N°. 10510.
(Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 29 Mei.
Feuilleton.
De slavin van den doode.
Woensdag 30 IMei. A°. 1894
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
maanden
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderde Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Bier ter stede is opgericht een Arbeidsraad
voor de bouw- en aanverwante vakken, welke
zijne eerste zitting zal houden op Vrijdag 22
Juni a. s., in het Nutsgebouw.
De Arbeidsraad heeft ten doel door samen
werking van patroons cn arbeiders de belan
gen van al degenen, die hier ter stede of in
de aangrenzende gemeenten de bouw- of
aanverwante vakken beoefenen, te behartigen,
en door bevordering hunner onderlinge samen
werking tot verbetering van in de bouwvak
ken heerschende misstanden to geraken.
Dit doel tracht hy te bereiken door:
a. het vereffenen van aan zyn oordeel onder
worpen geschillen tusschen de verschillende
categorieën van personen, de bouw- of aan
verwante vakken beoefenende, en hier ter stede
of in eene der aangrenzende gemeenten woon
achtig
b. het geven van adviezen, hetzy gevraagd
of ongevraagd, in zaken of toestanden, de
bouw- of aanverwante vakken betreffende, en
het aangeven van middelen tot regeling en
verbetering;
c. door alle andere geoorloofde en hem ge
schikt voorkomende middelen.
De Raad bestaat uit zestien leden, en wel
a. v y f leden patroons, waarvan drie ge
kozen door de Afdeeling Leiden der Maat-
scbappy tot Bevordering der Bouwkunst en
twee door de Vereeniging Bouwkunst en
Vriendschap
b. zeven leden-werklieden, zynde
één timmerman, gekozen door de Timmer
lieden- en Modelmakersvereeniging;
één smid, gekozen door de Smeden- en Koper-
slagersvereeniging „Nut door Vriendschap"
één loodgieter, gekozen door die vakvereeni-
ging, waarin de loodgieters zyn opgenomen
óón schilder, gekozen door de Schilders- en
Behangersvereeniging „Steun zy ons doel";
één metselaar, gekozen door de Metselaars-,
Steenhouwers- en Stukadoorsvereeniging
één steenhouwer, gekozen door die vakver-
eeniging, waarin de steenhouwers zyn op
genomen;
ééu stukadoor, gekozen door die vakvereeni-
ging, waarin de stukadoors zyn opgenomen;
c. drie leden architecten, voor de eerste
maal aangewezen door de oprichters, voortaan
telkens één te kiezen, beurtelings door de
Afdeeling Leiden der Maatschappy tot Bevor
dering der Bouwkunst, door de vereeniging
Bouwkunst en Vriendschap en door de Af
deeling Leiden van het Algemeen Nederlandsch
Werkliedenverbond
d. één lid voorzitter, die noch patroon, noch
werkman, noch architect is, en wordt benoemd
door het Departement Leiden der Maatschappy
tot Nut van 't Algemeen.
De Raad wyst uit zyn midden een onder
voorzitter aan.
De Raad benoemt een secretaris-penning
meester. Is deze geen lid van den Raad, dan
heeft hy eene adviseerende stem.
De Raad heeft het recht zich adviseerende
leden toe te voegen.
De Arbeidsraad bestaat thans uit de volgende
heerenMr. H. L. Drucker, voorzitterW. F.
Van der Heyden,onder-voorzitterW. C. Mulder,
secretaris-penningmeester; H. Beltman, H. C.
Van Benten, A. J. Bonte, H. Botermans, J. Van
Dam, Chr. Kooreman, J. G. Mathol, H. Paul,
J. I. Planjer,'J. W. Van Staden, H. J. Van
der Steen, H. Stoeke en N. De Zwart.
Hedenmiddag ontvingen wy porEngelscho
mail de Bataviasche bladen van 25 en 26 April,
alsmede de „Deli-Crt." van 25 28 April.
Er bestaat gelegenheid tot verzending
der correspondentie naar Nieuw-York, door
middel van het stoomschip „Amsterdam", van
Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al
hier moeten de brieven, enz. uiterlijk heden
avond om 10.40 bezorgd zyn.
De wyze van verzending behoort duidelyk
op het adres vermeld te worden.
Door het hoofdbestuur der scbippers-
vereeniging „Schuttevaer" is een adres ver
zonden aan de administratie der H. IJ.-Spoor-
W6gmpü met verzoek de Vinkbrug 's nachts
na het passeeren van den laatsten trein open
te houden en door een seinlicht te toonen
of de brug open of dicht is.
By de te Woubrugge op Maandag 28
dezer plaats gehad hebbende keuring van voor
den krygsdienst eventueel geschikte paarden,
werden er uit die gemeente 18 aan een onder
zoek onderworpen, waarvan er door de keu
ringscommissie 16 werden af- en 2 goedgekeurd.
Jongstl. Zondag werd in de Gerefor
meerde kerk aan de Voorstraat te Katwyk
aan den Ryn een nieuw orgel in gebruik
genomen, dat vervaardigd en geleverd is door
den heer J. Proper, orgelfabrikant te Kampen.
Het instrument voldoet aan alle billyke
eischen, welke er aan kunnen worden ge
steld, en strekt alzoo den vervaardiger tot
aanbeveling.
Ds. M. J. Van der Hoogt hield eerst eene
toespraak uit Psalm 150 en koos daarna tot
grondslag zyner rede Efeze 5 19.
De oud-Geref. Kerk van Ter-Aar zal 10
Juni weer een dienaar des Woords ontvangen.
Ds. Broekhuysen, te Lekkerkerk, hoopt alsdan,
na bevestiging door ds. Versteeg, van Den
Helder, den dienst te aanvaarden.
Met zekerheid kan het „Hbl." melden
dat de nieuwe Nederlandsche Opera, onder
directie van den heer C. Van der Linden, tot
stand is gekomen en met September a. s. den
schouwburg op het Leidscheplein te Amster
dam zal bespelen.
De linantiëele commissie, die do nieuwe
onderneming ter zyde staat, bestaande uit
invloedryke kunstbeschermers in de hoofdstad,
evenals de artistieke commissie, bestaande
uit de voornaamste kunstenaars van ons
land, zullen dezer dagen haar manifest open
baar maken.
Het waarborgkapitaal is volteekend en de
artisten worden voor drie jaren geëngageerd.
De heer Van der Linden is met het vormen
van koren en orkest reeds gereed, terwyl als
solisten voorloopig genoemd worden de heeren
D. Pauwels, Jos. Orelio, J. M. Thyssen, van
Parys (vroeger reeds aan de Ned. Opera ver
bonden), H. Engelen, alsmede de dames mej.
Louise Mulder (thans te Bayreuth), mej. M.
Luning, van Rotterdam, mej. Joh. Kempees,
mevr. Engelen—Sewing, mevr. Orelio—Van
Zandt, mevr. ThyssenBremerkamp.
Behalve het gewone opera repertoire, waar
van do vertalingen opnieuw worden bewerkt,
zal men instudeeren: „Rienzi" (waarmee het
seizoen wordt geopend), ,Tannhiiuser", „De
Vliegendo Hollander", „Freischütz", „De Ver
kochte Bruid van Smetana", enz., terwyl de
oorspronkelyke opera's „Floris V" van Hol,
„Brinio" van v. Milligen, „Leidens Ontzet"
van Van der Linden, hunne wedergeboorte
zullen beleven.
Voor het vertalen der teksten worden met
bekende letterkundigen overeenkomsten ge
troffen.
Het plan is de eene week tweemaal, de
andere driemaal voorstellingen te geven, zoo
danig, dat Ned. Tooneel én Ned. Opera om
den anderen Zondag zullen optreden.
De gemeenteraad van Groningen heeft
verworpen, met 20 tegen 8 stemmen, eene
voordracht van B. en Ws. tot stichting van
eene school voor meer uitgebreid lager onder-
wys voor meisjes met tweejarigen cursus, om
de lagere klassen der hoogere burgerschool
voor meisjes van hunne overbevolking te ont
lasten en eene gelegenheid te openen tot het
ontvangen van voortgezet onderwijs voor hen,
voor wie het middelbaar onderwys te ver gaat.
Naar het „Weekblad van het Recht"
verneemt, zullen de heeren jhr. mr. A. J.
Rethaan Macaré en mr. J. A. Levy optreden als
afgevaardigden der Nederlandsche regeering
by het dezen zomer te Antwerpen te houden
internationaal congres, tot bestudeering van
de vraagstukken betrekkeiyk het patronaat
over ontslagen gevangenen, de bescherming
van zedelyk verlaten kinderen en landloopers
en van krankzinnigen.
De minister van koloniën brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat voor twee
studenten in de medicymn aan eene der
Nederlandsche universiteiten de gelegenheid
bestaat om, tusschen 1 Augustus 1894 en
ultimo Juni 1895, in opleiding te worden
genomen voor de betrekking van officier van
gezondheid 2de klasse by het leger in Neder
landsch-Indië, onder gehot van eene subsidie
van f 5600. StsCt
Tusschen den minister van oorlog en de
vergadering van Stad en Lande van Gooiland
is de overeenkomst geteekend, waarbij gedu
rende vyf en twintig jaren de heidegronden
van Gooiland zyn verhuurd aan den-minister
voor het houden van militaire oefeningon.
Aan Gooiland verblyft het recht van plag-
geslag, schapenweide en overwogen. Ieder der
partyen hebben evenwel het recht na 1904 de
huur op te zeggen, mits hiervan vyf jaren
van te voren wordt kennis gegeven.
In dit blad werd vroeger de krasse motie
medegedeeld, welke de Raad der gemeente
Opsterland (Fr.) met algemeene stemmen aan
nam, naar aanleiding van eene handeling van
den gemeente-secretaris, die eene samenkomst
van de armvoogden to Beets met B. en Ws.
verhinderde. Aan het slot dier motie werd
aan den secretaris verzocht de schade, door
den gealimenteerde M. Lageveen, te Beets,
door het verhinderen der samenkomst geleden,
en de kosten, door de gemeente daardoor ge
maakt, te vergoeden.
De secretaris heeft thans aan Lageveen f 30
doen toekomen en f 12.50 in de gemeentekas
gestort.
Men meldt uit Haarlem, dd. 28 Mei:
Hedcnnamiddag is te dezer stede overleden
jhr. J. W. M. Van de Poll, gedurende 34 jaren
dykgraaf van den Haarlemmermeerpolder.
Ook was de overledene lid van den Raad
dezer gemeente sedert 2 Augustus 1S59;
by was de nestor der raadsleden.
Zyne groote verdiensten, zoowel land als
stad bewezen, werden door wylen Z. M. den
Koning beloond door zyne verheffing in den
adelstand en zyne benoeming tot ridder in de
orde van den Ned. Leeuw.
Voor de gemeente had de heer v. d. Poll
veel over en zyne weldadigheid behoedde velen
voor gebrek.
Een ziekbed van eenige maanden maakte
aan dat welbestede leven een einde en zyn
heengaan laat eene leegte achter, die het
moeilyk zal zyn aan te vullen.
Armen en ryken lieten zich in de laatste
dagen informeeren naar den toestand van den
zieke, en toen hedenochtend het bulletin „toe
stand hopeloos" verscheen, gingen er velen
heen met een traan in het oog.
Door zyn afsterven heeft Haarlem, in den
waren zin des woords, een zyner beste bur
gers verloren.
Voor kunsten en wetenschappen was zyne
beurs geopend en door zyne werkkracht is
nog in de laatste jaren in den Haarlemmermeer-
polder, vooral aan de watergemalen, enorm veel
in het belang van den polder verricht. (N. R. Ct.)
De Eerste Kamer is ter vergadering
opgeroepen op 7 Juni, te 3 uren.
By de door de afdeelingen van den Bond
van liberale kiesvereenigingen in het kies
district Alkmaar gehoude? stemmingen over
een candidaat voor de Tweede Kamer, ver
kreeg geen der voorloopig gestelde candidaten
de meerderheid, zoodat herstemming moet
volgen tusschen de heeren mr. H. J. Smidt
(oud-minister), met 26, en mr. J. A. Levy, met
18 stemmen.
Do heer J. L. T. Groneman, op wien 15
stemmen waren uitgebracht, heeft voor de
candidatuur bedankt.
De burgemeester der gemeente Ruiner-
wold, de heer Bosma, vierde gisteren het
zilveren feest zyner ambtsbediening.
Door de arrondissements-rechtbank te
Amsterdam is, ter vervulling van eene open
gevallen rechtersplaats indatcollege,opgemaakt
de navolgende alphabetische lyst van aanbe
veling; mr. P. J. Byieveld, substituut-griffier
by gemelde rechtbankjhr. mr. J. C. Reynst,
advocaat en procureur te 's-Gravenbage, en
mr. R. L. Scholten, rechter-plaatsvervanger
in gemelde rechtbank, advocaat en procureur
te Amsterdam.
De minister van financiën maakt bekend
dat het saldo van 's Ryks schatkist op den
26sten dezer bedroeg: by de Nederlandsche
Bank f 3,695,067.30 en by de betaalmeesters
f 1,423.105.80V2, te zamen ƒ5,118,173.10'/,.
Gistermorgen te halftien is het stoffelijk
overschot van wyien den Commissaris der
Koningin in de prov. Noord Brabant, jhr. mr.
P. J. Bosch van Drakestein, van hot gou
vernementsgebouw te 's-Hertogenbosch met
grooten eenvoud, doch hoogst indrukwekkend
naar het station aldaar vervoerd, van waar het
naar Utrecht en verder per lijkwagen naai
de Lage Vuursche, naby Soest.erberg, t
buitenverblyf van den overledene, werd ge
voerd, om aldaar in het familiegraf te worden
bygezet. Te 's-Hertogenbosch was het meeren-
deel der woningen langs den weg, waar de
stoet passeerde, ten teeken van rouw, gesloten
en al de lantaarns omfloerst en t randende.
De muziek der schuttery aldaar, zoomede die
van het 2de regiment infanterie, deden treur-
marschen hooren en het klokgelui der hoofd
kerk verhoogde het indrukwekkende van het
oogenblik. Een onafzienbare stoet van men-
schen, voor een groot deel in equipages en
huurrytuigen, voor een ander deel te voet,
volgde den ïykwagen. Daaronder waren
deputation uit het college van Gedep. Staten,
het gemeentebestuur, het garnizoen, het ge
rechtshof, de rechtbank, de balie, het corps
ambtenaren ter prov. griffie, de Kamer van
Koophandel, het Genootschap voor Kunsten en
Wetenschappen, de koninklyke Scherpschut-
tersvereeniging en tal van andere corporation.
De wagen, waarmede per spoor do overtocht
geschiedde, geheel in rouwfloers gehuld, de
draperieën met witte franjes, maakte ten
plechtigen indruk.
Aan het station te Utrecht werd het lyk,
behalve door vele belangstellenden, opgewacht
door velen, aan de Vuursche woonachtig, waar
de goederen van den overledene gelegen ziln.
De stoet werd als volgt samengesteld.
Achter den Ïykwagen volgden de boden van
het provinciaal bestuur van Noord-Brabant,
vervolgens de dragers van de Vuursche, welke
de fraaie kransen en palmtakken droegen, 13
in getal, waaronder één van do Gedep. Staten
on den griffier en één van de ambtenaren van
de provinciale griffie van Noord-Brabant;
daarna tien volgrytuigen, waaronder drie
equipages van de familie Boscb, te Utrecht.
In den stoet bevonden zich vier lodon van
Gedep. Staten van Noord-Brabant en jhr. P.
J. J. S. M. Van der Does de Willebois, burge
meester van 's Hertogenbosch, schoonzoon
van den overledene, benovens jhr. mr. J. W.
M. Bosch van Oud Amelisweerd, lid van
Ged. Staten dier provincie, en diens beide zonen.
De stoet bewoog zich langs den kortsten
weg door de stad. Voor het huis van mej.
H. P. W. Bosch, op de Voorstraat, word een
oogenblik stilgehouden.
- By koninkiyk besluit is de heer E. B.
Kielstra, gepensionneerd majoor dor genie van
het leger in Nederlandsch Indië, benoemd
tot commissaris van het gouvernement by do
Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappy
in Nederland.
Met ingang van 1 Juni a. s. bevorderd tot
commies der posteryen van de derde klasse,
J. Brouwer, thans commies der posteryen
van de vierde klasse; en benoemd tot com
mies der posteryen van de vierdo kl. J. F. J.
2)
Bezwerend strekte hy de handen naar haar
uit, angstig zag hy haar aan.
Zyn aanblik deed haar nu eensklaps pyn;
maar zy had het niet in hare macht, hem
te verlossen. Daarom schudde zy op zyne
bede sprakeloos het hoofd.
„Gy zyt hardvochtig wreed!" riep hy,
en zyne stem beefde van woede.
„Neen, Erik, Ik ben het niet," antwoordde
zy, treurig glimlachend. „Gy doet my daar
mede pyn zeg het my niet weer. Ook
smart gy my met uwe liefde ik wil u
niet zien ïyden, daarom hoop ik, dat gy weg
blyft en my tracht te vergeten. Ik kan u
niet toebehooren ik mag niet trouwen
eene gelofte bindt my."
„Eene gelofte?" vroög hy verwonderd.
„Ja," zeide zy weemoedig. „Ik zwoer myn
stervenden echtgenoot, bem zooals hy ook
na myn dood zou hebben gedaan trouw
te blyven ook na den dood. Hy stierf zoo
jong, en nooit zal ik zijne rust door een
meineed storen. Thans weet gy het, mynheer
Wagner, en nu hoop ik zult gy u en
my niet langer kwellen. Belooft gy my dat?"
„Beloven? Neen! Ik kan het Diet! De
levenden hebben geiyk! Mag een doode ons
levensgeluk bekorteD? Mag een doode eene
schoone jonge vrouw voor haar geheele leven
tot zelfverloochening veroordeelen
Zy zag strak voor zich uit, door eene bittere
aandoening overmand.
Maar neen en nogmaals neen! Zy mocht
niet met het noodlot vechten l Vrywillig had
zy het aanvaard -r en Richard Richard
had haar zoo innig, zoo eindeloos liefgehad,
meer dan zy hem. Dus stond zy diep by hem
in de schuld en het was eenvoudig heilige
plicht, als zy hem voor zyn aandenken leefde.
Deze gedachte benam haar nu, als in zoo
vele moedelooze oogenblikken vroeger, alle
bitterheid.
„Spreek niet zoo van myn armen Richard,"
antwoordde zy den schilder op verwytenden
toon. „Ik ben hem eindelooze liefde, onkreuk
bare trouw verschuldigd, en niets zal my
van myn plicht afbrengen!"
„Ja toch, de liefde!" merkte hy levendig
op. „Want gy zult later beminnen, en dan
zal de doode geen recht meer op u hebben,
dan zult gy meineedig worden zonder
talmen, zonder berouw! Ja, dan zal het u
zelfs verbitteren, dat een doode u tot zyne
slavin wilde maken, geiyk die arme Indische
weduwen, die na den dood harer echtgenooten
den brandstapel moesten beklimmen. Nu, de
Engelschen hebben een einde gemaakt aan
dit barbaarsche gebruik, en hier in het
beschaafde Europa zou het mogeiyk zyn,
dat weduwen zulke groote offers brengen?"
Eensklaps hield hy op, sloeg zich voor het
voorhoofd en staarde in de yie ruimte. Voor
hem stond eensklaps een beeld zoo wonder
baar en zinverrukkend schoon, zyn genius
ruischte om hem heen, en bezield door een
idee, verleende hy haar ook welsprekende
woorden. „Ah, de slavin van een doode!"
ging hy na eene korte pauze voort. „Ik zou
grooten lust hebben, zulk een stuk te schil
deren: een praalgraf ernstige, strenge,
sombere pracht buiten lokken de wereld, het
leven en de liefde en binnen, aan het
graf gekluisterd, eene jonge, schoone vrouw,
die uwe trekken draagt den zwarten
weduweDsluier om het blonde hoofd geslin
gerd, in den blik der blauwe oogen stille
vertwyfeling en glimmende verontwaardiging,
om den teederen mond een trek van pyniyke
zelfverloochening. En de ketens drukken
ze zyn zoo zwaar, zoo hard, zoo onverbreek
baar, en de doode, hy houdt ze vast in zijne
bleeke hand, hy beschermt onbarmhartig een
onschatbaar kleinood. De slavin van den doode!
Ja, ik zal dit echildery makeD, en dan,
Ida, als gy het ziet, dan zult ook gy roepen
De levenden hebben geiykl en gy zult
daarnaar handelenEen levende zal den doode
in uwe ziel dooden, en
„Neen," viel zy hem koud in de rede. „Neen,
nooit! Spreek er niet meer van ik wil
het niet hooren!"
„En waarom niet? Omdat gy voor zulke
woorden bang zyt!" antwoordde hy trium-
fanteiyk. „Ja, schoone vrouw, het woord heeft
eene groote macht. Het valt plotseling in do
ziel en alles keert zich - de geheele mensch.
Een woord kan veel meer pyn doen dan
mishandeling het kan het hart breken;
een woord kan echter ook veel meer streelen
dan eene liefkoozing het kan nameloos
geluk verschaffen. Het woord heeft eenever-
schrikkeiyk macht het is het sterkste, het
regeert de wereld, brengt ellende en zegen,
oorlog en vrede het heerscht alleen! Gy
hebt dus geiyk, als gy bang zyt voor woorden,
schoone vrouw; want woorden woorden
zullen uw oor streelen, uwe ziel verstrikken
en uw hart in opstand doen komen tegen
den verschrikkelyken dwang, dien men aan
de vrijheid van uwen wil oplegde. En waarom
zullen het nu niet my no woorden zyn?
Hoor my toch aan!"
Zyne gloeiende welsprekendheid bleef niet
zonder uitwerking, doch zy wist zich te be-
heerschen en versterkte hare ziel tegen zyn
invloed door een blik op het portret van
haren overleden man, dat in eene prachtige
gouden lyst tegenover do vensters hing.
Zy ging een pa3 achterwaarts en zeide op
ontwykenden toon: „Het woord is niets,
anders hadden uwe woorden nu invloed op my
moeten hebben. Spaar alle verdere moeite
ik vorder het ernstig."
„Dus hebt gy werkeiyk geen vonkje gevoel
voor my?" vroog hy op doffen toon.
Hy naderde haar. In zyne oogen glom een
heilloos vuur, zyne lippen beefden en zyne
stem klonk hol.
„Ida, ik bezweer u, daag my niet uit! Gy
zoudt my anders tot een stap kunnen dryven,
dien ik zelf my nooit vergeven zou. Biyf
niet langer koud als ys en hard als steen,
waar ik gloei en smeek. Word de myne
zeg ja!"
„Neen," antwoordde zy yskoud. %Gy ver
moeit my."
Zyn gezicht werd krytwit, uit zyne oogen
straalde toorn, grenzende aan razerny. Zich-
zeiven niet meer meester, omvatte hy haar,
drukte haar aan zyne borst en kuste haar
vurig op den mond.
Angst en verontwaardiging gaven haaf
reuzenkrachten.
Zy stiet hem terug en wees hem sprake
loos, doodsbleek, met vlammenden blik, do
deur een toonbeeld van die majesteit, welke
de vrouw daar, waar zy in hare waardigheid
gekrenkt is, ontwikkelt, en aan welker indruk
geen man zich kan onttrekken.
Hy dacht op dit oogenblik volstrekt niet
aan zyne kunst en toch verlustigde gehoel
onwillekeurig zyn kunstenaarsoog zich aan
den vorrukkeiyk schoonen aanblik der toor
nige vrouw en zyn scheppingsvermogen hield
dezen indruk vast; als man evenwel gevoelde
by zich verslagen, schaamte en berouw grepen
hem aan.
„Vergeef my," bad hy met neerhangend
hoofd.
„Neen!" Haar toon klonk hard en onver
zoenlyk. „Ga kom my nooit weer onder
do oogen."
Hy vatte heur hand. „En als ik u op
myne knieën vergiffenis vraag?"
Zy maakte heur hand los, trad terug, mat
hem met trotschen blik en zeido op min
achtenden toon: „Dan zou het op my een
belachelyken indruk maken
Hy verbleekte opnieuw.
„Is dat uw laatste woord?"
„Myn laatste."
„Welnu dan vaarwel l"
Wordt vervolgd.)
DAGBLAD.