No. 10562. Maandag 30 «Juli. A0. 1894. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 28 Juli. Burgerlijke Stand. Feuilleton. De Misdaad in de Kue Lafitte. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post L40. Afzonderlijke Nommers 0-05. PRIJS DES ADVERTENTIE!*: Van 1—'6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootero letters naar plaatsruimte, wordt f 0.05 berekend. Voor het incasseeren bulten de stad Eerste Blad. Voor het examen Engelsche taal (L. O.) |s geslaagd mej. L. E. Ter Meer, van Leiden. Beroepen is by do Ned.-Herv. gemeente te Hillegom ds. D. Jolles, predikant te Drachten. De „Staatscourant" van 28 dezer bovat de wet van 9 Juli jl. (Stsbl. No. 100) tot goedkeuring van den onderhandschen verkoop aan de gemeente Katwijk van een stuk grond te Katwijk aan Zee. Aan de milicien-verlofgangers van de lichting 1891 in de gemeente Zegwaard, be- hoorende tot het regiment grenadiers en jagers, het lste en 4de regiment infanterie en de lste, 2de en 3de compagnie hospitaal-soldaten, is kennis gegeven dat zy zich moeten be vinden op het Raadhuis, ten einde verderop hunne corpsen te worden gedirigeerd of wel rechtstreeks naar die te vertrekken, om daarbij aan te komen op Vrijdag den 17den Augustus 1894, des namiddags te vier uren. De erfgroothertog en erfgroothertogin van Baden zijn uit Soestdijk te Scheveningen teruggekeerd. Door de Geneeskundige Staatscommissie te Amsterdam is bevorderd tot arts de heer Adr. Wagemaker, geboren te Tolen. Te Nijmegen is de heer B. J. Hooglugt, pastoor der Sint-Franciscuskerk, overleden op den leeftijd van 52 jaren. De adelborsten 2de kl. W. J. Bern el ot Moens, J. G. Gruschke en J. J. C. De Koek hebben met goed gevolg hun eind examen afgelegd. De tot majoor bevorderde kapiteins K. F. A. Van de Wall en H. Verploegh, beiden van het reg. gren. en jagers, worden in hun nieuwen rang belast met het bevel onder scheidenlijk over het 2de bat. 5de reg. inf. te Amersfoort en het lste bat. 8ste reg. inf. te Doesburg. De heer v. d. Have, directeur der „Maat schappij van Weldadigheid", te Frederiksoord, roept door eene circulaire den steun in van allen, die haar menschlievend pogen op prijs stellen. HU herinnert er aan, dat de Maat- schappU er naar streeft, behoeftigen van elke gezindte den strijd des levens te verlichten door ze in staat te stellen eenig handwerk of ambacht uit te oefenen, door heide- en boschgronden te laten ontginnen, door onder wijs en opvoeding, ook godsdienstige vorming te bevorderen. Het Koninklijk Huis en tal van hooggeplaatsten steunen met belangrUke giften de zoo nuttige instelling; echter is meer algemeene hulp en bUstand gewenscht. Met warmte bevelen wij daarom de Maat schappij aan in de welwillendheid van ieder, die werkeloosheid, armoede, gebrek onder don werkenden stand wil helpen bestrijden. Deze week hield te Vlissingen de com missie voor den optocht, bij het bezoek van HH. MM. de Koninginnen te houden, eene bijeenkomst met onderscheiden vereenigingen, corporatién en hoofden van werkplaatsen in verschillende vakken en ambachten. Ruim een honderdtal personen woonden de vergadering by. De voorzitter, de heer F. Delvoye, lichtte als volgt toe wat de bedoeling van den optocht washet betoonen eener algemeene hulde aan HH. MM. de Koninginnen door handel en nijverheid. Onderwyi dan ook de heront hulling van het standbeeld geschiedt, moet de optocht samengesteld worden, zoo Jat, wanneer HH. MM. op een rytoer door de verschillende straten der gemeente op de Grooto Markt go- komen zyn, de stoet gereed is voor haar te defileeren, om daarna de wandeling door de gemeente voort te zetten. Nadat er onderling overleg gepleegd was, gaf de algemeene voorzitter, de heer W. Z. Winkelman, in overweging om voor zoover mogeiyk nu reeds te verklaren, of men al dan niet zou deelnemen. Verreweg de meeste aanwezigen verklaar den zich bereid om aan den optocht deel te nemen, allen zeker met vaandel, terwijl on derscheidene corporation, enz. met rytuigen en wagens zullen komen. Vereenigingon of per sonen, die zich nu nog niet verklaard hebben, of die niet ter vergadering aanwezig waren, kunnen alsnog binnen acht dagen van hunne deelneming by den algemeenen secretaris doen blyken. Donderdag, 26 Juli, had in het hotel „'t Zwijnshoofd", te Arnhem, de vyfde jaar- iyk8che algemeene vergadering der Neder- landsche Organisten-vereeniging plaats. De vereeniging telt thans 112 leden en 67 donateurs. De finantiëele toestand is zeer gunstig. Tot vice-president en lsten secretaris zyn wederom herkozen de heeren M. H. Van 't Kruys, organist der Grooto Kerk te Rotterdam, en L. Doortmont, organist der Doopsgezinde kerk te Amsterdam. De volgende jaarlykscho vergadering zal te Amsterdam worden gehouden. Naar men verneemt, worden sedert de afschaffing van het patentrecht van rykswege geene binnenvaartuigen meer gemeten, waar door verscheidene gemeentebesturen in moei- ïykbeden geraken met de invordering van havengelden, die meestal geheven worden naar de grootte der vaartuigen. Met het meten van zeeschepen wordt intusschen voortgegaan. By beschikking van den minister van binnenlandsche zaken van 27 dezer is be paald dat de commissie, aan welke wordt opgedragen het examineeren van hen, die eene akte van bekwaamheid voor middelbaar onderwys in de land- en tuinbouwkunde en houtteelt of de akte voor lager onderwys in de landbouwkunde, bedoeld by koninklyk besluit van 3 Augustus 1879, wenschen te verkrygen, voor het jaar 1894 zitting zal hebben te Wageningen; en zyn benoemdtot lid en voorzitter dier commissie F. B. Löhnis, inspecteur van het middelbaar onderwys, belast met het toezicht op de landbouwscholen; tot leden: L. Broekema, directeur van en dr. J. Ritzema Bos, dr. H. Bos, J. Van Dam, dr. E. Giltay, S. Lako, G. Reinders en dr. O. Pitsch, leeraren aan de RykslandbouwschoolJ. Heidema, ryksland bouwleeraar te Groningen; P. Van Hoek, id. te 's-Hertogenbosch; J. Te Rodenga te Marissen, directeur der G. A. Van Swieten- landbouwschool te Willemsoord, by Steen wijk; G. E. H. Tutein Nolthenius, rentmeester van het kroondomein „Het Loo", te Apeldoorn, en dr. K. H. M. Van der Zande, directeur van het Rykslandbouw-proefstation te Hoorn. Mr. F. J. M. A. Reekers, door verschil lende bladen als vermoedelyke opvolger van den onlangs overleden Commissaris der Koningin in Noord-Brabant genoemd, heeft, naar aan de „Residentiebode" verzekerd wordt, aan de Regeering verklaard, voor dat ambt niet in aanmerking te wi'len komen. In het „Hotel den Ouden Doelen" te 's-Gravenhage zyn aangekomen Markies De Bertemati, Senator van Spanje, graaf De Bradez en Senor Veraz, beiden secretarissen van logatie by de Spaansche ambassade te Parys. De gemeenteraad van Vlissingen besloot aan B. en Ws. een krediet te verleenen van f 5500 tot bestryding der kosten voor de feestviering by de komst der Koninginnen. De heer J. M. Kars, by koninklyk besluit benoemd tot consul te Braïla, is in die hoe danigheid door de Rumeensche regeering erkend. By koninklyk besluit is bepaald, dat alsnog, ter zake van zyn gedrag by de krygs- verrichtingen in Atjeh gedurende het 2de halfjaar 1892, de genie-soldaat der lste kl. van het leger in Nederlandsch-Indië, J. A. Schrader, by afzonderlyke dagorders, zoo in Indië als in Nederland, eervol zal worden vermeld. Graaf De Tovar, gezant van Portugal by ons hof, is Donderdagavond uit Luxemburg te 's Gravenhage teruggekeerd. De gezant, die derwaarts was vertrokken ter gelegenheid van den verjaardag van den groothertog, hoeft vooraf aan Z. D. H. overhandigd de brieven van terugroeping van zyn voorganger en de brieven, waarby hy tot gezant van Portugal by het Luxemburgsche Hof wordt geaccre diteerd. Het stoomschip „Edam" vertrok 26 Juli van Nieuw-York naar Rotterdam; de „Kaiser", van Oost Afrika naar Rotterdam en Hamburg, passeerde 27 Juli Gibraltar; de „Kanzlor", van Hamburg en Amsterdam naar Oost Afrika, arriveerde 25 Juli to Tanga; de „Prins Willem I", van Suriname naar Amsterdam, arriveerde 26 Juli te Havre; de „Spaarndam", van Rotterdam naar Nieuw- York, passeerde 26 Juli Scilly; de „Soera- bing", van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 27 Juli Suez; de „Werkendam" arriveerde 27 Juli van Nieuw York te Rotterdam. By koninklyk besluit is benoemd: tot ambtenaar van het openbaar ministerie by de kantongerechten in het arr. Leeuwarden, voor de kantons Leeuwarden, Berlikum, Dokkum en Bergum, ter standplaats Leeuwarden, mr. K. W. H. Van Lidth de Jeude, advocaat en procureur te Tiel; tot id. by de kanton gerechton in het arr. Winschoten, ter stand plaats Winschoten, mr. I. A. Höfelt, thans kantonrechter plaatsvervanger, advocaat en procureur te Rotterdam; tot kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Woerden, H. Hengeveld, gemeente-secretaris te Woerden. Aan dr. J. C. Van Eeten, te Utrecht, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als plaats vervangend lid van den geneeskundigen raad voor Gelderland en Utrecht. Verleend een pensioen van f 57 aan A. Klaassen, weduwe van den gewezen brieven gaarder J. Peeters. Met ingang van 16 Sopt. a. s.lo. de heer K. F. L. Weber, leeraar in deFransche en Hoogduitsche talen aan de Kon. Mil. Academie, tydeiyk belast met de waarneming der betrekking van hoofd van onderwys in de letterkunde aan gemelde academie, onder eervolle ontheffing uit zyn tegenwoordigen werkkring, benoemd tot leeraar in de Fransche taal aan de Cadettenschool; 2o. de beer dr. D. M Kooy, thans tydelyk leeraar aan de Cadettenschool, benoemd tot leeraar in de scheikunde aan gemelde inrichting. Aan den commies by het hoofdbestuur der posteryen en telegraphie P. P. Saraber de titel toegekend van hoofdcommies en hem, met ingang van 1 Augustus 1894, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend uit 'sRyks dienst. De met verlof in Europa aanwezige lste luit. der cavalerie van het leger in Neder landsch-Indië J. A. Prager, op zyn verzoek, met ingang van 1 Aug. a. s., ter zake van lichaamsgebreken, eervol uit den militairen dienst ontslagen, met behoud van recht op pensioen. Do om Leiden wonende gemeente ambtenaren. II. In hun rapport over het voorstel des hoeren Van Hoeken.dat de gemeente-ambtenaren met hun gezin binnen de gemeente moeten wonen, zeggen B. en Ws. nog het volgende: Een andere grond voor de bevoegdheid van gemeentebesturen om aan hunne ambtenaren de verplichting op te leggen binnen de ge meente hun hoofdverblyf te vestigen, kan golegen zyn in het finantiëele en sociale belang der gemeenschap, afgescheiden van de belangen van den dienst. Er is iets abnormaals in, dat ambtenaren, die uit de gemeentekas bezoldigd worden, niet mededragen in de lasten der gemeente. De ambtenaren, die verbonden zyn aan gemeentelyke instellingen of aan takken van dienst, waaraan de gemeente groote finantiëele offers brengt, behooren wel in de eerste plaats ingezetenen der gemeente te zyn en de lasten te helpen bestryden. Het is zeker te betreuren, dat een aantal ambtenaren, wier levensomstandigheden zouden toelaten binnen de gemeente eene duurdere woning te betrekken dan zy nu aan onze grenzen bewonen, zich niet eenige finantiëele opoffering getroosten willen om liever burgers te zyn van de gemeente, waar zy bun werk kring uitoefenen en door wie zy bezoldigd worden, doch men vergete niet, dat het aan tal leegstaande woningen, voor die ambtenaars gezinnen geschikt, binnen de gemeente niet zoo heel groot is en dat hier ter stede geen bouwterrein te vinden is om geschikter woningen te stichten. Ten slotte hebben B. en Ws. de vraag overwogen welke de finantiëele resultaten voor de gemeente zullen zyn, als hot voor stel van den heer Van Hoeken wordt aan genomen. De staten, welke in do Leeskamer ter visio liggen, wyzen aan, dat buiten de gemeente wonen 59 gemeente-ambtenaren, die als jaar» wedde een belastbaar inkomen hebben van ƒ37000 en dat er ruim 100 woningen ledig staan, waarvan de hoofdsom der personeele belasting zoude opbrengen f 5039.715, alzoo 50 pCt., welke ten behoeve van de gemeente komen, een bedrag van /"2519.856. By heffing van een percentage van 3 pCt. derft dus de gemeente aan inkomstenbe lasting flllO.- behalve nog 3 pCt. van hetgeen die ambtenaren aan inkomsten uit eigen vermogen mochten hebben, alsmede, zoo al de ledigstaande woningen in deze gemeente door de thans bnitenwonende ambte naren betrokken werden het geen niet het geval kan zyn aan opcenten op het personeel 2519.85s Totaal f 3629 85s Het directe nadeel kan dan veilig op/"3000 a f 4000 gesteld worden. Indirecte nadeelen vloeien voor ce gemeente weiuig of niet voort uit het buitenwonen der ambtenaren, omdat zy, in de onmiddeliyke nabyheid dezer gemeente wonende, hier ter stede in hunne dagelyksche behoeften voor zien en derhalve in dat opzicht met inge zetenen gelyk staan. Zal nu werkolyk, als het voorstel van den heer Van Hoeken werd aangenomen, de ge meentekas met bovenstaand bedrag van 3000 a f 4000 worden gebaat? B. en Ws. kunnen dit niet aannemen. Immers, het gevolg zal zonder twijfel zyn, dat andere ingezetenen niet-gemeento- ambtenaren gaan verhuizen naar de ge schikte woningen, welke ten gevolge van don maatregel buiten de gemeente open komen. Wat aan den eenen kant gewonnen wordt, zal aan den anderen kant verloren worden en er zal niet veel meer mede bereikt worden dan dat aan eenige ambtenaren de onaange name en kostbare verplichting wordt opge legd om binnen een nader vast te sttllen tyd naar de stad te verhuizen. Op deze gronden geven B. en Ws. den gemeenteraad in overweging het voorstel van den hoer Van Hoeken niet aan te nemen. HILLEGOM. B e v a 1 1 e nM. B. Kruijdenberg gob. Diederich D. H. R. Borger geb. Fo'ta Z. O. A. Schrier geb. Zondtrwijk D. Overleden: Gerard Beroardua Verkerk 2 j. Johanna Elisabeth Blom 30 echtg van M&rtinua Warmerdam. OEG8TGEE8T. Geboren: Catharine, D. van O. Montague en C. Do Wit. Overleden: E v. Houze 68 j., ochtg. v&o H. A. Blom. H. v. d. Linden lj. J. Ngeeoa72j., weiluwnanr van A. Graman. Gehuwd: H. v. d. Luil 22 j. en T. v. d. Zwart 20 j. 69) Waarlijk, voor een man van uwe be kwaamheid hebt ge thans zeer onverstandig gehandeld, en dat tegenover een man, die zijne grijze haren met eere draagt; wanneer men, zooals ik, op een verleden kan wijzen van arbeid, van eer, laat men zich niet meer omkoopen, gij hebt u deerlijk vergist en mij grievend beleedigd!" ,Ik, u beleedigd, dokter! Maar dit was toch volstrekt mijne bedoeling niet; ik wilde u alleen beloonen voor de door u bewezen diensten 1" „Nu ja, mijnbeer! Maar ik ben te oud ge worden, om mij zoo te laten beetnemen." „Maar dat gaat te verl" riep de markies, door onbeschoftheid zjjne treurige houding trachtende te redden; „vergeet niet, dat mijne verloofde nog eene moeder heeft en een broe der, en Ik niets doe zonder hunne toestem ming, en dat zij wel weten wat ze doen, als ze mi) Jeanne tot vrouw geven!" „O, zeker, ge zult Jeanne huwen, als haar moeder en broeder dit huwelijk goedkeuren, en ik heb niet het recht, er mij tegen te verzetten. Alleen komt mjjne verantwoorde lijkheid als geneesheer en als eerlijk man, verstaat ge, mijnheer de markies, als eerlijk man, daartegen op; dat wilde ik u alleen maar te kennen geven. En nu draag ik mijne taak over aan den heer Jarilot, dien ge toch ook wel kent, nietwaar?' „Jarilot 1" riep de markies, zijne tegenwoor digheid van geest geheel verliezende. „Ja, Jarilot, den chef van politie", her baalde de dokter, terwijl hij in dreigende houding den markies en mevrouw Bertin te gemoet trad, „aan hem zal ik alles, wat hier is voorgevallen, tot in de kleinste bijzonder heden mededoelen, zoowel wat betreft uwe schandelijke inzichten, omtrent mejuffrouw Joanne, als uw plan van omkooperijl" „O! Maar ge hebt geene bewijzen." „Bewqzen I Meent ge dat ik bewijzen noodig heb? Gelooft ge dat men één enkel oogenblik zal wankelen tusechen de verklaring van dokter Molonguet en die van een mar kies, die, ten koste van eene laagheid, het op den bruidsschat van mejuffrouw Jeanne Bertin gemunt heeft?" En beiden een vernietigenden blik toewer pend, verliet hy met opgeheven hoofde het salon. De markies, zoowel als mevrouw Bertin, waren door dit onderhoud als versteend en boorden ternauwernood de laatste woorden van den dokter, die hun als afscheidsgroet toewierp „Schurken 1 Ellendige schurken 1" IV. De Falsarissen. Zooals ieder, die den gang van zaken had nagegaan, reeds sinds eenigen tjjd verwacht had, kwamen er omtrent het huie Bertin ongunstige berichten In omloop, welke zich ten slotte bevestigden, toen op zekeren dag een deurwaarder zich aan het kantoor ver voegde, om betaling te eischen van een door de firma geaccopteerden wissel. Men antwoordde hem dat de heeren voor zaken afwezig waren. Eene volgende maal ontving hy hetzelfde bescheid. Deze wissel was gesteld ten name van Grillon, den ouden woekeraar, die den mar kies gelden had voorgeschoten. Gedachtig aan de bevelen, hem door Jarilot gegovon, nam de woekeraar den onbetaald gebleven wissel van den deurwaarder terug on bracht dien by den commissaris. „Ik kan geene betaling krijgen", jam merde hij. „Zeer goedl" antwoordde de andere, „ge badt dan maar niet moeten leenen." „Niet leenen?.... Maar dat is mijne brood winning, het is voor mijne arme kinderen „Ja, ja, ik ken dat liedje; geef hier den wissel." Grillon haalde hem te voorschijn en over handigde hem aan den commissaris. Deze bekeek hem nauwkeurig en vroeg: „Wie heeft de betaling geweigerd?" „Mijnheer Maurice en de markies; zjj laten den deurwaarder afschepen met de boodschap dat zij afwezig zijn." „En mevrouw Bertin?" „Die heb ik niet gezien." „Welnu, vriendje, haar moet ge zien en spreken. Vertrek ten spoedigste naar Neuilly; meld u aan b(j mevrouw Bertin, die op de villa Boulevard d'Argenson woont, vertoon haar den wissel en kom mjj later dun afloop mededeelen. Maar, zorg vooral den markies of don jongen Bertin niet te ontmoeten." Een uur later schelde vader Grillon aan hot hek van de villa aan. De huisknecht, die den haveloos geklee- den man waarschijnlijk voor eon land- looper of bedelaar aanzag, wilde hem niet toelaten. Hoewel van nature toch reeds indringerig, had hij thans, nu hi] op bevel van Jarilot handelde, eene reden te meer, om zich niet te laten afschepen, maar eiechte met aan drang, om mevrouw Bertin te sproken. De dame, door de woordenwisseling op merkzaam geworden, verscheen op het balkon en riep den knecht toe: „Wat is dat, August, met wien twist ge?" „O, mevrouw", antwoordde deze, „een smerige kerel met vodden aan het lijf, een hoed op, die bijna geen hoed meer is, en schoenen aan, die nauwelijks het wegwerpen waard zijn, verlangt dringend binnengelaten te worden." „Een zoo slecht gekleed mensch? Wat wi! die van mij?" vroeg de weduwe zeer geaffecteerd; „ik ken geene slecht gekleede menschen." De woekeraar, wel begrijpende, dat hem de toegang zou worden afgesloten, was August -enige schreden gevolgd en antwoordde zelf op de gedane vraag. Met vele buigingen en op slependen toon prak hfl: „Uw onderdanige dienaar, edele damel Ik ben zoo vrij u een klein wisseltje te presenteeren!" Mevrouw Berlin keek den man, die, zoo haveloos gekleed, tot haar het woord durfde richten, trotsch aan en vroeg op hoogen toon: „Wat zegt ge, man?" „Ach, een heel klein wisseltje, mevrouw." „Dat gaat mij niet aan; als ge zaken met het huis hebt, moet ge u tot het kantoor wenden." „Juist, mevrouw, maar namens het kantoor moet ik my hier vervoegen." „Hier? Volstrekt niet, ga naar de Bank, zeg ik ul" „Aan de Bank wil men my niet te woord staan." „En wat wilt ge dan van my?" „Acb, dat u me betaalde." „Iki u betalen, zy ge dwaas? Ge moot a tot de heeren wenden en niet tot my; ik heb met de zaken niets te doen, vaarwel." En met minachting keerde ze hem den rug toe. De oude Grillon was er echter den man niet naar, om zich zoo spoedig uit het veld te laten slaan; by liep haar na en kryschte: „Pardon, mevrouw 1 De wissel is door u geteekend 1" Mevrouw Bertin wendde zich schieiyk om. „Door my?" riep ze verbaasd, „door my? Onmogeiyk." „Stellig, mevrouw, zie zelf, hier staat het. „Wed. C. Bertin."" „Maar die handteekening is valsch." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1