N". 10556. Maandag; S3 Juli. A®. 1894. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. WELKOMSTGROET. Leiden, 21 Juli. Feuilleton. De Misdaad in de Rue Lafitte. LEIBSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post -• Afzonderlijke Nommers f 1.10. 110- 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. "We gaan een kosteHjken tijd tegemoet,- een week van buitengewoon genot. Leiden ont vangt binnen zijn denkbeeldige muren een groot aantal voortreffelijke lieden, weldoeners en weldoensters der menschheid, wier levens taak het is anderen genoegen te verschaffen. Waren het eertyds de reizende kooplie den, die, van stad tot stad gaande om hun zeldzame, oogverblindende, zinnenbekorende schatten in geïmproviseerde winkels uit te stallen, als hoofdpersonen optraden in het jaarljjksch feest dat jong en oud verheugde, in deze eeuw is de handel niet meer het hoofdelement. Wel stofFeeren ze nog, in een onafgebroken en schitterende r(J, de fraaie Leidsche gracht, die met den „grootvorst van Europa's stroomen" althans den naam ge meen heeft, die lange, helverlichte en met vriendelijke, soms rijk gekostumeerde ver- koopers of hun gracieuze echtgenooten be zette houten winkels, waarvan men de weder gade slechts aantreft in een echten Ooster- schen bazaar, zoowel wat de verscheidenheid als de pracht der ten toon gespreide heerlijk heden aangaat, en wordt de wandelaar, die met uiterst langzamen tred langs de toover- achtige linie zich beweegt, ten aanzien van zijn beurs in verzoekingen gebracht, tegen welke zelfs de ernstigste zuinigheidsbesluiten onmachtig zullen blijken, maar er is nog meer, nog veel meer dan dat. Het zwaarte punt der feestviering ligt noch btf den over stelpenden overvloed van koek en „aanver wante artikelen", groot genoeg om een leger kozakken te verzadigen, noch bij de onge hoorde massa's kinderspeelgoed, welks aan blik alleen reeds in staat is, het opkomend geslacht in verrukking te brengen. Het eigen lijk kermlskarakter drukt zich uit in de alge- meene stemming van pleizier, die onze goede stad vervult, als ware er, op de manier van Jules Verne's Doctor Ox, een groote kraan opengezet, die volle stroomen van een op- vrooljjkend gas in onze dampkringslucht doet dringen. Onder ons gezegd en in vertrouwen, —dat mag ook weieens. Wat we zoo een heel jaar te hooren en te zien krijgen, is niet altyd van dien aard, dat we er een liedje van „Schep vreugde in 't leven" bfl kunnen zin gen. Yan onze tUdgenooten willen we geen kwaad spreken, maar erkend moet toch wor den, dat niet alles wat zij uithalen amusant is; ook schijnen velen wel te meenen dat een lang en somber gezicht deftig staat en dat pessimistische beschouwingen ons dage- lljk8ch voedsel behooren te zijn. In menig opzicht keeren wij terug tot het oud-Hol- landsche: in onze kunst en nijverheid, in den bouw van huizen en de stofifeering onzer vertrekken, maar de echt vaderlandsche ioligheid, die zich openbaart in gulle pret- makerö, met terzijdestelling van eiken zweem van zwartgallig humeur, - dat schynen we niet zoo gemakkeiyk te kunnen terugvinden. De kermis biedt ons gelegenheid, om in die richting onze krachten eens te beproeven. Zy behoeft niet door een feestcommissie georganiseerd, door talrijke vergaderingen en tydroovende correspondenties voorbereid te worden; zy komt als de lente, uit „haar eigen zichzelvers"zy meldt zich aan met vrooiyk gelaat, en vraagt niets anders dan dat wy haar welkom heeten en ons aan haar goedhartigen luim met een onbevangen ge moed overgeven. De verscheidenheid van de genietingen, die zy aanbiedt, is groot. In de eerste plaats een schier niet te overtreffen weelde van muzikaliteit. Al mogen in gewone tyden orkest-directeuren als Van Erp, Kriens en Geyp ons een betameiyk rantsoen van har monische klanken verschaffen, wat die heeren en de onder hun schepter geïnspireerde artisten ten gehoore brengen, treedt niet in verge- ïyking met wat in vollen rykdom van tonen de Leidsche straten zal vervullen. Let wel, dat van overheidswege gewaakt is tegen de uitspattingen van den wansmaak. Solo-instru mentalisten krygen geen toegang tot onze veste, dus evenmin de quasi blinde klarinet als de onbeholpen vioolschraper, en de won derschoons klank combinaties, die men draai orgels noemt, zullen eerst een proeve van voortreffeiykheid en onvalschheid moeten af leggen ten overstaan eener commissie van beoordeeling, gevormd door onzen geachten commissaris van politie, die alzoo niet slechts met lofwaardigen yver zorgt voor de veiligheid onzer bezittingen, maar ook voor die van onze trommelvliezen. Fen volgende hervorming op dit gebied, deze is vooreen aanstaand jaar bewaard, is, dat elk lid van een „blazend corps" voortaan in het bezit zal moeten zyn van een diploma, afgegeven door een Europeesch conservatoire. Eerst dan zullen we het volmaakte hebben bereikt. Kent gy, lezer, iets verrukkelykers, dan in het midden eener straat staande, te mogen luisteren naar de ontboezemingen van twee draaiorgels te geiyk, elk aan een eind der straat geposteerd, waarvan het een de „Trovatore," het ander „Fischerin" uitgalmt? Dat, en veel soortgelyks, wacht u in de volgende week, gelukkige Leidenaarsl Maar niet alleen de gehoororganen, ook de reukzenuwen worden op een waar festyn onthaald, als een voorbereiding tot de ver lustigingen van het verhemelte, aan welke niemand zich zal kunnen en mogen onttrekken. Het edelste, wat de Bakkerij-tentoonstelling in de hoofdstad te aanschouwen geeft, wordt in de schaduw gesteld door de glimmend- bruine oliebollen, de blanke wafels, de poezele poffertjes, byeengetooverd door de bekoor- ïykste typen uit Neêrlands vrouwenschaar; en als een wierookoffer stygen langs Bloem en Boommarkt de uitwasemingen van al die heeriykheden omhoog. Dat wy toch het voor recht mogen waardeeren, dat alles voor een luttel aantal zilverstukjes te kunnen genieten I Turken en Chineezen zyn reeds daarom onge lukkige natiën, dewyi ze van die voortreffeiyko zaken hoegenaamd geen notie hebben. En daar biyft het niet by. Der oogen lust biedt de kermis in de grootst mogeiyke ver scheidenheid aan, gepaard aan de stoutste vindingen op het gebied van wetenschap en kunst. Wenscht ge u te bepalen tot een bloot aanschouweiyk genieten, ge kunt door de glazen van een panorama de tragedieën der geschiedenis, de verrassendste landschappen uit alle oorden der wereld bezichtigen; ge kunt in de tenten, welke de beoefenaars der dramatische kunst in ons midden opslaan, u verkwikken aan een meesteriyke opvoering van de beroemdste producten der tooneelspel- dichter8. Wenscht gy den tol uwer bewon dering te betalen aan de specialiteiten, wier vermaardheid de grenzen van de oude en de nieuwe wereld heeft overschreden, gy vindt ze hier van alle keuze; de helden en hel dinnen van het trapèzo, van het rijwiel, allerlei zoogdieren in gedresseerden staat, zangers en zangeressen in alle mogelyke talen, clowns van nooit volprezen komiekig- heid, menschen wier ledematen van caout chouc zyn, of die op een grondvlak van een vierkanten decimeter, hoog in de lucht, zich even gemakkeiyk bewogen als wy op den beganen bodem. Wellicht geeft gy, bedryvig van aard, de voorkeur aan een meer actieve deelneming aan het feest. Om te beginnen kunt gy u dan laten rondwentelen met paarden- of stoomkracht, op een leeuw op een vélocipède, op de maat eener mengeling van orgeltonen, die de bewoners der Lammerenmarkt een week lang in een opgewekte stemming houdt. Gy laat u vervolgens wegen, om tot behoor- ïyke zelfkennis te geraken; ge laat u electri- seeren, om te bewyzen dat ook do nieuwste ontdekkingen der natuurwetenschap binnen den kring uwer belangstelling liggen. Op den bodem van een Turkschen schommel staande, verheft gy u opwaarts in stouter vlucht, dan de dichter die zyn Pegasus besteeg. Wilt ge toonen dat in tyd van gevaar het Vaderland op uw geoefenden arm on uw nimmer falend oog zal kunnen rekenen, gryp naar de buks en schiet een lading eindjes pyp kapot, of richt den tromp op den buik van een olifant, die uw welgemikt schot met een gebulk van welbehagen zal begroeten. Verlangt gy door te dringen in de geheimen van de toe komst, onfeilbare zieneressen zullen u als in een spiegel het verborgene ontsluierenen gy, jonge man, die begeert het portret van uw nog onbekende geliefde voor oogen te hebben, word niet nydig als door een kleine vergissing de beeltenis van een huzaar met of zonder goed hart te voorschyn komt. By deze en nog vele andere genietingen zal er vrede en vreugde zyn in onze goede stad. De omwonenden stroomen toe om mede feest te vieren, en zelfs uit de verte brengen de volgeladen waggons gansche drommen van kermislustigen aan. Die allen zullen hun bewondering betuigen voor den goeden toon, die onze oude Leidscbe kermis kenmerkt. Het hospitaal der vergunningsiyders op de Breestraat zal ledig zyn als de ruïne van Brederode, en de handhavers der openbare orde zullen als gewone wandelaars rondgaan, zonder eenige bezigheid. Want welk Leidsch burger zou er geen eer in stellen, te bewyzen dat het zyn gemeentebestuur dankbaar is voor de instandhouding van een volksfeest, waaraan zulke aangename herinneringen zyn ver bonden Als maar Jupiter Pluvius voor een poos, na zoo drukke werkzaamheid in denlaatsten tyd, eenige rust wil nemen, dan is alles in ordel Wy vestigen de aandacht nzer lezers op de in dit nummer voorkomende advertentie van het Kurhaus Scheveningen, waar'oy bijzon- derheden worden medegedeeld omtrent de groote driedaagsche feestviering, te geven ter gelegenheid van het 10 jarig optreden van het Pbilharmonisch orkest te Scheveningen. Voor de vacante betrekking van onder wijzer mot hoofdakte aan de openbare lagere school (hoofd de heer Veenendaal) te Hillegom hebben zich 9 sollicitanten aangemeld. Ned.-Herv. Kerk. Bedankt is voor Melis- sant door ds. J. W. H. Kalkman, te Alfen aan den Ryn. Naar men verneemt, is, namens een comité van de loden van den gemeenteraad te 's Gravenhage, eene uitnoodiging gericht tot hunne medeleden, om a. s. Maandag indi vidueel te vergaderen in „Diligentia" aldaar, ter bespreking van eenige gemeentebelangen door leden van den Raad. Het „Weekblad van het Recht" deelt den volledigen Franschen tekst mede van het op 13 dezer te 's-Gravenhage door alle gedele geerden ter conferentie voor het Internationaal Privaatrecht onderteekende slot-protocol der conferentie. Voor leeraar in de Hobroeuwsche taal aan het gymnasium te Rotterdam worden voorgedragen ds. H. C. Lohr, predikant by de Lutherscho gemeente aldaar, en de heer Liesenberg, leeraar aan het gymnasium te Schiedam. Door de geneeskundige staatscommissie te Amsterdam zyn bevorderd tot arts de heeren E. J. De Vries, L. Kwitser en A. P. Pies. Gisternamiddag hebben de beide Koning innen een rytoer door Hilversum gemaakt, in eon open rytuig, zonder eenig gevolg, alleen een lakei te paard er achter. De jonge Koningin bestuurde zelve de beide paarden. Te Groningen is bevorderd tot arts de heer Th. Tjabbes, docts., geboren te Nieuwe- Pekela. De (15de) jaariyksche examens der Neder- landsche Toonkunstenaars-Vereeniging zyn gisteren te 's-Gravenhago voortgezet. Van de vier candidaten zyn geslaagd voor piano (lager onderwys) de dames A. Velderman, te Arnhem, en A. A. E. Pieren, te 's-Gravenhage. De commissie voor de tentoonstelling van schilder en beeldhouwkunst te Nijmegen welke volgens het aanvankelijke plan heden zou worden gesloten heeft het besluit ge nomen deze tentoonstelling nog tot en met Zondag 29 Juli a. s. geopend te houden. HH. MM. de Koninginnen zullen op 28 Juli den wedstryd te Bussum by wonen. Volgens een particulier telegram is te Atjeh Woensdag gesneuveld kapitein F. J. Auken, van de infanterie hier te lande, gede tacheerd by het Indische leger. Nv. d. D.) De heer H. H. Lokker, hoofdopzichter voor de Locaalspoorwegen te Apeldoorn, is overgeplaatst naar Winterswyk. Naar de „M. C." verneemt, heeft de heer Klinkenberg de opdracht tot het vervaardigen eener schilderij van ons stadhuis, als een souvenir van Mid ielburgs ingezetenen H. M. de Koningin aan te bieden, aangenomen. Het is thans zeker, dat te Middelburg eene eerewacht gevormd is, die den Koninginnen by haar bezoek aan Middelburg haar geleide zal aanbieden. Een twintigtal heeren zullen, daaraan deelnemen, terwyi als commandant zal optreden jhr. N. W. De Jonge van Ellemeet. Het door andere bladen vermelde bericht, dat f 20,000 zou zyn bijeengebracht alleen door de bewoners van de Lange Delft, noemt de „M. C." erg overdreven. De minister van w., h en n. brengt ter kennis van belangstellenden, dat van 1 6 October dezes jaars te Milaan een congres zal worden gehouden over „ongelukken by den arbeid en arbeidersverzekering". Dit con gres zal zich aansluiten aan die, gehouden te Parijs in 1889 en te Bern in 1891. Uitvoerige prospectussen en programma's zyn, voor zoo ver de voorraad strekt, voor belangstellenden te bekomen aan zyn departement (Sts. Gt.) De minister van buitenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden dat, blijkens telegraphisch bericht van Hr. Ms. gezant te Brussel, de in- en doorvoer van rundvee en schapen uit Nederland in en door Belgiö, met ingang van 24 dezer, is verboden, met uitzondering van den rechtstreekschen doorvoer, welke zonder overlading per spoor weg plaats vindt. De minister van buitenlandsche zaken heeft aan de Eerste Kamer doen toekomen een afschrift van eene door den Franschen minister van buitenlandsche zaken aan Harer Majesteits gezant te Parys gerichte missive, houdende dankbetuiging wegens de door do Eerste Kamer betoonde deelneming by den moord van president Carnot. Daarbij is gevoegd het extract der zitting van den Franschen Senaat van den Oden dezer, waarin dit betoon van deelneming ter sprake kwam. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Zwolle heeft antwoord ontvangen van den minister van buitenlandsche zakon nopens haar verzoek ter zake do sluiting der grenzen van Duitschland voor ons vee en hare klacht over de late verspreiding der hieromtrent door onze Regeering ontvangen berichten. De minister geeft daarin o. a te kennen, dat hy volkomen doordrongen is van het be lang eener spoedige heropening der Duitsche grenzen voor ons fokvee en dat hy het moge lyke zal doen om die heropening te verkrygen. Voorts geeft hy de verzekering, dat hy verdere berichten, van belang voor onzen vee handel, in het vervolg gaarne aan de provin ciale autoriteiten zal seinen, voor zoover de mededeelingen daarvoor vatbaar zyn. 67) En, lafhartig als hy was, had Maurice het piBtool, dat hem voorgehouden werd, afge wezen; daarop was Jeanne binnengekomen en had zich, alB vernietigd, in zijne armen geworpen; hy voelde haar hart tegen het «yno kloppen, zyn besluit was genomen, zyn jydensweg begon en moest hy ten koste van alles thans voortzetten. Tot nog toe had hy, met de hem eigen edelmoedigheid en toewydlng, gehoopt, dat Maurice, door wroeging gedreven, de be schuldiging tegen hem niet zou laten voort gaan en hem niet onschuldig in het ongeluk zou storten. Maar integendeel had Maurice zyne los bandige levenswyze voortgezet, gelukkig dat geen vaderiyk gezag hem daarin verhinderde. En thans durfde hy, om de maat vol te moten, tegen een onschuldige te komen getuigen 1 Een gevoel van af keer, van walging maakte zich van Jacque3 Varlay meester. „De ellendeling", dacht hy, „durft nog hier komen en my zien op de plaats, die hy be hoorde in te nemen; hy durft nog tegen my getuigen; o, die ellendelingI" En uit de blikken, die hy op hem wierp, sprak al de haat, al de verontwaardiging, dio hem op dit oogenblik beheerschtendaarna drukte hy beide handen tegen de slapen en boog het hoofd, als om zich aan het gezicht van zyn tegenstander te onttrekken. Deze beweging ontging Jarilot niet. „Hebt ge het wel opgomerkt?" vroeg hy aan André met eene hoofdbeweging naar Jacques. „Ik heb alles gezien", antwoordde deze. De nu volgende getuigo was mevrouw Bertin. De weduwe van den bankier herhaalde voor het hof al hare beschuldigingen tegen den kassier van haren gemaal, en voegde er nog zoovele aan toe, als haar slechts mogelyk toescheen, om hem te verzwaren. „Gy weet niet, myne heeren I" vervolgde zy met woedende gebaren, „waartoe die man in staat is. Het was hem om ons fortuin te doen, daarom heeft by ons bestolen. Hy wilde zich wreken, daarom heeft hy myn armen Bertin vermoord I" „Zich wreken?" vroeg André Naugy, „op wien dan wel, als ik vragen mag?" „Ja, zeker, wilde hy zich wreken, omdat wy hem de hand van onze dochter Jeanne niet wilden geven." „Maar, mevrouw, die heeft hy u nooit gevraagd." „Ja, dat had hy eens moeten wagenl Zoo'n armzalige kantoorbediende, zonder eenig fortuin, dien myn arme Bertin, met zyne gewone goedhartigheid, uit medelyden had aangenomen, durft de oogen naar myne dochter opheffen. En het bewys, dat hy zich wilde wreken, is duideiyk, daar hy, juist op het oogenblik, dat myne dochter met den markies De Mont- gerbois verloofd was, de kas bestal en myn echtgenoot van het leven beroofde. En, dit is nog niet alles; daar hy wel begreep dat zyn aanzoek om de hand onzer dochter zou worden afgewezen, heeft hy naar andere middelen uitgezien. Om ons fortuin meester te worden, heeft hy de genegenheid van onze dochter trachten te winnen, daarvan misbruik te maken, haar in zyn voordeel te winnen en ons zoodoende te noodzaken, onze toe stemming te geven I" Nu kon Jacques Varlay zich niet langer inhouden. „Dat is gelogen 1" riep hy met donde rende stem. André Naugy, moer dan iemand anders door de zaak geïnteresseerd, verloor zyn cliënt niet uit het oog, zich vleiende met de hoop, dat hem, in een oogenblik van woede, de langgewenschte naam ontsnappen zou. Doch tevergeefs. Wel verhief de beschul digde zich van zyne zitplaats, strekte de hand uit, als om de aandacht van het publiek te trekken, en Bprak met bevende stem: „Wat ge zooeven gehoord hebt, myne heeren, is totaal gelogen 1 Dat zweer ik u op het hoofd myner moeder! Laat men my van diefstal, van moord beschuldigen, het is my onver schillig, maar de beschuldiging, als zou ik uit winzucht de oogen naar de dochter van myn weldoener hebben durven opslaan, is eene te groote laagheid, is in één woord afechuweiyk 1" Luide kreten van toejuiching weerklonken op deze woorden door de zaal. Mevrouw Bertin was door deze uitbarsting van den beschuldigde geheel terneergeslagen met verwilderden blik Btaarde zy om zich heen, onmachtig een woord moer te uiten. In haar sierlyk rouwgewaad maakte zy eene erbarmeiyke vertooning; ternauwernood vond zy de kracht, de zaal te verlaten. Ten slotte werd de laatste getuige opge roepen, nameiyk mevrouw Varlay. Op het hooren van don naam zynor moeder beefde Jacques over al zyne ledende woede en de verontwaardiging van zooeven hadden plotseling plaats gemaakt voor de teederste gewaarwording en met den uitroep„Moeder, lieve moeder 1" liet hy zich op zyne zitplaats neervallen, terwyi hy beide handen op het hart drukte, als om het onstuimig kloppen te beletten. Onder de doodsche stilte, die er op dit oogenblik heerschte, getuigende van de ang stige spanning, waarin het publiek verkeerde, trad mevrouw Varlay met hare dochter Zezette, en leunende op den arm van dokter Molonguet, de zaal binnen. De oude dame was geheel in het zwart gekleed, in zwaren rouw; sedert den dood van haren man had zy het weduwenkleed niet afgelegd. Van ondor hare zwarten sluier kwamen hare zilvergryze lokken te voorschyn. Met wydgeopende oogen, die echter voor het licht zoo goed als gesloten waren, tuurde ze door de zaal, het hoofd wondende naar den kant, waar zo meende de rechters, den verdediger, haren zoon te zullen ontmoeten. Met moeite schreed zy voort, aan de eene zyde door Zezette, aan de andere door dokter Molonguet ondersteund, terwyl een tribunaal- knecht een leuningstoel achter haar aan droeg, waarop ze, voor de rechters genaderd, plaats nam. Daarop nam de oude geneesheer het woord „Mijne heeren I hoewol ik in do zaak, welke thans aanhangig is, niet betrokken ben en mgne tegenwoordigheid als zoodanig niet vereischt wordt, acht ik my toch verplicht, mevrouw Varlay, myne patiënte, die hier op hooger bevel moet verschynen, geen oogen blik te verlaten, en verzoek ik dus aan het hof deze buitengewone omstandigheid wel in aanmerking te willen nemen en op grond daarvan myne tegenwoordigheid te dezer plaatse te willen verontschuldigen." Daarop begaf hy zich naar den verdediger en hield zich verder op alles voorbereid. Achter den fauteuil van de blinde had Zezette plaats genomen. Eenvoudig, doch met eene zekore éléganco gekleed, miste hare verschijning de uitwer king op de toeschouwers niet, en zoowel dezen als de rechters waren eenstemmig in hun oordeel, dat de zuster van den beschul digde betooverend schoon was. Zoodra André hen zag binnenkomon, kon by een gevoel van ontroering niet onder drukken, terwyl van hare zyde Zezette op het gezicht van hun verdediger mood vatte, en zich minder eenzaam, minder verlaten ge voelde, sedert ze wiet, dat een vriend over haar waakte, die haar scheen toe te roepen: „Houd goeden moedi Jacques is gered I" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1