N°. 10553. Donderdag 19 Juli. A0. 1894 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. PERSOVERZICHT. F9 euilleton. DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden.1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER AD VER TEN TIEN Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grooter© letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Tweede Blad. Naar aanleiding van de verschillende ge vallen van geldverduistering en mis bruik van vertrouwen, in den laat- sten tyd voorgekomen, schrijft de Middel- burgsche Courant aan het slot van een hoofdartikel het volgende: „Contróle kan niet scherp genoeg zyn. „Tal van misslagen zouden zyn voorkomen als men niet laks geweest ware in het uit oefenen van dringend noodig en nauwgezet toezicht. De zedelijke verantwoordelijkheid voor den ondergang van menigeen rust ook grootendeels op hen, die het begaan van een misdrijf mogelijk maakten door het niet vol brengen van hun plicht als controleur. Ook zij zijn te kort gekomen tegenover hen, die hun hun vertrouwen schonken." Met deze opmerkingen zal zeker, zegt Het Centrumdoor een ieder worden ingestemd, te meer, daar men, afgescheiden nog van de treurige gebeurtenissen der laatste maanden, herhaaldelijk constateeren kan, hoeveel in tal van zaken, posten en lichamen het uitoefenen van oen nauwgezet toezicht te wenschen overlaat. Eu dit gebrek spruit niet altijd voort uit laksheid of traagheid, maar dikwerf ook uit een misplaatst en overdreven gevoel van deferentie jegens dengene, die een post van vertrouwen vervult. Men meent dat die persoon het als eene beleediging zou kunnen boschouwen, wanneer de plicht van controle stipt en streng te zijnen opzichte werd varvuld. Maar men ziet daarbij ten eenenmale ovor het hoofd, dat nauwge zette plichtsbetrachting nooit en tegenover niemand beleedigend kan zijn en dat het waarlijk geene degelijkheid van karakter ver raadt zich daaraan, onder welk voorwendsel dan ook, te onttrekken. Hij, die zjjn plicht verzuimt, brengt daar door menigmaal anderen in gevaar hetzelfde te doen. En wij zijn het daarom volkomen eens met de Middelburgsche Courant, dat tal van mis slagen zouden zijn voorkomen, wanneer men niet laks ware geweest in het uitoefenen van een nauwgezet toezicht I Het Soctaal Weekblad zegt naar aanleiding van de adressen van de patroonsvereeniging „Boaz" aan de Tweede Kamer en de gemeente besturen het volgende: Hoezeer wij elke poging om verbete ring in den toestand der arbei derswoningen te brengen ten zeerste waardeeren, komt ons het nut van adressen als bovenstaande toch wel eenigszins twijfel achtig voor. De moeilijkheid om te komen tot eene goede regeling van het wonings- vraagstuk en de onmogelijkheid om, zonder dat de wetgever zich met de zaak inlaat, tot eene eenigszins bevredigende oplossing te komen, is zoo herhaalde malen en van zoo verschillende kanten betoogd, dat omtrent dit punt ieder het vrijwel eens is, ook al verschillen de meeningen nog aanmerkelijk omtrent hetgeen de wetgever in deze materie zou hebben te doeD. Had „Boaz" nu in dezen stand der zaak blijken gegeven van studie van het vraagstuk te hebben gemaakt, door het in overweging geven van eene regeling, waarin hare wenschen waren geformuleerd, dan zou dat een werk zijn geweest, dat men onverschillig of men met het voorgestelde zich had kunnen ver eenigen of niet nu zou hebben kunnen stichten. Het had dan het uitgangspunt kunnen wezen van eene nieuwe gedachten- wisseling en daardoor kunnen bijdragen tot het zich vestigen van een comunis opinio niet alleen omtrent het feit, dat het wonings- vraagstuk ter hand genomen dient te worden, maar ook omtrent hetgeen daaraan dient te worden gedaan. Eene vereeniging als de patroonsvereeniging „Boaz" is, onze8 inziens, aan zichzelve ver plicht, dat zij zich van de onderwerpen, waaraan zij bare aandacht wijdt, niel met een Jantje van Leiden afmaakt. Uit het eenvoudig verzenden van eenige adressen als de bovenstaande spreekt o. i. de vereeni ging boude ons deze meening ten goede meer de zucht om iets van zich te doen hooren dan het ernstig streven om mede te werken tot verbetering. Onder „Uit de Hoofdstad" in de Prov. Groninger Courant lezen we de volgende op merking. Geregeld eenmaal per jaar heeft het dage lykach bestuur van Amsterdam de goedheid, aan allen, die daarin belang stellen, mede te deelen hoe het in verschillende opzichten met de gemeente geschapen staat. Natuurlijk wor den daarbij vergelijkingen met vorige jaren gemaakt, welke, globaal genomen,.dozen in druk geven, dat de bevolking der hoofdstad elk jaar met een kleine tienduizend zielen toeneemt, van welk aantal zielen dan altijd verreweg do grootste helft in vrouwelijk om hulsel is gevaren, en dat met het klimmen van het bevolkingscijfer ook het percentage der plaatselijke directe belasting stijgt. "VVy naderen nu tot de 450 duizend bewoners, en tellen onder dezen 23 duizend overscliarigo vrouwen. De Arasterdamsche jongelui hebben dus ruime keus en profitceren daarvan ook. Ondanks de tegenwoordige „malaise" en den „algemeenen achteruitgang onder den weik mansstand," wordt er niet minder dan in vorige jaren getrouwd, en houdt het aantal nor male huwelijken, welke tusscheri „jonk mans" en „jonge dochters" worden gesloten, regelmatigen tred met den aanwas der be volking. Ook de vermenigvuldiging van het Amsterdamsch geslacht geeft de overtuiging, dat de basis onzer „bevolkingspyramide" niet het minste gevaar loopt. „Uit d6 Residentie" wordt aan de Prov Drentèche en Asser Courant geschreven: Deze week heeft de directeur-generaal der posterijen de uitgevers beleefdelijk uitgenoo- digd om Zondags-weekbladen, die gewoonlijk Zaterdags ter post bezorgd worden, liefst Vrijdags te verzenden, ter wille van de Zondagsrust der postambtenaren. Nu laat ik daar, dat de posterij tegenover de uitgevers zoo heel beleefd niet is, getuigen de voortdurende lastigheden met de verzen ding van gedrukte belagen by couranten Er moet zelfs eene ukase zijn, die verbiedt als bijvoegsel toe te laten gedrukte vellen, die niet precies het-formaat houden van het origineele blad, eene draconische bepaling, vooral in plaatsen, waar mon zich bij gebreko van een inwonenden papierfabrikant soms moet behelpen met hetgeen men krijgen kan. Maar vergeet de directeur-generaal niet ook geheel het doel van die Zondagsbladen? De uitgevers z(jn en eene jarenlange ervaring bewyst de juistheid van die meening tot het besef gekomen, dat de Zondag in ons land de leesdag bij uitnemendheid is. Zij voldoen dus aan de behoefte door voor Zondagslectuur in eiken vorm literarisch, godsdienstig, wetonsch appel ijk te zorgen. By verzending op Vrydag kan men verzekerd zijn, dat voor twee derden het doel gemist wordt. Het blad komt dan aan Zaterdags, te midden van gewone couranten, of wordt ter zijde gelegd en vergeten. Ivomt het Zaterdags avonds of Zondagsochtends, dan vindt hot zijn weg. Men loopt dus gevaar, door de Zondagsrust voor de postambtenaren te ver te drijven, juist do gelegenheid weg te nemen voor een groot deel van ons volk om den Zondag in rust door te brengen met de lezing van nuttige geschriften en tot zekere hoogte de volksontwikkeling togen te werken. Wan neer nu ook nog de b.arbiers hun werk des Zondags totaal staken, wat in de lucht schijnt te hangen, dan zullen wij weldra, ook in ons uiterlijk, geheel tot den staat van barbaarsch- heid terugkeeren, althans op Zondag. Ondanks den komkommertijd op staatkundig gebied, wordt er, zegt de Haagscho correspondent der Nieuwe Gro ninger Courantin Den Haag nog druk over de politiek gesproken, vooral naar aanleiding van de reeds in enkele bladen vermelde ge ruchten, als zou de Minister van Financiën bezig zyn de reeds ingevoerde vermogens- en bedrijfsbelastingen te vervangen door een algemeenen incometax. Ik geloof er niet veel van cn meen zeker te weten, dat de werkzaamheden by Financiën, die dezen of genen op dit. denkbeeld hebben gebracht, ver band houden met de omwerking der perso- neele in eene zuivere verterings belasting. Uit de meest vertrouwbare bron wordt aan De Maasbode ter kennis gebracht: Wat de Haagsche correspondent der N. Gr. Ct. moge zeggen van wetsontwerpen, die in be werking zyn bij Bmnenlandschc Zaken,'t kan alles veilig als „canards" worden beschouwd. Deze Regeering zal zich strikt bepalen tot bet openbaar gemaakte program en zeker geene ontwerpen indienen, die als groote twistappels zouden kunnen beschouwd worden, en waar door de groote vraagstukken van kiesrecht- hervorming en belasting hervorming gevaar zouden loopen in hunne geboorte te wordon gesmoord. De Haagsche correspondent van de Zutfen- schc Courant bospreekt ditmaal de formu lieren voor de bedrijfsbelasting en wyst op de onduidelijkheid van vele der ge stelde vragen. Blijkbaar was het de bedoeling van den Minister, schrijft hy, om alle hoofdbepalingen der wet zoo beknopt mogelijk in de biljetten saam te vatton een denkbeeld, dat nood zakelyk op teleurstelling moest uitloopen Mon bedenke bovendien, dat deze formulieren wor den toegezonden niet aan 80 a 100 duizend hoofden van gezinnen, maar nagenoeg aan elk hui6 worden uitgereikt, onverschillig of er voor den fiscus iets te halen zal zijn of niet. In een der Kamerstukken meen ik gelezen te hebben, dat er aan de Landsdrukkerij circa drie millioen exemplaren zyn besteld en dat hot onmogelijk was zulk een voorraad tjjdig af te leveren, zoodat vertraging in de ver spreiding het noodzakelijk gevolg moest wezen. Hier in Den Haag zijn er, die begin Mei reeds biljetten in huis kregen, en anderen, die daarop nog wachten. Gemengd Nieuws. Vermoedelijk zullen te Waddings veen, ter gelegenheid van den verjaardag der Koningin, volksfeesten en verdere vermakelijk heden worden gegeven. Gisteren viel te Valkenburg een driejarig knaapje in de haven aldaar, wolk ongeval werd opgemerkt door den 13jirigen Cornelis Ouwersloot, die het kind onmiddellijk nasprong. Niet in staat den drenkeling op hut droge te brengen, wist by hem toch zoolang het hoofd boven water te houden, totdat door tusscbenkom8t van dorden redder en geredde uit hunne benarde positie werden verlost. Naar men mededeelt, zijn op de tentoonstelling van honden te Antwerpen, die uitstekend geslaagd moet zyn, uit Neder land ongeveer 150 honden ingezonden, waar ónder bijna alle soorten voorkomen. Eigenaardige weddenschap.— Twee kunstlievende wielrijders te Rome zijn op het oogenblik om het hardst fietsende naar Bayreuth, om er de uitvoering van don „Parsifal" by te wonen, welke Donderdag begint. De winner ontvangt van den ander den prys zijner plaats, twaalf gulden. Trouw. - Te Haule (Ooststel- lingwerf) had iemand ééne hen en óén haan. De hen zou eerst voor 6oepvleesch dienen; zij werd geslacht en schoongemaakt in tegen woordigheid van den haan. De haan is daarna naar zyn „rik" nachtverblijf - gegaan en viel na eenige oogenblikken dood neder. Een ernstig ongeluk gebeurde gisteren aan het station Sucy, op de lijn Parys Vincennes. Eene vrouw wilde, met haar kina, dat zy op den arm droeg, de rails over gaan, ofschoon een trein in aantocht en reeds zichtbaar was. De stationschef Chamard poogde haar tegen te houden, maar tevergeefs. Niet De Misdaad in de Rue Lafltte. 52) Een straal van hoop glinsterde in het oog van den jongen advocaat; bijna zag hy zyn doel bereikt, en het laatste middel aangrij pende om zyn cliënt den zoozeer gewenschten naam te ontwringen, vervolgde by „Ziet ge wel, dat ge onschuldig zyt? Geene bewijzen zyn in staat, ons van uwe schuld te overtuigen, dat de straf, die ge uzelven door uw hardnekkig atilzwygen be rokkent, den ellendige treffe, voor wien ge niet alleen uzelven maar ook de uwen opof fert. Spreek I Ge zyt niet de dief van het geld, de moordenaar van den bankier, ge zyt de dief van de eer uwer zuster, de moorde naar van uwe moeder!" In angstige Bpa.inin^ verbeidde hy de uit werking zyner woorden. Toen hy echter tot zijne teleurstelling zag, dat niets in staat was den geheimzinniger! sluier op te lichten, zag hy van verdere pogingen daartue voor het oogenblik af, in do hoop, dat de tyd en de eenzaamheid hot hunne daartoe zouden bydragen. „Vaarwel, Jacques", sprak hy, „denk nog eens ernstig na, kies tusschen uwe niueder, die ge doodt, en den moordenaar, voor wien ge haar opoffert. Vaarwel Van de gevangenis begaf hy zich recht streeks naar den commissaris. ,Myn waarde heer Jarilot", sprak hy, „ik kom u eenige opheldering vragen omtrent eene zeer geheimzinnige zaak, waarvan het leven van een mensch en het bestaan eener familie afhangen. Ik ben de verdediger van Jacques Varlayl" „Gyi" riep Jarilot met innige blydschap uit. „O, dan begin ik voor den ongelukkiger jongen man te hopen." „Ge stelt du3 ook belang in hem?" „Zooveel als myn ambt mij toe'aat. Al 13 het myne taak, zonder teergevoeligheid alius op te sporen, wat den veidachte kan doen veroordeelen, zoo heb ik toch in myn bart medelijden met den ongelukkige, wien alles beschuldigt en die, naar myne overtuiging, toch onschuldig is." „Dan zyn wy bet beiden eens! Evenals gy ben ik overtuigd, dat Jacques Varlay onschul dig is, hoewel alle bowyzen tegen hem zyn." „Ongelukkig maar al te waar; hy zal stellig veroordeeld worden!" „Misschien. Zyn stilzwygen zal hem in het verderf storten. Hy wil niet spreken, omdat, naar myne meening, de moordenaar, die hem alleen bekend is, nauw verwant is aan den vermoorde, dien hij als zyn wel doener beschouwt en als een vader vereert. Zou het.Maurice Bertin niet zyn?" „Onder ons gezegd, dat heb ik van het eerste oogenblik af aan gedacht." „Zijn gedrag geeft alle aanleiding tot die verdenking. In gezelschap van dien vreemden markies leidt hy een schandeiyk leven, en na den dood van den bankier zyn beiden beer en meester van de zaak. Maar vóór dien tyd, vóór de misdaad, wat heeft er toen (Mats gehad? Sedert ik myne loopbaan als advocaat begon, ben ik reeds in verscheidene dergeljjko zaken gewikkeld geweest; en, ge loof my, ik bet in zoo vanlievtrlede te krygon wat gjj, politiemannen, een fijnen neus noemt." „Uwe vermoedens zyn niet ongegrond, ik zelf koesterde ze by den aanvang van myn onderzoek, maar.op den avond van de misdaad, op hetzelfde uur, dat de bankier werd vermoord, speelde de markies De Mont- gerbois met den kapitein Castillac en verloor in tegenwoorciigheid van een aantal getuigen eene belangrijke som." „Laat dien markios er een oogenblik buiten, maar Maurice Bertin?" „0:k deze heeft den gebeelen avond de zaal niet verlaten, hetgeen ever.zeer door verscheidene getuigen kan bevestigd worden. Ook hij speelde en verloor." „Hoe kwam hy aan het geld, daar men toch beweert dat zyn vader het hem openiyk geweigerd had?" „Van een woekeraar, een zekeren Grillon; ik heb zelf het ontvangbewijs in mijn bezit." „Ziedaar dan bet geheele plan in duigen, waarvan ik my zooveel voorstelde", riep de advocaat ontmoedigd uit. „Maar, indien noch de markies, noch de zoon van den bankier de schuldige is, wie is het dan? .Tatques Varlay weet het, maar zwygt. Waarom? Dit stilzwygen zal voor hem noodlotiig worden. En echter moet hy spreken; ik heb beloofd, hem te zullen reddenvan de ontdekking van zyn geheim bangt zyne vryheid af." Het middel, hetwelk de advocaat daartoe wilde aanwenden, was eenvoudig en naar zyne meening onfeilbaar; hy wilde namelyk den gevangene door zyne moeder en zuster zei ven laton ondervragen. Overtuigd dat Jacques Varlay in zyn stil zwygen zou volharden, wilde hy hem zijn geheim by verrassing ontlokken en rekende hierby op de bulp van de beide vrouwen. Van het commissariaat begaf by zich naar mevrouw Varlay, by wien by dokter Molonguet aantrof, die door Zuzette was ontboden, daar de oude vrouw sedert het nachtelyk avontuur, in het vorige hoofdstuk beschreven, in onrust- barenden toestand verkeerde. „Hebt ge m'yn zoon gezien", vroeg ze met zwakke stem; „wat zegt ge er van?" „Ik zeg, mevrouw, dat hy onschuldig is." „O! daarvan is iedereen overtuigd, maar waarom houdt men hem dan gevangen?" „Dat hangt slechts van hemzelven af." „Wat zegt gy, van hemzelven?" „Zeker, hy heeft slechts één woord te spn-k.-n, óén naam te noemen en de deur der gevangenis is onmiddeliyk voor hem geopend." „En spreekt hy niet?" „Neen, mevrouw l" „Waartoe dat stilzwygen?" „Dat ie een geheim l Ik heb alles in hot werk gesteld om hem te doen spreken, maar tevergeefs. Hy weent, hy ïyót, maar houdt hardnekkig den mond gesloien." „Maar dat ie niet te gelooven!" „Het is niettemin waar. En om hem dien naam te ontlokken, heb ik uwe hulp noodig, maar, helaas, uwe ziekte belet u, j uit te gaan." alleen do vrouw en het kind, maar ook d© chef geraakten onder den trein. De vrouw en het kind worden terstond gedood on de chef werd zóó ernstig gekwetst, dat ook zyn dood elk oogenblik wordt verwacht. Te Weenen heoft de politie een© bende ontdekt, die op groote schaal valsch bankpapier vervaardigde en in omloop bracht. Zy moet overal in het land hare vertakkingen hebben; in vele steden van Oostenryk-Hon- garye zyn reeds arrestatión geschied. Terechtgekomen. Naby de Brendt- grot haalden dezer dagen uit de Doubs eenige menschen, die de diepte der rivier peilden, eene fiesch op, ten halve met siyk gevuld. Toen zy haar stuksloegen, vonden zy er een bu6je in, waarin een stukje papier lag met de woorden: „Ter gelegenheid van Napoleons terugkeer den 8sten Maart 1815 in het water geworpen." Het papiertje was een stuk van de „Débats" van Maart 1815. Fransche stierengevechten. De bekende Parysche geldverkwister Max Lebaudy, bygenaamd het „suikerpotje," wil thans volgens „Figaro" toreador worden. Op zyn buitengoed te Maisons Laffitte beeft hij reeds een stry-lperk doen inrichten. Hij zelf zal de vry gevaarlyke rol van prima spada vervullen. Reeds zyn vier prachtige stieren uit Spanje aangekomen, waarmede men eene soort van repetitie voor eenige genoodig- den heeft gehouden. In den nacht van Vrydag op Zaterdag is in het Lyonsche groote schade door waterhoozen en hagelslagen aangericht. Te Civrieu (Ain) by Tróvoux zyn eene vrouw en een herdersknaap door den bliksem ge dood en onder Corraaransche is een gehucht, waar de daken met riet bedekt zyn, voor een deel door dezelfde oorzaak afgebrand. Een mijnwerker te Al ais is tot 2 maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens hét bewaren van dynamiet. De burgemeester van Bessöges heeft een dreigbrief gekregen, waarin goocbreveu werd, dat men hem met dynamiet zou vermoorden vóór de terechtstelling van Caserio. Do schryver zegt dat by een kameraad was van Euiile Honry en eindigt zyn brief met: „Levo do anarchie 1" Een drietal Spaansche anarchisten hadden een komplot gevormd om Casimir Périer tc vermoorden. Eén hunner, Giuseppe, werd ge arresteerd nog voordat hy de grenzen was overgetrokkende tweede, Izet, was reeds in Frankryk gekomen om het plan uit te voeren, maar werd gearresteerd in een dorp nabij Perpiguan; de derde samenzweerder, Llombros genaamd, wordt nog door de politie gezocht. In die Ited. Wtrklar. syn opgenoneni DATUM DAGEN Vol*, po» 3. EJndo ren. Totaal. 8 Juli Zondag 49 7 66 9 Maandag. 68 13 81 10 Dinedag 80 19 99 11 Woonadag 80 22 10a 12 Donderdag 81 17 98 13 Vrydag 80 20 100 14 n Zat-Jfdaj 69 14 83 „Ach, dokter Molonguet heeft het my uit- drukk lyk verboden; ternauwernood zal ik op don dag der terechtzitting naar het paleis vas. justitie kunnen gaan, waar mijne tegenwoor digheid onmisbaar noodig ia. Maar zou Zozotto met in myn-* plaats kunnen gaan?" „Mejuffrouw Zez=tte? Zeker, zoo ge mjj uwe dochter wilt toevertrouwen, mevrouw, gaan wy onm.ddeliyk naar de gevangenis. Jacques is nug geheel onder den indruk van het ernstig onderhoud, dat ik met hem gehad heb; ik heb dus goeden moed, dat wy slagen zullen." „Gaat, myne kinderendat God u geluide en uwe pogingen zegene! Onze oude vriend Molonguet zal my wel willen gezelschap hou den tot uwe terugkomst." Zooals Andró verwacht had, vonden zy Jacques in diepe neerslachtigheid en ten prooi aan eene volkomen moedeloosheid. Machteloos tegen den muur geleund, zat by daar, onbeweeglyk, met over elkander go- slagen armen, onverschillig voor allee, en telkens weer herhaalde hy de woerden, die hy Maurice Bertin by het lyk van den bankier had toegevoegd: „Gy zyt de moor denaar, en my beschuldigt men, maar ik zweer u, by het lyk van uw vader, d;o hier, dcor u vermoord terneerligt, dat ik den schul dige nimmer zal aanwyzen. Weet echter, dat myne veroordpeling den dood mijner moeder, de scbande myner zuster zal zyn." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 5