Ilk 10577. Donderdag 10 Augustus. A0. 1894. (§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <gon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. leiden, 15 Augustus. Feuilleton. Door de tclcplioon gered. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAÏTT: Voor Leiden per 8 maanden. 1 Franco per post Afzonderlijke Nommers f 1.10. 140. 0.06. PRIJS DER ADVERTENTIEN: 6 regels 105. Iedere regel meer 0.17j. Grooter# Van 1 letters naar plaatsruimte, wordt 0.05 berekend. Voor het mcasseeren bulten de stad Eerste Blad. De aandacht xjj gevestigd op de in dit blad voorkomende advertentie van de Leidsche Handelsbedienden-Vereeniging .Kennis is Macht", omtrent inschrijving van leerlingen voor de cursussen en gelegenheid tot een cursus in handelsrecht. Hebben we voor eenigen tijd breedvoerig deze Vereeniging, haar werken, streven, doel en nut besproken, thans kunnen we dientengevolge volstaan met deze herinnering. De minister van binneniandsche zaken heeft met ingang van 1 Sept. a. s., op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend aan dr. C. Hoitsema, als assistent voor de scheikunde aan de Rijks universiteit te Leiden. Als rechtspersoon is erkend de .Runder en Varkensslagers-vereeniging", te Leiden. Voor het examen Fransch, 1. o., zfcjn geslaagd de dames H. J. Ntfland, van Hazers- woude, en S. L. Kühlman, van Leiden; en de heer D. Douma, van Nieuwerbrug a/d. Ryn. Voor de hoofdakte is toegolaten de heer A. Van der Meer, van Leiderdorp. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nederl.-Oost Indië (met uitzondering van Atjeh en Padang), door middel van het stoomschip „Gedé", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven, enz. uiteriyk Zater dag-morgen om 7.60 bezorgd z\jn. Do wjjze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. Men schrift ons uit Oegstgeest: Heden, 15 Augustus, herdenkt de weleorw. heer W. F. Roozen, pastoor te Oegstgeest, den dag, waarop hjj vóór 25 jaren priester werd. Men heeft dezen dag niet onopgemerkt voorbij willen laten gaan, hoewel dit feest meer een huishoudelijk en kerkelijk karakter draagt. Voor de kerklaan hoeft men eene prachtige eerepoort opgericht, terwjjl er ook voor de woning van den jubilaris eene is geplaatst. De laan zelve en het inwendige van de kerk z(jn mede keurig versierd. Reeds gisteren wapperde van vele woningen der ingezetenen de vaderlandsche driekleur met een wimpel met de Pauselijke kleuren. De armen van z(jne gemeente werden dezen dag met vergeten; zij werden onthaald op brood, spek en worst. Tot post- en telegrambesteller te Haar lemmermeer is benoemd J. Boom Jan., aldaar, en zulks in de plaats van J. De Vos, die van af 1 Aug. jl. eervol ontslagen is met recht op aanspraak van pensioen. Tot hulpbode is benoemd Hk. De Graaf. Tot onderwijzer aan de openbare school te Aalsmeer is benoemd de beer R. J. Rooden- boog, onderwijzer te Amsterdam. Zaterdag 18 Augustus a. s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat de heer J. Van der Linden Sr., te Alfen, optrad als directeur van de stoombootmaatschappij „De Vereeniging." Naar men verneemt, zal h(j met Januari a. s. zijn directeurschap nederleggen, terwijl alsdan zijne zoons zeer zeker die betrekking zullen overnemen. „De Residentie Bode" bevat de volgende bijzonderheden omtrent de levensgeschiedenis van den nieuwen Commissaris der Koningin in Noord-Brabant: Mr. Arthur Eduard Joseph baron van Voorst tot Voorst, telg uit een der edelste geslach ten van Overjjsel, werd den 13den December 1868 op den Huize Westerveld, onder Eist, (O.-B.) geboren. In 1886 promoveerde h(j aan de Ryks- universiteit te Leiden. Korten tyd later legde hy het examen af voor candidaat-notaris, als hoedanig hy ge durende een tweetal jaren te Huissen werk zaam was. In 1887 word hy tot burgemeester dier gemeente benoemd, terwyi het provinciaal kiesdistrict Eist hem in den zomer van 1889 ter vervanging van zyn vader naar Gelre's gewestelyken Raad afvaardigde. In den voor zomer van 1893 nam hy eveneens diens zetel in als lid der Gedeputeerde Staten, nadat mr. De Neree van Babberich, die dien zetel van af 1889 bad ingenomen, tot den Raad van State was geroepen. Aan Z. K. H. den Groothertog van Luxem burg werd by gelegenheid van diens jaardag door het bestuur van de 2de sectie van het Metalen Kruis te Rotterdam het buitengewoon lidmaatschap der Vereeniging aangeboden. Het daarop ontvangen antwoord, waarby Z. K. H. de Groothertog verklaart met genoegen de onderscheiding, hem door stryders van 1830/31 als mannen van eer en moedige en flinke soldaten aangeboden, aan te nemen, is thans in druk aan de leden en eere leden verzonden. De groothertog van Saksen-Weimar en diens dochter de hertogin van Mecklemburg brachten heden HH MM. de Koninginnen op het paleis te Soestdyk een bezook. Te Zwolle iB in 51-jarigen ouderdom overleden de heer L. M. L. De Haan, gepen- sionnoerd kapitein ter zee. H. M. de Koningin heeft 200 on H. M. de Koningin-Regentes heeft 125 geschonken aan de afdeeling Kralingen van het Neder- landsch Werklieden-Verbond, ter tegemoet koming in de flnantièele moeilykheden, waarin de afdeeling zich bevindt. Tot directeur der stearine-kaarsenfabriek „Gouda", te Gouda, (in de plaats van wyien den heer J. Steens Zynen), is benoemd de heer Versyl, procuratiehouder der fabriek. Op de tentoonstelling van de Rotterdam- sche Kunst club, te Scheveningen, is het groote doek „Venetië," van den jeugdigen schilder S. Sarluis, verkocht. De gemeenteraad van Soest heeft ƒ200 beschikbaar gesteld om op den verjaardag van H. M. de Koningin de leerlingen van alle openbare en byzondere scholen te onthalen. Te Deventer is op 68 jarigen leeftyd over leden mevr. de wed. E. J. G. Baumhauer Vetmenger. Mevrouw Baumhauer steunde vele liefdadige en andere instellingen en was eene stille weldoenster der armen. Voor de opleiding van jeudige musici had zy steeds hare beurs open. Op muzikaal gebied had zy bovendien een goeden naam. Op de concerten voor „Unis par les sons de la musique" heeft zy zich zeer dikwyis als pianiste doen hooren. Men verneemt dat de mailboot van do Maatschappy „Zeeland", waarmede H.H. M.M. de Koninginnen by hun bezoek aan Zeeland een tochtje op de Schelde zullen maken, zal zyn de dagmailboot „Nederland", comman dant de heer D. W. Van Boven. Verder meldt men dat reeds voor een zeer belangryk bedrag is ingeteekend voor het aan H.H. M.M. aan te bieden Zeeuwsch kostuum met de daarby behoorende gouden en zilveren sieraden. Aan den te Vlissingen te houden optocht zal worden deelgenomen door 600 werklieden van de werklieden-vereenlgingen „De 8chelde", „Patrimonium" en „R K. Volksbond". Ook zullen 6 muziekcorpsen, w. o. de stafmuziek corpsen van de Kon. Ned. marino, het 3de en 6de reg. inf., hieraan deelnemen. De ge- heele optocht zal ongeveer 1000 personen tellen. De feestcommissie voor de versiering heeft van de gemeente een subsidie van ƒ1000 ontvangen. Ter voldoening aan het bepaalde by arti kel 14 der wet van 4 April 1870 wordt door den minister van financiën bekend gemaakt, dat op 1 dezer, overeenkomstig het bepaalde by artikel llAfo der wet van 22 Dec. 1863, zooals die is gewyzigd by de wet van 7 Aug. 1888, aan de Nederlandsche Bank in onderpand was gegeven een bedrag van ƒ6,000,000 in schat kistbiljetten, en dat daarop een voorschot was verstrekt van f 3,593,095.20. Sts.-Cl By gelegenheid van bet bezoek van H. M de Koningin en do Koningin-Weduwe-Regentes aan Willemsoord in de eerste helft van Sept. a. s. zullen de beide Vorstinnen o. a. een bezoek afleggen op Hr. Ms. pantserdekschip „Koningin Wilhelmina der Nederlanden". Voor die gelegenheid zal Hr. Ms. raderschip „Valk" in dienst worden gesteld en zullen HH. MM. tevens eene revue houden over de te Willemsoord aanwezige scheepsmacht. Alle in dienst zynde schepen uit andere direction zullen te dien einde naar Willemsoord worden gedirigeerd, ton einde de scheepsmacht aldaar zoo groot raogelyk te doen zyn. Het geheel belooft een zeldzaam militair schouwspel te zullen worden. De 2de luit. G. A. Leers, van het 4de reg. inf. te Gouda, wordt 1 October a. s. ge detacheerd by het 1ste reg. vost.-art. te Utrecht tot het volgen van een cursus. Het stoomschip „Merapi" arriveerde 14 Aug. van Rotterdam te Batavia; de „Obdam" arriveerde 13 Aug. van Rotterdam te Nieuw- Yorkde „Prins Hendrik", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 14 Aug. van Port-Said; de „Soenda", van Tjilatjap naar Amsterdam, vertrok 13 Aug. van Port-Said; de „Deucalion", van Batavia en Singapore naar Amsterdam, passeerde 13 Aug. Suez; do „P. Caland" arri veerde 13 Aug. van Amsterdam te Nieuw- York; de „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 14 Aug. te Port-Said de „Prinses Wilhelmina", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 14 Aug. Kaap St.-Vin- cent; de „Veendam" arriveerde 14 Aug. van Nieuw-York te Rotterdam; de „Admiral", van de Oostkust van Afrika naar Vlissingen en Hamburg, is 14 Aug. Suez gepasseerd; de „Prinses Sophie", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 14 Aug. van Southampton. By koninklijk besluit is vergund aan dr. P. P. M. Alberdingk Thym, hoogleeraar aan de vrye katholieke universiteit te Leuven, het aannemen der versiorselen van ridder der Bel gische orde van Leopold. Aan A. J. Borghstyn, burgemeestor van Zuidzande, toestemming verleend om voor den duur zyner benoeming als zoodanig, te Sluis te biyven wonen. Aan mej. J. L. M. Devisscber, geb. te Gent, mej. C. Radermacher, geb. te Garzweiler, en mej. A. J. I. Ferié, geb. te Schöppingen, ver gunning verleend tot het geven van lager onderwys hier te lande, mits zy overigens aan de daartoe by de wet gevorderde ver- eischten voldoen. Met ingang van 1 October a. s., aan den tydelyk gep. officier van gez. 1ste kl. by de zeemacht B. Bakker, opnieuw voor den tyd van 5 jaren toegekend het hem bij kon. be sluit van 23 Sept. 1889 verleende pensioen en verhoogd pensioen, ten gozameniyken be drage van ƒ1100 'sjaars. Pensioen verleend aan: J. H. Bolte, ƒ106; A. J. J. Van de Werd, ƒ146; P. C. Schoon- acker, 63; B. Van der Veer, 233; J. N. Levsen, ƒ201; B. Meylink, ƒ1863; A. Van Brougel, ƒ213 'sjaars. Aan den commies der telegraphie lste kl. J. R. Von Bonnen, op zyn verzoek, wegens lichaamsgebreken, eervol ontslag verleend uit zyne betrekking met ingang van 1 Oct. a. s. Gemengd Nieuws. Toen hedenmiddag de Stadhuis klok twaalf uren sloeg in plaats van één uur, dacht menigeen alhier aan brand en een per soon, die de Hooglandsche Kerkgracht pas seerde, haastte zich om de Weesburgers te waarschuwen, die dan ook spoedig mot hunne brandspuit gereed waren om water te gaan geren. Dit was echter niet noodig, omdat er geen brand was, maar men alleen te doen had met een slagwerkabuis. Jeugdige dronkaards. Gister namiddag tusschen 4 en 5 uren zyn door agenten van politie van den kant van den Ryswyk schen weg te 's-Gravenhage op hec commis sariaat aan de Nieuwe Haven aldaar aange bracht 5 knapen tusschen de 7 en 13 jaar, die zich zoodanig aan sterken drank hadden te buiten gegaan, dat alle vyf smoordronken waren. Eén dezer jongens was dermate be schonken, dat hy per brancard moest worden overgebracht. Men wist nog niet hoe zy in dien toestand geraakt waren. Eene groote menigte volgcie de jeugdige dronkaards by hunne overbrenging naar het bureel. Het O. M. by de Haagsche recht bank vorderde voor eene zwervende vrouw, die in eene slaapstee te Delft een beddelakon ontvreemdde en dit, naar zy beweerde uit armoede, ten eigen bate verkocht, 9 maanden; voor den vertegenwoordiger der Rotter- damsche Glazenwasschery en Puibewassching te Delft, die de aldaar door hem ten behoeve van genoemde wasschery ontvangen gelden ad ƒ27.50 verduisterde, ten gevolge waarvan het vertrouwen in die wasschery zoodanig verloren ging, dat de filiaal te Delft werd op geheven, 6 maanden;—en voor een slager uit Rotterdam, die by oen spekslager t® 's-Gravenhage een vaatje met gezouten var- kensdarmen ontvreemdde, niet het oogmerk om zich dit wederrochtelyk toe te eigenen, 5 maanden gevangenisstraf. Uitspraak in deze zaken over 8 dagen. De secretaris der Belgische 1 e- gatie te 's Gravenhage, baron De Wyckersloot, is in de vorige week het slachtoffer geweest van eene lage aanranding. Tegen middernacht naar zyne woning op do Plaats terugkeerende, zat op de stoop onder de marquise voor de deur van bet gebouw een kerel, scliynbaar in duttende houding. Toen de baron dezen verzocht op zydo te gaan, daar hy niet in huis kon, richtte do kerel zich plotseling op en bracht den baroa onverhoeds een slag tegen 't hoofd toe, waar door hy 't bewustzijn verloor. Tot zichzelvor teruggekeerd, was de kerel verdwenen eo miste de baron later zyne portefouille met aanzienlijke geldswaarde. De dader is nog niet bekend. In de meermalen vermelde zaak van don getailieerden bloembollenbandela&r, H. R. Buddenborg, tot vernietiging van het vonnis, waarby zyne faillietverklaring werd uitgesproken, is gisteren door de rechtbank te Haarlem uitspraak gedaan, en de opposant verklaard kwaad opposant en het faillisse ment gehandhaafd. Door het venten met socialio- tische bladen ontstond eergisteravond in do Spuistraat te 's Hage een relletje, dat zich langs Poten en Binnenhof voortzette. Ver schillende socialisten kregen het te kwaad met burgers en de politie. Op het Buitenhof was men byna slaags geraakt, daar de houaing van het volk, dat langzamerhand begon op te dringen, allesbehalve vriendscbappeiyk voor de socialisten was. Beducht voor lyfsgevaar, wisten dezen dcor een overhaast wegloopen naar het koffiehuis van hun partygenuot in het Hulstraatjo te ont komen aan eene vervolging. De politie dreef de nieuwsgierigen voor het bierhuis uiteen. Op het landgoed „Clingendaa 1," waar Zaterdag jl. fiere rossen, van zessen klaar, of edele, fijngebouwde telgangers elkander in harddravery of wedren het „num mer één" betwistten, en waar Zondag de le en van „Nimrod" in nationalen kamp biyk gaven van hunne behendigheid met de vuur wapenen, is thans een geheel andere wed- stryd in gang. Evenals een paar jaren geleden heeft baron Van Brienen, de eigenaar van „Clingen 'aal," een elftal Engelsche cricketspelers te gast; en dit elftal, een van de beste, dat aan gene 3» „Ik ben niet bang, juffrouw Mina; als hy maar op u gelykt, moet hy een zeer bemin nelijk man zyn en het zou my aangenaam wezen, kennis met hem te maken. Maar ik zal hem niet opwachten, ik beloof hem een vr(J- geleide. Wil-u nu de taart laten halen?" „Ik zal er nog eens over nadenken, myn heer Liebig. In elk geval myn dank voor uwe vriendeiykbeidl En nu, gegroet, ik heb geen tyd voor particuliere gesprekken." „Gegroet, juffrouw Minal" Dien dag was Mina des namiddags vry, on één uur stond zy hare plaats af aan de intusschen verschenen opvolgster en ging naar huis. Zy verheugde zich in het vooruitzicht, na het middageten wat te kunnen wandelen, eene ontspanning, die zy dringend noodig had. Toen zü voorbij den winkel van Schilling kwam, herinnerde zü zich het geschenk van Liebig. Een plotseling besluit uitvoerend, trad zij den winkel binnen en zag, dat, behalve twee dames, die bij een tafeltje koffie zaten te drinken, geene andere gasten aanwezig waren. Schoorvoetend kwam zü nader en vroeg naar de taart van den heer Liebig. Zü werd haar oogenblikkelük ter hand gesteld, en Mina bloosde, toen zy bemerkte, dat het eene zeer dure taart wae. Met zekere haast verliet zy den banket bakkerswinkel en spoedde zich naar huis. Zy besloot de taart voor Eugeniue' verjaardag te bestemmen. En inderdaad prykto de taart den volgenden morgon op de tafel, maar wekte by Eugenius lang niet die vrougde, welke hem de gummi-stempel schonk. Vroeger dan anders moest Mina naar het bureau. Nauwelyks was de dienst begonnen, of zy belde Liebig op, om hem te bedanken. Zy deelde hem mede, dat haar broeder jarig was, en dat zy hem de taart vereerd had, maar zy kon niet nalaten, hem nogmaals te danken voor de attentie. „U heeft my met do aanneming een ge noegen gedaan, juffrouw Mina!" verklaarde Liebig. „Vandaag heb ik echter nog een ver zoek aan u, het geldt bet sluiten van een zeer grooten postik zal vandaag zeer dik wyis aansluiting moeten hebben, vooral dezen namiddag; is u vandaag in dienst?" ,Ja, ik biyf den gebeelen dag hierl" „Dan verzoek ik u vriendelyk, my vlug te bedienen, juffrouw Minal" Inderdaad begon des namiddags een druk telephoniech verkeer tusschen Liebig, Rose en Heinstedt, dat byna onafgebroken voort duurde. Mina hoorde, dat het eene laken- leverantie voor een bedrag van zestigduizend mark betrof, die Liebig als agent voor Rose en Heinstedt bezorgde. De betaling zou den volgenden dag in wiBsels plaats hebben. Nauwelyks was het onderhoud met Liebig afgeloopen, of er begon eone reeks van ge sprekken tusschen Rose en Kolzow, tusschen Kolzow en Heinstedt, tusschen Heinstedt en Rose. Ook deze gesprekken liepen over de genoemde zaak, maar in geheel anderen zin. Mina luisterde zoo nieuwsgierig, dat zü voor de eerste maal in haar leven haren dienet veronachtzaamde. Datgene echter, wat zy hoorde, kwam haar zeer eigenaardig, byna verdacht voor. Wel werd zy er niet recht wys uit, want de sprekenden beriepen zich op intusschen plaats gevonden persoonlyke gesprekken, maar dit wae haar duidelyk: er was iets niet in den haak, en de drie waren er op uit, Liebig op de eene of andere wüze te benadeelen. Kon zy hom maar eene waar schuwing doen toekomen! Maar in welken vorm? En mocht zy dat wel doen? Nadenkend en neerslachtig ging zy des avonds naar huis, waar zy oen klein gezel schap vond, dat den verjaardag van Eugenius vierde. Het was haar eene behoefte, zich aan de onechuldige vroolykheid over te geven, en eerst lang na middernacht kwam zy in slaap. IH. Heinrich Liebig deed de morgenpost af. Onder de ingekomen brieven bevond or zich één waarvan het adres met de echryfmacbine ge maakt wae. Liebig opende het couvert met een pennemee en vond daarin een blad papier, waarop oen paar regels, eveneens met de schryfmachine geschreven. Deze luidden als volgt; „Neem u in acht voor het sluiten van den post met Rose en Heinstedt. De zaak is niet in den haak. Heinstedt en Rose hebben zich van buitenlandecbe passen voorzien. Staat gü niet in relatie met een Rus, die in het hotel „De Kroonprins" logeert?" Liebig was verbluft. Vandaag zou de groote post in laken gesloten worden. Op aandraDg van Rose en Heinstedt had Liebig by de fabrieken, wier agent hy was, de goederen telegraphi8ch besteld. De goederen waren aan gekomen en lagen aan het station. Hier zouden Rose en Heinstedt de goederen in ontvangst nemen en de wissels in betaling geven. Deze wissels waren getrokken op eenige groote bankiers in do provincie, wier soliditeit buiten kyf was. Eveneens waren de infor maties, die Liebig omtrent Rose on Heinstedt had ingewonnen, voldoende gebleken. Nu kwam eensklaps deze anonieme waar schuwing. Was zy het werk van een con current, die niet wilde, dat de zaak tot. stand kwam? Een anonieme briefschryver verdient nooit veel aandacht, maar er biyft toch altijd zekere verdenking achter, als men door een ongeteekenden brief gewaarschuwd wordt. Eene zekere ongerustheid, een wantrouwen maakt zich van den ontvanger van den brief meester. Zoo ging het ook Liebig. Zonder den ano- niemen brief zou by in elk goval nooit ge- twyfeld hebben aan de echtheid der wissels, die hem nog donzelfden voormiddag door Rose en Heinstedt ter hand gestold werden. Hy zoude ze onmiddeliyk aan de fabrikanten ge zonden hebben, dio het laken geleverd hadden, en zou tegenover deze fabrikanten voor de som verantwoordeiyk gebleven zyn. Nu echter verzond hy, op gevaar af van zyne handels vrienden te krenken, aan een der betrokken bankiers een telegram, waarin by vroeg, hem te seinen, of het huis een wissel van twaalf duizend mark, betaalbaar over drie weken, op hot Boriyn8che bankiersbuis Mollhaue; &Co. afgegeven had. Reeds na een paar uur ont ving Liebig het antwoord, inhoudende dat der firma niets van dien wiiisel bokend wae. Men vroeg toezending van den wissel. Dit antwoord maakte Liebige handelsvrien den zeer verdacht. Nu moest hy aannemen, dat ook hot andere waar was, wat de ano nieme briefschryver hem medegedeeld had, dat nameiyk Roso en Heinstedt zich van buitenlandsche passen voorzien hadden. Hy besloot evenwel nog eene poging te doen Een groot Berlynsch bankiershuis stond op de rugzijde van een wissel voor een bedrag van viorentwintig duizend mark, en in de boeken van dit bankiershuis moest dit in elk geval genoteerd zijn. Het gelukte Liebig, den directeur der k persooniyk te spreken, en deze beval onmiddeliyk een onderzoek. Het bloek weldra dat zulk een wissel niet door de banden der Bank gegaan was Ja, nog meer! Toen boekhouder en kassier der Bank den wissel nader onderzochten, ver klaarden zü terstond, dat de onderteekening der Bank nagemaakt was. Ook het stempel der Bank, dat luidde: „Voor ons aan de order van den heer die en die, Berlyn, 14 Mei" wees verschil aan met het werkeiyke stempel. De ondertoekening der Bankdirecteuren was wel is waar sprekend goiykend, maar weldra kon geconstateerd worden, dat zoowel do drukletters van het endossement alsook de onderteekening in elk geval met een gummi stempel, die naar het origiueel gekopieerd was, gemaakt waren. {Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1