N°. 10514.
Maandag 4 Juni.
A0. 1894.
(§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
DE LAATSTE TOCHT.
2» April 1670.
LEIDSCH
DAG-BLAB
PRIJS DEZER COURANT i
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per posta s 1-40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17£. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Tweede Blad.
KOLONIËN.
BATAVIA, 27 April—1 Mei.
(Nederlandsche mail.)
Op de tentoonstelling te Batavia hebben de
toegangsgelden opgebracht 59,000, de huren
en pachten ƒ8000, de tombola ƒ11,500, de
beide geldleeningen bijna ƒ111,000. De baten
bedroegen in het geheel 195,000. De uit
gaven waren ruim 207,000 groot, zoodat het
tekort ongeveer ƒ13,000 bedraagt.
De deelnemers in het waarborgfonds hebben
daarvoor 50 pCt. van hunne bijdragen beschik
baar te stellen.
Het vonnis van den raad van justitie te
Soerabaia, waarbij H. E. E., van beroep hoofd
redacteur der „Soerabaia-Courant", ter zake van
smaad, gepleegd door middel van een verkocht
en verspreid drukwerk jegens openbare amb
tenaren tot de straf van ééne maand gevangenis
werd veroordeeld, is bij arrest van het hoog
gerechtshof vernietigd met vrijspraak van den
beklaagde van het hem ten laste gelegde.
Aan een schrijver in het „Bat. Hbld."
is door een hoofd-ainbtenaar, die het weten
kan, verzekerd dat het bij de toepassing van
de jongste ordonnantie betreffende de oprich
ting van suikerfabrieken de bedoeling is daar
toe geene vergunning te geven, wanneer de
bevolking er door beroofd zou worden van het
noodige water voor rijstcultuur.
De kolonel Biljardt, chef van het wapen
der artillerie, is een paar dagen geleden door
de geneeskundige commissie in de 1ste militaire
afdeeling Java voor alle militaire diensten
afgekeurd en zulks ten gevolge van een ge
brek aan de rechterhand. Deze hoofdofficier
zal dientengevolge het leger verlaten en als
kolonel door den overste Staverman vervangen
worden.
De heer J. P. Van Ekris, hoofdonder
wijzer te Soerabaia, heeft met goed gevolg het
groot-notaris-examen afgelegd.
Aan den ambtenaren van hetBinnenlandsch
Bestuur op Java zjjn per circulaire eenige
vragen betreffende het tooneel op Java ter
beantwoording gesteld, en zulks naar aanlei
ding van een door den directeur van 's Rijks
Etbno6raphisch Museum te Leiden, rar. L.
Serrurier, ontvangen opdracht om een werk
over de Javasche wajang samen te stellen.
Nog steeds is de notarisplaats te Sema-
rang, opengevallen door het overlijden van
den notaris Leeman, niet vervuld. De „Loc."
doelt bij geruchte mede, dat de oorzaak
hiervan zou zijn de weifeling der regeering
om te voldoen aan de warme aanbeveling
van den directeur van justitie, Mr. A. Stibbe,
voor zjjn vriend den beer E C-h. T. Bloch,
notaris te Grissee. Do Gouv. Generaal zou
degelijk willen onderzoeken, of die aanbeveling
wel inderdaad is verdiend.
Over de voorgenomen Lombok expeditie
komt in de jongste mail nog niets voor.
Het verslag van den gouverneur van
Atjeh loopt van 27 Maart tot 9 April. Het
blijkt daaruit dat het in het door ons en onze
bondgenooten bezette gebied gedurende dat
tijdsverloop rustig bleef.
Te Melaboet (Westkust) werd de laatste
hand aan het werk gelegd en werden de drie
nog overgebleven vijandelijke versterkingen
genomen. Vooraf had de artillerie er haar
vuur op gericht. Verliezen werden bij de
bemachtiging niet geleden.
De tijdelijke 1ste commies bij het depar
tement van Binnenlandsch Bestuur, C. N.
Bisschoff, heeft wegens ziekte eervol ontslag
uit zijne betrekking gevraagd.
De Resident van Medan brengt heden
(2 Mei) een bezoek aan Serdang en begeeft
zich morgen met den Gewest, mil.-commandant,
vergezeld van den kapitein van den genoralen
staf La Feber, naar Tamiang, om eens pools
hoogte van den stand van zaken aldaar te
nemen. Denzelfden dag vertrekken derwaarts
de kapitein dor infanterie Van Polanen Petel,
de 1ste luit. der infanterie K. F. Collard en
41 minderen, bestemd voor aflossing van een
gedeelte van het garnizoen van Kwala Simpang.
De kapitein der infanterie J. P. Pieters Graaf
land komt van daar terug wegens ziekte.
(Deli-Crt. van 2 Mei.)
De troebelen In Tamiang.
Naar de „Deli-Crt." verneemt, heeft onlangs
in die afdeeling, op den linkeroever van de
Tamiang-rivier, weder eens eene ontmoeting
tusschen onze troepen en den vjjand plaats
gehad.
Op den 22sten April is nl. de 1ste luit.
der infanterie Heidens aan 't hoofd eener
colonne van 75 bajonetten naar T. Seraantoh
en Paja Asseh getogen, op het bericht dat
zich daar eene bende Atjehers zou bevinden,
die er eene hoeveelheid r\jst en peper had
opgeborgen.
"s Nachts te 1 uur werd van Seroeway uit
gerukt om den vjjand te overvallen. De troepen
worden per „Anna" en „Tjantik" naar T.
Semantoh vervoerd en marcheerden van daar
naar Paja Asseh, waar zjj 's morgens te 6
uren aankwamen.
Door eeno verkeerde aanwijzing van den
gids mislukte de overvalling gedeeltelijk, zoo
dat Petoewah Amat in de gelegenheid was
met zjjne bende te vluchten en hun alleen
eenige salvo's konden worden nagegeven.
Daardoor sneuvelden 6 Atjehers; het aantal
gewonden weet men natuurlijk niet. Er wor
den buit gemaakt 12 pic. peper, benevens
eene hoeveelheid, die nog te drogen lag, 10
zakken rijst, 2 geweren, 12 klewangs, eenige
rentjongs, lansen en eene hoeveelheid bus
kruit, zoodat de tocht dan toch niet geheel
vruchteloos was.
Onze troepen bekwamen 4 gewonden, nl.
de luit. Heidens, die een matten kogel tegen
het linkerscheenbeen kreeg; de Europeesche
fuselier Korthout een niet doordringend schot
in den buikde inlandsche fuselier Soerowono,
die een schot in het linkersleutelbeen, en een
dwangarbeider, die een kogel in de knie kreeg.
Op den terugtocht vielen uit het bosch nog
eenige schoten, welk vuur ons echter geene
verliezen berokkende en spoedig tot zwijgen
was gebracht.
In de nabijheid van T. Semantoh weder
ingescheept, waren de troepen te 1 uur weder
te Seroeway terug.
Verder wordt nog gemeld dat den 14den
Panglima Karim van Aloer Tjoetjoer weder
met het grootste gedeelte van zijne bevolking
was teruggekeerd. H|j verklaarde door den
vijand gedwongen te zijn geworden om mee
te gaan, doch in een onbewaakt oogenblik
ontvlucht te zijn.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn
de volgende besobikklngen genomen:
Civiel Departement. Verleend: Twee jaren verlof
naar En:opa, wegene ziekte, am den aes.-res. van
DJomber (Besooki) W. Van der Linde en aan den
opziohter leto kL bij den Waterataat enz. P. Bommel.
Ontslagen: Op zijn verzoek eervol uit zijne
betrekking de contr. 2de kl. bij bet P.inneDl. Bestuur
op de bez. buiten Java en Madoera Ch. E. Heavieide.
Benoemd: Tot referendaris ter Algemeens
Socretario de ambtenaar op non-act. F. Do Greve,
laatst die betrekking bekleed hebbende, thans ter
beschikking van den algemoenen secretaris.
Benoemd: Tot contr. 2do ld. M. Foiingor;
tot adspirant-contr. L. R. Wcntbolt.
Bonoemd: Bij het Binoenl. Bestuur op Java
en Madura tot contr. late kl. D. De Boer en M. Van
der Ent; tot contr. 2de kL J. H. Ziezol c-n J.
W. E. Weseels; tot adeplrant-contr. J. D. Hunger
on P. A. Hijoekamp.
Bij de exploitatie der Staatsspoorwegen op Java
lot opzichters-ma chinibten lste kl. de idem 2 e kl.
J. D. A. Loth, O. Leeflang, E. D. O. Middelaer en
J. Ch. Gjjabere; tot opziohter-machinist 2do kl. de
machinisten lste kl. W. P. C. F. Fraoghoven on A.
H. Altmaan
Overgeplaatst: In het gouvernement Sumatra's
Westkust van do oaderafd. VII kota, afd. Tanah-
Tatar naar de onderafd. Mooara Laboeh, afd. 18 en
9 kota's de contr. 2de kl. H. C. E. Quaet.
Goplaatst: In de onderafd. VII kota, wd. contr.
2do kl. G. Sohaip; in de onderafd. Toba, afd.
Toba en Seliidoeng, de korbenoomdo contr. lste kl.
P. A. L. Van Dijk.
Verplaatst: Van de ree. Lampongschedistricten
naar de res. Wester-afd. van Borneo de contr. 2de
kl. J. Van Weert.
Benoemd: Tot adjunot-chef der 4do afd. bp de
exploitatio der Staatsspoorwegen op Java L. J.
Burgomtestre.
Io de res. we3terafd. van Borneo tot commies op
het aesietent-reaidentiekantoor te Montrado, tevoDS
vendumeester aldaar, de Sdo commies op het resi
dentiekantoor to Pontianak J. P. K Bolt; tot 3dc-n
commies op het residentiekantoor te Pontianak, F.
H. E. Van Waardenburg.
Bepaald: Dat het aan den onderwijzer 2de kl.
8. Hcrmanides verleend verlof naar Enropa. wogonB
langdurigon dienst, wordt beschouwd als te zijn vor-
leend wegODS ziekte voor den tijd van twee jaren.
Belast: Bij don watorstaat on 's lands Burg. Op.
Werken, met de waarncmicg der betrekking van
opz. lste kl. G. O. J. Bnjje.
O vergeplaatst: Van do rea. Cheribon naar Tegal,
de opz. 8de kl. L. Korthals; van de Lampongtohe
districten naar de res. Bantam do opz. lste kl. J.C.
Dekker; vai do res. Batav.a naar do ree. Palom-
bang de opz. 2do kl. H. J. G. E. F. Hofmeijer;
van de res. SoroaraDg naar de ros. Paesoeroean do
opz. 2de kl. J. O. Van Ilheeden.
Toegevoegd: Aan den obof der 2de watoretaats-
afdeeling in hot belang van de verbetering der bo-
vloeiing door de Sindopradja- en Dootamatje-kidingon
(Afdeeling Indramajoe, roe. Cheribou) de opz lstekl.
C. G. J. Gersen, thans in de res. Bautam werkzaam
aan den chef der leto WaterstaatsefdeeliDg voor do
opnemingen en uitvoering van werken in bet belang
der bovloeiing van de Tjiheavlakto uit de TJisokkan
(afd. Bandoen;,-, ree. Preauger Regentscbapprn) de
ingenieur 2de kl. J. P. Kruimel, thans bij do directie
werkzaamaan den controleur van Tanger do
burgerlijk ambtenaar, H. A. Do 8antij.
Verplaatst: Van de afd. Toeban naar Bo Ijonegoro
on toegevoegd aan den contr. aldaar, do burgerlijk
ambtenasr E. G. Nering Bögel.
Overgeplaatst Bij het Staatsspoor op Java
(aanleg) van de ljjü ProangcrTjllatjap naar do Ijjn
MalaDg - Blitar, de tijdelijke onderopz. 3de kl. L. R.
O. Vau Haaron.
Belast: Met de waarneming der function van
adj. chef dor 2do afd., de opz. lsto kl. H. E. B.
Willemeen, alsmede met het beheer van de onderafd.
II der 2de afd. van de Oosterljjnen, mot aanwijzing
van Madioen als standplaats.
Verlengd: Met zee maanden of zooveel korter
als zal blijken voldoende te zijn den termijn, ge
durende welken de ambtenaar op wachtgeld Mr. M.
M. Bosman, laatst voorzitter van den Landraad to
Krakeaën (ProboliDggo) is belast met do betrokking
van buitengewoon voorzitter van doa Landraad to
Toeban (Rembang) en de ambtenaar W H. Begnhart
is gesteld ter beschikking van genoemden voorzitter,
om te worden belait met griffierswerkzaamheden bjj
die reohtbank.
V erloend: Een jaar verlof naar Europa, wegene
laDgdurigen dienst, met ingang van 15 Mei 1894,
i espectievelijk aan den leeraar in do Nederlandsche
taal en letterkunde on aan dien in de Engelsche en
Hoogduitscho talen en hare letterkunde aan do af-
deeliDg H. B.-S. van hot Gymnasium Willem III,
H. W. Praaeterink en G. J. P. J. Bo'dand, zoomede
i an den leeraar in de moderne talen en haro letter
kunde aan de H. B S. to Semarang, J. Julius; met
iDgaDg van 12 Mei 1894 aan den controleur 2de kl.
op Java en Madoera A. P. Stoorvogel.
Ontslagen: Op verzoek eervol uit 'elands
dienst met ingaDg van 3 Mei 1894 de assistent-resident
to Ngrowo (Kediri) F. U. Van Fengel.
Benoemd: Bij het boechwezen op Java en
Madoera tot opziener lste kl. F. Üaudoin; tot op
ziener lste kl. P. O Lans; tot tijdelijk opziener
2de kl. bjj lut Boschwezon op Java en Madoera A.
A. L. 8tauffenbeil Zijmere.
Tijdelijk belast: Met ingang van 15 Mei
1894 met de waarneming der betrekking van looraar
in de Engelacbe taal en hare letterkunde aan do
afdeeling H. B.-S. van het Gymnasium Wlllom III
te Batavia, do onderwijzer lste kl. bij het openbaar
lager onderwijs, W. P. Hillen aan de Hoogere
Bnrgersohool te Semarang de ambtenaar op non-
activiteit J. Jaspers, laatst onderwijzer 2do kl. bij
het Openbaar Lager Ondfrwgs.
Ontslagen: Op verzoek, eervol, nit 'slands
dienst, met ingang van 5 Juni 1894, do Gouverneur
van Sumatra's Westkust, O. M. Do Munnick.
Bepaald: Dat geplaatst blijven: in de res.
Besoeki, de benoemde contr. l6to kl. D. A. De
Boer; in do rcs. Kediri, de benoemde contr. leto
kl M. Van dor Ent en do 1 onoemdo adsp.-contr.
J. D. Hnngor; in de ree. Bantam, de benoemde
contr. 2de kl. J. H. Ziessel en do benoemde adsp.-
contr. P. A. Hijnokamp; in do ros. ProaDger-
Regentsobappon, do benoemde contr. 2de kl., J. W.
E. Weasels.
Departement van Oorlog. V o r 1 e o n d: Twee jaar
verlof naar Europa, wegens ziekte, aan don luit.-kol.
C. H. F. Rioez.
Ontslagon: Op verzoek eervol uit Hr. Ms.
mil. dienst wegens volbrachten dienattijd, met bo-
hond van rocht o^ pcDsioon met iogang van respec
tievelijk 2 en 3 Mei 1894 de kap. dor inf. R. A.Th
Wijgersma en do kap.-kwart, bij de mil. adm. J. O.
Do Raad.
Bevorderd: Bfi hot wapen der iüf.tot
luit.-kol. de majoor H. F. C. Van Bijlevtlt; tot
majoor de kap. C. K. J. Van den lius6cho on C. J.
Laccullc; tot kap. do lste luitenants P. J. Broek-
hoff, G. A. Piatt on A. De Leur; tot loten luit.
de 2o luitenants A. J. J. G. Prinsen en W. G. L. Snijders,
met bepaling dat de kapiteins O. A. Piatt on A. De
Leur ook in hun nieuwen raDg in hunce tegen
woordige betrekking respectievelijk ale adj. in hot
mil. com. vau Celebes, Menado en Timor en Onder-
hoorighedeu en vau adjudant bij het plaatselijk com.
te Semarang geplaatst en a la soito van hun wapen
gevoerd zullen blijven.
Bg het wapoj der genie tot laten luit. de 2do luit.
J. B. In 't Veld.
Hersteld: Bij het wapen der artil. boven do
formatie in activiteit do majoor op non-act. G. Fouil-
letau do Brnijn.
Verleend: Eeno n aand verlof naar Fort-do-Kock
t 't horstel van gez. aan don off. vaD goz. 2do kl.
S. Monnikendam; een tweejarig verlof Daar Enropa,
wegene z ekte, aan don lsten luit. dor genie C. F. Do
Rocboraont.
Ontslagon: Op verzoek, eervol, uit Hr. Ms.mil.
dienst, met ingang van 4 Mei 1894, wegens volbrachten
dienstirjd, met behoud van recht op pensioen, de kap.
der inf., J. Logt.
Verleend: Twee maandon verlof naar 8oeka-
boemie, aan den 2dcn lait. dor inf. H. Ermerine,
en aan den kapt. der inf. F. P. H. Roersch.
Overgeplaatst: Van Taroetooug naar Fort-
de-Kock, do kapt. der inf. D. L. N. Vink; van
het 0de bat. naar het 2de depot-bat. o:i het 7de
bat. de kapiteins der inf. K. W. Amiot on F. W. H.
Tuinenburg; van 8eraDg nitnr bot 10de bat. do
kapt. der inf. W. L. A. G. Sol; naar Atjeh t.n.i.
de kapt. bg hot 2de bat. H. E. De Wilde; van
Deli naar hot 11de bat. de kapt. der iuf K. A. Van
der Hout; van Atjeh Daar Mag* lang, als adjudant,
de lste luit. P. Bodemeijer; van het 14de bat.
naar Atjeh als adjudant de lste lait. J. C. Smits;
naar hot subsistonteakader te Bata\ia, do :ste lait.
bij het lste depot bat. J. J. B. Fanog
Vorleend: Een tweejarig verlof naar Europa;
wogens ziekte, aan de kapiteins der inf. D J. Buiten
back en H. W. Houbolt; een jaar naar Euiopa, wegens
langdorigen dienst, aan den kapt. dor inf. G. J. H.
Bruijnia.
Bevorderd: Bjj het wapen der art. tot kapt.
de lsto luit. H. W. Strobaud on D. G. Van Nleuwen-
hoven Helbach; tot lsten lnit., de 2do luits. F
Raadman en H. L. F. Vanger.
Verlengd: Mot eene maand het tot herstel van
gezondheid verleend verlof naar Djokdjakarta aan
den lsten luit. der iof. C. P. W. K. Van Alderworolt
van Roeenbnrgh.
Departement van Marino. Benoemd: tot baas-
smid bg het marine-établiss ment to 8oerabaia de
ambtenaar op non aot. A. Coster, laatstelijk die be
trokking bekleed hebbende.
Benoemd: B(j den dienst der kuetvorlichting
in Ned.-Indië tot lichtopziohter 3de kl. F. W. Badart,
thans belast met do waarneming dier betrekking.
De Zlerlkseesche gijzeling.
Zooals onza lezers weton, is onlangs de
heer J. Waale, uitgever der „Zieriksee6che
Nieuwsbode," in gijzeling gesteld omdat in
zyn blad mededeelingen voorkwamen, die
onderwerpen behelsden in geheime zitting
door den Gemeenteraad behandeld en welke
den Raadsleden aanleiding gaven te weigeren
in comité-generaal te vergaderen, zoolang
niet de persoon was ontdekt, die de onbe
schaamdheid had gehad aan bo loeld blad in
lichtingen te verstrekken.
In een adres aan de Tweede Kamer be
klaagt zich de heer "Waale, dat b(j den dag
na zijne gijzeling den persoon genoemd heeft,
die hem de mededeelingen had verstrekt
(iemand, die door zijne betrokking op 't stad
huis op de hoogte kon zijn), doch deze ont
kende en de uitgever bJoef nog eenige dagen
in arrest.
In zijn adres aan de Staten-Generaal nu
vestigt adressant op bovenstaande de aan
dacht, er bijvoegende:
„dat hy niet wettig gegijzeld is, omdat bi)
niet geweigerd heeft getuigenis der waarheid
af te leggen, maar verklaard heeft dat hy
niets wist van een lid van den Raad, doch
van iemand anders, alzoo wel getuigenis
heeft gegeven;
„dat, zoo hy wettig gegyzeld is, in elk ge
val den volgenden dag, toen hy den naam
van dien persoon genoemd heeft, do reden
van die gyzeling verviel en de rechter-com-
mi8sari8 had moeten zorgen dat hy uit die
gyzeling ten spoedigste ontslagen werd, en
die ambtenaar geheel buiton de wet handelde
door een beweren, waarvan niets waar was,
dat hy er nog wel meer van wist, hem van
zyne vryheid te berooven."
Hy eindigt met het verzoek, te willen be
vorderen dat maatregelen worden genomen dat
de vryheid van eiken burger en van do pers
niet in den vervolge op dergeiyko wyze kan
worden denkbeeldig gemaakt en dat worde
afgekeurd de wyze waarop adressant is be
handeld.
DOOR
JAN HOGENKAMP.
1)
Er komen in ieder huisgezin en familie
dagen voor, waarvan 't herdenken one hart
mot weemoed vervult; waarbij 't ons ie alsof
wij al het vlijmende der smart opnisuw ge
voelen, waarop wij weer rouw betoenen over
een smartelijk verlies, dat ons getroffen heeft,
en waarvan het herdenken ons zóó innig
aandoet, dat wy onze tranen van droefheid
niet kunnen weerhouden.
Ook in het groote huisgezin de Staat
komen van die droeve dagen voor, die des
te meer ons aandoen, omdat de droefhoid
algemeener ie.
Zoo is de datum „29 April" er een, die ons
weemoedig stemt en het herlezen van de
bladzijde uit onze echoone geschiedenis van
het Nederlandsche zeewezen, waarop het feit
vermeld staat, dat wij u thans ter lezing
aanbieden, liet niet na ons droevig te stom
men. Maar bfl al onzen weemoed konden wy
toch den blik fler opslaan en gevoelden w(j
ons dankbaar gestemd, omdat bet een groot
man betrof, een:
„Held, wijsgeer, vader, echtgenoot,
„Vriend, burger, christen alles tevens I
„Een waardig perk voor duizend levens
„En altijd Ruyter altjjd groot I"
l') Feitb
Van hem kon gezegd worden„Tntami natis
fulget honoribua", d. i.: Hj) blinkt in
onbezoedelde eere.
Nietwaar, het stemt u evenals mij tot
erkentelijkheid, tot het uitspreken van een
woord van dankbare herinnering? Gy zult met
mjj aan dien datum, welken w(j niet lang
geleden schreven, eene bijzondere beteokonis
hechten. Reeds meermalen mocht ik het ge
noegen smaken u nader bekend te maken
met gebeurtenissen uit onze Marine-geschie
denis deze droevige bladzijde mag Ik niet
overslaan. Ik hoop dat g(] haar niet onvol
daan uit de banden zult leggen.
„lk denk niet, admiraal, dat gij op uwen
ouden dag bevreesd begint te worden en den
moed gaat verliezeD," aldus sprak een der
leden van de Admiraliteit van Holland on
West-Friesland tot den acht en zestigjarigen
Michiel Adriaansz. De Ruyter, omdat deze
bedenkingen maakte ten opzichte der vloot,
die onder zijne bevelen gesteld werd, om de
Spanjaarden tegen de Franschen by te staan.
„Zeker niet," antwoordde de gryze vloot
voogd verontwaardigd„maar ik verbaas my
en betreur het, dat gy de vlag van den Staat
zóó durft blootstellen. My behoeft gy niet te
vragen. Al werd my bevolen, 's lands vlag
op één enkel schip te voeren, ik zou daarmee
in zee gaan. Waar de Heeren Staten hunne
vlag vertrouwen, zal ik myn leven wagen 1"
't Was naar aanleiding van een onderzoek
naar de sterkte en zeewaardigheid zyner vloot,
dat De Ruyter het onhebbelyke woord met
gepaeten ernBt en niot zonder bitterheid be
antwoordde.
Daar lag eene vloot van achttien oorlogs
schepen gereed, die, volgens een verbond met
SpaDje, door Nederland gezonden moest wor
den, ten einde aan de verplichting te voldoen,
welke het op zich genomen had.
Door de Admiraliteit van Amsterdam was
er voor gezorgd en in hunne booge wysheid
verklaarden de Heeren, dat de vloot sterk
genoeg was, ofschoon met zekerheid gezegd
kan worden, dat do schrielheid en misplaatste
zuinigheid zooals bleek uit een scherpen
brief van De Ruyter - don doorslag hadden
gegeven.
Ter vergoelyking zouden wy hier by kunnen
voegen, dat er door Spanje geene grootere vloot
gevraagd wasdat deze vloot niet zelfstandig
behoefde te handelen, maar als hulpvloot
dienst moest doendat, waoneer Spanje
woord hield, de vereenlgde vloot Bterk genoeg
zou kunnen zyn de Frauechen te weerstaan;
dat door de zware verliezen in 1672 en 1673
onze Gewesten uitgemergeld waren; dat, be
halve voor de Spanjaarden, ook nog eene
vloot naar de Oostzee gezonden werd om
Denemarken te helpen tegen Zwoden; doch
De Ruyter oordeelde dat de thans hem ge
geven scheepsmacht onvoldoende was, en die
verklaring was waar.
Op uitdrukkelyke begeerte van den Spaan-
schen koning zou hy aan het hoofd der go-
heele scheepsmacht geplaatst worden en aan
dezen wensch konden de Staten niet anders
dan gehoor geven. Bovendien werd eene aan-
zienlyke som voor kostgelden en andere be
hoeften by de uitrusting aan De Ruyter' uit
betaald iets, wat hoogst zelden gebeurde
en deze verschillende omstandigheden zullen
niet zonder invloed gebleven zyn op het be
sluit van De Ruylor dezen tocht mee te
maken, ofschoon hy zeer goed wist dat do
Fran8Che zeemacht in do laatste jaren geducht
was vooruitgegaan, hetgeen hy in don elag
by Schooneveld (7 Juni 1673) reeds had
ondervonden.
Den 29sten Juli 1675 vertrok Do Ruyter
van Rotterdam naar Helievoetsluis, ten einde
zich aan het hoofd der vloot te stellen.
„Ik zeg u adieu, en niot alleen adieu,
maar adieu voor eeuwig; want ik denk niet
weer te komen. Ik zal op dezen tocht biyven;
ik voel het!"
Zoo eprak Bestevaór Michiel tegen een
zyner vertrouwdste vrienden by het afscheid-
nemen, terwy'. hy hem lang en ernstig do
hand schudde. Ook het afscheid van gade en
kinderen kenmerkte zich door eene byzondere
hartelykhoid, alsof ieder begreep dat men
elkander niet levend zou weerzien. En daar
bestond reden toe, want de oude vlootvoogd
werd geplaagd door tandpyn, koliek en graveel,
welke laatste ongesteldheid hem veel pyn
veroorzaakte; bovendien ondervond hy de ge
breken van den naderenden ouderdom, ver
langde naar rust en kalmte, maar boven alles
was het, dat het onvoldoende der vloot, die
zoo lichtvaardig gewaagd werd, hem een
treurig einde deed voorspellen.
En ofschoon men hem den raad gaf zich
met het oog op zyne zwakke gezondheid
lijj was ternauwernood van eene zware onge
steldheid hersteld terug te trekken, Da
Ruyter wilde er niets van hooren en ver
klaarde oprecht: „Ik zal dien tocht doen, al
moest ik aan boord gedragen worden 1"
Nog nooit had De Ruyter een tocht onder
zulke slechte omstandigheden begonnen, als
thans. Allerle' teleurstellingen en tegenspoeden
ondervond hy -éér de vloot byoen was.
De beroemde „Zeven Provinciën, was zóó
•ohavend, dat 'ay een ander schip, „De Een
dracht", moest nemen. Dit vaartuig, waarop
de luitenant-admiraal Van Nes de zeeslagen
van den tweeden en derden Engelschen oorlog
meegemaakt had, telde 7G stukken en 150
koppen. Het was door do Admiraliteit van do
Maze zoodanig uitgerust, dat De Ruyter voor
de eerate maal in zyn leven ernstig boos
werd op zyne superieuren.
„Het is eeno schande," schreef by, „dat
tnen heeft toegelaten dat de personen, die
met de uitrusting der vloot belast zyn ge
weest, hunne beurs op zulk eene oneerlyke
wyze gevuld hebben, want al de zeilen on
het touwwerk op de schepen zyn verrot en
nagenoeg onbruikbaar."
Wordt vervolgd.)