette. Ver
schillende socialisten kregen het te kwaad
met burgers en de politie. Op het Buitenhof
was men byna slaags geraakt, daar de houaing
van het volk, dat langzamerhand begon op
te dringen, allesbehalve vriendscbappeiyk voor
de socialisten was.
Beducht voor lyfsgevaar, wisten dezen dcor
een overhaast wegloopen naar het koffiehuis
van hun partygenuot in het Hulstraatjo te ont
komen aan eene vervolging. De politie dreef
de nieuwsgierigen voor het bierhuis uiteen.
Op het landgoed „Clingendaa 1,"
waar Zaterdag jl. fiere rossen, van zessen
klaar, of edele, fijngebouwde telgangers
elkander in harddravery of wedren het „num
mer één" betwistten, en waar Zondag de
le en van „Nimrod" in nationalen kamp biyk
gaven van hunne behendigheid met de vuur
wapenen, is thans een geheel andere wed-
stryd in gang.
Evenals een paar jaren geleden heeft baron
Van Brienen, de eigenaar van „Clingen 'aal,"
een elftal Engelsche cricketspelers te gast;
en dit elftal, een van de beste, dat aan gene
3»
„Ik ben niet bang, juffrouw Mina; als hy
maar op u gelykt, moet hy een zeer bemin
nelijk man zyn en het zou my aangenaam
wezen, kennis met hem te maken. Maar ik zal
hem niet opwachten, ik beloof hem een vr(J-
geleide. Wil-u nu de taart laten halen?"
„Ik zal er nog eens over nadenken, myn
heer Liebig. In elk geval myn dank voor uwe
vriendeiykbeidl En nu, gegroet, ik heb geen
tyd voor particuliere gesprekken."
„Gegroet, juffrouw Minal"
Dien dag was Mina des namiddags vry,
on één uur stond zy hare plaats af aan de
intusschen verschenen opvolgster en ging naar
huis. Zy verheugde zich in het vooruitzicht,
na het middageten wat te kunnen wandelen,
eene ontspanning, die zy dringend noodig had.
Toen zü voorbij den winkel van Schilling
kwam, herinnerde zü zich het geschenk van
Liebig. Een plotseling besluit uitvoerend, trad
zij den winkel binnen en zag, dat, behalve
twee dames, die bij een tafeltje koffie zaten
te drinken, geene andere gasten aanwezig
waren. Schoorvoetend kwam zü nader en
vroeg naar de taart van den heer Liebig. Zü
werd haar oogenblikkelük ter hand gesteld,
en Mina bloosde, toen zy bemerkte, dat het
eene zeer dure taart wae.
Met zekere haast verliet zy den banket
bakkerswinkel en spoedde zich naar huis. Zy
besloot de taart voor Eugeniue' verjaardag
te bestemmen. En inderdaad prykto de taart
den volgenden morgon op de tafel, maar
wekte by Eugenius lang niet die vrougde,
welke hem de gummi-stempel schonk.
Vroeger dan anders moest Mina naar het
bureau. Nauwelyks was de dienst begonnen,
of zy belde Liebig op, om hem te bedanken.
Zy deelde hem mede, dat haar broeder jarig
was, en dat zy hem de taart vereerd had,
maar zy kon niet nalaten, hem nogmaals te
danken voor de attentie.
„U heeft my met do aanneming een ge
noegen gedaan, juffrouw Mina!" verklaarde
Liebig. „Vandaag heb ik echter nog een ver
zoek aan u, het geldt bet sluiten van een
zeer grooten postik zal vandaag zeer dik
wyis aansluiting moeten hebben, vooral dezen
namiddag; is u vandaag in dienst?"
,Ja, ik biyf den gebeelen dag hierl"
„Dan verzoek ik u vriendelyk, my vlug
te bedienen, juffrouw Minal"
Inderdaad begon des namiddags een druk
telephoniech verkeer tusschen Liebig, Rose
en Heinstedt, dat byna onafgebroken voort
duurde. Mina hoorde, dat het eene laken-
leverantie voor een bedrag van zestigduizend
mark betrof, die Liebig als agent voor Rose
en Heinstedt bezorgde. De betaling zou den
volgenden dag in wiBsels plaats hebben.
Nauwelyks was het onderhoud met Liebig
afgeloopen, of er begon eone reeks van ge
sprekken tusschen Rose en Kolzow, tusschen
Kolzow en Heinstedt, tusschen Heinstedt en
Rose. Ook deze gesprekken liepen over de
genoemde zaak, maar in geheel anderen zin.
Mina luisterde zoo nieuwsgierig, dat zü voor
de eerste maal in haar leven haren dienet
veronachtzaamde. Datgene echter, wat zy
hoorde, kwam haar zeer eigenaardig, byna
verdacht voor. Wel werd zy er niet recht
wys uit, want de sprekenden beriepen zich
op intusschen plaats gevonden persoonlyke
gesprekken, maar dit wae haar duidelyk: er
was iets niet in den haak, en de drie waren
er op uit, Liebig op de eene of andere wüze
te benadeelen. Kon zy hom maar eene waar
schuwing doen toekomen! Maar in welken
vorm? En mocht zy dat wel doen?
Nadenkend en neerslachtig ging zy des
avonds naar huis, waar zy oen klein gezel
schap vond, dat den verjaardag van Eugenius
vierde. Het was haar eene behoefte, zich aan
de onechuldige vroolykheid over te geven, en
eerst lang na middernacht kwam zy in slaap.
IH.
Heinrich Liebig deed de morgenpost af.
Onder de ingekomen brieven bevond or zich één
waarvan het adres met de echryfmacbine ge
maakt wae. Liebig opende het couvert met
een pennemee en vond daarin een blad papier,
waarop oen paar regels, eveneens met de
schryfmachine geschreven. Deze luidden als
volgt; „Neem u in acht voor het sluiten van
den post met Rose en Heinstedt. De zaak is
niet in den haak. Heinstedt en Rose hebben
zich van buitenlandecbe passen voorzien. Staat
gü niet in relatie met een Rus, die in het
hotel „De Kroonprins" logeert?"
Liebig was verbluft. Vandaag zou de groote
post in laken gesloten worden. Op aandraDg
van Rose en Heinstedt had Liebig by de
fabrieken, wier agent hy was, de goederen
telegraphi8ch besteld. De goederen waren aan
gekomen en lagen aan het station. Hier
zouden Rose en Heinstedt de goederen in
ontvangst nemen en de wissels in betaling
geven. Deze wissels waren getrokken op eenige
groote bankiers in do provincie, wier soliditeit
buiten kyf was. Eveneens waren de infor
maties, die Liebig omtrent Rose on Heinstedt
had ingewonnen, voldoende gebleken.
Nu kwam eensklaps deze anonieme waar
schuwing. Was zy het werk van een con
current, die niet wilde, dat de zaak tot. stand
kwam? Een anonieme briefschryver verdient
nooit veel aandacht, maar er biyft toch altijd
zekere verdenking achter, als men door een
ongeteekenden brief gewaarschuwd wordt.
Eene zekere ongerustheid, een wantrouwen
maakt zich van den ontvanger van den brief
meester.
Zoo ging het ook Liebig. Zonder den ano-
niemen brief zou by in elk goval nooit ge-
twyfeld hebben aan de echtheid der wissels,
die hem nog donzelfden voormiddag door Rose
en Heinstedt ter hand gestold werden. Hy
zoude ze onmiddeliyk aan de fabrikanten ge
zonden hebben, dio het laken geleverd hadden,
en zou tegenover deze fabrikanten voor de
som verantwoordeiyk gebleven zyn. Nu echter
verzond hy, op gevaar af van zyne handels
vrienden te krenken, aan een der betrokken
bankiers een telegram, waarin by vroeg, hem
te seinen, of het huis een wissel van twaalf
duizend mark, betaalbaar over drie weken,
op hot Boriyn8che bankiersbuis Mollhaue; &Co.
afgegeven had. Reeds na een paar uur ont
ving Liebig het antwoord, inhoudende dat
der firma niets van dien wiiisel bokend wae.
Men vroeg toezending van den wissel.
Dit antwoord maakte Liebige handelsvrien
den zeer verdacht. Nu moest hy aannemen,
dat ook hot andere waar was, wat de ano
nieme briefschryver hem medegedeeld had,
dat nameiyk Roso en Heinstedt zich van
buitenlandsche passen voorzien hadden.
Hy besloot evenwel nog eene poging te
doen Een groot Berlynsch bankiershuis stond
op de rugzijde van een wissel voor een bedrag
van viorentwintig duizend mark, en in de
boeken van dit bankiershuis moest dit in elk
geval genoteerd zijn. Het gelukte Liebig, den
directeur der k persooniyk te spreken,
en deze beval onmiddeliyk een onderzoek.
Het bloek weldra dat zulk een wissel niet
door de banden der Bank gegaan was Ja,
nog meer! Toen boekhouder en kassier der
Bank den wissel nader onderzochten, ver
klaarden zü terstond, dat de onderteekening
der Bank nagemaakt was. Ook het stempel
der Bank, dat luidde: „Voor ons aan de order
van den heer die en die, Berlyn, 14 Mei"
wees verschil aan met het werkeiyke stempel.
De ondertoekening der Bankdirecteuren was
wel is waar sprekend goiykend, maar weldra
kon geconstateerd worden, dat zoowel do
drukletters van het endossement alsook de
onderteekening in elk geval met een gummi
stempel, die naar het origiueel gekopieerd
was, gemaakt waren.
{Slot volgt.)