N°. 10514. Maandag J Juni. A0. 1894 (gourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on~ en feestdagen, uitgegeven. Kikeriki. Leiden, 2 Juni. Feuilleton. De glimlach der Koningin. DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT i Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Hommers0.05. PRIJS DER AD VERTENTIEN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Eerste Blad. Aan de Abonné's daarop, wordt by dit |nommer verzonden No. 37 van Kikeriki. Officiëele Keauisgovingoü. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het adres van C. J. C08TER, houdende Jyerzook om vergunning tot opriohting van eone schiet baan in den tuin van het perceel Stationsweg No. 31 Gelet op de artt. 0 en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Geven bg deae kennis aan het publiek dat ge noemd verzoek met de bglagen op de Secretarie dezer gemeente ter visio gelegd is; alsmede dat op jVrijdag 15 Juni aanst., 'e voormiddags te elf uren, f^op hot Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brongen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Burgemeester. [l Juni 1894. B. EIST, Seoretarie. Een zeer verkwikkelijke avond werd in liet wykgebouw „Geloof, Hoop, Liefde" op de Oranjegracht alhier aan een tachtigtal be woners der wyk bezorgd. Een klein dames koor onthaalde het publiek op het zingen van Hollandsche liederen; daar tusschenin werden door een paar heoren viool en violoncel be speeld met piano-begeleiding. Het publiek ge noot en de zangeressen niet minder. Hot oude .Wilhelmus", het „Angelus", voor koor, het lied van „het looze Molenarinnetje" en de ballade „Van eene koningsvrouwe", beide solo's, brachten de hoorders in verrukking. Het bleek weer hoe gevoelig de menschen zijn voor muziek, voor zang in 't bijzonder. Men ging heen met de blijde gedachte, dat in het vol gend seizoen nu en dan dergelijke avonden zullen georganiseerd worden. Heerlijk dat vele bevoorrechten hunne gaven willen leenen om aan eene bevolking, die zoo weinig gelegenheid beeft tot goede ontspanning, nu en dan zulk verfrisschend en opheffend genot te verschaffen 1 Van de „Leidsche Hulpbank", opgericht in 1862, ontvingen wij het verslag aangaande den toestand en de werkzaamheden, gedurende het jaar 1893. Daaruit blijkt dat de som, gedurende 1893 aan 503 leenere voorgeschoten, bedroegƒ76,440 of gemiddeld f 151.97. Vergeleken met het \oorgaande jaar wijzen deze cijfers eene vermindering aan van 30 leeners en van 1430 aan uitgeleend kapitaal. De uitgeleende bedragen liepen van 20 tot 400. Het aantal leeningen beneden ƒ200 bedroeg in 1893 aan 329 leeners 25,060 of gemiddeld ƒ76.17, terwijl ƒ61,380 uitgeleend werd aan 174 leeners in bedragen van ƒ200 tot en met 400, of gemiddeld 295.29. Duidelijk wordt de omvang van de werk zaamheden der Bank aangegeven in eene tabel, vermeldende welke sommen, in de jaren sedert de oprichting daarvan verloopen, aan de verschillende leeners werden uitgekeerd. Gedurende het jaar 1893 werd over het terugbetaald kapitaal, groot ƒ78,099.45, aan boeten ingevorderd 77.31 en aan premién en restitution voor rente uitbetaald ƒ728 345, zijnde percentsgewijs gerekend aan boete ƒ0.101 en aan premie en restitutie ƒ1.023. Het cijfer der ingevorderde boete is dus percentsgewijs lager dan ten vorigen jare toen het 0.203 bedroeg, terwijl het bedrag der premiën en restitutiën hooger is, hetwelk ten vorigen jare bedroeg ƒ0.981. De overwinst, welke de Bank in het afge loopen jaar maakte, bedroeg 1830.82 of 4.367 percent; over het jaar 1892 bedroeg dit ƒ2076.66 of 4.868 percent. Zooals reeds vermeld is, leenden 503 personen. Hiervan woonden 379 te Leiden, die ƒ54,620 van do Hulpbank ter leen ontvingen. Van de overige 124 leeners woonden 19 te Oegstgeest en leenden 3270,21 to Zoeter woude (ƒ1965), 14 te Leiderdorp (ƒ2175), 22 te Katwijk aan Zee 4280), 1 to Katwijk aan den Rijn (ƒ200), 7 te Noordwyk 1950), 14 te Noordwijkerhout (ƒ3790), 15 te Rijns- burg (ƒ1940), 1 te Oud-Ade (ƒ200), 4 te Warmond (ƒ800), 1 te Lisse (ƒ100), 2 to Voorschoten (ƒ300), 1 te Voorhout (ƒ200) en 2 te Sas8enheim (ƒ650), te zamen dus met 21,820 ter leen verstrekte gelden. Het aantal leeners, hetwelk op de zwarte lijst werd geplaatst en welke personen dus voor nieuwe leeningen niet meer, of niet dan na een zeker tijdsverloop kunnen in aan merking komen, bedroeg in 1893 24, tegen over 28 in 1892. Van deze 24 leeners woonden 6 buiten deze gemeente, 18 binnen deze gemeente, ter wijl voor 3 leeners binnen deze gemeente en 5 leeners buiten deze gemeente het bedrag door de borgen werd afbetaald. De zittingen der Bank werden geregeld 's wekelijks gehouden in het gebouw der Loge. De vergaderingen, in den loop van het jaar gehouden, hadden ten doel de regeling van eenige zaken, het beheer betreffende. In de samenstelling van het bestuur had de volgende verandering plaats De heeren J. T. Hessels en Mr. J. Bredius namen wegens vertrek uit deze gemeente ontslag als commissaris. Beiden zag men ongaarne het bestuur verlaten, daar zy ijverige en belangstellende medewerkers waren, wier aangename omgang door allen werd gewaar deerd en op prijs gesteld. Een bijzonder woord van dank wordt gobaebt aan den hoer J. T. Hessels, die ongeveer 10 jaren bet secretariaat met toewijding heeft waargenomen. Gedurende dien t\jd heeft hij zich al den arbeid getroost, die noodig was om de toevertrouwde kapi talen zooveel mogelijk voor verliezen te waarborgen, zonder het philanthropisch doel over het hoofd te zien. Daar ook de heer J. C. Huysman Jr. het verlangen te kennen gegeven had als com missaris af te treden, werd in deze drie vacatures voorzien door de benoeming van de heeren P. Alma Lzn., C. A. Heykoop en Mr. J. C. Van der Lip, die zich bereid ver klaarden die benoeming aan te nemen. In plaats van den heer J. T. Hessels werd tot secretaris gekozen de beer J. Wilhelmy Damsté. De voorzitter en penningmeester werden herbenoemd, evenals de heeren C. H. Pleyte, F. Be\jerinck, G. Henri Sythoff, J. M. Helling en C. A. Heykoop, die aan de beurt van aftreden waren. Bij de door de directie der marine te Amsterdam gehouden aanbesteding waren minste inschrijvers: voor perc. 25, poortlaken, de Leidsche Dekenfabriek, voor ƒ445 35; voor perc 28, vaatwerk (a.), de heer M. J. Lafeber, te Leiden, voor ƒ847.59; voor perc. 41, zeem leder, de firma wed. A. Parmentier en Zonen, te Leiden, voor ƒ236. Beroepen is bij de Geref. gem. te Rot terdam, ds. C. B. Bavinck, te Hazerswoude. Het onderzoek van alle in de gemeente Zoeterwoude gevestigde verlofgangers der militie te land, die vóór 1 April dezes jaars in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld en niet in de maand Juni in werkeiyken dienst moeten komen, zal worden gehouden te Leiden in het Invalidenhuis op Dinsdag 5 Juni a. s., des voormiddags te 9 uren. Ingevolge de door Ged. Staten van Zuid- Holland, op voordracht van den hoofdingenieur van den provincialen waters'aat in deze provincie, genomen beslissing is het deel der verbeterde vaart tusschen Rijn en Schie, looponde langs de Oostvest van Delft tot. in de Kolk (deel van de Schie) voor het publiek opengesteld te middernacht tusschen 31 Mei en 1 Juni 1894. Ged. Staten van Zuid Holland hebben besloten goedkeuring te hechten aan het be sluit der vergadering van stemgerechtigde in gelanden van den polder „Oud-Kraier" van den 9den Februari 1894, tot het aangaan eener geldleening, en voorts verklaard dat er geene termen bestaan tot vernietiging van het door stemgerechtigde ingelanden van den polder „Oud-Kraier" genomen besluit tot be- grinding van wegen in den polder. De vice president van den Raad van State, jhr. mr. Van Panhuys, heeft gisteren de residentie verlaten, om gedurende de maand Juni door te brengen op z(jn buitenverblijf „Nienoort", naby Leek, in de provincie Groningen. Als advocaat en procureur by den Hoogen Raad is beëedigd mr. W. J. Waalkcns. Heden is de gouverneur van Suriname, jhr. mr. T. A. J. Van Asch van Wyck, te Utrecht aangekomen. Te Arnhem is overleden de heer P. Prins, gepensionneerd majoor by het corps mariniers, in den ouderdom van 75 jar(m. Gisteren is te Haarlem het stoiTelyk overschot van jhr. J. W. M. Van de Poll, in leven dykgraaf van den Haarlemmermeerpolder en oudste lid van den Raad te Haarlem, ter aarde besteld. De kist was slechts met één groenen tak gedekt. Aan de groeve voerde de heer Crom- melin voor de hoofdingelanden, heemraden en ambtenaren van den polder het woord, terwyi jhr. mr. Boreel van Hogelanden, burgemeester van Haarlem, den overledene herdacht als lid van den Raad en mr. H Enschedé herinnerde aan zijne verdiensten als lid en voorzitter van het College van Regenten over het huis van bewaring. De zoon van den overledene, jhr. Ch. F. Van de Poll, dankte voor de belangstelling, hier betoond, terwijl de plechtigheid werd besloten met een gebed van dr. M. A. Perk, uit Am sterdam. In eene gisteren te Arnhem gehouden talrijk bezochte vergadering van Katholieke kiezers in het district Eist is met algemeene stemmen candidaat voor de Tweede Kamer gesteld mr. W. Van Basten Batenburg. In den winter van het jaar 1893 heeft zich te Amsterdam, op initiatief van Handwerkers- Vriendenkring, uit de bestuurderen van dertig vakvereenigingen een comité gevormd, om het verkrijgen van eene arbeidsbeurs te Amsterdam te bevorderen. In eene vergadering, eergisteravond gehou den, werd besloten zich per adres te richten tot den gemeenteraad, om medewerking te vragen by de verwezeniyking van dit plan. De leden der hofhouding, die te Soest- dyk waren gedurende het verbiyf van HH. MM. de Koninginnen en niet waren aange wezen om HH. MM op do buitenlandsche reis te vergezellen, zyn in de residentie terug gekeerd. Ook een gedeelte van het koninkiyk stal departement is uit Soestdyk terug. Van het Antwerpsch Comité van Schoone Kunsten is door den regeerings-commissaris te 's Gravenhage bericht ontvangen, dat het officieel bezoek van Z M. den Koning der Belgen aan de tentoonstelling van schoone kunsten te Antwerpen is aangekondigd voor Woensdag 6 Juni, des namiddags te halfvier. Dit bezoek kon niet vroeger plaats hebben, daar de meeste vreemde afdeelingen niet ge reed waren. Door den te Rotterdam wononden voor zitter van het „Nederl.-Belg. Zouaven-Comité," den heer P. Willemse Cz., is aao de Koningin- Regentes verzonden een adres, houdende het verzoek tot herstel van het gezantschap by den Paus. De herstemming ter verkiezing van twee leden der Prov. Staten in het hoofdkiesdistrict Dokkum had den volgenden uitslag: Aftreding 1898, uitgebracht 2901van on waarde 28 stemmen. Gekozen mr A J. An- dreae, (lib.) 1576; G. Meyer, (ant.), had 1287. Aftreding 1895, uitgebracht 2892 stemmen; van onwaarde 11. Gekozen T. C. Wiesenhaan (lib.) met 1488 stemmen; D. J. De Groot (ant.) bekwam er 1322. Door de arrondissements rechtbank te Rotterdam zyn de navolgende alpliabetische lysten van aanbeveling opgemaakt: lo. ter vervulling eener opengevallen ioch- tersplaats in het college: mr H. R. A. Boonen, subst. griffier by gemelde rechtbankmr. H. L. Lindaal Jacobs, subst.-griffier by de arr.-recht- bank te Amsterdam, en jhr. mr J. C. Reynst, advocaat en procureur te 's-Gravenhage; 2o. ter vervulling van de vacature van griffier van het college: mr. H J. Jordens; mr. H. P. Van Kaatboven, griffiers van de arr.-rechtbanken te Almeloo en Groningen, en mr. J. H. Uiterwyk, rechter-plaatsvervanger in de arr.-rechtbank, adv. on proc te Rotterdam. De „Nederlandsche Journalistenkring" houdt zyne tiende jaarlyksche algemeene ver gadering te Scheveningen, op Zondag 24 Juni a. s., te halftwaalf precies. Uit Neuwied wordt gemeld, dat HH. MM. de Koningin en de Koningin-Regentes Donderdag op de reis van Soestdyk naar Zwitserland aldaar zyn afgestapt en een kort bezoek aan hare Vorstelyke bloedverwanten op het kasteel Segenshausen bobben gebracht. De Koninginnen zyn vervolgens in goeden welstand te Tarasp aangekomen. Het stoomschip „Amsterdam", van Rot terdam naar Nieuw-York, passeerde 31 Mei Lizard; de „Oranje-Nassau", van Amsterdam naar Westlndiè, passeerde 1 Juni Dover; do „Semarang", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 1 Juni van Port-Said. Gemengd Nieuws. Deze week werden op „Rhynzigt" genomen 146 zwembaden door heeron en 13 door dames. Temperatuur van het water 17° Celsius. De gebroeders V., van Leidschen- dam, hadden dezer dagen eene niet pleizierige reis. Met eene voor eene dogkar gespannen hit naar Rypwetering gereden zyndo, deden zy het dier by den veehouder v. T. in de weide. Weer naar huis willende ryden, werden zy danig teleurgesteldhet beest lag dood op het land. Do trouwe viervoeter werd per brik naar Leiden vervoerd. De oorzaak van den dood is onbekend. Een wedstrijd in het schieten met geweer naar den vogel (papegaaischieten) had deze week te Oud-Ade plaats op de lan- deryen van A. Van der Voort. Voor belangstellenden in deze ouderwetsche sport zy vermeld dat de uitslag in dezen wed- stryd, waaraan twintig schutters deelnamen, was als volgt; lste vogel; 1ste vleugel afgeschoten door J. Kerkvliet, van Hillegom2de vleugel door C- Verdegaal, van Vogelenzang; staart door A. Van der Geest, van Kaagkop en bout door L. Van der Lans, van Zoeterwoude. 2de vogelBout afgeschoten door C. Ver degaal, van Vogelenzang; lste vleugel door C Schrarna, van Hillegom; 2de vleugel en staart dooi A Van der Geest, van Kaag. 3de vogel: lste vleugel afgeschoten door J Kerkvliet, van Hillegom, kop en staart door A. v d. Geest., van Kaag; bout door L. v. d. Lans, van Zoeterwoude, 2de vleugel, door C. Verdegaal, van Vogelenzang. Men schryftons: Een nog lang niet volleerd beoefenaar van de wielersport had Donderdag te Roelof A rendsveen bet on geluk iemand, die rustig op den wog stond, aan te rijden en zelf van zyn voertuig to vallen. Het zou niet ongewenscht zyn. dat in deze plaats alleen vélocipediston „van zessen klaar' langs den weg mochten rijden l De ongeoefenden toch zyn govaarlyk voor anderen öf voor zichzelf, óf ook wel voor beiden. Het water heeft daar voor wielryders eone groote aantrekkingskracht Omtrent het 12 jarig knaapje, dat door do Haagscho politie wegens dron kenschap in bewaring moest worden genomen, kan nog worden medegedeeld, dat het kind met twee kameraadjes waarvan de oudste 15 jaren, was uit geweest. Deze had een fooitje gokrogen en daarvoor werd voor 24 cents jenever (ongeveer 8 glaasjes) gekocht, die door don 12-jarigen knaap het isbynaonge- loollyk - nagenoeg alleen worden uitgedronken Tydens moeders afwezigheid. Terwyl een kind in eene woning in de Kei zerstraat te Amsterdam gisteravond een oogenblik zonder toezicht was, wist de kleine eene flesch terpentyn te bemachtigen en dronk daarvan. Het kind werd daardoor ernstig on gesteld en moest naar het gasthuis worden overgebracht door den vader. Een buitenkansje. Een achttal telegraaf bestellers te Amsterdam werd gisteren aangenaam verrast, daar op het nummer der Staatslotery, waarvan zy een vyfde hadden, de ƒ30,000 is gevallen. Er is te Utrecht in omloop eene inteekenlyst voor eene nieuwe race-boot ten behoeve van „Triton" aldaar. Binnen 2 dagen was reeds voor meer dan ƒ400 goteekend. Een reusachtige snoek van 20 KG en 1.55 M. lang werd dezer dagen door een hotelhouder Dalhausen in de Roer go- vangen. Aan den staart droeg hy een metalen plaatje met het volgende opschrift: „Myn vischje klein, myD viscbje klein Waar zoudt ge toekomende jaar wel zyn? Wie u vangt, zou me verplichten My dit even te berichten: 'k Woon te Wetter aan de Roer, Peter Wilhelm Gustaaf Schuhr, Te Wetter aan de Roer 1859." Het kleine vischje werd dus e°rst 35 jaar later gevangen Slot.) Desclozeau vereenigde inderdaad het ge kochte stuk land met zyn tuin door er eene schutting omheen te maken. Hy plantte er vruchtboomen en vele bloemen. De plaatsen, waar naar zyn beste weten Lodewyk XVI on Marie Antoinette lagen, veranderde hy in bloembedden. Hy plantte daarop hoogstam- mige rozen. III. Jaren gingen voorby. De Napoleontische tyd ruischte voorby met zyn verdoovend wapen gekletter en de vele wereldschokkende ge beurtenissen. Chateaubriand was intusschen door zyne geschriften een beroemd en in geheel Europa gevierd schryver geworden. Hy maakte reizen naar Italië, Griekenland, Palestina, Egypte en Spanje. Ook meDgde hy zich met het beste gevolg in de hooge politiek. Een tydlang volgde hy de ster van Napoleon. Toen deze *£hter den hertog van Enghien liet dood schieten, maakte by zich geheel van hem los en verdedigde voortaan met alle beslistheid en zeer veel handigheid in zyne politieke geschriften de zaak der Bourbons. Zulk eene werkzaamheid bleef natuuriyk niet onbeloond. Want toen koning Lodewyk XVIII onder het gejubel van het by zulke gelegenheid altyd onzinnig enthusiastische volk als koning te Parys zyn intocht hield, begeleidde hem Chateaubriand, die weldra tot hooge waardigheden zou worden geroepen. Hy werd later gezant en minister van staat. Eene gewichtige zaak voor Lodewyk XVIII was het, de ïyken van zyn broeder en van zyne schoonzuster te laten opgraven. De graf kelder met de oude lykkisteu in de door de mannen van het Schrikbewind verwoeste abdykerk te St.-Denis moest in alle haast ge restaureerd en voor de opneming der over- blyfselen van het onthoofde koningspaar gereed gehouden worden. Door den koning werd eene commissie be noemd, om een en ander in orde te brengen. Chateaubriand was lid van die commissie. Hare taak was niet zoo gemakkelyk. Men wist alleen, dat de ïyken van den koning en de koningin indertyd naar het Madeleine- kerkhof gebracht waren, maar waar op den grooten doodenakker de ter-aarde-bestelling had plaats gevonden, daarvan had men geen vermoeden. Om een onderzoek in te stellen, begaf de commissie zich des voormiddags van den 16den Januari 1815 naar het Madeleine- kerkhof. Toen de heeren by elkaar stonden en rade loos in 't rond keken, verscheen eensklaps by hen een kleine, gryze man, die eerbiedig boog en daarop zeide: „Myn naam is Des clozeau; ik ben tuinier en kransenbinder; sedert meer dan veertig jaren woon ik dicht by het kerkhof. Ik heb gehoord van de reden, die de heeren hierheen heeft gevoerd, en kan u de noodige opheldering geven, want ik stond indertyd als stille ooggetuige achter myne tuinschutting, toen de koning en later de koningin begraven werden. Het aan het kerkhof grenzende stuk land, dat men toen gebruikte, werd later myn eigendom en behoort sedert tot myn tuin. Als de heeren zich de moeite willen geven in myn tuin te komen, zal ik u terstond de plaatsen wyzen, waar Lodewyk XVI en Marie Antoinette liggen." De commissie begaf zich onmiddellijk met Desclozeau naar diens tuin. Hy bracht hen eerst naar den echeeven hoek, by den aan de straat Anjou St.-Honoré grenzenden steenen muur, wees op een wegens den winter dicht- gedekt bloembed en zeide plechtig; „Hier rust Zyne Majesteit koning Lodewyk XVI." Vervolgens geleidde hy de heeren naar eene andere, meer dan veertig schreden verwyderde plaats, wees op een tweede rozenbed en sprak „En hier rust Hare Majesteit koningin Marie Antoinette." De noodige maatregelen voor de opgraving werden daarop spoedig genomen. Men haalde kisten om de ïyken voorloopig op te nemen. In de eerste plaats werd da rustplaats van Lodewyk XVI voorzichtig opgegraven. Toen men het halfvergane ïyk met het daarby liggende hoofd vond, werd het aan de kleeding- stukken on overige kenteekenen terstond als juist door de commissie herkend. Ongetwyfeld waren dit werkeiyk de overblyfselen van den geguillotineerden koning. Daarop groef men op de andere plaats even behoedzaam en bracht spoedig eert vrouweiyk met het daarby liggende hoofd te voorschyn. Desclozeau beweerde nu met alle beslistheid, dat dit Marie Antoinette was, maar vond tegenspraak. Eenige heeren van de commissie meenden dat hy zich vergist moest hebben; het lyk was niet dat der koningin. Toen naai Chateaubriand het halfvergano hoofd in zyno handen en, torwyi hy aan den bowusten betooverendon glimlach dacht, die hem eens in het slot to Versailles zoo ge lukkig had gemaakt, bekeek hy het hoofd opmerkzaam. Gedachten on gevoelens waren het, die hy later zelf in deze woorden samen vatte: „Over al de puinhoopen van het ver leden heen, die daartusschen lagen, herkende ik in deze trekken, hoewel door dood en verwering wreedeiyk ontsierd, die kostolyke herinnering uit myne jeugd: de glimlach der koningin 1" Of de fantasie den dichter hier geen part heeft gespeeld, weten wy niet. Genoeg, hy gaf den doorslag. „De heer Desclozeau heeft gelyk," zeide hy beslist. „Dat is werkeiyk het hoofd van koningin Marie Antoinette 1" Den koning werd uitvoerig verslag gegeven van Desclozeau's verdiensten in deze aange legenheid. De brave man ontving eene grooto belooning. Het driehoekige stuk land werd hem voor een zeer hoogen prys afgekocht en op bevel van Lodewyk XVIII eene prach tige kapel op die plaats opgericht. De over blyfselen van het koningspaar werden naar St-Denis gebracht en in de abdykerk plechtig bygezet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1