N°. 10510. (Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 29 Mei. Feuilleton. De slavin van den doode. Woensdag 30 IMei. A°. 1894 LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: maanden Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderde Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Bier ter stede is opgericht een Arbeidsraad voor de bouw- en aanverwante vakken, welke zijne eerste zitting zal houden op Vrijdag 22 Juni a. s., in het Nutsgebouw. De Arbeidsraad heeft ten doel door samen werking van patroons cn arbeiders de belan gen van al degenen, die hier ter stede of in de aangrenzende gemeenten de bouw- of aanverwante vakken beoefenen, te behartigen, en door bevordering hunner onderlinge samen werking tot verbetering van in de bouwvak ken heerschende misstanden to geraken. Dit doel tracht hy te bereiken door: a. het vereffenen van aan zyn oordeel onder worpen geschillen tusschen de verschillende categorieën van personen, de bouw- of aan verwante vakken beoefenende, en hier ter stede of in eene der aangrenzende gemeenten woon achtig b. het geven van adviezen, hetzy gevraagd of ongevraagd, in zaken of toestanden, de bouw- of aanverwante vakken betreffende, en het aangeven van middelen tot regeling en verbetering; c. door alle andere geoorloofde en hem ge schikt voorkomende middelen. De Raad bestaat uit zestien leden, en wel a. v y f leden patroons, waarvan drie ge kozen door de Afdeeling Leiden der Maat- scbappy tot Bevordering der Bouwkunst en twee door de Vereeniging Bouwkunst en Vriendschap b. zeven leden-werklieden, zynde één timmerman, gekozen door de Timmer lieden- en Modelmakersvereeniging; één smid, gekozen door de Smeden- en Koper- slagersvereeniging „Nut door Vriendschap" één loodgieter, gekozen door die vakvereeni- ging, waarin de loodgieters zyn opgenomen óón schilder, gekozen door de Schilders- en Behangersvereeniging „Steun zy ons doel"; één metselaar, gekozen door de Metselaars-, Steenhouwers- en Stukadoorsvereeniging één steenhouwer, gekozen door die vakver- eeniging, waarin de steenhouwers zyn op genomen; ééu stukadoor, gekozen door die vakvereeni- ging, waarin de stukadoors zyn opgenomen; c. drie leden architecten, voor de eerste maal aangewezen door de oprichters, voortaan telkens één te kiezen, beurtelings door de Afdeeling Leiden der Maatschappy tot Bevor dering der Bouwkunst, door de vereeniging Bouwkunst en Vriendschap en door de Af deeling Leiden van het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond d. één lid voorzitter, die noch patroon, noch werkman, noch architect is, en wordt benoemd door het Departement Leiden der Maatschappy tot Nut van 't Algemeen. De Raad wyst uit zyn midden een onder voorzitter aan. De Raad benoemt een secretaris-penning meester. Is deze geen lid van den Raad, dan heeft hy eene adviseerende stem. De Raad heeft het recht zich adviseerende leden toe te voegen. De Arbeidsraad bestaat thans uit de volgende heerenMr. H. L. Drucker, voorzitterW. F. Van der Heyden,onder-voorzitterW. C. Mulder, secretaris-penningmeester; H. Beltman, H. C. Van Benten, A. J. Bonte, H. Botermans, J. Van Dam, Chr. Kooreman, J. G. Mathol, H. Paul, J. I. Planjer,'J. W. Van Staden, H. J. Van der Steen, H. Stoeke en N. De Zwart. Hedenmiddag ontvingen wy porEngelscho mail de Bataviasche bladen van 25 en 26 April, alsmede de „Deli-Crt." van 25 28 April. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-York, door middel van het stoomschip „Amsterdam", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al hier moeten de brieven, enz. uiterlijk heden avond om 10.40 bezorgd zyn. De wyze van verzending behoort duidelyk op het adres vermeld te worden. Door het hoofdbestuur der scbippers- vereeniging „Schuttevaer" is een adres ver zonden aan de administratie der H. IJ.-Spoor- W6gmpü met verzoek de Vinkbrug 's nachts na het passeeren van den laatsten trein open te houden en door een seinlicht te toonen of de brug open of dicht is. By de te Woubrugge op Maandag 28 dezer plaats gehad hebbende keuring van voor den krygsdienst eventueel geschikte paarden, werden er uit die gemeente 18 aan een onder zoek onderworpen, waarvan er door de keu ringscommissie 16 werden af- en 2 goedgekeurd. Jongstl. Zondag werd in de Gerefor meerde kerk aan de Voorstraat te Katwyk aan den Ryn een nieuw orgel in gebruik genomen, dat vervaardigd en geleverd is door den heer J. Proper, orgelfabrikant te Kampen. Het instrument voldoet aan alle billyke eischen, welke er aan kunnen worden ge steld, en strekt alzoo den vervaardiger tot aanbeveling. Ds. M. J. Van der Hoogt hield eerst eene toespraak uit Psalm 150 en koos daarna tot grondslag zyner rede Efeze 5 19. De oud-Geref. Kerk van Ter-Aar zal 10 Juni weer een dienaar des Woords ontvangen. Ds. Broekhuysen, te Lekkerkerk, hoopt alsdan, na bevestiging door ds. Versteeg, van Den Helder, den dienst te aanvaarden. Met zekerheid kan het „Hbl." melden dat de nieuwe Nederlandsche Opera, onder directie van den heer C. Van der Linden, tot stand is gekomen en met September a. s. den schouwburg op het Leidscheplein te Amster dam zal bespelen. De linantiëele commissie, die do nieuwe onderneming ter zyde staat, bestaande uit invloedryke kunstbeschermers in de hoofdstad, evenals de artistieke commissie, bestaande uit de voornaamste kunstenaars van ons land, zullen dezer dagen haar manifest open baar maken. Het waarborgkapitaal is volteekend en de artisten worden voor drie jaren geëngageerd. De heer Van der Linden is met het vormen van koren en orkest reeds gereed, terwyl als solisten voorloopig genoemd worden de heeren D. Pauwels, Jos. Orelio, J. M. Thyssen, van Parys (vroeger reeds aan de Ned. Opera ver bonden), H. Engelen, alsmede de dames mej. Louise Mulder (thans te Bayreuth), mej. M. Luning, van Rotterdam, mej. Joh. Kempees, mevr. Engelen—Sewing, mevr. Orelio—Van Zandt, mevr. ThyssenBremerkamp. Behalve het gewone opera repertoire, waar van do vertalingen opnieuw worden bewerkt, zal men instudeeren: „Rienzi" (waarmee het seizoen wordt geopend), ,Tannhiiuser", „De Vliegendo Hollander", „Freischütz", „De Ver kochte Bruid van Smetana", enz., terwyl de oorspronkelyke opera's „Floris V" van Hol, „Brinio" van v. Milligen, „Leidens Ontzet" van Van der Linden, hunne wedergeboorte zullen beleven. Voor het vertalen der teksten worden met bekende letterkundigen overeenkomsten ge troffen. Het plan is de eene week tweemaal, de andere driemaal voorstellingen te geven, zoo danig, dat Ned. Tooneel én Ned. Opera om den anderen Zondag zullen optreden. De gemeenteraad van Groningen heeft verworpen, met 20 tegen 8 stemmen, eene voordracht van B. en Ws. tot stichting van eene school voor meer uitgebreid lager onder- wys voor meisjes met tweejarigen cursus, om de lagere klassen der hoogere burgerschool voor meisjes van hunne overbevolking te ont lasten en eene gelegenheid te openen tot het ontvangen van voortgezet onderwijs voor hen, voor wie het middelbaar onderwys te ver gaat. Naar het „Weekblad van het Recht" verneemt, zullen de heeren jhr. mr. A. J. Rethaan Macaré en mr. J. A. Levy optreden als afgevaardigden der Nederlandsche regeering by het dezen zomer te Antwerpen te houden internationaal congres, tot bestudeering van de vraagstukken betrekkeiyk het patronaat over ontslagen gevangenen, de bescherming van zedelyk verlaten kinderen en landloopers en van krankzinnigen. De minister van koloniën brengt ter kennis van belanghebbenden, dat voor twee studenten in de medicymn aan eene der Nederlandsche universiteiten de gelegenheid bestaat om, tusschen 1 Augustus 1894 en ultimo Juni 1895, in opleiding te worden genomen voor de betrekking van officier van gezondheid 2de klasse by het leger in Neder landsch-Indië, onder gehot van eene subsidie van f 5600. StsCt Tusschen den minister van oorlog en de vergadering van Stad en Lande van Gooiland is de overeenkomst geteekend, waarbij gedu rende vyf en twintig jaren de heidegronden van Gooiland zyn verhuurd aan den-minister voor het houden van militaire oefeningon. Aan Gooiland verblyft het recht van plag- geslag, schapenweide en overwogen. Ieder der partyen hebben evenwel het recht na 1904 de huur op te zeggen, mits hiervan vyf jaren van te voren wordt kennis gegeven. In dit blad werd vroeger de krasse motie medegedeeld, welke de Raad der gemeente Opsterland (Fr.) met algemeene stemmen aan nam, naar aanleiding van eene handeling van den gemeente-secretaris, die eene samenkomst van de armvoogden to Beets met B. en Ws. verhinderde. Aan het slot dier motie werd aan den secretaris verzocht de schade, door den gealimenteerde M. Lageveen, te Beets, door het verhinderen der samenkomst geleden, en de kosten, door de gemeente daardoor ge maakt, te vergoeden. De secretaris heeft thans aan Lageveen f 30 doen toekomen en f 12.50 in de gemeentekas gestort. Men meldt uit Haarlem, dd. 28 Mei: Hedcnnamiddag is te dezer stede overleden jhr. J. W. M. Van de Poll, gedurende 34 jaren dykgraaf van den Haarlemmermeerpolder. Ook was de overledene lid van den Raad dezer gemeente sedert 2 Augustus 1S59; by was de nestor der raadsleden. Zyne groote verdiensten, zoowel land als stad bewezen, werden door wylen Z. M. den Koning beloond door zyne verheffing in den adelstand en zyne benoeming tot ridder in de orde van den Ned. Leeuw. Voor de gemeente had de heer v. d. Poll veel over en zyne weldadigheid behoedde velen voor gebrek. Een ziekbed van eenige maanden maakte aan dat welbestede leven een einde en zyn heengaan laat eene leegte achter, die het moeilyk zal zyn aan te vullen. Armen en ryken lieten zich in de laatste dagen informeeren naar den toestand van den zieke, en toen hedenochtend het bulletin „toe stand hopeloos" verscheen, gingen er velen heen met een traan in het oog. Door zyn afsterven heeft Haarlem, in den waren zin des woords, een zyner beste bur gers verloren. Voor kunsten en wetenschappen was zyne beurs geopend en door zyne werkkracht is nog in de laatste jaren in den Haarlemmermeer- polder, vooral aan de watergemalen, enorm veel in het belang van den polder verricht. (N. R. Ct.) De Eerste Kamer is ter vergadering opgeroepen op 7 Juni, te 3 uren. By de door de afdeelingen van den Bond van liberale kiesvereenigingen in het kies district Alkmaar gehoude? stemmingen over een candidaat voor de Tweede Kamer, ver kreeg geen der voorloopig gestelde candidaten de meerderheid, zoodat herstemming moet volgen tusschen de heeren mr. H. J. Smidt (oud-minister), met 26, en mr. J. A. Levy, met 18 stemmen. Do heer J. L. T. Groneman, op wien 15 stemmen waren uitgebracht, heeft voor de candidatuur bedankt. De burgemeester der gemeente Ruiner- wold, de heer Bosma, vierde gisteren het zilveren feest zyner ambtsbediening. Door de arrondissements-rechtbank te Amsterdam is, ter vervulling van eene open gevallen rechtersplaats indatcollege,opgemaakt de navolgende alphabetische lyst van aanbe veling; mr. P. J. Byieveld, substituut-griffier by gemelde rechtbankjhr. mr. J. C. Reynst, advocaat en procureur te 's-Gravenbage, en mr. R. L. Scholten, rechter-plaatsvervanger in gemelde rechtbank, advocaat en procureur te Amsterdam. De minister van financiën maakt bekend dat het saldo van 's Ryks schatkist op den 26sten dezer bedroeg: by de Nederlandsche Bank f 3,695,067.30 en by de betaalmeesters f 1,423.105.80V2, te zamen ƒ5,118,173.10'/,. Gistermorgen te halftien is het stoffelijk overschot van wyien den Commissaris der Koningin in de prov. Noord Brabant, jhr. mr. P. J. Bosch van Drakestein, van hot gou vernementsgebouw te 's-Hertogenbosch met grooten eenvoud, doch hoogst indrukwekkend naar het station aldaar vervoerd, van waar het naar Utrecht en verder per lijkwagen naai de Lage Vuursche, naby Soest.erberg, t buitenverblyf van den overledene, werd ge voerd, om aldaar in het familiegraf te worden bygezet. Te 's-Hertogenbosch was het meeren- deel der woningen langs den weg, waar de stoet passeerde, ten teeken van rouw, gesloten en al de lantaarns omfloerst en t randende. De muziek der schuttery aldaar, zoomede die van het 2de regiment infanterie, deden treur- marschen hooren en het klokgelui der hoofd kerk verhoogde het indrukwekkende van het oogenblik. Een onafzienbare stoet van men- schen, voor een groot deel in equipages en huurrytuigen, voor een ander deel te voet, volgde den ïykwagen. Daaronder waren deputation uit het college van Gedep. Staten, het gemeentebestuur, het garnizoen, het ge rechtshof, de rechtbank, de balie, het corps ambtenaren ter prov. griffie, de Kamer van Koophandel, het Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen, de koninklyke Scherpschut- tersvereeniging en tal van andere corporation. De wagen, waarmede per spoor do overtocht geschiedde, geheel in rouwfloers gehuld, de draperieën met witte franjes, maakte ten plechtigen indruk. Aan het station te Utrecht werd het lyk, behalve door vele belangstellenden, opgewacht door velen, aan de Vuursche woonachtig, waar de goederen van den overledene gelegen ziln. De stoet werd als volgt samengesteld. Achter den Ïykwagen volgden de boden van het provinciaal bestuur van Noord-Brabant, vervolgens de dragers van de Vuursche, welke de fraaie kransen en palmtakken droegen, 13 in getal, waaronder één van do Gedep. Staten on den griffier en één van de ambtenaren van de provinciale griffie van Noord-Brabant; daarna tien volgrytuigen, waaronder drie equipages van de familie Boscb, te Utrecht. In den stoet bevonden zich vier lodon van Gedep. Staten van Noord-Brabant en jhr. P. J. J. S. M. Van der Does de Willebois, burge meester van 's Hertogenbosch, schoonzoon van den overledene, benovens jhr. mr. J. W. M. Bosch van Oud Amelisweerd, lid van Ged. Staten dier provincie, en diens beide zonen. De stoet bewoog zich langs den kortsten weg door de stad. Voor het huis van mej. H. P. W. Bosch, op de Voorstraat, word een oogenblik stilgehouden. - By koninkiyk besluit is de heer E. B. Kielstra, gepensionneerd majoor dor genie van het leger in Nederlandsch Indië, benoemd tot commissaris van het gouvernement by do Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappy in Nederland. Met ingang van 1 Juni a. s. bevorderd tot commies der posteryen van de derde klasse, J. Brouwer, thans commies der posteryen van de vierde klasse; en benoemd tot com mies der posteryen van de vierdo kl. J. F. J. 2) Bezwerend strekte hy de handen naar haar uit, angstig zag hy haar aan. Zyn aanblik deed haar nu eensklaps pyn; maar zy had het niet in hare macht, hem te verlossen. Daarom schudde zy op zyne bede sprakeloos het hoofd. „Gy zyt hardvochtig wreed!" riep hy, en zyne stem beefde van woede. „Neen, Erik, Ik ben het niet," antwoordde zy, treurig glimlachend. „Gy doet my daar mede pyn zeg het my niet weer. Ook smart gy my met uwe liefde ik wil u niet zien ïyden, daarom hoop ik, dat gy weg blyft en my tracht te vergeten. Ik kan u niet toebehooren ik mag niet trouwen eene gelofte bindt my." „Eene gelofte?" vroög hy verwonderd. „Ja," zeide zy weemoedig. „Ik zwoer myn stervenden echtgenoot, bem zooals hy ook na myn dood zou hebben gedaan trouw te blyven ook na den dood. Hy stierf zoo jong, en nooit zal ik zijne rust door een meineed storen. Thans weet gy het, mynheer Wagner, en nu hoop ik zult gy u en my niet langer kwellen. Belooft gy my dat?" „Beloven? Neen! Ik kan het Diet! De levenden hebben geiyk! Mag een doode ons levensgeluk bekorteD? Mag een doode eene schoone jonge vrouw voor haar geheele leven tot zelfverloochening veroordeelen Zy zag strak voor zich uit, door eene bittere aandoening overmand. Maar neen en nogmaals neen! Zy mocht niet met het noodlot vechten l Vrywillig had zy het aanvaard -r en Richard Richard had haar zoo innig, zoo eindeloos liefgehad, meer dan zy hem. Dus stond zy diep by hem in de schuld en het was eenvoudig heilige plicht, als zy hem voor zyn aandenken leefde. Deze gedachte benam haar nu, als in zoo vele moedelooze oogenblikken vroeger, alle bitterheid. „Spreek niet zoo van myn armen Richard," antwoordde zy den schilder op verwytenden toon. „Ik ben hem eindelooze liefde, onkreuk bare trouw verschuldigd, en niets zal my van myn plicht afbrengen!" „Ja toch, de liefde!" merkte hy levendig op. „Want gy zult later beminnen, en dan zal de doode geen recht meer op u hebben, dan zult gy meineedig worden zonder talmen, zonder berouw! Ja, dan zal het u zelfs verbitteren, dat een doode u tot zyne slavin wilde maken, geiyk die arme Indische weduwen, die na den dood harer echtgenooten den brandstapel moesten beklimmen. Nu, de Engelschen hebben een einde gemaakt aan dit barbaarsche gebruik, en hier in het beschaafde Europa zou het mogeiyk zyn, dat weduwen zulke groote offers brengen?" Eensklaps hield hy op, sloeg zich voor het voorhoofd en staarde in de yie ruimte. Voor hem stond eensklaps een beeld zoo wonder baar en zinverrukkend schoon, zyn genius ruischte om hem heen, en bezield door een idee, verleende hy haar ook welsprekende woorden. „Ah, de slavin van een doode!" ging hy na eene korte pauze voort. „Ik zou grooten lust hebben, zulk een stuk te schil deren: een praalgraf ernstige, strenge, sombere pracht buiten lokken de wereld, het leven en de liefde en binnen, aan het graf gekluisterd, eene jonge, schoone vrouw, die uwe trekken draagt den zwarten weduweDsluier om het blonde hoofd geslin gerd, in den blik der blauwe oogen stille vertwyfeling en glimmende verontwaardiging, om den teederen mond een trek van pyniyke zelfverloochening. En de ketens drukken ze zyn zoo zwaar, zoo hard, zoo onverbreek baar, en de doode, hy houdt ze vast in zijne bleeke hand, hy beschermt onbarmhartig een onschatbaar kleinood. De slavin van den doode! Ja, ik zal dit echildery makeD, en dan, Ida, als gy het ziet, dan zult ook gy roepen De levenden hebben geiykl en gy zult daarnaar handelenEen levende zal den doode in uwe ziel dooden, en „Neen," viel zy hem koud in de rede. „Neen, nooit! Spreek er niet meer van ik wil het niet hooren!" „En waarom niet? Omdat gy voor zulke woorden bang zyt!" antwoordde hy trium- fanteiyk. „Ja, schoone vrouw, het woord heeft eene groote macht. Het valt plotseling in do ziel en alles keert zich - de geheele mensch. Een woord kan veel meer pyn doen dan mishandeling het kan het hart breken; een woord kan echter ook veel meer streelen dan eene liefkoozing het kan nameloos geluk verschaffen. Het woord heeft eenever- schrikkeiyk macht het is het sterkste, het regeert de wereld, brengt ellende en zegen, oorlog en vrede het heerscht alleen! Gy hebt dus geiyk, als gy bang zyt voor woorden, schoone vrouw; want woorden woorden zullen uw oor streelen, uwe ziel verstrikken en uw hart in opstand doen komen tegen den verschrikkelyken dwang, dien men aan de vrijheid van uwen wil oplegde. En waarom zullen het nu niet my no woorden zyn? Hoor my toch aan!" Zyne gloeiende welsprekendheid bleef niet zonder uitwerking, doch zy wist zich te be- heerschen en versterkte hare ziel tegen zyn invloed door een blik op het portret van haren overleden man, dat in eene prachtige gouden lyst tegenover do vensters hing. Zy ging een pa3 achterwaarts en zeide op ontwykenden toon: „Het woord is niets, anders hadden uwe woorden nu invloed op my moeten hebben. Spaar alle verdere moeite ik vorder het ernstig." „Dus hebt gy werkeiyk geen vonkje gevoel voor my?" vroog hy op doffen toon. Hy naderde haar. In zyne oogen glom een heilloos vuur, zyne lippen beefden en zyne stem klonk hol. „Ida, ik bezweer u, daag my niet uit! Gy zoudt my anders tot een stap kunnen dryven, dien ik zelf my nooit vergeven zou. Biyf niet langer koud als ys en hard als steen, waar ik gloei en smeek. Word de myne zeg ja!" „Neen," antwoordde zy yskoud. %Gy ver moeit my." Zyn gezicht werd krytwit, uit zyne oogen straalde toorn, grenzende aan razerny. Zich- zeiven niet meer meester, omvatte hy haar, drukte haar aan zyne borst en kuste haar vurig op den mond. Angst en verontwaardiging gaven haaf reuzenkrachten. Zy stiet hem terug en wees hem sprake loos, doodsbleek, met vlammenden blik, do deur een toonbeeld van die majesteit, welke de vrouw daar, waar zy in hare waardigheid gekrenkt is, ontwikkelt, en aan welker indruk geen man zich kan onttrekken. Hy dacht op dit oogenblik volstrekt niet aan zyne kunst en toch verlustigde gehoel onwillekeurig zyn kunstenaarsoog zich aan den vorrukkeiyk schoonen aanblik der toor nige vrouw en zyn scheppingsvermogen hield dezen indruk vast; als man evenwel gevoelde by zich verslagen, schaamte en berouw grepen hem aan. „Vergeef my," bad hy met neerhangend hoofd. „Neen!" Haar toon klonk hard en onver zoenlyk. „Ga kom my nooit weer onder do oogen." Hy vatte heur hand. „En als ik u op myne knieën vergiffenis vraag?" Zy maakte heur hand los, trad terug, mat hem met trotschen blik en zeido op min achtenden toon: „Dan zou het op my een belachelyken indruk maken Hy verbleekte opnieuw. „Is dat uw laatste woord?" „Myn laatste." „Welnu dan vaarwel l" Wordt vervolgd.) DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1