N°. 10572,
Vrijdag ÏO Augustus.
A0.1894.
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van £on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 9 Augustus.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden,
Franco per post ..—s.
Afzondorlylce Nommers '•-» 0-05.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN
Van 1-6 regels ƒ1.05. Iedere regel moer 0-171- Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
De onderofficiers-vereeniging „Door Vriend
schap Vereenigd" zal 31 Augustus a. s., tor
gelegenheid van den verjaardag van H. M.
Koningin Wilhelmina, eene uitvoering geven
in het schouwburglokaal „Vondelhoven".
De Afdeeling van den Raad van State
voor de geschillen van Bestuur behandelde
gisteren o. a. het beroep, ingesteld door S.
Van Wielingen, te Leiden, tegen een besluit
Van B. en Ws. van Leiderdorp, dd. 26 April
1894, waarbij hem vergunning is geweigerd
tot oprichting van eene slachtplaats in perceel
I8c aan den llaresingel.
Rapporteur was de Staatsraad mr. Hubrecht.
V De koninklijke beslissing volgt later.
De tot kolonel by den generalen stal
benoemde luit.-kol. W. G. F. Snijders, van
het 4de reg. inf. te Leiden, komt te 's-Graven-
hage in garnizoen.
Voor het examen Fransche taal (L. O.)
is geslaagd mej. C. D. Fortanier, van Zoeter-
woude, en voor het examen Hoogduitsche
taal (L. O.) de heer E. De Best, van Katwpk
aan Zee.
Uit de thans verschenen bijlagen der
Handelingen van den gemeenteraad te 's Gra-
venbage blijken de juiste beweegredenen voor
het gedeeltelijk door den Raad verworpen
voorstel van B. on Ws. tot aankoopon van
oen drietal huizen, gelegen achter het stad
huis. Het bezit dezer perceelen werd door B.
en Ws. van zeer groot belang geacht en tot
verkrijging van gelegenheid om de straten
rondom het stadhuis te verruimen en omdat
het raadzamer is in de nabijheid van het raad
huis te kunnen beschikken over perceelen
voor onvoorziene doeleinden.
Ook by de ruimste verbrceding, waarvan
hier sprake kan zijn, blijft van het pand,
hoek Prinsenstraat en Kerkplein, een zeer
groot gedeelte over, dat belangrijke waardo
lieeft wegen3 uitnemende ligging.
Door opruiming van het huis genaamd „de
Dolfijn" wordt eene reeds dadelijk in het oog
loopende verbetering in de verkeerswegen daar
ter plaatse tot stand gobracht.
Het perceel No. 4 aan de Driehoekjes hoeft
groote waarde, o. a. om bij verderen koop
met een ander perceel te kunnen worden
geruild.
B. en Ws. ontveinsden zich niet, dat de
som van ƒ94,000 voor het eerstgenoemde
pand op zichzelve genomen aanzienlijk schijnt,
doch z(j meenen, dat het bezit van dat pand
de som voor de gemeente waard ie, temeer,
daar van eene afdoende verruiming van de
straat nabij den Noordwesthoek van het
raadhuis zonder de beschikking over dat por
ceel geen sprake kan zjjn. De oppervlakte
van het perceel, die geheel bebouwd is, be
draagt 475 vierk. M., zoodat do gevraagde
koopprijs overeenkomt met p. m. ƒ210 per
vierk. M.
De koop van perceel Kerkplein No. 1 ver
krijgt echter eerst zjjne volle waarde, wan
neer ook te beschikken valt over het perceel
hoek Prinsenstraat en Kerkplein. De gelegen
heid om dit perceel te bekomen zal zich wel
licht niet spoedig weer voordoen.
Aan den verkoop van het perceel hoek
Kerkplein Prinsenstraat werden de voorwaar
den gesteld, dat in deze gebouwen of op
gedeelten grond daarvan in de eerste 20 jaren
geene schilders-affaire, geen glashandel en op
een en ander betrekking hebbende zaken hoe
ook genaamd, mag uitgeoefend worden en
voor den verkoop van laatstgenoemd perceel,
dat in het huis nimmer eene kleedermakerij
meer mag worden uitgeoefend.
In de gisteren gehouden vergadering van
don Haarlemschen gemeenteraad kwam de
kermis in verband met de cholera weder ter
sprake.
De vraag werd geopperd, of de kermis zou
worden bekort. Hot was naar aanleiding van
een derde sterfgeval aan cholera, dat zich
te Haarlem heeft voorgedaan.
Het slachtoffer was een commensaal van
den eveneens aan cholera overleden Lacet.
De man, schoorsteenveger van beroep, had
zich volgens mededeeling van jhr. mr. Rethaan
Macaré, officier van justitie, in do Raadsver
gadering, onttrokken aan de maatregelen ter
desinfectie, die na het overlijden van Lacet
door de politie in diens woning waron ge-
nomen.
Twee voorstellen ter bekorting der kermis
werden gedaan, het eene door den heer Klein,
strekkende om de kermis te doen eindigen
des Zaterdags te 12 uren des middags, en het
andere van mr. 't Hooft, om de kermis te
sluiten Zaterdag avond te 2 uren en te her
openen Maandag-morgen te 2 uren en aldus
den welbekenden Zondagnacht, waarin duizen
den vreemdelingen, meest Amsterdammers,
de kermis bezoeken, te ontgaan. Het eerste
voorstel verwierf twee stemmen, van den
voorsteller en den heer Do Lanoy, het laatste
slechts ééne stem, die van den voorsteller.
Tevens kwam o. m. aan de orde oen voor
stel van B. en Wsom een gebouw voor
hoogere burgerschool te stichten op bot Wil-
sonsplein of anders op do plaats, waar nu het
Proveniershuis staat, d. i. aan het einde der
Groote Houtstraat. Het eerste plan was oigen
lijk. reeds een jaar geleden door den Raad
verworpen; dat het nu weer op de proppen
kwam, is hieraan toe te schreven, dat B. en
Ws. in dat jaar tevergeefs naar een ander
geschikt terrein hebben omgezien.
In weerwil daarvan verwierp de Raad met
overgroote meerderheid het tweeledige voorstel.
Tot onderdirecteur, belast met het toezicht
in het gebouw der H B.-School met 3-jarigen
cursus zoolang de tijdelijke regeling duurt
(d. w. z. totdat de 5-jarige en de 3 jarige
cursus in één gebouw zullen vereenigd zijn),
werd benoemd de hoer W. H. L. Janssen
van Raa\j, leeraar in de wiskunde aan de
H. B.-S. met 5-jarigen cursus.
De opening der jacht op klein wild is
voor dit jaar in de provincie Zuid-Holland
vastgesteld op Zaterdag den lsten Sept. a. s.
met zonsopgang, met uitzondering van de
jacht op fazanten, waarvan de opening is vast
gesteld op Maandag den lsten October a. s.,
terwyl van die opening voorts is uitgezonderd
de uitoefening van het jachtbedrijf, vermeld
in art. 15, lett. e, der wet van den 13den
Juni 1857 (Staatsblad No. 87).
De korte jacht mag dagelijks en de lange
jacht slechts driemalen 's weeksen wel des
Woensdags, Vrijdags en Zaterdags, worden
uitgeoefend.
Gisterochtend heeft de burgemeester der
residentie, de heer Roost, die stad verlaten,
aanvankelijk reizende naar Frankfort, van
waar hij zich naar Mariönbad begeeft tot her
stel van gezondheid. De burgemeester zal eene
maand in het buitenland verblijven en wordt
gedurende zijne afwezigheid vervangen door
den wethouder baron Du Tour van Bellinc-
have, die van de aanwezigen de oudste in
jaren is.
Het Amerikanisten congres te Stokholm
is gisteren gesloten. Het volgende congres
heeft in Nederland plaats.
Deze congressen, waarvan dat te Stok
holm het tiende was, stellen zich ten doel de
volkenkundige, taalkundige en geschiedkundige
studiën over beide deelen van Amerika te be
vorderen.
De Vereeniging voor den Effectenhandel,
te Amsterdam, bericht dat Zaterdag 11
Augustus als laatste beurs vacantiedag is
vastgesteld.
Den 29sten Augustus zal het Leger des
Heils zijn eersten noorder velddag houden.
Mr. H. W. Blocq van Scheltinga, te Heeren
veen, heeft daarvoor zijn prachtig buiten
verblijf „Oranjewoud" disponibel gesteld. De
kolonel en mevrouw Olifant zullen de bijeen
komst leiden, met medewerking van staf
officieren en 36 veldofficieren der noorder
divisie.
Aan den minister van binnenlandsche
zaken is door het bestuur van het „Neder-
landsch gymnastiek-verbond" een adres ge
richt, waarin de aandacht wordt gevestigd
op den allerongunstigsten uitslag der laatste
examens ter verkrijging van eene akte van
bekwaamheid tot het geven van lager en
middelbaar onderwijs in de gymnastiek. In
1892 was deze als volgt:
Lager onderwijs: mannelijke candidaten,
geëxamineerd 48, afgewezen 22, dus 46pet.;
vrouwelijke candidaten, geëxamineerd 1, af
gewezen 1. Middelbaar onderwijs: mannelijke
candidaten, geëxamineerd 49, afgewezen 43,
dus bijna 88 pet.; vrouwelijke candidaten, ge-
oxamineerd 11, afgewezen 7, dus bijna 64 pet.
In 't geheel geëxamineerd 109 candidaten,
afgewezen 73 of 67 pet.
In 1893. Lager onderwijs: mannelyke
candidaten, geèxamineerd 33, afgewezen 29
dus 88 pet.; vrouwelijke candidaten, geëxa
mineerd 5, afgewezen 2, dus 40 pet. Middel
baar onderwijs: mannelijke candidaten, ge
ëxamineerd 38, afgewezen 31, dus 81 pet.
vrouwelijke candidaten, geëxamineerd 4, af
gewezen 3, dus 75 pet. In 't geheel van de
80 candidaten afgewezen 65, dus ruim 80 pet.
Deze ongunstige uitslag nu is niet als een
voorbijgaand verschijnsel aan te merken, daar
de commission gedurende eene reeks van jaren
in hare verslagen steeds hebben geklaagd over
te weinig ontwikkeling en bedrevenheid der
candidaten. Men heeft dus hier te doen met
een blijvend, treurig feit, zoodat het bestuur
niet kan aannemen, dat de oorzaak dier slechte
examens alleen gelegen is in de bekrompen-
heid van verstand der geêxamineerden. Immers
dit zou wel een lndividueelen slechten uitslag
kunnen verklaren, maar, waar men staat voor
een algemeenen, over het geheele land ver
spreiden en telken jara terugkeerenden slechten
toestand, is eene dergelijke verklaring ten
eenenmale onaannemelijk.
Wanneer dus geklaagd wordt over het feit,
dat het den geëxamineeraen heeft ontbroken
aan aanschouwelijk onderwijs, waardoor zij
buiten staat waren enkele zaken op platen of
aan het skelet aan te wijzen en de meeste ge-
examineerden voor de middelbare akte zich
bepaaldon tot „het uit het hoofd leeren van
enkele zaken," kunnen deze omstandigheden
alleen verklaard worden daardoor, dat voor de
geexamineerden de mogelijkheid heeft ontbro
ken om aanschouwelijk onderwijs te genieten.
Het bestuur is volkomen overtuigd, dat velen
zich aan een onderzoek onderwerpen zonder
genoegzame voorbereiding, die hare oorzaak
vindt in geringschatting der examen-eischen of
in 't gemis van eene oordeelkundige opleiding.
Ook is bij herhaling gebleken, dat niet alleen
de noodige kennis der natuurwetenschappe
lijke vakken en practische kennis en bedre
venheid ontbrak, maar de candidaten konden
soms zelfs het nul en dus de noodzakelijk
heid van het gymnastiek-onderwijs niet aan-
toonen.
Het bestuur is het volkomen eens met het
geen de commissie, belast met het exami-
neeren van hen, die eene akte van bekwaamheid
verlangden tot het geven van lager en mid
delbaar onderwijs in de gymnastiek in haar
jongst verslag meldde, „dat het hare innige
overtuiging is, dat alleen d&n in de dringende
behoefte aan degelijk en goed ontwikkelde
gymnastiek-ondorwijzer8 zal worden voorzien,
wanneer het Uwe Exc. behagen moge ten be
hoeve van het gymnastiek onderwijs eene rijks
inrichting in het leven te roepen, waaraan zij,
die zich voor dit belangrijk leervak willen be
kwamen, datgene vinden, wat blijkens de ver
kregen resultaten, vruchteloos elders gezocht
wordt."
Het wendt zich daarom tot den minister
met het verzoek, de vereischte stappen te
doen, ten einde:
1. eene eenvoudige, maar degelijke inrich
ting in het leven te roepen, tot geheele oplei
ding van gymnastiekonderwijzers.
2. deze inrichting te stichten, waar gelegen
heid bestaat om door aanschouwing de noodige
kennis te verkrijgen en waar door aanwezig
heid van uitstekende hygiënisch gebouwde
toestellen, het practisch beoefenen der gym
nastiek tot zijn volste recht kan komen.
Naar gezegd wordt, zoo schrijft men
Aan het „Hbl." uit Utrecht, zal a. s. Vrijdag
de minister van binnenlandsche zaken die
stad bezoeken.
Men meene nu echter niet, dat dit bezoek
een gevolg zou zijn van de geruchten, die on
langs liepen over den slechten toestand van
een der nieuwe laboratoria aldaar, waarvan
de treurig slechte bouw reeds dadelijk na de
in-gebruik-stelling algemeen bekend was. Het
ministeriöel bezoek geldt meer de huizen, nog
voor uitbreiding der universiteits gebouwen
bestemd, maar waarvoor nog geen bepaald
doel is aangewezen. Hierop wachten o. a.
twee huizen aan de Minrebroerstraat, in een
waarvan den laatsten tijd eene bijzondere school
gehouden werd, terwijl in 't andere „Arbeid
adelt" gevestigd was. Door eene poort staan
deze reeds in verbinding met de laboratoria
op 't Janskerkhof en de Hoogt: alle over
blijfselen van 't oude klooster der Minder
broeders.
Bij het examen voor surnumerair der
belastingen zijn geslaagd de heeren: P. H.
G. Van Manen, T. K. Jansma, D. Tjallingh,
J. P. Janssen, E. Overbosch, C. C. Vogel, I.
I. Bekaar, F. W. Postema, A. Hartkamp, G.
Scheltema, J. Broeder, F. Bruins, I. Koldenhof,
G. A Schepers en J. O. C. Bouma.
De Nederlandsche consul te Chicago, die
een geruimen tijd met verlof in Europa was
bevindt zich voor z|jn terugkeer naar zijn
post nog eenige dagen te 's-Gravonbage, en
is afgestapt in het „Hotel des Indes."
Aangezien het gebleken is dat sommige
belanghebbenden niet met juistheid bekend
zijn met de thans bestaande consulaire ver
tegenwoordiging van NeJerland te Kaapstad,
wordt door den minister van buitenl. zaken
ter hunner kennis gebracht, dat de eenige
zoodanige vertegenwoordiger voor al de Brit-
sche bezittingen in Zuid-Afrika, mot uitzon
dering van Natal, is de heer B. H. De Waal,
consul-generaal der Nederlanden te Kaapstad.
Sts.-Ct
Er is gemeld, dat blijkens telegraphisch
bericht de majoor H. E. U. Van Heutsz, van
het Indisch leger, bevorderd is tot luit.-
kolonel. De naam zal moeten zijn J. B. Van
Heutsz
Heden-(Donderdag-)morgen werd met de
mailboot uit Queensboro te Vlissingen verwacht
de Hertogin van Albany en kinderen, die per
aansluitenden mailtrein de reis naar Soestdijk
zouden vervolgen.
De minister van marine heeft de officieren
van adm. 2de kl. K. Van der Heiden en J. P.
Zur Mühlen, uit Oost-Indië in Nederland
teruggekeerd, op non activiteit gestold.
De gewone audiëntie van den minister
van koloniën zal op Vrijdag 10 dezer niet
plaats hebben.
Het stoomschip „Admiral", van Durban
naar Hamburg, arriveerde 8 Aug. te Aden;
de „Amsterdam" vertrok 8 Aug. van Nieuw-
Ycrtk naar Rotterdam; de „Bloemfontein", van
Amsterdam naar Kaapstad, vertrok 7 Aug.
van Dartmouthde „Edam" arriveerde 8 Aug.
van Nieuw-York te Rotterdam; de „Brorao",
van Rotterdam naar Java, vertrok 8 Aug. van
Port Said; de „Conrad" vertrok 8 Aug. van
Batavia naar Amsterdamde „Prins Alexander"
arriveerde 8 Aug. van Amsterdam te Batavia.
B(j koninklijk besluit is, met ingang 15
dezer: lo. aan den kapitein luitenant ter zee
A. G. Ellis de betrekking opgedragen van
Inspecteur van den marine torpedodienst, tevens
lid der commissie tot het examineeren van
zee officieren en adelborsten2o. de luitenant
ter zeo 1ste klasse H. Herman eervol ontheven
van de tijdelijke waarneming van bovenbedoelde
betrekking.
Aan P. Van Ouwerkerk, secretaris van
Ouder-Amstel, toestemming verleend om op
het buitenverblijf „Wester-Amstel", te Nieuwer-
Amstel, te blijven wonen.
Uit het Gemeenteverslag over 1893.
Nationale militie.
Aandeel der gemeente in de lichting 99
Ingeschrevenen in de gemeente, waarnaar
het aandeel is berekend380
Ingelijfd bij de landmilitie99
zeemilitie
Tot de ingeiyfden behooren 86 lotolingon,
7 plaatsvervangers en G nummerverwisselaars.
Aan drie der dienstplichtigen werd ditmaal,
op grond van art. 127, lste alinea, der Militie-
wet, ontheffing van den werkeiyken dienst
verleend.
Het aantal lotelingen bedroeg 410. Van
dezen werden vrijgesteld van den dienst:
ala beneden do maat8
wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken 36
als eenige wettige zoon56
wegens eigen dienst, zee- of landmacht 30
wegens broederdienst100
op grond van art. 52 der Wet 1
Totaal der vrijgestelden .231
Uitgesloten krachtens art. 55 2° der Wet 1
Overleden na de loting tot aan de eerste
zittingl
Tot den dienst aangewezen177
Te zamen. .410
Aan de loting in 1893 voor de lichting 1894
hebben deelgenoman 413 ingeschrevenen.
Voor de lichting van 1895 zijn ingeschre
ven 390 personen.
Betreffende inkwartieringen valt het vol
gende mede te deelen. Bij de vaststelling der
lyst, bevattende de namen der inwoners, die
voor het verleenen van inkwartiering en
onderhoud in aanmerking komen, op den 5den
Augustus 1893, waren volgens de Wet van
14 September 1866 (Staatsblad No. 138), laat
stelijk gewijzigd by de Wet van 10 Mei 1890
(Stbl. No. 83), 2487 perceelen of gedeelten
daarvan voor inkwartiering aangeslagen.
Gelegenheid bestond tot inkwartiering van
ongeveer 3520 manschappen en tot het stallen
in den zomer van 385 en in den winter,
wanneer het rundvee in de stallen huisvest,
van 260 dienstpaarden.
Schutterij.
Werkelijke sterkte der schutterij in de
gemeente743
Actief743
Reserve644
Te zamen. 1387
Actieve sterkte der schutterij, bij de
wet gevorderd814
Sterkte van den eersten ban der schutterij.
Actief.356
Reserve601
Te zamen. 957
Tot de totale sterkte ontbreken 129 leden.
Hierbij zij opgemerkt dat de miliciens van
de lichting 1887 en 1888, die in de termen
der schutterij vallen, nog geen ontslag uit
den militairen dienst hebben erlangd, dus niet
Met inbegrip ran 58 man etaf, muzikanten en
vrijwilliger*, die niet in de wettelijke sterkte medetellen.
Z'jn ingelijfd en alzoo niet zijn begrepen onder
de totale sterkte, boven aangegeven.
In het jaai 1893 werden tot onderofficier
16 en tot korporaal 14 leden aangesteld,
terwijl door het overgaan tot de reserve als
anderszins 4 onderofficieren en 20 korporaals
werden afgevoerd.
Het incompleet bedroeg op 31 December
1893: lste luitenants 4, 2de luitenants 11,
sergeanten 13, fouriers 5 en korporaals 14.
Met de hem kenmerkende bereidwilligheid
bleef de lste luitenant-adjudant I. H. Huisken,
van het 4de regimont infanterie, voortgaan
theoretisch onderrioht aan hh. officieren te
geven. Ook voor de onderofficieren en korpo
raals werd de gelegenheid opengesteld om
van den adjudant-onderofficier dezer schutterij
A. Heisterborg theoretisch onderricht te ont
vangen.
Schijfschieten is wederom achterwege moe
ten blijven, omdat nog immer eene schietbaan
ontbreekt.
Uit de verslagen van de „Leidsche Scherp-
schuttersvereniging" en van de Leidsche
Studenten Vereeniging tot Vrijwillige oefening
in den wapenhandel „Pro Patria", wordt het
volgende ontleend:
De Leidsche Scherpschutters-Vereeniging.
Het verslag dezer vereeniging mag niet zoo
gunstig genoemd worden als dat over het
vorige jaar.
Door vertrek naar elders, enz. bedankten
10 leden, terwijl er slechts 2 bijkwamen,
waardoor de belangstelling voor de oefeningen
aanmerkelijk verminderde.
Aan concoursen werd geen deel genomen;
alleen had er, volgens gebruik van ieder jaar,
een huishoudelijke wedstrijd plaats in Kat-
wijks duinen.
De Leidsche Studenten- Vereeniging tot vrijwillige
oefening in den wapenhandel „Pro Patria".
De schietoefeningen werden dit jaar des
Vrijdags geregeld gehouden en getrouw be
zocht.
De vereeniging kwam uit op de concoursen
te 's-Gravenhage en te Rotterdam, doch het
mocht niet gelukken een corpsprijs te behalen.
Alleen de heer B. Brn. Mackay verwierf
dit jaar de scherpschuttersstrepen. Het jaar-
ïyksche huishoudelijk concours werd met voel
animo gehouden.
Tot de vereeniging traden een 60-tal nieuwe
leden toe.
Onderofficiers-vereeniging „Pugno pro Patria
Het ledental dezer Vereeniging is gelijk
gebleven aan dat van het vorige jaar.
De vergaderingen werden geregeld gehou
den en over 't algemeen good bezocht.
Op 3 October werd oen feestavond georga
niseerd, die zeer goed geslaagd is.
De Vereeniging „Moed, Beleid en Trouw"
stelt zich ten doel do belangen van de Ridders
der Militaire Willemsorde beneden den rang
van officier en die hunner weduwen en weezen
te behartigen, en voornamelijk de behoeftigen
onder hen te steunen.
De afdeeling Leiden dezer schoone en nut
tige vereeniging werd 29 October 1890 opge
richt. Het bestuur bestaat uit de heerenC.
H De Goeje, kapitein luitenant ter zee, presi
dent; P. L. C. Driessen, fabrikant, enz., bene
vens jbr. W. C. Röell, lste luitenant adjudant
der artillerie, secretaris penningmooster.
Hoewel door het op ruimo schaal rondzon
den van circulaires aan de aanzieniyksto,
vermogendsto, bekwaamste en geleerdste be
woners van Leiden, het doel en het streven
der Vereeniging genoegzaam bekond mag
worden geacht, telt de afdeeling Leiden, bo-
halve het bestuur, slechts 9 leden, wat mot
recht een zeer luttel getal mag worden geacht.
Gelukkig telt Leiden geen behoeftige Ridders
onder z(Jno bewoners, zoodat de afdeeling
eigenlijk geen arbeidsveld heeft.
De minister van Justitie.
De Haagsche correspondent der „Zaanl. Ct."
is zeer ingenomen met het feit, dat op last
van den minister van justitie eene rechtsver
volging of instructie is ingesteld togen do
vereeniging tot weigering van belasting-be
taling te Amsterdam. Overigens twijfelde hy
er niet aan, of de heer Van der Kaay, dio
bekend staat als een rechtschapen en kundig
jurist, zou eene uitnemende opvatting van zijno
taak toonen. Nog versterkt is de correspondent
in zijne gunstige opinie over dezen bewinds
man door hetgeen hy dezer dagen van hem
vernam, waardoor hy een nieuw bewys heeft
gekregen, dat de tegenwoordige minister van
justitie een man is van het recht en zelfs
de scbynbaar geringste inbreuk op de vry-
heid en het recht tracht togen te gaan:
„In een Haagsch hotel had iemand gelogeerd,
op wien de politie het oog scheen te hebben
het bleek echter, dat de man niets kwaads