N°. 10572, Vrijdag ÏO Augustus. A0.1894. feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van £on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 9 Augustus. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden, Franco per post ..—s. Afzondorlylce Nommers '•-» 0-05. PRIJS DER AD VERTEN TIEN Van 1-6 regels ƒ1.05. Iedere regel moer 0-171- Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. De onderofficiers-vereeniging „Door Vriend schap Vereenigd" zal 31 Augustus a. s., tor gelegenheid van den verjaardag van H. M. Koningin Wilhelmina, eene uitvoering geven in het schouwburglokaal „Vondelhoven". De Afdeeling van den Raad van State voor de geschillen van Bestuur behandelde gisteren o. a. het beroep, ingesteld door S. Van Wielingen, te Leiden, tegen een besluit Van B. en Ws. van Leiderdorp, dd. 26 April 1894, waarbij hem vergunning is geweigerd tot oprichting van eene slachtplaats in perceel I8c aan den llaresingel. Rapporteur was de Staatsraad mr. Hubrecht. V De koninklijke beslissing volgt later. De tot kolonel by den generalen stal benoemde luit.-kol. W. G. F. Snijders, van het 4de reg. inf. te Leiden, komt te 's-Graven- hage in garnizoen. Voor het examen Fransche taal (L. O.) is geslaagd mej. C. D. Fortanier, van Zoeter- woude, en voor het examen Hoogduitsche taal (L. O.) de heer E. De Best, van Katwpk aan Zee. Uit de thans verschenen bijlagen der Handelingen van den gemeenteraad te 's Gra- venbage blijken de juiste beweegredenen voor het gedeeltelijk door den Raad verworpen voorstel van B. on Ws. tot aankoopon van oen drietal huizen, gelegen achter het stad huis. Het bezit dezer perceelen werd door B. en Ws. van zeer groot belang geacht en tot verkrijging van gelegenheid om de straten rondom het stadhuis te verruimen en omdat het raadzamer is in de nabijheid van het raad huis te kunnen beschikken over perceelen voor onvoorziene doeleinden. Ook by de ruimste verbrceding, waarvan hier sprake kan zijn, blijft van het pand, hoek Prinsenstraat en Kerkplein, een zeer groot gedeelte over, dat belangrijke waardo lieeft wegen3 uitnemende ligging. Door opruiming van het huis genaamd „de Dolfijn" wordt eene reeds dadelijk in het oog loopende verbetering in de verkeerswegen daar ter plaatse tot stand gobracht. Het perceel No. 4 aan de Driehoekjes hoeft groote waarde, o. a. om bij verderen koop met een ander perceel te kunnen worden geruild. B. en Ws. ontveinsden zich niet, dat de som van ƒ94,000 voor het eerstgenoemde pand op zichzelve genomen aanzienlijk schijnt, doch z(j meenen, dat het bezit van dat pand de som voor de gemeente waard ie, temeer, daar van eene afdoende verruiming van de straat nabij den Noordwesthoek van het raadhuis zonder de beschikking over dat por ceel geen sprake kan zjjn. De oppervlakte van het perceel, die geheel bebouwd is, be draagt 475 vierk. M., zoodat do gevraagde koopprijs overeenkomt met p. m. ƒ210 per vierk. M. De koop van perceel Kerkplein No. 1 ver krijgt echter eerst zjjne volle waarde, wan neer ook te beschikken valt over het perceel hoek Prinsenstraat en Kerkplein. De gelegen heid om dit perceel te bekomen zal zich wel licht niet spoedig weer voordoen. Aan den verkoop van het perceel hoek Kerkplein Prinsenstraat werden de voorwaar den gesteld, dat in deze gebouwen of op gedeelten grond daarvan in de eerste 20 jaren geene schilders-affaire, geen glashandel en op een en ander betrekking hebbende zaken hoe ook genaamd, mag uitgeoefend worden en voor den verkoop van laatstgenoemd perceel, dat in het huis nimmer eene kleedermakerij meer mag worden uitgeoefend. In de gisteren gehouden vergadering van don Haarlemschen gemeenteraad kwam de kermis in verband met de cholera weder ter sprake. De vraag werd geopperd, of de kermis zou worden bekort. Hot was naar aanleiding van een derde sterfgeval aan cholera, dat zich te Haarlem heeft voorgedaan. Het slachtoffer was een commensaal van den eveneens aan cholera overleden Lacet. De man, schoorsteenveger van beroep, had zich volgens mededeeling van jhr. mr. Rethaan Macaré, officier van justitie, in do Raadsver gadering, onttrokken aan de maatregelen ter desinfectie, die na het overlijden van Lacet door de politie in diens woning waron ge- nomen. Twee voorstellen ter bekorting der kermis werden gedaan, het eene door den heer Klein, strekkende om de kermis te doen eindigen des Zaterdags te 12 uren des middags, en het andere van mr. 't Hooft, om de kermis te sluiten Zaterdag avond te 2 uren en te her openen Maandag-morgen te 2 uren en aldus den welbekenden Zondagnacht, waarin duizen den vreemdelingen, meest Amsterdammers, de kermis bezoeken, te ontgaan. Het eerste voorstel verwierf twee stemmen, van den voorsteller en den heer Do Lanoy, het laatste slechts ééne stem, die van den voorsteller. Tevens kwam o. m. aan de orde oen voor stel van B. en Wsom een gebouw voor hoogere burgerschool te stichten op bot Wil- sonsplein of anders op do plaats, waar nu het Proveniershuis staat, d. i. aan het einde der Groote Houtstraat. Het eerste plan was oigen lijk. reeds een jaar geleden door den Raad verworpen; dat het nu weer op de proppen kwam, is hieraan toe te schreven, dat B. en Ws. in dat jaar tevergeefs naar een ander geschikt terrein hebben omgezien. In weerwil daarvan verwierp de Raad met overgroote meerderheid het tweeledige voorstel. Tot onderdirecteur, belast met het toezicht in het gebouw der H B.-School met 3-jarigen cursus zoolang de tijdelijke regeling duurt (d. w. z. totdat de 5-jarige en de 3 jarige cursus in één gebouw zullen vereenigd zijn), werd benoemd de hoer W. H. L. Janssen van Raa\j, leeraar in de wiskunde aan de H. B.-S. met 5-jarigen cursus. De opening der jacht op klein wild is voor dit jaar in de provincie Zuid-Holland vastgesteld op Zaterdag den lsten Sept. a. s. met zonsopgang, met uitzondering van de jacht op fazanten, waarvan de opening is vast gesteld op Maandag den lsten October a. s., terwyl van die opening voorts is uitgezonderd de uitoefening van het jachtbedrijf, vermeld in art. 15, lett. e, der wet van den 13den Juni 1857 (Staatsblad No. 87). De korte jacht mag dagelijks en de lange jacht slechts driemalen 's weeksen wel des Woensdags, Vrijdags en Zaterdags, worden uitgeoefend. Gisterochtend heeft de burgemeester der residentie, de heer Roost, die stad verlaten, aanvankelijk reizende naar Frankfort, van waar hij zich naar Mariönbad begeeft tot her stel van gezondheid. De burgemeester zal eene maand in het buitenland verblijven en wordt gedurende zijne afwezigheid vervangen door den wethouder baron Du Tour van Bellinc- have, die van de aanwezigen de oudste in jaren is. Het Amerikanisten congres te Stokholm is gisteren gesloten. Het volgende congres heeft in Nederland plaats. Deze congressen, waarvan dat te Stok holm het tiende was, stellen zich ten doel de volkenkundige, taalkundige en geschiedkundige studiën over beide deelen van Amerika te be vorderen. De Vereeniging voor den Effectenhandel, te Amsterdam, bericht dat Zaterdag 11 Augustus als laatste beurs vacantiedag is vastgesteld. Den 29sten Augustus zal het Leger des Heils zijn eersten noorder velddag houden. Mr. H. W. Blocq van Scheltinga, te Heeren veen, heeft daarvoor zijn prachtig buiten verblijf „Oranjewoud" disponibel gesteld. De kolonel en mevrouw Olifant zullen de bijeen komst leiden, met medewerking van staf officieren en 36 veldofficieren der noorder divisie. Aan den minister van binnenlandsche zaken is door het bestuur van het „Neder- landsch gymnastiek-verbond" een adres ge richt, waarin de aandacht wordt gevestigd op den allerongunstigsten uitslag der laatste examens ter verkrijging van eene akte van bekwaamheid tot het geven van lager en middelbaar onderwijs in de gymnastiek. In 1892 was deze als volgt: Lager onderwijs: mannelijke candidaten, geëxamineerd 48, afgewezen 22, dus 46pet.; vrouwelijke candidaten, geëxamineerd 1, af gewezen 1. Middelbaar onderwijs: mannelijke candidaten, geëxamineerd 49, afgewezen 43, dus bijna 88 pet.; vrouwelijke candidaten, ge- oxamineerd 11, afgewezen 7, dus bijna 64 pet. In 't geheel geëxamineerd 109 candidaten, afgewezen 73 of 67 pet. In 1893. Lager onderwijs: mannelyke candidaten, geèxamineerd 33, afgewezen 29 dus 88 pet.; vrouwelijke candidaten, geëxa mineerd 5, afgewezen 2, dus 40 pet. Middel baar onderwijs: mannelijke candidaten, ge ëxamineerd 38, afgewezen 31, dus 81 pet. vrouwelijke candidaten, geëxamineerd 4, af gewezen 3, dus 75 pet. In 't geheel van de 80 candidaten afgewezen 65, dus ruim 80 pet. Deze ongunstige uitslag nu is niet als een voorbijgaand verschijnsel aan te merken, daar de commission gedurende eene reeks van jaren in hare verslagen steeds hebben geklaagd over te weinig ontwikkeling en bedrevenheid der candidaten. Men heeft dus hier te doen met een blijvend, treurig feit, zoodat het bestuur niet kan aannemen, dat de oorzaak dier slechte examens alleen gelegen is in de bekrompen- heid van verstand der geêxamineerden. Immers dit zou wel een lndividueelen slechten uitslag kunnen verklaren, maar, waar men staat voor een algemeenen, over het geheele land ver spreiden en telken jara terugkeerenden slechten toestand, is eene dergelijke verklaring ten eenenmale onaannemelijk. Wanneer dus geklaagd wordt over het feit, dat het den geëxamineeraen heeft ontbroken aan aanschouwelijk onderwijs, waardoor zij buiten staat waren enkele zaken op platen of aan het skelet aan te wijzen en de meeste ge- examineerden voor de middelbare akte zich bepaaldon tot „het uit het hoofd leeren van enkele zaken," kunnen deze omstandigheden alleen verklaard worden daardoor, dat voor de geexamineerden de mogelijkheid heeft ontbro ken om aanschouwelijk onderwijs te genieten. Het bestuur is volkomen overtuigd, dat velen zich aan een onderzoek onderwerpen zonder genoegzame voorbereiding, die hare oorzaak vindt in geringschatting der examen-eischen of in 't gemis van eene oordeelkundige opleiding. Ook is bij herhaling gebleken, dat niet alleen de noodige kennis der natuurwetenschappe lijke vakken en practische kennis en bedre venheid ontbrak, maar de candidaten konden soms zelfs het nul en dus de noodzakelijk heid van het gymnastiek-onderwijs niet aan- toonen. Het bestuur is het volkomen eens met het geen de commissie, belast met het exami- neeren van hen, die eene akte van bekwaamheid verlangden tot het geven van lager en mid delbaar onderwijs in de gymnastiek in haar jongst verslag meldde, „dat het hare innige overtuiging is, dat alleen d&n in de dringende behoefte aan degelijk en goed ontwikkelde gymnastiek-ondorwijzer8 zal worden voorzien, wanneer het Uwe Exc. behagen moge ten be hoeve van het gymnastiek onderwijs eene rijks inrichting in het leven te roepen, waaraan zij, die zich voor dit belangrijk leervak willen be kwamen, datgene vinden, wat blijkens de ver kregen resultaten, vruchteloos elders gezocht wordt." Het wendt zich daarom tot den minister met het verzoek, de vereischte stappen te doen, ten einde: 1. eene eenvoudige, maar degelijke inrich ting in het leven te roepen, tot geheele oplei ding van gymnastiekonderwijzers. 2. deze inrichting te stichten, waar gelegen heid bestaat om door aanschouwing de noodige kennis te verkrijgen en waar door aanwezig heid van uitstekende hygiënisch gebouwde toestellen, het practisch beoefenen der gym nastiek tot zijn volste recht kan komen. Naar gezegd wordt, zoo schrijft men Aan het „Hbl." uit Utrecht, zal a. s. Vrijdag de minister van binnenlandsche zaken die stad bezoeken. Men meene nu echter niet, dat dit bezoek een gevolg zou zijn van de geruchten, die on langs liepen over den slechten toestand van een der nieuwe laboratoria aldaar, waarvan de treurig slechte bouw reeds dadelijk na de in-gebruik-stelling algemeen bekend was. Het ministeriöel bezoek geldt meer de huizen, nog voor uitbreiding der universiteits gebouwen bestemd, maar waarvoor nog geen bepaald doel is aangewezen. Hierop wachten o. a. twee huizen aan de Minrebroerstraat, in een waarvan den laatsten tijd eene bijzondere school gehouden werd, terwijl in 't andere „Arbeid adelt" gevestigd was. Door eene poort staan deze reeds in verbinding met de laboratoria op 't Janskerkhof en de Hoogt: alle over blijfselen van 't oude klooster der Minder broeders. Bij het examen voor surnumerair der belastingen zijn geslaagd de heeren: P. H. G. Van Manen, T. K. Jansma, D. Tjallingh, J. P. Janssen, E. Overbosch, C. C. Vogel, I. I. Bekaar, F. W. Postema, A. Hartkamp, G. Scheltema, J. Broeder, F. Bruins, I. Koldenhof, G. A Schepers en J. O. C. Bouma. De Nederlandsche consul te Chicago, die een geruimen tijd met verlof in Europa was bevindt zich voor z|jn terugkeer naar zijn post nog eenige dagen te 's-Gravonbage, en is afgestapt in het „Hotel des Indes." Aangezien het gebleken is dat sommige belanghebbenden niet met juistheid bekend zijn met de thans bestaande consulaire ver tegenwoordiging van NeJerland te Kaapstad, wordt door den minister van buitenl. zaken ter hunner kennis gebracht, dat de eenige zoodanige vertegenwoordiger voor al de Brit- sche bezittingen in Zuid-Afrika, mot uitzon dering van Natal, is de heer B. H. De Waal, consul-generaal der Nederlanden te Kaapstad. Sts.-Ct Er is gemeld, dat blijkens telegraphisch bericht de majoor H. E. U. Van Heutsz, van het Indisch leger, bevorderd is tot luit.- kolonel. De naam zal moeten zijn J. B. Van Heutsz Heden-(Donderdag-)morgen werd met de mailboot uit Queensboro te Vlissingen verwacht de Hertogin van Albany en kinderen, die per aansluitenden mailtrein de reis naar Soestdijk zouden vervolgen. De minister van marine heeft de officieren van adm. 2de kl. K. Van der Heiden en J. P. Zur Mühlen, uit Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, op non activiteit gestold. De gewone audiëntie van den minister van koloniën zal op Vrijdag 10 dezer niet plaats hebben. Het stoomschip „Admiral", van Durban naar Hamburg, arriveerde 8 Aug. te Aden; de „Amsterdam" vertrok 8 Aug. van Nieuw- Ycrtk naar Rotterdam; de „Bloemfontein", van Amsterdam naar Kaapstad, vertrok 7 Aug. van Dartmouthde „Edam" arriveerde 8 Aug. van Nieuw-York te Rotterdam; de „Brorao", van Rotterdam naar Java, vertrok 8 Aug. van Port Said; de „Conrad" vertrok 8 Aug. van Batavia naar Amsterdamde „Prins Alexander" arriveerde 8 Aug. van Amsterdam te Batavia. B(j koninklijk besluit is, met ingang 15 dezer: lo. aan den kapitein luitenant ter zee A. G. Ellis de betrekking opgedragen van Inspecteur van den marine torpedodienst, tevens lid der commissie tot het examineeren van zee officieren en adelborsten2o. de luitenant ter zeo 1ste klasse H. Herman eervol ontheven van de tijdelijke waarneming van bovenbedoelde betrekking. Aan P. Van Ouwerkerk, secretaris van Ouder-Amstel, toestemming verleend om op het buitenverblijf „Wester-Amstel", te Nieuwer- Amstel, te blijven wonen. Uit het Gemeenteverslag over 1893. Nationale militie. Aandeel der gemeente in de lichting 99 Ingeschrevenen in de gemeente, waarnaar het aandeel is berekend380 Ingelijfd bij de landmilitie99 zeemilitie Tot de ingeiyfden behooren 86 lotolingon, 7 plaatsvervangers en G nummerverwisselaars. Aan drie der dienstplichtigen werd ditmaal, op grond van art. 127, lste alinea, der Militie- wet, ontheffing van den werkeiyken dienst verleend. Het aantal lotelingen bedroeg 410. Van dezen werden vrijgesteld van den dienst: ala beneden do maat8 wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken 36 als eenige wettige zoon56 wegens eigen dienst, zee- of landmacht 30 wegens broederdienst100 op grond van art. 52 der Wet 1 Totaal der vrijgestelden .231 Uitgesloten krachtens art. 55 2° der Wet 1 Overleden na de loting tot aan de eerste zittingl Tot den dienst aangewezen177 Te zamen. .410 Aan de loting in 1893 voor de lichting 1894 hebben deelgenoman 413 ingeschrevenen. Voor de lichting van 1895 zijn ingeschre ven 390 personen. Betreffende inkwartieringen valt het vol gende mede te deelen. Bij de vaststelling der lyst, bevattende de namen der inwoners, die voor het verleenen van inkwartiering en onderhoud in aanmerking komen, op den 5den Augustus 1893, waren volgens de Wet van 14 September 1866 (Staatsblad No. 138), laat stelijk gewijzigd by de Wet van 10 Mei 1890 (Stbl. No. 83), 2487 perceelen of gedeelten daarvan voor inkwartiering aangeslagen. Gelegenheid bestond tot inkwartiering van ongeveer 3520 manschappen en tot het stallen in den zomer van 385 en in den winter, wanneer het rundvee in de stallen huisvest, van 260 dienstpaarden. Schutterij. Werkelijke sterkte der schutterij in de gemeente743 Actief743 Reserve644 Te zamen. 1387 Actieve sterkte der schutterij, bij de wet gevorderd814 Sterkte van den eersten ban der schutterij. Actief.356 Reserve601 Te zamen. 957 Tot de totale sterkte ontbreken 129 leden. Hierbij zij opgemerkt dat de miliciens van de lichting 1887 en 1888, die in de termen der schutterij vallen, nog geen ontslag uit den militairen dienst hebben erlangd, dus niet Met inbegrip ran 58 man etaf, muzikanten en vrijwilliger*, die niet in de wettelijke sterkte medetellen. Z'jn ingelijfd en alzoo niet zijn begrepen onder de totale sterkte, boven aangegeven. In het jaai 1893 werden tot onderofficier 16 en tot korporaal 14 leden aangesteld, terwijl door het overgaan tot de reserve als anderszins 4 onderofficieren en 20 korporaals werden afgevoerd. Het incompleet bedroeg op 31 December 1893: lste luitenants 4, 2de luitenants 11, sergeanten 13, fouriers 5 en korporaals 14. Met de hem kenmerkende bereidwilligheid bleef de lste luitenant-adjudant I. H. Huisken, van het 4de regimont infanterie, voortgaan theoretisch onderrioht aan hh. officieren te geven. Ook voor de onderofficieren en korpo raals werd de gelegenheid opengesteld om van den adjudant-onderofficier dezer schutterij A. Heisterborg theoretisch onderricht te ont vangen. Schijfschieten is wederom achterwege moe ten blijven, omdat nog immer eene schietbaan ontbreekt. Uit de verslagen van de „Leidsche Scherp- schuttersvereniging" en van de Leidsche Studenten Vereeniging tot Vrijwillige oefening in den wapenhandel „Pro Patria", wordt het volgende ontleend: De Leidsche Scherpschutters-Vereeniging. Het verslag dezer vereeniging mag niet zoo gunstig genoemd worden als dat over het vorige jaar. Door vertrek naar elders, enz. bedankten 10 leden, terwijl er slechts 2 bijkwamen, waardoor de belangstelling voor de oefeningen aanmerkelijk verminderde. Aan concoursen werd geen deel genomen; alleen had er, volgens gebruik van ieder jaar, een huishoudelijke wedstrijd plaats in Kat- wijks duinen. De Leidsche Studenten- Vereeniging tot vrijwillige oefening in den wapenhandel „Pro Patria". De schietoefeningen werden dit jaar des Vrijdags geregeld gehouden en getrouw be zocht. De vereeniging kwam uit op de concoursen te 's-Gravenhage en te Rotterdam, doch het mocht niet gelukken een corpsprijs te behalen. Alleen de heer B. Brn. Mackay verwierf dit jaar de scherpschuttersstrepen. Het jaar- ïyksche huishoudelijk concours werd met voel animo gehouden. Tot de vereeniging traden een 60-tal nieuwe leden toe. Onderofficiers-vereeniging „Pugno pro Patria Het ledental dezer Vereeniging is gelijk gebleven aan dat van het vorige jaar. De vergaderingen werden geregeld gehou den en over 't algemeen good bezocht. Op 3 October werd oen feestavond georga niseerd, die zeer goed geslaagd is. De Vereeniging „Moed, Beleid en Trouw" stelt zich ten doel do belangen van de Ridders der Militaire Willemsorde beneden den rang van officier en die hunner weduwen en weezen te behartigen, en voornamelijk de behoeftigen onder hen te steunen. De afdeeling Leiden dezer schoone en nut tige vereeniging werd 29 October 1890 opge richt. Het bestuur bestaat uit de heerenC. H De Goeje, kapitein luitenant ter zee, presi dent; P. L. C. Driessen, fabrikant, enz., bene vens jbr. W. C. Röell, lste luitenant adjudant der artillerie, secretaris penningmooster. Hoewel door het op ruimo schaal rondzon den van circulaires aan de aanzieniyksto, vermogendsto, bekwaamste en geleerdste be woners van Leiden, het doel en het streven der Vereeniging genoegzaam bekond mag worden geacht, telt de afdeeling Leiden, bo- halve het bestuur, slechts 9 leden, wat mot recht een zeer luttel getal mag worden geacht. Gelukkig telt Leiden geen behoeftige Ridders onder z(Jno bewoners, zoodat de afdeeling eigenlijk geen arbeidsveld heeft. De minister van Justitie. De Haagsche correspondent der „Zaanl. Ct." is zeer ingenomen met het feit, dat op last van den minister van justitie eene rechtsver volging of instructie is ingesteld togen do vereeniging tot weigering van belasting-be taling te Amsterdam. Overigens twijfelde hy er niet aan, of de heer Van der Kaay, dio bekend staat als een rechtschapen en kundig jurist, zou eene uitnemende opvatting van zijno taak toonen. Nog versterkt is de correspondent in zijne gunstige opinie over dezen bewinds man door hetgeen hy dezer dagen van hem vernam, waardoor hy een nieuw bewys heeft gekregen, dat de tegenwoordige minister van justitie een man is van het recht en zelfs de scbynbaar geringste inbreuk op de vry- heid en het recht tracht togen te gaan: „In een Haagsch hotel had iemand gelogeerd, op wien de politie het oog scheen te hebben het bleek echter, dat de man niets kwaads

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1