IK 10549.
Zaterdag 14 Juli.
A0. 1894.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 13 Jnli.
Feuilleton.
De Misdaad in de Rue Lafltte.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—'6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Officieel© Kennisgoviugeu.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien het adres van den directeur dor Koninklij' e
NcderlaDdsehe Grofsmederij, houdende verzoek om
vergunning tot het plaatsen en in exploitatie brengen
van een tvreeden oven ten behoeve van de koper
en metaalgieterij op het terrein der Grofsmederij,
uitkomende aan den Zijleingel;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1876
(Staatsblad No. 95);
Geven bfl deze kennis aan het publiek dat ge-
noomd verzoek met de bijlagen op do Secretarie
dezer gemeente ter visie gelogd is; alsmede dat op
Donderdag 26 Juli a. s., 's vcormiddags te elf uren,
op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
Om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoomd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
12 Juli 1894. E. KIST. Secretaris.
Als schrijver van het tweede der beide
antwoorden over Landnationalisatie, aan het
welk de rechtsgeleerde faculteit der Leidsche
universiteit eene eervolle vermelding heeft
toegekend, heeft zich bekend gemaakt de
heer A. R. Van de Laar, doctorandus in de
rechtswetenschap aan de universiteit te Utrecht.
Aan het toelatings-examen voor de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier
werd deelgenomen door 38 leerlingen. Hiervan
werden 27 toegelaten tot de lste, 2 tot de
2de klasse, terwijl 4 candidaten werden afge
wezen.
B\j koninklijk besluit z\jn lo. de com
mission, die met ingang van 1 Aug. 1894,
gedurende één jaar, te Leiden, Groningen en
Amsterdam belast zullen z\jn met het afnemen
van de practische examens van arts, vermeld
in art. 2 van de wet van 25 December 1878
(Staatsblad No. 222), samengesteld als volgt,
en mitsdien benoemd: a. van de commissie te
Leiden: tot lid en voorzitter dr. Th. H. Mac
Gillavry, tot lid en secretaris dr. W. Nolen;
tot leden dr. D. Doyer, dr. S. S. Rosenstein,
dr. J. E. Van Iterson J.Az., dr. H. Treub, dr.
H. P. Wijsman, allen hoogleeraar te Leidentot
plaatsverv. leden, dr. "W. Einthoven, hoogleeraar
te Leiden, dr. J. D. Doorman, te Leiden;
b. van de commissie te Groningen: tot lid
en voorz. dr. D. Huizinga; tot lid en secr.
dr. A. P. Fokker; tot leden dr. "W. M. H.
Sanger, dr. H. A. Kooyker, dr. P. C. Plugge,
dr. C. F. A. Koch, dr. M. E. Mulder, allen
hoogleeraar te Groningen; c. van de commis
sie te Amsterdam: tot lid en voorzitter dr.
G. H. Van der Mey Jr.; tot lid en secr. dr.
I. Rotgans; tot leden dr. H. Hertz, dr. P.
K. Pel, dr. J. A. Korteweg, dr. W. M. Gun
ning, allen hoogleeraar te Amsterdam; W.
Stoeder, buitengewoon hoogleeraar te Amster
dam, en dr. P. J. Barnouw, te idem; tot
plaatsverv. leden dr. B. J. Stokvis, hoog
leeraar te Amsterdam; dr. J. W. R. Tilanus,
oud hoogleeraar te idemdr. N. Van Rijnberk,
dr. M. A. Mendes de Leon en J. Polak,
apotheker, allen te idem, en is: 2o. de
commissie, die met ingang van 1 Augustus,
gedurende éón jaar, te Utrecht belast zal zijn
met het afnemen van de practische examens
van arts, vermeld in art. 2 der wet van
25 December 1878 (Stsbl. No. 222), en welke
commissie tevens belast zal zyn met het
afnemen van het practisch examen van tand
meester, bedoeld in art. 8 dier wet, samen
gesteld als volgt, en zijn mitsdien benoemd:
tot lid en voorz. dr. H. Snellen, hoogleeraar
te Utrecht; tot lid en secr. dr. G. P. Wes-
selink, te Utrecht; tot leden: dr. T. Halbertsma,
dr. S. Talma, dr. A. Freiherr Von Eiselsberg,
allen hoogleeraar te Utrecht; dr. P. Q. Brond-
geest, dr. J. E. v. d. Meulen, dr. Th. Deiitz,
allen lector te Utrecht; dr. C. L. G. Becht,
te '8-Gravonhage; A. J. Bor, tandmeester te
Utrechttot plaatsvervangende ledendr. C.
Winkler, hoogl. te Utrecht; D. J. Blok, arts
te Rotterdam; A. A. H. Hamer, tandmeester
te Amsterdam; dr. C. Van der Hoeven, te
's Gravenhage.
Onder goedkeuring van den Ambachts
heer van Benthuizen, is door den kerkeraad
der Ned. Herv. gemeente aldaar tot predikant
beroepen de heer A. S. Gallée, candidaat tot
den H. Dienst te Utrecht.
Tot Heemraad van den Zoetermeerschen
of Nieuwen Drooggemaakten polder onder
Zoetermeer is benoemd de hoer W. Van Dorp
Wz., aldaar.
De vereeniging „Zanglust", te Woubrugge,
heeft met algemeene stemmen besloten, zich
aan te sluiten b(j den onlangs te Gorkum
opgerichten „Bond van Gemengde Zangver-
eenigingen". Z(j zal tevens den 29sten Aug.
a. s., den dag van de lste feestelijke bijeen
komst van de aangesloten vereenigingen, eene
boot doen varen naar Lekkerkerk, waarvan
ook niet-leden der Vereeniging zullen kunnen
gebruik maken.
Z. K. H. de groothertog van Saksen en
HD. dochter mevrouw de hertogin Johan
Albrecht van Mocklemburg, zullen in het begin
der tweede week van Augustus te Schoveningen
aankomen en HDr. intrek nemen in het
„Kurhaus" aldaar.
In de bekende quaestio over de ver
plaatsing van hot telegraafkantoor van Monster
naar 's.Gravenzande, welke overplaatsing aan
leiding gaf tot opstootjes, is 't tot eene oplos
sing gekomen, daar, met ingang van 15 dezer,
het telegraafkantoor te Monster zal worden
heropend.
Door den directeur generaal van de
posterijen en telegraphie is aan uitgevers van
Zaterdags verschijnende weekbladen oen schrij
ven gericht, mot verzoek om in het belang
van den beperkten Zondagsdienst voor post
ambtenaren, deze weekbladen, in plaats van
op Zaterdag op Vrijdag te doen uitgeven.
Ook Vlissingen zal bij gelegenheid van de
komst der Koninginnon een feestelijk aanzien
verkrijgen. Men is voornemens buurt commis-
sios te vormen, die met het versieren van de
verschillende wijkon zullen belast worden.
Aan het op de werf der Kon. Maatschappij
„De Schelde" op stapel staande ramtorenschip
„Evertsen" wordt met buitengewone kracht
doorgewerkt. Men tracht nl. dit schip in zoo
verre gereed te krijgen, dat de Koninginnen
bij haar bezoek het schip zouden kunnen zien
afloopen.
Naar de „Delft. Opm." verneemt, is aan
de leden van den Raad te Delft toegezon
den het „Rapport over de uitvoerbaarheid
eener geheele of gedeeltelijke electrische ver
lichting van de stad Delft", opgemaakt door
de heeren J. A. Snijders CJz., hoogleeraar
aan de Polytechnische School, en L. H. N.
Dufour, chef der 3de afdeeling bij den dienst
van weg en werken bjj de Maatschappij tot
exploitatie van Staatsspoorwegen.
In de gisteren gehouden vergadering der
internationale conferentie voor privaatrecht,
welke tot ruim 6 uren duurde, zijn, op rapport
van den Belgischen gedelegeerde Van Cleem-
putte, een aantal bepalingen vastgesteld be
treffende erfrecht en testamenten.
Heden vergadert de conferentio wederom.
Dan zullen de protocollen geteekend worden.
Een bijvoegsel der Staatscourant van 13
dezer bevat een staat van de gevallen van
besmettelijke veeziekten, in Nederland voor
gekomen gedurende de maand Juni 1894. Uit
deze opgave blijkt dat in 10 provinciën van
het R(jk (Drente bleef gespaard) voorkwamen
563 gevallen van mond- en klauwzeer by bet
vee van 21 eigenaren (539 in Gelderland en
24 in Noord-Holland), 3 gevallen van droes
en huidworm bij 3 id., 46 gevallen van schurft
by 4 id.; 38 gevallen van varkensziekte by
33 id.; 14 gevallen van miltvuur by 14 id.,
1 geval van kwaadaardig klauwzeer.
Aan de bekroonden van de tentoonstel
ling te Batavia in 1893 wordt bericht dat de
diploma's uit Batavia zyn aangekomen en
tegen overgave of inzending van een geteekend
ontvangbewijs by den heer J. H. De Bussy,
te Amsterdam, verkrijgbaar zyn gesteld.
Wenscht men hot diploma opgezonden te
hebben, dan moet men voor embillage en
porto 20 ets. voor 't binnenland, 30 ets. voor
't buitenland, in postzegels, bijvoegen.
HH. MM. de Koningin en de Koningin-
Regentes hebben voor het te Schiedam op te
richten Volkshuis onderscheidenlijk f 150 en
100 geschonken.
De uitslag van het gisteren en beide
vorige dagen te Kampen gehouden lit. eind
examen aan de Theologische School is als
volgt: geslaagd zijn de heeren R. J. Aalberts,
K. Bakker, Th. A. Bergsma, E. H. Broekstra,
J. C. Dagevos, G. Doekes, J. Gispen, J. H. E.
Te Grootenbuis, W. Hannema, R. v. d. Kamp,
N. P. Littooy, M. B. Parlevliet, H. Reiners,
H. H. Schoemakers, B. v. d. Werff en B.
Wielenga. Afgewezen 7.
Het stoomschip „Anchises" vertrok 10
Juli van Singapore naar Amsterdamde „Maas
dam", van Rotterdam naar Nieuw York, is
12 Juli Prawlepoint gepasseerd.
By koninklijk besluit is mr. G. J. Goe-
koop, lid van de Tweede Kamer, te's Graven
hage, benoemd tot lid van het College voor
de Zeevisscheryen.
Benoemd by het departement van financiën,
tot inspecteurs der registratie en domeinen
lste klasse J. C. Bouman en mr. C. E. Achter-
btrg, thans 2de klasse; tot 2de klasse J. D.
G. Schuuring, thans 3de klasse.
Tot inspecteur lste klasse in de 4de divisie
J. Woltersom, thans in de 43sto divisie; tot
2de kl. in de 37ste divisie H. J. Raodt, thans
3de kl.tot 3de kl in de 43ste divisie J. A.
P. Levenkamp, ontvanger te Woerden
Benoemd tot opziener der staatsduinen in
Zuid-Holland, J. D. Parlevliet, te Katwijk.
Eervol ontslag verleend aan T. F. C. Leclerc<j,
belasting ontvanger te Vucht, en op verzoek
aan J. Van de Waereld, te Oldenzaal.
Aan den lsten luit. der mariniers J. C. J.
B. A. De Josselin de Jong, vergunning ver
leend tot het aannemen der versierselen van
ridder 4de kl. der orde van het Borstbeeld
van den Bevrijder van Venezuela.
Benoemd by het personeel van den geneesk.
dienst der landmacht, tot officier van gez.
lste kl., de officier van gez. 2de kl. J. F.
Tuinstra, van dat personeel.
Pensioen verleend aan: A. Leunis f 376;
F. Schultz f 379; mr. A. Heemskerk f 722;
C. Busch, wed. A. Arp, f 17 'sjaars.
Benoemd tot burgemeester van Empel c. a.,
A. P. Godschalx; tot id. van Bergeyk, P. J.
G. Aarts.
Toegekend aan den heer A. P. Obermeyer,
hoofdcommies b(j het departement van kolo
niën, de persoonlijke titel van referendaris.
LOHBOH.
Terwyl ons vorig nommer werd afgedrukt,
ontvingen wij uit Den Haag het bericht dat
van den Gouverneur Generaal van Ned. Indië,
onder dagteekening van 12 Juli, by het depar
tement van koloniën ontvangen was het na
volgende telegram:
„De vorsten stemden in alle eischen van de
Indische regeering toe, behalve in de uitleve
ring van Anak Agoeng Madó, den onwettigen
zoon van den vorst van Lombok. Generaal
Vetter handhaafde de eischen van ons gouver
nement en rukte gisteren op, doch ontving
by den opmarsch het verzoek des vorsten
om vergiffenis. Madé doodde zichzelvon; de
identiteit van het lijk i3 bewezen.
„Mataram en Tjakra Negara zyn zonder
tegenstand bezet. Gistermiddag heeft eene
samenkomst plaats gehad tusschen generaal
Vetter en den ouden vorst.
„De gezondheidstoestand der troepen is
gunstig."
De expeditie naar Lombok is dus reeds
geëindigd, voordat er een schot is gevallen,
en wel door het tragisch einde van den „ver
rader", 's vorsten natuurlijken zoon, die tevens
zyn booze geest schynt geweest te zijn.
De expeditie zal vermoedelijk niet geheel
terugkeoren, maar een deel der troepen achter
blijven om de uitvoering van het bekende,
gisteren door ons vermelde ultimatum te
verzekeren.
Ons land mag zeker geluk worden gewenscht
met zulk een spoedigen en onbloedigen afloop
der expeditie.
Nu Anak Agoeng Madé, wiens onmiddellijke
uitlevering door ons gouvernement was ge-
eischt, om hem naar een ander eiland te
velbannen, een eindo aan zijn loven heeft
gemaakt, raag, zegt ook de „N. R. C.", ver
wacht worden, dat spoedig on blijvend een
bevredigende toestand op het eiland in de
plaats zal treden van de ellende der laatste
jaren.
By het met ingenomenheid vermelden van
de verkregen gelukkige uitkomst, past een
woord van hulde aan den minister van kolo
niën en aan den gouverneur generaal, voor
de doortastendheid, waarmede zjj een einde
hebben gemaakt aan een toestand, die de
bevolking van Lombok aan allerlei ellende
prys gaf en aan ons gezag een ernstigen knak
dreigde toe te brengen.
Gemengd Nieuws.
Den 27sten tot den 29sten van
deze maand zal op de banen van „De Bataaf',
te 's Gravenhage, een driedaagsche Lawntennis-
wedstrijd worden gehouden.
Een prachtige zilveren beker is o. a. uit
geloofd voor een heeren single-party, waaraan
alleen Nederlandsche en Indische spelers mogen
deelnemen.
Aan het winnen van dezen beker, welkj
tentoongesteld is b(j de firma Perry, zijn eemg$
voorwaarden verbonden.
De brug te Ofwegen, gemeente.
Woubrugge, zal wegens herstelling, van 16-20
dezer voor zwaar beladen voertuigen niet
begaanbaar zijn.
Voor de betrekking van di ree
teur der gemeentewerken le Schiedam hebben
zich 31 sollicitanten aangemeld.
Gistermiddag ongeveer 12 uren
ontlastte zich boven Winterswijk een zeer
hevig onweder, vergezeld van een zwaron
slagregen, gepaard met hagol. De bliksem
sloeg in de woning van den ladingmooster
Louwers, welke den schoorsteenmantel, de
klok en eenige meubelen vernielde, doch vorder
geene ongelukken veroorzaakto.
De dagvaarding van de gomeonte
Amsterdam aan de Duinwater-Maatschappij
aldaar, om te betalen ƒ912,500 boete, op 2500
per dag van 1 Juli 1893 tol 30 Juni 1894, ia
beteekend.
Den a. s winter komt, volgens
het „N. v. d. D.", de Circus Renz, uil Berlijn,
in den Parktuin te Amsterdam.
Valsche bankbiljetten. Do
veroordeelden in de zaak der valsche bank
biljetten konden tot gisteren hooger beroep
aankondigen.
Daarvan hebben gebruik gemaakt Krausso,
Toebaerts, Thumm, Frey, Sinnige en Keöze.
Van Liemt en Rempt berusten in het vonnis
der Amsterdamsche rechtbank. Op het laatsto
oogenblik heeft ook nog Arnzt appèl aangn-
teekend. Ook de officier van justitie, mr. Ort,
is van het geheele vonnis der rechtbank ir
hooger beroep gekomen. Hierbij is dus ook
betrokken Löschke, die door d3 rechtbank is
vrijgesproken.
Naar het „Hbl." vernoemt, is Hf.
Ms. „Geep" gistermiddag met groote averjj to
Amsterdam binnengeloopen, na op de Zuiderzee
een kruistocht gemaakt te hebben. Door den
storm is de mast by Urk naar beneden go-
slagen, zoodat het stoomschip belangrijke
herstelling behoeft. Gelukkig zijn geene per
soonlijke ongelukken te betreuren.
De persoon te Maastricht, die
Woensdag door cholera werd aangetast, ie
gisteren overleden. De geneesheeren zijn het
niet eens omtrent den aard van het ziekte
geval. Volgens de beide geneesheeren, die
45)
Intusschen weende ze steeds voort.
Eindelijk maakte ze zich uit zy'ne omarming
los en zich blozend in hare volle lengte
oprichtend, sprak zy„Ik vraag u verschoo-
ning, dat ik my zoo door myne droefheid
heb laten meesleepen, maar gy zyt zoo goed,
zoo liefderijk, en ge begrypt zoo, dat zy, die
ïyden, eene vriendenhand behoeven, die hen
opricht. En ik heb niemand; noch myne
moeder, noch myn broeder mogen welen,
welk leed my drukt. Waartoe hun ïyden nog
te vergrooten? Hun kruis is reeds zwaar
genoeg. O, van iedereen verlaten, de zuster
van een dief, van een moordenaar! Ach! laat
my uitweenenl Gy zyt de eenige, op wïen
ik nog kan vertrouwen en die myn byzyn
Diet schuwt; heb dank, heb dank!"
Toen ze zich wilde verwyderen om in
eone aankomende tram te stappen, weigerden
hare beenen haar den dienst en was zy op
het punt ineen te zakken. Hy hield haar
echter op.
„Ach, ach!" riep ze', en een droevige glim
lach gleed over haar bleek gelaat.
„Ik dacht dat ik sterker was!"
„Neem myn arm en laat ik u ondersteunen."
Bank zy den steun, die haar op dit oogenblik
word gebodeD, bereikten zy de tram, waar
mede zy weldra by hare woning aankwamen.
„Tot weerziens, mejuffrouw Suzanna! Hebt
gy myne bulp nog verder noodig, beschik
vry over my!"
„O neen, harteiyk dank," antwoordde het
meisje; „ik gevoel my thans sterk genoeg!"
De tram reed door. André groette haar
nog eenmaal en ging zyns weegs, by zich-
zelven steeds herhalende:
„Ik bemin haar! Ik kan het myzelven niet
ontveinzen, ik bemin haar!"
Toen by zyne woning bereikt had en de
trap opklom, was by zóó opgewonden, dat hy
begon te zingen, iets, dat hem by zyne ernstige
levensbeschouwing hoogst zelden overkwam.
Zyne vroolyke stemming viel zoozeer in
het oog, dat zyne oude huishoudster niet
kon nalaten, zich hierovor te verwonderen.
„Wel, wel, mynheer André," riep zy, „wat
is u vroolyk van avondge hebt Z6ker eene
prachtige zaak gewonnen?"
„Dat heb ik!" riep hy haar toe, en onge-
twyfeld zou hy haar in zyne uitgelatenheid
meer verteld hebben dan noodig was, zoo
hy zich niet bytyds had ingehouden.
Want kunnen de advocaten veel spreken,
zy weten ook op behoorlyke tyden te zwygen.
Maar zoo stilzwygend was hy toch niet,
of de oude vrouw had spoedig de oorzaak
van zyne vroolyke stemming geraden.
„Moet ik bloemen bestellen?" vroeg zy,
hem schuins aankykendo.
„Bloemen?" vroeg hy, „waartoe?"
„Nu ja!" antwoordde zy, „mynheer zal het
toch zyne oudo huishoudster niet kwaiyk
nemen, dat zy wat verder ziet dan haar
neus lang is, en bovendion, ze gunt hem zyn
geluk wel!"
En biermede nam ze afscheid, haren meester
met zijne gedachten en illusiën alleen latend.
„Wel verduiveld!" sprak hy, toen do oude
vertrokken was, „moet nu iedereen al dadeiyk
aan my zien, dat ik verliefd ben?"
Hy zette zich aan zyne schryftafel en door
liep de documenteD, die daarop uitgespreid
waren, maar zyn geest was er niet by: in
gedachte maakte hy de reis met Zezette in
de tram.
„Neen!" riep hy, de papieren van zich
afschuivende, „bet is gek, maar ik ben thans
niet in staat te werkenik zal uitgaan
morgen gaat het wellicht beter. Dat arme
meisje, wat moet zy geleden hebben! Er op
gerekend te hebben, werk te zullen vinden
om van te leven, en overal teruggestooten
te worden, omdat haar broeder van eene mis
daad beschuldigd wordt. Ode wereld is wel
bevooroordeeld en slecht! Omdat de broeder
misschien een schurk is, (wat altyd nog be
wezen moet worden) daaruit volgt nog vol
strekt niet, dat de zuster, die de zachtzinnig
heid zelve is, slecht moet zyn. Maar ik moet
dat zaakje in orde brengenZy verlangt werk,
ik zal zorgen dat zy het krygt." Geheel ver
vuld met de gedachte, Zezette van dienst te
willen zyo, begaf hy zich naar zyne oude
bloedverwante.
„Tante," sprak hy, „zoudt u my een dienst
willen bewyzen?"
„Met genoegen, myn jongen," antwoordde
de oude dame, „vertel my slechts, waarmede
ik u van dienst kan zyn I"
„Ja, ziet u, tante, een myner vrienden van
de balie gaat trouwen en verlangt voor zyne
bruid een by uitstek prachtig geschenk in
borduurwerk, en daar op het gebied van
vrouweiyken arbeid uw smaak algemeen ge
roemd wordt, heeft by my opgedragen u te
verzoeken, of gy u daarmede zoudt willen
belasten."
„Wel, niets gemakkelykor, morgen ga ik
naar myn gewonen leverancier, boulevard
des Italien8.
„Ja maar, tante, dit is nog niet alles; aan
deze bestelling is bovendien nog een goed
werk verbonden, waarin myn vriend byzonder
veel belang stelt, hy is een weinig bygeloovig
en rekent er op, dat hem dit geluk zal aan
brengen, en wat my aangaat, ben ik volko
men zeker, dat ge u er, juist om die reden,
mede zult inlaten."
„Nu, laat hooren
„Er bevindt zich thans in de gevangenis
een jonge man, een zekere Jacques Varlay,
beschuldigd van moord op don bankier BertiD."
„De bankier in de rue Lafltte? Ik heb dat
geval in de dagbladen gelezen."
„Nu, door zyne gevangenneming vallen
zyne oude moeder, die bliDd en lam is, en
zyne arme zuster, aan de grootste ellende
ten prooi."
„Die ongelukkige schepsels!"
„Ja, zo zyn inderdaad te beklagen 1 Boven-
dien voorziet dat jonge meisje door haren
arbeid in de behoefte van het gezin, maar
sedert haar broeder gevaDgen zit, zyn alle
magazynen, waar zy werk zou kunnen vin
den, voor haar gesloten, en zal het arme kind
nu weldra zonder brood en zonder middel
van bestaan zyn."
„Ik begryp u, myn jongen, ge hebt uw plei
dooi met glans gewonnen. Och, als het hart
dicteert, is de mond welsprekend genoeg.
Zeg aan uw vriend, dat, als zyne bescherme
linge het inderdaad waard is, het haar aan
werk niet zal ontbreken."
„En myn vriond zal het goed betalen, hy
is ryk, bepaal uzelve maar den prys."
„Laat dat nu maar aan my over, maar hoe
heet uwe beschermelinge?"
„Suzanna Varlayantwoordde André, aan
zyne tante een blaadje papier overhandigende;
„ziehier haren naam en haar adres."
Volgens afspraak begaf de tante van André
Naugy zich den volgenden dag naar het
magazyn en deod daar bare bestelling; tot
groote verbazing van de oude dame, die
Zezette zoo ruw had afgewezen, maakte zy
daarby de uitdrukkeiyke voorwaarde, dat bet
weik door Suzanna Varlay zou vervaardigd
worden.
„En daar er haast by is", voegde ze er by,
„verlang ik dat, telkens als er een gedeelte
gereed is, het my gebracht zal worden."
Aan dit verlangen werd natuuriyk voldaan
en het winkelknechtje onmiddollyk mot een
briefje naar de rue Lepic gezonden.
Groot was de verbazing van Zezette, toen
ze dit briefje, waarvan ze den brenger dadeiyk
herkende, ontving, zoodat ze het ternauwer
nood kon openen; zoodanig was zy ontroerd.
(Wordt vervolgd.)