IK 10549. Zaterdag 14 Juli. A0. 1894. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 13 Jnli. Feuilleton. De Misdaad in de Rue Lafltte. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—'6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Officieel© Kennisgoviugeu. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het adres van den directeur dor Koninklij' e NcderlaDdsehe Grofsmederij, houdende verzoek om vergunning tot het plaatsen en in exploitatie brengen van een tvreeden oven ten behoeve van de koper en metaalgieterij op het terrein der Grofsmederij, uitkomende aan den Zijleingel; Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1876 (Staatsblad No. 95); Geven bfl deze kennis aan het publiek dat ge- noomd verzoek met de bijlagen op do Secretarie dezer gemeente ter visie gelogd is; alsmede dat op Donderdag 26 Juli a. s., 's vcormiddags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven Om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoomd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 12 Juli 1894. E. KIST. Secretaris. Als schrijver van het tweede der beide antwoorden over Landnationalisatie, aan het welk de rechtsgeleerde faculteit der Leidsche universiteit eene eervolle vermelding heeft toegekend, heeft zich bekend gemaakt de heer A. R. Van de Laar, doctorandus in de rechtswetenschap aan de universiteit te Utrecht. Aan het toelatings-examen voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier werd deelgenomen door 38 leerlingen. Hiervan werden 27 toegelaten tot de lste, 2 tot de 2de klasse, terwijl 4 candidaten werden afge wezen. B\j koninklijk besluit z\jn lo. de com mission, die met ingang van 1 Aug. 1894, gedurende één jaar, te Leiden, Groningen en Amsterdam belast zullen z\jn met het afnemen van de practische examens van arts, vermeld in art. 2 van de wet van 25 December 1878 (Staatsblad No. 222), samengesteld als volgt, en mitsdien benoemd: a. van de commissie te Leiden: tot lid en voorzitter dr. Th. H. Mac Gillavry, tot lid en secretaris dr. W. Nolen; tot leden dr. D. Doyer, dr. S. S. Rosenstein, dr. J. E. Van Iterson J.Az., dr. H. Treub, dr. H. P. Wijsman, allen hoogleeraar te Leidentot plaatsverv. leden, dr. "W. Einthoven, hoogleeraar te Leiden, dr. J. D. Doorman, te Leiden; b. van de commissie te Groningen: tot lid en voorz. dr. D. Huizinga; tot lid en secr. dr. A. P. Fokker; tot leden dr. "W. M. H. Sanger, dr. H. A. Kooyker, dr. P. C. Plugge, dr. C. F. A. Koch, dr. M. E. Mulder, allen hoogleeraar te Groningen; c. van de commis sie te Amsterdam: tot lid en voorzitter dr. G. H. Van der Mey Jr.; tot lid en secr. dr. I. Rotgans; tot leden dr. H. Hertz, dr. P. K. Pel, dr. J. A. Korteweg, dr. W. M. Gun ning, allen hoogleeraar te Amsterdam; W. Stoeder, buitengewoon hoogleeraar te Amster dam, en dr. P. J. Barnouw, te idem; tot plaatsverv. leden dr. B. J. Stokvis, hoog leeraar te Amsterdam; dr. J. W. R. Tilanus, oud hoogleeraar te idemdr. N. Van Rijnberk, dr. M. A. Mendes de Leon en J. Polak, apotheker, allen te idem, en is: 2o. de commissie, die met ingang van 1 Augustus, gedurende éón jaar, te Utrecht belast zal zijn met het afnemen van de practische examens van arts, vermeld in art. 2 der wet van 25 December 1878 (Stsbl. No. 222), en welke commissie tevens belast zal zyn met het afnemen van het practisch examen van tand meester, bedoeld in art. 8 dier wet, samen gesteld als volgt, en zijn mitsdien benoemd: tot lid en voorz. dr. H. Snellen, hoogleeraar te Utrecht; tot lid en secr. dr. G. P. Wes- selink, te Utrecht; tot leden: dr. T. Halbertsma, dr. S. Talma, dr. A. Freiherr Von Eiselsberg, allen hoogleeraar te Utrecht; dr. P. Q. Brond- geest, dr. J. E. v. d. Meulen, dr. Th. Deiitz, allen lector te Utrecht; dr. C. L. G. Becht, te '8-Gravonhage; A. J. Bor, tandmeester te Utrechttot plaatsvervangende ledendr. C. Winkler, hoogl. te Utrecht; D. J. Blok, arts te Rotterdam; A. A. H. Hamer, tandmeester te Amsterdam; dr. C. Van der Hoeven, te 's Gravenhage. Onder goedkeuring van den Ambachts heer van Benthuizen, is door den kerkeraad der Ned. Herv. gemeente aldaar tot predikant beroepen de heer A. S. Gallée, candidaat tot den H. Dienst te Utrecht. Tot Heemraad van den Zoetermeerschen of Nieuwen Drooggemaakten polder onder Zoetermeer is benoemd de hoer W. Van Dorp Wz., aldaar. De vereeniging „Zanglust", te Woubrugge, heeft met algemeene stemmen besloten, zich aan te sluiten b(j den onlangs te Gorkum opgerichten „Bond van Gemengde Zangver- eenigingen". Z(j zal tevens den 29sten Aug. a. s., den dag van de lste feestelijke bijeen komst van de aangesloten vereenigingen, eene boot doen varen naar Lekkerkerk, waarvan ook niet-leden der Vereeniging zullen kunnen gebruik maken. Z. K. H. de groothertog van Saksen en HD. dochter mevrouw de hertogin Johan Albrecht van Mocklemburg, zullen in het begin der tweede week van Augustus te Schoveningen aankomen en HDr. intrek nemen in het „Kurhaus" aldaar. In de bekende quaestio over de ver plaatsing van hot telegraafkantoor van Monster naar 's.Gravenzande, welke overplaatsing aan leiding gaf tot opstootjes, is 't tot eene oplos sing gekomen, daar, met ingang van 15 dezer, het telegraafkantoor te Monster zal worden heropend. Door den directeur generaal van de posterijen en telegraphie is aan uitgevers van Zaterdags verschijnende weekbladen oen schrij ven gericht, mot verzoek om in het belang van den beperkten Zondagsdienst voor post ambtenaren, deze weekbladen, in plaats van op Zaterdag op Vrijdag te doen uitgeven. Ook Vlissingen zal bij gelegenheid van de komst der Koninginnon een feestelijk aanzien verkrijgen. Men is voornemens buurt commis- sios te vormen, die met het versieren van de verschillende wijkon zullen belast worden. Aan het op de werf der Kon. Maatschappij „De Schelde" op stapel staande ramtorenschip „Evertsen" wordt met buitengewone kracht doorgewerkt. Men tracht nl. dit schip in zoo verre gereed te krijgen, dat de Koninginnen bij haar bezoek het schip zouden kunnen zien afloopen. Naar de „Delft. Opm." verneemt, is aan de leden van den Raad te Delft toegezon den het „Rapport over de uitvoerbaarheid eener geheele of gedeeltelijke electrische ver lichting van de stad Delft", opgemaakt door de heeren J. A. Snijders CJz., hoogleeraar aan de Polytechnische School, en L. H. N. Dufour, chef der 3de afdeeling bij den dienst van weg en werken bjj de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen. In de gisteren gehouden vergadering der internationale conferentie voor privaatrecht, welke tot ruim 6 uren duurde, zijn, op rapport van den Belgischen gedelegeerde Van Cleem- putte, een aantal bepalingen vastgesteld be treffende erfrecht en testamenten. Heden vergadert de conferentio wederom. Dan zullen de protocollen geteekend worden. Een bijvoegsel der Staatscourant van 13 dezer bevat een staat van de gevallen van besmettelijke veeziekten, in Nederland voor gekomen gedurende de maand Juni 1894. Uit deze opgave blijkt dat in 10 provinciën van het R(jk (Drente bleef gespaard) voorkwamen 563 gevallen van mond- en klauwzeer by bet vee van 21 eigenaren (539 in Gelderland en 24 in Noord-Holland), 3 gevallen van droes en huidworm bij 3 id., 46 gevallen van schurft by 4 id.; 38 gevallen van varkensziekte by 33 id.; 14 gevallen van miltvuur by 14 id., 1 geval van kwaadaardig klauwzeer. Aan de bekroonden van de tentoonstel ling te Batavia in 1893 wordt bericht dat de diploma's uit Batavia zyn aangekomen en tegen overgave of inzending van een geteekend ontvangbewijs by den heer J. H. De Bussy, te Amsterdam, verkrijgbaar zyn gesteld. Wenscht men hot diploma opgezonden te hebben, dan moet men voor embillage en porto 20 ets. voor 't binnenland, 30 ets. voor 't buitenland, in postzegels, bijvoegen. HH. MM. de Koningin en de Koningin- Regentes hebben voor het te Schiedam op te richten Volkshuis onderscheidenlijk f 150 en 100 geschonken. De uitslag van het gisteren en beide vorige dagen te Kampen gehouden lit. eind examen aan de Theologische School is als volgt: geslaagd zijn de heeren R. J. Aalberts, K. Bakker, Th. A. Bergsma, E. H. Broekstra, J. C. Dagevos, G. Doekes, J. Gispen, J. H. E. Te Grootenbuis, W. Hannema, R. v. d. Kamp, N. P. Littooy, M. B. Parlevliet, H. Reiners, H. H. Schoemakers, B. v. d. Werff en B. Wielenga. Afgewezen 7. Het stoomschip „Anchises" vertrok 10 Juli van Singapore naar Amsterdamde „Maas dam", van Rotterdam naar Nieuw York, is 12 Juli Prawlepoint gepasseerd. By koninklijk besluit is mr. G. J. Goe- koop, lid van de Tweede Kamer, te's Graven hage, benoemd tot lid van het College voor de Zeevisscheryen. Benoemd by het departement van financiën, tot inspecteurs der registratie en domeinen lste klasse J. C. Bouman en mr. C. E. Achter- btrg, thans 2de klasse; tot 2de klasse J. D. G. Schuuring, thans 3de klasse. Tot inspecteur lste klasse in de 4de divisie J. Woltersom, thans in de 43sto divisie; tot 2de kl. in de 37ste divisie H. J. Raodt, thans 3de kl.tot 3de kl in de 43ste divisie J. A. P. Levenkamp, ontvanger te Woerden Benoemd tot opziener der staatsduinen in Zuid-Holland, J. D. Parlevliet, te Katwijk. Eervol ontslag verleend aan T. F. C. Leclerc<j, belasting ontvanger te Vucht, en op verzoek aan J. Van de Waereld, te Oldenzaal. Aan den lsten luit. der mariniers J. C. J. B. A. De Josselin de Jong, vergunning ver leend tot het aannemen der versierselen van ridder 4de kl. der orde van het Borstbeeld van den Bevrijder van Venezuela. Benoemd by het personeel van den geneesk. dienst der landmacht, tot officier van gez. lste kl., de officier van gez. 2de kl. J. F. Tuinstra, van dat personeel. Pensioen verleend aan: A. Leunis f 376; F. Schultz f 379; mr. A. Heemskerk f 722; C. Busch, wed. A. Arp, f 17 'sjaars. Benoemd tot burgemeester van Empel c. a., A. P. Godschalx; tot id. van Bergeyk, P. J. G. Aarts. Toegekend aan den heer A. P. Obermeyer, hoofdcommies b(j het departement van kolo niën, de persoonlijke titel van referendaris. LOHBOH. Terwyl ons vorig nommer werd afgedrukt, ontvingen wij uit Den Haag het bericht dat van den Gouverneur Generaal van Ned. Indië, onder dagteekening van 12 Juli, by het depar tement van koloniën ontvangen was het na volgende telegram: „De vorsten stemden in alle eischen van de Indische regeering toe, behalve in de uitleve ring van Anak Agoeng Madó, den onwettigen zoon van den vorst van Lombok. Generaal Vetter handhaafde de eischen van ons gouver nement en rukte gisteren op, doch ontving by den opmarsch het verzoek des vorsten om vergiffenis. Madé doodde zichzelvon; de identiteit van het lijk i3 bewezen. „Mataram en Tjakra Negara zyn zonder tegenstand bezet. Gistermiddag heeft eene samenkomst plaats gehad tusschen generaal Vetter en den ouden vorst. „De gezondheidstoestand der troepen is gunstig." De expeditie naar Lombok is dus reeds geëindigd, voordat er een schot is gevallen, en wel door het tragisch einde van den „ver rader", 's vorsten natuurlijken zoon, die tevens zyn booze geest schynt geweest te zijn. De expeditie zal vermoedelijk niet geheel terugkeoren, maar een deel der troepen achter blijven om de uitvoering van het bekende, gisteren door ons vermelde ultimatum te verzekeren. Ons land mag zeker geluk worden gewenscht met zulk een spoedigen en onbloedigen afloop der expeditie. Nu Anak Agoeng Madé, wiens onmiddellijke uitlevering door ons gouvernement was ge- eischt, om hem naar een ander eiland te velbannen, een eindo aan zijn loven heeft gemaakt, raag, zegt ook de „N. R. C.", ver wacht worden, dat spoedig on blijvend een bevredigende toestand op het eiland in de plaats zal treden van de ellende der laatste jaren. By het met ingenomenheid vermelden van de verkregen gelukkige uitkomst, past een woord van hulde aan den minister van kolo niën en aan den gouverneur generaal, voor de doortastendheid, waarmede zjj een einde hebben gemaakt aan een toestand, die de bevolking van Lombok aan allerlei ellende prys gaf en aan ons gezag een ernstigen knak dreigde toe te brengen. Gemengd Nieuws. Den 27sten tot den 29sten van deze maand zal op de banen van „De Bataaf', te 's Gravenhage, een driedaagsche Lawntennis- wedstrijd worden gehouden. Een prachtige zilveren beker is o. a. uit geloofd voor een heeren single-party, waaraan alleen Nederlandsche en Indische spelers mogen deelnemen. Aan het winnen van dezen beker, welkj tentoongesteld is b(j de firma Perry, zijn eemg$ voorwaarden verbonden. De brug te Ofwegen, gemeente. Woubrugge, zal wegens herstelling, van 16-20 dezer voor zwaar beladen voertuigen niet begaanbaar zijn. Voor de betrekking van di ree teur der gemeentewerken le Schiedam hebben zich 31 sollicitanten aangemeld. Gistermiddag ongeveer 12 uren ontlastte zich boven Winterswijk een zeer hevig onweder, vergezeld van een zwaron slagregen, gepaard met hagol. De bliksem sloeg in de woning van den ladingmooster Louwers, welke den schoorsteenmantel, de klok en eenige meubelen vernielde, doch vorder geene ongelukken veroorzaakto. De dagvaarding van de gomeonte Amsterdam aan de Duinwater-Maatschappij aldaar, om te betalen ƒ912,500 boete, op 2500 per dag van 1 Juli 1893 tol 30 Juni 1894, ia beteekend. Den a. s winter komt, volgens het „N. v. d. D.", de Circus Renz, uil Berlijn, in den Parktuin te Amsterdam. Valsche bankbiljetten. Do veroordeelden in de zaak der valsche bank biljetten konden tot gisteren hooger beroep aankondigen. Daarvan hebben gebruik gemaakt Krausso, Toebaerts, Thumm, Frey, Sinnige en Keöze. Van Liemt en Rempt berusten in het vonnis der Amsterdamsche rechtbank. Op het laatsto oogenblik heeft ook nog Arnzt appèl aangn- teekend. Ook de officier van justitie, mr. Ort, is van het geheele vonnis der rechtbank ir hooger beroep gekomen. Hierbij is dus ook betrokken Löschke, die door d3 rechtbank is vrijgesproken. Naar het „Hbl." vernoemt, is Hf. Ms. „Geep" gistermiddag met groote averjj to Amsterdam binnengeloopen, na op de Zuiderzee een kruistocht gemaakt te hebben. Door den storm is de mast by Urk naar beneden go- slagen, zoodat het stoomschip belangrijke herstelling behoeft. Gelukkig zijn geene per soonlijke ongelukken te betreuren. De persoon te Maastricht, die Woensdag door cholera werd aangetast, ie gisteren overleden. De geneesheeren zijn het niet eens omtrent den aard van het ziekte geval. Volgens de beide geneesheeren, die 45) Intusschen weende ze steeds voort. Eindelijk maakte ze zich uit zy'ne omarming los en zich blozend in hare volle lengte oprichtend, sprak zy„Ik vraag u verschoo- ning, dat ik my zoo door myne droefheid heb laten meesleepen, maar gy zyt zoo goed, zoo liefderijk, en ge begrypt zoo, dat zy, die ïyden, eene vriendenhand behoeven, die hen opricht. En ik heb niemand; noch myne moeder, noch myn broeder mogen welen, welk leed my drukt. Waartoe hun ïyden nog te vergrooten? Hun kruis is reeds zwaar genoeg. O, van iedereen verlaten, de zuster van een dief, van een moordenaar! Ach! laat my uitweenenl Gy zyt de eenige, op wïen ik nog kan vertrouwen en die myn byzyn Diet schuwt; heb dank, heb dank!" Toen ze zich wilde verwyderen om in eone aankomende tram te stappen, weigerden hare beenen haar den dienst en was zy op het punt ineen te zakken. Hy hield haar echter op. „Ach, ach!" riep ze', en een droevige glim lach gleed over haar bleek gelaat. „Ik dacht dat ik sterker was!" „Neem myn arm en laat ik u ondersteunen." Bank zy den steun, die haar op dit oogenblik word gebodeD, bereikten zy de tram, waar mede zy weldra by hare woning aankwamen. „Tot weerziens, mejuffrouw Suzanna! Hebt gy myne bulp nog verder noodig, beschik vry over my!" „O neen, harteiyk dank," antwoordde het meisje; „ik gevoel my thans sterk genoeg!" De tram reed door. André groette haar nog eenmaal en ging zyns weegs, by zich- zelven steeds herhalende: „Ik bemin haar! Ik kan het myzelven niet ontveinzen, ik bemin haar!" Toen by zyne woning bereikt had en de trap opklom, was by zóó opgewonden, dat hy begon te zingen, iets, dat hem by zyne ernstige levensbeschouwing hoogst zelden overkwam. Zyne vroolyke stemming viel zoozeer in het oog, dat zyne oude huishoudster niet kon nalaten, zich hierovor te verwonderen. „Wel, wel, mynheer André," riep zy, „wat is u vroolyk van avondge hebt Z6ker eene prachtige zaak gewonnen?" „Dat heb ik!" riep hy haar toe, en onge- twyfeld zou hy haar in zyne uitgelatenheid meer verteld hebben dan noodig was, zoo hy zich niet bytyds had ingehouden. Want kunnen de advocaten veel spreken, zy weten ook op behoorlyke tyden te zwygen. Maar zoo stilzwygend was hy toch niet, of de oude vrouw had spoedig de oorzaak van zyne vroolyke stemming geraden. „Moet ik bloemen bestellen?" vroeg zy, hem schuins aankykendo. „Bloemen?" vroeg hy, „waartoe?" „Nu ja!" antwoordde zy, „mynheer zal het toch zyne oudo huishoudster niet kwaiyk nemen, dat zy wat verder ziet dan haar neus lang is, en bovendion, ze gunt hem zyn geluk wel!" En biermede nam ze afscheid, haren meester met zijne gedachten en illusiën alleen latend. „Wel verduiveld!" sprak hy, toen do oude vertrokken was, „moet nu iedereen al dadeiyk aan my zien, dat ik verliefd ben?" Hy zette zich aan zyne schryftafel en door liep de documenteD, die daarop uitgespreid waren, maar zyn geest was er niet by: in gedachte maakte hy de reis met Zezette in de tram. „Neen!" riep hy, de papieren van zich afschuivende, „bet is gek, maar ik ben thans niet in staat te werkenik zal uitgaan morgen gaat het wellicht beter. Dat arme meisje, wat moet zy geleden hebben! Er op gerekend te hebben, werk te zullen vinden om van te leven, en overal teruggestooten te worden, omdat haar broeder van eene mis daad beschuldigd wordt. Ode wereld is wel bevooroordeeld en slecht! Omdat de broeder misschien een schurk is, (wat altyd nog be wezen moet worden) daaruit volgt nog vol strekt niet, dat de zuster, die de zachtzinnig heid zelve is, slecht moet zyn. Maar ik moet dat zaakje in orde brengenZy verlangt werk, ik zal zorgen dat zy het krygt." Geheel ver vuld met de gedachte, Zezette van dienst te willen zyo, begaf hy zich naar zyne oude bloedverwante. „Tante," sprak hy, „zoudt u my een dienst willen bewyzen?" „Met genoegen, myn jongen," antwoordde de oude dame, „vertel my slechts, waarmede ik u van dienst kan zyn I" „Ja, ziet u, tante, een myner vrienden van de balie gaat trouwen en verlangt voor zyne bruid een by uitstek prachtig geschenk in borduurwerk, en daar op het gebied van vrouweiyken arbeid uw smaak algemeen ge roemd wordt, heeft by my opgedragen u te verzoeken, of gy u daarmede zoudt willen belasten." „Wel, niets gemakkelykor, morgen ga ik naar myn gewonen leverancier, boulevard des Italien8. „Ja maar, tante, dit is nog niet alles; aan deze bestelling is bovendien nog een goed werk verbonden, waarin myn vriend byzonder veel belang stelt, hy is een weinig bygeloovig en rekent er op, dat hem dit geluk zal aan brengen, en wat my aangaat, ben ik volko men zeker, dat ge u er, juist om die reden, mede zult inlaten." „Nu, laat hooren „Er bevindt zich thans in de gevangenis een jonge man, een zekere Jacques Varlay, beschuldigd van moord op don bankier BertiD." „De bankier in de rue Lafltte? Ik heb dat geval in de dagbladen gelezen." „Nu, door zyne gevangenneming vallen zyne oude moeder, die bliDd en lam is, en zyne arme zuster, aan de grootste ellende ten prooi." „Die ongelukkige schepsels!" „Ja, zo zyn inderdaad te beklagen 1 Boven- dien voorziet dat jonge meisje door haren arbeid in de behoefte van het gezin, maar sedert haar broeder gevaDgen zit, zyn alle magazynen, waar zy werk zou kunnen vin den, voor haar gesloten, en zal het arme kind nu weldra zonder brood en zonder middel van bestaan zyn." „Ik begryp u, myn jongen, ge hebt uw plei dooi met glans gewonnen. Och, als het hart dicteert, is de mond welsprekend genoeg. Zeg aan uw vriend, dat, als zyne bescherme linge het inderdaad waard is, het haar aan werk niet zal ontbreken." „En myn vriond zal het goed betalen, hy is ryk, bepaal uzelve maar den prys." „Laat dat nu maar aan my over, maar hoe heet uwe beschermelinge?" „Suzanna Varlayantwoordde André, aan zyne tante een blaadje papier overhandigende; „ziehier haren naam en haar adres." Volgens afspraak begaf de tante van André Naugy zich den volgenden dag naar het magazyn en deod daar bare bestelling; tot groote verbazing van de oude dame, die Zezette zoo ruw had afgewezen, maakte zy daarby de uitdrukkeiyke voorwaarde, dat bet weik door Suzanna Varlay zou vervaardigd worden. „En daar er haast by is", voegde ze er by, „verlang ik dat, telkens als er een gedeelte gereed is, het my gebracht zal worden." Aan dit verlangen werd natuuriyk voldaan en het winkelknechtje onmiddollyk mot een briefje naar de rue Lepic gezonden. Groot was de verbazing van Zezette, toen ze dit briefje, waarvan ze den brenger dadeiyk herkende, ontving, zoodat ze het ternauwer nood kon openen; zoodanig was zy ontroerd. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1