N°. 10514. Maandag 4 Juni. A0. 1894. (§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. DE LAATSTE TOCHT. 2» April 1670. LEIDSCH DAG-BLAB PRIJS DEZER COURANT i Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per posta s 1-40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Tweede Blad. KOLONIËN. BATAVIA, 27 April—1 Mei. (Nederlandsche mail.) Op de tentoonstelling te Batavia hebben de toegangsgelden opgebracht 59,000, de huren en pachten ƒ8000, de tombola ƒ11,500, de beide geldleeningen bijna ƒ111,000. De baten bedroegen in het geheel 195,000. De uit gaven waren ruim 207,000 groot, zoodat het tekort ongeveer ƒ13,000 bedraagt. De deelnemers in het waarborgfonds hebben daarvoor 50 pCt. van hunne bijdragen beschik baar te stellen. Het vonnis van den raad van justitie te Soerabaia, waarbij H. E. E., van beroep hoofd redacteur der „Soerabaia-Courant", ter zake van smaad, gepleegd door middel van een verkocht en verspreid drukwerk jegens openbare amb tenaren tot de straf van ééne maand gevangenis werd veroordeeld, is bij arrest van het hoog gerechtshof vernietigd met vrijspraak van den beklaagde van het hem ten laste gelegde. Aan een schrijver in het „Bat. Hbld." is door een hoofd-ainbtenaar, die het weten kan, verzekerd dat het bij de toepassing van de jongste ordonnantie betreffende de oprich ting van suikerfabrieken de bedoeling is daar toe geene vergunning te geven, wanneer de bevolking er door beroofd zou worden van het noodige water voor rijstcultuur. De kolonel Biljardt, chef van het wapen der artillerie, is een paar dagen geleden door de geneeskundige commissie in de 1ste militaire afdeeling Java voor alle militaire diensten afgekeurd en zulks ten gevolge van een ge brek aan de rechterhand. Deze hoofdofficier zal dientengevolge het leger verlaten en als kolonel door den overste Staverman vervangen worden. De heer J. P. Van Ekris, hoofdonder wijzer te Soerabaia, heeft met goed gevolg het groot-notaris-examen afgelegd. Aan den ambtenaren van hetBinnenlandsch Bestuur op Java zjjn per circulaire eenige vragen betreffende het tooneel op Java ter beantwoording gesteld, en zulks naar aanlei ding van een door den directeur van 's Rijks Etbno6raphisch Museum te Leiden, rar. L. Serrurier, ontvangen opdracht om een werk over de Javasche wajang samen te stellen. Nog steeds is de notarisplaats te Sema- rang, opengevallen door het overlijden van den notaris Leeman, niet vervuld. De „Loc." doelt bij geruchte mede, dat de oorzaak hiervan zou zijn de weifeling der regeering om te voldoen aan de warme aanbeveling van den directeur van justitie, Mr. A. Stibbe, voor zjjn vriend den beer E C-h. T. Bloch, notaris te Grissee. Do Gouv. Generaal zou degelijk willen onderzoeken, of die aanbeveling wel inderdaad is verdiend. Over de voorgenomen Lombok expeditie komt in de jongste mail nog niets voor. Het verslag van den gouverneur van Atjeh loopt van 27 Maart tot 9 April. Het blijkt daaruit dat het in het door ons en onze bondgenooten bezette gebied gedurende dat tijdsverloop rustig bleef. Te Melaboet (Westkust) werd de laatste hand aan het werk gelegd en werden de drie nog overgebleven vijandelijke versterkingen genomen. Vooraf had de artillerie er haar vuur op gericht. Verliezen werden bij de bemachtiging niet geleden. De tijdelijke 1ste commies bij het depar tement van Binnenlandsch Bestuur, C. N. Bisschoff, heeft wegens ziekte eervol ontslag uit zijne betrekking gevraagd. De Resident van Medan brengt heden (2 Mei) een bezoek aan Serdang en begeeft zich morgen met den Gewest, mil.-commandant, vergezeld van den kapitein van den genoralen staf La Feber, naar Tamiang, om eens pools hoogte van den stand van zaken aldaar te nemen. Denzelfden dag vertrekken derwaarts de kapitein dor infanterie Van Polanen Petel, de 1ste luit. der infanterie K. F. Collard en 41 minderen, bestemd voor aflossing van een gedeelte van het garnizoen van Kwala Simpang. De kapitein der infanterie J. P. Pieters Graaf land komt van daar terug wegens ziekte. (Deli-Crt. van 2 Mei.) De troebelen In Tamiang. Naar de „Deli-Crt." verneemt, heeft onlangs in die afdeeling, op den linkeroever van de Tamiang-rivier, weder eens eene ontmoeting tusschen onze troepen en den vjjand plaats gehad. Op den 22sten April is nl. de 1ste luit. der infanterie Heidens aan 't hoofd eener colonne van 75 bajonetten naar T. Seraantoh en Paja Asseh getogen, op het bericht dat zich daar eene bende Atjehers zou bevinden, die er eene hoeveelheid r\jst en peper had opgeborgen. "s Nachts te 1 uur werd van Seroeway uit gerukt om den vjjand te overvallen. De troepen worden per „Anna" en „Tjantik" naar T. Semantoh vervoerd en marcheerden van daar naar Paja Asseh, waar zjj 's morgens te 6 uren aankwamen. Door eeno verkeerde aanwijzing van den gids mislukte de overvalling gedeeltelijk, zoo dat Petoewah Amat in de gelegenheid was met zjjne bende te vluchten en hun alleen eenige salvo's konden worden nagegeven. Daardoor sneuvelden 6 Atjehers; het aantal gewonden weet men natuurlijk niet. Er wor den buit gemaakt 12 pic. peper, benevens eene hoeveelheid, die nog te drogen lag, 10 zakken rijst, 2 geweren, 12 klewangs, eenige rentjongs, lansen en eene hoeveelheid bus kruit, zoodat de tocht dan toch niet geheel vruchteloos was. Onze troepen bekwamen 4 gewonden, nl. de luit. Heidens, die een matten kogel tegen het linkerscheenbeen kreeg; de Europeesche fuselier Korthout een niet doordringend schot in den buikde inlandsche fuselier Soerowono, die een schot in het linkersleutelbeen, en een dwangarbeider, die een kogel in de knie kreeg. Op den terugtocht vielen uit het bosch nog eenige schoten, welk vuur ons echter geene verliezen berokkende en spoedig tot zwijgen was gebracht. In de nabijheid van T. Semantoh weder ingescheept, waren de troepen te 1 uur weder te Seroeway terug. Verder wordt nog gemeld dat den 14den Panglima Karim van Aloer Tjoetjoer weder met het grootste gedeelte van zijne bevolking was teruggekeerd. H|j verklaarde door den vijand gedwongen te zijn geworden om mee te gaan, doch in een onbewaakt oogenblik ontvlucht te zijn. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende besobikklngen genomen: Civiel Departement. Verleend: Twee jaren verlof naar En:opa, wegene ziekte, am den aes.-res. van DJomber (Besooki) W. Van der Linde en aan den opziohter leto kL bij den Waterataat enz. P. Bommel. Ontslagen: Op zijn verzoek eervol uit zijne betrekking de contr. 2de kl. bij bet P.inneDl. Bestuur op de bez. buiten Java en Madoera Ch. E. Heavieide. Benoemd: Tot referendaris ter Algemeens Socretario de ambtenaar op non-act. F. Do Greve, laatst die betrekking bekleed hebbende, thans ter beschikking van den algemoenen secretaris. Benoemd: Tot contr. 2do ld. M. Foiingor; tot adspirant-contr. L. R. Wcntbolt. Bonoemd: Bij het Binoenl. Bestuur op Java en Madura tot contr. late kl. D. De Boer en M. Van der Ent; tot contr. 2de kL J. H. Ziezol c-n J. W. E. Weseels; tot adeplrant-contr. J. D. Hunger on P. A. Hijoekamp. Bij de exploitatie der Staatsspoorwegen op Java lot opzichters-ma chinibten lste kl. de idem 2 e kl. J. D. A. Loth, O. Leeflang, E. D. O. Middelaer en J. Ch. Gjjabere; tot opziohter-machinist 2do kl. de machinisten lste kl. W. P. C. F. Fraoghoven on A. H. Altmaan Overgeplaatst: In het gouvernement Sumatra's Westkust van do oaderafd. VII kota, afd. Tanah- Tatar naar de onderafd. Mooara Laboeh, afd. 18 en 9 kota's de contr. 2de kl. H. C. E. Quaet. Goplaatst: In de onderafd. VII kota, wd. contr. 2do kl. G. Sohaip; in de onderafd. Toba, afd. Toba en Seliidoeng, de korbenoomdo contr. lste kl. P. A. L. Van Dijk. Verplaatst: Van de ree. Lampongschedistricten naar de res. Wester-afd. van Borneo de contr. 2de kl. J. Van Weert. Benoemd: Tot adjunot-chef der 4do afd. bp de exploitatio der Staatsspoorwegen op Java L. J. Burgomtestre. Io de res. we3terafd. van Borneo tot commies op het aesietent-reaidentiekantoor te Montrado, tevoDS vendumeester aldaar, de Sdo commies op het resi dentiekantoor to Pontianak J. P. K Bolt; tot 3dc-n commies op het residentiekantoor te Pontianak, F. H. E. Van Waardenburg. Bepaald: Dat het aan den onderwijzer 2de kl. 8. Hcrmanides verleend verlof naar Enropa. wogonB langdurigon dienst, wordt beschouwd als te zijn vor- leend wegODS ziekte voor den tijd van twee jaren. Belast: Bij don watorstaat on 's lands Burg. Op. Werken, met de waarncmicg der betrekking van opz. lste kl. G. O. J. Bnjje. O vergeplaatst: Van do rea. Cheribon naar Tegal, de opz. 8de kl. L. Korthals; van de Lampongtohe districten naar de res. Bantam do opz. lste kl. J.C. Dekker; vai do res. Batav.a naar do ree. Palom- bang de opz. 2do kl. H. J. G. E. F. Hofmeijer; van de res. SoroaraDg naar de ros. Paesoeroean do opz. 2de kl. J. O. Van Ilheeden. Toegevoegd: Aan den obof der 2de watoretaats- afdeeling in hot belang van de verbetering der bo- vloeiing door de Sindopradja- en Dootamatje-kidingon (Afdeeling Indramajoe, roe. Cheribou) de opz lstekl. C. G. J. Gersen, thans in de res. Bautam werkzaam aan den chef der leto WaterstaatsefdeeliDg voor do opnemingen en uitvoering van werken in bet belang der bovloeiing van de Tjiheavlakto uit de TJisokkan (afd. Bandoen;,-, ree. Preauger Regentscbapprn) de ingenieur 2de kl. J. P. Kruimel, thans bij do directie werkzaamaan den controleur van Tanger do burgerlijk ambtenaar, H. A. Do 8antij. Verplaatst: Van de afd. Toeban naar Bo Ijonegoro on toegevoegd aan den contr. aldaar, do burgerlijk ambtenasr E. G. Nering Bögel. Overgeplaatst Bij het Staatsspoor op Java (aanleg) van de ljjü ProangcrTjllatjap naar do Ijjn MalaDg - Blitar, de tijdelijke onderopz. 3de kl. L. R. O. Vau Haaron. Belast: Met de waarneming der function van adj. chef dor 2do afd., de opz. lsto kl. H. E. B. Willemeen, alsmede met het beheer van de onderafd. II der 2de afd. van de Oosterljjnen, mot aanwijzing van Madioen als standplaats. Verlengd: Met zee maanden of zooveel korter als zal blijken voldoende te zijn den termijn, ge durende welken de ambtenaar op wachtgeld Mr. M. M. Bosman, laatst voorzitter van den Landraad to Krakeaën (ProboliDggo) is belast met do betrokking van buitengewoon voorzitter van doa Landraad to Toeban (Rembang) en de ambtenaar W H. Begnhart is gesteld ter beschikking van genoemden voorzitter, om te worden belait met griffierswerkzaamheden bjj die reohtbank. V erloend: Een jaar verlof naar Europa, wegene laDgdurigen dienst, met ingang van 15 Mei 1894, i espectievelijk aan den leeraar in do Nederlandsche taal en letterkunde on aan dien in de Engelsche en Hoogduitscho talen en hare letterkunde aan do af- deeliDg H. B.-S. van hot Gymnasium Willem III, H. W. Praaeterink en G. J. P. J. Bo'dand, zoomede i an den leeraar in de moderne talen en haro letter kunde aan de H. B S. to Semarang, J. Julius; met iDgaDg van 12 Mei 1894 aan den controleur 2de kl. op Java en Madoera A. P. Stoorvogel. Ontslagen: Op verzoek eervol uit 'elands dienst met ingaDg van 3 Mei 1894 de assistent-resident to Ngrowo (Kediri) F. U. Van Fengel. Benoemd: Bij het boechwezen op Java en Madoera tot opziener lste kl. F. Üaudoin; tot op ziener lste kl. P. O Lans; tot tijdelijk opziener 2de kl. bjj lut Boschwezon op Java en Madoera A. A. L. 8tauffenbeil Zijmere. Tijdelijk belast: Met ingang van 15 Mei 1894 met de waarneming der betrekking van looraar in de Engelacbe taal en hare letterkunde aan do afdeeling H. B.-S. van het Gymnasium Wlllom III te Batavia, do onderwijzer lste kl. bij het openbaar lager onderwijs, W. P. Hillen aan de Hoogere Bnrgersohool te Semarang de ambtenaar op non- activiteit J. Jaspers, laatst onderwijzer 2do kl. bij het Openbaar Lager Ondfrwgs. Ontslagen: Op verzoek, eervol, nit 'slands dienst, met ingang van 5 Juni 1894, do Gouverneur van Sumatra's Westkust, O. M. Do Munnick. Bepaald: Dat geplaatst blijven: in de res. Besoeki, de benoemde contr. l6to kl. D. A. De Boer; in do rcs. Kediri, de benoemde contr. leto kl M. Van dor Ent en do 1 onoemdo adsp.-contr. J. D. Hnngor; in de ree. Bantam, de benoemde contr. 2de kl. J. H. Ziessel en do benoemde adsp.- contr. P. A. Hijnokamp; in do ros. ProaDger- Regentsobappon, do benoemde contr. 2de kl., J. W. E. Weasels. Departement van Oorlog. V o r 1 e o n d: Twee jaar verlof naar Europa, wegens ziekte, aan don luit.-kol. C. H. F. Rioez. Ontslagon: Op verzoek eervol uit Hr. Ms. mil. dienst wegens volbrachten dienattijd, met bo- hond van rocht o^ pcDsioon met iogang van respec tievelijk 2 en 3 Mei 1894 de kap. dor inf. R. A.Th Wijgersma en do kap.-kwart, bij de mil. adm. J. O. Do Raad. Bevorderd: Bfi hot wapen der iüf.tot luit.-kol. de majoor H. F. C. Van Bijlevtlt; tot majoor de kap. C. K. J. Van den lius6cho on C. J. Laccullc; tot kap. do lste luitenants P. J. Broek- hoff, G. A. Piatt on A. De Leur; tot loten luit. de 2o luitenants A. J. J. G. Prinsen en W. G. L. Snijders, met bepaling dat de kapiteins O. A. Piatt on A. De Leur ook in hun nieuwen raDg in hunce tegen woordige betrekking respectievelijk ale adj. in hot mil. com. vau Celebes, Menado en Timor en Onder- hoorighedeu en vau adjudant bij het plaatselijk com. te Semarang geplaatst en a la soito van hun wapen gevoerd zullen blijven. Bg het wapoj der genie tot laten luit. de 2do luit. J. B. In 't Veld. Hersteld: Bij het wapen der artil. boven do formatie in activiteit do majoor op non-act. G. Fouil- letau do Brnijn. Verleend: Eeno n aand verlof naar Fort-do-Kock t 't horstel van gez. aan don off. vaD goz. 2do kl. S. Monnikendam; een tweejarig verlof Daar Enropa, wegene z ekte, aan don lsten luit. dor genie C. F. Do Rocboraont. Ontslagon: Op verzoek, eervol, uit Hr. Ms.mil. dienst, met ingang van 4 Mei 1894, wegens volbrachten dienstirjd, met behoud van recht op pensioen, de kap. der inf., J. Logt. Verleend: Twee maandon verlof naar 8oeka- boemie, aan den 2dcn lait. dor inf. H. Ermerine, en aan den kapt. der inf. F. P. H. Roersch. Overgeplaatst: Van Taroetooug naar Fort- de-Kock, do kapt. der inf. D. L. N. Vink; van het 0de bat. naar het 2de depot-bat. o:i het 7de bat. de kapiteins der inf. K. W. Amiot on F. W. H. Tuinenburg; van 8eraDg nitnr bot 10de bat. do kapt. der inf. W. L. A. G. Sol; naar Atjeh t.n.i. de kapt. bg hot 2de bat. H. E. De Wilde; van Deli naar hot 11de bat. de kapt. der iuf K. A. Van der Hout; van Atjeh Daar Mag* lang, als adjudant, de lste luit. P. Bodemeijer; van het 14de bat. naar Atjeh als adjudant de lste lait. J. C. Smits; naar hot subsistonteakader te Bata\ia, do :ste lait. bij het lste depot bat. J. J. B. Fanog Vorleend: Een tweejarig verlof naar Europa; wogens ziekte, aan de kapiteins der inf. D J. Buiten back en H. W. Houbolt; een jaar naar Euiopa, wegens langdorigen dienst, aan den kapt. dor inf. G. J. H. Bruijnia. Bevorderd: Bjj het wapen der art. tot kapt. de lsto luit. H. W. Strobaud on D. G. Van Nleuwen- hoven Helbach; tot lsten lnit., de 2do luits. F Raadman en H. L. F. Vanger. Verlengd: Mot eene maand het tot herstel van gezondheid verleend verlof naar Djokdjakarta aan den lsten luit. der iof. C. P. W. K. Van Alderworolt van Roeenbnrgh. Departement van Marino. Benoemd: tot baas- smid bg het marine-établiss ment to 8oerabaia de ambtenaar op non aot. A. Coster, laatstelijk die be trokking bekleed hebbende. Benoemd: B(j den dienst der kuetvorlichting in Ned.-Indië tot lichtopziohter 3de kl. F. W. Badart, thans belast met do waarneming dier betrekking. De Zlerlkseesche gijzeling. Zooals onza lezers weton, is onlangs de heer J. Waale, uitgever der „Zieriksee6che Nieuwsbode," in gijzeling gesteld omdat in zyn blad mededeelingen voorkwamen, die onderwerpen behelsden in geheime zitting door den Gemeenteraad behandeld en welke den Raadsleden aanleiding gaven te weigeren in comité-generaal te vergaderen, zoolang niet de persoon was ontdekt, die de onbe schaamdheid had gehad aan bo loeld blad in lichtingen te verstrekken. In een adres aan de Tweede Kamer be klaagt zich de heer "Waale, dat b(j den dag na zijne gijzeling den persoon genoemd heeft, die hem de mededeelingen had verstrekt (iemand, die door zijne betrokking op 't stad huis op de hoogte kon zijn), doch deze ont kende en de uitgever bJoef nog eenige dagen in arrest. In zijn adres aan de Staten-Generaal nu vestigt adressant op bovenstaande de aan dacht, er bijvoegende: „dat hy niet wettig gegijzeld is, omdat bi) niet geweigerd heeft getuigenis der waarheid af te leggen, maar verklaard heeft dat hy niets wist van een lid van den Raad, doch van iemand anders, alzoo wel getuigenis heeft gegeven; „dat, zoo hy wettig gegyzeld is, in elk ge val den volgenden dag, toen hy den naam van dien persoon genoemd heeft, do reden van die gyzeling verviel en de rechter-com- mi8sari8 had moeten zorgen dat hy uit die gyzeling ten spoedigste ontslagen werd, en die ambtenaar geheel buiton de wet handelde door een beweren, waarvan niets waar was, dat hy er nog wel meer van wist, hem van zyne vryheid te berooven." Hy eindigt met het verzoek, te willen be vorderen dat maatregelen worden genomen dat de vryheid van eiken burger en van do pers niet in den vervolge op dergeiyko wyze kan worden denkbeeldig gemaakt en dat worde afgekeurd de wyze waarop adressant is be handeld. DOOR JAN HOGENKAMP. 1) Er komen in ieder huisgezin en familie dagen voor, waarvan 't herdenken one hart mot weemoed vervult; waarbij 't ons ie alsof wij al het vlijmende der smart opnisuw ge voelen, waarop wij weer rouw betoenen over een smartelijk verlies, dat ons getroffen heeft, en waarvan het herdenken ons zóó innig aandoet, dat wy onze tranen van droefheid niet kunnen weerhouden. Ook in het groote huisgezin de Staat komen van die droeve dagen voor, die des te meer ons aandoen, omdat de droefhoid algemeener ie. Zoo is de datum „29 April" er een, die ons weemoedig stemt en het herlezen van de bladzijde uit onze echoone geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen, waarop het feit vermeld staat, dat wij u thans ter lezing aanbieden, liet niet na ons droevig te stom men. Maar bfl al onzen weemoed konden wy toch den blik fler opslaan en gevoelden w(j ons dankbaar gestemd, omdat bet een groot man betrof, een: „Held, wijsgeer, vader, echtgenoot, „Vriend, burger, christen alles tevens I „Een waardig perk voor duizend levens „En altijd Ruyter altjjd groot I" l') Feitb Van hem kon gezegd worden„Tntami natis fulget honoribua", d. i.: Hj) blinkt in onbezoedelde eere. Nietwaar, het stemt u evenals mij tot erkentelijkheid, tot het uitspreken van een woord van dankbare herinnering? Gy zult met mjj aan dien datum, welken w(j niet lang geleden schreven, eene bijzondere beteokonis hechten. Reeds meermalen mocht ik het ge noegen smaken u nader bekend te maken met gebeurtenissen uit onze Marine-geschie denis deze droevige bladzijde mag Ik niet overslaan. Ik hoop dat g(] haar niet onvol daan uit de banden zult leggen. „lk denk niet, admiraal, dat gij op uwen ouden dag bevreesd begint te worden en den moed gaat verliezeD," aldus sprak een der leden van de Admiraliteit van Holland on West-Friesland tot den acht en zestigjarigen Michiel Adriaansz. De Ruyter, omdat deze bedenkingen maakte ten opzichte der vloot, die onder zijne bevelen gesteld werd, om de Spanjaarden tegen de Franschen by te staan. „Zeker niet," antwoordde de gryze vloot voogd verontwaardigd„maar ik verbaas my en betreur het, dat gy de vlag van den Staat zóó durft blootstellen. My behoeft gy niet te vragen. Al werd my bevolen, 's lands vlag op één enkel schip te voeren, ik zou daarmee in zee gaan. Waar de Heeren Staten hunne vlag vertrouwen, zal ik myn leven wagen 1" 't Was naar aanleiding van een onderzoek naar de sterkte en zeewaardigheid zyner vloot, dat De Ruyter het onhebbelyke woord met gepaeten ernBt en niot zonder bitterheid be antwoordde. Daar lag eene vloot van achttien oorlogs schepen gereed, die, volgens een verbond met SpaDje, door Nederland gezonden moest wor den, ten einde aan de verplichting te voldoen, welke het op zich genomen had. Door de Admiraliteit van Amsterdam was er voor gezorgd en in hunne booge wysheid verklaarden de Heeren, dat de vloot sterk genoeg was, ofschoon met zekerheid gezegd kan worden, dat do schrielheid en misplaatste zuinigheid zooals bleek uit een scherpen brief van De Ruyter - don doorslag hadden gegeven. Ter vergoelyking zouden wy hier by kunnen voegen, dat er door Spanje geene grootere vloot gevraagd wasdat deze vloot niet zelfstandig behoefde te handelen, maar als hulpvloot dienst moest doendat, waoneer Spanje woord hield, de vereenlgde vloot Bterk genoeg zou kunnen zyn de Frauechen te weerstaan; dat door de zware verliezen in 1672 en 1673 onze Gewesten uitgemergeld waren; dat, be halve voor de Spanjaarden, ook nog eene vloot naar de Oostzee gezonden werd om Denemarken te helpen tegen Zwoden; doch De Ruyter oordeelde dat de thans hem ge geven scheepsmacht onvoldoende was, en die verklaring was waar. Op uitdrukkelyke begeerte van den Spaan- schen koning zou hy aan het hoofd der go- heele scheepsmacht geplaatst worden en aan dezen wensch konden de Staten niet anders dan gehoor geven. Bovendien werd eene aan- zienlyke som voor kostgelden en andere be hoeften by de uitrusting aan De Ruyter' uit betaald iets, wat hoogst zelden gebeurde en deze verschillende omstandigheden zullen niet zonder invloed gebleven zyn op het be sluit van De Ruylor dezen tocht mee te maken, ofschoon hy zeer goed wist dat do Fran8Che zeemacht in do laatste jaren geducht was vooruitgegaan, hetgeen hy in don elag by Schooneveld (7 Juni 1673) reeds had ondervonden. Den 29sten Juli 1675 vertrok Do Ruyter van Rotterdam naar Helievoetsluis, ten einde zich aan het hoofd der vloot te stellen. „Ik zeg u adieu, en niot alleen adieu, maar adieu voor eeuwig; want ik denk niet weer te komen. Ik zal op dezen tocht biyven; ik voel het!" Zoo eprak Bestevaór Michiel tegen een zyner vertrouwdste vrienden by het afscheid- nemen, terwy'. hy hem lang en ernstig do hand schudde. Ook het afscheid van gade en kinderen kenmerkte zich door eene byzondere hartelykhoid, alsof ieder begreep dat men elkander niet levend zou weerzien. En daar bestond reden toe, want de oude vlootvoogd werd geplaagd door tandpyn, koliek en graveel, welke laatste ongesteldheid hem veel pyn veroorzaakte; bovendien ondervond hy de ge breken van den naderenden ouderdom, ver langde naar rust en kalmte, maar boven alles was het, dat het onvoldoende der vloot, die zoo lichtvaardig gewaagd werd, hem een treurig einde deed voorspellen. En ofschoon men hem den raad gaf zich met het oog op zyne zwakke gezondheid lijj was ternauwernood van eene zware onge steldheid hersteld terug te trekken, Da Ruyter wilde er niets van hooren en ver klaarde oprecht: „Ik zal dien tocht doen, al moest ik aan boord gedragen worden 1" Nog nooit had De Ruyter een tocht onder zulke slechte omstandigheden begonnen, als thans. Allerle' teleurstellingen en tegenspoeden ondervond hy -éér de vloot byoen was. De beroemde „Zeven Provinciën, was zóó •ohavend, dat 'ay een ander schip, „De Een dracht", moest nemen. Dit vaartuig, waarop de luitenant-admiraal Van Nes de zeeslagen van den tweeden en derden Engelschen oorlog meegemaakt had, telde 7G stukken en 150 koppen. Het was door do Admiraliteit van do Maze zoodanig uitgerust, dat De Ruyter voor de eerate maal in zyn leven ernstig boos werd op zyne superieuren. „Het is eeno schande," schreef by, „dat tnen heeft toegelaten dat de personen, die met de uitrusting der vloot belast zyn ge weest, hunne beurs op zulk eene oneerlyke wyze gevuld hebben, want al de zeilen on het touwwerk op de schepen zyn verrot en nagenoeg onbruikbaar." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 5