In de Raadszitting van 14 December 1893
heeft de Voorzitter, op eene desbetreffende
vraag van den heer Van Kempen, medege
deeld dat de toenmalige Minister van Binnen-
landsche Zaken aan de Tweede Kamer zyn
voornemen had kenbaar gemaakt om eerlang
een voorstel in te dienen tot wijziging der
grenzen van Leiden en Oogstgeest en dat,
zoolang zulk een ontwerp niet door de Kamer
behandeld was, Burg. en Wetbs. het eenigs-
zins praematuur achtten de quaestie der om
wonenden aan de orde te stellen.
In die mededeeling is berust en, aangezien
tot dü8vor geen voorstel tot gronsuitbreiding
door de Regeering by de wetgevende macht
is ingediend, bleef het voorstel van den heer
Van Hoeken buiten behandeling.
Inmiddels is do vorige Regeering afgetreden
en door eene andero vervangen, wier ziens
wijze omtrent de grensuitbreiding van deze
gemeente niet bekend is.
Nu de heer Van Hoeken nader te kennen
heeft gegeven, dat hy er prfls op zoude
stellen, dat zjjn voorstel aan de orde wordt
gesteld, hebben B. en We. daartegen geen
bezwaar.
Na een ingesteld onderzoek naar den om
vang van de kwaal, welke de heer Van
Hoeken wil bestreden, en na ernstige over
weging van het voorstel zelf, zyn B. en Ws.
tot de conclusie gekomen, dat dit voorstel
niet behoort te worden aangenomen.
Vooraf geven zft eene opmerking omtrent
don vorm van hot voorstel. De heer Van
Hoeken wenschfc de door hem verlangdo be
paling opgenomen te zien in de Verordening,
betrekking hebbende op de benoeming van
ambtenaren.
Zulk eene verordening bestaat echter in
deze gemeente niet en derhalve zal wil
de Raad overigens het voorstel aannemen
dit eenigszins moeten gewijzigd worden en
wel in dien zin, dat aan de gemeente-amb
tenaren de verplichting worde opgelegd met
hun gezin binnen do gemeente Leiden te
wonen.
Do tweede opmerking van B. en Ws. be
treft den inhoud der bepaling zelve.
Aannemende, dat de Gemeenteraad bevoegd
ia de ambtenaren tot inwoning binnen do
gemeente te verplichten, dan zal zich die
verplichting toch alleen kunnen uitstrekken
tot de ambtenaren zeiven, niet tot hunne
gezinnen, die in geen enkel opzicht aan het
gezag van hat Gemeentebestuur onderworpen
zfln.
Is deze opmerking juist, dan bleven alleen
tor beantwoording over de vragen, of de
Gemeenteraad bevoegd is de ambtenaren te
dwingen tot inwoning binnen de gemeente
en zoo ja, of eene dergelijke bepaling wen-
scbeiyk zoude zijn.
Wat de eorate vraag betreft de bevoegd
heid B. en Ws. meenen haar in het alge
meen bevestigend te moeten beantwoorden,
voornamelijk op dezen grond, dat do ambte
naren hunne betrekking in den regel binnen
da gemeente uitoefenen en hun daarom de
verplichting bohoort te kunnen worden opge
legd om ter behoorlijke waarnoming van hun
ambt hun hoofdverblijf te houden binnen de
gemeente, waar zij werkzaam zijn.
Alleen zou do vraag kunnen rijzen, of, voor
zoover voor de bestaande ambtenaren eene
clergoiyke voorwaarde niet aan hunne aan
stelling vorbondon werd, hun alsnog die ver
plichting zou kunnen worden opgelegd. Hoe
zeer B. en Ws. van oordeel z(jn, dat, mocht
het voorstel van den heer Van Hoeken
worden aangenomen, aan de tegenwoordige
ambtenaren, die buiten deze gemeente wonen,
op gronden van billijkheid een ruime over
gangotiJd bohoort te worden toegekend, meenen
B. en Ws. ook deze vraag bevostigend te
moeten beantwoorden, omdat uit den aard der
zaak de gemeenteambtenaren zich ook te
onderwerpen hebben aan instructiën en rege
lingen ten hunnen aanzien, door het bevoegd
gezag later te maken.
Zijn B. en Ws. van oordeel dat de Gemeente
var.d bevoegd ls ten aanzien van de gemeente
ambtenaren eene bepaling vast te stellen als
de beer Yan Hoeken wenscht, toch zouden
zij hot niet raadzaam achten op dit oogen-
Mik In dien sin te besluiten.
Het onderzoek, dat zij hebben ingesteld,
leverde dit resultaat op, dat op 1 Mei 1894
59 gemeente-ambtenaren, te zamen aan jaar
wedden oon belastbaar inkomen vertegen
woordigende van f 37,000 buiten de gemeente,
moestal in de onmiddellijke nabijheid van
Leiden, wonen.
B. en Ws. lieten hierbij buiton rekening
oonigo stadswerklieden, wier inwoning 3an
de gomeento uittoraard meer finantiëol nadeel
dan voordeel veroorzaakt mot het oog op onze
schoolbevolking, doch ook al rekenden B. en
Ws. die stadswerklioden mede, dan kunnen
zü toch nooit komen tot het hooge cijfer door
don heer Van Hoekon aangegeven, als zouden
250 ambtenaren buiten de gemeente geves
tigd zijn.
Ware dat cijfer juist, dan zou de heor
Van Hoeken, die tevens opgeeft dat er 52
huizen in deze gemeente ledig staan, het
bew\Js geleverd hebben dat zjjn wensch on
uitvoerbaar is. Waren toch in Leiden voor
850 buitenwonende gemeente-ambtenaren
slechts 62 huizon beschikbaar, dan zou het
voorstel van den heer Yan Hoeken, om dio
ambtonaren te verplichton binnen Leiden te
wonen, op don woningnood alhier afstuiten.
Op grond van een nauwkeurig onderzoek
meenen B. on Ws. te mogen aannemen dat
de heer Van Hoeken zich vergist, ook ten
aanzien van het aantal ledig staande huizen,
geschikt om de door B. en Ws. bedoelde
ambtenaren te huisvesten, dat op 1 Mei 1894
bedroeg ruim 100, waaruit blijkt, dat, als niet
op andero gronden het opleggen der verplich
ting te ontraden ware, de buitenwonende ge
meente ambtenaren binnen de gemeente be
hoorlijk zouden kunnon gehuisvest worden.
Dat hoofdbezwaar van B. en Ws. tegen
zulk eene verplichting is, dat, op enkele uit
zonderingen naT de ambtenaren in de onmid
dellijke. nabijheid van deze gemeente wonen,
in dat gedeelte der omgeving, dat tot Leiden
moest behooren en, zooals B. en Ws. mogen
vertrouwen, binnen eon niet al te groot tijds
verloop aan deze gemeente zal worden toe
gevoegd.
Daardoor vervalt de voornaamste rechts
grond voor de bevoegdheid tot het opleggen
der verplichting om binnen deze gemeente
te wonen, eene bevoegdheid, welke, zooals
B. en Ws. reeds hierboven aangaven, volgens
hunne meening, hoofdzakelijk moet gezocht
worden in het belang van den dienst.
Kon worden aangetoond, dat de ambtenaren,
die aan onze singels of even buiten Loïden
wonen, daardoor te kort schieten, in de be
hoorlijke vervulling van hunne functiën, dan
zouden B. en Ws. reeds uit dien hoofde ver
plicht zjjn maatregelen voor te schrijven, om
stoornis in den dienst te voorkomen.
Zoolang dit niet het geval is, en zoolang,
ten gevolge van de vicieuze grensregeling,
rechtens aan dez9 gemeente onttrokken blijft
het gebied, dat feitelijk reeds lang daartoe
behoort, achten B. en Ws. het niet raadzaam
allien ten aanzien van de ambtenaren de
quaestie der omwonenden te regelen.
Mocht echter bljjken dat de Regeering of
de Wetgevende macht tegen de voor Leiden
zoo noodzakelijke grensuitbreiding overwegende
bezwaren haddon, dan zou zelfbehoud hun
dwingen tegenover de buitenwonenden niet
alleen tegenover de daar wonende ambtenaren,
maar tegenover allo anderen, die feitelijk
Leidenaars kunnen genoemd worden maat
regelen te nomen, waardoor aan den op den
duur onhoudbaren toestand althans eenigszins
werd te geraoet gekomen. B. en Ws. zouden
het echter niet raadzaam oordoelen, die zaak
partiêol te regelen, vooral niet, nu in de quaestie
der grensuitbreiding geene definitieve beslis
sing is gevallen
Gemengd Nieuws.
Is er reeds, met het oog op de
kermis, van politiowege gewaarschuwd voor
hoeren zakkenrollors, thans kan ook worden
gewaarschuwd voor hoeren inbrekers. Gister
avond nl. heeft men getracht in te breken
bij zekoren Marlijn, wonende aan den Vliet
alhier, en dat wel met succes. Naar men
ons mededeelt, heeft men door verbreking van
de afsluit blinden, waarvan do pin was af
gelaten, en het raam der woning, aan
de straatzijde, zich toegang verschaft tot
de woning, eeno kast geopend en daaruit,
behalve eenigo klinkende specie en bankbil
jetten, ook gouden sieraden ontvreemd. De
bejaardo bewoners waron niet thuis en bij
hunno terugkomst vonden zy hunne woning
overhoop, terwijl de politie reeds aan het
onderzoeken was of er zich hier of daar nog
iemand in huis verborgen had, maar tever
geefs. De vogels waron gevlogen en hebben
zich uit de voeten weten te maken.
Men 6chatte het ontvroemde te zamen op
eeno waarde van ongeveer f 400.
Reeds vroeg heerschte beden-
ochtend aan het Hollandsche Spoorstation te
's Gravenhago eene buitengewone drukte en
levendigheid, teweeggobracht door het ver
trek naar Amsterdan van de gedelegeerden op
het Internationaal Congres voor binnen-scheep-
vaart. Ruim 400 personen namen aan de
excursie doel.
Het gezelschap, waartoe vele dames be
hoorden, maakte voor dit uitstapje naar de
hoofdstad en IJmuiden gebruik van salon- en
inspectie rijtuigen.
Voor het gorechtshof te 's-Gravon-
hago stonden gisteren terecht de drie jongo-
mannen, die door de rechtbank aldaar resp.
tot 3, 2 en 2 maanden gevangenisstraf ver
oordeeld werden, omdat zij in den nacht van
31 December op 1 Januari jl. eonige militairen
in de Spuistraat en de Passage zouden uit
goscholden en later in de Prinsestraat mis
handeld hebben. Indertijd werd de behandeling
van het hooger beroep in deze zaak op ver
zoek van de beklaagden uitgesteld wegens
ziekte van een getuige, die volgens beklaag
den hunno onschuld zoude kunnen bewijzen.
Boklaagden, het hun ten laste gelegde ont
kennende, beweerden zeiven door de militairen
lastig gevallen en mishandeld te zijn. Twee
jagers, een korporaal en een burger legden
echter voor hen bezwarende verklaringen af.
Twee andero getuigen verklaarden dat niet
door de beklaagden, maar wel door de mili
tairen, die volgens hen zeer opgewonden
waren, mishandeling en beloediging is ge
pleegd, althans dat, indien door beklaagden
is geslagen, dit dan slechts tot zelfverdediging
is geschied; terwijl eindelijk, volgens de ver
klaring van een politie agent, die in den be-
wusten avond dienst deed in de Passage, niet
do beklaagden, maar eenige jongens het den
militairen (die volgens dezen getuige zich
kalm gedroegen) lastig maakten on men zich
in de personen van beklaagdon heeft vergist.
Mr. D. Simons, van Amsterdam, meende
dat, mocht al wellicht het wettig bewijs z(jn
geleverd voor do schuld van beklaagden, dan
toch na het nu gehouden getuigenverhoor het
overtuigend bew\js niet als vaststaande kan
wdrden aangenomen. Vooral beriep pleiter
zich op de verklaring van den agent van
politie. Hij concludeerde tot vrijspraak of het
opleggen van eeno lichte straf aan den 2den
bokl., die erkende een slag (maar tot afwering)
gegeven te hebben.
Het Oponbaar Ministerie, wijzende op de
pertinente verklaringen van de getuigen
d charge, en van meening zijnde dat eene
vergissing met de personen van beklaagden
niet is aangetoond, eischte bevestiging van
het vonnis der rechtbank.
Uitspraak 8 Augustus.
By het jongste hevige onweder
zjjn onder Oud-Ado twee koeien van de vee
houders J. Vink en de weduwe J. Bakker
doodelijk door den bliksem getroffen.
Onder het vee van den landbou
wer J. C. H. De V., onder de gemeente Nieuw
koop, is het besmettelijk mondzeer uitge
broken. Op last van den districtsveearts is
hot land van een konteeken voorzien en wordt
het vee bewaakt.
Met het oog op dezo zoo veerijke streek,
is het te hopen dat het bij dit eene geval
zal blijven.
Ook te Uitgeest is het mond-en klauwzeer
uitgebroken.
De bnrgemeester van Zwammer-
dam waarschuwt voor een jongmensch, naar
gissing tusschen 22 en 25 jaren. Hu geeft zich
uit voor bediende in het gesticht voor ooglijders
te Utrecht en heeft aldaar aan eene vrouw,
onlangs aldaar verpleegd, die een goeden bril
van ar. Snellen ontvangen had, volgens zjjn
zeggen op order van genoemden dokter haar
een bril gebracht, waarvoor hy fl.40 ontvan
gen heeft en welke bleek zeer slecht te zijn,
in ruil en onder medeneming van den goeden
bril. B(j onderzoek is gebleken, dat van oeno
dergelijke order bij dr. Snellen niets be
kend was.
Ter gelegenheid van den verjaar
dag van de Koningin-Regentes zullen extra-
treinen van Amsterdam en Rotterdam naar
do residentie loopen. Ook loopt dien dag een
goedkoope trein van Emmerik - Utrecht en
tusschenliggende stations naar Den Haag.
Gisternamiddag te twee uren is do
verversknecht Enseling, werkzaam aan het
station Delftsche poort te Rotterdam, van
eene 6 meter hooge stelling gevallen, waar
door hij aan arm en hoofd zwaar gewond
werd. HU werd ter verpleging naar zyne
woning overgebracht.
Te Kampen is bericht gekomen
dat een met steenen geladen schip tusschen
den Ketel en Schokland lek gevaren en ge
zonken is. De opvarenden moeten gered zijn.
Door de IJ se 1 stoomtram werd
Maandag avond niet ver van Haastrecht een
paard aangereden, dat door een ongeveer 12-
jarïg jagertje was vastgebonden aan de
rails f Het beest werd van den weg geslingerd
en leek eerst dood, wat tot groote vreugde
van het jagertje, dat in zijn angst voor het
onweer eeno plaats in zijne schuit had gezocht,
niet het geval bleek te zijn, toen het, door
een hevjgan donderslag uit zijne bezwijming
opgeschrikt, eensklaps opsprong en weer vier
kant op zijne beenen stond.
Te Maar sen is op de buiten-
plaats Yreden hoev', by afwezigheid dor be
woners, by nacht een brutale diefstal met
inbraak gepleegd. De dieven hebben het licht
ontstoken, zijn het geheele huis door geweest,
in oenige waschzakken inpakkende alios wat
van hunne gading en licht vervoerbaar was;
mans- en vrouwenkleederen, linnengoed, tafel
zilver, enz. Na nog een bezoek aan den wyn-
kelder gebracht te hobben, sihjjnen zy afge
trokken te zyn. De justitie doet onderzoek.
Te Terschelling ia de laatste
oud-stryder van 1830 van dat eiland, de land
bouwer D. Pais, op den leeftijd van 84 jaren
overleden.
De Deenscbe koopman Broberg
is van zyn ambt als Italiaansch consul te
Kopenhagen ontheven, wegens een dagblad
artikel van zyne hand over de verbanning
van den Deenschen tooneelspeler Hadersleben.
By een fabrikant van spuit-
water te Parys is een ernstig ongeluk ge
beurd, dat anderen tot waarschuwing moge
dienen.
Terwyi een werkman bezig was de siphons
te vullen, sprong er plotseling een door de
drukking van het koolzuur. Eeno glasscherf
sneed den man den grooten halsslagader
door, zoodat hy in weinige oogenblikken een
lyk was.
Acht dagen geleden was dezelfde werkman
reeds door het springen van een siphon aan
de hand gewond. Het was nu juist do eerste
dag, dat by weer in dienst was.
Maandag-avond baadden zich
by Bohalle zes vrouwen in de Loire, toen
plotseling twee van haar, een achttienjarig
meisje en eene jonge weduwe, in de diepte
verdwenen. Slechts éón der lyken is gevonden.
Zondag hadden tweeinwoners
van Schaerbeek, onder Brussel, op den oever
der vaart den dag doorgebracht met visschen.
Toen zy zich bereidden om heen te gaan,
kwam er een wielryder aan. Op zyn signaal
gingen de visschers niet tydig genoeg opzy
en er ontstond een twist, gedurende welken
de wielryder de revolver trok en de twee
visschers neerschoot.
Na die heldendaad sprong hy terug op zyn
fiets en reed weg zoo hard hy kon, in de
richting van Brussel heen.
De kapitein van het stoombootje, dat dienst
doet op Vilvoorde, had de schoten gehoord.
In het voorbyvaren zag hy de twee slacht
offers bloedend op den dyk liggen. Hy nam
hen aan boord tot aan de Laken brug, waar
hy de politie van het gebeurde onderrichtte.
In weerwil van de genomen voor
zorgen breidt het mond- en klauwzeer in de
gemeente Stolwyk zich onrustbarend uit en
komen dagelyks nieuwe gevallen voor Behalve
in de buurtschap „Koolwyk", waar de ziekte
het eerst werd waargenomen, heerscht zij thans
ook in de onder Stolwyk gelegen polders
Benedenkerk, Bovenkerk en Benederheul.
Een treurig ongeluk is te Breu-
kelen door het hemelvuur aangericht. Des
middags ging de zoon van Van Bommel met
twee knechts naar het land om te werken,
daar de lacht wel bezet, maar er geene
bepaalde bui in het gezicht was. Onverwacht
begon hot te lichten en vielen, er zware donder
slagen. Zjj werden alle drie getroffen door
het hemelvuur, de knechts gedood en de zoon
licht gewond aan het gezicht en aan het been.
Na eenige oogenblikken bewusteloos op den.
grond te hebben gelegen, bemerkte hy eerst
wat er gebeurd was. Yan een der beide ge-
doode knechts waren de kleeren erg gehavend,
maar aan den ander waa niets te zien; hy
had zyn gereedschap nog ia de hand.
Kerkolyke Berichten.
Benthuizen: Zondag namiddag te 2 uren,
ds. A. Koers, van Hazerswonde.
H i 11 e g o mZondag voormiddag te 10
uren, ds. Hoog, van Voorschoten.
Hoogmade: Zondag-namiddag te twee
uren, ds. C. Spoolstra, predikant te Zoeterwoude.
Katwyk aan den Ryn: Ned.-Herv.
Kerk. Zondag-voormiddag te 10 uren, bevesti
ging van ds. B. Boliée, door ds. G. B. Oorthuys,
pred. te Katwijk aan Zee. Des namiddags te
halfdrie, intrede van ds. B. Boliée.
Ger. Kerk: Zondag voormiddag te 10 en des
avonds te 6 uren, de heer Kapteïn, candidaat
tot den H. Dienst.
Leiderdorp: Zondag-voormiddag te 10
uren, de heer M. A. Van Rhyn, candidaat.
Voorschoten: Zondag-voormiddag te 10
uren, de heer Couvée, beroepen predikant te
Kerkwerve.
Waarder: Zondag-voormiddag te halftien
en 's avonds te zes uren, de heer C. J. Van
Iporen, godsdienstonderwyzer te Rynsater-
woude.
Oude- en Nieuwe-Wetering: Zondag
namiddag te 2 uren, ds. P. T. Van den Berg,
predikant te Nieuwkoop.
Wou brug ge: Zondag namiddag te 2 uren,
ds. W. Klercq, predikant te Koudekerk. Tevens
doopsbediening.
INGEZONDEN.
Gisteren avond ging ik naar de Amerikaansche
opera om my aldaar van de kermis te amu-
zeeren, maar werd daarin wel wat gehindert
door wat heeren en dames, die uitwendig zoo
tot de sjiek behooren en vreesselyk zaten te
lagchen en te praten onder de vertooning door.
Nu vraag ik en myn vrouw ook of dat
niet hinierlyk is en of daaraan niets te doen
zou zyn, als wanneer ik en andere menschen
daar zitten om voor ons betaald geld stilte
te genieten en dan als daar zulke vrolyke
menschen zitten die Jagchen willen, zulks toch
hinderlyk is voor het publiek, en de heeren
en dames van het tooneel en deze er dan
maar uit moesten gezet.
Gepasto vrolijkheid is het, mynheer de
Redactie, maar het moeten niet zyn zooge
naamde Bachnaliën.
Voor de opname dezer regels blyf ik dank
baar. Een Buitenman.
BUITENLAN JL>.
Frankryk.
Voor hot hof van assises der Seine is gis
teren het proces gevoerd tegen den anarchist
Meunier. Zooals men weet, wordt hy beschul
digd de dader te zyn van den aanslag in het
restaurant-Véry.
Daar Meunier naar Engeland gevlucht was,
kon hy indertyd niet terechtstaan met zyn
medeplichtige Francis en het echtpaar Bri-
cout. Francis werd door de jury vrygesproken,
evenals vrouw Bricout; alleen de anarchist
Bricout werd veroordeeld. Mounier was echter
de vorige maand te Londen gevaugengeno-
men en door de Engelsche rogeering uitge
leverd.
Er waren 32 getuigen opgeroepen, onder
wie de weduwe Véry en kellner Lhérot.
Verschillende getuigen verklaarden Meunier
niet te herkennen, daar hy in den laatsten
tyd zyn baard had laten staan. De president
van het hof schorste even de zitting en liet
een barbier komen om Meunier te scheren;
zonder den baard werd hy toen direct door
de getuigen herkend.
Meumer volgde het stelsel van alles te
ontkennen. Op alles, wat de getuigen ver
klaarden, antwoordde hy slechts: „Het is
niet waar, ik ben onschuldig." De tegen hem
ingebrachte getuigenissen zyn echter zoo be
zwarend, dat niemand aan zyne schuld twyfelt.
De uitspraak der jury luidde op alle vragen
bevestigend, met aanneming van verzachtende
omstandigheden. Dienvolgens veroordeelde het
hof Meunier tot levenslangen dwangarbeid.
De anarchist riep by het vernemen van zyn
vonnis: „De maatschappy zal het niet lang
meer maken I Mood gehouden, kameraden l
Leve de anarchie 1"
De Kamer heeft gisteren met 268 tegen
163 stemmen het wetsontwerp betreffende
de maatregelen, welke de regeering tegen de
uitbreiding van het anarchisme wil nemen,
aangenomen.
Het ontwerp werd na de aanneming door
de Kamer onmiddeliyk naar den Senaat ver
zonden. De Senaat verklaarde zich bereid
het ontwerp onmiddeliyk in behandeling te
nemen en verwees het naar de commissie,
wier leden algemeen zyn voor de goedkeu
ring van de voorgestelde maatregelen tegen
de anarchisten.
Duitsohland.
De Pruisische inspecteurs-generaal van In
dustrie hebben last ontvangen zoo nauwkeurig
mogelyk na te gaan, hoe hot werk van ge
vangenen van invloed is op den vrijen arbeid.
Zy moeten vooral klachten van industriëelen
over benadeelmg door de concurrent a van
het gevangeniswerk grondig onderzoeken. De
inspecteurs zullen, na zich van te voren met
de besturen van gevangenisson te hobben ver
staan, ook de werkplaatsen der strafinrichtin
gen, alsook de door industriëelen gebruikte
machines, bezichtigen en over hunne waar
nemingen, opmerkingen en. conclusies verslag
geven.
Italië.
Te Rome zyn weer berichten ontvangen
uit Abessinië. Generaal Baralïen, de com
mandant der Ital'iaansche troepen, heeft doen
weten dat hy met het grootste gedeelte
zyner soldaten weer uit Kassala is vertrok
ken. Heden, 27 Juli, hoopte generaal Bara-
tieri weer te Agordat te wezen.
De Italianen zullen evenwel Kassala bezet
houden. Generaal Baratieri liet daar een sterk
garnizoen achter, dat ruimschoots voorzien
is van krygs- en levensbehoeften. Van eene
ontruiming dezer stad kan derhalve geen
sprake zyn.
Corea,
Het werd aan het departement van buiten-
landsche zaken te Londen waarschynlyk ge
acht, dat de oorlog tusschen China en Japan
weldra zoo uitbarsten.
De „Daily News" daarentegen had de hoop
op het behoud van den vTede nog niet geheel
opgegeven.
Ook de Temps" hoopte dat een conflict nog
zou kunnen worden vermeden. Er zyn te vee!
belangen in het verre Oosten gemoeid, zegt
zy, dan dat de Europeesche diplomatie een
werkeloos toeschouwster van het uitbreken
van vyandelykheden kan blyven. De mogend
heden hebben tot nog toe zich er toe be
paald, hare goede diensten aan te bieden en
in Engeland zyn de voornaamste onderhan
delingen gevoerd, die echter geen succes schij
nen te hebben. Het is tyd, tot eene energieke
houdiDg over te gaan. Eene heilzame en on
weerstaanbare pressie moet wordeD uitge
oefend. Wy zien niet in, dat de mogendheden,
wanneer zy eendrachtig en zonder misplaatste
beschroomdheid handelen, niet reeds een brand
kunnen blusschen, die, als by uitslaat, zeer
moeilyk zal zyn te beteugelen.
De geheele handel van Corea bedroeg in
1893 nog geen zes millioen dollars, maar
daarby moet worden opgemerkt, dat dit het
laagste cyfer is sedert 1889. De handel ia
grootendeels in handen der Japanners.
Over de houding van Rusland in deze aan
gelegenheid scbryffc een St.-Petersburger cor
respondent van het „Berliner Tageblatt", dat
bladen tot handelen aansporen, maar dat in
diplomatieke en regeeringskringen eene kalmer
opvatting heerscht. Er wordt met Engeland
onderhandeld over gemeenschappelyke stappen
en men mag aannemen, dat Rusland niet in
het verre Oosten zal interveniêeren, zoolang
de spoorweg naar Siberië niet gereed is.
Te Parys scheen men niet overtuigd,
dat het der Engelsche regeering zou geluk
ken den vrede tusschen China en Japan te
bewaren. Ten minste, „l'Eclair" beweerde, dat
de Engelsche regeering opzettelyk den toe
stand trachtte te vergoelyken. De correspon
dent van dat blad te Londen seinde reeds
van daar: „De oorlog is wel degelyk verklaard
en de vyandelykheden zyn begonnen."
Of het Parysche blad gelyk heeft, dan wel
de Engelsche minister van buitenlandsche
zaken, die in het Lagerhuis het tegendeel
verklaarde, moest nu wel spoedig blyken, want
in elk geval kon het niet lang meer duren,
of de vereischte zekerheid zou worden ver
kregen.
Volgens een Reuter-telegram uit Shanghai
loopt aldaar het geracht, dat de 12,000 man
Chlnee8che troepen, die 20 dezer met transport
schepen naar Corea vertrokken onder eskorte
van acht oorlogsvaartuigen, in Corea geland
zyn. Mocht dit gerucht waar blyken te zyn,
dan wordt daardoor de kans op eene vrede
lievende schikking verhoogd. Immers zulk eene
talryke vloot zou moeiiyk aan de waakzaam
heid der Japaneezen kunnen ontsnappen, en
het feit dat zy geen togenstand heeft onder
vonden, zou er op wyzen, dat de regeering
van den Mikado meer geneigd is het oor te
leenen aan den raad der mogendheden, die
nog steeds trachten voor het geschil over
Corea eeno vredelievende oplossing te vinden.
Do Engelsche regeering heeft aan China en
Japan kennis gegeven, dat indien by het uit
breken der vyandelykheden de Britscho be
langen benadeeld werden, Engeland de noodige
maatregelen zou nemen. Zoo lang echter de
Brit8che belangen geëerbiedigd werden, zou
Engeland niet tusschenbeide komen.
In regeeringskringen te Washington worden
de gebeurtenissen in Corea met groote be
langstelling gevolgd; de regeering der Ver-
eenigde Staten moet echter van plan zyn,
zich geheel buiten het geschil te houden, en
dat er oorlogsschepen Daar de wateren van
Corea gezonden worden, zou uitsluitend zyn
tot bescherming der Amerikaansche belangen.
Opnieuw hebben twee oorlogsschepen, die
zich nu in de Behringzee bevinden, bevel ge
kregen zich by het Aziatische eskader aan
te sluiten.
De houding van Rusland zal den doorslag
geven. De „Novoe Vremya" betoogt dat Rus
land niet onverschillig kan blyven voor het
lot van Corea en China moet helpen tegen
Japan, of althans moet modewerken om don
oorlog te localiseerendaarna zal het blijken
welke maatregelen Rusland moet nemen om