<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. In de Zomerdienstregeling, 9.55. 10.20. 10.45. 11.20. Leiden, 10 Mei. N°. 10495. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per postf 1»^0. Afzonderlijke Nommcrs 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17{. Orootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiten do stad wordt 0.05 berekend. aan de Abonnés by het „Leidsch Dagblad" aangeboden, gelieve men by de dienstregeling der IJselstoomtram even by te schryven den laatsten trein, die van Leiden naar Den Haag vertrekt, nameiyk 'savonds: LeidenVoorschotenLeidschendarn, Den Haag. Bj) koninkiyk besluit zyn benoemd tot lid van hot college van regenten over de Rykswerkinrichting voor vrouwen en het huis van bewaring te Leiden, de heer S. C. M. Knappert, oud-controleur der directe belasting, en dr. A. W. Kroon, leeraar aan de hoogore burgerschool, beiden wonende te Leiden. Zondag a. s. hoopt de heer J. Holster den dag te herdenken, waarop hy vóór 40 jaren het predikambt aanvaardde, waarvan byna 30 jaren by de Oeref. Kerk aan de Heerengracht alhier. In het Gebouw der Loge te 's-Graven- hage is ter bezichtiging gesteld voor uitge- noodigdon eene schildery van mevrouw Grand- mont—Hubrecht en bestemd om te worden geplaatst in de regentenkamer van het Gods huis of Armen-Hof te Leiden, genaamd Meer- mans-Burg. De bekwame schilderes, die reeds meermalen kunstwerken van onderscheiding uitvoerde, is in de groepeoring van de vier regenten, die in 1894 aan het hoofd dezer liefdadige stichting staan, zeer gelukkig ge slaagd, zoodat do stommigheid van het onder werp de heeren zitten om eene tafel, waarop een paar folianten liggen in de losheid van groepeering behooriyk tegenwicht vindt. De gelykenis is, althans van den regent, die te 's-Gravenhage, zoo wordt ons verder van daar gemeld, eene welbekende figuur is, uitstekend, zoodat dit doek zeker een sieraad zal zyn van de Leidsche verzameling, die binnenkort ten bate der inrichting tor bezichtiging zal gesteld worden. Mevr. GrandmontHubrecht toont ook in dit stuk eene zeer begaafde portret schilderes te zyn. Mejuffrouw M. A. H. Wontink, van Den Haag, is benoemd tot onderwyzeres aan de Cbristelyke school aan de Middelstegracht alhier, en heeft die benoeming aangenomen. Ter benoeming van een onderwyzer 1ste klasse aan de openbare kosteloozo school aan de Ammunitiehaven te 's-Gravenhage zyn voorgedragen de heeren: lo. M. Van Spronsen, onderwyzer 2de klasse aan die school; 2o. J. C. Nardten, onderwyzer te Loenen; 3o. A. Dirks, onderwyzer te Leiden. De Synodale Commissie der Nederl.- Herv. Kerk zal aanst. Dinsdag 15 dezer en volgende dagon te 's-Gravenhage tot het houden harer gewone voorjaarsvergadering samenkomen. In het personeel der commissie is sedert de najaarsvergadering eene verande ring gekomen. Ten gevolge van zyn ongun- stigen gezondheidstoestand heeft de heer E. César Sogers, emer.-pred. te Leidenzich genoopt gezien zyn ontslag te nemen, en is in zyne plaats als lid der commissie, zyn secundus, de heer G. A. Fynvandraat, pred. te Beesd, opgetreden. In de voorjaarsbyeenkomst zal mr. IV. B. S. Boeles, te Leeuwarden, om gezondheidsreden, ontbroken en vervangon worden door zyn secundus dr. E. Van der Ven, te Haarlem. De heer J. Droogh, tot dusver dykgraaf van den Palensteinschen polder, onder Zeg waard, is als zoodanig herkozen, terwyl ge kozen is tot lid van het bestuur de heer J. Fyan. Verleden Woensdag heeft in het lokaal van den heer Th. Wagenaar, te Roelof- Aronds- veen, de aanbesteding plaats gehad van eenige verfraaiings- en herstellingswerken aan de R.-K. kerk en den toren aldaar. Ingekomen waren zes in8chryvingsbiljetten. Het werk is gegund aan den heer Nic.B. Perquin, van Berkel, voor de som van ƒ8945. Tot tegenschatters te Alfen voor de Ryks personeels belasting dienstjaar 1894/95^ zyn benoemd de heeren W. Van der Byl, Jb. Van der Eist en K. Van Hellemond, allen aldaar. De uitslag der gehouden herstemming voor een lid van den Raad der gemeente Nieuwveen isuitgebracht 74 geldige stemmen. Gekozen de heer J. Konst mot 40 stemmen; de heer J. A. Kiebert verkreeg er 34. Te rekenen van 16 dezer zal het Ryks- telegraafkantoor met telephoondienst to Aals meer open zyn: op werkdagen, van 8.50 'svoor- tot 1.50 's namiddags en van 4.20 tot 6.50 's namiddags. Op Zon- on feestdagen van 12 50 tot 1.50 's namiddags. In den ouderdom van byna 80 jaren is te 's-Gravenhage ovorleden de gepension- neerde kolonel der marechaussees J. F. Meyer. Op jeugdigen leefiyd trad hy in dienst by de lichte dragonders on maakte van 1832 tot 1834 den Belgischen veldtocht mode. Na in 1839 tot officier bevorderd te zyn, werd hy in 1848 overgeplaatst by de mare chaussee en bracht hy by dat corps by do division in Noord-Brabant, Zeeland en Lim burg zyn verderen diensttyd door op de meest eervolle wyze, waarvoor hem dan ook in 1885 by zyne pensionneering de rang van kolonel werd toegekend. Do overledene was ridder van de Leopolds orde, van do Eikekroon en van do Kroonorde 4de klasse van Pruisen. De Koning van België schonk hem do medaille 1ste kl. tot belooning van menschlievende daden. De laatste jaren van zyn leven bracht hy in de residentie door en was steeds present by alle militaire uitvoeringen, feesten en ver gaderingen. Het soldatenhart bad hy niet met den soldatenrok verloren. De nieuwe ministers, die gisteren te Soestdyk door H. M. de Koningin-Regentes werden beëedigd en aan H. M. voorgesteld, zyn gisternamiddag te halfvyf van daar in de residentie teruggekoord Zy reden onmiddeliyk naar bot station van den Hollandschen spoorweg naar de departe menten, alwaar hunne voorgangers aanwezig waren en do portefeuilles overdroegen. De voormalige ministers namen, deels eer gisteren, deels gisteren, afscheid van de hoofd ambtenaren en afdeelings-chefs aan hunne departementen, terwyl dezen heden aan de nieuwe titularissen zullen worden voorgesteld. Naar de „N. R. C." verneemt, heeft een ambtenaar by de rykstelegraaf, bestuurder der coöperatieve broodbakkery en verbruiksver- eenlging „De Hoop", te 's-Gravenhage, eene aanschry ving van den minister van watorstaat gekregen, dat hy als bestuurder moet bedan ken, naar aanleiding van een request van twee winkeliers, die de overplaatsing van dien ambtenaar verzochten op grond dat hy zou zyn koopman en chef der kruidenierszaak, verbonden aan de genoemde bakkery. Te Haarlem vergaderde gisteravond de kiesvereeniging „Vooruitgang", tot het stellen van een candidaat voor de Tweede Kamer. Voorloopig candidaat was alleen mr. A. J. W. Farncombe Sanders, daar jhr. Van Karne- boek te weinig stemmen in de afdeelingen vorkregen had, om voorloopig candidaat te kunnen zyn. Alleen dr. J. Timmer bestreed de Candida- tuur-Sanders, die in de Kamerleden Lieftinck en De Kanter warme verdedigers vond. Ten slotte werd mr. Farncombe Sanders geprocla meerd als candidaat der kiesvereeniging met 37 van de 45 stemmen. Vrydag avond zal de heer Lieftinck in eene moeting voor de kiezers mr. Farncombe Sanders' candidatuur verdedigen. Debat zal worden toegelatsn. Door do Utrechtsche werklieden-kiosver- eeniging „Burgerrecht" en de afd. Utrecht van don radicalen bond is voorloopig candidaat gesteld de heer J. Van Loenen Martinet. In de gisteravond gehouden vergadering dor Utrechtsche ICiezersvereeniging is de heer Bastert candidaat gesteld met 66 stemmen; de heer Van Beuningen verkreeg er 21. De katli. kiesvereeniging „Recht voor Allen", die geen bepaalden candidaat stelde, gaat met de radicalen en conservatieven mee, mits de heeron Van Beuningen of Brummelkamp candidaat gesteld worden. Mr. Brantsen Van do Zyp, vroeger afge vaardigde uit Sneek, beveelt als zyn opvolger dringend aan mr. U. H. Huber, en deelt mede dat hyzelf zich niet meer beschikbaar stelt. Do „Zutfen8che Courant" geoft in overweging, om in de vacature Van der Kaay, te Alkmaar, te voorzien door den afgotreden minister van financiën Pierson te kiezen. „Nu do heer Pierson niet do gelegonheid heeft als minister de voor hem aangewezen en vol moed aanvaarde taak geheel af te werken, is het ten minste in zeer veel opzichten gewensebt en biliyk en practiscb, dat hy als lid zitting neme in eene Kamer, waarin de door hem tot stand gebrachte regelingen zeker menigmaal ter sprake zullen komen, omdat een allereerste eisch is, dat het Personeel nog worde herzien. De studie, welke minister Pierson nood wendig van dit ontwerp moet gemaakt hebben, mag men niet onbenut laten by deze gele genheid." Na het bedanken der vorige heeft de gemeenteraad van Loosdrecht eene nieuwe dames-commissie, thans bestaande uit zes leden, benoemd, welko by aanneming harer benoeming deel zal uitmaken van de plaat- seiyke schoolcommissie. Door mevrouw de wed. Slingsby van Hoven, geb. Rees, dezer dagen op den huize „Reeburg" te Vucht overleden, is o. anog vermaakt aan de Slingsby van Bovenschool te Vucht 15,000 en aan de Ned.-Herv. Kerk aldaar f 1000. Voor klerk by de posteryen hebben zich aangemeld 107 adspiranten. Het examen begint 21 Mei a. 8. Jhr. J. W. M. Van de Poll, dykgraaf van den Haarlemmermeerpolder, is ernstig ongesteld. Wegens vertrek uit do gemeente heeft jhr. Martini Buys ontslag genomen als lid van den gemeenteraad van Rotterdam. Door den gemeenteraad te Amsterdam zyn benoemd tot leeraar in het handteekenen aan de 3do hoogero burgerschool met 3-jarigen cursus voor jongens M. Brants, tydelyk leeraar aan die school; tot derde onderwyzers aan de openbare lagere scholen 1ste klasse A. Bom- hoff, te Apeldoorn, T. Banda, te Leeuwarden, P. Reiding, te Deventer, B. Edelman, te Reeu wyk, N. De Groot, te Nieuwendam; tot onder wyzer in de gymnastiek P. L. Baggen, te Hilversum. Te Nymegen is jhr. F. J. J. Van Ryckovorsel van Kossel, oud ontvanger der Ryksbelastingen aldaar, op 75 jarigen leeftyd overleden. By beschikking van den minister van binnenlandsche zaken van 8 dezer is, met ingang van den dag, waarop hy zyne betrek king aanvaardt, benoemd tot onderwyzer by de leerschool, verbonden aan de Ryks kweek school voor onderwyzors te Groningen, E. Hazelhof, thans te Winschoten. Jacob Boon, den 8sten October 1867 te Terschelling goboren, zeeman van beroep, wordt in zyn eigen belang uitgenoodigd het departement van buiteulandscbe zaker. bekend te maken met zyne tegenwoordige verbiyf- plaats. Naar men van vertrouwbare zyde aan „De Maasbode" verzekert, is de nieuwe minister van oorlog een tegenstander van don per- soonlyken dienstplicht. Hetzelfde blad verneemt dat ook don heer Heydenryck eene portefeuille in het nieuwe ministerie was aangeboden. De beer Henry Laboucböre, consul- generaal van Zwitserland voor Nederland, is in de residentie aangekomen. Uit een reisrapport van Hr. Ms. schoener „Zeohond", belast met bet politie toezicht op de visschery in de Noordzee, van 3 tot en met 24 April jl., blykt o. a.Op reis werd de Engelsche gunboat „Firedy" verkond, die sein deed om met den commandant van Hr. Ms. „Zeehond" te spreken. De Engelsche comman dant kwam aan boord van de „Zeehond" en overhandigde een schryven van zyn chef, houdende eene klacht van een Engelschen visscher, van wien door twee onbekendo Hollandsche visscher» een 16 tal netten en 150 va. manillatros zouden zijn gekapt en gestolen, verzoekende een ondirzoek in te stellen en de daders op te sporen. Na deze bespreking werd naar de reede van Tessel gestoomd en op sein naar de haven gegaan en aldaar gemeerd. Overtredingen de visschery betreffende, werden niet geconstateerd en geene klachten vernomen. Do gemeenteraad van Nymegen heeft besloten te berusten in het arrest van het gerechtshof to Arnhem, waarby aan het ge meentebestuur het eigendomsrecht van de zoogenaamde Fransche poort, welke toegang geeft tot de Waalsche kerk, is ontzegd en dit aan de Waalsche kerkgemeonte is toe gewezen, zoodat die poort met haar Latyn- sche opschrift weldra zal verdwynen. Wellicht zal zoo wordt aan de „Arnh. Crt." geschre ven de gemeente, die om het bezit dezer poort, welke het eenige is wat van do vroegere Nymeegsche universiteit is overgebleven, en dus van groot historisch belang voor de ge meente geacht, in twee instanties een proces voerde, dat meer dan 1000 kostte, nu nog langs minnelyken weg in het bezit der poort met den daarin geplaatsten gedenksteen kunnen geraken, om die, na amoveoring, oene plaats te geven op de raadhuis-plaats, waar meer gevels en gedenksteenen uit lang vervlogen tyden zyn ingemetseld en aldaar eene aan- trekkeiykheid voor geschiedvorscbers en oud heidkundigen opleveren. Het stoomschip „Bundesrath" vertrok 7 Mei van Mozambique via Zanzibar naar Rot terdam en Hamburg; de „Prinses Marie", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 8 Mei te Port Said; de „Reichstag", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 8 Mei van Zanzibar; de „Spaarndam", van Nieuw- York naar Rotterdam, pass. 9 Moi Prawlepoint. Omtrent de loopbaan der nieuwe ministers kan het volgende beknopt overzicht worden gegeven Jhr. Mr. J. Ruell, 60 jaar oud, samen steller en hoofd van bet Kabinet, minister van buitenlandsche zaken, bewoog zich na volbrachte studiën aan de hoogeschool to Utrecht, tot dusver meer op het gebied der binnenlandsche bestuursadministratie, eerst als commies ter provinciale griffie te Utrecht, daarna als griffier der Staten van Zuid-Holland. In zyne studieplaats werd hy tot lid van de Tweedo Kamer gekozen en herhaaldelyk her kozen, ook nog onlangs na de ontbinding, toen tegelykertyd Haarlem zyne geboorte plaats hem een zetel schonk, waarvoor hy bedankte, om zyn Utrochtschen kiezers trouw te blyven. De heer Röell was korten tyd lid van de Eerste Kamer en lid der Staatscommissie voor de Grondwetsherziening van 1887 en is secretaris van Hr. Ms. voogdyraad. In de Tweede Kamer behoorde hy tot de sprekers, wien de onvordeelde aandacht verzekerd was. Tot zyne niet-openbare betrokkingen behoort de functie van commissaris der Staatsspoorweg- maatschappy. Mr. W. Van der Kaay, 63 jaar, minister van justitie. Deze portefeuille ligt geheel ln de richting van zyn verleden, dat grooten- F" euilleton. IN BLOEI GEKNAKT. 76) XXXVIIL De reis naar L. werd nu met meor genoegen dan de laatste maal ondernomen en de ont vangst ten hove was alleraartelykst. De vorst begroetto Yon Sahnwitz vriendolyk en dit deed Laura natuur'.yk veel genoegen. De ontmoeting met haren vader was daaren tegen zeer koel. Het ging Laura erg aan het hart, maar toch was zy by zicbzelve innig overtuigd, dat zy het goede deel gekozen had. Toen men aan tafel gezeten was, kwam het gesprok op de genieën, die in het begin van deze eeuw leefden. „Als men nagaat," zeide de vorst, „dat mannen als Schiller, Goethe, Klopstock, Beet hoven en nog zoovele anderen, die op het gebied van toon- en dichtkunst uitmunten, onze tydgenooten zyn, dan valt het niet te betwyfelen of onze nazaten zullen ons benyden, dat wy de primeur van hunne grootsche schep pingen genoten. Ik herinner my," ging de vorst voort, „als den dag van gisteren, wat ik als jongmensch nu byna veertig jaren ge leden bywoonde. Ik was in Weimar gelogeerd, toen, in het jaar 1779, Goethe en Schiller elkander voor de eerste maal ontmoetten. Op de soirée, waar die ontmoeting zou plaats hebben, was ik ook genoodigd. Het was ten huize van den kunstllevendon hertog Karei. Goethe was reed3 beroemd door het schryven van zyn Werther en andero werken, maar de tien jaren jongere Schiller was nog byna onbekend en zeer verlegen en beschroomd. Ik zie nog die deftige heeren met hunne staart pruiken en in gala-toilet voor my. Hertog Karei stond by het binnentreden der beide dichters op eene kleine verhevenheid, met den steek in de hand. Franciska Von Hohenheim zag er dien avond bekooriyk uit. Zy was aan de zydo van hertog Karei ge zeten. Ja, dat is nu reeds veertig jaren geleden en toch staat my dat alles nog zoo helder voor den geest." „Het is wel een eigenaardig iets," zeide graaf Kiehl, „dat tusschen twee zoo uiteen- loopende naturen als Schiller en Goetbo zulk eene nauwe vriendschap ontstond. Meestal toch bestaat er tusschen zulke groote geeston eene wedorkeerige geringschatting van elkan ders verdiensten, of eene kinderachtige „jalousie de métier." Ik heb wel eens vernomen, dat Bach, toen hy, ziek zynde, Haendel verzocht hem te komen bezoeken, van dezen ten ant woord kreeg, dat hy geen tyd daarvoor had, en dat deze later nooit naar hem omzag." „Hetzelfde herinner ik my ook omtrent Beethoven en Mozart vernomen te hebben," zeide Von Sehnwitz. „Maar," vervolgde hy, „wat doet het er toe; als men waarlyk een genie is, dan vindt men zyn weg altyd wel." „Niet altyd," lachte de vorst. „Wat my betreft, ik heb voor myne gedichten nooit een uitgever kunnen vinden, en die waren toch wezeniyk fraai genoeg om gedrukt te worden. Ik schreef natuurlyk onder eeu pseudoniem, want anders had niemand my de uitgave durven weigeren. Maar „a posteriori" is het maar goed ook, want wanneor mannen als Schiller, Gosthe en Klopstock den Parnassus beklimmen, dan zou het van my al heel dwaas geweest zyn, hetzelfdo tegelykertyd te willen beproeven. Ik ben dus maar vol bewondering onder aan don berg blyven staan en heb myn Pegasus op stal gezet." „Ik geloof Uwe Doorluchtigheid," zeide de graaf Von Stenwerck, „dat, al scbryft men onder een pseudoniem, er toch wel iets van den waren naam van den schryver of dichter uitlekt." „Als Schiller iemand onder het mes kreeg, dan was hy lang niet malscb," zeide de vorst lachend; „wie weet hoe hy my misschien beoordeeld zou hebben? De dichter Burger is er indertyd kaal afgekomen, toen Schiller zyne gedichten recenseerde." „O, maar tusschen dezen en Burger was ook een hemelsbreed onderscheid! Burger met zyne zinnelyke natuur en Schiller met zgne verheven idealistische levensbeschouwing. Al de gedichten van hem ademen zonder onderscheid een reinen geest," zeido graaf Kiehl. „Zoo, mynheer, is dat uwe overtuiging?" vroeg Laura, die naast hem gezeten was. „Als de lezers van zyne gedichten de door hem geschreven woorden dan maar niet op eene verkeerde wyze uitleggen." Graaf Kiehl werd rood. Had hy niet Schiller's woorden gebruikt, om te trachten, Laura van het rechte pad te voeren? „Komt, dames en hesren 1" riep de vorst, „laat ons van tafel opstaan en ons gereed maken voor de sledevaart. Ik hoor het ge rinkel der bellen reeds en de paarden staan te trappelen van ongeduld." Allen maakten zich gereedde vorst bood Laura den arm en noodigde haar uil met hem te ryden. Laura nam met genoegen het aanbod aan en verheugde zich op den tocht. Toen allen in hunne sleden plaats genomen hadden, blies de voorrydor op den hoorn en voort ging het, in vliegende vaart, over de dik besneeuwde wegen. Toen men een eindweegs gegaan was, zeide de vorst tot Laura: „Ik wilde u gaarne iets vragen, maar, daar ik u nooit alleen spreek, noem ik deze gelegenheid waar, om u te zeggen, wat ik op het hart heb." Laura's hart klopte onrustig; zy vreesde weder iets onaangenaams te hooren; maar zy antwoorddo kalm, dat zii geheel oor was. „Het was myn voornemen aan Von Sehn witz te vragen of hy weder zyne vroegere betrekking aan het hof zou willen vervullen. Ik had gedacht hem te kunnen missen, maar dat is niet zoo. Ik zou hem dus gaarne zien wederkeeren, maar wilde hem hierover niet spreken, alvorens gy my uwe opinie gezegd hobt." Laura had spoedig een beBluit genomen. Zy schrikte by de gedachte, weder naar de stad te moeten gaan, en toen zy dit den vorst mededeolde, sprak hy bier niet verder over door. Toen Laura op Kerstavond op algemeen verlaDgen een lied zong, waren allen, die haar hoorden, niet minder getroffen dan zy by do uitvoering van het oratorium ge weest waren. „Nu, mevrouw," zeide de vorst, „uwe stem schynt er in de buitenlucht niet minder op geworden te zyn. Mag ik u by dezen uit- noodigen, den alt-solo van de Mattheus-Passion, die ook door Bach gecomponeerd is en mee Paschen uitgevoerd zal worden, op u te willen nemen?" Laura liet zich niet lang bidden en ant woordde bevestigend op het verzoek van den vorst. XXXIX. Een paar dagen daarna vertrokken Laura en Von Sehnwitz weder naar hot slot. By het afscheidnomen was de vorst zóó harteiyk, ook tegenover Von Sehnwitz, dat degenen, die aan het hof nog aan do goede verstandhouding tusschen die beiden getwyfeld mochten hebben, nu de zekerheid verkregen, dat deze niets te wenschen overliet. Zy troffen by hunne komst op hot slot allee in den besten welstand aan. En toen zy, na haar zoontje te bed gebracht te bebbon, met haren echtgenoot gezellig by een knappend haardvuur gezeten was, toen doorstroorado haar een gevoel van dankbaarheid en geluk. Wordt vervolgd.) Yrjjdag 11 Blei. A°. 1894. immmmmn 'iü m~. t'innfim DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1