N°. 10568. Maandas; O Augustus. A®. 1894. geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van tgon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. De Misdaad in de Rne Lafltte. LEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1-10. Franco per post-t» Afzondorlyke °-05- PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 1 6 rogels f 1.05. Iedore regel meer f 0.17}. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Dit nommcr bestaat uit DR1£ Bladen. Derde Blad. Leiden, 4 Au ustus. In de gistornamiddag gehouden gemeente raadszitting waren nog ingekomen: Een verzoek van O. A. La Bree, om vergun ning tot het doen dempen van een gedeelte "Witte Singelsloot, het leggen van een duiker en tevens den door demping verkregen grond in gebruik te mogen hebben. Een verzoek van J. Coster, om vergunning tot het leggen van eene stoep voor het per ceel Morsch6traat 60. Een verzoek van den heer H. C. Juta, om restitutie van betaald schoolgeld voor zfine dochter, die sedert de maand December des vorigen jaara de Hoogero Burgerschool voor Meisjes niet meer heeft bezocht, overdetweo laatste kwartalen van den cursus 1893/94. Do rekening, dienst 1893, van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. Do suppletoirs staat van begrooting en staten van af- en overschrijving van het Roomsch- Kath. Armbestuur*, en het Roomsch-Kath. Vees- en Oudeliodenhuis, beide over den dienst 1893. Een verzoek van J. Kruyt, om eene loozing t9 maken van perceel Oude Singel 188 naar de gracht. Do rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente ovor 1893 met tyjbehoorende stukken, welke in handen werd gesteld der commissie van financiën. In de Staatscourant van heden, Zater dag, roept de minister van financiën ouders of voogden op, voor zoover zij meenen dat hunne kinderon of pupillen, die met 1 Oct. a. s. aan de universiteit to Leiden aanvangen met de voorbereidende studiën voor de theologie, in de termen vallen om op onder steuning aanspraak te kunnen maken, zich vóór 1 September bij zijn departement aan te melden, om in aanmerking te komen voor eene studiebeurs van f 150 'sjaars, welke gekweten wordt uit de gelden van de stich ting van vrouwe Clara Jansdochter Yan Spar- woude, ten jare 1615 opgericht ter wees kamer te Delft. Voor verdore bijzonderheden zie men de Staatscourant van 4 dezer. Door den Raad van Leimuiden is voor- loopige concessie verleond aan den heer P. Ledeboor, notaris te Aalsmeer, tot droog making van den Westpias. Examen voor apothekersbediende te Arn hem op 2 Aug. Geëxamineerd drie vrouwelijke candidaten. Geslaagd: Mej. J. C. Roog, geb. te Aarlanderveen. Afgewozen twee candidaten. Dr. J. J. Couvée heeft zijn ontslag aan gevraagd als leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Middelburg. Te 's Gravenhage is overleden de heer C. R. A. Yan Osenbruggen, oud-havenmeester ven Curasao, vroeger zeeofficier. De 1ste luitenant A. M. Kollewijn, met het 1ste peloton torpediston, gedetacheerd op het fort De Ruyter, koert 11 Augustus met dit detachement naar Brielle terug. Het examen tot plaatsing als volontair bij den artillerie cursus en de militaire school, zal onder voorzitterschap van den m.joor der artillerie J. J. Schluiter van 22 - 25 Aug. te Delft worden afgenomen. Met plechtigen eenvoud werd gisteren het stoffelijk overschot van mr. H. Waller, oud-kantonrechter, op de algemeene begraaf plaats te Utrecht ter aarde besteld. Het college van B. en Ws., do besturen van het burgerweeshuis, do gods- en gast huizen en van de Nutsspaarbank waren op het kerkhof aanwezig, om den overledenede laatste eer te bewijzen. Bij jhr. Beelaerts Van Blokland, gezant van de Zuid-Afrikaansche republiek te 's Gra venhage, is do offlciéele bevestiging ontvan gen, dat het oproerige kafferhoofd Malaboch zich heeft overgegeven, zonder dat het noodig is geweest dynamiet te gebruiken, terwijl aan kaffers, vrouwen en kinderen alle ge legenheid gegeven werd om hun leven te sparen. De jaarlijksche velddag van het Leger des Heils op het landgoed „Nimmerdor", by Amers foort, daartoe afgestaan door den eigenaar baron Van Boetzelaer, zal worden opgeluisterd door een bezoek van Generaal Booth, daar het feest tevens een herinneringsdag is aan de vijftigjarige werkzaamheid van den Generaal. Er worden buitengewone toebereidselen gemaakt om dit jaarfeest zoo schitterend mogelijk te doen zijn. Van alle plaatsen des lands zullen vertegenwoordigers van het Leger gezonden worden en men zal er alle verrich tingen van het Leger des Heils kunnen aan schouwen. Er worden kinderbijeenkomsten gehouden en op een platform zullen 500 Heilssoldaten eene hoiligingsvergadering hou den. Verder is er een reusachtig theefeest op Engelsche wijze en spelen er vyf muziek corpsen, alle uit „geredde" mannen samen gesteld, die vrijwillig zich hebben bechikbaar gesteld. Een groot aantal „geredden" uit het Leger zullen den Generaal met muziek en banieren begroeten. Er zullen op den dag der feesten extra- treinen loopen van verschillende plaatsen naar Amersfoort, van waar het terrein gemakkelijk te bereiken is. De toegangsprijs tot het ter rein is, met inbegrip van programma, 40 cents. Er wordt op een druk bezoek gerekend. De „N. Koerier" geeft de volgendo be schrijving van het monument voor pastoor Brouwers, dat de werkplaatsen van den heer Cuyper8, te Roermond, verlaten heeft. „Overhuifd door een gemetseld kapelletje, zullen de zerk en het gedenkteeken op de be graafplaats te Bovenkerk de plaats aanwijzen, waar het stoffelijk overschot van den geëerden en door vriend en tegenstander geachten pastoor rust. „Het monument van Udelfangersteen is meesterlijk gebeeldhouwd. Op het onderstuk staat, in reliefletters, te lezen: „Aan pastoor Brouwers, zijn vrienden en vereerders 1" Waar onder het wapen van den pastoor met het onderschrift: „God zij eerel" „Prachtig maas- en loofwerk en sierlijke bladvulling omringt het bovenstuk, een me daillon, waarin het welgelijkende port» et van pastoor Brouwers prijkt. Aan weerszijden ziet men een lauriertak in eene zeer diep uit gehouwen arcatuur. Kortom, het monument munt uit door rijkdom van versieringen. „De zerk is van granietstoen. Rondom een medaillon, bevattende de emblemen van het priosterschapt staan in een vierkant de mono grammen van O. H. Jezus Christus en de Grieksche letters A. O.'t begin en 't einde. „Op do vier hoeken der zerk zijn de beel tenissen der vier Evangelisten aangebracht en de data van geboorte, van plaatsing te Bovenkerk en overlijden te Maastricht. „Ook de zerk is met talrijk ornament ge smukt." Hier te lande is bericht ontvangen van het overlijden op Atjeh van den kapitein der infanterie H. Peeters, ten gevolge van een zonnesteek. H(j bereikte den leeftijd van 42 jaren. De minister van justitie heeft bij de politie te Amsterdam inlichtingen gevraagd omtrent de oprichting van de „Anti bolasting- vereeniging" gelijk men weet, do vereeni- ging, wier hoofdman (de socialist Reens) in de laatste wekon zoovele gerechtelijke execu ties verijdeld heeft. Volgens do „Wet op het Recht van Ver eeniging en Vergadering" valt deze vereeniging, als strijdig met de openbaro orde, onder de verboden vereenigingon. Art. 3 der wet toch noomt als zoodanig „elke vereeniging, welke ten doel heeft: ongehoorzaamheid aan of over treding van de wet of eene wettelijke veror dening", enz., terwijl art. 4 de deelneming aan eene verboden vereeniging voor do oprichters of bestuurders strafbaar stelt met gevangenis straf van één tot zes maanden en geldboeten en voor de overige deelgenooton met geringere straffen en boston. De bestuurders zijn reeds door do politio opgeroepen, maar hebben aan die oproeping geen gevolg gegeven. Juist gisteren is door het optreden van ge noemde vereeniging weder een boedel voor nog geen dertig centen zoogenaamd „geveild". Hoogstwaarschijnlijk zal den 8sten Sep tember a. 8. met het ss. „Prinses Wilhelmina" van de Maatschappij „Nederland" naar Oost- Indië vertrekken eene geheele compagnie van de koloniale reserve te Nijmegen. Deze compagnie wordt gecommandeerd door den bekenden kapitein Drijber, ridder van do Militaire Willemsorde, begiftigd door H. M. de Koningin Regentes met de eerosabel, aan wien als officieren zijn toegevoegd de 1ste luitenant Van do Pauwert en de 2de luitenants Prins en Van Geer. ZU is sterk 9 onderofficieren, 12 korporaals en 172 manschappen, allen Hollandschojongons. Het Staatsblad No. 94 bevat de wet van den 9den Juli 1894, houdende goedkeuring der op 15 April 1893 te Dresden gesloten intornationale overeenkomst tot wering der cholera. In de „Sts.-Crt." is opgenomen do staat van nalatenschappen, berustende b\j deweos- kamers te Batavia, Semarjng, Soerabaia en Padang, waarvan de saldo's, als de som van f 250 niet te boven gaande, door de daarop rechthebbenden ook kunnen worden opge vraagd en ontvangen in Nederland bij het ministerie van Koloniën. De uitkeering van eene nalatenschap in Nederland zal niet eerder geschieden dan nadat van het Indisch bestuur bericht zal zijn ontvangen, dat zich nader geene schuldeischers by de weeskamer hebben aangemeld en het ministerie van Koloniën tot betaling van het saldo kan overgaan. De hertogin van Albany wordt met hare kinderen 9 dezer te Soestdyk verwacht. Het stoomschip „Admiral", van Oost Afrika naar Vlissingen en Hamburg, vertrok 2 Aug. van Zanzibar; de „Kanzier", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 2 Aug. van Zanzibar; de „Prinses Wilhelmina", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 4 Aug. van Port-Saidde „Bundesrath," van Hamburg en Amsterdam naar Oost Afrika, vertrok 2 Aug. van Napels; de „Obdam," van Rotterdam naar Nieuw York, is 3 Aug. Scilly gepasseerd; de „Prinses Amalia," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 3 Aug. Kaap Carvoeiro; de „Rotterdam" arriveerde 3 Aug. van Rotterdam te Nieuw-York; de „Prins Maurits," van Amsterdam naar West- Indië, passeerde 3 Aug. Dover; do „Prins Frederik Hendrik" arriveerde 29 Juli van Amsterdam te Paramaribo; de „Prins Willem II" vertrok 4 Aug. van Paramaribo naar Amsterdam. Uit het Gemeenteverslag over 1893. Medische Politie. Toestanden, welke invloed kunnen uitoefenen op de volksgezondheid. Tot die toestanden behooren: a. de afvoer van faecale stoffen. Evenals vroeger werd met kracht voortge gaan met het verbeteren van riolen; voor hot reinigen, onderhouden en vernieuwen van de waterloozingen, kolken en riolen werden de noodige gelden op do begrooting uitge trokken. Voor uitdiepingen werd op de begrooting voor 1893 1400 voor het gewone diopwerk beschikbaar gesteld en op de begrooting voor 1894 f 1400 voor het gewone diepwerk, en f 2400 voor buitengewoon diepwerk. De kosten bedroegen over 1893 1512.26, en de opbrengst der verpachte of verkochte faecale stoffen was f 213.11. Het onderhoud der riolen kostte f 6348.615 en do opbrengst der verpachte kolk- en riool stoffen bedroeg f 292.20. B(j Raadsbesluit van 6 April 1893 is de verpachting der faecale stoffen onder de hand gecontinueerd voor 2% cent per 100 KG. tot uit0. Augustus 1893, en by Raadsbesluit van 8 Augustus 1893 is zy opnieuw geconti nueerd tot uit0. Maart 1894. Krachtens Raadsbesluit van 28 December 1893 is met ingang van 1 Januari 1894 het reinhouden der gemeente verpacht aan Gebr. Van Ulden voor f 2300 per jaar, door de ge meente te betalen, voor den tyd van 10 jaren. Daartoe behoort: lo. de haardasch, het vuiln's en het puin, benevens het waterschui- men in do stadswateren2o. het baggerwerk binnen de grachten, singels en singelslooten 3o. de afval van do Beestenmarkt en Lammer markt, benevens de bediening dier markten; 4o. de faecale stoffen, verzameld volgens het Liernurstelsel, en 5o. de mestspeciën, afkom stig uit de riolen en kolken binnen de ge meente, in zooverre de riolen niet aan het Liernurstelsel zfin aangesloten. Blijkens de in de eerste maanden Tan dit jaar opgedane ondervinding werkt het nieuwe stelsel gunstig en geeft de uitvoering tot geene klachten aanleiding. b. Behoefte aan drinkwater. Het aantal gesloten contracten voor leve ring van duinwater, dat op 1 Januari 1893 4867 bodroeg, is op 81 December van dat jaar tot 5047 gestegen. Aan behoeftigen werden slechts 84 emmers kosteloos verstrekt, tegen 175 in 1892, torwyi de gemeente daarvoor cent per emmer van 15 liter betaalt. In wyk 7 en 8 werden op de uitbreiding van het buizennet onder de gemeente-garantie gesloten 27 contracten, terwyi, wegens opzeg ging, verbouwing of wanbetaling, 7 contracten afgesloten zyn, zoodat het totaal op 394 contracten is gebracht, opbrengende f3965.70, zynde ƒ1793.31' meer dan de gemeente garantie bedraagt. Straatdrinkkranen zjjn aangebracht by de Doezabrug, Blauvvpoortsbrug, Havenbruggen, Gepekto brug, (over den O. Ryn), Markthuisje by de Nieuwe Beestenmarkt, Waaggebouw, Gansoordbrug, Watersteeg), Utrechtsche Veer, Van der-Werf-straat, Langestraat hoek Groene- steeg, Oude Ryn by de Hooglandsche Kerk- gracht, Politiehuisje aan don Haagweg, 2de Gortestraat by de openbare school, Oude Vest aan de Mare en aan de Zwemplaats by de Heerenbrug. c. De oponb3re reinheidsverordeningen. Evenals vroeger worden de botrekkelyke bepalingen der Algemeene Politieverordening streng gehandhaafd, en op het houden van varkens, het bewaren van mest, enz. een nauw lettend toezicht gehouden. d. De gezondhoidspolitie. Aan de verschillende geneeskundige wetten en verordeningen wordt steeds de hand ge houden. e. De arbeiderswoningen. Met den bouw van woningen, ook in do onmiddellijke nabyheid der stad, o. a. op Vree wijk, werd voortgegaan; die van de Leidsche Bouwvereeniging aan den Marendyk (de Piet- Hein-straat) werden voltooid. Zeer gunstig werkte de „Vereoniging voor den bouw van Werkmanswoningen". Door haar werden 9 slochte perceelen indeSingol- straat, 8 aan de Roggebroodspoort, 3 in de Zy 1- of Rozenpoort, 12 in de Paradijspoort gesloopt en door betere vervangen. De voormalige „Vier en twintig huizen" aan de Langegracht zyn verdwenen en door den 83) Door oene onweerstaanbare macht gedreven, doed ze eenige schreden voorwaarts, terwijl ieder haar vol ontzetting, onbeweeglijk, stom van verbazing, aanzag, en stond eindeiyk vlak voor Bosco, zag bem strak aan, wilde spreken, maar kon niet meer; slechts een enkele gil ontsnapte haar, en hare gewonde hand naar haren moordenaar uitstrekkende, terwijl zo do andore aan haren boezem bracht, als om de vlam, die in haar binnenste woedde, te dooven, stortte ze, met den hartverschearen den kreet: .Vergiffenis. O, mijn God, vergif fenis. Arme vader 1" levenlooe aan de voeten van haren beul neder. Gedurende dit plechtig oogenbllk van angstige stilte had de markies zich eenigermate hersteld. „Die vrouw liegt," riep by; ik ben de mar kies Gaston De Montgerboie." „GjJ liegt, antwoordde hem de kapitein, „de markies Do Montgerboie ia dood, ik heb de akte van zijn overladen in myn bezit. „Die akte is valschl" „Neenl zy is echt, eigenhandig afgegeven door den secretaris van het stadhuis te Hudson-River." Thans begreep Bosco, dat hy verloren was. Mot de wanhopige woede van den misdadiger, die zijne laatste hoop op uitkomst verliest, nep hg: „Ze heeft dus alles verteld, de slang." En op den kapitein toetredende, met woesten blik en het schuim op de lippen, brulde hg: „Welnu, ja, ik ben Boscoik ben dokter Satan. Ge weet allesmaar, ge zult er niet veel by winnen 1" Tegoiykertyd strekte hy den arm uit en viel er oen schot. Schrik en ontsteltenis verspreidden zich in bet gezelschap. Zezotte was, in de armen van André Naugy, in onmacht gevallen, ter- wyi mevrouw Bortin eveneens bewusteloos in een fauteuil inééngezonken was. De hoeren keken elkander verwonderd aan. Bosco was verdwenen. De kapitein was de eerste, die tot bezin ning kwam. „Waar is hy gebleven vroeg hg. „Ik heb hem doodgeslagen", antwoordde Bamboula met een breeden grynslach. Toen de neger den schurk zyno revolver zag trekken en op het gezelschap aanleggen, greep hy, met eene beweging, even vlug als die van Bosco, eene bronzen buste, die in zyne nabyheid op een piëdestal stond, en wierp die met zooveel kracht en behendigheid den booswicht naar het hoofd, dat hy hem den schedel verpletterde en hem levenloos deed neervallen. Uit eene vreeselgk gapende wonde stroomde het bloed en bevochtigde het tapyt. „Onze taak is hier afgedaan", sprak Jarilot; „aan de gerechtigheid is voldaan." Bamboula bekommerde zich slechts om éone zaak, namelyk: dat het bloed van het ïyk het tapyt van zyn meester bedierf. Hy nam den doode op en wierp hem buiten de deur. Middelerwyi was Zezette de kamer, waar heen men het ïyk van de ongelukkige Ketty gebracht had, binnengegaan en bad voor de rust harer ziel. „Bid, myne dochter", sprak de kapitein. „Heden is het een dag van rouw, morgen een dag van geluk." En in de stilte van den avond, zoo ryk aan ontzettende gebeurtenissen, hoorde men aan het einde van den tuin eene zachte, lieflyke stem een oud, harmonisch lied zingen. Was dit reeds do bevostiging van het door den kapitein toegezegde geluk? Door het geopende venster ontwaarde men, tusschen de schaduwen der boomen, door het zilveren maanlicht beschenen, de witte schaduw van de geheimzinnige zangeres. „Luister", sprak Zezette zacht, „dat is Jeanne 1" Jacques was inmiddels verdwenen. IX. Bet geluk. Dokter Molonguet, die met Jarilot en Savignol by het ïyk van Bosco was gebleven om ten behoeve der justitie eene wettige verklaring van het overlyden van dezen op te maken, had eveneens het geheimzinnige gezang in den tuin vernomen. Ten einde te voorkomen, dat Jeanne zich onbewust in de nabyheid van het huis zou begeven en zoodoende, getuige zou zyn van het yzingwekkend schouwspel, spoedde hy zich onverwyid naar buiten. Eensklaps werd hy een man gewaar, die zich achter een bloemperk verborg. „Jacques", mompelde hy, „dat. ontbrak er nog aan." Werkoiyk was het Jacques, die, op het hooren van de hom bekende stem, henenge- sneld was, om haar te ontmoeten, die hy be minde en die by sedert zyne bevryding nog niet had gezien. Zoo spoedig zyne oude boenen hem dragon konden, ylde hy op Jacques toe, legde hem de hand op den schouder en vroeg: „Ongelukkige, wilt ge haar dooden?" Jacques sidderde. „Dooden riep hy. „Wat anders Gelooft ge dat deze onver wachte ontmoeting anders dan hoogst nadeelig op haar werken zou?" „Maar wat dan te doen?" „Spoedig, verberg u, ze komt hierheen." Werkelyk naderdo Jeanne met een bouquet rozen in de hand. „Nog niet groot genoeg", mompelde zy, „nog meer rozen, de schoonste voor hom." Zachtjes plukte zy nog eenige bloemen, die zy by de andere voegde en thans aan dachtig beschouwde. „O", sprak ze, „nu is het genoeg, Jacques, myn goede Jacques." En de bloemen kussende, vervolgde zy lang zaam haren weg, opnieuw haar lied zingende. Jacques kon zich niet langer inhouden, hy wilde zyne geliefde te gemoet snellen: de dokter echter hield hem terug. „Blyf hier", fluisterde hy, „en houd u stil." „Maar hoort ge dan niet, dat ze my roept?" „Laat haar roepen! Zy mag u thans nog niet zien, het zou haar dooden. Keer onmid- dellyk terug." „En zal ik haar dan niet zien?" „Nog niet, eerst moet ik er haar op voor bereiden; de schok van het onverwachte weerzien zou te hevig zyn." „Welnu, ik gehoorzaam, maar haar zoo naby te zyn en haar dan te moeten ont vluchten, ge weet niet, welk eene opoffe ring het is." Het ïyk van Bosco was inmiddels, op last van Jarilot, weggebracht, terwyi twee liefde- zustors, door den kapitein ontboden, by dat van Ketty waakten. „En thans", sprak de kapitein tot Zezette, „wordt het tyd, uwe slaapkamer te gaan opzoeken." Alles wat tot weeldo en gemak kon die nen was in dit vertrek met zeldzame zorg aangebracht. „Nu", vroeg hy, de handen van het ver baasde meisje vattende, „hoe bevalt u dit hutje?" En overgelukkig, met tranen van dank baarheid in de oogen, trok zy het hoofd van haren vaderlyken vriend tot zich en kuste hem hartelyk. „01 wat zyt ge goed!" stamelde ze. „Ja, ja, maar dat is niet alles voor u alleen 1 Dit is nu de kamer, niet van Zezette Varlay, maar van mevrouw Naugy 1" {Wordt vnvolgct,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 7