N°. 10529.
Donderdag 21 Juni.
A0. 1894.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§cn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nouimcr bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 20 Juni.
Feuilleton.
De Misdaad in de Bue Lafitte.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden, 1-10.
Franco per post. -s 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTED TIEN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
De collecte voor het fonds van den gewa
penden dienst in de Nederlanden heeft in de
gemeente Leiden opgebracht, na aftrek der
onkosten, de somma van 128.75.
Voor het akte-examen L. O. z(jn geslaagd
de heeren W. F. De Gunst, H. Th. Van der
Krogt, A. Meerburg en V. Van Lissa, allen
uit Leiden.
In de gisteravond vóór z(jn vertrek
naar Utrecht in het w\jkgebouw „Pniël",
aan de Middelstegracht alhier, gehouden
laatste Bijbellezing, trad dr. J. H. Gunning J.Hz.
wederom voor een vry talrijk publiek op;
het gebouw was nagenoeg vol met belang
stellenden.
Spreker zou in deze bijeenkomst geen
afscheid van zijne gemeente nemen, doch
eene gewone Bijbellezing houden; daar hy
hoopte, al ging hy weldra de stad metterwoon
verlaten, zoo nu en dan, als de gelegenheid
het aanbood, nog wel eens in „Pniël" op te
treden. Gedurende den betrekkeiyk korten
tyd, dat hy hier als leoraar is werkzaam
geweest, verkreeg hy te veel vrienden en
banden, waaraan hy gehecht is, óm Leiden
geheel in het vergeetboek te stellen.
Na de dankzegging, waarmede deze byeen-
komst eindigde, nam de heer Los het woord,
en wel in de eerste plaats om den geliefden
leeraar dank te zeggen voor betgeen hy voor
de gemeente gedaan heeft, en herdacht hem
tevens als stichter van „Pniël", waarvoor
hy zich zooveel moeite en zorgen heeft
getroost.
Vervolgens verzocht spreker dat den leeraar
zou toegezongen worden het bekende Psalm
vers„Dat 's Heeren zegen op u daal", waarna
dr. Gunning den heer Los dank zeide voor
het gesprokene en de schare voor de hem
toegezongen woorden.
Aan 's Ryks kleedermagazyn is gisteren
aanbesteed de levering van diverse goederen.
Minste inschryfster was de Leidsche Katoen-
Maatschappy, te Leiden, voor 3000 zakdoeken
a ƒ0.18.
In de door de „Vereeniging van gepen
sionneerde onderofficieren en minderen van
het Nederlandsche Leger" gehouden 15de
algemeene jaariyksche vergadering, werd o. m.
op voorstel van den voorzitter, den heer T. Bik,
te Leiden, tot eorelid benoemd en werd tot
lid van het hoofdbestuur gekozen de heer S.
D. Van Campen, secretaris der Leidsche
afdeeling.
Het Prov. Utrechtsch Genootschap van
Kunsten en Wetenschappen hield gisteren
te Utrecht de jaariyksche algemeene ver
gadering.
De voorzitter, prof. J. Van der Vliet, hield
eene rede over ridder Constantyn Huyghens,
wien hy een der grootste Nederlandsche
humanisten, een ongekend veelzyaig ontwik
keld geleerde noemde. De geschiedenis zyner
opvoeding bewyst dit; spr. verhaalde een en
ander daaromtrent.
De rekening van den penningmeester werd
goedgekeurd met een saldo van 5800.
Op de prysvraag betreffonde geluidswaar
neming was een antwoord ingekomen, dat niet
voor bekroning in aanmerking kwam, weshalve
het naambriefje verbrand werd.
Tot nieuwe leden der secties werden ge
kozen
In de sectie van natuur- en geneeskundige
wetenschappende heeren dr. J. G. Boerlage,
te Leiden; J. Van Dam, te Wageningen; prof.
dr. A. freiherr Von Eisselsberg, te Utrecht;
dr. H. Ekama, te Utrecht; dr. Ph. Küthe, te
Tiel; prof. dr. G. H. Van der Moy, to Amster
dam, en prof. dr. G. Ruge, te Amsterdam.
In de sectie van letterkunde, wysbegeerte
en geschiedenis: do heeren prof. dr. A. J.
H. W. Brandt, te Amsterdam; A. J. Der
Kinderen, te Laren; dr. C. J. Eggink, te
's Gravenhage; mr. J. E. Heeres, te 's-Gra-
venhage; dr. A. De Jager, te 's Gravenhage;
prof. dr. W. H. Kosters, te Leiden, en dr.
J. T. De Visser, te Amsterdam.
In de sectie der rechtsgeleerdheid en staats
wetenschappen de heeren mr. F. C. W. Koker,
te Arnhem; prof. mr. H. Krabbe, te Gronin
gen; S. Krayenhoff van de Leur, te Utrecht;
mr. R. Macalester Loup, te 's-Gravenhage;
L. A. Walaardt Sacre, te Utrecht, en mr. A. J.
Cohen Stuart, te Amsterdam.
Voor het vergrooten van het R. K. kerk
gebouw te Noordwyk Binnen, gisteren onder
leiding van den architect Ns. Molenaar, van
's Gravenhage, aanbesteed, zyn 15 inechry
vingsbiljetten ingeleverd. Hoogste inschryver
was de heer J. Gz. Elshout, te Scheveningen,
voor 48,300, laagste de heer G. Van Rosse],
te Utrecht, voor 40,980, aan wien het werk
is gegund.
De collecte ten behoeve van het fonds
tot arnmoediging en ondersteuning van den
gev\apenden dienst heeft te Oegstgeest opge
bracht de som van 39.61 en te Aarlander-
veen 19.82.
De heer A. W. Voors, cand. tot den
Heiligen Dienst, is te Heinoo in de voormiddag-
godsdienstoefening door ds. S. H. J. De Wolff,
pred. by de Ned.-Herv. gem. te Leiden, plechtig
tot de evangeliebediening ingeleid en bevestigd
als predikant der Herv. gemeente te Heinoo,
naar aanleiding van 1 Petr. 5: 14. Des
namiddags hield de nieuwe leeraar zyne introe
rede, naar aanleiding van Rom. 15: 29, 30,
32 en 33. Eene talrijke menigte van Heinoo
en elders woonde beide plechtigheden by.
Naar gemeld wordt, zullen B. en Ws.
van Amsterdam den Raad geene voordracht
doen om een opvolger van prof. Gunning te
benoemen. Geiyk de „Tel." bevestigt, behoort
de oogheelkunde (waarin professor Gunning
doceerde) niet tot de verplichte leervakken
aan de Universiteit.
In de gisteren gehouden Raadsvergadering
te Schiedam werd op het verzoek van den
leeraar in de Engelsche taal aan de H. B.
School dr. B. Koster, om op grond van 70-
jarigen leeftyd nog 1 jaar in dienst te mogen
blyven, overeenkomstig het daarop uitgebracht
rapport van de commissie van toezicht op het
Middelbaar Onderwys, besloten afwyzend te
beschikken.
By koninkiyk besluit zyn benoemd tot
vertegenwoordigers der Nederlandsche Regee
ring by het van 27 Juli tot 1 Augustus aan
staande te Antwerpen te houden tweede
internationale congres „pour l'étude des ques
tions relatives au patronage des condamnós,
des enfants moralement abandonnós, des
vagabonds et des aliónés": jhr. mr. A. J
Rethaan Macaré, officier van justitie by de
arrondissements-rechtbank te Haarlem, en mr.
J. A. Levy, advocaat en tydeiyk voorzitter
der Maatschappy tot Nut van 't Algemeen, te
Amsterdam.
Nader verneemt de „Tel." dat niet alleen
de heer Pauwels geteekend heeft by de nieuwe
Nederlandsche Opera van den heer Van der
Linden, maar ook de dames Engelen Sewing,
Joh. Kempees, Orelio Van Santen, en de he.ren
Orelio en Poons.
Men deelt verder mede dat de hoer J. G.
De Groot, directeur der Nederlandsche Opera
vereeniging, met den „artistieken leider" den
heer S. J. H. De la Fuente gisteravond naar
Parys vertrokken is, „ten einde by de reeds
nieuw geëngageerde artisten nog meerdere
krachten van naam aan zyn gezelschap te
verbinden".
Welke Holland8che zangers zyn daar te ont
dekken? vraagt de „Tel."
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter algemeene konnis, dat het Koninkiyk
Penningkabinet te 's-Gravenhage van 29 Juni
tot en met 2 Juli a. s. voor het publiek zal
gesloten zyn.
De Staatscourant van 20 dezer bevat
een reisrapport van Hr. Ms. schoener „Dolfijn",
belast met het politie-toezicht in de Noord
zee, over de maand Mei 1894. Hoewel het
weer over het algemeen goed was, was de
zee dikwyis nogal onstuimig, als gevolg van
de Noordelyke winden, en waren er minder
Nederlandsche visschers buiten dan de vorige
maand. Vooral die van Wierum en Moddergat
waren veel binnen. Vreemden, voornamoiyk
Engelschen, werden in de eerste helft van
de maand veel, in de laatste dagen echter
slechts weinig gezien. Klachten werden niet
vernomen; zy, die daarnaar gevraagd werden,
gaven ontkennende antwoorden, terwyl meer
malen in het Friesche gat geankerd werd,
wanneer de visschers in- of uitliepen. Over
tredingen worden niet opgemerkt.
By koninkiyk besluit zyn de heeren
mr. T. M. C. Asser, lid van den Raad van State
jhr. mr. G. J. Tb. Beelaerts van Blokland,
lid van de Tweede Kamer; mr. P. R. Feith,
raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden,
lid der Staatscommissie tot herziening van het
Burgeriyk Wetboek, en mr. E. N. Rahusen,
lid van de Eerste Kamer, benoemd tot afge
vaardigden der Nederlandsche regeering naar
de te 's-Gravonhago te houden tweede Confe
rentie van Internationaal Privaatrecht, waar
van de opening bepaald is op Maandag 25
Juni a. s.
By de firma W. J. Thieme Co., te
Zutfen, zal spoedig verschynen eene Hol-
landsche bewerking (door dr. B. C. Goudsmit)
van „la Fin du monde", het nieuwste pracht
werk van Camille Flammarion. De uitvoering
van dit hoogst belangryke boek zal buitengewoon
fraai zyn, geïllustreerd met de origineele
gravures.
Op last van den minister van oorlog
moet het doen van dienstreizen op Zondag
zooveel mogeiyk worden vermeden.
By beschikking van den minister van
marine, is de gouden medaille voor 50 jarigen
eerlyken en trouwen dienst toegekend aan
den opperschipper in het vaste corps dek- en
onderofficieren B. J. Wollenstein.
Tot rector-magnificus der universiteit te
Amsterdam is voor het studiejaar 1894/95
benoemd de hoogleeraar dr. D. E. J. Yölter
De gewone audiëntie van den minister
van koloniën zal op Vrydag 22 dezer niet
plaats hebben.
Het stoomschip „Anchises" arriveerde
18 Juni van Amsterdam en Liverpool te
Batavia; de „Stentor" vertrok 18 Juni van
Batavia naar Amsterdam; de „Bellerophon",
van Amsterdam naar Java, arriveerde 19 Juni
te Port-Said; de „Reichstag", van Natal naar
Hamburg, passeerde 18 Juni Suez.
Provinciale Staten van Zuid-Holland.
De Provinciale Staten zullen in de aan
staande zomervergadering behalve de begroo
tingen en daarby behoorende stukken betref
fende subsidiön aan inrichtingen voor ambaebts-
onderwys, enz., o. a. behandelen een voorstel
tot uitbreiding van het aantal opzichters by
den dienst van den provincialen waterstaateen
voorstel tot het doen eener geldelyke uitkeering
ineens aan eene weduwe van een tydelyk in
dienst der provincie zynden, door verdrinking
omgekomen werkman; voorstel om aan de
Holl. Maatschappy van Landbouw een jaar-
ïyksch subsidie van 1000 te verleenen in de
kosten voor een zuivelconsulent in Zuid-
Holland; voorstel tot het verleenen van een
subsidie aan den polder de Oost- en West
Zomerlanden van Heinenoord in de kosten van
het verbeteren van den oprit; voorziening in
de exploitatie van het veer tusschen Roon en
Goidschaixoordvoorstel om de voordracht tot
wyziging van bet provinciaal reglement op de
uitoefening der jacht en visschory buiten
verder gevolg te latenvoorstel tot wyziging
van het tydstip der in-beheer-neming van het
vaarwater met jaagpad van de Mallegatsluis
tot de Ringvaart van don Haarlemmermeer-
polder, benovens een tarief van heffing van
rechten op het beheer van de Gouwe.
De voorgestelde uitbreiding van het personeel
by den provincialen waterstaatsdienst heeft
ten doel aan te vullen éón opzichter, belast
met het toezicht op de werken van het
scheepvaartkanaal tusschen Ryn en Schie en
één opzichter tot regeling en controleeriog
van de werkzaamheden der kantonniers op
het jaagpad langs den Ryn by do provincie
in beheer, ieder op eene jaarwedde van ƒ1000
tot ƒ1500.
Voorgesteld wordt ten behoeve der ver-
eenigiDg „Volksnut" te Brielle voor 1894
een provinciaal subsidie te verleenen van ƒ100.
Op het adres van den directeur der stoom
boot maatschappy „De Vereeniging", te Alfen,
verzoekende dat de snelheid van varen op een
gedeelte van het Rykvak worde vermeerderd
van 150 tot 175 M., per minuut, geven Gedep.
Staten in overweging afwyzend te beschikken.
Eene afwyzende beschikking wordt in over
weging gegeven op de subsidie-aanvrage van
de gemeente Oudshoorn ten behoeve eener
verbetering van een gedeelte van den weg
genaamd de Lage Ryndyk.
Het komt Ged. Staten voor dat de verbete
ring van dezen weg do flnantiöele krachten
der gemeente niet te boven gaat.
Den Staten is aangeboden een ontwerp
besluit tot heffing van rechten op het beva
ren van de Gouwe, aan te vangen met 1
Januari 1895.
Bet matige der provinciale heffing zal,
meenen Gedeputeerde Staten, beter in het oog
springen, wanneer die heffing dadelyk volgt
na het vervallen der gemeentelyke verorde-
Ding, waarvan het recht meor dan driemaal
zoo hoog is dan dat, bekrachtigd by de konink-
lyke concessie.
Met het oog op een en ander wordt de
dagteekening der in-boheer-neming van het
vaarwater op 1 Januari 1895 gesteld.
In het ontwerp-hoffingsbe8luit is als regel
aangenomen eene heffing van l1/, cent per M*.,
volgens Ged. Staten een matig recht.
Van een vaartuig van 400 M1. zal in stede
van ƒ15.6272 naar dit ontwerp ƒ6 verschul
digd zyn; voor een vaartuig van 200 M*. in
stede van 7.627a, naar dit ontwerp ƒ3.
Met het oog op de vaartuigen, welke her-
haaldeiyk, soms meer dan oens per dag, de
Gouwe bevaren, wordt in het tarief de be
voegdheid gegeven een jaarlyksch recht te
voldoen, en wel honderdmaal het bedrag, dat
telkenmale verschuldigd zou zyn.
Ged. Staten betoogen voorts, dat het recht
ook matig is in verhouding tot de uitgaven,
die de provincie op zich neemt.
De inning van het kanaalrecht zal plaats
hebben te Gouda, waar de schipper toch
oponthoud heeft, en hot recht wordt alleon
verschuldigd gemaakt by het varen langs
tolkantoren, in Gouda geplaatst.
De herziening van hot tarief is verplichtend
gesteld vóór den lsten Januari 1897.
By de overneming van het jaagpad lange
de Gouwe in beheer en onderhoud zal ook
de provincie moeten voorzien in de bediening
van de pont aan de Gouwesluis, onder Alfen.
Een tarief van veergelden voor het gebruik
van die pont wordt voorgesteld en is geheel
geiykluidend met het thans geldend tarief.
Op de agenda komt ook voor de vast
stelling der enkel prov. en huishoudelijk®
rekeDing van 1892 (in ontvangst 923,184.90,
uitgaaf 821,800.38s en alzoo met een batig
saldo van 101,384.51s), de begrooting voor
1895, voor zooveel het Ryk6bestuur betreft,
ten bedrage van ƒ95,941 tegen ƒ78,990 voor
1894 toegestaan en de enkel prov. en huis-
houdeiyke begrooting voor 1895, bedragend®
aan inkomsten ƒ477,690.188 en aan uitgaven
geiyk bedrag. De by de Regeering aan
vragen heffingen voor de bestryding der uit-
10)
„Vreemd toch! die man," mompelde do
kapitein by het heengaan, „en die gedaante
verwisseling komen my zoo zonderling voor;
ik weet niet wat ik er van denken moeti
V.
Jacques Varlny.
Hervatten wy thans den draad van ons
verhaal 1 Het feest, waarvan wy in den aan
vang melding maakien, is in vollen gang,
on terwyl men zich in de verschillende zalen
met dansen en spelen vermaakt, voert de
kapitein Castillac zyn vriend Berlin in een
afzonderiyk rooksalon, om daar ongestoord
met hem te kunnen praten.
„Gy zult ongetwyfeld wel reeds vernomen
hebben," sprak ds kapitein, „dat de „Société
Océanique de Bordeaux" het plan heeft, een
succursale te Parys te vestigen?"
„O, zeker, en dat ze u daarmede belast heeft."
„Ja, maar de groote moeilijkheid is, een
geschikt directeur te vinden, iemand, die
werkeiyk in staat is, de zaken behooriyk te
leiden. Bekwame bedienden, ervaren boek
houders, daaraan ontbreekt het te Parijs
evenmin als ir Bordeaux, maar een hoofd,
een chef, dat de zaak, en nu geloof ik,
dat ik dien révonden heb."
„™V«Hyk, welnu> dan wensch ik u geluk
weet by efarin« ho« moeilijk dat ie."
„Ja, maar nu komt het hinkende paard
achteraanik kan hem geene proposition doen 1
„Waarom niet?"
„Wel, voor den duivel, om der vriendschaps-
wille; het is uw kassier 1 ZiedaarI nu weet
ge alles."
„Jacques Varlay?"
Dezelfde I Ik ben belast, hem de directie
der succursale aan te bieden."
„Ge kondet werkeiyk geene betere keus doen
wat administratie en financiën betreft, heeft
hy zyns gelyken niet, en ge weet, hoe myne
zaak bloeit; dat alias heb ik hem te danken I"
„Zeker weet ik dat, en ik zou my ook
geen oogenblik bodonken, hem de voordeeiige
proposition te doen, die de Maatschappy hem
op myne aanbeveling aanbiedt, ware het niet,
dat hy by u werkzaam was, en dat ik er
eene gewetenszaak van maak, u een zoo be
kwaam en vertrouwd persoon afhandig te
maken. Ware hi) by een ander werkzaam, dan
zou ik er geen bezwaar in zien, maar nu...."
„Welnu, wat dat betreft, stel hem gerust
uwe voorwaarden 1 Ik zou het zelfs gaarne
zien en bon zeer nieuwsgierig, wat zyn ant
woord zal zyn. Ik beken dat het my minder
aangenaam zou wezen, zoo hy nu zyne betrek
king verliet, te meer, daar ik zeer aan hem
gehecht ben, hem, om zoo te zeggen, zelf
heb opgevoed en hem meer als zoon dan als
gewoon bediende beschouw. Het zou dan ook,
van zyn kant, niet dankbaar zyn."
„Nu, dan zal ik niet op hem kunnen
rekenen; daarvoor ken ik hem te goed!"
„Och I wie weet, het is altyd te beproeven,
en ge kunt me later den uitslag nededeelen."
Hiermede verliet de bankier zyn vriend
om eonige nieuw aangekomen gasten te gaan
verwelkomon, terwyl de kapitein Jacques
Varlay ging opzoeken.
Weldra vond hy hem in een nevenvertrek,
waar mevrouw Bertin in alle staatsie troonde.
Jacques wilde juist afscheid nemen en ver
trekken.
„Gaat ge nu reeds heen, mynheer Varlay?"
vroeg Jeanne.
„Het spyt my, mejuffrouw, maar ik mag
niet langer blyven; myne moeder is ziek en
myne zuster waakt by haar tot ik thuis kom."
„Die lieve Zezettel"
„Vergun my, mejuffrouw Joanne, u ai het
geluk toe te wenechen, dat ge zoo ruimschoots
verdient."
„Harteiyk dank, mynheer Jacques," ant
woordde Jeanne met tranen in de oogen, en
terwyl zy hare hevige ontroering voor de
gaston en vooral voor hare moeder trachtte
te verbergen, „harteiyk daokl" Tot afscheid
reikte zy hem de hand, die hy eerbiedig aan
de lippen bracht.
„Hé, waarde vriend I eindeiyk gevonden I
met deze woorden liep de kapitein Castillac
Jacques Varlay, toen deze het vertrek verliet,
tegen het ïyf. „Den geheelen avond hebt go
u by de dames opgehouden, zoodat nu ein-
deiyk de vrienden wel eens eene beurt mogen
krygen; kom, steek eene sigaar op en laat
ons wat babbelen, en zyn arm door dien
van Jacques stekende, voerde hy hem met
zich voort."
„Ge weet," dus opende hy het gesprek,
„dat dé „Société Océanique de Bordeaux" het
plan heeft, te Parys eene succursale te ves
tigen. Wat ge echter niet zult weten ie, dat ze
my, als vertegenwoordiger, heeft opgedragen,
een directeur te zoeken om de zaak hier te
besturen, en dat ik daartoe het oog op u
heb gevestigd I"
„Zeer vereerd met de onderscheiding, maar
tot myne spyt kan ik da opdracht niet aan
nemen."
„En dat waarom niotuwe maatschap-
peiyke positie wordt er toch enorm door
verbeterd?"
„Zelfs dat is niet in staat, my te doen
besluiten uw aanbod ook maar in overweging
te nemen 1 Let wel, de hoer Bertin wordt
oud en draagt zooveel mogelijk op my de
leiding zyner zaken over. Hy heeft my vry
duidelyk te kennen gegeven, dat ik hem
onmisbaar ben, on nu zou het toch van
myn kant eene groote ondankbaarheid zijn
hem, wien ik zooveel verschuldigd ben, te
verlaten, nu hy my juist het meest noodig
heeft 1"
„Maar denk toch aan de groote voor-
deelen, die uwe nieuwe betrekking u zou
aanbieden; denk ook aan uwe moeder en
uwe zuster."
„O zeker, maar tevens mag ik niet ver
geten, dat de heer Bertin my, na den plot-
selingen dood van myn vader en onzen
totalen ondergang, zoo jong als ik was, op
zyn kantoor heeft genomen, myne verdere
opvoeding heeft voltooid, en, zonder dat ik
hem nog de geringste diensten kon bewyzen,
een salaris heeft gegeven, groot genoeg, om
in de behoeften myner familie te kunnen
voorzien; dat zyn weldaden, kapitein, die
men nimmer vergeet, en dus, al ware bet
alleen uit gehechtheid aan myn weldoener
en uit dankbaarheid voor de my bewezen
weldaden, mag ik uw aanbod niet aannemoni
En wat myne moedor en myne zuster be^
treft, die zullen er eveneens over donkoDik
weet zeker, dat myne moeder, die ik als
eene heilige vereer, my zal zoggen„Toen
we arm waren, heeft de heer Bertin zich
onzer aangetrokken, heeft zich tegenover u
gedragen als een vader; welnu, thans bobt
ge gelegenheid u tegenover hem te toonen als
een goed zoon"dat zal myne moeder zeggen,
en dus, kapitein, begrypt ge, dat ik uw aan
bod niet kan, niot mag aannemen, maar niet
temin ben ik u hoogst orkentelyk voor de
my geschonken voorkeur en dank u met
geheel myn hartl"
„Gedurende deze geheele toespraak had do
kapitein hem strak aangezienelndeiyk vatte
by hem by de handen, schudde ze harteiyk
en riep op luiden toon, zyne rede met do
krachtigste vloeken doorvlechtende, die hy
slechts voor byzondere gelegenheden in reserve
hield„Voor den duivelIk wist wel, dat ge
eon flinke kerel waart, maar dat ge zulk een
edel hart bezat, dat heb ik nu eerBt onder
vonden, en daarom, kameraad 1 laat my u
nogmaals en nogmaals de band drukken. Het
doet het hart van een oud zeeman goed, een
brave borBt, zooals gy zyt, te ontmoeten I"
(Wordt vervolgd.)