N°. 10573. Zaterdag 11 Augustus. A\ 1894. Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van tgon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Uit het leven eener Kunstenares. LEIDSCH BA&BLAB PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maanden. - Franco per post Afzonderlijke Nommers f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meor f 0.17{. Groofcere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Leiden, 10 Augustus. Aan het eind-examen der boogere burger scholen in Noord Holland werd door alle leerlingen van de 5de klasse der hoogere burgerschool te Leiden deelgenomen. Van de 20 candidaten werden er 2 afgewezen en ontvingen 18 het diploma. Do namen der geslaagden zijn: W. Cool, E. F. Suringar, R. C. Bowles, C. Verhoeven, G. Van Lisaa, H. C. Meerburg Nz., H. F. Adams, J. T. Bierman, H. F. E. De Vogel, I. P. Briët, H. Bertel, H. W. Land, J. S. C. H. Van Gogh, S. Stieler, P. Kleinpenning, M. C. Chandon, R. A. Ephraim en C. B. Duister. Gelijk we reeds meldden, zal er een propaganda-boottocht, onder de leuze: „De Alcohol in d' Apotheek", op deD laatsten Haarlemschen kermismaandag, 13 Aug. a. s., worden gehouden van Haarlem over Ouds- hoorn naar Alfen aan den Rijn langs Leiden terug. De afvaart heeft plaats 's morgens te 9 uren van de Kaasmarkt, onder het zingen van het Kinderkoor. Het programma vermeldt o. a. het volgende Aankomst te Oudshoorn 's middags te 12 uren. Optocht met muziek en banieren naar Alfen. Vergadering in het lokaal der „Martha stichting" van 1—2 uren. Sprekers de heeren "W. L. Schram, van Haarlem, en T. J. Kous broek, van Leiden. Afgewisseld met muziek on zang. Terug in optocht naar Oudshoorn, vertrek 3 uren. Te Leiden aankomst te 4 uren aan de Haven In de zaal Noordeinde alhier openbare ver gadering te 6 uren. Als sprekers treden op de heeren G. Velthujjsen Sr., van Haarlem; T. Vallentgoed, van Haarlem, en A. Bakker, van Amsterdam, afgewisseld met muziek en zang door het Kinderkoor. In optocht te halfzeven naar de Haven. Vertrek om halfacht. Alle deelnemers zijn verplicht, zicb gedu rende den tocht van allo alcoholische dranken te onthouden. Op de boot zijn ververschingon tegen matige prijzen te bekomen. De 1ste luit.-kwartiermeester J. Rutgers, van den staf der inf., wordt den lsten Sept. a. 8. overgeplaatst bij het 4de reg. inf. met bestemming voor den staf van het reg. Genoemde luitenant, die bestemd is tot het volgen van den intendance-cursus te 's-Graven- hage, blijft aldaar gedetacheerd. De Raad der gemeente Oegstgeest be noemde in zijne zitting van den 9den dezer met algemeene stemmen tot onderwijzeres aan de school in de Leidscbe Buurt mejuffrouw A. O. H. Lovius, thans tijdelijk werkzaam aan de school te Katwijk aan Zee. Men schrijft uit 's Gravenhage het vol gende Toen dezer dagen bi) gelegenheid van het internationaal scheepvaartcongres op de beide concerten (achtereen volgons in den tuin van het Koninklijk Zoölogisch Botanisch Genootschap en in de Tent in het Bosch van de Nieuwe of Litteraire Sociëteit den congresleden aangeboden) de volksliederen der verschillende op het congres vertegenwoor digde Rijken werden ten uitvoer gebracht, ging er een algemeene roep uit over de verheven schoonheid van ons „Wilhelmus van Naseauen" volgens de oorspronkelijke toonzetting en werd het door vreemdeling en landgenoot geprezen als het meest indrukwekkende en aangrijpende van al de bestaande volksliederen. Men zal zeker niet vergeten hebben het „Wilhelmus" zooals dit nog kort geleden op nationale feestdagen werd aangeheven, hoog stens een gelegenheidszang, een met ons nationaal karakter overeenstemmend volkslied echter in geen opzicht. De vroolUke wü» mocht een oogenblik het gemoed opwekken, een diepen, biyvenden indruk liet het by schier niemand achter. Ouder het gejuich op de concerten in den Dierentuin en in de Tent in het Bosch rees by velen de vraag: Wie onzer landgonooten heeft het oorspronkelijk „Wilhelmus" uit de oude archieven weten op te delven en het daarna te arrangeeren voor de hedendaagsch© samenstelling onzer muziekcorpsen? Uit een onderzoek nu is gebleken, dat dit te danken is aan den heer Van der Linden, don zoo yverigen directeur van dekoninkiyke kapel van het regiment grenadiers en jagers. De heer Van der Linden verdient ongetwijfeld openiyk erkenteiykheid en hulde voor zijn zoo vaderlandlievend en talentvol werk. De luitenant-kolonel M. H. J. Plantenga, directeur der hoogere krijgsschool, is door den minister van oorlog aangewezen om de in Frankryk door het 4de en 11de legercorps te houden groote manoeuvres van 13 tot 20 September aanst. by te wonen. Kapt. J. J. G. baron Van Voorst tot Voorst, van het regiment grenadiers en jagers, is bestemd tot adjudant van den inspecteur der infanterie, ter vervanging van kapt A J. Gevers Leuven, die binnenkort bevorderd wordt tot majoor. De luiL-kol. Mac Leod, van het 4de reg. inf., zal worden belast met het commando over bet depot bataljon van het reg. gren. en jagers. De minister van marine heeft den kapi tein ter zee H Nygh met 1 September a. s. eervol ontheven van de betrekking van staf officier der zeemacht in de directie der marine te Amsterdam en vervangen door den kapitein luitenant ter zee G. A. Van der Mieden. De hertogin van Albany met hare beide kinderen en vergezeld van haren adjudant sir Robert Collins en verder gevolg kwam gis teren te VlissingoD per mailboot aan. Met den trein van Ö.20 werd de rei6 naar Soestdyk voortgezet. De Khedive zal denkelyk tot Maandag te 's Gravenhage verblijven, in die dagen Scheve- ningen bezoeken en dan zyne reis voortzetten naar Antwerpen en Brussel. De prins zal geene officiöele bezoeken ont vangen of afleggen Door de Synode dei Ned.-Herv. Kerk is besloten, voor het verleenen van subsidie by den bouw van kerken en pastoriën als eisch te stellen, dat de werklieden, werkzaam by dien bouw, worden verzekerd tegen invali diteit en ongelukken. Tevens werd daarby bepaald, dat op het werk geen sterke drank zou mogen worden geschonken. Wyien mr. F. K. Bosch, den 7den Aug. op hoogen leeftyd te Utrecht overleden, heeft gelegateerd een aanzioniyk bedrag, waarvan 75,000 aan do kerk zyner parochie (Bilt- straat, thans nieuw in aanbouw en uitwendig haast voltooid), en 150,000 aan de instelling van den H. Johannes de Deo, eene instelling, welke, wegens de hulpvaardigheid der broeders, van allen algemeene achting en waardeering geniet. Gedeputeerde Staten van Drente hebben zich in betrekking gesteld met hunne ambt- genooten in Friesland en Groningen, ten einde gemeenschappeiyke pogingen te doen by de Regeering om voor de Noordeiyke drie provin ciën opheffing te verkrygen van het verbod van invoer van runderen en varkens. Blijkens eene opgave in de Staatscourant van 10 dezer zyn in Juli 1894 de volgende gevallen van besmettelyke veeziekten voorge komen in 9 provinciën (Drente en Limburg bleven vry) Mond- en klauwzeer 2045, als: Noord-Bra bant 51, Gelderland 13, Zuid-Holland 1858, Noord-Holland 62, Utrecht 61. Kwade droes: 3 gevallen (te Wamel, in Gelderland). Schurft: 2 (te Leeuwarden). Varkensziekte 97, als: Noord Brabant 13, Gelderland 11, Zuid Holland 16, Noord-Holland 12, Zeeland 26, Utrecht 6, Friesland 5, Over- (jsel 2, Groningen 6. Miltvuur 10, als: Noord Brabant 4, Gelder land 1, Noord -Holland 2, Friesland 2,0 very sel 1. De Staatscourant van 10 dezer behelst het volgende: Naar aanleiding van een door den minister van koloniën aan den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië gedane vraag, wanneer de terugkeer der hoofdmacht van de naar Lombok gezonden expeditie kon worden te gemoet gezien, berichtte de landvoogd den 3den dezer, dat die torugkeor nog niet te bepalen was, en dat generaal Vetter zich naar de Oost kust van het eiland had begeven, daar de Sassaksche hoofden niet te Mataram durfden komen. Ten vervolge op dat bericht meldt de Gouverneur-Generaal thans, onder dagteeke- ning van 9 dezer, dat, na langdurige be spreking, door alle voorname Sassaksche hoofden plechtig en schriftelijk is verklaard, dat zy onder door het gouvernement te geven waarborgen geneigd zyn onder het Balisch bestuur terug te keeren, en dat drie hunner als gemachtigden van allen met generaal Vetter te Ampenan zyn aangekomen om de te treffen regelingen te behandelen. Het stoomschip „Amsterdam", van Rot terdam naar Nieuw-York, passeerde 9 Aug. Prawlepoint; de „Prins Hendrik", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 9 Aug. vanPerim; de „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 9 Aug. van Genua, en de „Zaandam", van Nieuw-York naar Amsterdam, arriveerde 8 Aug. te Havre. By koninkiyk besluit is aan F. H. O. Rooders, gewezen lsten bewaarder in het Ryksopvoedingsgesticht voor jongens te Alk maar, verleend een pensioen van ƒ418 'sjaars. Aan jhr. mr. C. G. A. Van Asch van WiJck, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als griffier by het kantongerecht te Purmerend. De rang van majoor verleend aan don gepens. ritmeester der cavalerie C. A. baron Bentinck, adjudant in buitengewonen dienst van H. M. de Koningin. Met ingang van 1 Oct. a. s. benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Werkendam, D. B. Jochems, thans commies der telegraphie van de derde klasse. Uit het Gemeenteverslag over 1893. Scholen voor lager onderwijs. Het getal openbare scholen bleef onver anderd. Openbare scholen: voor gewoon lager onderwijs6 bovendien voor oen of meer vakken van meer uitgebreid lager onderwys 5 11 Bijzondere scholen voor gewoon lager onderwys 4 bovendien voor een of meer vakken van meer uitgebreid lager onderwys 5 9 Geheel getal scholen. 20 De kosten van het onderwys bedroegen over 1893 als volgt: j I29131.325 a. Jaarwedden en toelagen. J b. Kosten van bet herhalings- ondorwys1714.435 c. Onderhoud van scholen 8326.28 Uitbreiding van scholen 10848.— d. Kosten van het aanschaffen en onderhouden van school- meubelon3772.41 e. Schoolboeken en schoolbe- ho-iften6234.506 f. Yuur en licht en schoonhou den der schoollokalen. 6479.02 g. Vergoeding voor gemis van vryo woning3150.— h. Kosten der schoolcommissie 153.275 i. Huur voor schoollokalen. 1200.— j. Kosten van advertentiën. 20.30 7c. Schoolbibliotheken 254.23 To zamen 175,491.95 De schoolgelden hebben bedragen 83,837.41. Herhalings-Zondags-, Werk- en Bewaarscholen. Het aantal bewaarscholen bedraagt drie openbare, als: lo. in het Elizabethshof aan de Scheistraat, met 1 onderwyzeres en 13 helpsters; aantal leerlingen: 151 jongens en 135 meisjes be noden de zes jaren en 8 jongens en 6 meisjes boven de zes jaren; deze laatsten zyn na 1 October 1893 zes jaren geworden en verlaten de school 1 April 1894, totaal 300; 2o. aan de Oude Vost, met 6 onderwijze- ressen en 2 helpsters; aantal leerlingen: 140 jongens en 130 meisjes beneden de zes jaren en 14 jongens en 10 meisjes boven do zes jaren, totaal 294; 3o. aan de Groenesteeg, met 7 onderwijze- ressen en 6 helpstors; aantal leerlingen: 158 jongens en 185 meisjes benoden zes jaar en 30 jongens en 27 meisjes boven zes jaren, totaal 400. Het gezamenlijk aantal leerlingen bedraagt alzoo 994. Zeven byzondere bewaarscholen, als: lo op bet Rapenburg No. 133, met 1 ondorwyco res en 10 helpsters (kweekelingen aan de Kweekschool voor bewaarschoolhouderessen); aantal leerlingen: 19 jongens en 26 meisjes benedon zes jaren en 1 jongen en 4 meisjes boven de zes jaren, totaal 50. 2o. de school van hot Nut van 't Algemeen met 1 onderwyzeres en 6 helpsters (mede kweekelingen aan de Kweekschool); aantal leerlingen46 joDgens en 24 meisjes beneden zes jaren, te zamen 70. 3o. de school aan de Garenmarkt No 17, met 1 onderwyzeres en 5 helpsters; aantal leerlingen: 117 jongens en 139 meisjes be neden zes jaren en 8 jongens en 11 meisjes boven zes jaren, te zamen 275. 4o. do school aan den Ouden Ryn No. 174, met 1 onderwyzeres en 2 helpsters; aantal leerlingen55 jongens en 52 meisjes beneden zes jaren en 4 jongens en 3 meisjes boven zes jaren, te zamen 114. 5o. de school aan de Bakkersteeg No. 96 (Gee8teiyke Zusters), met 1 onderwyzeres en 11 helpsters; aantal leerlingen: 271 jongens en 318 meisjes beneden zes jaren, 12 jongens en 24 meisjes boven zes jaren, te zamen 625 6o. de school aan de Hoogewoerd No. 57 (de Voorzienigheid), met 1 ondorwyzeros en 4 helpsters; aantal leerlingon: 77 jongens en 88 meisjes beneden zes jaren en 11 jongens boven zes jaren, te zamen 176; 7o. de Christeiyke school aan den Stillen Ryn, met 1 onderwyzores en 1 helpster aantal leerlingen: 25 jongens en 20 meisjes beneden zes jaren en 1 jongen en 1 meisje boven zes jaren, te zamen 47. Gezamenlyk aantal leerlingon op de bijzon dere bewaarscholen 1357. Over 1893 bedroegen de kosten der open bare bewaarscholen ƒ15,470.225 en do school gelden 796.69. De Bewaarschool van hei Department Leiden der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Hot aantal kinderen bedroeg ongeveer 70. Evenals vroeger wordt met lof melding gemaakt van de onvermoeide werkzaamheid van de directrice, mej. Coster. De Bewaarschool aan de Oarenmarkt. Do toestand is bevredigend. De school werd ge regeld door ruim 200 kinderen bezocht. Inrichting tot opleiding van onderwijzers en onderwijzeressen. Over 1892 bedroeg het Rykssubsidie 5268.305. De kosten der Kweekschool belie pen ƒ12,972.24. Hot schoolgeld bracht op 2745.29. De uitgaven voor de opleiding van onderwij zers en ondorwyzeressen bedroegen 5208.17. De lessen der afdeeling A werden gevolgd door 89 kweekelingen, die in de afdeolirig B door 131 personen. 2) Eindeiyk kwam er een zeer opgewekt ge schreven brief van hem, waarbij een sommetje geld gevoegd was. Pierre schreef, dat hy zyn trouwen vriend uit de jeugd na lang zoeken eindeiyk gevonden en by hem eene betrek king gekregen had. Terwyi hy het nauw keurige adres opgaf, verzoeht hy vrouw en dochter, spoedig naar Parys te komen, om zich weer met hem te vereenigen. Moeder en dochter waren verheugd. In alle haast verkochten zy die dingen, welke zy niet wilden meenemen, waaronder ook de waschtobbe: „Wy hebben haar niet meer noodig, want wy kunnen ons te Parys wel met eene kleinere voor eigen gebruik behel pen," zeido Susette tot hare dochter. .Vader heeft nu eene goede betrekking en kan dus voortaan beter voor ons zorgen, zoodat wy niet meer voor anderen behoeven te wasschen I" Daarop reden zy welgemoed met den post wagen naar Parys. By aankomst werden zy ontvangen door Pierre Lecouvreur, die er recht sober uitzag, maar haar vroolyk be groette en naar zyne woning voerde, die zich in een oud logement in eene donkere, vuile straat, in hot middelpunt van Parys, bevond. Het oude logement behoorde aan den meer- genoemden vriend, die zyn vroeger métier aan den kapstok gehangen had. De betrek- e van den vroegeren hoedenmaker bestond hierin, dat hy huisknecht van zyn vriend ge worden was. Wat zyn hoogst onvast salaris betrof, was hy hoofdzakelyk op fooien aan gewezen. Iutusschen was de wederzydsche verhouding tusschen waard en huisknecht de meest hartelyke; zy tutoyeerden elkander, evenals in hunne kinderjaren, en spraken ge- meenschappeiyk op broederlyke wyzo de flesch aan. Dit leven beviel den lichtzlnnigen Pierre natuuriyk uitstekend; zyne vrouw evenwel was er niet mede tevreden. Zy was dus nu de vrouw van een huisknechti Ach, zy had zich de .betrekking" van haren man geheel anders voorgesteld I Spoedig bleek het dan ook, dat het geld, hetwelk hy verdiende, niet toerei kend waB om de huishouding te bestryden. Zuchtend schafte Susette weer eene groote waschtobbe aan en ging, geholpen door hare dochter Adrlenne, weer aan het wasschen en pletten. Weldra kreeg zy klanten, waaronder ook eenige ondergeschikte tooneelspoelsters van de naburige „Comédie framjaise", den eersten schouwburg van Frankryk, later „Tbédtre francais" genoemd. Adrienne vooral was daarover zeer verheugd, want nu en dan kreeg zy van de dames vrykaarten. Zoo zag zy dan nu in den schouwburg de rollen, waarvan zy altyd droomde, veel vol maakter gespeeld dan vroeger te Fisme door de reizende komedianten. Vooral met het tragische dweepte zy. De heldinnen der „Comédie fran$aiee" waren destyds juffrouw Quinault en juffrouw Des maret, twee uitstekende kunstenaressen, die de vrouwelyke hoofdrollen deelden. Langen tyd waren zy uit rollennyd verbitterde vyan- dinnen, maar later hadden zy zich in haar eigen belang mot elkander verzoend en een geheim verbond gesloten, geene derde heldin naast zich te laten optreden. Natuuriyk boeide het spel dezer beide kun stenaressen in buitengewone mate de jonge Adrienne, die in zichzelve reeds den drama- tischen genius bespeurde. En nu en dan kwam het 't arme waschmeisje voor, alsof de beide kunstenaressen nog niet den waren toon ge troffen hadden, alsof de schoone rollen nog geheel anders opgevat en gespeeld kon den worden. Intusschen stierf de oude koning Lodewyk XIV, en voor den minderjarigen Lodewyk XV nam de vroolyke hertog Philips van Orleans het rogentschap waar. Het scheen, alsof na zoo lange fleurigheid en na zooveel ongelukkige oorlogen nu weer de zon van vrooiykheid en vrede boven Frankryk zou opgaan. Adrienne was nu vyftien en een half jaar oud geworden en straalde in den glans van schoonheid en jeugd. De theatrale demon liet haar nu geene rust meer. En het toeval wilde, dat zy steun vond voor haar streven. Eerst by eene dochter en een zoon van den braven logementhouder, voor wien haar vader tegelykertyd huieknecht en vriend was, en vervolgens ook by eenige andere jongelieden uit de buurt, die even eens lust voor het komediespelen bespeurden. Deze zevan of acht jongens en meisjes richt ten gezamenlyk eene liefhebbery-komedie op. By het logement bevond zich eene oude, groote wagenschuur, die niet meer gebruikt werd. Allerlei rommel werd daaruit verwyderd en met behulp van eenige oude vaten, latten en planken een tooneel gebouwd. Vervolgens werden decoraties geschilderd en van oude zyden lappen kostumes genaaid. Dit alles be zorgden de jongelui zeiven. Susette was wel is waar met dat allee niet tevreden, maar de huisknecht geworden ex hoedenmaker had er pleizier van; even eens de logementhouder. Beiden steunden de onderneming bereidwillig. Misschien roken zy wel eenig voordeel en speculeerden zy daarop. Zoo hadden spoedig de eerste voorstellingen plaats. De jongelieden gaven kleine blyspeien en tooneelspelen; vervolgens echter ook ern stige scènes, vooral met lange monologen en tirades uit de groote tragedies, de laatste vooral, om Adrienne's talent, dat de eigenlyke hoofdmagneet der onderneming was, tot zyn recht te doen komen. Om de kosten te dekken en ook nog eene kleine winst te maken, werden entrée-gelden geheven. De toeschouwers, die zitten wilden, betaalden drie sous, verder naar achteren twee sous. Dan was er ook een parterre voor staanplaatsen, waar men voor slechts één sou de dramatische heerlykheden in de wagen schuur kon bewonderen. De opbrengst verdeelden de jonge kunste naars eeriyk onder elkander. Elke week had den twee voorstellingen plaats. Soms bedroeg de recette by de veertig livres. Op die wyze kreeg het logement meer gasten. Vele toeschouwers, die van de goes- teiyke genietingen alleen niet zat konden worden, heten zich spyzen en dranken in den goïmproviseerden schouwburg brengen. Dat duurde zoo van het voorjaar tot mid den in den zomer. Tot nu toe had do politie deze ganscheiyk onbevoorrechte en niet-ge- conces8ionneerdo schouwburgonderneming ge heel geïgnoreerd, waarschyniyk omdat zy, zoo zy er iet» van wist, het geheel toch maar voor kinderspel hield. Maar nu zou het anders worden en eons- klaps het verderf over de kunst in de wagen schuur losbreken. Moeder Susette, ofschoon eerst tegenstand ster van het komediespelen, werd allengs trotsch op het talent harer dochter eri ver heugde zich over den daverenden byval, waarmede Adrienne's kunst in den regel beloond werd. Zooals wy reeds zeiden, had zy onder de klanten, wier wasch zy bezorgde, eenige ondergeschikte tooneelspeelsters der „Comédie fran$aise." Met dezen sprak zy over de gaven barer dochter en noodigde de dames uit, toch eens eene voorstelling in de wagenschuur by te wonen. De deskundige tooneeiapeolsters stonden verstomd over hetgeen zy zagen en hoorden, n verzekerden, dat naar hare moe- ning Adrienne boter speelde dan Q iinault en Desmaret, de beide trotsche koninginnen van het Paryscbe tooneel. Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1