f 1.10.
1.40.
0.05.
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 19 Juli.
Feuilleton.
De Misdaad in de Rue Lafitte.
N°. 10554.
Vrijdag SO Juli.
A°r 1894
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon por 3 maandenI_ i
Franco per post - -a i Lil' -
Afzonderlijke Nommcrs a 1
PRIJS DER AD VERTEN TIËN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17*. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Officieel© KennisffOTingen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien hot adres van het BESTUUR DER
SOCIËTEIT MINERYAhoudende verzoek om
vergunning tot hot plaatsen en in working stellen
Van een 18-paardekracbtB-gasmotor, ten behoeve
Van de ©leotriache verliohting en ventilatie van bet
gebouw der Sociëteit, in het percc-ol Vrouwostceg 13
Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1876
(Staatsblad No. 95);
Geven by deze kennis aan het publiek dat ge
noemd verzoek met de bijlagen op de Secretario
dezer gemeente ter visie gelegd isalsmede dat op
Woensdag 1 Aug. a. e., 's voormiddags te elf uren,
Dp het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen.
Burgomeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
18 Juli 1894. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wotboudora van Leiden
Gezien art. 8, 1ste alinea, der wet van den 2den
Juni 1875 (Staatablad No. 95), tot regeling van het
toezicht bij het oprichten van inriohtingeD, welke
gevaar, schade of hinder kunnon veroorzaken;
Brongen by deze ter algemeen© konnis dat door
hen op heden vergunning is verleend aan het
Bestuur der Naamloozo Vennootsohap de Leidsche
Dokenfabriok en rechtverkrijgenden tot het
plaatsen van oen nieuwen Btoomkotolop hot
torroin van de fabriek aan de Hoerengracht No. 85.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
IC Juli 1894. E. KIST, Secretaris.
Directe Belastingen.
Be Burgemeester van Leiden brengt ter algemeeno
kennis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingon
is tor hand gosteld Lot primitief kohier van wijk
V van don dienst 1894/95, cu executoir verklaard
den 16don Juli jl., en herinnert voorts den belang
hebbenden aan hunne verplichting om den aanslag
op den by de Wet bopaalden voet te voldoen.
De Burgomeester voornoemd,
F. WAS.
Leiden, 18 Juli 1894.
Tot onderwijzer aan de Christelijke school
aan do Middelstegracht alhier is benoomd de
heer W. Van Klaveren, te Utrecht.
Als rechtspersoon is erkend (met gewij
zigde statuten) de „Leidsche Schouwburg-
vereeniging", te Leiden.
Er bestaat gelegenheid tot verzending
der correspondentie naar Nieuw-York, door
middel van het stoomschip „Rotterdam", van
Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al
hier moeten de brieven, enz. uiterlijk Zaterdag
morgen om 9.50 bezorgd zijn.
De wijze van verzending behoort duidelijk
Op het adres vermeld to worden.
Burgemeester en Wethouders van Oeg9t-
geest hebben, na gehouden openbare aanbe
steding, besloten de in ons vorig nummer
genoemde uit te voeren werken in die ge
meente te gunnen aan de heeren A. F. De
Rooy en J. Kortekaas, aldaar, zijnde de minste
inschrijvers voor de som vaa 5785.
De tweede zitting der Commissie van
Onderzoek voor de rustende schutterij te
Woubrugge, ten behoeve der schutterplichtigen
van dit jaar en de ingelijfden van vroegere
jaren, zal in het Gemeentehuis aldaar gehou
den worden op Dinsdag 24 Juli, 's voormid
dags te 10 uren.
Tot dijkgraaf van den Haarlemmermeer
polder is benoemd met tien van de twaalf
8temmen de tegenwoordige secretaris mr. G.
C. Everwijri Lange.
Bij het te Arnhem gehouden examen
voor apothekers bediende zijn geslaagd de
dames L. C. Van Gulden, geb. te Aarlander-
veen; E. J. E. Tweedy, geb. te 's Graven-
hage, en R. De Groot, geb. te Rotterdam.
Gedurende den tijd, dat baron Du Tour
van Bellinchave belast blijft met het burge
meestersambt te 's-Gravenhage, wordt de
betrekking van wethouder van openbare
werken waargenomen door dr. Mouton, wet
houder van onderwijs.
De gezondheidstoestand van den burge
meester is aanmerkelijk verbeterd.
De gouverneur van Suriname, jhr. Van
Asch van Wijck, thans in Zwitserland ver
toevende, wordt den laatsten dezer maand
hier te lande terugverwacht en zal waar
schijnlijk den 6den en 13den Augustus zijne
audiëntién aan het departement van koloniën
hervatten Jhr. Van Asch van Wijck verlaat
vermoedelijk den 28ston Augustus hot land,
om naar Suriname terug te keeren.
In het laatst van deze of het begin
der volgende week zal mgr. Lorenzelli,
pauselijk internuntius te 's-Gravenhage, eene
reis naar Italië ondernemen.
Het is zeer waarschijnlijk dat de eerst
onlangs opgetreden secretaris der legatie, de
heer Scapinelli, reeds in het najaar naar eene
standplaats in eene zachtere luchtstreek zal
worden verplaatst, daar sedert zijne aankomst
in ons land gebleken is dat zijn gezondheids
toestand kliraaatverwisseling noodig zal maken.
Jhr. mr. H. Van Weede, gezantschaps
raad van Nederland te Parijs, is in de resi
dentie aangekomen. Ook jhr. mr. Von Pestel,
buitengewoon gezant en gevolmachtigd mi
nister by het hof van Zweden en Noorwegen,
brongt zijn verlof te 's Gravenhage door.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft
gisteren eene plechtige openbare zitting ge
houden tot installatie van den nieuwbenoemden
raadsheer in dat college mr. A. Van Laer.
De zitting werd bijgewoond door enkele
leden van den Hoogen Raad en de rechtbank,
den griffier bij den Hoogen Raad en leden
van het parket en de griffie der rechtbank,
zoomede door alle leden van de balie en
vele dames.
Door de Kamer van Koophandel te Delft
is adhaesie betuigd aan het adres, door de
Nederlandsche Kolonie te Hamburg aan de
Tweede Kamer gericht, waarin wordt ge
wezen op de wenschelykheid om bij eene
aanstaande vacature tot consul-generaal te
Hamburg een geboren Nederlander te be
noemen.
De oud minister van koloniën, baron Van
Dedem, heeft zich naar Mariënbad begeven.
De heer Seyffardt, laatstelijk minister van
oorlog, is uit het buitenland teruggekeerd.
Bü koninklijk besluit van 2 Juli jl., op
genomon in de „Staatscourant" van 19 dezer,
is bepaald dat voor het dempen van slooten,
inet verbetering van bestaande en aanleg van
nieuwe verkeerswegen in het westelijk gedeelte
der gemeente 's-Gravenhage, ten algemeenen
nutte, in het publiek belang en ten name van
die gemeente zullen onteigend worden eenige
perceelen, aangeduid in het plan en de kaar
ten, welke op de secretarie dier gemeente ter
inzage van een ieder hebben gelegen en ver
meld zijn op den staat, bi) dit besluit gevoegd.
Aan het departement van buitenlandsche
zaken bestaat gelegenheid tot plaatsing van
een tweeden klerk op eene jaarwedde van ƒ400.
Nederlanders, die op 1 Januari 1894 den leef
tijd van 18 jaren hebben bereikt en voor eene
benoeming in aanmerking wenschen te komen,
wordt verzocht zich vóór of op 1 Aug. a. s.
bij gezegeld verzoekschrift te wenden tot den
minister van voornoemd departement.
Tijd en plaats, waar het onderzoek naar de
gevorderde bekwaamheden der adspiranten zal
worden gevonden, zal hun later worden mede
gedeeld.
Men zie verder de „Staatscourant" van 19
dezer.
Merkwaardig, zegt de „N. R. Ct.", is het,
hoeveel on dit's gedurende den korten tijd, dat
het tegenwoordige ministerie aan het bewind
is, door sommige bladen worden verspreid.
Nu eens heette het, dat aan eeno nieuwe
onteigeningswet gewerkt werd, dan weer dat
een wetsontwerp op de lijkverbranding werd
ontworpen, vervolgens weer dat de vermogens-
en bedrijfsbelasting tot eeno algemeene inkom
stenbelasting zoude worden omgewerkt. Het
laatste nieuwtje, dat thans in sommige bladen
wordt aangetroffen, is dat het ministerie het
niet eens zou zijn over het invoeren van een
nieuw systeem geweer bij het leger en dat
de minister van oorlog er eeno portefeuille-
quaostie van zou maken.
Van dit jongste bericht is evenmin iets
waar, als van alle vorige.
De Bond der Nederlandsche Vereenigingen
Creditroform beeft eene vergadering gehouden
in eene der bovenzalen van hotel „Krasna-
polsky", te Amsterdam.
Uit het verslag van den secretaris, don
he6r Eelco M. Vis, bleek dat de Bond op liet
oogenblik 20 Vereenigingen telt met 4
filialen, terwijl hfj op circa 1100 plaatsen
direct of indirect correspondenten heeft; het
totaal ledenaantal klom van 652 in 1892 tot
734 in 1893.
De totaal verstrekte schriftelijke
informaties klommen van 7179 in 1892
tot 14,279 in 1893 en wijst 1894, voor zoovor
te oordeolen is, op een belangrijk hooger cijfer.
De afdoeling man ln gen leverde uit
stekende resultaten: in 1892 bedroeg het
aantal 652 tegen 1552 in 1893; van het
bruto-bedrag, in 1892 52,971.69, werd
19,300.90 geregeld, dus circa 36 pet., terwijl
in 1893 van bet bruto-bedrag ƒ93,812 72
ƒ39,282.53, dus circa 42 pet., in orde kwam.
Drie vertrouwelijke mededeelingen zagen
het licht en het is den secretaris gebleken
dat deze gaarne door de leden ontvangen
worden.
Het aantal legitimatiekaarten
waarop aan de houders mondeling kosteloos
informatie wordt verstrekt op alle plaatsen,
waar do Vereeniging gevestigd is steeg
van 223 in 1892 tot 457 in 1893.
Examens der Ned. Toonkunstenaars-
vereeniging Gisteren zijn van de vier candi-
datcn geslaagd: voor piano (lager onderwijs)
de dames C. E. S. Renier, te Rotterdam, en
J. M. E. Van Seters, te Velp, bij Arnhem.
Aan het ministerie van waterstaat, handel
en nijverheid werd gisteren aanbesteed het
voltooien en tot 1 Juli 1896 op diepte houden
van het grootscheep vaar water in en vóór
den mond van den Rotterdamschen water
weg aan den Hoek van Holland, behoorende
tot de werken van den waterweg langs Rotter
dam naar zee.
Minste inschrijvers waren de heeren A.
Volker Lzn., te Sliedrecht, en P. A. Bos, to
Gorkum, voor ƒ305,000.
Men schrift aan het „Utr. Dbl.":Inhet
adres, waarin de klerken bij posterijen en
telegraphic van lotsverbetering gewagen, wordt
gezegd, dat hun door de reorganisatie van
1891 alle uitzicht op bevordering ontnomen
en de weg afgesneden is om door het doen
van examen een hoogeren rang te bereiken.
Tot toelichting dient dat by die reorganisatie
door overgangsbepalingen aan het personeel
in de lagere rangen gelegenheid gegeven was
om aan examens voor hoogeren rang deel
te nemen. Uit den aard der zaak nemen echter
alle overgangsmaatregelen eenmaal een einde,
en zj, die öf aan deze examens geen deel
hebben genomen of wel daarbij niet geslaagd
zijn, öf later tot klerk zijn aangestold, hebben
geweten dat de hoogere langen niet meer
voor hen bereikbaar waren. Daarvan eene grief
te maken aan de administratie, is onbillijk.
De aangevoerde grief betreft waarschijnlijk
hoofdzakelijk den dienst dor telegraphie. De
examens voor hoogere rangen by dezen tak
van dienst hebben opgehouden en in de toe
komst houdt de telegraphie ook op een afzon
derlijk dienstvak te zijn. Het personeel in de
rangen van commies der telegraphie is thans
nog voldoendekomt er later gebrek aan per
soneel, dan zal er door het uitschrijven van
een surnumerairs examen gelegenheid worden
gegeven om commies bi) de po3teryen en
telegraphie te worden, maar op geeno andere
wijze dan langs den weg van onbezoldigd
surnumerair zal men meer tot dien rang
kunnen komen en ook zullen er geene com
miezen meer voor de afzonderlijke diensten
(posterijen of telegraphie) worden aangesteld.
Een bijvoegsel der Staatscourant van 19
dozer bevat een staat van nalatenschappen,
berustende bjj de weeskamers te Batavia,
Semarang, Soerabaia en Padang, waarvan de
saldo's, als de som van 250 niet te boven
gaande, door de daarop rechthebbenden ook
kunnon worden opgevraagd en ontvangen in
Nederland bij het ministerie van koloniën.
De uitkeering van eene nalatenschap in Neder
land zal niet eerder geschieden dan nadat van
het Indisch bestuur bericht zal zijn ontvangen,
dat zich nader geene schuldeischers by de
weeskamer hebben aangemeld en het minis
terie van koloniën tot betaling van het saldo
kan overgaan.
Met overgroot© meerderheid zjjn gisteren
door de Synode der Ned.-Herv. Kerk herbe
noemd als president en vice president de
heeren M. A. Perk en dr. G. J. Yan der Flier,
en ia benoemd tot secundus van den laatsten
de heer M. E. Van der Meulen.
Op voorstel van den president is besloten,
de voorstellen, die na 7 Aug. worden inge
zonden door hen, die geon lid d6r Synode
zijn, niet in behandeling te nemen.
Aan den ring Harlingen is verlenging too
gestaan van dispensatie van art. 23 regl. op
de vac., voor de gemeente Midlura. Evenzoo
aan den ring Wolvega voor de gemeente
Makkinga; aan den ring Ylissingen voor
de gemeenten Zoutelande en Biggekerk, en
aan den ring Zuidhorn voor de gemeeDte
Saaksum. Al deze verzoeken worden toe
gestaan voor den tijd van éón jaar ©c onder
de bekende voorwaarden.
De heer F. W. Stutterheim, predikant
te Ginneken, herdenkt den 15den Augustus
a. s. zijne 25-jarigo evangelie bediening.
In verband met het bezoek der Koningin
nen aan Zeeland mag zeker wel eens do
aandacht gevestigd worden op een gids voor
reizigers van het eiland Walcheren.
Het boekske, in de Fransche taal gesteld, is
uitgegeven by P. G. De Vey Mestdagh et
fils te Ylissingen en bevat een aantal aardige
illustraties van kijkjes te Middelburg, Ylis-
singen, Domburg en Veere.
De tekst is geleverd door een comité tot
bevordering van het vreemdelingenverkeer,
waarvan lid zijn de heeren T. L. Van Wagten-
donk, voorz., en H. J. G. Hartman, secr., te
Middelburg, en J. L. Grüber, voorz., en Y7. G.
Beker, secr., te Vlissingen.
De Koningin der Nederlanden en de
Koningin-Regentes zijn gisternamiddag van
München met een extra-trein over Frankfort
en Keulen naar Baarn vertrokken.
By den Rotterdamschen gemeenteraad ie
door B. en Ws. het prae-advies ingedienu
op de voorstellen van het raadslid dr. W P,
Van Staveren tot verhooging van Bchoolgeld.
Dat prae advies luidt beslist afwijzend.
Onder overlegging der adviezen van do
comm. voor het openbaar onderwijs, de school
opzieners en do commissie van toezicht oj.
het middelbaar en lager onderwijs, wijzen
B. en Ws. er op, dat het ln de eerste plaats
door den voorstellor ingenomen standpunt,
dat nl. de voorgedragen verhoogingon ten
gevolge zouden hebben vermeerdering van
inkomsten (van d6 gemeente, onjuist is, daar
verbooging van schoolgeld onvermijdelijk ver
schuiving, nl. het opzoeken van goedkooperc
scholen zou ten gevolge hebben.
Ten tweede wenschte de voorsteller door
zijne voorstellen de schoolgelden meer in
overeenstemming te brengen met de wet-
Mackay, doch daar de verordeningen hiermede
reeds in overeenstemming zjjn gebracht, ver
valt ook dit argument.
Aanvankelijk hadden B. en Ws. nog aan
de commissie voor onderwijs in overweging
gegeven het denkbeeld van den heor Van
Staveren op enkele scholen toe te passen,
doch de commissie ontraadt ook dit besluit.
Prof. dr. Tj. Halbortsma i3 plotseling te
Antwerpen op 65 jarigon leeftijd overleden.
De heer Halbertsma was sinds 10 Sept.
1877 hoogleeraar in de Grieksehe taal en
letterkunde aan de Groningsche hoogeachool.
55)
Eon kreet van medoiyden verhief zich in
do zaal, -welke door den verdediger met een
blik van erkentelijkheid word begroet; van
dien kreet verwachtte hy voel goeds.
Toen de beschuldigde, door twee gendarmen
geleid, hem voorbijging, om zich naar de
bank te begeven, stond hy van zijne plaats
op, greep hem by beide handen en sprak
hem met warmte toe: „Moed, mijn vriend 1"
Tot eenig antwoord wierp Jacques hem
een droevig glimlachenden blik toe.
Onder de diepste stilte werd vervolgens
do akte van beschuldiging voorgelezen; in
hoofdzaak bevatte deze slechts de bijzonder
heden, onzen lezers reeds voldoende bekend.
Daarop volgde het belangrijke getuigen
verhoor. Alle porsonen, die wij in dit drama
eene rol hebben zien vervullen, werden ge
hoord, deze meer regelmatig, gene meer als
do bijzaken betreffende.
Do bedienden van het kantoor, die het
eerBt verhoord wordeD, hadden niets dan lof
voor het gedrag van hun collega.
Deze hoorde steeds met gelatenheid hunne
verklaringen aan en dankte hen "kraatig
met eon hoofdknik.
Aan ieder stelde de president, na het af
leggen zijner verklaring, de vraag:
„Gelooft gy Jacques Varlay schuldig?"
waarop het antwoord éénparig luidde:
„Noen! Jacques Varlay kan niet schuldig
zijn." Daarop nam de oudste bediende van
het kantoor het woord.
„Ik ken," sprak by met ernst en nadruk,
„den heer Jacques Varlay van af het oogen
blik, dat hy in de zaak in betrekking is ge
komen, en kan dus over hem oordeelen.
Varlay heeft meer dan honderdmaal betere
gelegenheden gehad om te stelen dan nu;
waarom zou hy die hebben laten voorbygaan,
om nu, terwyi hy wiet, dat er een waker
en een hond aanwezig wareD, zyn slag te
slaan; dat is niet aan te nemen; op grond
dus van deze gegevons, le Jacquos Varlay
in myn oog onschuldig aan de misdaad, die
hem wordt ten laste gelegd, en"„De
beschuldigde heeft een advocaat," viel de
president hem in de rede, „het is niet noodig,
u als zyn verdediger op te werpen."
Andró Naugy stond met een driftig ge
baar op.
„De getuige spreekt slechts zyne overtui
ging uit," riep hy; „ik verzoek, dat hy niet
gostuit worde."
„Ik heb hier verder niets aan toe te
voegen," sprak de oude klork, „alles vat
zich in drie woorden te zamen: Varlay is
onschuldig 11"
Een luide kreet van algemeene instemming
weerklonk door de zaalblykbaar was het
gehoele publiek van hetzelfde gevoelen.
Ais met één slag gevoelde de advocaat,
dat hy het publiek voor de zaak gewonnen
had, de rest was hem onverschillig; hy meende
reeds zeker te zijn van de overwinning.
Ongetwijfeld zou het hem nog beelwat
moeite kostonde uitkomBt zou er echter te
schitterender om zyn.
De volgende getuige was moeder Raymond,
de portierster van hot huis, waarin de familie
Varlay kamers bewoonde.
De goode oude vrouw had zich voor deze
gelegenheid met byzondere zorg gekleed en
maakte dus eene in haar oog althans ge
wichtige verscbyning.
„Op welk uur," vroeg haar de president,
„is de heor Varlay op den avond van het
feest, ten huize van zyn patroon, thuis ge
komen 1"
„Even na middernacht, mijnheer de presi
dent, maar het zal nog geen één uur geweest
zyndat verzeker ik u."
„zyt ge daar zoo zeker van?"
„Zoo zeker, als ik hier voor u sta, mynheer
de president. Mynheer Varlay heeft tweemaal
gebeld en in myn eersten slaap is het vol
doende ééns te schellen, om my te wokken,
zoodat ik zeker ben, dat het tusschen 12 en
1 uur moet goweest zyn."
„De heer Varlay kwam dan wel laat thuis 1"
„Hy, laat thuiskomen? Geen enkel jong-
men8ch in geheel Parys is zoo geregeld als
hy. Nooit komt hy laat thuiB. lederen avond
is hy by zyne arme, ongelukkige moeder, om
haar to verzorgen. O! mynheer de president,
iedere huiseigenaar zou zich gelukkig rekenen,
zulke huurders te hebben. U weet dat de
portiers zelden veel goeds spreken van hunne
huurders, maar dit kan ik u verklaren en
heb ik dan ook zooeven gezworen, dat ik
biy was, den heer Varlay tot huurder te
hebben."
En gelukkig, dat ze tegenover iedereen
haren huurder kou rechtvaardigon, begaf ze
zich, na zich op een wonk van den president
teruggetrokken te hebben, naar den gevangene
en voegde hem toe:
„Nu, mynheer Jacques, ge zult spoedig tot
ons terugkeeren en ge zuil niet tweemaal
behoeven te schellen, hoorl"
En zich ten volle harer waardigheid be
wust, verliet de oude vrouw de zaal.
Daarop word als getuige opgeroepen do
markies Gaston De Montgorbois.
Op het hooren van dien naam, richtte
Jacques Varlay zich op en wierp in angstige
spanning een blik naar de deur.
Ook .het publiek geraakte ln eene zekoro
opgewondenheid; men was nieuwsgierig den
man te zien, die door geheel Parys als een
toonbeeld van élégance bekend was.
De markies trad binnen, oene akolige bleek
heid had zich over zyn gelaat verspreid en
slechts met moeito kon hy de zenuwachtige
trilling bedwingen, die hem had bevangen.
Hy gevoelde dat aller oogen op hem ge
vestigd waren en het er dus op aankwam,
zich zoo kordsat mogeiyk te houden; hy
trachtte zelfs te glimlachen, hoowel die lach
niets meor dan een akelige gryns was.
Om zich eeDo zekere houding te geven en
tyd te winnenzyne kalmte, die hem op dit
oogenblik geheel verlaten had, weder meester
te worden, begon hy langzaam zyne hand
schoenen uit te trekken.
Daarna zwoer hy, dat hy de waarheid, de
geheels waarheid en niets dan de waarheid
zou zeggen.
Zijne verklaring was noch in het voor-
noch in het nadeel van Jacques Varlay en
toch was ze in elk opzicht verpletterend.
Hy was, zeide hy, nog to kort met den
beschuldigde bekend, om zich een juist oor
deel omtrent hem te kunnen aanmatigen.
„Alleen weet ik", vervolgde hy, „dat de
heer Bertin hom de grootste achting toe
droeg en de heer Bertin was niet licht
vaardig in het schonken van genegenheid;
by bestudeerde zyne lieden en oordeelde met
gestrengheid."
„Acht gy Jacques Varlay in staat tot de
misdaad, waarvan hy beschuldigd wordt?"
vroeg de president.
De markies draaldo met het antwoord. Wat
vermocht hy in te brengen togen hem en was
hy er wol zeker van, dat de plaats, waarop
de jongo kassier zich bevond, werd ingeno
men door den waren schuldige?
Inmiddels kon hy niet langer zwygen,
maar moest antwoorden.
„Mynheer de president", sprak hy, „dat is
eene zeer ernstige vraag, waarop ieder, die
ten volle het gewicht zyner woorden beseft,
zal aarzelen te antwoorden. Wanneer ik slechts
aan myn gevoel gehoor geef, dan geloof ik
dat Jacques Varlay niet schuldig is, maar,
ongelukkig voor hem, verryet voor myn geest
het beeld van myn vermoorden aanstaanden
schoonvader."
„Wat is dan uw oordeel omtrent deze
misdaad?"
(Wordt vervolgd.)