N°. 10548. Vrijdag 13 «Tvili. A0. 1894. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 12 Juli. Feuilleton. De Misdaad in de Rue Lafltte. LEIDSCH daItBT.AU PBIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maandenf 1.10. Franco per post n 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Officieel© Kennisgevingen. SCHUTTERIJ. Burgomoc-ater en Wothondora ran Leiden brengen ter algemeene kennis, dat de Commissie, volgens art. 15 der "Wet op do Schutterijen, van den llden April 1827 (Staatsblad No. 17). benoemd tot het onderzoeken van on beslissen omtrent do redeneD van vrgetelliDg on uitsluiting, zal vaceeren op bet BaAdhuia dezer gemeento, op Donderdag den 19Jen Juli aanstaande, 's voormiddags to tien uren eu 's namiddags to één uur, naai gelang dit in do oproe, iugebiljetton aan ieder der belanghebbenden zal wordon kenbaar gemaakt. En worden dienBvol-jene opgeroepen: 1°. al do zoodanigon, die aan do loting van dit jaar deelgenomen hebben; 2°. degenen, die sedert do vorige inschrijving Alhier zrjn komon tvonen en geboron zijn in de jaren 1860 tot 1868 ingesloten; 8°. zij, die ambtshalve zrjn ingeeohreven en eenige reden tot vrijstelling vermeenen te hebben; 4°. degeLen, dio na hunne ic-dienst-atelling bij do Schutterij r<cht op vrijf-telling hebbeD verkregen; alsmede, die bij het Bataljon om liohaamsgebreken tpdelijk zyn vrijgesteld, en 5°. degenen, die volgens art. 3 L. en M. der Wet, als tot de nach'- of brandwacht behooreDdo, löf- of huisbediendes zijnde, of bedeeld wordonde, of wel als gepasporteerde zeemiliciens, krachtens art. 160 dor Militiewet, vrijstelling kunnen erlangen om zioh voor geme'de Commiseie to vervoegen, op bovengemelden dag, al ware het dat bij hen geej oproopings-biljet was ontvangen, ten einde over do ingediende reclames uitspraak worde gedaan, terwijl zij, die aledau niet verecbynen, geacht zullen worden geene reden tot vrijstelling to hebben cn mitsdieu, overeenkomstig art. 16 van Zyner Majesteits besluit van den 28sten Juni 1828 (Staatsblad No. 42), voor zooverre zij dienstplichtige nommers getrokken bobben, by de Schutterij zullen worden ingelijfd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden. F. WAS, Burgemeester. 12 Juli 1891. E. KI8T, Secretaris. De arts-examens, alhier, cursus 1893/94, zijn thans afgeloopen en worden niet hervat vóór einde October. 's P.yks Ethnographisch Museum heeft van den heer C. T. Driessen, alhier, het na volgend voorwerp, herkomstig van Celebes, ten geschenke ontvangem»Qei«ventai4s*erd als serie 967: I baadje van ijoombast.. Aan den schenker is de dank der Ruge&ring betuigd. Tot de evangeliebediening by .de Rem. Broederschap is te Leiden toegelaten de heer L. N. De Jong, van Utrecht. Aan de Rijkslandbouwschool te Wage- ningen is bevorderd van V.C.i tot V.C.ii de leerling J. Meeter, van Leiden. Hodonmiddag ontvingen w\j per Engelsche mail de Bataviasche bladen van 6 en 7 Juni, alsmede de rDeli Crt." van 6-9 Juni. Ingevolge beslissing van den generaal- majoor, commandant der 1ste divisie, is de l6le luit. B. H. Specht Grijp, van de 3de comp. 2de bat. 4de reg. inf., overgeplaatst by het 5de bat. van het regiment te Gouda. Genoemde luit. is ingedeeld by de 2de comp. van dat bataljon. Don 16den Juli a. 8. wordt de 1ste luit jhr. Bowier, van de 4de comp. 4de bat. 4de reg. inf. alhier, overgeplaatst by de 3de comp. 2de bat. van hetzelfde regiment. Bij het 4de regt. inf. alhier is heden het schriftelyk gedeelte van het examen aange vangen tot toelating op den hoofdcursus. Aan dit examen wordt deelgenomen door 12 onder officieren van het regiment. By koninklyk besluit is voor het tijdvak, ingaande 16 Juli 1894 en eindigende met den dag, waarop mr. H L. Drucker, hoogleeraar aan de rijks-universiteit te Leiden, mocht ophouden lid te zyn van de Tweede Kamer der Staten Generaal, benoemd tot tijdeiyk lector in de faculteit der rechtsgeleerdheid aan voornoemde ryks universiteit, om onderwys te geven in het Romeinsche recht en zyne ge schiedenis, mr. P. A. Tichelaar, substituut- griffier by de arrondissements rechtbank te Amsterdam. (Herplaatsing wegens misstelling in de Staateeourant). Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-York, door middel van het stoomschip „Schiedam", van Amsterdam vertrekkende. Ten postkantore al hier moeten de brioven, enz. uiteriyk Vrydag- avond om 10.30 bezorgd zyn. De wijze van verzending behoort duideiyk op het adres vermeld te worden. Naar aanleiding van een voorstel van de afd. Bodegrave zal het hoofdbestuur der Hollandsche Maatscbappy van Landbouw de aandacht der Regeering vestigen op do voe dende bestanddeelen van kaas, welke reden geven om eene proef te nemen met bot ver strekken van exportkaas als by voedsel aan de troepen te velde. Naar aanleiding van het voorstel van Yianen om by tentoonstellingen afzonderlijke prijzen uit te loven voor Zuid-Hollandsch rundveo, betoogde het hoofdbestuur, dat splitsing van vee uit Noord- en Zuid Holland niet wen- schelyk zou zyn. Te zyner tyd kan er echter acht op worden geslagen. De vergadering te Gouda vereenigde zich hiermede Door de gemeenteraden van Zoetermeer en Zegwaard is benoemd tot onderwijzeres aan de openbare school mej. A. C. Klem, te Gouda, die de betrekking tydelyk waarneemt. Benoemd is tot heemraad van den Driemanspolder onder Zoetermeer de heer J. Scheer, aldaar. De gemeento Gouda leed gisteren een groot verlies door het overlijden van den heer G. J. Steens Zynen, lid van den gemeente raad en directeur der Stearine-kaarseufabriek aldaar. Aan het hoofd van eene der bloeiendste handelsinrichtingen staande, had hy het voor recht veel te kunnen doen in het algemeen belang, en van dat voorrecht maakte hy ruim schoots gebruik. Met milde hand schonk by rechts en links zyne goede gaven. Met on beperkte royaliteit steundo hy alle goede zaken en nuttige inrichtingen; zoo bood hy eenige jaren geleden een van de schoonste panden op de Westhaven der gemeente als geschenk aan, om daarin het gymnasium te vestigen. Z(jn heengaan zal door velen diep worden betreurd. Dat de staal waterbron „Wilhelmina" by Haarlem en de Czaar Peter-bron by Zaandam geëxploiteerd zouden wordon, zonder met elkaar eenig8zins in botsing te komen, was wel niet waarschijnlijk. De geneeskundigen hebben piet loffelijke onpartydigheid beide bronnen bezocht en van beide bronnen betuigd, dat zy eigenlijk beter waren dan eenige bron in E-iropa. Thans zyn echter de vijandelijkheden be gonnen, als we het zoo noemen mogen, in een ingezonden stuk in de „Haarl. Crt.", waarvan ook wij een overdrukje ontvingen. De directeuren van de staal waterbron „Czaar Peter", de Leeren Latenstein en Van de Stadt, brengen daarin allereerst eenige grieven tegen de directie „Wilhelmina-bron" te berde. „Dat het niet te verwonderen is, dat de aandeelhouders van de Wilhelmina-bron ang stig geworden zyn," zeggen zy, „nu de Czaar- Peter bron" als eene zoo geduchte concurrente is opgetreden, daar deze bron volgens do uitgevoerde analyse tot de beste bronnen van Europa gerekend kan worden en daardoor de Wilhelmina-bron ontegenzeglijk ernstig nadeel berokkenen kan, zoo iets laat zich zeer goed begrijpen, doch wat niet te begrypon is, is, dat men zijne toevlucht neemt tot oene unfaire wyze van aanvallen. „Zoo iets hadden wij in geenen deele kunnen verwachten, want was dit het geval gewoest, dan zouden wy niet beleefdheidshalve alleen met de qualiteit en niet met de verkooppryzen in concurrentie tegenover de Wilhelmina-bron zyn opgetreden. „Nu echter, dat van die zyde deze beleefdheid, in plaats van geappreciëerd te worden, men op schandelijke wyzo ons tracht te benadeelen, hebben we besloten om van af dit oogenblik ons staalwater 5 ets. beneden de prijscourant te verkoopen, om, mocht de Wilhelmina bron soms ook lager gaan noteeren, hoogstwaar schijnlijk dan toch weder benoden hare prijzen te gaan, daar onze goedkoope wyze van exploi- teeron dit immer tegen de dure exploitatie met het enorme kapitaal der Wilhelmina-bron, kan volhouden." Vervolgens treden zy in eene uitvoerige weerlegging van hetgeen dr. Zeehuizen ton nadeelo van de Czaar Peter-bron in tegenwoor digheid van eenige geneesheeren te Haarlem zou hebben gezegd. Benoemd is tot directrice aan do hoogere burgerschool voor meisjes te Amsterdam, mej. G. G. M. Beker, leerares in de Nederlandsche taal- en letterkunde aan die school. Te Middelburg wordon reeds vergade ringen gehouden, om over de versiering der straten by het bezoek der Koninginnen te spreken. Ook bestaat hot voornemen, om in het kanaal en door de kaden een geïllumineerden gondeltocht te doen plaats hebben. Een paar dames hebben het voornemen om te trachten tijdens het bezoek der Koninginnen aan Walcheren do kinderoperette „Nebalennia" voor HH. MM. te doen opvoeren. Do gemeenteraad te Middelburg heeft aan B. en Ws. een blanco krediet toegestaan ter bestrijding der kosten, welke gemaakt zullen worden voor de komst der Koninginnen. Ver schillende pleinen en straten zullen van gemeentewege geïllumineerd worden. De Raad zal bovendien aan H. M. de Koningin een diner aanbieden. Op de algemeene vergadering der Maat- schappy van Nyverheid, te Arnhem gehouden, is tot directeur, ter vervanging van den af tredenden heer Van Limburg Stirum, benoemd de heer G. L. Van Lennep, te Haarlem. Ter vervanging van de aftredende directeuren de heeren De Sturler, te Leiden, en Montauban van Swyndregt, te Oldenzaal, werden benoemd de heeron dr. A. Pekelharing en J. F. W. Conrad. Tot voorzitter werd benoemd de heer Conrad. De volgende vergadering zal te Zienksee worden gehouden. De heer J. H. Wynvelt, uitgezonden vanwege de Ermeloosche Zendingsgemeente, is door den gouverneur generaal van Ned.- Indië benoemd tot veldprediker by de troepen voor do expeditie naar Lombok. Omtrent de reis der Koninginnen meldt men van gisteravond 7 u. 50 m. uit Innsbrück, dat Hare Majesteiten zooeven aldaar van Vulpera aangekomen en verrukt waren over de schoone ligging der stad. Het verblijf in het „Hötel Tyrol" duurt twee dagen. Prins Von Hohenlohe, die sedert eenige dagen in het „Hötel des Indes" te 's-Graven- hage verblyf hield, vertrekt heden uit de residentie naar Baden. Voor het gerechtshof te 's-Gravenbage werden gisteren beëedigd: lo. als rechter in de rechtbank te Rotter dam, mr. H. L. Lindaal Jacobs, dusver sub stituut-griffier by de rechtbank te Amsterdam 2o. als griffier by de rechtbank te Rotter dam, mr. H. P. Van Kaathoven, dusver griffier by de rechtbank te Groningen. Tot directrice van de kookschool te Nymegen is benoemd mej. T. Van Dyk, te 's-Gravenhage. Door wijlen vrouwe J. Van Ulphen, echtgenoot van den heer H. J. Van Maurik, te Arnhem, is nog vermaakt 13,000 aan het diaconessenhuis te Arnhem en f 13,000 aan het protestantsch bestedelingenhuis, te Arnhem. Om aan den Deenschen oorlogsbodem „Helgoland", aan boord waarvan de 17 jarige Deensche prins Harald ons land komt bezoe ken, het gebruikelijk saluut te brengen, zyn gisteren de pantserschepen „Stier" en „Guinea" te Rotterdam aangekomen. De oorlogsbodem „Helgoland" wordt tus- schen 20 en 23 dezer te Rotterdam verwacht. Een telegram uit Batavia bericht aan het „N. v. d. D.", dat by Lombok beslag gelegd is op het stoomschip „Pohann", van Singapore, met 175 geweren aan boord. De geweermaker Mitchell werd tevens aangehouden. Onlangs is medegedeeld dat te Bonne broek een stuk grond was aangekocht voor den bouw eener R.-K. kerk, maar dat de hypotheekhouder bezwaren had, zoodat do koop niet doorgegaan is. Thans is voor gelijk doel een stuk bloembollengrond gekocht om daarop de kerk te doen verryzen met een drie meter breeden weg naar de Bennebroe- kervaart. Met den bouw zal spoedig begonnen worden. Bij het examen voor apothekersbediende zyn te Arnhem geslaagd de dames A. J. Mey- boom, geb. te Rynsburg, en S. Lührs, geb. te Asperen. Door B. en Ws. van Leeuwarden is aan den gemeenteraad de volgende voordracht ingediend ter vervulling der betrekking van 44) „Ja, hU heeft ook den haard van kolen voorzien en uwe moeder in hare kussens terechtgezot, zóó zacht, dat zy er niet eens wakker van is geworden En toen hy be merkte, dat ge uit uwo bewusteloosheid ont waakte, heeft hy my uit do kamer gedreven en ia zelve mede naar beneden gegaan. In myne logo gekomen, sprak hy „Al wat ik gedaan heb, ie op ordor van myn goeden meester, die n>ü bevolen heeft: Go zult over Zezette waken, dag en nacht, en met de ultdiukkeiyke aanbeveling, er u vooral niets van te zogg6r., is hy heongegaan." Zezette was door het verhaal van moedor Raymond hovig bewogen, en trachtte tever geefs het raadsel op te lossen, wie toch wel dlo noger kon zyn, die haar van de straat had opgenomen, thuisgebracht, verzorgd, in één woord: gerod! En dan, wie kon het ge weest zyn, die hom bevolon had: „Dag en nacht zult go over Zozette waken I" „Wie kon, nu ze coor iedereen verlaten was, nog medelyden met haar hebben, en haar aldus doen beschermen?" „Zou het Andró Naugy zyn?" dacht ze. Inderdaad, niemand anders dan hy kon het zijn, niemand dan by rtolde eenig belang in haarl Ongetwyfeld was hy haar in stilte gevolgd, en, wetende, aan hoevele gevaren een jong meiBje in de stralen van Parys is blootgesteld, had hy by haar de plaats van haren broeder, die thans in de gevangenis zuchtte, willen ver vangen. En alle opspraak, om den goeden naam van het meisje te sparen, willende vermyden, had hy dien neger, zyn huieknecht onge twyfeld, de taak opgedragen, haar te be schermen. In de vaste overtuiging, dat hot niemand anders dan Andró Naugy kon zyn, hield ze het geheels geval voor iedereen, zelfs voor dokter Molonguet, verborgen, en wachtte met ongeduld op het eerstvolgend bezoek by haren broeder, wanneer zy don advocaat ontmoeten on hot raadsel opgelost zou worden. Da volgende week was hare ongesteldheid echter nog niet geweken, zoo dat ze nog niet kon uitgaan en van het voorgenomen bezoek by haren broeder niets kon komen. Met ongeduld wachtte ze nu haar volkomen herstel af, in de eerste plaats, omdat zy vreesde dat Jacques zich wegens haar langer wegbiyvon zou ongerust maken, en ook, omdat zy verlangend was, den advocaat te ont moeten en to vernemen, of de neger workelyk door hem gezonden wa8. En wat de arme Jacques aangaat, deze was, gedurende de dagen, dat hy zyne zuster niet gezien had en van alle bericht omtrent zyne huisgenooten verstoken was, ten prooi aan den hevigeten angst. Hy ontveinsde zich den trourigen toestand z.yiior moodor niet, wier kwaal door de aandoeningen sedert zyne gevangenneming gaandeweg verergerd was 6D eindelyk' tot eene algeheele vérlammlng moest leiden. Toen dan eindelyk Zszetto, na verloop van oen paar weken, zoo ver hersteld was, dat ze haar huis kon verlaten, was het aan hare vermagerde gestalte, bleeke gelaatskleur en do blauwe kringen onder de oogen zeer goed te zien, hoeveel ze in die dagen geleden had, en kostte het haar dan ook de grootste moeite, haren broeder op dit punt eenigermate gerust te stellen. Ook Andró Naugy verkeerde in de grootste ongerustheid over het lot van het blonde meisje, dat hy in al dien tyd niet gezien had. Hy vreesde, dat ze ziek was, en peinsde op middelen, om zich hieromtront te vergewissen. Togenover het huis, waar de familie Varlay woonde, was een klein koffiehuis, waarvan hy sedert den dag, dat hy Zezette het eerst gemist had, een trouw bezoeker werd. Hy zette zich geregeld aan een tafeltje vlak by een der ramen en bespiedde onop gemerkt, onder het lezen der dagbladen, de vensters, die door Zez6tte met bloempotten waren versierd, en hield tevens de deur van het huis in het oog. Ze-zotte verscheen echter niet aan het venster en ging evenmin uit. Op zekeren avond evenwel, nadat de lamp was opgestoken, zag hy hare schaduw op het witte venstergordyndat was echter alles. Toen hy dus, nadat zyn geduld dagen lang op de proef was gesteld, haar eindelyk ;an don. uitgang der gevangenis woerzag, kon hy een uitroep van biyd6chap niet weerhouden. Haastig trad hy op haar toe en vroeg: „Ha! mejuffrouwI zio ik u eindelyk weer; zyt ge ziek geweest?" directrice der middelbare school voor meisjes: mejn. A. M. Will, te 's-Gravenhage, en L. E- Freem, te Groningen. Tot hoofddirecteur van het instituut voor doofstommen te Groningen is benoemd mr. B. Cohen. De kapitein ter zee K. A. Stakman Bosse heeft ontslag uit den dienst aangevraagd. Van de Vereeniging tot bevordering van inwending zendige te Dautichem, bedoelend* de opleiding van jongelingen tot predikanten in de Ned.-Herv. Kerk, hebben 27 kweeke- hngen met goed gevolg het eind-examen aan het stedelyk gymnasium aldaar afgelegd. Met dit getal zal de a. s. cursus aan de verschillende ryksuniversiteiten met 106 studenten een aan vang nomen. Tot docont aan de theol. school dor Christ.-Gerof. Kerk welke school te 's-Gra venhage zal worden gevestigd is benoemd de heer F. P. L. C. Van Lingen, predikant te Rotterdam. Een telegram uit Ned.-Indie meldt dat de kapitein van het Ind. leger N. H. Richolle, thans mot verlof te Maastricht, bevorderd is tot den rang van majoor. By beschikking van den minister van binnenlandsche zaken van 11 dezer is bepaald: dat de commissie, belast met het examineeren van ben, die eene akte van bekwaamheid wenschen te verkrygon tot hot geven van middelbaar onderwys in band- en rechtlynig teokenen en boetseeren, voor het jaar 1894 zitting zal houden te Amsterdam. Aan deze commissie is tevens opgedragen het exami- neeren van hen, die in 1894 de akte van be kwaamheid verlangen voor het handteekenen, bedoeld in art. 656ts der wet tot regeling van het lager onderwys. Benoemd zyn tot lid en voorzitter di6r commissie: W. B. G. Molkenboer, directeur der RyksLormaalschool voor teekenonderwyzers to Amsterdam; tot leden: S. P. Bakker, ta Kampen; L. Beirer, te Amsterdam; F. Lz. Berghuis, te Arnhem; H. L. Boersma, ta 's-Gravenhage; J. Bubberman, te Leeuwarden; J. Cardinaal, te Delft; A. R. Cohen, te Am sterdam; H. A.. C. Dekker, te id.; A. Van Delden, te 's Gravenhage; Bart Van Hove, to Amsterdam; J. D. Huibei8, to id.; Jac. De Jong Czn., te Brielle; J. C. U. Legner, to Utrecht; M. J. Lens, te id.; G. J Masset, te Maastricht; J. H. A. Mialarot, te 's-Graven hage; H. J. De Vries, te Haarlem; B. V7. Wierink, te Amsterdam; G. Zwier Gzn., te idem. Het stoomschip „Utrocht", van Java naar Rotterdam, passeerde 11 Juli Funta-da-Guia; de „Voorwaarts", van Batavia naar Amster dam, vertrok 11 Juli van Paramaribo; da „Ardjoeno", van Rotterdam naar Batavia, ver trok 11 Juli vau Suez; de „Rotterdam" ani- veerdo 11 Juli van Nieuw-York te Rotterdam; de „Prins Mauri'.s", van Surinamo naar Am sterdam, vertrok 10 Juli van Havre en is des nam. Dover gepasseerd; do „Prins Willem I" vertrok 10 Juli van Paramaribo naar Amster dam; do „Prins Willem III" arriveerde8Julj. van Amsterdam te Paramaribo; de „Reichi- tag" arriveerdo 10 Juli van Oost-Afrika 1. v. „O jal zeer ziekl" „En thans weer geheel hersteld, naar ik hoop?" „Zooals go ziot; alleen gevoel ik my nog zeer zwak. Intusschen is het my aangenaam, in de gelegenheid te zyn, u mynon hartelyken dank te betuigen." Andró zag haar verwonderd aan. „My bedanken?vroeg hy, „wat heb ik dan voor u gedaan?" „01 mynheer! gy zyt de goedheid zelve, ik kan u niet genoeg erkenteiyk zynl" „Maar waarvoor dan toch? Voor de adressen, die ik u gegeven heb; dat is waarlyk do moeite niet waard." „Neen! maar voor uw neger!" „Myn neger? Het gelaat van den jongen man teekende de grootst mogelyke verbazing. „Jal uw neger 1" vervolgde Zezette glim lachend, „houd u maar zoo onnóozel niet; uw negor, die my opgenomen, die my ver zorgd heeft I „Maar wezeniyk, mejuffrouw! ik begryp geen woord van al wat ge my vertelt, en bovendien: ik heb geen neger; myne geheels bediening bestaat uit eon klorkje en eene oude huishoudster en geen van beiden zyn, zoover ik weet, negers 1" Thans was het de beurt aan Zezette, om zich verwonderd te tooncn. Zy verhaalde aan Andró, op welke wyzo zy in do verschillonde magazynon was ontvangon geworden. „Men prees myn werk," zoido ze, „en wilde my dadeiyk werk geven. Ge kunt begrypon, hoe gelukkig ik was, geld te kunnen vor- dienen en mama te kunnen ondersteunen; do dame, die in het kantoor zat, schreef myn naam op, toen ze eensklaps uitriep: „VarlayI zyt ge verwant aan Jacquee Varlay?..,." „Ik ben zyne zuster," antwoordde ik. „Zyne zuster?" riep zy met alle teekenen van afgryzen, „zyna zuster! De Homel beware my, dat ik ooit werk zal geven aan de zuster van een dief en moordenaar 1" En met een woedend gebaar wees ze my de deur. „Dat ellendige wyfi" riep Andró uit,welk recht had zy, u zoo te behandelen, voordat het gerecht beslist hoeft I „Ja, het was wel wreed," hernam Zez-ltej „en ik heb er vreeselyk onder geleden; het was my, of my oon steon op het hart viel, en in myne verbeelding zag ik myne arma moeder storvende, myn broeder in de gevan genis; myzelve alleen, geheel verlaten, er. toen ben ik bewusteloos op den boulevard neergevallen." Dit verhaal werd telkens door snikken on een hevigen tranenvloed afgebroken, en on willekeurig het gelaat naar André wendende, zonk zii met een luiden snik haren beschermer in de auuen, als ware hy haar liefhebbende broeder. De jonge advocaat hield haar toedor om armd en voegde haar de liefderyksto troost woorden toe, die by bedenken kon. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1