N°. 10529. Donderdag 21 Juni. A0. 1894. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§cn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nouimcr bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 20 Juni. Feuilleton. De Misdaad in de Bue Lafitte. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden, 1-10. Franco per post. -s 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTED TIEN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. De collecte voor het fonds van den gewa penden dienst in de Nederlanden heeft in de gemeente Leiden opgebracht, na aftrek der onkosten, de somma van 128.75. Voor het akte-examen L. O. z(jn geslaagd de heeren W. F. De Gunst, H. Th. Van der Krogt, A. Meerburg en V. Van Lissa, allen uit Leiden. In de gisteravond vóór z(jn vertrek naar Utrecht in het w\jkgebouw „Pniël", aan de Middelstegracht alhier, gehouden laatste Bijbellezing, trad dr. J. H. Gunning J.Hz. wederom voor een vry talrijk publiek op; het gebouw was nagenoeg vol met belang stellenden. Spreker zou in deze bijeenkomst geen afscheid van zijne gemeente nemen, doch eene gewone Bijbellezing houden; daar hy hoopte, al ging hy weldra de stad metterwoon verlaten, zoo nu en dan, als de gelegenheid het aanbood, nog wel eens in „Pniël" op te treden. Gedurende den betrekkeiyk korten tyd, dat hy hier als leoraar is werkzaam geweest, verkreeg hy te veel vrienden en banden, waaraan hy gehecht is, óm Leiden geheel in het vergeetboek te stellen. Na de dankzegging, waarmede deze byeen- komst eindigde, nam de heer Los het woord, en wel in de eerste plaats om den geliefden leeraar dank te zeggen voor betgeen hy voor de gemeente gedaan heeft, en herdacht hem tevens als stichter van „Pniël", waarvoor hy zich zooveel moeite en zorgen heeft getroost. Vervolgens verzocht spreker dat den leeraar zou toegezongen worden het bekende Psalm vers„Dat 's Heeren zegen op u daal", waarna dr. Gunning den heer Los dank zeide voor het gesprokene en de schare voor de hem toegezongen woorden. Aan 's Ryks kleedermagazyn is gisteren aanbesteed de levering van diverse goederen. Minste inschryfster was de Leidsche Katoen- Maatschappy, te Leiden, voor 3000 zakdoeken a ƒ0.18. In de door de „Vereeniging van gepen sionneerde onderofficieren en minderen van het Nederlandsche Leger" gehouden 15de algemeene jaariyksche vergadering, werd o. m. op voorstel van den voorzitter, den heer T. Bik, te Leiden, tot eorelid benoemd en werd tot lid van het hoofdbestuur gekozen de heer S. D. Van Campen, secretaris der Leidsche afdeeling. Het Prov. Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen hield gisteren te Utrecht de jaariyksche algemeene ver gadering. De voorzitter, prof. J. Van der Vliet, hield eene rede over ridder Constantyn Huyghens, wien hy een der grootste Nederlandsche humanisten, een ongekend veelzyaig ontwik keld geleerde noemde. De geschiedenis zyner opvoeding bewyst dit; spr. verhaalde een en ander daaromtrent. De rekening van den penningmeester werd goedgekeurd met een saldo van 5800. Op de prysvraag betreffonde geluidswaar neming was een antwoord ingekomen, dat niet voor bekroning in aanmerking kwam, weshalve het naambriefje verbrand werd. Tot nieuwe leden der secties werden ge kozen In de sectie van natuur- en geneeskundige wetenschappende heeren dr. J. G. Boerlage, te Leiden; J. Van Dam, te Wageningen; prof. dr. A. freiherr Von Eisselsberg, te Utrecht; dr. H. Ekama, te Utrecht; dr. Ph. Küthe, te Tiel; prof. dr. G. H. Van der Moy, to Amster dam, en prof. dr. G. Ruge, te Amsterdam. In de sectie van letterkunde, wysbegeerte en geschiedenis: do heeren prof. dr. A. J. H. W. Brandt, te Amsterdam; A. J. Der Kinderen, te Laren; dr. C. J. Eggink, te 's Gravenhage; mr. J. E. Heeres, te 's-Gra- venhage; dr. A. De Jager, te 's Gravenhage; prof. dr. W. H. Kosters, te Leiden, en dr. J. T. De Visser, te Amsterdam. In de sectie der rechtsgeleerdheid en staats wetenschappen de heeren mr. F. C. W. Koker, te Arnhem; prof. mr. H. Krabbe, te Gronin gen; S. Krayenhoff van de Leur, te Utrecht; mr. R. Macalester Loup, te 's-Gravenhage; L. A. Walaardt Sacre, te Utrecht, en mr. A. J. Cohen Stuart, te Amsterdam. Voor het vergrooten van het R. K. kerk gebouw te Noordwyk Binnen, gisteren onder leiding van den architect Ns. Molenaar, van 's Gravenhage, aanbesteed, zyn 15 inechry vingsbiljetten ingeleverd. Hoogste inschryver was de heer J. Gz. Elshout, te Scheveningen, voor 48,300, laagste de heer G. Van Rosse], te Utrecht, voor 40,980, aan wien het werk is gegund. De collecte ten behoeve van het fonds tot arnmoediging en ondersteuning van den gev\apenden dienst heeft te Oegstgeest opge bracht de som van 39.61 en te Aarlander- veen 19.82. De heer A. W. Voors, cand. tot den Heiligen Dienst, is te Heinoo in de voormiddag- godsdienstoefening door ds. S. H. J. De Wolff, pred. by de Ned.-Herv. gem. te Leiden, plechtig tot de evangeliebediening ingeleid en bevestigd als predikant der Herv. gemeente te Heinoo, naar aanleiding van 1 Petr. 5: 14. Des namiddags hield de nieuwe leeraar zyne introe rede, naar aanleiding van Rom. 15: 29, 30, 32 en 33. Eene talrijke menigte van Heinoo en elders woonde beide plechtigheden by. Naar gemeld wordt, zullen B. en Ws. van Amsterdam den Raad geene voordracht doen om een opvolger van prof. Gunning te benoemen. Geiyk de „Tel." bevestigt, behoort de oogheelkunde (waarin professor Gunning doceerde) niet tot de verplichte leervakken aan de Universiteit. In de gisteren gehouden Raadsvergadering te Schiedam werd op het verzoek van den leeraar in de Engelsche taal aan de H. B. School dr. B. Koster, om op grond van 70- jarigen leeftyd nog 1 jaar in dienst te mogen blyven, overeenkomstig het daarop uitgebracht rapport van de commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwys, besloten afwyzend te beschikken. By koninkiyk besluit zyn benoemd tot vertegenwoordigers der Nederlandsche Regee ring by het van 27 Juli tot 1 Augustus aan staande te Antwerpen te houden tweede internationale congres „pour l'étude des ques tions relatives au patronage des condamnós, des enfants moralement abandonnós, des vagabonds et des aliónés": jhr. mr. A. J Rethaan Macaré, officier van justitie by de arrondissements-rechtbank te Haarlem, en mr. J. A. Levy, advocaat en tydeiyk voorzitter der Maatschappy tot Nut van 't Algemeen, te Amsterdam. Nader verneemt de „Tel." dat niet alleen de heer Pauwels geteekend heeft by de nieuwe Nederlandsche Opera van den heer Van der Linden, maar ook de dames Engelen Sewing, Joh. Kempees, Orelio Van Santen, en de he.ren Orelio en Poons. Men deelt verder mede dat de hoer J. G. De Groot, directeur der Nederlandsche Opera vereeniging, met den „artistieken leider" den heer S. J. H. De la Fuente gisteravond naar Parys vertrokken is, „ten einde by de reeds nieuw geëngageerde artisten nog meerdere krachten van naam aan zyn gezelschap te verbinden". Welke Holland8che zangers zyn daar te ont dekken? vraagt de „Tel." De minister van binnenlandsche zaken brengt ter algemeene konnis, dat het Koninkiyk Penningkabinet te 's-Gravenhage van 29 Juni tot en met 2 Juli a. s. voor het publiek zal gesloten zyn. De Staatscourant van 20 dezer bevat een reisrapport van Hr. Ms. schoener „Dolfijn", belast met het politie-toezicht in de Noord zee, over de maand Mei 1894. Hoewel het weer over het algemeen goed was, was de zee dikwyis nogal onstuimig, als gevolg van de Noordelyke winden, en waren er minder Nederlandsche visschers buiten dan de vorige maand. Vooral die van Wierum en Moddergat waren veel binnen. Vreemden, voornamoiyk Engelschen, werden in de eerste helft van de maand veel, in de laatste dagen echter slechts weinig gezien. Klachten werden niet vernomen; zy, die daarnaar gevraagd werden, gaven ontkennende antwoorden, terwyl meer malen in het Friesche gat geankerd werd, wanneer de visschers in- of uitliepen. Over tredingen worden niet opgemerkt. By koninkiyk besluit zyn de heeren mr. T. M. C. Asser, lid van den Raad van State jhr. mr. G. J. Tb. Beelaerts van Blokland, lid van de Tweede Kamer; mr. P. R. Feith, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden, lid der Staatscommissie tot herziening van het Burgeriyk Wetboek, en mr. E. N. Rahusen, lid van de Eerste Kamer, benoemd tot afge vaardigden der Nederlandsche regeering naar de te 's-Gravonhago te houden tweede Confe rentie van Internationaal Privaatrecht, waar van de opening bepaald is op Maandag 25 Juni a. s. By de firma W. J. Thieme Co., te Zutfen, zal spoedig verschynen eene Hol- landsche bewerking (door dr. B. C. Goudsmit) van „la Fin du monde", het nieuwste pracht werk van Camille Flammarion. De uitvoering van dit hoogst belangryke boek zal buitengewoon fraai zyn, geïllustreerd met de origineele gravures. Op last van den minister van oorlog moet het doen van dienstreizen op Zondag zooveel mogeiyk worden vermeden. By beschikking van den minister van marine, is de gouden medaille voor 50 jarigen eerlyken en trouwen dienst toegekend aan den opperschipper in het vaste corps dek- en onderofficieren B. J. Wollenstein. Tot rector-magnificus der universiteit te Amsterdam is voor het studiejaar 1894/95 benoemd de hoogleeraar dr. D. E. J. Yölter De gewone audiëntie van den minister van koloniën zal op Vrydag 22 dezer niet plaats hebben. Het stoomschip „Anchises" arriveerde 18 Juni van Amsterdam en Liverpool te Batavia; de „Stentor" vertrok 18 Juni van Batavia naar Amsterdam; de „Bellerophon", van Amsterdam naar Java, arriveerde 19 Juni te Port-Said; de „Reichstag", van Natal naar Hamburg, passeerde 18 Juni Suez. Provinciale Staten van Zuid-Holland. De Provinciale Staten zullen in de aan staande zomervergadering behalve de begroo tingen en daarby behoorende stukken betref fende subsidiön aan inrichtingen voor ambaebts- onderwys, enz., o. a. behandelen een voorstel tot uitbreiding van het aantal opzichters by den dienst van den provincialen waterstaateen voorstel tot het doen eener geldelyke uitkeering ineens aan eene weduwe van een tydelyk in dienst der provincie zynden, door verdrinking omgekomen werkman; voorstel om aan de Holl. Maatschappy van Landbouw een jaar- ïyksch subsidie van 1000 te verleenen in de kosten voor een zuivelconsulent in Zuid- Holland; voorstel tot het verleenen van een subsidie aan den polder de Oost- en West Zomerlanden van Heinenoord in de kosten van het verbeteren van den oprit; voorziening in de exploitatie van het veer tusschen Roon en Goidschaixoordvoorstel om de voordracht tot wyziging van bet provinciaal reglement op de uitoefening der jacht en visschory buiten verder gevolg te latenvoorstel tot wyziging van het tydstip der in-beheer-neming van het vaarwater met jaagpad van de Mallegatsluis tot de Ringvaart van don Haarlemmermeer- polder, benovens een tarief van heffing van rechten op het beheer van de Gouwe. De voorgestelde uitbreiding van het personeel by den provincialen waterstaatsdienst heeft ten doel aan te vullen éón opzichter, belast met het toezicht op de werken van het scheepvaartkanaal tusschen Ryn en Schie en één opzichter tot regeling en controleeriog van de werkzaamheden der kantonniers op het jaagpad langs den Ryn by do provincie in beheer, ieder op eene jaarwedde van ƒ1000 tot ƒ1500. Voorgesteld wordt ten behoeve der ver- eenigiDg „Volksnut" te Brielle voor 1894 een provinciaal subsidie te verleenen van ƒ100. Op het adres van den directeur der stoom boot maatschappy „De Vereeniging", te Alfen, verzoekende dat de snelheid van varen op een gedeelte van het Rykvak worde vermeerderd van 150 tot 175 M., per minuut, geven Gedep. Staten in overweging afwyzend te beschikken. Eene afwyzende beschikking wordt in over weging gegeven op de subsidie-aanvrage van de gemeente Oudshoorn ten behoeve eener verbetering van een gedeelte van den weg genaamd de Lage Ryndyk. Het komt Ged. Staten voor dat de verbete ring van dezen weg do flnantiöele krachten der gemeente niet te boven gaat. Den Staten is aangeboden een ontwerp besluit tot heffing van rechten op het beva ren van de Gouwe, aan te vangen met 1 Januari 1895. Bet matige der provinciale heffing zal, meenen Gedeputeerde Staten, beter in het oog springen, wanneer die heffing dadelyk volgt na het vervallen der gemeentelyke verorde- Ding, waarvan het recht meor dan driemaal zoo hoog is dan dat, bekrachtigd by de konink- lyke concessie. Met het oog op een en ander wordt de dagteekening der in-boheer-neming van het vaarwater op 1 Januari 1895 gesteld. In het ontwerp-hoffingsbe8luit is als regel aangenomen eene heffing van l1/, cent per M*., volgens Ged. Staten een matig recht. Van een vaartuig van 400 M1. zal in stede van ƒ15.6272 naar dit ontwerp ƒ6 verschul digd zyn; voor een vaartuig van 200 M*. in stede van 7.627a, naar dit ontwerp ƒ3. Met het oog op de vaartuigen, welke her- haaldeiyk, soms meer dan oens per dag, de Gouwe bevaren, wordt in het tarief de be voegdheid gegeven een jaarlyksch recht te voldoen, en wel honderdmaal het bedrag, dat telkenmale verschuldigd zou zyn. Ged. Staten betoogen voorts, dat het recht ook matig is in verhouding tot de uitgaven, die de provincie op zich neemt. De inning van het kanaalrecht zal plaats hebben te Gouda, waar de schipper toch oponthoud heeft, en hot recht wordt alleon verschuldigd gemaakt by het varen langs tolkantoren, in Gouda geplaatst. De herziening van hot tarief is verplichtend gesteld vóór den lsten Januari 1897. By de overneming van het jaagpad lange de Gouwe in beheer en onderhoud zal ook de provincie moeten voorzien in de bediening van de pont aan de Gouwesluis, onder Alfen. Een tarief van veergelden voor het gebruik van die pont wordt voorgesteld en is geheel geiykluidend met het thans geldend tarief. Op de agenda komt ook voor de vast stelling der enkel prov. en huishoudelijk® rekeDing van 1892 (in ontvangst 923,184.90, uitgaaf 821,800.38s en alzoo met een batig saldo van 101,384.51s), de begrooting voor 1895, voor zooveel het Ryk6bestuur betreft, ten bedrage van ƒ95,941 tegen ƒ78,990 voor 1894 toegestaan en de enkel prov. en huis- houdeiyke begrooting voor 1895, bedragend® aan inkomsten ƒ477,690.188 en aan uitgaven geiyk bedrag. De by de Regeering aan vragen heffingen voor de bestryding der uit- 10) „Vreemd toch! die man," mompelde do kapitein by het heengaan, „en die gedaante verwisseling komen my zoo zonderling voor; ik weet niet wat ik er van denken moeti V. Jacques Varlny. Hervatten wy thans den draad van ons verhaal 1 Het feest, waarvan wy in den aan vang melding maakien, is in vollen gang, on terwyl men zich in de verschillende zalen met dansen en spelen vermaakt, voert de kapitein Castillac zyn vriend Berlin in een afzonderiyk rooksalon, om daar ongestoord met hem te kunnen praten. „Gy zult ongetwyfeld wel reeds vernomen hebben," sprak ds kapitein, „dat de „Société Océanique de Bordeaux" het plan heeft, een succursale te Parys te vestigen?" „O, zeker, en dat ze u daarmede belast heeft." „Ja, maar de groote moeilijkheid is, een geschikt directeur te vinden, iemand, die werkeiyk in staat is, de zaken behooriyk te leiden. Bekwame bedienden, ervaren boek houders, daaraan ontbreekt het te Parijs evenmin als ir Bordeaux, maar een hoofd, een chef, dat de zaak, en nu geloof ik, dat ik dien révonden heb." „™V«Hyk, welnu> dan wensch ik u geluk weet by efarin« ho« moeilijk dat ie." „Ja, maar nu komt het hinkende paard achteraanik kan hem geene proposition doen 1 „Waarom niet?" „Wel, voor den duivel, om der vriendschaps- wille; het is uw kassier 1 ZiedaarI nu weet ge alles." „Jacques Varlay?" Dezelfde I Ik ben belast, hem de directie der succursale aan te bieden." „Ge kondet werkeiyk geene betere keus doen wat administratie en financiën betreft, heeft hy zyns gelyken niet, en ge weet, hoe myne zaak bloeit; dat alias heb ik hem te danken I" „Zeker weet ik dat, en ik zou my ook geen oogenblik bodonken, hem de voordeeiige proposition te doen, die de Maatschappy hem op myne aanbeveling aanbiedt, ware het niet, dat hy by u werkzaam was, en dat ik er eene gewetenszaak van maak, u een zoo be kwaam en vertrouwd persoon afhandig te maken. Ware hi) by een ander werkzaam, dan zou ik er geen bezwaar in zien, maar nu...." „Welnu, wat dat betreft, stel hem gerust uwe voorwaarden 1 Ik zou het zelfs gaarne zien en bon zeer nieuwsgierig, wat zyn ant woord zal zyn. Ik beken dat het my minder aangenaam zou wezen, zoo hy nu zyne betrek king verliet, te meer, daar ik zeer aan hem gehecht ben, hem, om zoo te zeggen, zelf heb opgevoed en hem meer als zoon dan als gewoon bediende beschouw. Het zou dan ook, van zyn kant, niet dankbaar zyn." „Nu, dan zal ik niet op hem kunnen rekenen; daarvoor ken ik hem te goed!" „Och I wie weet, het is altyd te beproeven, en ge kunt me later den uitslag nededeelen." Hiermede verliet de bankier zyn vriend om eonige nieuw aangekomen gasten te gaan verwelkomon, terwyl de kapitein Jacques Varlay ging opzoeken. Weldra vond hy hem in een nevenvertrek, waar mevrouw Bertin in alle staatsie troonde. Jacques wilde juist afscheid nemen en ver trekken. „Gaat ge nu reeds heen, mynheer Varlay?" vroeg Jeanne. „Het spyt my, mejuffrouw, maar ik mag niet langer blyven; myne moeder is ziek en myne zuster waakt by haar tot ik thuis kom." „Die lieve Zezettel" „Vergun my, mejuffrouw Joanne, u ai het geluk toe te wenechen, dat ge zoo ruimschoots verdient." „Harteiyk dank, mynheer Jacques," ant woordde Jeanne met tranen in de oogen, en terwyl zy hare hevige ontroering voor de gaston en vooral voor hare moeder trachtte te verbergen, „harteiyk daokl" Tot afscheid reikte zy hem de hand, die hy eerbiedig aan de lippen bracht. „Hé, waarde vriend I eindeiyk gevonden I met deze woorden liep de kapitein Castillac Jacques Varlay, toen deze het vertrek verliet, tegen het ïyf. „Den geheelen avond hebt go u by de dames opgehouden, zoodat nu ein- deiyk de vrienden wel eens eene beurt mogen krygen; kom, steek eene sigaar op en laat ons wat babbelen, en zyn arm door dien van Jacques stekende, voerde hy hem met zich voort." „Ge weet," dus opende hy het gesprek, „dat dé „Société Océanique de Bordeaux" het plan heeft, te Parys eene succursale te ves tigen. Wat ge echter niet zult weten ie, dat ze my, als vertegenwoordiger, heeft opgedragen, een directeur te zoeken om de zaak hier te besturen, en dat ik daartoe het oog op u heb gevestigd I" „Zeer vereerd met de onderscheiding, maar tot myne spyt kan ik da opdracht niet aan nemen." „En dat waarom niotuwe maatschap- peiyke positie wordt er toch enorm door verbeterd?" „Zelfs dat is niet in staat, my te doen besluiten uw aanbod ook maar in overweging te nemen 1 Let wel, de hoer Bertin wordt oud en draagt zooveel mogelijk op my de leiding zyner zaken over. Hy heeft my vry duidelyk te kennen gegeven, dat ik hem onmisbaar ben, on nu zou het toch van myn kant eene groote ondankbaarheid zijn hem, wien ik zooveel verschuldigd ben, te verlaten, nu hy my juist het meest noodig heeft 1" „Maar denk toch aan de groote voor- deelen, die uwe nieuwe betrekking u zou aanbieden; denk ook aan uwe moeder en uwe zuster." „O zeker, maar tevens mag ik niet ver geten, dat de heer Bertin my, na den plot- selingen dood van myn vader en onzen totalen ondergang, zoo jong als ik was, op zyn kantoor heeft genomen, myne verdere opvoeding heeft voltooid, en, zonder dat ik hem nog de geringste diensten kon bewyzen, een salaris heeft gegeven, groot genoeg, om in de behoeften myner familie te kunnen voorzien; dat zyn weldaden, kapitein, die men nimmer vergeet, en dus, al ware bet alleen uit gehechtheid aan myn weldoener en uit dankbaarheid voor de my bewezen weldaden, mag ik uw aanbod niet aannemoni En wat myne moedor en myne zuster be^ treft, die zullen er eveneens over donkoDik weet zeker, dat myne moeder, die ik als eene heilige vereer, my zal zoggen„Toen we arm waren, heeft de heer Bertin zich onzer aangetrokken, heeft zich tegenover u gedragen als een vader; welnu, thans bobt ge gelegenheid u tegenover hem te toonen als een goed zoon"dat zal myne moeder zeggen, en dus, kapitein, begrypt ge, dat ik uw aan bod niet kan, niot mag aannemen, maar niet temin ben ik u hoogst orkentelyk voor de my geschonken voorkeur en dank u met geheel myn hartl" „Gedurende deze geheele toespraak had do kapitein hem strak aangezienelndeiyk vatte by hem by de handen, schudde ze harteiyk en riep op luiden toon, zyne rede met do krachtigste vloeken doorvlechtende, die hy slechts voor byzondere gelegenheden in reserve hield„Voor den duivelIk wist wel, dat ge eon flinke kerel waart, maar dat ge zulk een edel hart bezat, dat heb ik nu eerBt onder vonden, en daarom, kameraad 1 laat my u nogmaals en nogmaals de band drukken. Het doet het hart van een oud zeeman goed, een brave borBt, zooals gy zyt, te ontmoeten I" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1