<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
In de Zomerdienstregeling,
9.55. 10.20. 10.45. 11.20.
Leiden, 10 Mei.
N°. 10495.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per postf 1»^0.
Afzonderlijke Nommcrs 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17{. Orootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiten do stad
wordt 0.05 berekend.
aan de Abonnés by het „Leidsch Dagblad"
aangeboden, gelieve men by de dienstregeling
der IJselstoomtram even by te schryven
den laatsten trein, die van Leiden naar Den
Haag vertrekt, nameiyk 'savonds:
LeidenVoorschotenLeidschendarn, Den Haag.
Bj) koninkiyk besluit zyn benoemd tot
lid van hot college van regenten over de
Rykswerkinrichting voor vrouwen en het huis
van bewaring te Leiden, de heer S. C. M.
Knappert, oud-controleur der directe belasting,
en dr. A. W. Kroon, leeraar aan de hoogore
burgerschool, beiden wonende te Leiden.
Zondag a. s. hoopt de heer J. Holster
den dag te herdenken, waarop hy vóór 40
jaren het predikambt aanvaardde, waarvan
byna 30 jaren by de Oeref. Kerk aan de
Heerengracht alhier.
In het Gebouw der Loge te 's-Graven-
hage is ter bezichtiging gesteld voor uitge-
noodigdon eene schildery van mevrouw Grand-
mont—Hubrecht en bestemd om te worden
geplaatst in de regentenkamer van het Gods
huis of Armen-Hof te Leiden, genaamd Meer-
mans-Burg. De bekwame schilderes, die reeds
meermalen kunstwerken van onderscheiding
uitvoerde, is in de groepeoring van de vier
regenten, die in 1894 aan het hoofd dezer
liefdadige stichting staan, zeer gelukkig ge
slaagd, zoodat do stommigheid van het onder
werp de heeren zitten om eene tafel, waarop
een paar folianten liggen in de losheid van
groepeering behooriyk tegenwicht vindt. De
gelykenis is, althans van den regent, die te
's-Gravenhage, zoo wordt ons verder van daar
gemeld, eene welbekende figuur is, uitstekend,
zoodat dit doek zeker een sieraad zal zyn van
de Leidsche verzameling, die binnenkort ten
bate der inrichting tor bezichtiging zal gesteld
worden. Mevr. GrandmontHubrecht toont
ook in dit stuk eene zeer begaafde portret
schilderes te zyn.
Mejuffrouw M. A. H. Wontink, van Den
Haag, is benoemd tot onderwyzeres aan de
Cbristelyke school aan de Middelstegracht
alhier, en heeft die benoeming aangenomen.
Ter benoeming van een onderwyzer 1ste
klasse aan de openbare kosteloozo school aan
de Ammunitiehaven te 's-Gravenhage zyn
voorgedragen de heeren: lo. M. Van Spronsen,
onderwyzer 2de klasse aan die school; 2o.
J. C. Nardten, onderwyzer te Loenen; 3o. A.
Dirks, onderwyzer te Leiden.
De Synodale Commissie der Nederl.-
Herv. Kerk zal aanst. Dinsdag 15 dezer en
volgende dagon te 's-Gravenhage tot het
houden harer gewone voorjaarsvergadering
samenkomen. In het personeel der commissie
is sedert de najaarsvergadering eene verande
ring gekomen. Ten gevolge van zyn ongun-
stigen gezondheidstoestand heeft de heer E.
César Sogers, emer.-pred. te Leidenzich genoopt
gezien zyn ontslag te nemen, en is in zyne
plaats als lid der commissie, zyn secundus,
de heer G. A. Fynvandraat, pred. te Beesd,
opgetreden. In de voorjaarsbyeenkomst zal
mr. IV. B. S. Boeles, te Leeuwarden, om
gezondheidsreden, ontbroken en vervangon
worden door zyn secundus dr. E. Van der
Ven, te Haarlem.
De heer J. Droogh, tot dusver dykgraaf
van den Palensteinschen polder, onder Zeg
waard, is als zoodanig herkozen, terwyl ge
kozen is tot lid van het bestuur de heer
J. Fyan.
Verleden Woensdag heeft in het lokaal
van den heer Th. Wagenaar, te Roelof- Aronds-
veen, de aanbesteding plaats gehad van eenige
verfraaiings- en herstellingswerken aan de R.-K.
kerk en den toren aldaar. Ingekomen waren zes
in8chryvingsbiljetten. Het werk is gegund aan
den heer Nic.B. Perquin, van Berkel, voor de
som van ƒ8945.
Tot tegenschatters te Alfen voor de
Ryks personeels belasting dienstjaar 1894/95^
zyn benoemd de heeren W. Van der Byl, Jb.
Van der Eist en K. Van Hellemond, allen
aldaar.
De uitslag der gehouden herstemming
voor een lid van den Raad der gemeente
Nieuwveen isuitgebracht 74 geldige stemmen.
Gekozen de heer J. Konst mot 40 stemmen;
de heer J. A. Kiebert verkreeg er 34.
Te rekenen van 16 dezer zal het Ryks-
telegraafkantoor met telephoondienst to Aals
meer open zyn: op werkdagen, van 8.50
'svoor- tot 1.50 's namiddags en van 4.20
tot 6.50 's namiddags. Op Zon- on feestdagen
van 12 50 tot 1.50 's namiddags.
In den ouderdom van byna 80 jaren is
te 's-Gravenhage ovorleden de gepension-
neerde kolonel der marechaussees J. F. Meyer.
Op jeugdigen leefiyd trad hy in dienst by de
lichte dragonders on maakte van 1832 tot
1834 den Belgischen veldtocht mode.
Na in 1839 tot officier bevorderd te zyn,
werd hy in 1848 overgeplaatst by de mare
chaussee en bracht hy by dat corps by do
division in Noord-Brabant, Zeeland en Lim
burg zyn verderen diensttyd door op de meest
eervolle wyze, waarvoor hem dan ook in
1885 by zyne pensionneering de rang van
kolonel werd toegekend.
Do overledene was ridder van de Leopolds
orde, van do Eikekroon en van do Kroonorde
4de klasse van Pruisen. De Koning van
België schonk hem do medaille 1ste kl. tot
belooning van menschlievende daden.
De laatste jaren van zyn leven bracht hy
in de residentie door en was steeds present
by alle militaire uitvoeringen, feesten en ver
gaderingen. Het soldatenhart bad hy niet met
den soldatenrok verloren.
De nieuwe ministers, die gisteren te
Soestdyk door H. M. de Koningin-Regentes
werden beëedigd en aan H. M. voorgesteld,
zyn gisternamiddag te halfvyf van daar in de
residentie teruggekoord
Zy reden onmiddeliyk naar bot station van
den Hollandschen spoorweg naar de departe
menten, alwaar hunne voorgangers aanwezig
waren en do portefeuilles overdroegen.
De voormalige ministers namen, deels eer
gisteren, deels gisteren, afscheid van de hoofd
ambtenaren en afdeelings-chefs aan hunne
departementen, terwyl dezen heden aan de
nieuwe titularissen zullen worden voorgesteld.
Naar de „N. R. C." verneemt, heeft een
ambtenaar by de rykstelegraaf, bestuurder der
coöperatieve broodbakkery en verbruiksver-
eenlging „De Hoop", te 's-Gravenhage, eene
aanschry ving van den minister van watorstaat
gekregen, dat hy als bestuurder moet bedan
ken, naar aanleiding van een request van
twee winkeliers, die de overplaatsing van dien
ambtenaar verzochten op grond dat hy zou
zyn koopman en chef der kruidenierszaak,
verbonden aan de genoemde bakkery.
Te Haarlem vergaderde gisteravond de
kiesvereeniging „Vooruitgang", tot het stellen
van een candidaat voor de Tweede Kamer.
Voorloopig candidaat was alleen mr. A. J.
W. Farncombe Sanders, daar jhr. Van Karne-
boek te weinig stemmen in de afdeelingen
vorkregen had, om voorloopig candidaat te
kunnen zyn.
Alleen dr. J. Timmer bestreed de Candida-
tuur-Sanders, die in de Kamerleden Lieftinck
en De Kanter warme verdedigers vond. Ten
slotte werd mr. Farncombe Sanders geprocla
meerd als candidaat der kiesvereeniging met
37 van de 45 stemmen.
Vrydag avond zal de heer Lieftinck in eene
moeting voor de kiezers mr. Farncombe
Sanders' candidatuur verdedigen. Debat zal
worden toegelatsn.
Door do Utrechtsche werklieden-kiosver-
eeniging „Burgerrecht" en de afd. Utrecht van
don radicalen bond is voorloopig candidaat
gesteld de heer J. Van Loenen Martinet.
In de gisteravond gehouden vergadering dor
Utrechtsche ICiezersvereeniging is de heer
Bastert candidaat gesteld met 66 stemmen;
de heer Van Beuningen verkreeg er 21.
De katli. kiesvereeniging „Recht voor Allen",
die geen bepaalden candidaat stelde, gaat met
de radicalen en conservatieven mee, mits de
heeron Van Beuningen of Brummelkamp
candidaat gesteld worden.
Mr. Brantsen Van do Zyp, vroeger afge
vaardigde uit Sneek, beveelt als zyn opvolger
dringend aan mr. U. H. Huber, en deelt mede
dat hyzelf zich niet meer beschikbaar stelt.
Do „Zutfen8che Courant" geoft in overweging,
om in de vacature Van der Kaay, te Alkmaar,
te voorzien door den afgotreden minister van
financiën Pierson te kiezen.
„Nu do heer Pierson niet do gelegonheid
heeft als minister de voor hem aangewezen
en vol moed aanvaarde taak geheel af te
werken, is het ten minste in zeer veel opzichten
gewensebt en biliyk en practiscb, dat hy als
lid zitting neme in eene Kamer, waarin de
door hem tot stand gebrachte regelingen zeker
menigmaal ter sprake zullen komen, omdat
een allereerste eisch is, dat het Personeel
nog worde herzien.
De studie, welke minister Pierson nood
wendig van dit ontwerp moet gemaakt hebben,
mag men niet onbenut laten by deze gele
genheid."
Na het bedanken der vorige heeft de
gemeenteraad van Loosdrecht eene nieuwe
dames-commissie, thans bestaande uit zes
leden, benoemd, welko by aanneming harer
benoeming deel zal uitmaken van de plaat-
seiyke schoolcommissie.
Door mevrouw de wed. Slingsby van
Hoven, geb. Rees, dezer dagen op den huize
„Reeburg" te Vucht overleden, is o. anog
vermaakt aan de Slingsby van Bovenschool
te Vucht 15,000 en aan de Ned.-Herv. Kerk
aldaar f 1000.
Voor klerk by de posteryen hebben zich
aangemeld 107 adspiranten. Het examen
begint 21 Mei a. 8.
Jhr. J. W. M. Van de Poll, dykgraaf
van den Haarlemmermeerpolder, is ernstig
ongesteld.
Wegens vertrek uit do gemeente heeft
jhr. Martini Buys ontslag genomen als lid
van den gemeenteraad van Rotterdam.
Door den gemeenteraad te Amsterdam zyn
benoemd tot leeraar in het handteekenen aan
de 3do hoogero burgerschool met 3-jarigen
cursus voor jongens M. Brants, tydelyk leeraar
aan die school; tot derde onderwyzers aan de
openbare lagere scholen 1ste klasse A. Bom-
hoff, te Apeldoorn, T. Banda, te Leeuwarden,
P. Reiding, te Deventer, B. Edelman, te Reeu
wyk, N. De Groot, te Nieuwendam; tot onder
wyzer in de gymnastiek P. L. Baggen, te
Hilversum.
Te Nymegen is jhr. F. J. J. Van
Ryckovorsel van Kossel, oud ontvanger der
Ryksbelastingen aldaar, op 75 jarigen leeftyd
overleden.
By beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken van 8 dezer is, met
ingang van den dag, waarop hy zyne betrek
king aanvaardt, benoemd tot onderwyzer by
de leerschool, verbonden aan de Ryks kweek
school voor onderwyzors te Groningen, E.
Hazelhof, thans te Winschoten.
Jacob Boon, den 8sten October 1867 te
Terschelling goboren, zeeman van beroep,
wordt in zyn eigen belang uitgenoodigd het
departement van buiteulandscbe zaker. bekend
te maken met zyne tegenwoordige verbiyf-
plaats.
Naar men van vertrouwbare zyde aan
„De Maasbode" verzekert, is de nieuwe minister
van oorlog een tegenstander van don per-
soonlyken dienstplicht.
Hetzelfde blad verneemt dat ook don heer
Heydenryck eene portefeuille in het nieuwe
ministerie was aangeboden.
De beer Henry Laboucböre, consul-
generaal van Zwitserland voor Nederland, is
in de residentie aangekomen.
Uit een reisrapport van Hr. Ms. schoener
„Zeohond", belast met bet politie toezicht op
de visschery in de Noordzee, van 3 tot en
met 24 April jl., blykt o. a.Op reis werd de
Engelsche gunboat „Firedy" verkond, die sein
deed om met den commandant van Hr. Ms.
„Zeehond" te spreken. De Engelsche comman
dant kwam aan boord van de „Zeehond" en
overhandigde een schryven van zyn chef,
houdende eene klacht van een Engelschen
visscher, van wien door twee onbekendo
Hollandsche visscher» een 16 tal netten en
150 va. manillatros zouden zijn gekapt en
gestolen, verzoekende een ondirzoek in te
stellen en de daders op te sporen. Na deze
bespreking werd naar de reede van Tessel
gestoomd en op sein naar de haven gegaan
en aldaar gemeerd. Overtredingen de visschery
betreffende, werden niet geconstateerd en geene
klachten vernomen.
Do gemeenteraad van Nymegen heeft
besloten te berusten in het arrest van het
gerechtshof to Arnhem, waarby aan het ge
meentebestuur het eigendomsrecht van de
zoogenaamde Fransche poort, welke toegang
geeft tot de Waalsche kerk, is ontzegd en
dit aan de Waalsche kerkgemeonte is toe
gewezen, zoodat die poort met haar Latyn-
sche opschrift weldra zal verdwynen. Wellicht
zal zoo wordt aan de „Arnh. Crt." geschre
ven de gemeente, die om het bezit dezer
poort, welke het eenige is wat van do vroegere
Nymeegsche universiteit is overgebleven, en
dus van groot historisch belang voor de ge
meente geacht, in twee instanties een proces
voerde, dat meer dan 1000 kostte, nu nog
langs minnelyken weg in het bezit der poort
met den daarin geplaatsten gedenksteen kunnen
geraken, om die, na amoveoring, oene plaats
te geven op de raadhuis-plaats, waar meer
gevels en gedenksteenen uit lang vervlogen
tyden zyn ingemetseld en aldaar eene aan-
trekkeiykheid voor geschiedvorscbers en oud
heidkundigen opleveren.
Het stoomschip „Bundesrath" vertrok 7
Mei van Mozambique via Zanzibar naar Rot
terdam en Hamburg; de „Prinses Marie", van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde 8 Mei te
Port Said; de „Reichstag", van Hamburg en
Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 8 Mei
van Zanzibar; de „Spaarndam", van Nieuw-
York naar Rotterdam, pass. 9 Moi Prawlepoint.
Omtrent de loopbaan der nieuwe ministers
kan het volgende beknopt overzicht worden
gegeven
Jhr. Mr. J. Ruell, 60 jaar oud, samen
steller en hoofd van bet Kabinet, minister
van buitenlandsche zaken, bewoog zich na
volbrachte studiën aan de hoogeschool to
Utrecht, tot dusver meer op het gebied der
binnenlandsche bestuursadministratie, eerst als
commies ter provinciale griffie te Utrecht,
daarna als griffier der Staten van Zuid-Holland.
In zyne studieplaats werd hy tot lid van de
Tweedo Kamer gekozen en herhaaldelyk her
kozen, ook nog onlangs na de ontbinding,
toen tegelykertyd Haarlem zyne geboorte
plaats hem een zetel schonk, waarvoor hy
bedankte, om zyn Utrochtschen kiezers trouw
te blyven.
De heer Röell was korten tyd lid van de
Eerste Kamer en lid der Staatscommissie
voor de Grondwetsherziening van 1887 en
is secretaris van Hr. Ms. voogdyraad. In de
Tweede Kamer behoorde hy tot de sprekers,
wien de onvordeelde aandacht verzekerd was.
Tot zyne niet-openbare betrokkingen behoort
de functie van commissaris der Staatsspoorweg-
maatschappy.
Mr. W. Van der Kaay, 63 jaar, minister
van justitie. Deze portefeuille ligt geheel ln
de richting van zyn verleden, dat grooten-
F" euilleton.
IN BLOEI GEKNAKT.
76)
XXXVIIL
De reis naar L. werd nu met meor genoegen
dan de laatste maal ondernomen en de ont
vangst ten hove was alleraartelykst.
De vorst begroetto Yon Sahnwitz vriendolyk
en dit deed Laura natuur'.yk veel genoegen.
De ontmoeting met haren vader was daaren
tegen zeer koel. Het ging Laura erg aan het
hart, maar toch was zy by zicbzelve innig
overtuigd, dat zy het goede deel gekozen had.
Toen men aan tafel gezeten was, kwam het
gesprok op de genieën, die in het begin van
deze eeuw leefden.
„Als men nagaat," zeide de vorst, „dat
mannen als Schiller, Goethe, Klopstock, Beet
hoven en nog zoovele anderen, die op het
gebied van toon- en dichtkunst uitmunten,
onze tydgenooten zyn, dan valt het niet te
betwyfelen of onze nazaten zullen ons benyden,
dat wy de primeur van hunne grootsche schep
pingen genoten. Ik herinner my," ging de
vorst voort, „als den dag van gisteren, wat
ik als jongmensch nu byna veertig jaren ge
leden bywoonde. Ik was in Weimar gelogeerd,
toen, in het jaar 1779, Goethe en Schiller
elkander voor de eerste maal ontmoetten.
Op de soirée, waar die ontmoeting zou plaats
hebben, was ik ook genoodigd. Het was ten
huize van den kunstllevendon hertog Karei.
Goethe was reed3 beroemd door het schryven
van zyn Werther en andero werken, maar
de tien jaren jongere Schiller was nog byna
onbekend en zeer verlegen en beschroomd. Ik
zie nog die deftige heeren met hunne staart
pruiken en in gala-toilet voor my.
Hertog Karei stond by het binnentreden
der beide dichters op eene kleine verhevenheid,
met den steek in de hand. Franciska Von
Hohenheim zag er dien avond bekooriyk uit.
Zy was aan de zydo van hertog Karei ge
zeten. Ja, dat is nu reeds veertig jaren geleden
en toch staat my dat alles nog zoo helder
voor den geest."
„Het is wel een eigenaardig iets," zeide
graaf Kiehl, „dat tusschen twee zoo uiteen-
loopende naturen als Schiller en Goetbo zulk
eene nauwe vriendschap ontstond. Meestal
toch bestaat er tusschen zulke groote geeston
eene wedorkeerige geringschatting van elkan
ders verdiensten, of eene kinderachtige „jalousie
de métier." Ik heb wel eens vernomen, dat
Bach, toen hy, ziek zynde, Haendel verzocht
hem te komen bezoeken, van dezen ten ant
woord kreeg, dat hy geen tyd daarvoor had,
en dat deze later nooit naar hem omzag."
„Hetzelfde herinner ik my ook omtrent
Beethoven en Mozart vernomen te hebben,"
zeide Von Sehnwitz. „Maar," vervolgde hy,
„wat doet het er toe; als men waarlyk een
genie is, dan vindt men zyn weg altyd wel."
„Niet altyd," lachte de vorst. „Wat my
betreft, ik heb voor myne gedichten nooit een
uitgever kunnen vinden, en die waren toch
wezeniyk fraai genoeg om gedrukt te worden.
Ik schreef natuurlyk onder eeu pseudoniem,
want anders had niemand my de uitgave
durven weigeren. Maar „a posteriori" is het
maar goed ook, want wanneor mannen als
Schiller, Gosthe en Klopstock den Parnassus
beklimmen, dan zou het van my al heel dwaas
geweest zyn, hetzelfdo tegelykertyd te willen
beproeven. Ik ben dus maar vol bewondering
onder aan don berg blyven staan en heb myn
Pegasus op stal gezet."
„Ik geloof Uwe Doorluchtigheid," zeide de
graaf Von Stenwerck, „dat, al scbryft men
onder een pseudoniem, er toch wel iets van
den waren naam van den schryver of dichter
uitlekt."
„Als Schiller iemand onder het mes kreeg,
dan was hy lang niet malscb," zeide de vorst
lachend; „wie weet hoe hy my misschien
beoordeeld zou hebben? De dichter Burger is
er indertyd kaal afgekomen, toen Schiller zyne
gedichten recenseerde."
„O, maar tusschen dezen en Burger was
ook een hemelsbreed onderscheid! Burger
met zyne zinnelyke natuur en Schiller met
zgne verheven idealistische levensbeschouwing.
Al de gedichten van hem ademen zonder
onderscheid een reinen geest," zeido graaf
Kiehl.
„Zoo, mynheer, is dat uwe overtuiging?"
vroeg Laura, die naast hem gezeten was.
„Als de lezers van zyne gedichten de door
hem geschreven woorden dan maar niet op
eene verkeerde wyze uitleggen."
Graaf Kiehl werd rood. Had hy niet Schiller's
woorden gebruikt, om te trachten, Laura van
het rechte pad te voeren?
„Komt, dames en hesren 1" riep de vorst,
„laat ons van tafel opstaan en ons gereed
maken voor de sledevaart. Ik hoor het ge
rinkel der bellen reeds en de paarden staan
te trappelen van ongeduld."
Allen maakten zich gereedde vorst
bood Laura den arm en noodigde haar uil
met hem te ryden.
Laura nam met genoegen het aanbod aan
en verheugde zich op den tocht.
Toen allen in hunne sleden plaats genomen
hadden, blies de voorrydor op den hoorn en
voort ging het, in vliegende vaart, over de
dik besneeuwde wegen.
Toen men een eindweegs gegaan was,
zeide de vorst tot Laura:
„Ik wilde u gaarne iets vragen, maar, daar
ik u nooit alleen spreek, noem ik deze
gelegenheid waar, om u te zeggen, wat ik
op het hart heb."
Laura's hart klopte onrustig; zy vreesde
weder iets onaangenaams te hooren; maar
zy antwoorddo kalm, dat zii geheel oor was.
„Het was myn voornemen aan Von Sehn
witz te vragen of hy weder zyne vroegere
betrekking aan het hof zou willen vervullen.
Ik had gedacht hem te kunnen missen,
maar dat is niet zoo. Ik zou hem dus gaarne
zien wederkeeren, maar wilde hem hierover
niet spreken, alvorens gy my uwe opinie
gezegd hobt."
Laura had spoedig een beBluit genomen.
Zy schrikte by de gedachte, weder naar
de stad te moeten gaan, en toen zy dit
den vorst mededeolde, sprak hy bier niet
verder over door.
Toen Laura op Kerstavond op algemeen
verlaDgen een lied zong, waren allen, die
haar hoorden, niet minder getroffen dan
zy by do uitvoering van het oratorium ge
weest waren.
„Nu, mevrouw," zeide de vorst, „uwe stem
schynt er in de buitenlucht niet minder op
geworden te zyn. Mag ik u by dezen uit-
noodigen, den alt-solo van de Mattheus-Passion,
die ook door Bach gecomponeerd is en mee
Paschen uitgevoerd zal worden, op u te
willen nemen?"
Laura liet zich niet lang bidden en ant
woordde bevestigend op het verzoek van
den vorst.
XXXIX.
Een paar dagen daarna vertrokken Laura
en Von Sehnwitz weder naar hot slot.
By het afscheidnomen was de vorst zóó
harteiyk, ook tegenover Von Sehnwitz, dat
degenen, die aan het hof nog aan do goede
verstandhouding tusschen die beiden getwyfeld
mochten hebben, nu de zekerheid verkregen,
dat deze niets te wenschen overliet.
Zy troffen by hunne komst op hot slot
allee in den besten welstand aan. En toen
zy, na haar zoontje te bed gebracht te bebbon,
met haren echtgenoot gezellig by een knappend
haardvuur gezeten was, toen doorstroorado
haar een gevoel van dankbaarheid en geluk.
Wordt vervolgd.)
Yrjjdag 11 Blei. A°. 1894.
immmmmn 'iü m~. t'innfim
DAGBLAD.