N°. 1Ö504.
Woensdag 33 Mei.
A". 1894.
feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van @pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 22 Mei.
Feuilleton.
Eene yreeselüke wraak.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. i i
Franco per post
Afzonderlijke Nommers I i
1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 1-6 regels f 1.05. Iedore regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Aan de A bon més op de
telephoon bier lei stede werd
heden door deus Uitgever van het
„Leldsch Dagblcd" eene nieuwe, bij
gewerkte iy*t den Abonnés aange
boden.
Officieel© Kenuisgeviuffen.
Oproeping van de Verlofgangers
der Nationale Militie, tot het
bijwonen der Inspectie.
J}urgem«68ter en Wethondera van Leiden,
Gezien het boaluit van den Hoer Commieearia dor
Koningin in do provincie Zuid-Holland, van don
aflaten April 1894, A No. 1143 (2de Afd.), Provinciaal
blad No. 28, bradend* regeling v<tn het onderzoc-k
dór verlofgaugors van de Militie te land;
Roepen dioatengevolgo op, al do binnen deze ge-
meocte govestigde verlofgangers dor Militie te land,
van de liobtingen 1888, 1889, 1890, 1891, 1892 on
1898, die vóór den loten April 11. in het genot van
onbepaald verlof zijn gesteld, met uitzondering allóón
van hen, die in de maand Juni o. k. in werkelijken
dienst moeten komen, om te verschijnen in hot
Invalidenhuis (ingang door do Koppen-
hinkateeg aan do zijde van de Hoog-
land ache Korkgraoht), ten einde door den
Hoor Mihtle-Qommiasarie te worden geïnspootcord,
en wel:
de verloffcaDgers, behoorende tot de lichtingen 1888
en 1889, op Maandag don éden Juni 1894, des
morgens te negen uren,
en die, bokooronde tot de lichtingen 1890, 1891,
1892 en 1898, op donzelfdendag, des mor
gens te h alf el f;
in uniform gebloed on voorzien van do kleeding- en
uitrustingstukken, bon bi) hot vortrok met vorlof
medegegeven, alsmede van hunne zakbookjes on van
hunne verlofpassen.
Burgomeeeter on Wethouders vermanen de be
trokken verlofgangers, aan deze oproeping nauw
keurig te beaatwoordeu, te zorgen dat hunne kleediDg
en uitrusting in goeden etaat worden voorgesteld,
alsook om zioh, bi) het gaan naar de plaata, voor
bet onderzoek bestemd, gedurende bet onderzoek
en bij het naar huis keeron, ordelijk te gedragen cn
alzoo zich te vrijwaren voor de toopasaing der straf
bepalingen, vermeld bij de artt. 130, 141-146 dor
yfot van 19 Augustus 1801 (Staatsblad No. 72),
daar ongeregeldheden als anderszins, zoolaDg do
mansohappen in uniform zijn gekleed, worden go-
straft volgons bet Crimineel Wetboek en het Reglement
van krflgetuebb voor het krijgsvolk te lande.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Bargemoester.
22 Moi 1894. E. KIST, Seorotaris.
Wy vernemen dat de Nederl. Gustaaf-
Adolf Vereeniging oen legaat van f 500 ont
vangen heeft van wijlen den heer J. J. Van
Vollenhoven, omer.-predikant te Arnhem.
Er bestaat gelegenheid tot verzending
der correspondentie naar Nieuw-York, door
middel van het stoomschip „Werkendam", van
Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al
hier moeten de brieven, enz. uiterlijk morgen-
oohtend om 9.50 bezorgd zijn.
De wijze van verzending behoort duidelijk
op het adres vermeld te worden.
Met de aan zijn rang als hoofdofficier
verschuldigde eerbewijzen word gisteren te
's-Gravenhage, van uit het R.-K. Ziekenhuis,
ter laatste rustplaats het Roomsch-Katho
liek kerkhof geleid het stoffelijk overschot
van don gepen8. majoor-intendant van bet
Nederl.-Indisch leger C. Th. Reisig.
De plechtige militaire begrafenisstoet werd
geopend door twee tamboers, gevolgd door
het vuurpeloton, onder commando van kapi
tein Van Steonhardt Carre. Hierachter ging
de stafmuziek van het regiment grenadiers
en jagers, waarna de rouwwagen volgde.
De slippen van het lijkkleed, waarop de
eereteekenen en de sabel van den ontslapene
waren gehecht, werden gedragen door de
majoors B. J. Duynker, van de infanterie;
graaf Van Limburg Stirum, de cavalerie;
S. O. Van der Straaten, van artillerie, en
M. M. Eyssell, vaD de militaire administratie.
Achter den lijkwagen volgde eene com
pagnie grenadiers en jagers, ondercommando
van kapitein Claasen, als dragers, terwijl de
stoet gesloten werd door eene battery veld
artilleristen en een eskadron huzaren te voet.
Het bevel over de troepenmacht, werd gevoerd
door den luitenant-kolonel W. J. De Wijs.
Langs den geheelen weg speelde de staf
muziek treurmarschon, of klonk het dof ge
roffel der omfloerste trommels.
Op de begraafplaats werden by het binnen
komen van den stoet en later by het neder-
laten der kist in het graf nadat vooraf in
do kapel de gebruikelijke ceremoniën waren
verricht salvo's gelost en de marsch van
Chopin aangeheven.
Rondom de groeve werden eenige officieren
en onderofficieren van onderscheidene wapens
opgemerkt.
De broeder van den overledene dankte voor
de betoonde belangstelling.
Eene groote menigte vergezelde den stoot
van het sterfhuis naar de begraafplaats.
Te 's-Gravenhago is overleden de ge-
pensionneorde majoor der infanterie H. Roelofs,
versierd met het metalen kruis en geboren
26 Juni 1813.
De 's-Gravenhaagscho Openbare Onder-
wijzers-Vereeniging, afdeeling van den Bond
van Nederl. Onderwijzers, nam eenigen tijd
geleden het initiatief tof. het houden eener
gecombineerde vergadering der Zuid-Holland-
sche afdeelingen.
Toen dit plan voldoenden steun vond by
de andere afdeelingen in deze provincie, werd
besloten, deze bijeenkomst dienstbaar te maken
aan de bespreking van de beide hoofdpunten
van het Programma van den Bond.
Deze vergadering zal gehouden worden op
Zaterdag avond 26 Mei, to 's Gravenhage, en
daarop zullen worden besprokende zelfstan
digheid van don onderwijzer in de school;
de salaricering en bevordering der onder
wijzers en de stelling, in te leiden door den
heer J. S. Verburg, secretaris der afd. Rotter
dam De Standenschool dient plaats te maken
voor eene algemeene Volksschool.
Naar men verneemt, is aan eene firma
in Den Haag door het ministerie van oorlog
opgedragen de levering van 500 aluminium
veldflesschen, voor proef by het leger.
De „Stand." bevestigt dat er niet naar is
gestreefd om tot wederoprichting der anti-
revolutionnaire Kamerclub te kunnen geraken.
Men is nu in tweeën vergaderd geweest. Eener-
zjjds de heeren Van Alphen, 't Hooft, Kuyper,
Lucasse en Seret; anderzijds de heeren Van
Bylandt, Van Dedem, Lobman en do twee
heoren Mackay. In de gegeven omstandigheden
was hier dan ook niets op tegen. Slechts één
zonderling iets schuilt er in de formatie van
het tweede dezer clubjes, nl dat daarin ook
opgenomen is de heer Van Limburg Stirum,
het Kamerlid voor Schiedam, die niet alleen
nooit tot de a.-r. party behoord heeft, maar
sinds jaren geregeld als tegencandidaat tegen
over haar dienst deed, nog pas in Schiedam en
Katwijk de heeren v. d. Borch en Donner van
hunne zetels verdrongen heeft en nu in Katwjjk
Reekers steunt om Donner te weren.
Bovenstaand beweren van „De Stand.", dat
de anti-rev. club in tweeën vergaderd is ge
weest, wordt door „De Ned." ontkend.
Over het toetreden van graaf Van Stirum
tot die club zegt laatstgenoemd blad:
„Volgens alle antecedenten is de club steeds
saamgesteld geworden uit alle leden, die het
anti-revolationnair program beaamden. Zy stond
in den aanvang zelfs In geenerlei verband met
het centraal-coraité of het partijverband in
den lande en heeft bare volkomen zelfstandig
heid tegenover de partij steeds gehandhaafd.
De heer Van Stirum, zich ten volle aansluitende
aan genoemd program, moest dus toegelaten
worden. Hy is niet „opgenomen door den heer
Lohman in diens fractie", want die heer heeft
geene fractie en heeft over opneming niets te
beslissen, maar hy is toegelaten door de anti-
re volution n aire club. Dat hfj in de laatste
verkiezingscampagne gestaan heeft tegenover
de heeren Van der Borch en Donner, kon
zekeriyk geene reden zyn om hem te weren.
„De Standaard" zou toch de heeren Huvers
(Goes), Waller (Hilversum), Wiersinga (Steen-
wyk), Chovallier (Apeldoorn), Brummelkamp
(Zwolle), Pollema (Snoek), De Waal Malefijt
(Amersfoort) en dr. Kuyper (Sliedrecht) wel
niet het recht hebben betwist lid te worden
van de anti rev. Kamerclub, enkel omdat zy,
elk in zyn district, tegenover anti-revolutionnaire
candidaten gestaan hebben. Evenmin zou zy
in „de aanbeveling van den roomschen candi-
daat Sehaepman om den heer Th. Mackay te
weren" eene voldoende reden gevonden hebben
om don heer Waller, zoo doze gekozon ware,
uit die club te bannen.
„Vroegere antecedenten van den hoer Van
Stirum zyn ons niet bekend. Heeft by vroeger
tegenover de onzen gestaan, dan schynt hy
nu tot andere inzichten te zyn gekomen. Deze
bekeering is in elk geval geene bekoering met
de stombus in 't gezicht I
„Wy meenen derhalve dat do anti-revolu
tionnaire Kamerclub naar allo gebruiken en
regelen is geconstitueerd. Het staat den overi
gen anti-revolutionnairen nog altyd vry zich
daarby aan te sluiten. Is dat geschied, en
blykt dan daarna dat het doelmatiger is,
althans ter bespreking van bepaalde punten,
in twee afzondei lyke deolen te vergaderen,
dan zal toch nog de eenheid niet geheel ver
broken zyn. Geschiedt dat echter niet, dan
zal ieder zelf kunnen beoordeelen, wie gepoogd
hebben eenheid te verkrygen en wie scheuring
veroorzaken."
Do minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
mot 1 September a. s. te vervullen is do be
trekking van leeraar in do natuurlyke historie
aan de Ryks hoogere burgerschool metG-jarigen
cursus te 's Hertogenbosch. Jaarwedde/" 1500.
Zy, die voor deze betrekking in aanmerking
wenschen te komen, gelieven zich vóór 5 Juni
a. s. aan te melden by den inspecteur van het
middelbaar onderwys, dr. W. B. J. Van Eyk,
te 's-Gravenhage.
Door kiezers van Christelijk-hiatorische
richting, voorstanders der vroegere candida-
tuur van den heer mr. O. J. H. graaf Van
Limburg Stirum, te Schiedam, is tegenover
de bestaande a.-r. kiesvereeDiging „Neder
land en Oranje" thans eene nieuwe kiesver-
eeniging opgericht. (De Ned.)
De katholieken in 't hoofdkiesdistrict Sneek
hebben 't voornemen by de a. s. herstemming
voor een Kamerlid den heer Th. Heemskerk
te steunen.
Te Utrecht zullen degenen, die tegen 15
Mei den heer ds. Brummelkamp stelden, thans
met „Algemeen Belang" meegaan en gezamen-
lyk de candidatuur-Van Beuningen steunen.
Dat jhr. mr. J. E. Huydecoper van Maarsse-
veeu en Nigtevecht de tegen-candidaat zal zyn,
wordt nu als zeker aangenomen.
De vereeniging „Middenstand", te 's-Gravon-
hage, stelde in hare gisteravond gehouden
vergadering tot candidaat den heer Pynacker
Hordyk.
In de gisteren gehouden vergadering der
afdeeling Taal- en Letterkunde der „Kon.
Academie van Wetenschappen" zyn de nieuw
benoemde leden, professor Rogge, te Amster
dam, en professor Van Heiten, te Groningen,
door den voorzitter, prof. Kern, geïnstalleerd.
Jhr. mr. J. Röell, minister van buitenland-
sche zaken, was door ambtsbezigheden ver
hinderd om mede als nieuw lid geïnstalleerd
te worden.
Daarna gaf dr. Kluyver eene bydrage over
Nicolaas Witsen, zyne ethnographische en zyne
politieke studiën.
Geref. Kerken. - Drietalte Rotterdam
do heeren A. M. Donner, te Assen; C. B.
Bavink, te Hazerswoude, en J. Van der Linden,
te 's Gravenhage.
Ds. J. Lion Cachet te Kaapkolonie heeft «le
benooming tot hoogleeraar te Burgersdorp in
de Kaapkolonie aangenomen.
De rykscommissie voor de examens tor
verkryging van een diploma als stuurman aan
boord van koopvaardyschepen zal zitting
houden in het Raadhuis te Amsterdam, te
beginnen 12 Juni a. s., te 9!/2 uur 's morgens.
Do aanvraag om toegelaten te worden,
moet don voorzitter, den heer J. H. P. E.
Kniphorst, te 's-Gravenhage, vóór 8 Juni
portvry hebben bereikt.
Het volgend examen zal in Juli te Rotter
dam worden gehouden.
Men zie verdor de Staatscourant van
22 dezer.
In do Zondag te Rotterdam gehouden
feestvergadering ter herdenking van het eeuw
feest der geboorte van Paus Pius IX, werd
door het Nederlandsch-Belgisch Zouaven-
comitó, afd. Rotterdam, besloten het initiatief
te nemen tot eene algemeene beweging onder
de katholieken in Nederland, om by de Regee
ring aan te dringen op het herstel van het
gezantschap by hot Vaticaan.
Men achtte het oogenblik voor de beweging
zeer gunstig, „terwyl do liberalen thans alles
aan de katholieken vorschuldigd zyn."
De „Times" verklaart dat de uitvoeringen
van het a capella koor van den heer Daniël De
Lange te Londen minder aandacht trekken dan
zy verdienen. Niettemin zal de heer Do Lange
het verblyf nog met eene week verlengen.
Wat den recensent vooral als iets geheel nieuws
is opgevallen, is de methode van ademhaling;
hy vindt dat de zangers en zangeressen, ten
einde sommige noten lang genoeg te kunnen
aanhouden, er niet tegen opzien, op zeer onge
wone plaatsen, soms midden in een woord,
adem te halen. Of zulks navolgenswaard is,
betwyfelt hy, maar in allen gevalle acht hy
het totaal der uitvoering voortreffelyk.
Zondag-middag is te Utrecht eene veree
niging opgericht van opzichters van 's Ryks
waterstaat.
Het doel der vereeniging is: lo. Verbroe
dering onder de loden van het vaste corps
opzichters van 's Ryks waterstaat.
2o. Behartiging van de algemeene belangen
van het corps.
3o. Behandeling van technische onderwerpen.
Tot bestuursleden werden benoemd de
heeren A. N. Wind, H. Portheine, C. J. Van
Sluys en G. H. Vroeg en statuten en reglement
vastgesteld.
Het stoomschip „Gedé" arriveerde 20
Mei van Rotterdam te Batavia; de „Prins
Maurits" vertrok 19 Mei van Nieuw-York naar
Westlndië; de „Soembing", van Rotterdam
naar Java, vertrok 21 Mei van Perim; de
„Dubbeldam", van Amsterdam naar Nieuw-
York, is 21 Mei Lizard gepasseerd; de „Ard-
joeno", van Batavia naar Rotterdam, arriveerde
21 Mei te Marseille.
By koninklyk besluit is met ingang van
16 Juli a. s. met hot gezondheidsonderzoek
van zeeschepen te Ter-Neuzen, ingevolge de
bepalingen der wet van 28 Maart 1877, ge-
wyzigd by de wet van 8 April 1893, voor
den tyd van drie jaren belaet dr. H. B. .Van
Nes, arts aldaar.
Aan J. De Vries, gezagvoerder van het
stoomschip „Stella" der Koninklyke Neder-
landscheStoombootmaatschappy te Amsterdam,
vergunning verleend tot het aannemen der
versierselen van ridder 4de klasse der orde
van Medjidié, hem geschonken door den Sultan
van Turkije.
Ëil&dcxamen gymnasia.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft bepaald dat het eindexamen der gym
nasia met zesjarigen cursus in de by deze
beschikking genoemde gemeenten zal worden
afgenomen op de daarby voor elk gymnasium
aangewezen dagen;
en de volgende gecommitteerden aange
wezen, te wier overstaan bedoelde examens
zullen worden afgenomen, te weten:
a. by de eindexamens der gymnasia te Am
sterdam (te houden op 18, 19, 20, 21, 22,23
25 en 27 Juni), en Haarlem (te houden op 28,
29 en 30 Juni).
dr. J. S. Speyor, hoogleeraar aan de Ryks-
universiteit to Groningen; dr. P. L. MuUur,
hoogleeraar aan de Rijks universiteit te Lelden,
4)
Met den sleutel, dien hy uit den zak ge
haald had, opende hy eene deur op do eerste
verdieping. Diepe, zwarte duisternis grynsde
my aan.
„Blijf op den drempel staan, totdat ik licht
opgestoken heb," vermaande Ostrowski my.
„Je zoudt je anders aan iets kunnen stoeten."
Ik hoorde hoe hy naar het vuurgereedschap
tastte, en gedurende de twee of drie minuten,
die voorbygingen, eer by het gevonden had,
leed ik onder eene byna onweerstaanbare
verzoeking, om te koeren en weg te loopon.
Het moest de afschuweiyke lucht van dit
buis zijn, die zich zoo zwaar en beklemmond
op mtlne borat legde. Het ademen kostte
my moeite en ik voelde, dat myn hart sneller
klopte. Werkelijk moest ik al mijne wils
kracht aanwenden om niet te bezwyken voor
de verzoeking en ik begroette het als eene
verlossing, toen eindelyk het blauwe phos-
phorvlammetje onder Boleslaws viogers zicht
baar werd.
Hy stak de lamp op en terwyl hy daarmede
bezig was, overzag ik met een vluggen blik
het vry groote vertrek, waarin wy ons be
vonden. Zoo ik tot nu toe twyfel gekoesterd
had aan de waarheid der schildering, die hy
mij van zijne armoede ontworpen had, moest
deze vluchtige monstering my leeren, dat hy
niet overdreven had. De onbehangen kamer
was bijna geheel kaal. Voor de beide vensters
hingen geene gordijnen, maar een paar ver
schoten, hier en daar gelapte voorhangsels,
en de fantastische figuren, die de uilzweetende
vochtigheid voortgebracht had, vormden de
eenige versiering der ruw geverfde wanden.
De weinige armzalige meubelen waren byna
niet terug te vinden in do groote kamer, die,
behalve do deur, door welke wy gekomen
waren, nog oen anderen, eveneens met een oud
katoenen voorhangsel bedekten ingang had.
Van de vrouw van myn vriend was niets
te zien en denkende aan de duisternis, die
ons hier ontvangen had, vermoedde ik dat
zy uitgegaan was. Juist wilde Ik eene daarop
betrekking hebbende opmerking maken, toen
Ostrowski zich naar my omkeerde. En zyn
aanblik deed my het woord op do lippen
sterven. Nu toch zag ik zyn gezicht, helder
door do lamp verlicht, eigeniyk voor de eerste
maal. En nooit had ik een zoo verwoest,
door wilde hartstochten doorwoeld menschen-
gezicht gezieD, als dat van den ongelukkigen
man, wiens ideale schoonheid eens een voor
werp van onze bewondering was geweest.
Zyne wangen waren hol, zyn voorhoofd was
door diepe rimpels doortrokken als dat van een
grysaard, en onder zyne diep in hunne kassen
teruggezonken oogen lagen donkere, byna
zwarte schaduwen. Toen zich nu zyne smalle,
bloedlooze lippen tot een glimlach over de
witte tanden terugtrokken, herinnerde my
het geheele, byoa vleeschlooze hoofd onwille
keurig aan een doodshoofd en dubbel schrik
wekkend voor my was het sombere vuur
der koortsachtig gloeiende oogen.
„Een gepast kwartier voor een grooten
kunstenaar, nietwaar? En toch hebben we
het in deze vier jaren dikwyis genoeg zeer
veel slechter gehad dan hier."
Ik wilde hem iets antwoorden, maar het
was my alsof de verstikkende lucht op myne
borst my het spreken onmogoiyk maakte.
En hy wachtte ook niet op myn antwoord,
maar ging, terwyl hy de lamp opnam, naar
de door het voorhangsel bedekte deur. Hy
hief het op en keek naar binnen. Vervolgens
gaf hy my met het hoofd een teeken, om nader
te komen.
„Daar is mijne kleine Célest9," zeide by
met gesmoorde stem. „Zie eens, hoe schoon
zy is, eer ik haar wek."
Ik wilde my verzetten, want zyne woorden
verraadden my immers, dat ik eene slapende
beluisteren zou. Maar zóó rauw en gebiedend
herhaalde hy zyn: „Kom hier!" dat ik met
een bang hart gehoorzaamde.
Terwijl hy met de linkerhand het voor
hangsel terughield, hief Ostrowski den rechter
arm met de lamp hoog op, zoodat het licht
op het lage bed viel, dat onmiddeliyk naast
de deur aan den wand der nauwe slaap*
kamer stond.
„Is zy niet schoon?" fluisterde hy, „zal
zg met betooverend zyn, als zy onder den
zonneschyn van het geluk als eene jonge
roos bloeit?"
Het was my, alsof de bodem onder myne
voeten wegzonk. Die daar voor my op de
witte kussens lag, met loshangend, goudblond
haar en over de borst gevouwen handen,
was een lyk! Wel moest het smalle, wassen
gezicht schoon geweest zyn, want do lippen
waren fijn en teeder gewelfd als van een
kind en de zyden wimpers der gesloten oogen
wierpen lange schaduwen op de marmerwitte
wangen; maar ik zag toch niets anders dan
dat het het bloedlooze gezichtje eener doode
was mot de onmiskenbare kenteekenen, die
de onmeedoogenlooze dood op zyne slacht
offers drukt.
Hoe lang myne eerste verdooving geduurd
heeft, weet ik niet. Maar er moeten vele
seconden verstreken zyn, eer ik kracht genoog
had den druk af te schudden, die my als
eene yzeren schroef de koel dlchtsnoerde.
„Boleslaw!" riop ik, „je vrouw is
Hy liet my niet uitspreken, zyne linkervuist
had myn arm omklemd, alsof zy hem breken
wilde, hy zag my met zfine fonkelende oogen
doordringend aan, en met heeten adem siste
hy my in 't oor„Zeg Diet, dat zy dood is
ik raad het je, zeg het niet. Ik moet hot
immers boter weten en alleen een schurk
kan my tegenspreken, als ik beweer, dat zy
leeft! Dat zy al tweo dagen slaapt, is dat
zoo iets ongewoons voor iemand, die vier jaar
lang geene rust gehad heeft by dag en by
nacht? Zie, ik zou haar kunnen wekken
met een enkelen vioolstreek. Maar ik wil hot
niet doen hoor je, ik wil nietl Ik gun
haar dezen langen slaap, waaruit zy met
nieuwe toracbteD ontwaken zal met nieuwe
krachten, om het geluk te genieten."
Hy trok my van de deur terug en liot het
voorhangsel vallen. Half bewusteloos zonk lk
op een stoel neör. Ostrowski zette de lamp
oü de tafel en begon met groote schreden
op en neer te gaan. Ia haastige, onsamoa-
hangende woorden, maar met bombastische
pathetische uitdrukkingon begon hy my van
de verheven schoonheden zyner opera te
spreken. En met elke minuut werd het voor
mij meer en meor verschrikkeiyke zokerheid,
wat ik tot nu toe met boimoiyke vrees in
zijne somber gloeiende oogen had meenen te
lezon. Een krankzinnige had my opgezocht,
en een krankzinnige was ik niets vermoedend
gevolgd in het eenzame, afgelegen huis. Al
wat hy daar met vliegenden adem in hoog
dravende woorden kleedde de schitterende
vooruitzichten van zyn ter opvoering aange
nomen werk, de eervolle onderscheidingen,
die hem aan hot hertogeiyke hof te C. wacht
ten hot waren niets anders dan do fantas
tische hersenschimmen van een door ver
twijfeling verwarden geest. Alleen in zyne
ziekoiyko verbeelding bestond do gelukkige
wending in zyn lot, en terwyl hyinzynyver
alle hoerlykheden der aarde op het hoofd der
geliefde vrouw stapelde, die zyne trouwo
gezellin in de dagen van ellende geweest was,
lag de arme kleine Céleste duizendmaal
gelukkiger dan hy vyf passen van hom
vorwyderd koud en sty f op haar doodsbed!
Ik vermoedde dat ik toen haast niet in
staat was, het tragische der verschrikkeiyke
situatie in al haren omvang te overzien. Hot
ontzettende was te plotseling over my ge
komen, dan dat ik het ten volle had kunnen
begrijpen. Ik was als 't ware gebroken naar
geest en lichaam.
Slot volgt.x