No. 10525.
Zaterdag 16 Juni.
A0. 1894.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 15 Juni.
Feuilleton.
De Misdaad in de Rue Lafitte.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRUS DER ADVERTENTTËN
Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Grooter®
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Officieel© Kennisgevingen.
Bnrgomoester on Wethouder# der gemeents Leiden
brengen by deze ter algemeens kennii dat benoemd
ia tot direoteur van de brandwoor de hper
L. MAAS. in de plaats van den heer W. A. VAN LITH,
ann wien met Ingang van 16 Juni a. 8. eer rol ontslag
ia verleend, en tot adjunct-direoteur de heer
j. BBUMMELKaMP, thans opperbrandmeeeter aan
go etoombrandapuit No. 1, in de plaats van den heer
L. MAAS voornoemd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester,
li Juni 1894. EIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien do olroulaire van den Staatsraad Gouverneur
van Zuid-Holland van den Sleten Augustus 1881
(Provinciaalblad No. 110),
Brengen ter algemeene kennis, dat, tor voldoening
aan hot Koninklijk besluit van den lsten dier maand
No. 72, de Dankdag of Godsdienstigo viering der
overwinning van Waterloo, ditmaal op Zondag den
17den dezer maand zal worden gehouden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
14 Juni 1894. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Leiden maken bekend dat, om zooveel
mogelijk het welslagen te bevorderen der
jaarlijksche Collecte, welke door de Districts
commissie tot aanmoediging en ondersteuning
van den Gewapenden dienst in de Nederlanden,
zal worden gehouden, ingevolge het ver
langen van gemelde Commissie, de genoemde
Collecte zal geschieden, door daartoe gemach
tigde personen, met gesloten bussen, op
Maandag en Dinsdag, 18 en 19 Juni a. 8.,
aanvangende 's morgens te negen uren, aan
de huizen der ingezetenen, wien verzocht wordt
op de uitreiking hunner liefdegiften orde te
stellen.
Burgemeester en Wethouders noodigen de
ingezetenen dringend uit, door onbekrompen
bijdragen krachtdadig mede te werken tot
de ondersteuning der instelling, welke zy
zoozeer behoeft, maar gelooven tevens dat
de bestemming van de opbrengst dier Collecte
reeds eene goede uitkomst verzekert en voor
ieder rechtgeaard Nederlander, die in de ge
schiedenis van z(jn eigen land geen vreemde
ling is, alle verdere aansporing overbodig
maakt.
Het fonds, tot instandhouding waarvan die
gelden worden ingezameld, strekt toch niet
slechts in het belang der verminkten en
inflrmen van den gedenkwaardigen en be-
8lissenden slag bij Waterloo (een dwaalbegrip,
dat b(j velen heerscht), neen, ongelukkigen
van lederen strijd, waarin ons vaderland
gewikkeld was en nog is, ondervinden het
steeds, dat ten hunnen behoeve een blijvend
liefdewerk is gesticht: strijders van den
Belgischen veldtocht, handhavers onzer macht
in Oost- en West Indische bezittingen,
veteranen van 40-jarigen dienst, genieten nu
reeds, of hebben althans het vooruitzicht te
genieten, van hetgeen hunne landgenooten
hebben weggelegd en thans nog afzonderen
tot leniging hunner smarten, tot ondersteuning
van hunnen gebrekkigen ouderdom.
De Nederlandsche soldaat wete het, dat,
zoo hij werkelijk in en door den dienst infirm
is geworden, er een fonds bestaat, met het
doel om door toelage, boven en behalve zijn
pensioen, zijn ongeluk te verzachten; maar
het Nederlandsche volk zij er dan ook, door
dankbare belangstelling gedrongen, gedachtig
aan die ondersteuning met meer mildheid te
verleenen, opdat het fonds aan al die billijke
aanvragen voldoe en de lijst der sollicitanten
niet nog een aanzienlijk getal blijve aanwijzen,
tot beschaming van den tijdgenoot, die aan
het werk, eenmaal zoo krachtig aangevangen,
slechts met slappe handen voortbouwt.
Moge de goede uitslag dezer inzameling,
waarvan Burgemeester en Wethouders zich
reeds vooraf overtuigd houden, het doen zien,
dat deze roepstem niet tevergeefs ook tot
Leiden's ingezetenen werd gebracht l
Voor het examen voor onderwijzeres is
geslaagd mej. C. J. Schoorel, uit Leiden.
Beroepen is bü de Geref. Kerk te Njjkerk
op de Veluwe de heer R. Rudolph, predikant
bij de Geref. Kerk C te Leiden.
Te Rijnsburg kunnen 18 Juni a. s., van
één tot drie uren 's namiddags, ten Raadhuize
inlichtingen worden verkregen aangaande de
Bedrijfsbelasting.
Men schrijft ons uit Noordwijk, dd.
14 Juni:
Met den eenvoud, den geachten overledene
eigen, werd het stoffelijk overschot van onzen
em.-predikant ds. J. G. Blaauw ten grave ge
bracht, gedragen door de leden van den Kerke-
raad en die van het Kiescollege.
Aan het graf werd het woord gevoerd door
ds. S Verhoeff, van Noordwijk Binnen, die
den overledene herdacht als predikant dezer
gemeente, door ds. J. J. Van Walsem, van
Noordwijk aan Zee, als veeljarige vriend, en
ds. Van Druten, van Rijnsburg, als ringbroeder
en trouwe vriend.
Nadat een familielid de aanwezigen dank
had gebracht voor de den overledene bewezen
eer, verliet men den doodenakker, er het
omhulsel achterlatende van den man, die een
voudig was en goed.
De jaarlijksche collecte voor het fonds tot
aanmoediging en ondersteuning van den gewa
penden dienst in de Nederlanden zal worden
gehouden te Voorschoten op 18 Juni a. 8. en
te Woubrugge in do week van 18—23 Juni.
Aan het verslag der gemeente Voor
schoten over 1893 wordt het volgende ont
leond
De bevolking bedroeg op 31 Dec. 1892:
1197 m. en 1292 vr. 2489.
Door geboorte en vestiging vermeerderde
de bevolking met: 158 m. en 212 vr. 370.
Door sterfte en vertrek verminderde de be
volking met: 130 m. en 222 vr. 362.
Op 31 December 1893 bestond zij dus uit:
1225 m. en 1282 vr. 2507.
Gedurende den loop van het jaar werden
18 huwelijken gesloten.
Er kwamen 66 gevallen van mazelen en
één geval van febris typhoïdea voor. Op de
begraafplaatsen der hervormden en katholieken
werden resp. 29 en 28 lijken begraven. Het
gotal koepok-inentingen bedroeg 70. Het getal
leerlingen der verschillende scholen bedroeg
voor de O. L. S. in het dorp 121 j. en 102
m., die aan den Rijndijk 40 j. en 38 m., de
Chr. school 36 j. en 42 m., de kostschool
Bijdorp 41 m. en de kostschool Wulling 24
j. De rijksnormaalschool werd bezocht door
10 mannelijke en 7 vrouwelijke leerlingen,
terwijl 7 mannelijke en 4 vrouwelijke leer
lingen in de voorbereidende klasse waren ge
plaatst.
De afdeeling „Katwijk en Omstreken"
van den Bond van Nederlandsche onderwij
zers heeft eene motie aangenomen, waarin
zij hare goedkeuring hecht aan de houding
van het hoofdbestuur in de „zaak Dijkstra"
en hare afkeuring uitspreekt over de protest
motie door de afdeeling Rotterdam aangenomen.
Graaf Herbert Von Bismarck Schön-
hausen ontving in het „Hotel de Bellevue",
te 's-Gravenhage, bezoeken van verschillende
leden van het corps diplomatique.
Hy dineerde gisteren bij den Duitschen
gezant.
Naar men verneemt, zal de „Deli-Courant"
aan eene naamlooze vennootschap overgaan,
waarvan de zetel te 's-Gravenhage zal ge
vestigd zijn.
De redactie, zoowel in Nederland als te
Medan (O. K. Sumatra), blijft in handen van
de heeren Jacques Deen en J. A. Naudin
Ten Cate.
Als directeur treedt op de heer W. Cremer.
Commissarissen zijn de heeren Frits Grans
berg, J. Broos en Jacques Deen.
Te 's-Gravenhage is op 67-jarigen leeftijd
overleden mr. Ph. H. Verbeek, oud-referendaris
by koloniën.
Het natuurkundig examen voor aan
staande veeartsen zal aanvangen op Woensdag
27 Juni e. k., in de lokalen van 's Ryks
veeartsenyschool te Utrecht.
Nog nooit is de uitslag der eindexamens
aan de Kon. Mil. Academie zoo ongunstig
geweest als dit jaar; niet minder dan 5
officieren der 1ste afdeeling Krijgsschool en
8 cadetten van het hoogste studiejaar zullen
den cursus opnieuw moeten volgen.
Te 's-Gravenhage is overleden de hoer
Jean Chrétien Valois, gewezen directeur van
den Hollandschen schouwburg. Velen zullen
zich deze figuur hy was getrouwd met
Mevr. Valoi8-Sablairolles herinneren. Hy
werd 85 jaar oud.
Het „Vad." kan het op goede gronden
een verzinsel noemen, dat de burgemeester
van Schiedam zfin ontslag zou aanvragen.
Te Nymegen is plotseling overleden de
heer W. A. Peters, lid van den Raad aldaar.
De gouverneur van Suriname met verlof,
jhr. mr. Van Asch van Wyck, is gisteren
andermaal uit Utrecht in Den Haag gekomen
en is in conferentie geweest met den minister
van koloniën.
De gouverneur zal aan hen, die hem over
dienstzaken mochten wenschen te spreken,
daartoe de gelegenheid geven op Maandagen
18 en 25 Juni a. s., des namiddags te halféén,
in het gebouw van het dep. van koloniën.
Evang.-Luthersche Kerk. Ds. W. F.
Loman, te Amsterdam, heeft tegen 1 Dec.
emeritaat aangevraagd.
Ned.-Hervormdo Kerk. Bedankt is
voor het beroep naar 's-Gravenhage door ds.
C. J. Lammerink, te Scheveningen.
Volgens Architecture" zou by de af
deeling Publieke Werken te Amsterdam in de
plaats van den heer Weissmann geen gemeente-
architect meer worden benoemd en by de
reorganisatie van die afdeeling, welke volgens
het architecten-blad reods 20 jaar in de lucht
hangt, een centraal bureel gevormd worden
met den directeur aan het hoofd. De hoofd
stad zou verdeeld worden in sectiën, aan wier
hoofd weder een hoofdopzichter zou worden
geplaatst.
Ter voldoening aan het bepaalde by
artikel 14 der wet van 4 April 1870 wordt
door den minister van financiën bekend ge
maakt, dat op den lsten Juni 1894, overeen
komstig het bepaalde by artikel 11 bis der
wet van 22 December 1863, zooals die is ge-
wyzigd by de wet van 7 Augustus 1888, aan
de Nederlandsche Bank wegens te verstrekken
voorschotten in onderpand was gegeven een
bedrag van ƒ3,600,000 in schatkistbiljetten.
In de Friesche gemeenten Opsterland,
Weststellingwerf, Westdongeradeel, enz. staat
het met de gemeente financiën zóó treurig,
dat by herhaling de toevlucht tot tydelyke
geldleening moet genomen werden. De Raad
van Weststellingwerf besloot nog ie zyne
jongste vergadering tot eene tydelyke geld
leening van.... f 25,000. De gemeente be
grootingen over 1894 van Opsterland en
Weststellingwerf zyn in hooger beroep naar
den minister van binnenlandsche zaken opge
zonden, omdat Gedep. Staten van Friesland
de uitgetrokken som voor subsidie aan 't
armbestuur als uitgaaf, die voor buitengewone
subsidie van 't ryk als inkomst niet willen
goedkeuren en de radon niet genegen zyn,
die posten te verlagen, maar Gedeputeerden
integendeel aandringen op verhooging van den
boofdeiyken omslag.
Nu het plan tot werkverschaffing, door aan
koop van woeste gronden voor rekening der
gemeento Opsterland niet door de Hoogo
regeering is goedgekourd, geraakt de Raad in
groote verlegenheid, daar de draagkracht der
ingezetenen z. i. geen hooger hoofdeiyken om
slag toelaat.
De minister van marine heeft: lo. de
off. van goz. lste by de zeemacht A. J. Gysen,
behooronde tot de rol van Hr. Ms. instructieschip
„Admiraal van Wassenaer" en gedetacheerd
aan boord van Hr. Ms. instructieschip „Pollux",
met 21 dezer op non-activiteit gesteld en ver
vangen door den off. van gez. lste kl. H. A.
Molema; 2o. den adelborst lste kl. P. J
Lucardie, behoorende tot de rol van Hr. Ms
wachtschip te Willemsoord, onder Intrekking
zyner plaatsing aan boord van Hr. M«. iri
8tructieschip „Nautilus", met 18 dezer op non
activiteit gesteld.
Het stoomschip „Prins van Oranje", van
Batavia naar Amsterdam, vertrok 14 Juni van
Port-Said; de „Burgemeester Dsn Tex", van
Batavia naar Amsterdam, vertrok 13 Juni van
Genua; de „Lawoe", van Rotterdam naar
Batavia, vertrok 14 Juni van Suezde „Merapi",
van Batavia naar Rotterdam, vertrok 14 Juni
van Port-Saidde „Prinses Wilhelmina" arri
veerde 14 Juni van Amsterdam te Batavia
de Conrad", van Amsterdam naar Batavia,
vertrok 14 Juni van Genua; de „Veendam",
van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerdo
14 Juni Lizard.
By koninkiyk besluit is aan mr H. M.
Cohen Tervaert, ambtenaar van het openbaar
ministerie by de kantongerechten in het arr.
Amsterdam, voor het kanton Amsterdam No. 2,
als standplaats aangewezen Nieuwer Amstel.
Benoemd tot rechter in de arr. rechtbank
te Amsterdam mr. P. J. Byleveld, thans sub
stituut griffier by gemelde rechtbank.
Benoemd tot notaris binnen het arr. Haarlem,
ter standplaats Haarlem, U. J. K. Versfeit,
candidaat notaris aldaar; tot notaris binnen het
arr. Leeuwarden, ter standplaats Bolsward,
M. Schotman Mz., thans notaris te Hoogeveen.
Met ingang van 1 Sept. a s. benoemd tet
leeraar aan de Ryks hoogere burgerschool te
Tilburg, G. J. Van Swaay, thans leeraar aan
de Ryks hoogere burgerschool te Winterewyk,
uit welke laatste betrekking hom met gelyken
datum eervol ontslag wordt verleend.
Met ingang van 1 Nov. a. s. dr. W. J. A.
De Witt Huberts, op zyn verzoek, eervol
ontslagen als directeur van en leeraar aan do
Ryks hoogere burgerschool te Zwolle
Goedgekeurd dat G. L. Van den Helm,
burgemeester van Buurmalsen, is benoemd tot
secretaris dier gemeente.
Aan G. Ter Meulen, secretaris der gem.
Serooskerke, toestemming verleend om in de
gemeente Middelburg te wonen.
Lombok.
De „Amsterdammer" herhaalt nog eens h:u*e
ernstige waarschuwing tegen de expeditio
naar Lombok. Indien, zegt het blad, de grieven
en de eischen, door den resident aan do vorsten
van Lombok overgebracht, dezelfde zyn als
die de minister Vrydag jl. in de Eerste Kamer
te berde bracht, dan constateoren wy hier neg
eens uitdrukkelyk: dat die grievon als ze
al voldoende vaststaan, vrat ook door den hoer
Pynacker Hordyk werd betwyfeld óf niet
liggen binnen het terrein onzer bemoeiingen
óf niet van dien aard zyn, dat zy een casus
belli oplevereu, daar zy, mede volgens den
hoer Hordyk, niet gegrond zyn op feiten, die
als eene aanranding onzer suzereiniteit kunnen
worden beschouwd.
In dezen stand van zaken kon van het
stellen van eischen onzerzyri* geen sprake
zyn eu schenden wy, volgens het radicale
orgaan, door ons ultimatum het met den
vorst van Lombok gesloten contract van
1843, volgens hetwelk wy, zoolang van Lom-
bokscbe zyde dit contract wordt nageleefd,
Qecnerlei pogingen" mogen aanwenden om
ons op dat eiland te vestigen dan wel ons
met het inwendig bestuur te bemoeien, daar
dit bestuur geheel aan den vorst des landa
werd overgelaten
Tegen zulk oene daad protesteert het blad
en eveneens tegen het autocratisch bedryf dor
regeering om in zulk eene gewichtige aange
legenheid de Tweede Kamer niot eerst ta
hooren, waai deze toch 19 Juni byeenkwam.
Ook het „Haagscho Dagbl." betreurt het
besluit van den Gouverneur-Generaal tot het
zenden oener expeditie Minaer verontwaardigd
2)
„O, wat dat betreft kunt ge volkomen
gerust zyn, mynheer Jacques; ge weet dat ik
altyd, om zoo to zeggen, met één oog open
slaap en dat ik bovendien Ribi by my
heb, die meer waard is dan alle wakers
ter wereld."
„Zeker, ik ben dan ook nu gerust en ver
trek; rust wel, tot morgen."
„Tot morgen, mynheer Jacques I"
„Zal ik het licht uitdoen, dan behoeft gy
er niet weder voor op te staan?"
„Dank u; zie maar, ik kan van uit myn
bed de gaskraan bereiken. Ik zal wachten
tot gy vertrokken zyt, opdat ge u nergens
aan zoudt stooten."
Jacques streelde den hond, die zich reeds
weder voor het bed van zyn meester had
neergevleid, wenschte den grysaard nogmaals
goeden nacht en vertrok, de yzeren deur
weder achter zich sluitende.
Een oogenblik later heerschte in het bureau
weder een half duister en hoorde men niets
dan de geregelde ademhaling van den ouden
Baptistin, die weldra weder was ingeslapen,
en van zyn trouwen makker.
De yzeren deur, door welke Jacques Yarlay
vertrokken was, was niet de eenige, die toe
gang verleende tot de bureaux van de Bank.
Behalve die, was er nog een afzonderlyke
ingang, uitsluitend ten dienste van den heer
Bertin, en die daarvan steeds gebruik
maakte, om in zyn kabinet to komen zonder
door de bureaux der bedienden en de wacht
kamer te gaan.
Dit kabinet was bovendien met de bureaux
verbonden door eene zware, met leder be-
kleede deur, welke met opzet zoodanig was
voorzien, opdat het rumoer, hetwelk, vooral
op drukke dagen, in de wachtkamer heerschte,
niet tot het kabinet van den directeur kon
doordringen en men aldaar ook niet zou
kunnen hooren, wat in het kabinet ge
sproken werd.
Eenige oogenblikken nadat Jacques Varlay
door de yzeren deur vertrokken waa, werd
de lederen geopend en verscheen een forsch
gebouwd man, eveneens in het zwart gekleed.
Deze scheen met de inrichting der ver
trekken volkomen bekend, want hy bewoog
zich met de meeste zekerheid in het duister
on begaf zich, zonder eenige aarzeling en
zonder gerucht, regelrecht naar de kas.
Ribi echter was onmiddeliyk by de hand,
richtte zich op, liet een zacht gebrom hooren
en sprong op den binnenkomende toe, om
wien hy echter, als om een bekende, kwls
pelstaartende heenliep.
Baptistin, door de stem en de bewegingen
van zyn hond half uit zyn slaap gewekt, riep
„Stil, Ribil laat de heer Varlay met rust,
allons, koest I"
Het wakkere dier, aan het bevel van zyn
mee8ter gehoorzamende, strekte zich weer
voor het bed van den grysaard neder.
„Maar", vervolgde Baptistin, nog half in
dommel, ,zyt gy er nog, mynheer Jacques?"
De nieuw aangekomene antwoordde op
fluisterenden toon: „Ja, ik ben het, slaap
maar gerust."
„Ik dacht dat ge reeds vertrokken waart l"
„Ja, maar ik had nog iets vergeten, ik
heb het, ik ga, slaap wel, tot morgen 1"
„Tot morgen, mynheer I"
Baptistin weDdde zich een paar malen in
zyn bed om, keerde zyn hoofd naar den muur
en sliep weder in.
Hierop slechts wachtte de vreemde, hy
naderde het bed, boog zich over den sla
pende heen en luisterde aandachtig naar
diens ademhaling.
Na zich overtuigd te hebben, dat hy wor-
keiyk sliep, naderde hy opnieuw do kas,
drukte zonder aarzelen, zonder zoeken, op
eene onzichtbare veer, waardoor eene opening
ontstond, die toegang verleende tot het sleu
telgat, stak er een sleutel in en opende de
deur. Vervolgens opende hy de binnendeur
van eene kleine afzonderlyke afdeeling en nam
or een vry groot pakket uit.
Dit pakket bevatte het depot van don
kapitein Castillac.
In zenuwachtige haast verscheurde hy den
papieren omslag, verdeelde den inhoud en
liet dezen geleideiyk in zyne verschillende
zakken verdwynen met eene zekerheid en
vastheid van hand, die een ervaren goochelaar
tot eer zou verstrekt hebben.
Niemand zou, op het eerste gezicht, ver
moed hebben dat by zulk een enormen en
kostbaren buit by zich droeg.
Drie of vier pakjes bankbiljetten bleven er
nog over; deze borg by, met den uitroep:
„dit voor het spel en om de fortuin te tar
ten 1" in eene elegante portefeuille, toen eens
klaps do metalen klank van het slot der
yzeren deur geen twyfel overliet, of deze
werd van buiten geopend.
Ribi was dadeiyk wakker, sprong op en
blafte luid. De dief, door schrik bevangen,
beefde, verbleekte en stamelde: „Men komt,
ik ben verloren l"
Onmiddeliyk echter herstelde hy zich en
wilde vluchten. Hy wiorp met zulk een hevigen
slag de deur van de kas dicht, dat de sleutel
uit het slot sprong en op den vloer viel.
Hierover echter bekommerde hy zich niet,
hy trachtte door de deur van het kabinet
van den heer Bertin, door welke hy was
binnengekomen, te ontvluchten, maar Bap
ristin, door het rumoer gewekt, sprong het
bed uit en draaide het gaslicht op, waardoor
het geheelo vertrek thans verlicht was, zoodat
vluchten langs dien weg onmogeiyk was.
Met een sprong bereikte hy de wachtkamer,
welke volkomen duister was, hield zich daar
ee& oogenblik op, teD einde te trachten, van
den schrik, die zich van hem had meester
gemaakt, te bekomen.
Maar de tyd drong; van twee zydon over
vallen, moest hy zich, het kostte, wat het
wilde, redden; moest hy vluchten.
Door de lederen deur onmogeiykdeze
was verlicht! door de yzeren, door deze
kwam iemand binnen. Er bleef hem echter
geene keus; de laatste was m het duister,
en bood hem dus het voordeel van niet gezien,
althans niet herkend te worden; bovendien
had hy twee kansen, twee belangryke voor
deelen op den binnenkomende, do verrassing
van den aanval en de kracht van den aanloop;
hy plaatste zich achter de yzeren deur juist
op het oogenblik. dat deze geopend werd en
een man binnentrad.
Met vroeseiyke kracht wierp by de deur
terug Door den onverwachten, hevigen schok
viel de binnenkomende achterover en uitte
een luiden smartkreet Zonder zich echter
op te houden, sprong de dief over den ge
vallene heen en trok, om aan zyne vervolgers,
Baptistin en Ribi, te ontkomen, met een
hevigen ruk de deur dicht.
Deze echter weigerde, als ontmoette zy
een hinderpaaleen tweede kreet, luider en
smarteiyker nog dan de eerste, weerklonk
door het bureau.
De dief sloeg er echter geen acht op, hy
zag slechts één ding, nameiyk dat de deur
met gesloten was Hy meende dat de oud®
man, die hem vervolgde, haar aan den binnen
kant tegenhield, en wierp haar met een ruk
weder terug, ten einde hem, die er zich achter
bevond, met één slag omver te werpen.
Maar de zware deur liet zich geLnakkeiyk
openwerpen, daar er niemand achter was;
toen trok hy haar nogmaals dicht.
Docb weder bood zy weerstand en juist op
denzelfden afstand als de eerste maal; alleen
deed zich op den nevigen schok een akelig,
onbeschryflyk geluid booren, als v&u een
lichaam, dat verbryzeld wordt.
Wordt vervolgd.)