No. 10494. Donderdag ÏO Mei. A0. 1894. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. I)jt nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 9 Mei. Feuilleton. IN BLOEI GEKNAKT. LEID DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandeni Franco per post 1 - Afzonderlijke Nommers 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—'6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad ■wordt ƒ0.05 berekend. Aan den gemeenteraad deolen B. en Ws. mede dat sedert eenigen t(jd is gebleken dat de Driegatenbrug in den Zylweg in slechten toestand verkeert en vernieuwing vordert, terwijl sedert een paar weken reeds de noodige tijdelijke voorzieningen zyn genomeD, nadat een paar stijlen waren stuk gevaren. Door onderscheidene ingezotenen van de gemeenten Leiderdorp, Warmond en Alkemade, door wie voortdurend gebruik moet worden gemaakt van de brug, is dan ook onlangs een verzoek tot het College van B. en Ws. alhier geticht, waarbfl wordt medegedeeld dat die brug in zeer slechten toestand verkeert, zoodat zjj dringend verbetering behoeft; dat boven dien de enorme hoogte van die brug het passeeren daarvan hoogt gevaarlijk maakt, vooral met geladen hooiwagens, op grond Waarvan werd verzocht zoo spoedig mogelijk, liefst vóór den aanstaanden hooibouw, tot herstel en verlaging van die brug over te gaan. Door de commissie van fabricage is een plan tot vernieuwing en verlaging opgemaakt, waarbij de brug met 0.60 M. wordt verlaagd en de houten jukken, liggers en leuningen door ijzeren worden vervangen, zijnde de kosten geraamd op f 1000. Met het oog op art. 4 van de Provinciale Verordening ter voorziening in scheepvaart- belangen van 21 September 1885 (Provinciaal Blad No. 60 van dat jaar), waarbij wordt verboden over of in de wateren, waarop die Verordening betrekking heeft, nieuwe bruggen of sluizen to stichten of bestaande te her stellen of te vernieuwen zonder vergunning van Gedeputeerde Staten, of in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaar den, hebben B. en Ws. van het plan tot vorniouwing en verlaging van de brug aan de Gedeputeerde Staten mededeeling gedaan met verzoek de voreischte vorgunning te willen verleenen. In afwachting van eene beschikking op dit verzoek, achten B. en Ws. het wenschelijk, vermits de zaak van sposdeischenden aardis, dat door den gemeenteraad eene beslissing omtrent de voorgestelde vernieuwing worde genomen en geven zij mitsdien in overweging te besluiten dat, behoudens de vergunning van de Gedeputeerde Staten, tot de voor gestelde vernieuwing en verlaging van de Driegatenbrug aan den Zylweg, waarvan de kosten zyn geraamd op f 1000, zal worden overgegaan, zullende te zijner tyd een voorstel tot beschikbaarstelling van de noodige gelden worden ingediend. Naar aanleiding van een adres van den heer S. L. M. Popta, controleur van den Waar borg der gouden en zilveren werken, te 's-Hertogenbosch, wonende te Vucht, deelen B. en Ws. mede dat de dochter van adressant wegens vestiging in de gemeente in Januari 1894 sedert 1 Februari jl. als leerlinge op de Kweekschool voor onderwjjzors iB toegelaten en dat door adressant over het tweede kwar taal, December, Januari en Februari, het volle schoolgeld is voldaan. Het komt B. en Ws. voor dat er alzoo termen bestaan voor eene gunstige beschikking op het verzoek. Zy geven mitsdien in over weging aan adressant terugbetaling te ver leenen van schoolgeld voor zyne dochter, leerlinge der Kweekschool voor onderwyzers, over de maanden December 1893 en Januari 1894, tot oen bedrag van f 6.33. Naar aanleiding van het verzoek van de wed. D. W. D. Van Teutem Mulió geven B. en Ws. in overweging aan adressante wegens vertrek uit de gemeente met 1 Mei jl. terugbetaling van schoolgeld te verleenen voor twee kinderen, leerlingen der Jongens school en Meisjesschool 1ste klasse, over de maanden Mei en Juni, tot een gezamenlijk bedrag van vyftien gulden. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van den heer P. G. C. M. Eigeman, deelen B. en Ws. mede dat de dochter van adressant in den loop van dozen cursus her- haaldoiyk voor geruimen tyd de lessen aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes heeft ver zuimd wegens ongesteldheid en op raad van haren geneesheer met 1 Juni a. s. de school zal verlaten. Zy geven mitsdien in overweging aan adres sant vrystclling of terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor zyne dochter, leerlinge der Hoogere Burgerschool voor Moisjos, over het laatste kwartaal van den cursus 1883/94. Aan den gemeenteraad leggen B. en Ws. over het verzoek van Dr. W. P. Weebers om eervol ontslag uit de betrekking van Stads- Geneeskundige, onder mededeeling dat er, ovenals by het college van stads genees- en heelkundigen, ook by hen geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek. Zy goven derhalve in overweging aan adres sant op de meest eervolle wyzo ontslag te ver leenen uit zyne bovengenoemde betrekking, op grond van den ongunstigen toestand van zyne gezondheid. Onder overlegging van de betrekkelyke stukken geven B. en Ws. den gemeenteraad in overweging: lo. aan G. W. Van der Drift vergunning te verleenen om overeenkomstig aanwyzing en onder toozicht van rooimeesters, voor het ver nieuwde pand hoek Morschstraat en Smidssteeg No. 26 een zerkje te loggen, alsmede een hardsteenen drempel te leggen voor den in gang van het bovenhnis in de Smidssteeg, onder bepaling dat de zerk zal zyn van 75 cM. breedte met afgeronde hoeken en niet hooger dan 4 cM. uit do straat te leggen en de hard steenen drempel moet zyn lang 1.25 M., breed 26 cM. en de hoeken moeten zyn afgerond. 2o. aan M. H. Van Waveren vergunning te verleenen om overeenkomstig aanwyzing en onder toezicht van rooimeesters eene stoep te leggen voor zyn pand aan de Oude Vost No. 171, met het stellen van palen, onder bepaling dat de rooilyn moet worden gevolgd van het perceel No. 167, daar naby gelegen, en dat de bestaande gestrate stoep, die het eigendom is van de gemeente, voor rekening van adres sant van gemeentewege zal worden opgebro ken en weggeruimd. Door het aan mejuffr. S. M. Prins Tnet ingang van 1 Juni a. s. verleend eervol ont slag uit de betrekking van derde onderwyzeres aan de openbare school der 3de klasse No. 4 is er aan die school eene vacature ontstaan, ter vervulling waarvan de volgende voordracht is opgemaakt ter benoeming van eene derde onderwyzeres, op oene jaarwedde van f 650, als: lo. mej. M. F. J. De Vries, werkzaam aan de betrokken school; 2o. mej. C. D. For- tanior, werkzaam aan de school 4de klasse No. 2, en 3o. mej. J. A. Kodbard, werkzaam aan de school 3de klasse No. 1. Ter vervulling van de vacature, die aan de school van de 3de klasse No. 1 is ont staan door de benoeming van den derden onderwyzer W. A. Kriest tot tweeden onder wyzer aan die school, is eene voordracht opgemaakt ter benoeming van een derden onderwyzer of eene derde onderwyzeres, alslo. M. W. Karstens, werkzaam aan het instituut „Wullings", te Voorschoten; 2o. Mej C. D. Fortanier, tydelyk 3de onderwyzeres aan de school 4de klasse No. 2, en 3o. Mej. J. A. Rodbard, adspirant onderwyzeres aan de be trokken school. Tevens stellen B. en Ws. voor om by benoeming van den onder No. 1 der voor dracht geplaatsten onderwyzer, de jaarwedde te bepalen op f 600, op grond dat hy reeds 6 jaren aan eene gemeenteschool alhier is werkzaam geweest, waarvan vyf op eene bozoldlging van f 600. Met het oog op zyn leeftyd, de dienstjaren en de geschiktheid is het billyk, dat hy niet op eene mindere jaarwedde wordt aangesteld dan die hy vroeger reeds vyf jaren genoot. B. en Ws. stellen den gemeenteraad voor oenige op een overgelogden staat van af- en overschry ving dor bogrooting voor 1893 voorkomende posten te verhoogen, aangezien gebleken is dat do door den Raad toegestane sommen niet toereikende waren voor do be hoeften. De meerdere uitgaaf ten bodrage van ƒ858.08 kan ruimschoots gevonden worden uit het overschot op Volgn. 150 dier begroo ting „Kosten van verpleging in het Ziekenhuis der Ryks-Universiteit." De Commissie van Financiën heeft gesne bedenkingen tegen de in hare handen gestolde rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier over het jaar 1893 en advi seert den Raad die goed te keuren. Naar aanleiding van de bepaling in art. 1 dor Verordening van 4 December 1884 be treffende het verleenen van pensioen en wacht- gold aan gemeente-ambtenaren en -bedienden, dat by het ontstaan van nieuwe ambten of betrekkingen op voorstel van Burg. en Weth. door den Raad wordt beslist of zy al dan niet op den in gemeld artikel bedoelden staat zullen worden gebracht, goven B. en Ws. den gemeenteraad ln overwoging de betrekking van inspecteur der vee- en vloeschkeuring, welke by Raadsbesluit van 22 Juni 1893 is ingesteld, aan dien staat toe te voegen. Do jaarwedde van den inspecteur bedraagt f 1600, terwyl de emolumenten ad 5 pet. van de keurloonen, by de aanstelling zyn geschat op f 200 per jaar, zoodat, ter voldoening aan art. 3 der voormelde Verordening, het ge middeld inkomen kan worden vastgesteld op f 1800. De tweede Kunstbeschouwing (van het in 1894 to houden viertal), is op Woensdag 16 Mei a. s. vastgesteld. (Foyer Stadszaal). Alsdan zal ter bezichtiging worden gesteld de portefeuille van mevrouw de wed. Tutein Nolthenius, te Amsterdam. Voorts verwacht de commissie een aantal schilderyen uit de collectie van den heer Bosman, te Rotterdam. Verder werden nog uitgenoodigd de artisten: Van Hoytema, Van Daalhoff, Van Konynen- burg, Willy Martens, Gunneweg, Mej. Van Wessem, Dysselhoff, Veldheer, Taco Mesdag, Mevr. Mesdag-v. Calcar, G. J. Bos, Floris Verster, KamerliDgh Onnes, Nortier, Van Eek en do boeldhouwer Zyl. Tot jury-lid voor de afdeeling Tuinbouw op de wereldtentoonstelling te Antwerpen is o. a. benoemd onze stadgenoot prof. dr. W. F. R. Suringar. De afdeeling letterkunde van de Konink- ïyke Academie in België heeft tot buiten- landsch lid benoemd dr. R. Fruin, hoogleeraar in do geschiodenis te Leiden. De heer G. J. Van Hemert, predikant te Maasbommel c. a., heeft voor hot beroep naar de Ned.-Herv. gemeente te Hoogmade c. a. bedankt. Hot onderzoek der verlofgangers van de gemeente Voorschoten zal plaats hebben op Donderdag 14 Juni a. s., des voormiddags te 10 uren, te Stompwyk aan den Leidschendam. Het onderzoek der verlofgangers voor de gemeento Sassenheim is bepaald op Woensdag 6 Juni a. s., 's middags 12 uren. By de Dinsdag jl. in het café-Wagonaar, te Roelof-Arondsveen, plaats gehad hebbende veikiozing voor twee bostuursleden van den Veonder- en Ljjkerpolder buiten do bedyking in de gemeenten Alkomade en Woubrugge zyn met groote meerderheid van stemmen herkozen de heeren H. Bakker en N. Kuiper. Uit do eerstgeopende bus kwamen 150 stemmen op witte briefjes. Uitgebracht waren op do heeren N. Kuiper (aftredend lid) 137 st., J. J. Van der Meer 6 St., C. Heemskerk, L. Van Lochem, G. Huigsloot en G. Hoogen- boom, ieder 1 stem. Do tweede bus (met blauwe briefjes), be- vattendo eveneons 150 stemmen, leverde de volgende uitkomst opop de heeren H. Bakker (aftr. lid) uitgebracht 114 St., G. Huigsloot 26 st., J. Klein, K. Bakker, J. l'Ami, G. Hoogenboom, J. Ristbroek, J. Van Zaal en L. Van Lochem, ieder 1 stem. Blanco 3 stemmen. Het gemeentebestuur van Alkemade heeft ter algemeene kennis gebracht, dat op Maandag 28 Mei 1894, des voormiddags te 9 uren, op het terrein van den ryweg naby het Raadhuis eeno keuring van paarden voor den militairen dienst zal plaats hebben, en dat aldaar op het bepaalde uur uit die gomec-nto 24 paarden moeten aanwezig zyn, zyodo 19 rypaarden en 5 trekpaarden. Uit wyk A één paard, uit wyk B één paard, uit wyk C drie paarden, uit wyk D zes paarden, uit wyk E acht paarden, uit wyk F vyf paarden. Volgens ingewonnen information by den districtsveearts, den Rykskeurmeester van paarden voor den militairen dienst, den heer J. F. Laméris, kan worden medegedeeld, dat de verklaring voor eigenaren van paarden, welke van de keuring zyn vrygesteld wegens drachttyd, ongesteldheid, enz., moet worden afgegeven door oen gediplomeerd veearts. Eene verklaring dus, uitgereikt door een veearts, die wel is toegelaten, doch niet gediplomeerd, zal onvoldoende zyn. Aan de zangvereeniging „Zanglusl", te Woubrugge, is het verzoek gericht, om mede werking tot oprichting van een algemoenen Zangersbond. Het initiatief daartoe is genomen door de vereenigingen „Zang veredelt", te Hardingsveld, en „Uitspanning door inspan ning", te Werkendam. Tot kerkvoogd der Ned.-Herv. Kerk to Zoetermeor on Zegwaard is gekozen de heer J. Sentel, te Zoetormeor. Burgemeester en wethoudors van Zoeter meor geven per publicatie kennis dat de aan gifte der schuttery zal plaats hebben opVry- dag 18 Mei a. s., ton raadbuize dier gemeente, des voormiddags tusschen 10 en 12 uren. Behoudens goedkeuring der huishoudelyke vergadering weid door het bestuur der Haagsche werklieden-vereeniging „Ontwik keling" het initiatief genomen, den hoer Tak van Poortvliet namens do Noderlandsche worklieden, een nationaal huldeblyk aan te bieden, waarvoor de medewerking der werk- lieden-vereenigingen zal worden ingeroepen. Volgens de wet op de bedryfsbelasting wordt de aanslag van hen, die niet in de ver mogensbelasting zyn aangeslagen, geregeld door het collego van zetters. Vooral in kloino gemeenten zullen de meeste ingezetenen het minder pleizierig vinden dat, ook al is aan eon ieder, die uit kracht van zyn ambt met de bedryfsbelasting in aanraking komt, geheim houding opgelegd, hun beschry vingsbiljet, waarop o. a. moet voorkomen hoeveel ver mogen on hoeveel schulden men heoft, in handen komt van het collego van zetters, dat uit mede ingezetenen bestaat. Zy, die zulks willen voorkomen en niet krachtens art. 12 2 der wet, voor biljet B in aanmerking komen, kunnen vóór 15 Mei by den ryksontvanger oen biljot B aanvragou, in welk geval hun aanslag wordt gerogeld door oene speciale commissie, wier samenstelling geregeld is in art. 19 lb en 2, 3 der wet. Den 24sten Mei a. s. zal hot 25 jaar geleden zyn, dat de „Louisa-Stichting" te 's Gravonhage door wyien Z. K. H. priris Frederik op plochtigo wyzo werd geopend. Benoemd is lot leeraar in de wis- en natuurkunde aan de H. B.-S. te Dordrecht (vacature wylen den hoor P. M. V. Van de Rivière) dr. A. Van Eek, leeraar aan het instituut van don heer Bouscholte, in Den Haag. Aan het eindexamen van deH. B S met 5 j. cursus in Friesland wordt deelgonomen door 8 candidaten uit Sneek en 15 uit Leeuwarden. 74) Hy reikte haar de hand en zeide met van aandoening bevende stem: „Vaarwel, myn kind; geve God, dat gy nimmer berouw over uwe keuze zult hebben 1" Daarop blikte hy haar liefdevol aan en verliet het vertrek. Laura bleef weenend achter en de graaf gaf bevel den reiswagen weer in te spannen en op te laden, daar eene dringende zaak hem noopte, terstond weder naar L. terug te koeren. Hy liet zich voer zyn vertrek door zyn kamerdienaar by zyn schoonzoon aandienen. Toen hy diens zitkamer betrad, zeide hy tot Von Sehnwitz op strengen toon: „Ik ben verplicht heden weder af te reizen omstandigheden buiten myn wil noodzaken my hiertoe. Ik heb u voor myn vertrek niets anders te zeggen dan dat ik vurig hoop en bid, dat het door Laura in u gestelde vertrou wen niet ten tweeden male beschaamd zal worden." Het bloed steeg Von Sehnwitz naar de wangen. Hy boog het hoofd en zoide ernstig„Vader, als iemand, die misdaan heeft, vergiffenis geschonken is door de door hem beleedigde persoon, dan zou hy toch wel een zeer laag karakter moeten hebben, wanneer hy de wond, door hem geslagen, niet trachtte te heelen. Wanneer die echter telkens door een onhan- digen heelmeester weder opengescheurd wordt, dan bestaat er weinig kans, dat hot herstel ooit volkomen zal zyn." „Ge wilt met die woorden zeggen, dat ik die onhandige heelmeester ben, nietwaar?" zeide de graaf op schamperen toon; „ik zou liever de hand in eigen boezem steken." Von Sehnwitz werd schaamrood, maar zoide niets. „Ziet ge wel," vervolgde de graaf, „daarop kunt ge geen antwoord geven; het verheugt my dat go nog blozen kunt. Een verstokte zondaar heeft die oigenschap verloren. Ik kwam hier om Laura met my mede te nemen; maar zy heeft my ongetroost weggezonden. Go begrypt dat ik als overwonnene niet in het huis van den overwinnaar begeer te blijven. De koets staat gereed om my naar L terug te voeren. Ik zal in myne plaats graaf Klehl hier zenden natuuriyk met goedvinden van den vorst de man heeft behoefte aan ver andering van lucht; hy ziet er niet best uit en zyne afreis verklaart tegelykertyd myne spoedige terugkomst. Ik twyfel niet, of ge zult den graaf vriendeiyk welkom heeten. Ge ziet dat ik alles vermyd wat opspraak zou kunnen verwekken. Hoewel ik my nimmer gaarne aan eene onbeleefdheid schuldig maak, zoo zult ge my nu wel willen verontschul digen om u de hand te reiken." Daarop maakte graaf Von Stenwerck eene koele buiging en verliet de kamer. Eenige oogenblikken daarna reed de koets, waarin de graaf Von Stenwerck gezeten was, den weg op naar L. xxxvn. Toen Von Sehnwitz dien dag aan den avondmaaltyd verscheen, bemerkte hy, dat Laura's oogen rood waren van het weenen. Hy begreep dat het overhaast vertrek van haren vader de reden daarvan was. „Laura," zoide hy; „uw vader iB spoediger afgereisd dan wy dachten. Zyne tegenwoor digheid aan het hof scheen dringend vereischt. In zyne plaats komt waarschjjnlyk morgen graaf Klehl ons voor eenige dagen bezoeken." Het spyt my natuuriyk zeer," zeide Laura, „dat papa zoo spoedig vertrekken moe3t. Ik had hem zoo gaarne hior gehouden, maar de vorst scbynt hem niet te kunnen missen." Laura vond het beter niets van het voor gevallene met haren vader aan Von Sehnwitz of Elino Von Schónhausen te doen blyken. Den volgenden dag wa3 het weder zeer fraai. Het had des nachts flink gevroren en de boomen in het park waren met een glin sterend wit overdekt. De beide dames wandelden in den Blottuin, en Laura, die met Eline vertrouweiyk praatte, wilde deze oogenblikken waarnemen, om bare vriendin eens omtrent hare verhouding togen- over graaf Kiehl te polsen. „Eline," zeide zy, „verheugt ge u niet op de komst van onzen aanstaanden gast?" „Ik my verheugen?" antwoordde Eline droevig. „Hy geeft niets om my, dat is dui- delyk. Het wil my maar niet uit de gedachte, dat hy nog steeds Hulda Von HohenBtein's heengaan betreurt. Die schynt nog altyd op reis te zyn, want hoewel gravin Adelheid reeds sedert geruimen tyd op haar slot terug gekeerd is, heb ik Hulda nooit gezien." „Ziet gy de gravin wel oens?" zeide Laura. „Zeer zelden; zooals ge weet, komt zy byna nooit aan het hof; men zegt dat zy menschenBchuw is. Hebt gy haar wel eens gesproken?" Laura herinnerde zich maar al te goed dien verschrikkelyken avond, waarop zy do gravin bezocht had. „Slechts eens," antwoordde zy, „maar ik begeer haar niet meer te ontmoeten." „Het is toch vreemd dat eene vrouw als gravin Adelheid Von Hohenstein zich zoo weinig in het publiek vertoont," zeide Eline. „Ach, kind," antwoordde Laura, „het leven van velen levert raadselen op, en ik geloof dat wy er ons het best by zullen bevinden, niet te trachten die op te lossen. Maar zie eens, wie daar aankomt I" „Wat is hy toch een mooi manl" riep Eline uit, toen graaf Kiehl, op een vurig roa gezeten, het slotpark binnenreed. Toen de dames zich haastten hem te gemoet te gaan, wierp hy haar een vriendelyken groet toe. Toen Laura hem do hand toestak om hem welkom te heeten, wendde graaf Kiehl ver legen de oogen af. Hy had haar na het voor gevallene met de bloemen nog niet ontmoet en vreesde hare verontwaardiging over het gebeurde uit haren blik te zullen lezen. Laura was in het eerst by het zien van den graaf een weinig ontsteld, maar kreeg spoedig hare kalmte terug. Toen men aan tafel gezeten was, zeide graaf Kiehl, zich tot Laura wendend: „Mevrouw, de vorst heeft my opgedragen u te vragen of u Zyne Doorluchtigheid het genoegen wilt aandoen, do Kerstdagen op het vorstelyk slot te komen doorbrengen? Wy zullen het Weihnachtsoratorium van Bach uitvoeren; ik heb de tenor-soloparty er van op my genomen 1" Laura zag Von Sehnwitz vragend aan. Deze had niet veel lust om zich naar L. te begeven. De reden, waarom hy den vorst verlaten had, was wellicht bekend en alsdan zou zyne positie verre van aangenaam zyn. Hy durfde echter niet weigeren en zeide: „Lieve, ik heb er niets op togenals gy er lust in hebt, dan zou ik niet weten, waarom wy voor die vriendelyke uitnoodiging zouden bodanken." De tyd, dien Eline en graaf Kiehl op het slot Sehnwitz doorbrachten, ging spoedig voorby, en drie dagen na hun vertrek zouden Laura en Von Sehnwitz naar L. gaan. Laura had een tweeledig doel met hare reis. Vooreerst hoopte zy haren vader gun stiger voor Von Sehnwitz te stemmen en zich daardoor ook met hem te verzoenen, en tevens had zy den stillen wenscb, dat de vorst hunne nu zooveel betere onderlinge vorhouding zou opmerken, en zich alsdan minder terug getrokken tegenover zyn vroegeren gunsteling zou gedragen, (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1