N°. 10548.
Vrijdag 13 «Tvili.
A0. 1894.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 12 Juli.
Feuilleton.
De Misdaad in de Rue Lafltte.
LEIDSCH
daItBT.AU
PBIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maandenf 1.10.
Franco per post n 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Officieel© Kennisgevingen.
SCHUTTERIJ.
Burgomoc-ater en Wothondora ran Leiden brengen
ter algemeene kennis, dat de Commissie, volgens
art. 15 der "Wet op do Schutterijen, van den llden
April 1827 (Staatsblad No. 17). benoemd tot het
onderzoeken van on beslissen omtrent do redeneD
van vrgetelliDg on uitsluiting, zal vaceeren op bet
BaAdhuia dezer gemeento, op Donderdag den 19Jen
Juli aanstaande, 's voormiddags to tien uren eu
's namiddags to één uur, naai gelang dit in do
oproe, iugebiljetton aan ieder der belanghebbenden
zal wordon kenbaar gemaakt.
En worden dienBvol-jene opgeroepen:
1°. al do zoodanigon, die aan do loting van dit
jaar deelgenomen hebben;
2°. degenen, die sedert do vorige inschrijving
Alhier zrjn komon tvonen en geboron zijn in de
jaren 1860 tot 1868 ingesloten;
8°. zij, die ambtshalve zrjn ingeeohreven en eenige
reden tot vrijstelling vermeenen te hebben;
4°. degeLen, dio na hunne ic-dienst-atelling bij do
Schutterij r<cht op vrijf-telling hebbeD verkregen;
alsmede, die bij het Bataljon om liohaamsgebreken
tpdelijk zyn vrijgesteld, en
5°. degenen, die volgens art. 3 L. en M. der
Wet, als tot de nach'- of brandwacht behooreDdo,
löf- of huisbediendes zijnde, of bedeeld wordonde,
of wel als gepasporteerde zeemiliciens, krachtens
art. 160 dor Militiewet, vrijstelling kunnen erlangen
om zioh voor geme'de Commiseie to vervoegen, op
bovengemelden dag, al ware het dat bij hen geej
oproopings-biljet was ontvangen, ten einde over do
ingediende reclames uitspraak worde gedaan, terwijl
zij, die aledau niet verecbynen, geacht zullen worden
geene reden tot vrijstelling to hebben cn mitsdieu,
overeenkomstig art. 16 van Zyner Majesteits besluit
van den 28sten Juni 1828 (Staatsblad No. 42), voor
zooverre zij dienstplichtige nommers getrokken
bobben, by de Schutterij zullen worden ingelijfd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden. F. WAS, Burgemeester.
12 Juli 1891. E. KI8T, Secretaris.
De arts-examens, alhier, cursus 1893/94,
zijn thans afgeloopen en worden niet hervat
vóór einde October.
's P.yks Ethnographisch Museum heeft
van den heer C. T. Driessen, alhier, het na
volgend voorwerp, herkomstig van Celebes,
ten geschenke ontvangem»Qei«ventai4s*erd als
serie 967: I baadje van ijoombast.. Aan den
schenker is de dank der Ruge&ring betuigd.
Tot de evangeliebediening by .de Rem.
Broederschap is te Leiden toegelaten de heer
L. N. De Jong, van Utrecht.
Aan de Rijkslandbouwschool te Wage-
ningen is bevorderd van V.C.i tot V.C.ii de
leerling J. Meeter, van Leiden.
Hodonmiddag ontvingen w\j per Engelsche
mail de Bataviasche bladen van 6 en 7 Juni,
alsmede de rDeli Crt." van 6-9 Juni.
Ingevolge beslissing van den generaal-
majoor, commandant der 1ste divisie, is de
l6le luit. B. H. Specht Grijp, van de 3de
comp. 2de bat. 4de reg. inf., overgeplaatst
by het 5de bat. van het regiment te Gouda.
Genoemde luit. is ingedeeld by de 2de comp.
van dat bataljon.
Don 16den Juli a. 8. wordt de 1ste luit
jhr. Bowier, van de 4de comp. 4de bat. 4de
reg. inf. alhier, overgeplaatst by de 3de
comp. 2de bat. van hetzelfde regiment.
Bij het 4de regt. inf. alhier is heden het
schriftelyk gedeelte van het examen aange
vangen tot toelating op den hoofdcursus. Aan
dit examen wordt deelgenomen door 12 onder
officieren van het regiment.
By koninklyk besluit is voor het tijdvak,
ingaande 16 Juli 1894 en eindigende met den
dag, waarop mr. H L. Drucker, hoogleeraar
aan de rijks-universiteit te Leiden, mocht
ophouden lid te zyn van de Tweede Kamer
der Staten Generaal, benoemd tot tijdeiyk
lector in de faculteit der rechtsgeleerdheid aan
voornoemde ryks universiteit, om onderwys te
geven in het Romeinsche recht en zyne ge
schiedenis, mr. P. A. Tichelaar, substituut-
griffier by de arrondissements rechtbank te
Amsterdam.
(Herplaatsing wegens misstelling in de
Staateeourant).
Er bestaat gelegenheid tot verzending
der correspondentie naar Nieuw-York, door
middel van het stoomschip „Schiedam", van
Amsterdam vertrekkende. Ten postkantore al
hier moeten de brioven, enz. uiteriyk Vrydag-
avond om 10.30 bezorgd zyn.
De wijze van verzending behoort duideiyk
op het adres vermeld te worden.
Naar aanleiding van een voorstel van
de afd. Bodegrave zal het hoofdbestuur der
Hollandsche Maatscbappy van Landbouw de
aandacht der Regeering vestigen op do voe
dende bestanddeelen van kaas, welke reden
geven om eene proef te nemen met bot ver
strekken van exportkaas als by voedsel aan
de troepen te velde.
Naar aanleiding van het voorstel van Yianen
om by tentoonstellingen afzonderlijke prijzen
uit te loven voor Zuid-Hollandsch rundveo,
betoogde het hoofdbestuur, dat splitsing van
vee uit Noord- en Zuid Holland niet wen-
schelyk zou zyn. Te zyner tyd kan er echter
acht op worden geslagen. De vergadering te
Gouda vereenigde zich hiermede
Door de gemeenteraden van Zoetermeer
en Zegwaard is benoemd tot onderwijzeres aan
de openbare school mej. A. C. Klem, te
Gouda, die de betrekking tydelyk waarneemt.
Benoemd is tot heemraad van den
Driemanspolder onder Zoetermeer de heer J.
Scheer, aldaar.
De gemeento Gouda leed gisteren een
groot verlies door het overlijden van den heer
G. J. Steens Zynen, lid van den gemeente
raad en directeur der Stearine-kaarseufabriek
aldaar. Aan het hoofd van eene der bloeiendste
handelsinrichtingen staande, had hy het voor
recht veel te kunnen doen in het algemeen
belang, en van dat voorrecht maakte hy ruim
schoots gebruik. Met milde hand schonk by
rechts en links zyne goede gaven. Met on
beperkte royaliteit steundo hy alle goede
zaken en nuttige inrichtingen; zoo bood hy
eenige jaren geleden een van de schoonste
panden op de Westhaven der gemeente als
geschenk aan, om daarin het gymnasium te
vestigen. Z(jn heengaan zal door velen diep
worden betreurd.
Dat de staal waterbron „Wilhelmina" by
Haarlem en de Czaar Peter-bron by Zaandam
geëxploiteerd zouden wordon, zonder met
elkaar eenig8zins in botsing te komen, was
wel niet waarschijnlijk.
De geneeskundigen hebben piet loffelijke
onpartydigheid beide bronnen bezocht en van
beide bronnen betuigd, dat zy eigenlijk beter
waren dan eenige bron in E-iropa.
Thans zyn echter de vijandelijkheden be
gonnen, als we het zoo noemen mogen, in
een ingezonden stuk in de „Haarl. Crt.",
waarvan ook wij een overdrukje ontvingen.
De directeuren van de staal waterbron „Czaar
Peter", de Leeren Latenstein en Van de Stadt,
brengen daarin allereerst eenige grieven tegen
de directie „Wilhelmina-bron" te berde.
„Dat het niet te verwonderen is, dat de
aandeelhouders van de Wilhelmina-bron ang
stig geworden zyn," zeggen zy, „nu de Czaar-
Peter bron" als eene zoo geduchte concurrente
is opgetreden, daar deze bron volgens do
uitgevoerde analyse tot de beste bronnen van
Europa gerekend kan worden en daardoor de
Wilhelmina-bron ontegenzeglijk ernstig nadeel
berokkenen kan, zoo iets laat zich zeer goed
begrijpen, doch wat niet te begrypon is, is, dat
men zijne toevlucht neemt tot oene unfaire
wyze van aanvallen.
„Zoo iets hadden wij in geenen deele kunnen
verwachten, want was dit het geval gewoest,
dan zouden wy niet beleefdheidshalve alleen
met de qualiteit en niet met de verkooppryzen
in concurrentie tegenover de Wilhelmina-bron
zyn opgetreden.
„Nu echter, dat van die zyde deze beleefdheid,
in plaats van geappreciëerd te worden, men
op schandelijke wyzo ons tracht te benadeelen,
hebben we besloten om van af dit oogenblik
ons staalwater 5 ets. beneden de prijscourant
te verkoopen, om, mocht de Wilhelmina bron
soms ook lager gaan noteeren, hoogstwaar
schijnlijk dan toch weder benoden hare prijzen
te gaan, daar onze goedkoope wyze van exploi-
teeron dit immer tegen de dure exploitatie
met het enorme kapitaal der Wilhelmina-bron,
kan volhouden."
Vervolgens treden zy in eene uitvoerige
weerlegging van hetgeen dr. Zeehuizen ton
nadeelo van de Czaar Peter-bron in tegenwoor
digheid van eenige geneesheeren te Haarlem
zou hebben gezegd.
Benoemd is tot directrice aan do hoogere
burgerschool voor meisjes te Amsterdam, mej.
G. G. M. Beker, leerares in de Nederlandsche
taal- en letterkunde aan die school.
Te Middelburg wordon reeds vergade
ringen gehouden, om over de versiering der
straten by het bezoek der Koninginnen te
spreken.
Ook bestaat hot voornemen, om in het
kanaal en door de kaden een geïllumineerden
gondeltocht te doen plaats hebben.
Een paar dames hebben het voornemen om
te trachten tijdens het bezoek der Koninginnen
aan Walcheren do kinderoperette „Nebalennia"
voor HH. MM. te doen opvoeren.
Do gemeenteraad te Middelburg heeft aan
B. en Ws. een blanco krediet toegestaan ter
bestrijding der kosten, welke gemaakt zullen
worden voor de komst der Koninginnen. Ver
schillende pleinen en straten zullen van
gemeentewege geïllumineerd worden. De Raad
zal bovendien aan H. M. de Koningin een
diner aanbieden.
Op de algemeene vergadering der Maat-
schappy van Nyverheid, te Arnhem gehouden,
is tot directeur, ter vervanging van den af
tredenden heer Van Limburg Stirum, benoemd
de heer G. L. Van Lennep, te Haarlem. Ter
vervanging van de aftredende directeuren
de heeren De Sturler, te Leiden, en Montauban
van Swyndregt, te Oldenzaal, werden benoemd
de heeron dr. A. Pekelharing en J. F. W.
Conrad. Tot voorzitter werd benoemd de heer
Conrad. De volgende vergadering zal te
Zienksee worden gehouden.
De heer J. H. Wynvelt, uitgezonden
vanwege de Ermeloosche Zendingsgemeente,
is door den gouverneur generaal van Ned.-
Indië benoemd tot veldprediker by de troepen
voor do expeditie naar Lombok.
Omtrent de reis der Koninginnen meldt
men van gisteravond 7 u. 50 m. uit Innsbrück,
dat Hare Majesteiten zooeven aldaar van
Vulpera aangekomen en verrukt waren over
de schoone ligging der stad. Het verblijf in
het „Hötel Tyrol" duurt twee dagen.
Prins Von Hohenlohe, die sedert eenige
dagen in het „Hötel des Indes" te 's-Graven-
hage verblyf hield, vertrekt heden uit de
residentie naar Baden.
Voor het gerechtshof te 's-Gravenbage
werden gisteren beëedigd:
lo. als rechter in de rechtbank te Rotter
dam, mr. H. L. Lindaal Jacobs, dusver sub
stituut-griffier by de rechtbank te Amsterdam
2o. als griffier by de rechtbank te Rotter
dam, mr. H. P. Van Kaathoven, dusver griffier
by de rechtbank te Groningen.
Tot directrice van de kookschool te
Nymegen is benoemd mej. T. Van Dyk, te
's-Gravenhage.
Door wijlen vrouwe J. Van Ulphen,
echtgenoot van den heer H. J. Van Maurik,
te Arnhem, is nog vermaakt 13,000 aan
het diaconessenhuis te Arnhem en f 13,000
aan het protestantsch bestedelingenhuis, te
Arnhem.
Om aan den Deenschen oorlogsbodem
„Helgoland", aan boord waarvan de 17 jarige
Deensche prins Harald ons land komt bezoe
ken, het gebruikelijk saluut te brengen, zyn
gisteren de pantserschepen „Stier" en „Guinea"
te Rotterdam aangekomen.
De oorlogsbodem „Helgoland" wordt tus-
schen 20 en 23 dezer te Rotterdam verwacht.
Een telegram uit Batavia bericht aan het
„N. v. d. D.", dat by Lombok beslag gelegd
is op het stoomschip „Pohann", van Singapore,
met 175 geweren aan boord. De geweermaker
Mitchell werd tevens aangehouden.
Onlangs is medegedeeld dat te Bonne
broek een stuk grond was aangekocht voor
den bouw eener R.-K. kerk, maar dat de
hypotheekhouder bezwaren had, zoodat do
koop niet doorgegaan is. Thans is voor gelijk
doel een stuk bloembollengrond gekocht om
daarop de kerk te doen verryzen met een
drie meter breeden weg naar de Bennebroe-
kervaart. Met den bouw zal spoedig begonnen
worden.
Bij het examen voor apothekersbediende
zyn te Arnhem geslaagd de dames A. J. Mey-
boom, geb. te Rynsburg, en S. Lührs, geb.
te Asperen.
Door B. en Ws. van Leeuwarden is aan
den gemeenteraad de volgende voordracht
ingediend ter vervulling der betrekking van
44)
„Ja, hU heeft ook den haard van kolen
voorzien en uwe moeder in hare kussens
terechtgezot, zóó zacht, dat zy er niet eens
wakker van is geworden En toen hy be
merkte, dat ge uit uwo bewusteloosheid ont
waakte, heeft hy my uit do kamer gedreven
en ia zelve mede naar beneden gegaan.
In myne logo gekomen, sprak hy
„Al wat ik gedaan heb, ie op ordor van
myn goeden meester, die n>ü bevolen heeft:
Go zult over Zezette waken, dag en nacht,
en met de ultdiukkeiyke aanbeveling, er u
vooral niets van te zogg6r., is hy heongegaan."
Zezette was door het verhaal van moedor
Raymond hovig bewogen, en trachtte tever
geefs het raadsel op te lossen, wie toch wel
dlo noger kon zyn, die haar van de straat
had opgenomen, thuisgebracht, verzorgd, in
één woord: gerod! En dan, wie kon het ge
weest zyn, die hom bevolon had:
„Dag en nacht zult go over Zozette waken I"
„Wie kon, nu ze coor iedereen verlaten
was, nog medelyden met haar hebben, en
haar aldus doen beschermen?"
„Zou het Andró Naugy zyn?" dacht ze.
Inderdaad, niemand anders dan hy kon
het zijn, niemand dan by rtolde eenig belang
in haarl
Ongetwyfeld was hy haar in stilte gevolgd,
en, wetende, aan hoevele gevaren een jong
meiBje in de stralen van Parys is blootgesteld,
had hy by haar de plaats van haren broeder,
die thans in de gevangenis zuchtte, willen ver
vangen. En alle opspraak, om den goeden naam
van het meisje te sparen, willende vermyden,
had hy dien neger, zyn huieknecht onge
twyfeld, de taak opgedragen, haar te be
schermen. In de vaste overtuiging, dat hot
niemand anders dan Andró Naugy kon zyn,
hield ze het geheels geval voor iedereen,
zelfs voor dokter Molonguet, verborgen, en
wachtte met ongeduld op het eerstvolgend
bezoek by haren broeder, wanneer zy don
advocaat ontmoeten on hot raadsel opgelost
zou worden. Da volgende week was hare
ongesteldheid echter nog niet geweken, zoo
dat ze nog niet kon uitgaan en van het
voorgenomen bezoek by haren broeder niets
kon komen.
Met ongeduld wachtte ze nu haar volkomen
herstel af, in de eerste plaats, omdat zy
vreesde dat Jacques zich wegens haar langer
wegbiyvon zou ongerust maken, en ook, omdat
zy verlangend was, den advocaat te ont
moeten en to vernemen, of de neger workelyk
door hem gezonden wa8.
En wat de arme Jacques aangaat, deze
was, gedurende de dagen, dat hy zyne zuster
niet gezien had en van alle bericht omtrent
zyne huisgenooten verstoken was, ten prooi
aan den hevigeten angst. Hy ontveinsde zich
den trourigen toestand z.yiior moodor niet,
wier kwaal door de aandoeningen sedert zyne
gevangenneming gaandeweg verergerd was
6D eindelyk' tot eene algeheele vérlammlng
moest leiden.
Toen dan eindelyk Zszetto, na verloop van
oen paar weken, zoo ver hersteld was, dat
ze haar huis kon verlaten, was het aan hare
vermagerde gestalte, bleeke gelaatskleur en
do blauwe kringen onder de oogen zeer goed
te zien, hoeveel ze in die dagen geleden had,
en kostte het haar dan ook de grootste
moeite, haren broeder op dit punt eenigermate
gerust te stellen.
Ook Andró Naugy verkeerde in de grootste
ongerustheid over het lot van het blonde
meisje, dat hy in al dien tyd niet gezien had.
Hy vreesde, dat ze ziek was, en peinsde op
middelen, om zich hieromtront te vergewissen.
Togenover het huis, waar de familie Varlay
woonde, was een klein koffiehuis, waarvan
hy sedert den dag, dat hy Zezette het eerst
gemist had, een trouw bezoeker werd.
Hy zette zich geregeld aan een tafeltje
vlak by een der ramen en bespiedde onop
gemerkt, onder het lezen der dagbladen, de
vensters, die door Zez6tte met bloempotten
waren versierd, en hield tevens de deur van
het huis in het oog.
Ze-zotte verscheen echter niet aan het
venster en ging evenmin uit.
Op zekeren avond evenwel, nadat de lamp
was opgestoken, zag hy hare schaduw op het
witte venstergordyndat was echter alles.
Toen hy dus, nadat zyn geduld dagen lang
op de proef was gesteld, haar eindelyk ;an
don. uitgang der gevangenis woerzag, kon hy
een uitroep van biyd6chap niet weerhouden.
Haastig trad hy op haar toe en vroeg:
„Ha! mejuffrouwI zio ik u eindelyk weer;
zyt ge ziek geweest?"
directrice der middelbare school voor meisjes:
mejn. A. M. Will, te 's-Gravenhage, en L. E-
Freem, te Groningen.
Tot hoofddirecteur van het instituut voor
doofstommen te Groningen is benoemd mr.
B. Cohen.
De kapitein ter zee K. A. Stakman Bosse
heeft ontslag uit den dienst aangevraagd.
Van de Vereeniging tot bevordering van
inwending zendige te Dautichem, bedoelend*
de opleiding van jongelingen tot predikanten
in de Ned.-Herv. Kerk, hebben 27 kweeke-
hngen met goed gevolg het eind-examen aan
het stedelyk gymnasium aldaar afgelegd. Met
dit getal zal de a. s. cursus aan de verschillende
ryksuniversiteiten met 106 studenten een aan
vang nomen.
Tot docont aan de theol. school dor
Christ.-Gerof. Kerk welke school te 's-Gra
venhage zal worden gevestigd is benoemd
de heer F. P. L. C. Van Lingen, predikant te
Rotterdam.
Een telegram uit Ned.-Indie meldt dat
de kapitein van het Ind. leger N. H. Richolle,
thans mot verlof te Maastricht, bevorderd is
tot den rang van majoor.
By beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken van 11 dezer is bepaald:
dat de commissie, belast met het examineeren
van ben, die eene akte van bekwaamheid
wenschen te verkrygon tot hot geven van
middelbaar onderwys in band- en rechtlynig
teokenen en boetseeren, voor het jaar 1894
zitting zal houden te Amsterdam. Aan deze
commissie is tevens opgedragen het exami-
neeren van hen, die in 1894 de akte van be
kwaamheid verlangen voor het handteekenen,
bedoeld in art. 656ts der wet tot regeling
van het lager onderwys.
Benoemd zyn tot lid en voorzitter di6r
commissie: W. B. G. Molkenboer, directeur der
RyksLormaalschool voor teekenonderwyzers
to Amsterdam; tot leden: S. P. Bakker, ta
Kampen; L. Beirer, te Amsterdam; F. Lz.
Berghuis, te Arnhem; H. L. Boersma, ta
's-Gravenhage; J. Bubberman, te Leeuwarden;
J. Cardinaal, te Delft; A. R. Cohen, te Am
sterdam; H. A.. C. Dekker, te id.; A. Van
Delden, te 's Gravenhage; Bart Van Hove, to
Amsterdam; J. D. Huibei8, to id.; Jac. De
Jong Czn., te Brielle; J. C. U. Legner, to
Utrecht; M. J. Lens, te id.; G. J Masset, te
Maastricht; J. H. A. Mialarot, te 's-Graven
hage; H. J. De Vries, te Haarlem; B. V7.
Wierink, te Amsterdam; G. Zwier Gzn.,
te idem.
Het stoomschip „Utrocht", van Java naar
Rotterdam, passeerde 11 Juli Funta-da-Guia;
de „Voorwaarts", van Batavia naar Amster
dam, vertrok 11 Juli van Paramaribo; da
„Ardjoeno", van Rotterdam naar Batavia, ver
trok 11 Juli vau Suez; de „Rotterdam" ani-
veerdo 11 Juli van Nieuw-York te Rotterdam;
de „Prins Mauri'.s", van Surinamo naar Am
sterdam, vertrok 10 Juli van Havre en is des
nam. Dover gepasseerd; do „Prins Willem I"
vertrok 10 Juli van Paramaribo naar Amster
dam; do „Prins Willem III" arriveerde8Julj.
van Amsterdam te Paramaribo; de „Reichi-
tag" arriveerdo 10 Juli van Oost-Afrika 1. v.
„O jal zeer ziekl"
„En thans weer geheel hersteld, naar ik
hoop?"
„Zooals go ziot; alleen gevoel ik my nog
zeer zwak. Intusschen is het my aangenaam,
in de gelegenheid te zyn, u mynon hartelyken
dank te betuigen."
Andró zag haar verwonderd aan.
„My bedanken?vroeg hy, „wat heb
ik dan voor u gedaan?"
„01 mynheer! gy zyt de goedheid zelve,
ik kan u niet genoeg erkenteiyk zynl"
„Maar waarvoor dan toch? Voor de adressen,
die ik u gegeven heb; dat is waarlyk do
moeite niet waard."
„Neen! maar voor uw neger!"
„Myn neger?
Het gelaat van den jongen man teekende
de grootst mogelyke verbazing.
„Jal uw neger 1" vervolgde Zezette glim
lachend, „houd u maar zoo onnóozel niet;
uw negor, die my opgenomen, die my ver
zorgd heeft I
„Maar wezeniyk, mejuffrouw! ik begryp
geen woord van al wat ge my vertelt, en
bovendien: ik heb geen neger; myne geheels
bediening bestaat uit eon klorkje en eene
oude huishoudster en geen van beiden zyn,
zoover ik weet, negers 1"
Thans was het de beurt aan Zezette, om
zich verwonderd te tooncn. Zy verhaalde aan
Andró, op welke wyzo zy in do verschillonde
magazynon was ontvangon geworden.
„Men prees myn werk," zoido ze, „en wilde
my dadeiyk werk geven. Ge kunt begrypon,
hoe gelukkig ik was, geld te kunnen vor-
dienen en mama te kunnen ondersteunen;
do dame, die in het kantoor zat, schreef myn
naam op, toen ze eensklaps uitriep: „VarlayI
zyt ge verwant aan Jacquee Varlay?..,."
„Ik ben zyne zuster," antwoordde ik.
„Zyne zuster?" riep zy met alle teekenen
van afgryzen, „zyna zuster! De Homel beware
my, dat ik ooit werk zal geven aan de zuster
van een dief en moordenaar 1" En met een
woedend gebaar wees ze my de deur.
„Dat ellendige wyfi" riep Andró uit,welk
recht had zy, u zoo te behandelen, voordat
het gerecht beslist hoeft I
„Ja, het was wel wreed," hernam Zez-ltej
„en ik heb er vreeselyk onder geleden; het
was my, of my oon steon op het hart viel,
en in myne verbeelding zag ik myne arma
moeder storvende, myn broeder in de gevan
genis; myzelve alleen, geheel verlaten, er.
toen ben ik bewusteloos op den boulevard
neergevallen."
Dit verhaal werd telkens door snikken on
een hevigen tranenvloed afgebroken, en on
willekeurig het gelaat naar André wendende,
zonk zii met een luiden snik haren beschermer
in de auuen, als ware hy haar liefhebbende
broeder.
De jonge advocaat hield haar toedor om
armd en voegde haar de liefderyksto troost
woorden toe, die by bedenken kon.
Wordt vervolgd.)