IK 10523. <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. De beginselen der bedrijfsbelasting. Leiden, 13 Juni. Feu i 1 leton. EER EN LIEFDE. Donderdag 14 Juni. A°. 1894. IDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van l-Ö rogels 1.05. Iedoro rogel moer 0.17{. letters naar plaatsruimte, wordt 0.05 berekend. Grootcro Voor het incasseeren bulten de stad Aan de algemeens klacht over de zware taak ?an aangifte voor die belasting kan ■wellicht eenigszins worden te gemoet gekomen, door in breede trekken aan te gevon, welke de beginselen waren, die den wetgever leidden. Hot vermogen was by eene vorige wet ge troffen, nu waren de inkomsten aan de beurt. Niet alleen moest belast worden alles wat men verdiende of verkreeg in zaken, door nering, bedryf, enz., maar alle inkomsten, hoe en waardoor ook verkregen. De wet zegtal wat in geld of geldswaarde genoten wordt uit bedrijf, beroep, onderneming, ambt, waardigheid, bediening of betrekking, tydeiyke of voor eens verrichte werkzaamheid van welken aard ook, aandeel in winst of overwinst, bedongen of niet bedongen. Wie dit bedaard naleest, begrypt zelfs in byzonder- heden wel waar het heen moet en dat alles moet worden opgegeven wat inkomen is. De fabrikant, de koopman, de aannemer, de ondernemer, de ambtenaar, de bedienaar van den godsdienst, de directeur of de loop jongen van eene groote maatschappy, de tyde lfjk aangestelde opzichter, zjj allen hebben aan te geven wat zy als zoodanig en ook op andere wyze, als inkomen hebben. Men mag de onkosten, welke tot het bedrijf, den handel, de nering, in één woord tot „de zaak" behooren en gemaakt moeten worden, van de bruto inkomsten aftrekken, maar alleen do onkosten voor „de zaak", niet die, welke men daar buiten maakt, en dit laat zich be grijpen, want als men de huur voor huis of voor dienstbodon, het huishoud- of het kleed geld voor zich en de zynen, uitgaven voor uitspanning en dergelyke, welke men doet voor zich, mocht aftrekken, dan zouden de uitgaven ongeveer tegen de inkomsten op wegen en dan viel er niets te belasten I Neen, de kantoorman mag den huurprys van het kantoor aftrekkon, en, betreft het een pand, waarin byzelf woont of dat tevens zyn eigendom is, dan moet hy de kadastrale huurwaarde van het gedeelte, dat hy voor kantoor gebruikt, taxeerentaxeert hy te hoog, dan laat de voor het nazien der opgaven aangestelde commissie, het op des aangevers kosten opnieuw taxeeren, en die schatting trekt hy als huuronkosten af, zóó de onkosten van bureau, van klerken, van reizen, van vuur, van licht, maar alles uitsluitend met betrek king tot het kantoor. Do rytuigverhuurder berekent zyne onkosten voor onderhoud van paarden, voertuigen, loon van personeel, onderhoud van gebouwen, enz. en trekt ze af van zyn inkomen. Zóó allen, die zaken doendaarenboven mogen die allen aftrekken, hetgeen zy voor pensionneering van personeel, voor vergoeding by ongelukken on dergelyke moeten by dragen, ook mag man aftrekken retributiën en belastingen (niet directe belastingen, waarom niet, is niet erg duideiyk, nu, als reden daarvoor wordt ge noemd, dat die niet op het bedryf drukken). Niet slechts Nederlanders worden belast, maar ieder, die in het koninkrijk woont, on verschillig tot welke nationaliteit hy of zy behoort, zelfs buitenlanders of die in het buitenland verblyven, moeten opbrengen als en voor zoover zy zaken in Nederland doen. De buitenlandsche firma's Le Printemps, Le Louvre, Rudolf Herzog moeten zich aangeven voor het cyfer, dat zy in ons land innen, na aftrek van de onkosten; die aangifte moet gedaan worden door degenen, die voor den buitenlandschen persoon of zaak optreden, evenals vroeger dergelyke lieden patentplichtig waren. Buitenlandsche levens- en andere verzekeringsmaatschappijen, the Grasham, L' Union, wynkoopers, spoorwegmaatschap pijen, die, als de Grand Central Beige, een gedeelte der spoorlijn in ons land hebben liggen, deze allen worden getroffen. Deze wet staat in nauw verband met de vermogensbelasting, by welke laatste niet ge troffen worden zy, die zich opgaven als minder dan 13000 te bezitten. Nu, by deze wet op de bedryfs- of inkom stenbelasting, moet zich de fiscus rekenschap kunnen geven, hoeveel inkomen die minder gefortuneerden kunnen trekken uit hetgeen zy beneden de 13,000 bezitten, en men heeft bepaald, dat die plichligen moeten opgeven hoeveel vermogen zy bezitten en dan wordt hun inkomen, dat zy uit anderen hoofde hebben, verhoogd met ƒ40 inkomen van iedere 1000, welke zy als kapitaal bezitten. Ieder belastingschuldige mag van het totaal der inkomsten, welke hy geniet, niet als man van „zaken", maar als ambtenaar of ambteloos persoon, nog aftrekken, wat hy uit moet keeren aan lijfrenten, aan pensioen, gevestigde of altyd durende renten, maar niet de kosten van onderhoud en opvoeding van kinderen. Pensioenen, wachtgelden en ïyfrenten (be halve die, by huwelijksvoorwaarden gemaakt) behoeven voor de eerste 1000 slechts half te worden aangegeven. Elk moet voor zich aangeven, zoowel de directeur eener groote maatschappij, als de klerk, die minstens ƒ650 's jaars verdient (uet minimum, dat belastbaar is), maar het hoofd van het huisgezin moet èn voor zich, èn voor zyne vrouw aangeven, zoodat de gemeenschap één geheel vormt, zelfs al zyn de echtgenooten van tafel en bed, of van goederen gescheiden, of wel, al heeft de vrouw zich het beheer over hare goederen voorbehouden; in die 3 laatste gevallen worden de inkomsten van man en vrouw niet gesplitst, maar toch wordt de belasting in evenrodigheid van ieders inkomen over beiden omgeslagen. "Wanneer minderjarige kinderen hunne beide ouders nog hebben, bezitten zy niets, hun arbeid sinkomen wordt niet gevoegd by dat der oudersbedraagt dit geen ƒ650 's jaars, dan is het niet belastbaar, reikt het daarover, dan geeft de vader het aan als vader, evenals hetgeen jde kinderen zeiven mochten bezitten, afgezonderd van het vermogen der ouders. Zyn de kinderen wees of halfwees de voogd of voogdes geeft dan voor hen aan. Met deze vluchtige uiteenzetting zal men kunnen volstaan, waar, zooals hier, men slechts beoogt den gedachtengang van den wetgever aan te stippen, opdat de belastingplichtige kunne beoordeelen wat. waarom en wie belast wordt, en niet een leiddraad te geven by het beantwoorden der vragen, gesteld by het belastingbiljet. Alleen deze opmerking worde er nog aan toegevoegd, dat de aangever niet specifiek behoeft te vermelden, waaruit zyn inkomen bestaat; biervan alsdan de even eens gespecificeerde onkosten aftrekkende, heeft hy eenvoudig het eindcyfer te vermelden. By d6 firma E. J. Brill alhier heeft de veiling plaats gehad van eene zeer belang rijke verzameling autographen, enz. De vol gende prijzen werden o. a. besteed: Brief (niet eigenhandig geschreven, alleen onderteekend) van Filips den Goeden aan Jean De Lannoy, 4 Oct. 1453, 46; brief van Karei den Stouten aan Jean De Lannoy, 7 Dec. 1454, 25; brief van David van Bourgondiè, bisschop van Utrecht, aan Jean De Lannoy, 27 Sept. 1457, gedeeltelijk eigen handig, ƒ60; brief van Paus Adriaan VI (den eenigen Nederlander, die den pauselijken zetel beklom) aan Hendrik graaf van Nassau, 5 Aug. 1522, 40; brief van den Keurvorst van Saksen aan denzelfden, 16 Maart 1530, ƒ40; brief (geheel eigenhandig geschreven) van Karei V aan Hendrik van Nassau, 29 Jan. 1518, 500, (Nyhoff); brief van Ferdinand I, broeder van Karei V, aan George Cassandre, 30; brief van koning Hendrik VIII van Engeland aan Karei V, 35; geheel eigen handig geschreven brief var) Marie Tudor aan Maria, regentes der Nederlanden, 305brief van dezelfde aan dezelfde/, 70; brief van Louis II de Bourbon aai. zyn schoonzoon Willem den Zwijger, ƒ66; brief van Maximi- liaan van Bourgondië aan Geriit van Assendelft, 28 Sept. 1550, 26brief van Margaretha van Parma aan den Prins van Oranje, 25; brief van Prins Willem I aan den Magistraat van Gouda, 29 April 1576, 26; brief van Lodewyk van Nassau aan zyn broeder Willem I, Dil lenburg 1 Nov. 1563, ƒ101; brief van Maria Stuart aan Filips II, 135; brief van Don Juan van Oostenrijk, natuuriyken zoon van Karei V, aan Willem I, 16 Mei 1577, gehoel eigenhandig geschreven en uitstekend bewaard, 180; Autographische brief van den oudsten zoon van Prins Willem I aan zyn vader, ƒ110; brief van Louise de Colligny aan Marnix, 30 Mei 1584, 15 regels eigenhandig, ƒ71Autogr. brief van Hendrik van Nassau Siegen aan Constanten Huygens, 12 Dec. 1637, 45; Autogr. brief van den kardinaal De Granvelle, aan „M. le Secrétaire", over Prins Willem I, 55; Autogr. brief van Graaf Egmond aan Prins Willem, ƒ115; brief van den broeder van den graaf van Hoorn, Florens de Mont morency, aan Prins Willem, ƒ41; brief van Leycester aan den Magistraat van Dordrecht, 40Autogr. brief van Marnix aan Adr. v. d. Myle, 30. Verder brachten o. a. op: Een brief van Anna van Lotharingen aan haar neef, den Prins van Oranje, ƒ100; brief van Erasmus aan Monteiovius (1524) 100; brief van Erasmus aan Cornelii (1534) 140; brief van Melanchton aan Calvijn 265; brief van Bullinger aan Calvfin 155; brief van Marnix aan Jan van Nassau 205Uyttenboogaert's dagboek ƒ91; brief van Jacob Cats aan Huygens 46; Anna Roemer Visscher, gedicht aan De Groot, 66 een brief van Vondel aan Huygens 50 en een idem aan Vollenhoven 84. Hot grootste gedeelte der handschriften is voor ons land bewaard gebleven. Voor het Rijks-Archief en voor het Huis-Archief der Koningin werd menig belangrijk stuk ver kregen; ook voor verzamelingen werd nogal wat aangekocht. De Academische Bibliotheek to Leiden, de Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde en vooral de Bibliotheek der Remonstrantsche Broederschap verwierven byna al de stukken, die waarde hadden, voor deze instellingen. Ook enkele stedelijke ver zamelingen, als Gouda en Dordrecht, kwamen in het bezit van stukken, voor de geschie denis der steden van belang. Eükele particuliere verzamelaars, o. a. de heer A. Th. Hartkamp, te Amsterdam, ver rijkten hunne collecties met belangrijke stuk ken. Toch ging nog een vrjj belangryk deel naar het buitenland, en daaronder menig stuk, dat noode in onze verzamelingen wordt ge mist. Maar niettemin wordt als de slotsom der veiling beschouwd, dat men verheugd mag zyn om het vele, dat voor ons land bleef behouden. De loting voor de schutterij zal ten Raadhuize te Sassenheim plaats hebben op Dinsdag 26 Juni a. s., des voormiddags te 11 uren. De alphabetische lijst, waarnaar geloot wordt ligt tot 20 Juni a. 8. voor belanghebbenden ter lezing. Do herziene lyst, bevattende do namen der inwoners, die voor het verleenen van inkwar tiering en onderhoud in aanmerking komen, ligt ter secretarie van Sassenheim van 12 tot 27 Juni a. s. voor een ieder ter inzage. De collecte ten behoeve van het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst zal voor de gemeente Oegstgeest gehouden worden Maandag 18 Juni. De loting der schuttery zal voor die ge meente plaats hebben op Donderdag 21 Juni a. 8., des voormiddags te halfelf. Aan de ingezetenen van Warmond is door Burg. en Weths. by publicatie bekend gemaakt, dat ten Raadhuize aldaar op Vrijdag a. s., namiddags te halftwee, gelegenheid zal zyn voor kostelooze vaccinatie en revaccinatie. -- Op Maandag a. s., van des voormiddags halftien tot 12 uren, zal door den inspecteur der directe belastingen op het Raadhuis te Warmond zitting worden gehouden tot het geven van inlichtingen aangaande de bedryfs- belasting. Het orgel in de Ned.-Hervormde kerk te Woubrugge, hetwelk haar in het jaar 1794 door jonkvrouw Vingerhoed werd ge schonken, heeft weldra eene eeuw een sieraad van dit bedehuis uitgemaakt; maar dat het in deze 100 jaren door vader en zoon it bespeeld geworden, maakt dit feit dubbft vermeldenswaardig. Van 1794 —1832 was toch als organist daaraan verbonden wijlen de heer J. Van Griethuizen, en van 1832 tot hedon de heer A. Van Griethuizen, te Woubrugge. Van harte wenschen we genoemden heer geluk met deze reeds ruim 62-jarige ambts vervulling. Een en ander zal, naar men ver neemt, niet onopgemerkt voorhygaan. De loting voor de rustende schuttery in de gemeente Alkemade zal ten raadhuize aldaar plaats hebben op Woensdag 20 Juni a. s., des voormiddags te 10 uren. De alpha betische lyst van ingeschrevenen voor de schuttery in dit jaar ligt ter inzage tot 15 dezer. Door Burg. en Weths. van Alkemade is by publicatie bekend gemaakt, dat de her ziene lyst van inkwartiering gereed is en ge durende veertien dagen (van 822 Juni a. s.) ter gemeente secretarie voor een ieder ter in zage is gelegd, en dat aldaar inlichtingen te bekomen zyn omtrent het indienen van be zwaren tegen deze lyst. Do besturen der gemeenten Aalsmeer en Leimuiden zullen zich tot het bestuur van den Haarlemmermeerpolder wenden, om te verkrijgen dat de stoombooten met minder snelheid de ringvaart langs die gemeenten passeeren. De openbare zitting van den Haagschen Raad van gisteren vorderde betrekkelijk weinig tyd, want alles, ook de wijziging van de politie verordening, ging vlot van de hand. Na de moeiiykheid, waarvoor de Raad zich eenmaal geplaatst vond, is by eene wyziging van zyn reglement van orde de knoop door gehakt en bepaald dat, wanneer by het doen van benoemingen de stemmen over de per sonen staken, dadelijk het lot zal beslissen en dus geene nieuwe stemming zal gehouden worden. Aan dr. W. F. Koppescbaar is op zyn verzoek eervol ontslag verleend als loeraar aan de H. B. S. met 5-jarigen cursus. In de „Maasbode" wordt meegedeeld, dat te Schiedam algemeen het gerucht gaat, dat de burgemeester zyn ontslag zal vragen. De heer P. J. Van Dyk van Mathenei-se is sinds 1866 burgemeester. Het bestuur der Yereenigiug „Het Neder- landsch Natuur en Geneeskundig Congres" is als volgt samengesteld: prof. dr. J. H. Van 't Hoff, algemeen voorzitter; prof. dr. C. H. Kuhn; prof. dr. H. A. Lorontz, voorzitter der lste sectie; prof. dr. P. H. Schouto, voor zitter der sub sectie Wiskundeprof. dr. C. A. Pekelharing, voorzitter der 2de sectie, prof. dr. B. J. Stokvis, voorzitter der 3de sectie; dr. II. Blink, voorzitter der 4do sectiodr. C. Kerbort, algemeen penningmeesterdr. J. C. Costerus, algemeen secretaris; R. A. Van Sandick. Het Vde congres dezer Veroeniging zal in het voorjaar 1895 gehouden worden to Am sterdam. De heer R. A. Van Sandick, ingenieur to Amsterdam, is uitgonoodigd, om als lid van het bestuur toe te treden, aangezien het be stuur het zeer wenscheiyk acht, dat ook inge- 3) Ge kapitein bad intusschen eene zeldzame Torandering ondergaan. Sedert don dag van het bovon goscbetste onderhoud mot Lee was zijn ornst in droefgeestigheid veranderd en zijn ijver als alles endeizeekond commandant van een schip met ballingen was aanmerkelijk verminderd. Hot maakte den indruk, alsof bj) bevangen was door een idee, dat hem volkomen beheerscbte. By zyne rondgangen bad by echter vermeden, Lee nogmaals toe te spreken. Intusschen trok de .Victory" hare sporen door do zeeén van het zuidelyke halfrond, om do W93t-Afiikaan6che kust heen naar hot Oosten. De Tafelberg bloef achter, blinkend in het licht der ondergaande zon. Daarop kwam dIndische Oceaan met zyne stille wateren en zyne bloeionde eilanden; en ton slotte, na oene onafgobroken reis van hon derd en tien dagen, de Australische kust Het was op een vroegon morgen, de lucht koel, de zee hoog. Terwyi de kapitein door den kyker de grillige vormen van het op doemende land aanschouwde, naderde hem de sorgoant der zeesoldaten, de eene hand aan den hoed, in de andere een klein voorwerp houdend. Het was een zilveren medaillon aan een dun koord. Warthon wierp een vragenden blik op den sergeant .Nummer 47 droeg hot om den hals." Warthon verschrikte onwillekeurig: „Kerry Morrii „Ja, kapitein, Kerry Morris I Hy wilde het wel is waar met afgeven, maar ik nam het hem natuurlyk af." De kapitein draaide het sierlyke voorwerp tusschen zyne vingers, totdat het opensprong. Het bevatte eene lok goudblond haar, met oen blauwzyden lint omwikkeld. „Breng nummer 47 in myne kajuitl" beval hy met bevende stem en de sergeant ver- wyderde zich ylings. Toen Lee de kajuit van den kapitein bin nentrad, leunde laatstgenoemde nadenkend tegen zyne kaartentafel. De wachten bleven in de gang voor de deur staan. De binnen tredende wilde met het voorgeschreven for mulier beginnen, xnaar Warthon viel hem in do rede. „Wat moet dit beleekenen?" Lee wierp eon nlik op het geopende medaillon en antwoordde: „Het ia myn eigendom, dat zelfs de heeren der politie my gelaten heb ben, cmdat het waarschyniyk te weinig waarde voor hen had." „Dit haar—" „Sierde oens het schooDe hoofd van lady Preston", vertelde de gevangene met eene kalmte, die den kapitein buiteD zichzelven bracht. „Haar verzet waa vruchteloos; myne schaar was vlugger dan hour hand." Warthon drukte, de tegenwoordigheid van Lee vergetend, zyne lippen op de blonde lok van haar, die hy zoo vurig bemind en nog altyd liefhad. Lee trlumfeerde. Hy zag zyn doel naby. „Kapitein", zeide by familiaar, „als gy lady Florence nog bemint, is my uw talmen onbegrypolyk." „Myn talmen?" „Waartoe zoovoel omwegen; wy begrijpen elkander toch! Waarom wilt gy uit ydel zelfgevoel afstand doen van uw levensgeluk? Gy behoeft slechts te willen en lady Flo renco wordt do uwal Plicht en diensteed zyn holle pbrasen, waarmede gy geen houd achter de kachel wegtroont. Myne vryheid zal de prys voor lady Florence zyn. Wy zyn in het gezicht der Australische kust. Do tyd dringt, want ben ik eenmaal in de macht van de soldaten der kolonie, dan is Florence voor u evenzeer verloren als voor my de vryheid." Het scheen Warthon toe, alsof deze man, geboeid en gebonden alB hy was, een demo nischon invloed op hem uitoefende. En hy kon zich daaraan niet onttrekken, want Lee bad slechts herhaald, wat hy reeds tallooze keeren tot zichzelven gezegd had. Dag aan dag had dezelfde gedachte zich in zyn hart genesteld, al het aDdere onderdrukkend. By had nu te kiezen: öf Florence te verliezen, óf voor eon oogenblik zyne officieraeer t« vergeten. Voor zyn goeetoeoog doemden de gebeur tenissen van het laatste jaar met treffende waarheid op. Hy zag zich weer als de wel kome gast in het huis der familie Preston en de bekooriyke Florence luisterde naar zyne warme woorden. En dan wees zy hem blozend den jongen man, die, ofschoon als woesteling bekend, het toch gewaagd had, haar van zyne liefds to sproken. Wartbon moest onwillekeurig de élégante verscbyniug van den toenmaligen Harry Lee met die van den nu voor hem etaaudeu gevangene ver gelyken. Do oude Preston, een man van ctrenge, maar voortreffelyke beginselou, had den ont erfden baronetszoon de deur gewezen. Doze waB gegaan, maar woedend on met wrok in het hart. Voor de boido gelieven gingen eenige weken van rein geluk voorby; toon trad de onver- biddelyke dienst scheidend tusschenbeide. Warthon moest voor eenige maanden opreis. Toen hy weer in Preston Hall kwam, ontving hy de vreeselyke mare, dat men de schoons dochter des buizes op zekeren av< nd, toen zy eene wandeling deed, ontvoerd had. In die bewogen tyden behoorde zulk een geval volstrekt niet tot de zeldzaamheden, en by den langzamen gang der Engelsche en Schotsche justitie, by de gebrekkige bewa- king der Hooglanden ware oen bevredigend succes der ingestelde nasporingen tene merk waardigheid geweest. En zoo bleef het, ondanks de energie, waarmede Warthon in deze zaak optrad. De aan echuilhoeken ryke bergstn keu bemoeilykten het volgen der oporen, maakten het tot eene onmogelykheid. Warthon ge droeg zich destyds als een wanhopige. En nu bad het noodlot hem den verwoester van zyn geluk in banden geleverd I Hy zag de mogelykheid voor zich, zyne Florence terug te vinden, en deze man verlangde als prys niets meer dan zyne vryheid 1 De kapitein streed eeu korten, maar zwaren strjjd; daarop begon hy met neergeslagen oogen„Hel zy zool Je zult je vryheid hob- ben. De verlossing van een edel meieje uit rooverehauden is bet offer, dat ik breng, waard." Het vale gezicht van den gevangene werd rood; het verheffende gevoel der naderende vryheid deed hem van zaligheid beven. „En wanneer zal dat zyn en lioe?" vroeg by haastig. „Daarvoor is ryp overleg uoodig, want ik kan ja met zoo maar laten gaan. Hot moot don 8chyn van eene vlucht l.ebben. Kun je zwemmen?" „Zeker." „Goed Maar zeg my eerst waar is lady Preston?" „Wie staat my borg, dat myne vlucht gelukken zal, of dat gy geneigd zyt „Myn woordik zweer het." „Goed, ik geloof u. Gy zyt een edelman en daarom wil ik u vertrouwen „Dus?" vroeg Je kapitein gespannen,bevend. „De sleutel tol het nest van het goroofde vogeltje hebt gy in uwe hand; het is het medaillon. Luistor. Graafschap Sussex, dorp Linghdale en de weduwe Meg, de „oudo Meg" geheeten. Geef baar het medaillon met oen groet van Kerry Morris en de oude zal u brengen naar de plaate, waar lady Preston zich bevindt." „Bedrieg je my niet?" vroeg Warthon, voor wien plotseling oene wereld van geluk zich opende. (£fof volgt.) DAG-BLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1