N®. 10547. Donderdag 13 Juli. A". 1894. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nominer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 11 Jnli. Feuilleton. De Misdaad in de Roe Lafltte. LEIDSCH M&BIAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post Afzonderlijke Nommers 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Groenere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Eerste Blad. '8 Rijks Ethnographisch Museum heeft van den heer J. Wolterheek Muller, luitenant ter zee 2de klasse, de navolgende 15 stuks voorwerpen van diverse herkomst ten ge schenke ontvangen. Geïnventariseerd als serie 955: 2 zitmatjes, 1 waaier, 2 doosjes met poeder, 1 paar oorschijven, 3 hangsloten, 2 dubbele prenten, 2 stel enveloppen en 1 fleschje. Aan den schenker is de dank der Eegeering betuigd. De Nederlandsche mail met berichten uit Batavia tot 12 Juni kan morgen alhier worden verwacht. Het voornemen bestaat in de verschil lende marine directies een zee-officier te be lasten met het toezicht over de zee-instrumen ten, welke op 'sRijks werven aanwezig zijn. In verband hiermede zullen door den advi seur verificateur te Leiden periodieke inspec ties worden gehouden. Eerbiedigende den laatsten wensch van den overledene, werd gisteren in allon een voud te 's-Gravenhage ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den gepensionneerden luitenant-generaal A. E. Mansfeldt, adjudant in buitengewonen dienst van H. M. de Koningin. Geene militaire eerbewijzen, geene treurmuziek bij de begrafenis van dezen opperofficier alleen een rijtuig, .waarin gezeten was de vertegenwoordiger van H. M. de Koningin- Regentes, baron Sirtema van Grovestins, dat den rouwwagen volgde, toonde dat de doode, die ter laatste rustplaats werd geleid, een man van groot aanzien was geweest. Rondom de groeve hadden zich eenige hofdignitarissen en legerhoofden vereenlgd, om den afgestorvene de laatste eer te be wijzen. Onder hen werden o. a. opgemerkt de vice- admiraal jhr. De Casembroot, de gep. generaal- majoor Van Spengler, de kolonel Laman Trip, commandant van het regiment grenadiers en jagers, en diens adjudant kapitein Petter, de plaatselijke commandant, kolonel Yan Speyck, do gop. majoor Bjjleveldt, do majoor kwartier meester Eyssel en meer anderen. Nadat de kist, bedolven onder eene macht van bloemen en kransen, in de groeve was neergelaten, betuigde een der verwanten, de hoer Gefken, den aanwezigen dank voor de betoonde belangstelling, in de eerste plaats aan den vertegenwoordiger van H. M., wien h(J verzocht dien dank over te brengen aan H. M. de Koningin-Regentes. Aan den gemeenteraad van Rotterdam is voorgesteld eene leening te sluiten van f 1,000,000 tegen 3 pet. Ter motiveering van deze rente wordt er op gewezen, dat niet enkel Zv/% pets. schuldbrieven van den Neder- landschen Staat, maar ook die van de groote gemeenten in ons land boven pari genoteerd staan, terwijl o. a. de laatste koersnoteering der 3 pets. obligation van de gemeente Haarlem, aflosbaar in 43 jaren, 96 pet. is geweest, en die van de 3 pets. obligation Holl. IJzeren- Spoorweg-Maatschappij, aflosbaar in 60 jaren, 967/i pet. Van de uitgifte eener 3 pets. leening, in 25 jaren te amortiseeren en welke alzoo den geldschieter de kans oplevert van eene aflos sing a pari binnen korten tijd, mag dus, naar de commissie vertrouwt, een gunstige koers verwacht worden. In de gisteren gehouden zitting van den Raad te Schiedam is na langdurige discussie aangenomen het voorstel van B. en Ws. om de handelsklasse aan de H. B.-S. alsnog voor een jaar op den bestaandon voet te continueeren. De Staten-begrooting van Limburg voor 1894 is aangevuld met een memoriepost voor de bestrijding der kosten van de vermoedelijke komst te Maastricht der Koninginnen. In de jongste vergadering van den ge meenteraad van Loosdrecht is een schrijven ingekomen van mevr. de wed. Van de Poll, waarin deze mededeelt ten behoeve der ge- meente-financiën een bedrag van 25,000 te zullen doen Inschrijven op het Grootboek der "Werkelijke Schuld 2'/2 pCt. Geen wonder, dat besloten werd aan de edele geefster dank te betuigen voor haar geschenk. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat met 1 Sept. a. s. te vervullen is de betrekking van leeraar in wiskunde en lynteekenen aan de Rjjks-hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus te Winterswijk. Jaarwedde f 1800. Zij, die voor deze betrekking in aanmerking wenschen te komen, gelieven zich vóór 1 Aug. a. s. aan te melden bij den inspecteur van het middelbaar onderwijs dr. W. B. J. Van Eyk, te 's-Gravenhage. Uit goede bron verneemt de ,Tel." dat bij den minister van marine het plan bestaat in verschillende opleidingen bij de zeemacht veranderingen te brengen. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter algemeene kennis, dat hot oud archief in Zeeland, te Middelburg, te rekenen van 12 Juli 1894, tot nadere aankondiging voor het publiek zal gesloten zijn. Sts.-Ct Het prov. kerkbestuur van Groningen heeft uitspraak gedaan in de zaak van dr. B&hler, die door het classicaal bestuur van Groningen schuldig verklaard is aan onchris- teiyken wandel, omdat h\) in een blad verklaard had, dat ds. Van Gbeel Gildemeester niet was iemand van onbesproken levenswandel. Het prov. kerkbestuur heeft o. a. overwogen, dat het classicaal bestuur van Groningen door eene „niet christelijke handelwijze", een zondigen tegen „den geest der liefde" gelijk te stellen en als synonieum te beschouwen met een „onchristelfjken wandel" in den al- gemeenen en ruimen zin van het woord, de beteekenis van dit laatste heeft miskend. Daarom is de uitspraak van het classicaal bestuur van Groningen vernietigd, de kosten in eersten aanleg en hooger beroep te dragon door de kerk. De gemeenteraad van Leeuwarden heeft afwijzend beschikt op de adressen, om in de bestekken voor gemeentewerken een mini mum-loon en een maximum-werktijd op te nemen De Commissaris der Koningin in Fries land heeft den burgemeesters eene missive doen toekomen om nog eens de polderwerkers in de provinciën Groningen en Friesland te waarschuwen niet op goed geluk en zonder middelen van bestaan naar Duitschland te trekken, ten einde aldaar werk te zoeken. Gelijk de consul te Emden schrijft, slagen zij hierin lang niet dadelijk, en daarvan is het gevolg, dat zij, van alles ontbloot, on middellijk naar hunne woonplaats moeten wor den teruggezonden. Te Zwolle is overleden de heer R. J. Westenberg, notaris aldaar. Gistermorgen is notaris A. J. R. Ter Horst, te Bergen-op Zoom, plotseling overleden. Den 7den JuÜ is per stoomschip „Prins Maurits" te Havro uit Paramaribo aange komen de procureur generaal by het hof van justitie te Paramaribo mr. J. Kalff. H\j heeft de reis naar Nederland per trein voortgezet. Men schryft aan het „Utr. Dbl." uit Bloemfontein: In het begin van Juli vertrekt onze geliefde president Francis William Reitz van hier naar Europa. Zjjne eega is reeds, zooals ik u vroeger meldde, te Delft ten huize harer ouders ge logeerd. Het plan bestaat, dat de president en zijne eega eene reis zullen maken door Europa. Zjjn overgrootvader was in de vorige eeuw hoogleeraar te Utrecht. Zoo men weet, is pres. Reitz zeer Hollandsch-gezind, en geen wonder, 't zit wellicht nog in het bloed. Zijn grootvader was een geboren Hollander, en zulk een vijand van de Keezen, dat hy z\jn vaderland na het vertrek van Willem V verliet. Hij nam als zeekapitein deel aan don slag by Doggersoank. Van pres. Reitz' persoonlijke antecedenten behoef ik u niets te melden. Wij achten hem hier zeer hoog. In Holland kan men zelf „uitvinden" welk een kloek, oprecht en eenvoudig, doch degelijk man htf is. Ongetwijfeld zal zfln bezoek by velen een alleraangenaamsten indruk nalaten. Het zal menigeen in Hólland niet onwel kom zyn, eene korte schets te vernemen van de wetenschappelyke opleiding des heeren Reitz. Met den edelen patriot J. H. Hotmeyr, lid van de Wetgevende Vergadering dor Kaap kolonie, volgde hy de lessen van het Zuid- Afrikaansche College, waar hy een der steun pilaren, wellicht de stichter, was van de Z. A. C. Debat-vereeniging. Daar reeds kende men hem als een vurig republikein, in weer wil van zyne geboorte onder de Britsche im perialistische vlag. Dit is zoowat 30 jaren geleden. Reitz ging daarop naar Edinburg, en later naar den „Temple" te Londen, om zyne rechtsgeleerde studiën te voltooien. In Zuid Afrika teruggekeerd, bezocht de jonge en kranige advocaat ook den Oranje- Vrystaat en maakte zich daar zoovele vrienden, dat hy kort daarop als rechter en later als hoofdrechter werd benoemd. In 1888, by het veriyden van den onvergetelyken J. H. Brand, koos het volk hem met eene overgroote meerderheid tot staatspresident, welk hoog ambt hem verleden jaar door de stem des volks is verleend. Den staats president roepen wy „bon voyage" toe, en Holland wenschen wy geluk hem spoe dig als gast te mogen ontvangen. Het stoomschip Conrad" arriveerde 10 Juli van Amsterdam te Batavia; de „Edam", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeorde 9 Juli Lizard; de „Gedeh", van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 9 Juli te Suez; de „Gelderland", van Rotterdam naar Java, ver trok 9 Juli van Suez; de „Prins Maurits", van Surinamo naar Amsterdam, vertrok 10 Juli van H&vre; de „Rotterdam", van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 10 Juli Lizard; de „Veendam", van Nieuw-York naar Rotterdam, vertrok 10 Juli van Boulogne- 8ur-Mer; de „Drente" vertrok 10 Juli van Batavia naar Rotterdam; de „Jason", van Amsterdam naar Java, vertrok 7 Juli van Algiers; de „Prinses Sophie", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 10 Juli te Genua; de „Rotterdam", van Nieuw York naar Rot terdam, passeerde 10 Juli Wight; de „Sumatra", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 10 Juli Tarifa; de „Werkendara" arriveerde 9 Juli van Rotterdam te Nieuw-York. By koninkiyk besluit is aan den heer A. A. Florès, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend uit zyne betrekking van consul te Nice. Benoemd tot lid van den raad van bestuur in de kolonie Curasao de heer F. J. Olivier, administrateur vaa financiën aldaar. Eervol ontslagen W. Lotsy, op zyn ver zoek, als kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Gouda. Met ingang van 1 Aug. a. 8., op zyn ver zoek, benoemd tot commies der telegraphie van de tweede klasse W. F. K. Wethmar, thans directeur van het telegraafkantoor te Edam. Benoemd en aangesteld den heer J. Bonk, arts, tot officier van gezondheid 2de kl. by het personeel van den geneeskundigen dienst van het leger in Ned.-Indië. Pensioen verleend aan: mr. J. P. R. Tak van Poortvliet, min. van binn. zaken, ƒ2001, met instandhouding van het pensioen groot ƒ1999, hem verleend by kon. besluit van 7 Oct. 1879; jhr. mr. E. J. C. M. De Kuiper, Commissaris der Koningin in Limburg, ƒ2538; P. Van Es, 1ste klerk by hot depart, van binn. zaken, 457J. Verhoeven, concierge aan de Rykskweekschool voor onderwyzers te Nymegen, f 158; A. A. De Bruin, hoofd eener openb. lagere school te Nieuwer Amstel, ƒ973, met intrekking van het hem vroeger toege kende pensioen van ƒ903; B. Mesander, por tier by de Rijkskweekschool voor onderwyzers te Groningen, 269. Gemengd Nieuws. Er wordt (zie de desbetreffende advertentio in dit blad) weer eene gelegenheid aangeboden om van Leiden uit het curieuze eiland Marken te bezoeken en wel met eene stoomboot van „De Volharding" op 18 Juli. Als het weer dan maar een beetje wil, als de plasregens plaats gemaakt hebben voor zonneschijn, kan dat een aardig tochtje worden. Gisteravond was van Schiedam naar 's-Gravenhage gekomen eene menagerie, om heden verder naar Utrecht te worden vervoerd. De trein met de wilde dieren stond den ganschen nacht en ook van ochtend aan het station van den Staatsspoorweg te 's-Graven hage, en door verschillende spoorwegbeambten was dan ook al eens een kykje genomen, doch altijd op oen behoorlijken afstand, want niemand waagde zich dicht by den waggon. De ploegbaas van de wegwerkers J. echter leunde, om beter te kunnen zien, met het gezicht tegen de tralies van de kooi. Hy kon nu wel beter zien, doch moest tevens onder vinden dat een leeuw of een beer dergelyke onbescheidenheid niet straffeloos duldt. Het kostte hem een bebloed gezicht. Eene leeuwin nlvertoornd over zooveel nieuwsgierigheid, lichtte den poot op en aaide den man zoo danig over het gelaat, dat er drie diepe voren in achter bleven. Hy kwam er betrekkelijk nog goed af, maar moest zich toch door een dokter laten ver binden. Het kwam in den laatsten tyd te Delft herhaaldeiyk voor dat op den dag der botermarkt vaatjes boter werden ontvreemd. By de pogingen tot opsporing van den dief miste de politie evenwel de geringste aan wijzing. Nu toch is gebleken dat de dief de vaatjes boter, die hy begeerde, door een jongen van de boter wagens liet afnemen en dan per wagen liet vervoeren naar het Rotterdamsche bootje. Donderdag ji. was op deze wyze weer een vat boter van 40 KG. verdwenen. Na langdurige nasporingen, zoo te Delft als te Rotterdam ingesteld, mocht het der Delftsche politie gelukken do hand te leggen op een inwoner van Zegwaard, die beweerde do boter van den eeuwigen „onbekende" te hebben gekocht. Aan zyne bewering werd echter geen geloot geslagen en de verdachte is in hechtenis genomen. Valsche bankbiljetten. De ver oordeelden Toebaerts en Sinnige zyn van hun vonnis in hooger beroep gekomen, de overigen tot dusver nog niet. De officier van justitie te Amster dam heeft appèl aangeteekend betreffende do uitspraak in zake „de kleine steentjes" voor het Paleis op den Dam. By het leggen van den eersten steen van het gebouw der huishoudschool '<q Amsterdam, werden de arbeiders onthaald op eene niet gewone, maar zeer aanbevelens waardige wyze. Ieder ontving een pakje siga ren, eene worst en een tulband in den vorm van een brood, benevens eene flesch bier. Het geld, dat anders by dergelyke plech tigheden aan de arbeiders wordt ter hand gesteld, wordt wel eens minder goed besteed, en moeder de vrouw zal ditmaal by de thuis komst van haren man dubbel tevreden geweest zyn. „Dit is toch beter dan centen", zei een werkmau, die zeker dacht aan het vrooiyk gezicht, dat zyne vrouw en kinderen zouden 43) „Toon ben ik op het trottoir neerge vallen.... Wie heeft my opgenomen?.... hier gebracht.verzorgd? Ztf stond op, deed oenige wankelende schreden door het vertrek en zocht in alle hoeken. Zy vond echter niemand. Het scheen wel, of een weldoende geest gekomen en weder verdwenen was, de sporen van zyne gezegende tegenwoordigheid achter latende. In haren grooten fauteuil, by den schoor steen, waarin thans weder een heeriyk kolen vuur eene aangename warmte verspreidde, zat hare moeder, in een geru9ten slaap verzonken. Zezette naderde haar zoo zacht mogeiyk, en, een vlinder geiyk, die zich op eene bloem nederzet, raakten hare lippen de wangen der oude vrouw en drukten daarop een liefde- vollen kus. Toen eerst vertoonde zich de koude wer- koiykheid en scheen haar de toekomst ver- schrikkeiyker, akeliger dan voorheen, nu zy geene hoop meer had. „Aan welke deur zal ik voortaan moeten kloppen?" vroeg zy zich af; „het zal wel overal hetzelfde antwoord zyn, men zal myn werk goed vinden, maar zoodra ik myn naam ge noemd heb, zal men my wegjagen als eene dievegge. Voor de geheele wereld ben ik de zuster van een dief, van een moordenaar 1 O, het is meer dan wreed 1 En wat moet ik nu beginnen, nu men overal weigert my werk te geven Hoe myne arme moeder te verzorgen? Nog slechts een paar weken en ik zal niets meer in huis heb ben. Geen brood meerl Voor my, dat is niets. Toen we ryk waren, heb ik genoeg byge- dragen om armo ongelukkigen te steunen. Nu ik arm ben, zal men my myn deel ook wel geven, maar myne moeder I Zy kan niet bedelen en haar ongeluk heeft, ik weet het maar al te goed, dadelyke hulp noodig. O, ik ben wel ongelukkig 1" En het arme meisje barstte In een tranen vloed los. Opdat hare moeder haar niet zou hooren, trok ze zich in hare kamer terug, verborg haar hoofd In haar kussen en liet aan hare tranen den vryen loop. Eindeiyk ontwaakte de blinde. „Zezette", riep ze, „waar zyt ge, myn kind?" „Hier ben ik, moeder!" antwoordde deze, haastig naar de zieke gaande en zich de oogen afwisschende. „Kom, kind, vertel me eens een en ander, van Jacques, maar hoe, ge weent, uwe oogen zyn vochtig, uw hart bonst, wat is er, welk nieuw ongeluk bedreigt ons? Is er iets met Jacques gebeurd?" „Met Jacques? Wel.noen, moederl" „Kind, tracht my niet te bedriegen, ik raad het." „Maar ik zweer u, lieve moeder! „Maar waarom hebt ge dan geweend?" „Ik heb niet geweend, mama! Gy vergist u." „Suzanna!" sprak do blinde thans op ern- atigon toon, en bet gelaat naar hare dochter gekeerd, als kon ze haar in de oogen zien, „Suzanna wat ge thans doet, is slecht, ge weot wel, dat ik u niet zien kan, maar al is het licht uit myne oogen verdwenen, toch zie ik met de oogen der ziel tot op den bodem van het hart van myn kind en zie ik daar duidelyk een geheim, dat gy voor my tracht te verbergen." „Maar, moeder, ik zweer u. „Het is dus wel een buitengewoon geheim, dat ge het niet aan uwe moeder durft openbaren." „Och, moederl" „Kom bier, geef my uwe handen. Zie, zy zyn heet, uw voorhoofd gloeit 1 Gy hebt de koorts, Zezette 1 Ge zyt ernstig ziek." En haren bestraffenden toon latende varen, vervolgde ze ongerust: „Ja, ge zyt ziek, myn kind, en dat hebt ge voor my willen verbergen, dat is dus uw geheim, gy hebt my niet willen veront rusten, maar, zooals ge ziet, voor eene moeder kan men niets verborgen houden, die raadt alles; maar op uw leeftyd is dat niets ver ontrustends de koorts is hevig, maar zy zal niet lang aanhoudenga slechts te bed liggen." „Maar, moeder, wie zon u dan oppassen?" „01 Ik heb voor het oogenblik geene op passing noodig, ik gevoel my zelfs beter dan ik in lang geweest ben. Ga slechts moeder Raymond verzoeken, in uwe kamer het vuur aan te maken en myn armstoel by uw bed te plaateen." Moeder Raymond was de vrouw van den concierge, die door mevrouw Vaflay was aan genomen voor het grove huiswerk, nadat ze uit bezuiniging haar dienstmeisje had weg gezonden. Toen ze in hare loge kwam, vroeg ze haar met deelneming: „Hé! juffrouw Zezette, wat is u toch over komen?" „My niets, moeder Raymond! Maar ik ge voel my ongesteld." „Maar er ia toch zeker iets byzonders gebeurd?" „Nu ja, op den boulevard gevoelde ik my plotseling duizelig en ben ik op het trottoir gevallen." „Gelukkig op het trottoir! Verbeeld u, als het eens op den weg geweest ware met al die trams, omnibussen en rytuigen, dan ware u g6wi8 oen vreeseiyk ongeluk overkomen." „O! zeker 1 maar ik ben er u zeer dank baar voor, dat ge my zoo goed verzorgd hebt, terwyi ik buiten kennis lag." „Ikl u verzorgd, maar kindl" „Zeker, hebt gy my niet bygestaan? My met eau de cologne gewasschen? Een kop thee voor my gezet?" „Neen, juffrouw Zezette, dat heb ik niet gedaan, ik mocht slechts toezien 1" „Maar wie is het dan geweest?" „Dat mag ik u niet zeggen." „En toch zou ik het zoo gaarne weten 1" „Dat begryp ik; nu, ondanks zyn verbod, zal ik hot u zeggen: het was een neger." „Een neger?" „Ja, mejuffrouw, en een kerel om van te schrikken; hy droeg u zoo voorzichtig moge- lyk in zyne groote armen, het was of ge in eene wieg laagt; toen ik dat zwarte gezicht aan de deur van myne loge zag, gaf ik een gil en riep om hulp, maar by stelde my dadelyk gerust en met een allerwonderlykst accent voegde hy my toe: „StMadame, niet schreeuwen 1" Toen vroeg ik hem, wat hy verlangde. „Verduiveld", antwoordde hy, „dat ziet gc wel, ik draag mejuffrouw Zezette. „Hy wist dus myn naam?" „Zooals ik u zeg.ik breng juffrouw Zezette thuis, waar woont mevrouw Varlay Toen heb ik hem den weg gewezen en uwe deur voor hem geopend. O, mejuffrouw, ik heb heelwat moeders gezien in myn leven, en ook een aantal moedors onder myne huurders gehad, die hare kinderen liefhad den, maar nooit heb ik iemand een kind zoo liefderyk en teeder zien verplegen, als dezo reus bet u deed; toen ik hem met zyne groote handen bezig zag, wa3 ik waarlyk bang dat hy u vermorzelen zou, maar neen, alles ging hem zóó handig en gemakkeiyk af, alsof gy met uwe fijne vingertjes aan het borduren waart, en ik mocht u niet aanra ken, hy wilde alles zelf doen; ik moest, op zyn verlangen, eau-de-cologno, thee, water, alles aangeven. „Zoodat by dat alles gereedgemaakt heeft?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1