IK 10523.
<§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
De beginselen der bedrijfsbelasting.
Leiden, 13 Juni.
Feu i 1 leton.
EER EN LIEFDE.
Donderdag 14 Juni. A°. 1894.
IDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van l-Ö rogels 1.05. Iedoro rogel moer 0.17{.
letters naar plaatsruimte,
wordt 0.05 berekend.
Grootcro
Voor het incasseeren bulten de stad
Aan de algemeens klacht over de zware
taak ?an aangifte voor die belasting kan
■wellicht eenigszins worden te gemoet gekomen,
door in breede trekken aan te gevon, welke
de beginselen waren, die den wetgever leidden.
Hot vermogen was by eene vorige wet ge
troffen, nu waren de inkomsten aan de beurt.
Niet alleen moest belast worden alles wat
men verdiende of verkreeg in zaken, door
nering, bedryf, enz., maar alle inkomsten,
hoe en waardoor ook verkregen.
De wet zegtal wat in geld of geldswaarde
genoten wordt uit bedrijf, beroep, onderneming,
ambt, waardigheid, bediening of betrekking,
tydeiyke of voor eens verrichte werkzaamheid
van welken aard ook, aandeel in winst of
overwinst, bedongen of niet bedongen. Wie
dit bedaard naleest, begrypt zelfs in byzonder-
heden wel waar het heen moet en dat alles
moet worden opgegeven wat inkomen is.
De fabrikant, de koopman, de aannemer,
de ondernemer, de ambtenaar, de bedienaar
van den godsdienst, de directeur of de loop
jongen van eene groote maatschappy, de tyde
lfjk aangestelde opzichter, zjj allen hebben
aan te geven wat zy als zoodanig en ook op
andere wyze, als inkomen hebben.
Men mag de onkosten, welke tot het bedrijf,
den handel, de nering, in één woord tot „de
zaak" behooren en gemaakt moeten worden,
van de bruto inkomsten aftrekken, maar alleen
do onkosten voor „de zaak", niet die, welke
men daar buiten maakt, en dit laat zich be
grijpen, want als men de huur voor huis of
voor dienstbodon, het huishoud- of het kleed
geld voor zich en de zynen, uitgaven voor
uitspanning en dergelyke, welke men doet
voor zich, mocht aftrekken, dan zouden de
uitgaven ongeveer tegen de inkomsten op
wegen en dan viel er niets te belasten I
Neen, de kantoorman mag den huurprys
van het kantoor aftrekkon, en, betreft het
een pand, waarin byzelf woont of dat tevens
zyn eigendom is, dan moet hy de kadastrale
huurwaarde van het gedeelte, dat hy voor
kantoor gebruikt, taxeerentaxeert hy te hoog,
dan laat de voor het nazien der opgaven
aangestelde commissie, het op des aangevers
kosten opnieuw taxeeren, en die schatting
trekt hy als huuronkosten af, zóó de onkosten
van bureau, van klerken, van reizen, van vuur,
van licht, maar alles uitsluitend met betrek
king tot het kantoor.
Do rytuigverhuurder berekent zyne onkosten
voor onderhoud van paarden, voertuigen, loon
van personeel, onderhoud van gebouwen, enz.
en trekt ze af van zyn inkomen. Zóó allen,
die zaken doendaarenboven mogen die allen
aftrekken, hetgeen zy voor pensionneering van
personeel, voor vergoeding by ongelukken on
dergelyke moeten by dragen, ook mag man
aftrekken retributiën en belastingen (niet
directe belastingen, waarom niet, is niet erg
duideiyk, nu, als reden daarvoor wordt ge
noemd, dat die niet op het bedryf drukken).
Niet slechts Nederlanders worden belast,
maar ieder, die in het koninkrijk woont, on
verschillig tot welke nationaliteit hy of zy
behoort, zelfs buitenlanders of die in het
buitenland verblyven, moeten opbrengen als
en voor zoover zy zaken in Nederland doen.
De buitenlandsche firma's Le Printemps, Le
Louvre, Rudolf Herzog moeten zich aangeven
voor het cyfer, dat zy in ons land innen, na
aftrek van de onkosten; die aangifte moet
gedaan worden door degenen, die voor den
buitenlandschen persoon of zaak optreden,
evenals vroeger dergelyke lieden patentplichtig
waren. Buitenlandsche levens- en andere
verzekeringsmaatschappijen, the Grasham,
L' Union, wynkoopers, spoorwegmaatschap
pijen, die, als de Grand Central Beige, een
gedeelte der spoorlijn in ons land hebben
liggen, deze allen worden getroffen.
Deze wet staat in nauw verband met de
vermogensbelasting, by welke laatste niet ge
troffen worden zy, die zich opgaven als minder
dan 13000 te bezitten.
Nu, by deze wet op de bedryfs- of inkom
stenbelasting, moet zich de fiscus rekenschap
kunnen geven, hoeveel inkomen die minder
gefortuneerden kunnen trekken uit hetgeen zy
beneden de 13,000 bezitten, en men heeft
bepaald, dat die plichligen moeten opgeven
hoeveel vermogen zy bezitten en dan
wordt hun inkomen, dat zy uit anderen hoofde
hebben, verhoogd met ƒ40 inkomen van iedere
1000, welke zy als kapitaal bezitten.
Ieder belastingschuldige mag van het totaal
der inkomsten, welke hy geniet, niet als
man van „zaken", maar als ambtenaar of
ambteloos persoon, nog aftrekken, wat hy uit
moet keeren aan lijfrenten, aan pensioen,
gevestigde of altyd durende renten, maar niet
de kosten van onderhoud en opvoeding van
kinderen.
Pensioenen, wachtgelden en ïyfrenten (be
halve die, by huwelijksvoorwaarden gemaakt)
behoeven voor de eerste 1000 slechts half
te worden aangegeven.
Elk moet voor zich aangeven, zoowel de
directeur eener groote maatschappij, als de
klerk, die minstens ƒ650 's jaars verdient (uet
minimum, dat belastbaar is), maar het hoofd
van het huisgezin moet èn voor zich, èn voor
zyne vrouw aangeven, zoodat de gemeenschap
één geheel vormt, zelfs al zyn de echtgenooten
van tafel en bed, of van goederen gescheiden,
of wel, al heeft de vrouw zich het beheer
over hare goederen voorbehouden; in die 3
laatste gevallen worden de inkomsten van
man en vrouw niet gesplitst, maar toch
wordt de belasting in evenrodigheid van ieders
inkomen over beiden omgeslagen.
"Wanneer minderjarige kinderen hunne beide
ouders nog hebben, bezitten zy niets, hun
arbeid sinkomen wordt niet gevoegd by
dat der oudersbedraagt dit geen ƒ650 's jaars,
dan is het niet belastbaar, reikt het daarover,
dan geeft de vader het aan als vader, evenals
hetgeen jde kinderen zeiven mochten bezitten,
afgezonderd van het vermogen der ouders.
Zyn de kinderen wees of halfwees de
voogd of voogdes geeft dan voor hen aan.
Met deze vluchtige uiteenzetting zal men
kunnen volstaan, waar, zooals hier, men slechts
beoogt den gedachtengang van den wetgever
aan te stippen, opdat de belastingplichtige
kunne beoordeelen wat. waarom en wie
belast wordt, en niet een leiddraad te geven
by het beantwoorden der vragen, gesteld by
het belastingbiljet. Alleen deze opmerking
worde er nog aan toegevoegd, dat de aangever
niet specifiek behoeft te vermelden, waaruit
zyn inkomen bestaat; biervan alsdan de even
eens gespecificeerde onkosten aftrekkende,
heeft hy eenvoudig het eindcyfer te vermelden.
By d6 firma E. J. Brill alhier heeft de
veiling plaats gehad van eene zeer belang
rijke verzameling autographen, enz. De vol
gende prijzen werden o. a. besteed:
Brief (niet eigenhandig geschreven, alleen
onderteekend) van Filips den Goeden aan
Jean De Lannoy, 4 Oct. 1453, 46; brief
van Karei den Stouten aan Jean De Lannoy,
7 Dec. 1454, 25; brief van David van
Bourgondiè, bisschop van Utrecht, aan Jean
De Lannoy, 27 Sept. 1457, gedeeltelijk eigen
handig, ƒ60; brief van Paus Adriaan VI (den
eenigen Nederlander, die den pauselijken zetel
beklom) aan Hendrik graaf van Nassau, 5 Aug.
1522, 40; brief van den Keurvorst van
Saksen aan denzelfden, 16 Maart 1530, ƒ40;
brief (geheel eigenhandig geschreven) van
Karei V aan Hendrik van Nassau, 29 Jan.
1518, 500, (Nyhoff); brief van Ferdinand I,
broeder van Karei V, aan George Cassandre,
30; brief van koning Hendrik VIII van
Engeland aan Karei V, 35; geheel eigen
handig geschreven brief var) Marie Tudor aan
Maria, regentes der Nederlanden, 305brief
van dezelfde aan dezelfde/, 70; brief van
Louis II de Bourbon aai. zyn schoonzoon
Willem den Zwijger, ƒ66; brief van Maximi-
liaan van Bourgondië aan Geriit van Assendelft,
28 Sept. 1550, 26brief van Margaretha van
Parma aan den Prins van Oranje, 25; brief
van Prins Willem I aan den Magistraat van
Gouda, 29 April 1576, 26; brief van Lodewyk
van Nassau aan zyn broeder Willem I, Dil
lenburg 1 Nov. 1563, ƒ101; brief van Maria
Stuart aan Filips II, 135; brief van Don Juan
van Oostenrijk, natuuriyken zoon van Karei V,
aan Willem I, 16 Mei 1577, gehoel eigenhandig
geschreven en uitstekend bewaard, 180;
Autographische brief van den oudsten zoon
van Prins Willem I aan zyn vader, ƒ110;
brief van Louise de Colligny aan Marnix, 30
Mei 1584, 15 regels eigenhandig, ƒ71Autogr.
brief van Hendrik van Nassau Siegen aan
Constanten Huygens, 12 Dec. 1637, 45;
Autogr. brief van den kardinaal De Granvelle,
aan „M. le Secrétaire", over Prins Willem I,
55; Autogr. brief van Graaf Egmond aan
Prins Willem, ƒ115; brief van den broeder
van den graaf van Hoorn, Florens de Mont
morency, aan Prins Willem, ƒ41; brief van
Leycester aan den Magistraat van Dordrecht,
40Autogr. brief van Marnix aan Adr. v. d.
Myle, 30.
Verder brachten o. a. op: Een brief van
Anna van Lotharingen aan haar neef, den Prins
van Oranje, ƒ100; brief van Erasmus aan
Monteiovius (1524) 100; brief van Erasmus
aan Cornelii (1534) 140; brief van Melanchton
aan Calvijn 265; brief van Bullinger aan
Calvfin 155; brief van Marnix aan Jan van
Nassau 205Uyttenboogaert's dagboek ƒ91;
brief van Jacob Cats aan Huygens 46; Anna
Roemer Visscher, gedicht aan De Groot, 66
een brief van Vondel aan Huygens 50 en
een idem aan Vollenhoven 84.
Hot grootste gedeelte der handschriften is
voor ons land bewaard gebleven. Voor het
Rijks-Archief en voor het Huis-Archief der
Koningin werd menig belangrijk stuk ver
kregen; ook voor verzamelingen werd nogal
wat aangekocht. De Academische Bibliotheek
to Leiden, de Maatschappy der Nederlandsche
Letterkunde en vooral de Bibliotheek der
Remonstrantsche Broederschap verwierven
byna al de stukken, die waarde hadden, voor
deze instellingen. Ook enkele stedelijke ver
zamelingen, als Gouda en Dordrecht, kwamen
in het bezit van stukken, voor de geschie
denis der steden van belang.
Eükele particuliere verzamelaars, o. a. de
heer A. Th. Hartkamp, te Amsterdam, ver
rijkten hunne collecties met belangrijke stuk
ken. Toch ging nog een vrjj belangryk deel
naar het buitenland, en daaronder menig stuk,
dat noode in onze verzamelingen wordt ge
mist. Maar niettemin wordt als de slotsom
der veiling beschouwd, dat men verheugd
mag zyn om het vele, dat voor ons land
bleef behouden.
De loting voor de schutterij zal ten
Raadhuize te Sassenheim plaats hebben op
Dinsdag 26 Juni a. s., des voormiddags te
11 uren. De alphabetische lijst, waarnaar
geloot wordt ligt tot 20 Juni a. 8. voor
belanghebbenden ter lezing.
Do herziene lyst, bevattende do namen der
inwoners, die voor het verleenen van inkwar
tiering en onderhoud in aanmerking komen,
ligt ter secretarie van Sassenheim van 12
tot 27 Juni a. s. voor een ieder ter inzage.
De collecte ten behoeve van het fonds
tot aanmoediging en ondersteuning van den
gewapenden dienst zal voor de gemeente
Oegstgeest gehouden worden Maandag 18 Juni.
De loting der schuttery zal voor die ge
meente plaats hebben op Donderdag 21 Juni
a. 8., des voormiddags te halfelf.
Aan de ingezetenen van Warmond is
door Burg. en Weths. by publicatie bekend
gemaakt, dat ten Raadhuize aldaar op Vrijdag
a. s., namiddags te halftwee, gelegenheid zal
zyn voor kostelooze vaccinatie en revaccinatie.
-- Op Maandag a. s., van des voormiddags
halftien tot 12 uren, zal door den inspecteur
der directe belastingen op het Raadhuis te
Warmond zitting worden gehouden tot het
geven van inlichtingen aangaande de bedryfs-
belasting.
Het orgel in de Ned.-Hervormde kerk
te Woubrugge, hetwelk haar in het jaar
1794 door jonkvrouw Vingerhoed werd ge
schonken, heeft weldra eene eeuw een sieraad
van dit bedehuis uitgemaakt; maar dat het
in deze 100 jaren door vader en zoon it
bespeeld geworden, maakt dit feit dubbft
vermeldenswaardig. Van 1794 —1832 was toch
als organist daaraan verbonden wijlen de heer
J. Van Griethuizen, en van 1832 tot hedon
de heer A. Van Griethuizen, te Woubrugge.
Van harte wenschen we genoemden heer
geluk met deze reeds ruim 62-jarige ambts
vervulling. Een en ander zal, naar men ver
neemt, niet onopgemerkt voorhygaan.
De loting voor de rustende schuttery
in de gemeente Alkemade zal ten raadhuize
aldaar plaats hebben op Woensdag 20 Juni
a. s., des voormiddags te 10 uren. De alpha
betische lyst van ingeschrevenen voor de
schuttery in dit jaar ligt ter inzage tot 15 dezer.
Door Burg. en Weths. van Alkemade is
by publicatie bekend gemaakt, dat de her
ziene lyst van inkwartiering gereed is en ge
durende veertien dagen (van 822 Juni a. s.)
ter gemeente secretarie voor een ieder ter in
zage is gelegd, en dat aldaar inlichtingen te
bekomen zyn omtrent het indienen van be
zwaren tegen deze lyst.
Do besturen der gemeenten Aalsmeer
en Leimuiden zullen zich tot het bestuur van
den Haarlemmermeerpolder wenden, om te
verkrijgen dat de stoombooten met minder
snelheid de ringvaart langs die gemeenten
passeeren.
De openbare zitting van den Haagschen
Raad van gisteren vorderde betrekkelijk weinig
tyd, want alles, ook de wijziging van de politie
verordening, ging vlot van de hand.
Na de moeiiykheid, waarvoor de Raad zich
eenmaal geplaatst vond, is by eene wyziging
van zyn reglement van orde de knoop door
gehakt en bepaald dat, wanneer by het doen
van benoemingen de stemmen over de per
sonen staken, dadelijk het lot zal beslissen
en dus geene nieuwe stemming zal gehouden
worden.
Aan dr. W. F. Koppescbaar is op zyn
verzoek eervol ontslag verleend als loeraar
aan de H. B. S. met 5-jarigen cursus.
In de „Maasbode" wordt meegedeeld,
dat te Schiedam algemeen het gerucht gaat,
dat de burgemeester zyn ontslag zal vragen.
De heer P. J. Van Dyk van Mathenei-se
is sinds 1866 burgemeester.
Het bestuur der Yereenigiug „Het Neder-
landsch Natuur en Geneeskundig Congres"
is als volgt samengesteld: prof. dr. J. H.
Van 't Hoff, algemeen voorzitter; prof. dr. C.
H. Kuhn; prof. dr. H. A. Lorontz, voorzitter
der lste sectie; prof. dr. P. H. Schouto, voor
zitter der sub sectie Wiskundeprof. dr. C.
A. Pekelharing, voorzitter der 2de sectie, prof.
dr. B. J. Stokvis, voorzitter der 3de sectie;
dr. II. Blink, voorzitter der 4do sectiodr. C.
Kerbort, algemeen penningmeesterdr. J. C.
Costerus, algemeen secretaris; R. A. Van
Sandick.
Het Vde congres dezer Veroeniging zal in
het voorjaar 1895 gehouden worden to Am
sterdam.
De heer R. A. Van Sandick, ingenieur to
Amsterdam, is uitgonoodigd, om als lid van
het bestuur toe te treden, aangezien het be
stuur het zeer wenscheiyk acht, dat ook inge-
3)
Ge kapitein bad intusschen eene zeldzame
Torandering ondergaan. Sedert don dag van
het bovon goscbetste onderhoud mot Lee was
zijn ornst in droefgeestigheid veranderd en
zijn ijver als alles endeizeekond commandant
van een schip met ballingen was aanmerkelijk
verminderd. Hot maakte den indruk, alsof
bj) bevangen was door een idee, dat hem
volkomen beheerscbte. By zyne rondgangen
bad by echter vermeden, Lee nogmaals toe
te spreken.
Intusschen trok de .Victory" hare sporen
door do zeeén van het zuidelyke halfrond,
om do W93t-Afiikaan6che kust heen naar hot
Oosten. De Tafelberg bloef achter, blinkend
in het licht der ondergaande zon. Daarop
kwam dIndische Oceaan met zyne stille
wateren en zyne bloeionde eilanden; en ton
slotte, na oene onafgobroken reis van hon
derd en tien dagen, de Australische kust
Het was op een vroegon morgen, de lucht
koel, de zee hoog. Terwyi de kapitein door
den kyker de grillige vormen van het op
doemende land aanschouwde, naderde hem de
sorgoant der zeesoldaten, de eene hand aan
den hoed, in de andere een klein voorwerp
houdend.
Het was een zilveren medaillon aan een
dun koord. Warthon wierp een vragenden
blik op den sergeant
.Nummer 47 droeg hot om den hals."
Warthon verschrikte onwillekeurig: „Kerry
Morrii
„Ja, kapitein, Kerry Morris I Hy wilde het
wel is waar met afgeven, maar ik nam het
hem natuurlyk af."
De kapitein draaide het sierlyke voorwerp
tusschen zyne vingers, totdat het opensprong.
Het bevatte eene lok goudblond haar, met
oen blauwzyden lint omwikkeld.
„Breng nummer 47 in myne kajuitl" beval
hy met bevende stem en de sergeant ver-
wyderde zich ylings.
Toen Lee de kajuit van den kapitein bin
nentrad, leunde laatstgenoemde nadenkend
tegen zyne kaartentafel. De wachten bleven
in de gang voor de deur staan. De binnen
tredende wilde met het voorgeschreven for
mulier beginnen, xnaar Warthon viel hem in
do rede.
„Wat moet dit beleekenen?"
Lee wierp eon nlik op het geopende medaillon
en antwoordde: „Het ia myn eigendom, dat
zelfs de heeren der politie my gelaten heb
ben, cmdat het waarschyniyk te weinig
waarde voor hen had."
„Dit haar—"
„Sierde oens het schooDe hoofd van lady
Preston", vertelde de gevangene met eene
kalmte, die den kapitein buiteD zichzelven
bracht. „Haar verzet waa vruchteloos; myne
schaar was vlugger dan hour hand."
Warthon drukte, de tegenwoordigheid van
Lee vergetend, zyne lippen op de blonde lok
van haar, die hy zoo vurig bemind en nog
altyd liefhad.
Lee trlumfeerde. Hy zag zyn doel naby.
„Kapitein", zeide by familiaar, „als gy
lady Florence nog bemint, is my uw talmen
onbegrypolyk."
„Myn talmen?"
„Waartoe zoovoel omwegen; wy begrijpen
elkander toch! Waarom wilt gy uit ydel
zelfgevoel afstand doen van uw levensgeluk?
Gy behoeft slechts te willen en lady Flo
renco wordt do uwal Plicht en diensteed zyn
holle pbrasen, waarmede gy geen houd
achter de kachel wegtroont. Myne vryheid
zal de prys voor lady Florence zyn. Wy zyn
in het gezicht der Australische kust. Do tyd
dringt, want ben ik eenmaal in de macht
van de soldaten der kolonie, dan is Florence
voor u evenzeer verloren als voor my de
vryheid."
Het scheen Warthon toe, alsof deze man,
geboeid en gebonden alB hy was, een demo
nischon invloed op hem uitoefende. En hy
kon zich daaraan niet onttrekken, want Lee
bad slechts herhaald, wat hy reeds tallooze
keeren tot zichzelven gezegd had. Dag aan
dag had dezelfde gedachte zich in zyn hart
genesteld, al het aDdere onderdrukkend. By
had nu te kiezen: öf Florence te verliezen,
óf voor eon oogenblik zyne officieraeer t«
vergeten.
Voor zyn goeetoeoog doemden de gebeur
tenissen van het laatste jaar met treffende
waarheid op. Hy zag zich weer als de wel
kome gast in het huis der familie Preston
en de bekooriyke Florence luisterde naar
zyne warme woorden. En dan wees zy hem
blozend den jongen man, die, ofschoon als
woesteling bekend, het toch gewaagd had,
haar van zyne liefds to sproken. Wartbon
moest onwillekeurig de élégante verscbyniug
van den toenmaligen Harry Lee met die van
den nu voor hem etaaudeu gevangene ver
gelyken.
Do oude Preston, een man van ctrenge,
maar voortreffelyke beginselou, had den ont
erfden baronetszoon de deur gewezen. Doze
waB gegaan, maar woedend on met wrok
in het hart.
Voor de boido gelieven gingen eenige weken
van rein geluk voorby; toon trad de onver-
biddelyke dienst scheidend tusschenbeide.
Warthon moest voor eenige maanden opreis.
Toen hy weer in Preston Hall kwam, ontving
hy de vreeselyke mare, dat men de schoons
dochter des buizes op zekeren av< nd, toen
zy eene wandeling deed, ontvoerd had. In
die bewogen tyden behoorde zulk een geval
volstrekt niet tot de zeldzaamheden, en by
den langzamen gang der Engelsche en
Schotsche justitie, by de gebrekkige bewa-
king der Hooglanden ware oen bevredigend
succes der ingestelde nasporingen tene merk
waardigheid geweest. En zoo bleef het, ondanks
de energie, waarmede Warthon in deze zaak
optrad. De aan echuilhoeken ryke bergstn keu
bemoeilykten het volgen der oporen, maakten
het tot eene onmogelykheid. Warthon ge
droeg zich destyds als een wanhopige. En
nu bad het noodlot hem den verwoester van
zyn geluk in banden geleverd I Hy zag de
mogelykheid voor zich, zyne Florence terug
te vinden, en deze man verlangde als prys
niets meer dan zyne vryheid 1
De kapitein streed eeu korten, maar zwaren
strjjd; daarop begon hy met neergeslagen
oogen„Hel zy zool Je zult je vryheid hob-
ben. De verlossing van een edel meieje uit
rooverehauden is bet offer, dat ik breng,
waard."
Het vale gezicht van den gevangene werd
rood; het verheffende gevoel der naderende
vryheid deed hem van zaligheid beven.
„En wanneer zal dat zyn en lioe?"
vroeg by haastig.
„Daarvoor is ryp overleg uoodig, want ik
kan ja met zoo maar laten gaan. Hot moot
don 8chyn van eene vlucht l.ebben. Kun
je zwemmen?"
„Zeker."
„Goed Maar zeg my eerst waar is
lady Preston?"
„Wie staat my borg, dat myne vlucht
gelukken zal, of dat gy geneigd zyt
„Myn woordik zweer het."
„Goed, ik geloof u. Gy zyt een edelman
en daarom wil ik u vertrouwen
„Dus?" vroeg Je kapitein gespannen,bevend.
„De sleutel tol het nest van het goroofde
vogeltje hebt gy in uwe hand; het is het
medaillon. Luistor. Graafschap Sussex, dorp
Linghdale en de weduwe Meg, de „oudo Meg"
geheeten. Geef baar het medaillon met oen
groet van Kerry Morris en de oude zal u
brengen naar de plaate, waar lady Preston
zich bevindt."
„Bedrieg je my niet?" vroeg Warthon,
voor wien plotseling oene wereld van geluk
zich opende.
(£fof volgt.)
DAG-BLAD.