In de Raadszitting van 14 December 1893 heeft de Voorzitter, op eene desbetreffende vraag van den heer Van Kempen, medege deeld dat de toenmalige Minister van Binnen- landsche Zaken aan de Tweede Kamer zyn voornemen had kenbaar gemaakt om eerlang een voorstel in te dienen tot wijziging der grenzen van Leiden en Oogstgeest en dat, zoolang zulk een ontwerp niet door de Kamer behandeld was, Burg. en Wetbs. het eenigs- zins praematuur achtten de quaestie der om wonenden aan de orde te stellen. In die mededeeling is berust en, aangezien tot dü8vor geen voorstel tot gronsuitbreiding door de Regeering by de wetgevende macht is ingediend, bleef het voorstel van den heer Van Hoeken buiten behandeling. Inmiddels is do vorige Regeering afgetreden en door eene andero vervangen, wier ziens wijze omtrent de grensuitbreiding van deze gemeente niet bekend is. Nu de heer Van Hoeken nader te kennen heeft gegeven, dat hy er prfls op zoude stellen, dat zjjn voorstel aan de orde wordt gesteld, hebben B. en We. daartegen geen bezwaar. Na een ingesteld onderzoek naar den om vang van de kwaal, welke de heer Van Hoeken wil bestreden, en na ernstige over weging van het voorstel zelf, zyn B. en Ws. tot de conclusie gekomen, dat dit voorstel niet behoort te worden aangenomen. Vooraf geven zft eene opmerking omtrent don vorm van hot voorstel. De heer Van Hoeken wenschfc de door hem verlangdo be paling opgenomen te zien in de Verordening, betrekking hebbende op de benoeming van ambtenaren. Zulk eene verordening bestaat echter in deze gemeente niet en derhalve zal wil de Raad overigens het voorstel aannemen dit eenigszins moeten gewijzigd worden en wel in dien zin, dat aan de gemeente-amb tenaren de verplichting worde opgelegd met hun gezin binnen do gemeente Leiden te wonen. Do tweede opmerking van B. en Ws. be treft den inhoud der bepaling zelve. Aannemende, dat de Gemeenteraad bevoegd ia de ambtenaren tot inwoning binnen do gemeente te verplichten, dan zal zich die verplichting toch alleen kunnen uitstrekken tot de ambtenaren zeiven, niet tot hunne gezinnen, die in geen enkel opzicht aan het gezag van hat Gemeentebestuur onderworpen zfln. Is deze opmerking juist, dan bleven alleen tor beantwoording over de vragen, of de Gemeenteraad bevoegd is de ambtenaren te dwingen tot inwoning binnen de gemeente en zoo ja, of eene dergelijke bepaling wen- scbeiyk zoude zijn. Wat de eorate vraag betreft de bevoegd heid B. en Ws. meenen haar in het alge meen bevestigend te moeten beantwoorden, voornamelijk op dezen grond, dat do ambte naren hunne betrekking in den regel binnen da gemeente uitoefenen en hun daarom de verplichting bohoort te kunnen worden opge legd om ter behoorlijke waarnoming van hun ambt hun hoofdverblijf te houden binnen de gemeente, waar zij werkzaam zijn. Alleen zou do vraag kunnen rijzen, of, voor zoover voor de bestaande ambtenaren eene clergoiyke voorwaarde niet aan hunne aan stelling vorbondon werd, hun alsnog die ver plichting zou kunnen worden opgelegd. Hoe zeer B. en Ws. van oordeel z(jn, dat, mocht het voorstel van den heer Van Hoeken worden aangenomen, aan de tegenwoordige ambtenaren, die buiten deze gemeente wonen, op gronden van billijkheid een ruime over gangotiJd bohoort te worden toegekend, meenen B. en Ws. ook deze vraag bevostigend te moeten beantwoorden, omdat uit den aard der zaak de gemeenteambtenaren zich ook te onderwerpen hebben aan instructiën en rege lingen ten hunnen aanzien, door het bevoegd gezag later te maken. Zijn B. en Ws. van oordeel dat de Gemeente var.d bevoegd ls ten aanzien van de gemeente ambtenaren eene bepaling vast te stellen als de beer Yan Hoeken wenscht, toch zouden zij hot niet raadzaam achten op dit oogen- Mik In dien sin te besluiten. Het onderzoek, dat zij hebben ingesteld, leverde dit resultaat op, dat op 1 Mei 1894 59 gemeente-ambtenaren, te zamen aan jaar wedden oon belastbaar inkomen vertegen woordigende van f 37,000 buiten de gemeente, moestal in de onmiddellijke nabijheid van Leiden, wonen. B. en Ws. lieten hierbij buiton rekening oonigo stadswerklieden, wier inwoning 3an de gomeento uittoraard meer finantiëol nadeel dan voordeel veroorzaakt mot het oog op onze schoolbevolking, doch ook al rekenden B. en Ws. die stadswerklioden mede, dan kunnen zü toch nooit komen tot het hooge cijfer door don heer Van Hoekon aangegeven, als zouden 250 ambtenaren buiten de gemeente geves tigd zijn. Ware dat cijfer juist, dan zou de heor Van Hoeken, die tevens opgeeft dat er 52 huizen in deze gemeente ledig staan, het bew\Js geleverd hebben dat zjjn wensch on uitvoerbaar is. Waren toch in Leiden voor 850 buitenwonende gemeente-ambtenaren slechts 62 huizon beschikbaar, dan zou het voorstel van den heer Yan Hoeken, om dio ambtonaren te verplichton binnen Leiden te wonen, op don woningnood alhier afstuiten. Op grond van een nauwkeurig onderzoek meenen B. on Ws. te mogen aannemen dat de heer Van Hoeken zich vergist, ook ten aanzien van het aantal ledig staande huizen, geschikt om de door B. en Ws. bedoelde ambtenaren te huisvesten, dat op 1 Mei 1894 bedroeg ruim 100, waaruit blijkt, dat, als niet op andero gronden het opleggen der verplich ting te ontraden ware, de buitenwonende ge meente ambtenaren binnen de gemeente be hoorlijk zouden kunnon gehuisvest worden. Dat hoofdbezwaar van B. en Ws. tegen zulk eene verplichting is, dat, op enkele uit zonderingen naT de ambtenaren in de onmid dellijke. nabijheid van deze gemeente wonen, in dat gedeelte der omgeving, dat tot Leiden moest behooren en, zooals B. en Ws. mogen vertrouwen, binnen eon niet al te groot tijds verloop aan deze gemeente zal worden toe gevoegd. Daardoor vervalt de voornaamste rechts grond voor de bevoegdheid tot het opleggen der verplichting om binnen deze gemeente te wonen, eene bevoegdheid, welke, zooals B. en Ws. reeds hierboven aangaven, volgens hunne meening, hoofdzakelijk moet gezocht worden in het belang van den dienst. Kon worden aangetoond, dat de ambtenaren, die aan onze singels of even buiten Loïden wonen, daardoor te kort schieten, in de be hoorlijke vervulling van hunne functiën, dan zouden B. en Ws. reeds uit dien hoofde ver plicht zjjn maatregelen voor te schrijven, om stoornis in den dienst te voorkomen. Zoolang dit niet het geval is, en zoolang, ten gevolge van de vicieuze grensregeling, rechtens aan dez9 gemeente onttrokken blijft het gebied, dat feitelijk reeds lang daartoe behoort, achten B. en Ws. het niet raadzaam allien ten aanzien van de ambtenaren de quaestie der omwonenden te regelen. Mocht echter bljjken dat de Regeering of de Wetgevende macht tegen de voor Leiden zoo noodzakelijke grensuitbreiding overwegende bezwaren haddon, dan zou zelfbehoud hun dwingen tegenover de buitenwonenden niet alleen tegenover de daar wonende ambtenaren, maar tegenover allo anderen, die feitelijk Leidenaars kunnen genoemd worden maat regelen te nomen, waardoor aan den op den duur onhoudbaren toestand althans eenigszins werd te geraoet gekomen. B. en Ws. zouden het echter niet raadzaam oordoelen, die zaak partiêol te regelen, vooral niet, nu in de quaestie der grensuitbreiding geene definitieve beslis sing is gevallen Gemengd Nieuws. Is er reeds, met het oog op de kermis, van politiowege gewaarschuwd voor hoeren zakkenrollors, thans kan ook worden gewaarschuwd voor hoeren inbrekers. Gister avond nl. heeft men getracht in te breken bij zekoren Marlijn, wonende aan den Vliet alhier, en dat wel met succes. Naar men ons mededeelt, heeft men door verbreking van de afsluit blinden, waarvan do pin was af gelaten, en het raam der woning, aan de straatzijde, zich toegang verschaft tot de woning, eeno kast geopend en daaruit, behalve eenigo klinkende specie en bankbil jetten, ook gouden sieraden ontvreemd. De bejaardo bewoners waron niet thuis en bij hunno terugkomst vonden zy hunne woning overhoop, terwijl de politie reeds aan het onderzoeken was of er zich hier of daar nog iemand in huis verborgen had, maar tever geefs. De vogels waron gevlogen en hebben zich uit de voeten weten te maken. Men 6chatte het ontvroemde te zamen op eeno waarde van ongeveer f 400. Reeds vroeg heerschte beden- ochtend aan het Hollandsche Spoorstation te 's Gravenhago eene buitengewone drukte en levendigheid, teweeggobracht door het ver trek naar Amsterdan van de gedelegeerden op het Internationaal Congres voor binnen-scheep- vaart. Ruim 400 personen namen aan de excursie doel. Het gezelschap, waartoe vele dames be hoorden, maakte voor dit uitstapje naar de hoofdstad en IJmuiden gebruik van salon- en inspectie rijtuigen. Voor het gorechtshof te 's-Gravon- hago stonden gisteren terecht de drie jongo- mannen, die door de rechtbank aldaar resp. tot 3, 2 en 2 maanden gevangenisstraf ver oordeeld werden, omdat zij in den nacht van 31 December op 1 Januari jl. eonige militairen in de Spuistraat en de Passage zouden uit goscholden en later in de Prinsestraat mis handeld hebben. Indertijd werd de behandeling van het hooger beroep in deze zaak op ver zoek van de beklaagden uitgesteld wegens ziekte van een getuige, die volgens beklaag den hunno onschuld zoude kunnen bewijzen. Boklaagden, het hun ten laste gelegde ont kennende, beweerden zeiven door de militairen lastig gevallen en mishandeld te zijn. Twee jagers, een korporaal en een burger legden echter voor hen bezwarende verklaringen af. Twee andero getuigen verklaarden dat niet door de beklaagden, maar wel door de mili tairen, die volgens hen zeer opgewonden waren, mishandeling en beloediging is ge pleegd, althans dat, indien door beklaagden is geslagen, dit dan slechts tot zelfverdediging is geschied; terwijl eindelijk, volgens de ver klaring van een politie agent, die in den be- wusten avond dienst deed in de Passage, niet do beklaagden, maar eenige jongens het den militairen (die volgens dezen getuige zich kalm gedroegen) lastig maakten on men zich in de personen van beklaagdon heeft vergist. Mr. D. Simons, van Amsterdam, meende dat, mocht al wellicht het wettig bewijs z(jn geleverd voor do schuld van beklaagden, dan toch na het nu gehouden getuigenverhoor het overtuigend bew\js niet als vaststaande kan wdrden aangenomen. Vooral beriep pleiter zich op de verklaring van den agent van politie. Hij concludeerde tot vrijspraak of het opleggen van eeno lichte straf aan den 2den bokl., die erkende een slag (maar tot afwering) gegeven te hebben. Het Oponbaar Ministerie, wijzende op de pertinente verklaringen van de getuigen d charge, en van meening zijnde dat eene vergissing met de personen van beklaagden niet is aangetoond, eischte bevestiging van het vonnis der rechtbank. Uitspraak 8 Augustus. By het jongste hevige onweder zjjn onder Oud-Ado twee koeien van de vee houders J. Vink en de weduwe J. Bakker doodelijk door den bliksem getroffen. Onder het vee van den landbou wer J. C. H. De V., onder de gemeente Nieuw koop, is het besmettelijk mondzeer uitge broken. Op last van den districtsveearts is hot land van een konteeken voorzien en wordt het vee bewaakt. Met het oog op dezo zoo veerijke streek, is het te hopen dat het bij dit eene geval zal blijven. Ook te Uitgeest is het mond-en klauwzeer uitgebroken. De bnrgemeester van Zwammer- dam waarschuwt voor een jongmensch, naar gissing tusschen 22 en 25 jaren. Hu geeft zich uit voor bediende in het gesticht voor ooglijders te Utrecht en heeft aldaar aan eene vrouw, onlangs aldaar verpleegd, die een goeden bril van ar. Snellen ontvangen had, volgens zjjn zeggen op order van genoemden dokter haar een bril gebracht, waarvoor hy fl.40 ontvan gen heeft en welke bleek zeer slecht te zijn, in ruil en onder medeneming van den goeden bril. B(j onderzoek is gebleken, dat van oeno dergelijke order bij dr. Snellen niets be kend was. Ter gelegenheid van den verjaar dag van de Koningin-Regentes zullen extra- treinen van Amsterdam en Rotterdam naar do residentie loopen. Ook loopt dien dag een goedkoope trein van Emmerik - Utrecht en tusschenliggende stations naar Den Haag. Gisternamiddag te twee uren is do verversknecht Enseling, werkzaam aan het station Delftsche poort te Rotterdam, van eene 6 meter hooge stelling gevallen, waar door hij aan arm en hoofd zwaar gewond werd. HU werd ter verpleging naar zyne woning overgebracht. Te Kampen is bericht gekomen dat een met steenen geladen schip tusschen den Ketel en Schokland lek gevaren en ge zonken is. De opvarenden moeten gered zijn. Door de IJ se 1 stoomtram werd Maandag avond niet ver van Haastrecht een paard aangereden, dat door een ongeveer 12- jarïg jagertje was vastgebonden aan de rails f Het beest werd van den weg geslingerd en leek eerst dood, wat tot groote vreugde van het jagertje, dat in zijn angst voor het onweer eeno plaats in zijne schuit had gezocht, niet het geval bleek te zijn, toen het, door een hevjgan donderslag uit zijne bezwijming opgeschrikt, eensklaps opsprong en weer vier kant op zijne beenen stond. Te Maar sen is op de buiten- plaats Yreden hoev', by afwezigheid dor be woners, by nacht een brutale diefstal met inbraak gepleegd. De dieven hebben het licht ontstoken, zijn het geheele huis door geweest, in oenige waschzakken inpakkende alios wat van hunne gading en licht vervoerbaar was; mans- en vrouwenkleederen, linnengoed, tafel zilver, enz. Na nog een bezoek aan den wyn- kelder gebracht te hobben, sihjjnen zy afge trokken te zyn. De justitie doet onderzoek. Te Terschelling ia de laatste oud-stryder van 1830 van dat eiland, de land bouwer D. Pais, op den leeftijd van 84 jaren overleden. De Deenscbe koopman Broberg is van zyn ambt als Italiaansch consul te Kopenhagen ontheven, wegens een dagblad artikel van zyne hand over de verbanning van den Deenschen tooneelspeler Hadersleben. By een fabrikant van spuit- water te Parys is een ernstig ongeluk ge beurd, dat anderen tot waarschuwing moge dienen. Terwyi een werkman bezig was de siphons te vullen, sprong er plotseling een door de drukking van het koolzuur. Eeno glasscherf sneed den man den grooten halsslagader door, zoodat hy in weinige oogenblikken een lyk was. Acht dagen geleden was dezelfde werkman reeds door het springen van een siphon aan de hand gewond. Het was nu juist do eerste dag, dat by weer in dienst was. Maandag-avond baadden zich by Bohalle zes vrouwen in de Loire, toen plotseling twee van haar, een achttienjarig meisje en eene jonge weduwe, in de diepte verdwenen. Slechts éón der lyken is gevonden. Zondag hadden tweeinwoners van Schaerbeek, onder Brussel, op den oever der vaart den dag doorgebracht met visschen. Toen zy zich bereidden om heen te gaan, kwam er een wielryder aan. Op zyn signaal gingen de visschers niet tydig genoeg opzy en er ontstond een twist, gedurende welken de wielryder de revolver trok en de twee visschers neerschoot. Na die heldendaad sprong hy terug op zyn fiets en reed weg zoo hard hy kon, in de richting van Brussel heen. De kapitein van het stoombootje, dat dienst doet op Vilvoorde, had de schoten gehoord. In het voorbyvaren zag hy de twee slacht offers bloedend op den dyk liggen. Hy nam hen aan boord tot aan de Laken brug, waar hy de politie van het gebeurde onderrichtte. In weerwil van de genomen voor zorgen breidt het mond- en klauwzeer in de gemeente Stolwyk zich onrustbarend uit en komen dagelyks nieuwe gevallen voor Behalve in de buurtschap „Koolwyk", waar de ziekte het eerst werd waargenomen, heerscht zij thans ook in de onder Stolwyk gelegen polders Benedenkerk, Bovenkerk en Benederheul. Een treurig ongeluk is te Breu- kelen door het hemelvuur aangericht. Des middags ging de zoon van Van Bommel met twee knechts naar het land om te werken, daar de lacht wel bezet, maar er geene bepaalde bui in het gezicht was. Onverwacht begon hot te lichten en vielen, er zware donder slagen. Zjj werden alle drie getroffen door het hemelvuur, de knechts gedood en de zoon licht gewond aan het gezicht en aan het been. Na eenige oogenblikken bewusteloos op den. grond te hebben gelegen, bemerkte hy eerst wat er gebeurd was. Yan een der beide ge- doode knechts waren de kleeren erg gehavend, maar aan den ander waa niets te zien; hy had zyn gereedschap nog ia de hand. Kerkolyke Berichten. Benthuizen: Zondag namiddag te 2 uren, ds. A. Koers, van Hazerswonde. H i 11 e g o mZondag voormiddag te 10 uren, ds. Hoog, van Voorschoten. Hoogmade: Zondag-namiddag te twee uren, ds. C. Spoolstra, predikant te Zoeterwoude. Katwyk aan den Ryn: Ned.-Herv. Kerk. Zondag-voormiddag te 10 uren, bevesti ging van ds. B. Boliée, door ds. G. B. Oorthuys, pred. te Katwijk aan Zee. Des namiddags te halfdrie, intrede van ds. B. Boliée. Ger. Kerk: Zondag voormiddag te 10 en des avonds te 6 uren, de heer Kapteïn, candidaat tot den H. Dienst. Leiderdorp: Zondag-voormiddag te 10 uren, de heer M. A. Van Rhyn, candidaat. Voorschoten: Zondag-voormiddag te 10 uren, de heer Couvée, beroepen predikant te Kerkwerve. Waarder: Zondag-voormiddag te halftien en 's avonds te zes uren, de heer C. J. Van Iporen, godsdienstonderwyzer te Rynsater- woude. Oude- en Nieuwe-Wetering: Zondag namiddag te 2 uren, ds. P. T. Van den Berg, predikant te Nieuwkoop. Wou brug ge: Zondag namiddag te 2 uren, ds. W. Klercq, predikant te Koudekerk. Tevens doopsbediening. INGEZONDEN. Gisteren avond ging ik naar de Amerikaansche opera om my aldaar van de kermis te amu- zeeren, maar werd daarin wel wat gehindert door wat heeren en dames, die uitwendig zoo tot de sjiek behooren en vreesselyk zaten te lagchen en te praten onder de vertooning door. Nu vraag ik en myn vrouw ook of dat niet hinierlyk is en of daaraan niets te doen zou zyn, als wanneer ik en andere menschen daar zitten om voor ons betaald geld stilte te genieten en dan als daar zulke vrolyke menschen zitten die Jagchen willen, zulks toch hinderlyk is voor het publiek, en de heeren en dames van het tooneel en deze er dan maar uit moesten gezet. Gepasto vrolijkheid is het, mynheer de Redactie, maar het moeten niet zyn zooge naamde Bachnaliën. Voor de opname dezer regels blyf ik dank baar. Een Buitenman. BUITENLAN JL>. Frankryk. Voor hot hof van assises der Seine is gis teren het proces gevoerd tegen den anarchist Meunier. Zooals men weet, wordt hy beschul digd de dader te zyn van den aanslag in het restaurant-Véry. Daar Meunier naar Engeland gevlucht was, kon hy indertyd niet terechtstaan met zyn medeplichtige Francis en het echtpaar Bri- cout. Francis werd door de jury vrygesproken, evenals vrouw Bricout; alleen de anarchist Bricout werd veroordeeld. Mounier was echter de vorige maand te Londen gevaugengeno- men en door de Engelsche rogeering uitge leverd. Er waren 32 getuigen opgeroepen, onder wie de weduwe Véry en kellner Lhérot. Verschillende getuigen verklaarden Meunier niet te herkennen, daar hy in den laatsten tyd zyn baard had laten staan. De president van het hof schorste even de zitting en liet een barbier komen om Meunier te scheren; zonder den baard werd hy toen direct door de getuigen herkend. Meumer volgde het stelsel van alles te ontkennen. Op alles, wat de getuigen ver klaarden, antwoordde hy slechts: „Het is niet waar, ik ben onschuldig." De tegen hem ingebrachte getuigenissen zyn echter zoo be zwarend, dat niemand aan zyne schuld twyfelt. De uitspraak der jury luidde op alle vragen bevestigend, met aanneming van verzachtende omstandigheden. Dienvolgens veroordeelde het hof Meunier tot levenslangen dwangarbeid. De anarchist riep by het vernemen van zyn vonnis: „De maatschappy zal het niet lang meer maken I Mood gehouden, kameraden l Leve de anarchie 1" De Kamer heeft gisteren met 268 tegen 163 stemmen het wetsontwerp betreffende de maatregelen, welke de regeering tegen de uitbreiding van het anarchisme wil nemen, aangenomen. Het ontwerp werd na de aanneming door de Kamer onmiddeliyk naar den Senaat ver zonden. De Senaat verklaarde zich bereid het ontwerp onmiddeliyk in behandeling te nemen en verwees het naar de commissie, wier leden algemeen zyn voor de goedkeu ring van de voorgestelde maatregelen tegen de anarchisten. Duitsohland. De Pruisische inspecteurs-generaal van In dustrie hebben last ontvangen zoo nauwkeurig mogelyk na te gaan, hoe hot werk van ge vangenen van invloed is op den vrijen arbeid. Zy moeten vooral klachten van industriëelen over benadeelmg door de concurrent a van het gevangeniswerk grondig onderzoeken. De inspecteurs zullen, na zich van te voren met de besturen van gevangenisson te hobben ver staan, ook de werkplaatsen der strafinrichtin gen, alsook de door industriëelen gebruikte machines, bezichtigen en over hunne waar nemingen, opmerkingen en. conclusies verslag geven. Italië. Te Rome zyn weer berichten ontvangen uit Abessinië. Generaal Baralïen, de com mandant der Ital'iaansche troepen, heeft doen weten dat hy met het grootste gedeelte zyner soldaten weer uit Kassala is vertrok ken. Heden, 27 Juli, hoopte generaal Bara- tieri weer te Agordat te wezen. De Italianen zullen evenwel Kassala bezet houden. Generaal Baratieri liet daar een sterk garnizoen achter, dat ruimschoots voorzien is van krygs- en levensbehoeften. Van eene ontruiming dezer stad kan derhalve geen sprake zyn. Corea, Het werd aan het departement van buiten- landsche zaken te Londen waarschynlyk ge acht, dat de oorlog tusschen China en Japan weldra zoo uitbarsten. De „Daily News" daarentegen had de hoop op het behoud van den vTede nog niet geheel opgegeven. Ook de Temps" hoopte dat een conflict nog zou kunnen worden vermeden. Er zyn te vee! belangen in het verre Oosten gemoeid, zegt zy, dan dat de Europeesche diplomatie een werkeloos toeschouwster van het uitbreken van vyandelykheden kan blyven. De mogend heden hebben tot nog toe zich er toe be paald, hare goede diensten aan te bieden en in Engeland zyn de voornaamste onderhan delingen gevoerd, die echter geen succes schij nen te hebben. Het is tyd, tot eene energieke houdiDg over te gaan. Eene heilzame en on weerstaanbare pressie moet wordeD uitge oefend. Wy zien niet in, dat de mogendheden, wanneer zy eendrachtig en zonder misplaatste beschroomdheid handelen, niet reeds een brand kunnen blusschen, die, als by uitslaat, zeer moeilyk zal zyn te beteugelen. De geheele handel van Corea bedroeg in 1893 nog geen zes millioen dollars, maar daarby moet worden opgemerkt, dat dit het laagste cyfer is sedert 1889. De handel ia grootendeels in handen der Japanners. Over de houding van Rusland in deze aan gelegenheid scbryffc een St.-Petersburger cor respondent van het „Berliner Tageblatt", dat bladen tot handelen aansporen, maar dat in diplomatieke en regeeringskringen eene kalmer opvatting heerscht. Er wordt met Engeland onderhandeld over gemeenschappelyke stappen en men mag aannemen, dat Rusland niet in het verre Oosten zal interveniêeren, zoolang de spoorweg naar Siberië niet gereed is. Te Parys scheen men niet overtuigd, dat het der Engelsche regeering zou geluk ken den vrede tusschen China en Japan te bewaren. Ten minste, „l'Eclair" beweerde, dat de Engelsche regeering opzettelyk den toe stand trachtte te vergoelyken. De correspon dent van dat blad te Londen seinde reeds van daar: „De oorlog is wel degelyk verklaard en de vyandelykheden zyn begonnen." Of het Parysche blad gelyk heeft, dan wel de Engelsche minister van buitenlandsche zaken, die in het Lagerhuis het tegendeel verklaarde, moest nu wel spoedig blyken, want in elk geval kon het niet lang meer duren, of de vereischte zekerheid zou worden ver kregen. Volgens een Reuter-telegram uit Shanghai loopt aldaar het geracht, dat de 12,000 man Chlnee8che troepen, die 20 dezer met transport schepen naar Corea vertrokken onder eskorte van acht oorlogsvaartuigen, in Corea geland zyn. Mocht dit gerucht waar blyken te zyn, dan wordt daardoor de kans op eene vrede lievende schikking verhoogd. Immers zulk eene talryke vloot zou moeiiyk aan de waakzaam heid der Japaneezen kunnen ontsnappen, en het feit dat zy geen togenstand heeft onder vonden, zou er op wyzen, dat de regeering van den Mikado meer geneigd is het oor te leenen aan den raad der mogendheden, die nog steeds trachten voor het geschil over Corea eeno vredelievende oplossing te vinden. Do Engelsche regeering heeft aan China en Japan kennis gegeven, dat indien by het uit breken der vyandelykheden de Britscho be langen benadeeld werden, Engeland de noodige maatregelen zou nemen. Zoo lang echter de Brit8che belangen geëerbiedigd werden, zou Engeland niet tusschenbeide komen. In regeeringskringen te Washington worden de gebeurtenissen in Corea met groote be langstelling gevolgd; de regeering der Ver- eenigde Staten moet echter van plan zyn, zich geheel buiten het geschil te houden, en dat er oorlogsschepen Daar de wateren van Corea gezonden worden, zou uitsluitend zyn tot bescherming der Amerikaansche belangen. Opnieuw hebben twee oorlogsschepen, die zich nu in de Behringzee bevinden, bevel ge kregen zich by het Aziatische eskader aan te sluiten. De houding van Rusland zal den doorslag geven. De „Novoe Vremya" betoogt dat Rus land niet onverschillig kan blyven voor het lot van Corea en China moet helpen tegen Japan, of althans moet modewerken om don oorlog te localiseerendaarna zal het blijken welke maatregelen Rusland moet nemen om

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2