No. 10494.
Donderdag ÏO Mei.
A0. 1894.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
I)jt nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 9 Mei.
Feuilleton.
IN BLOEI GEKNAKT.
LEID
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandeni
Franco per post 1 -
Afzonderlijke Nommers
1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—'6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
■wordt ƒ0.05 berekend.
Aan den gemeenteraad deolen B. en Ws.
mede dat sedert eenigen t(jd is gebleken dat
de Driegatenbrug in den Zylweg in slechten
toestand verkeert en vernieuwing vordert,
terwijl sedert een paar weken reeds de noodige
tijdelijke voorzieningen zyn genomeD, nadat
een paar stijlen waren stuk gevaren.
Door onderscheidene ingezotenen van de
gemeenten Leiderdorp, Warmond en Alkemade,
door wie voortdurend gebruik moet worden
gemaakt van de brug, is dan ook onlangs een
verzoek tot het College van B. en Ws. alhier
geticht, waarbfl wordt medegedeeld dat die
brug in zeer slechten toestand verkeert, zoodat
zjj dringend verbetering behoeft; dat boven
dien de enorme hoogte van die brug het
passeeren daarvan hoogt gevaarlijk maakt,
vooral met geladen hooiwagens, op grond
Waarvan werd verzocht zoo spoedig mogelijk,
liefst vóór den aanstaanden hooibouw, tot
herstel en verlaging van die brug over te gaan.
Door de commissie van fabricage is een plan
tot vernieuwing en verlaging opgemaakt,
waarbij de brug met 0.60 M. wordt verlaagd
en de houten jukken, liggers en leuningen
door ijzeren worden vervangen, zijnde de
kosten geraamd op f 1000.
Met het oog op art. 4 van de Provinciale
Verordening ter voorziening in scheepvaart-
belangen van 21 September 1885 (Provinciaal
Blad No. 60 van dat jaar), waarbij wordt
verboden over of in de wateren, waarop die
Verordening betrekking heeft, nieuwe bruggen
of sluizen to stichten of bestaande te her
stellen of te vernieuwen zonder vergunning
van Gedeputeerde Staten, of in strijd met
de aan de vergunning verbonden voorwaar
den, hebben B. en Ws. van het plan tot
vorniouwing en verlaging van de brug aan de
Gedeputeerde Staten mededeeling gedaan met
verzoek de voreischte vorgunning te willen
verleenen.
In afwachting van eene beschikking op dit
verzoek, achten B. en Ws. het wenschelijk,
vermits de zaak van sposdeischenden aardis,
dat door den gemeenteraad eene beslissing
omtrent de voorgestelde vernieuwing worde
genomen en geven zij mitsdien in overweging
te besluiten dat, behoudens de vergunning
van de Gedeputeerde Staten, tot de voor
gestelde vernieuwing en verlaging van de
Driegatenbrug aan den Zylweg, waarvan de
kosten zyn geraamd op f 1000, zal worden
overgegaan, zullende te zijner tyd een voorstel
tot beschikbaarstelling van de noodige gelden
worden ingediend.
Naar aanleiding van een adres van den
heer S. L. M. Popta, controleur van den Waar
borg der gouden en zilveren werken, te
's-Hertogenbosch, wonende te Vucht, deelen
B. en Ws. mede dat de dochter van adressant
wegens vestiging in de gemeente in Januari
1894 sedert 1 Februari jl. als leerlinge op de
Kweekschool voor onderwjjzors iB toegelaten
en dat door adressant over het tweede kwar
taal, December, Januari en Februari, het volle
schoolgeld is voldaan.
Het komt B. en Ws. voor dat er alzoo
termen bestaan voor eene gunstige beschikking
op het verzoek. Zy geven mitsdien in over
weging aan adressant terugbetaling te ver
leenen van schoolgeld voor zyne dochter,
leerlinge der Kweekschool voor onderwyzers,
over de maanden December 1893 en Januari
1894, tot oen bedrag van f 6.33.
Naar aanleiding van het verzoek van de
wed. D. W. D. Van Teutem Mulió geven
B. en Ws. in overweging aan adressante
wegens vertrek uit de gemeente met 1 Mei
jl. terugbetaling van schoolgeld te verleenen
voor twee kinderen, leerlingen der Jongens
school en Meisjesschool 1ste klasse, over de
maanden Mei en Juni, tot een gezamenlijk
bedrag van vyftien gulden.
Naar aanleiding van een desbetreffend
verzoek van den heer P. G. C. M. Eigeman,
deelen B. en Ws. mede dat de dochter van
adressant in den loop van dozen cursus her-
haaldoiyk voor geruimen tyd de lessen aan de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes heeft ver
zuimd wegens ongesteldheid en op raad van
haren geneesheer met 1 Juni a. s. de school
zal verlaten.
Zy geven mitsdien in overweging aan adres
sant vrystclling of terugbetaling te verleenen
van schoolgeld voor zyne dochter, leerlinge der
Hoogere Burgerschool voor Moisjos, over het
laatste kwartaal van den cursus 1883/94.
Aan den gemeenteraad leggen B. en Ws.
over het verzoek van Dr. W. P. Weebers om
eervol ontslag uit de betrekking van Stads-
Geneeskundige, onder mededeeling dat er,
ovenals by het college van stads genees- en
heelkundigen, ook by hen geen bezwaar bestaat
tegen de inwilliging van het verzoek.
Zy goven derhalve in overweging aan adres
sant op de meest eervolle wyzo ontslag te ver
leenen uit zyne bovengenoemde betrekking,
op grond van den ongunstigen toestand van
zyne gezondheid.
Onder overlegging van de betrekkelyke
stukken geven B. en Ws. den gemeenteraad
in overweging:
lo. aan G. W. Van der Drift vergunning te
verleenen om overeenkomstig aanwyzing en
onder toozicht van rooimeesters, voor het ver
nieuwde pand hoek Morschstraat en Smidssteeg
No. 26 een zerkje te loggen, alsmede een
hardsteenen drempel te leggen voor den in
gang van het bovenhnis in de Smidssteeg,
onder bepaling dat de zerk zal zyn van 75 cM.
breedte met afgeronde hoeken en niet hooger
dan 4 cM. uit do straat te leggen en de hard
steenen drempel moet zyn lang 1.25 M., breed
26 cM. en de hoeken moeten zyn afgerond.
2o. aan M. H. Van Waveren vergunning te
verleenen om overeenkomstig aanwyzing en
onder toezicht van rooimeesters eene stoep te
leggen voor zyn pand aan de Oude Vost No.
171, met het stellen van palen, onder bepaling
dat de rooilyn moet worden gevolgd van het
perceel No. 167, daar naby gelegen, en dat de
bestaande gestrate stoep, die het eigendom
is van de gemeente, voor rekening van adres
sant van gemeentewege zal worden opgebro
ken en weggeruimd.
Door het aan mejuffr. S. M. Prins Tnet
ingang van 1 Juni a. s. verleend eervol ont
slag uit de betrekking van derde onderwyzeres
aan de openbare school der 3de klasse No. 4
is er aan die school eene vacature ontstaan,
ter vervulling waarvan de volgende voordracht
is opgemaakt ter benoeming van eene derde
onderwyzeres, op oene jaarwedde van f 650,
als: lo. mej. M. F. J. De Vries, werkzaam
aan de betrokken school; 2o. mej. C. D. For-
tanior, werkzaam aan de school 4de klasse
No. 2, en 3o. mej. J. A. Kodbard, werkzaam
aan de school 3de klasse No. 1.
Ter vervulling van de vacature, die aan
de school van de 3de klasse No. 1 is ont
staan door de benoeming van den derden
onderwyzer W. A. Kriest tot tweeden onder
wyzer aan die school, is eene voordracht
opgemaakt ter benoeming van een derden
onderwyzer of eene derde onderwyzeres, alslo.
M. W. Karstens, werkzaam aan het instituut
„Wullings", te Voorschoten; 2o. Mej C. D.
Fortanier, tydelyk 3de onderwyzeres aan de
school 4de klasse No. 2, en 3o. Mej. J. A.
Rodbard, adspirant onderwyzeres aan de be
trokken school.
Tevens stellen B. en Ws. voor om by
benoeming van den onder No. 1 der voor
dracht geplaatsten onderwyzer, de jaarwedde
te bepalen op f 600, op grond dat hy reeds
6 jaren aan eene gemeenteschool alhier is
werkzaam geweest, waarvan vyf op eene
bozoldlging van f 600. Met het oog op zyn
leeftyd, de dienstjaren en de geschiktheid is het
billyk, dat hy niet op eene mindere jaarwedde
wordt aangesteld dan die hy vroeger reeds
vyf jaren genoot.
B. en Ws. stellen den gemeenteraad
voor oenige op een overgelogden staat van
af- en overschry ving dor bogrooting voor 1893
voorkomende posten te verhoogen, aangezien
gebleken is dat do door den Raad toegestane
sommen niet toereikende waren voor do be
hoeften. De meerdere uitgaaf ten bodrage van
ƒ858.08 kan ruimschoots gevonden worden
uit het overschot op Volgn. 150 dier begroo
ting „Kosten van verpleging in het Ziekenhuis
der Ryks-Universiteit."
De Commissie van Financiën heeft gesne
bedenkingen tegen de in hare handen gestolde
rekening van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken alhier over het jaar 1893 en advi
seert den Raad die goed te keuren.
Naar aanleiding van de bepaling in art.
1 dor Verordening van 4 December 1884 be
treffende het verleenen van pensioen en wacht-
gold aan gemeente-ambtenaren en -bedienden,
dat by het ontstaan van nieuwe ambten of
betrekkingen op voorstel van Burg. en Weth.
door den Raad wordt beslist of zy al dan
niet op den in gemeld artikel bedoelden staat
zullen worden gebracht, goven B. en Ws. den
gemeenteraad ln overwoging de betrekking
van inspecteur der vee- en vloeschkeuring,
welke by Raadsbesluit van 22 Juni 1893 is
ingesteld, aan dien staat toe te voegen.
Do jaarwedde van den inspecteur bedraagt
f 1600, terwyl de emolumenten ad 5 pet. van
de keurloonen, by de aanstelling zyn geschat
op f 200 per jaar, zoodat, ter voldoening aan
art. 3 der voormelde Verordening, het ge
middeld inkomen kan worden vastgesteld op
f 1800.
De tweede Kunstbeschouwing (van het
in 1894 to houden viertal), is op Woensdag
16 Mei a. s. vastgesteld. (Foyer Stadszaal).
Alsdan zal ter bezichtiging worden gesteld
de portefeuille van mevrouw de wed. Tutein
Nolthenius, te Amsterdam. Voorts verwacht
de commissie een aantal schilderyen uit de
collectie van den heer Bosman, te Rotterdam.
Verder werden nog uitgenoodigd de artisten:
Van Hoytema, Van Daalhoff, Van Konynen-
burg, Willy Martens, Gunneweg, Mej. Van
Wessem, Dysselhoff, Veldheer, Taco Mesdag,
Mevr. Mesdag-v. Calcar, G. J. Bos, Floris
Verster, KamerliDgh Onnes, Nortier, Van Eek
en do boeldhouwer Zyl.
Tot jury-lid voor de afdeeling Tuinbouw
op de wereldtentoonstelling te Antwerpen is
o. a. benoemd onze stadgenoot prof. dr. W.
F. R. Suringar.
De afdeeling letterkunde van de Konink-
ïyke Academie in België heeft tot buiten-
landsch lid benoemd dr. R. Fruin, hoogleeraar
in do geschiodenis te Leiden.
De heer G. J. Van Hemert, predikant
te Maasbommel c. a., heeft voor hot beroep
naar de Ned.-Herv. gemeente te Hoogmade
c. a. bedankt.
Hot onderzoek der verlofgangers van de
gemeente Voorschoten zal plaats hebben op
Donderdag 14 Juni a. s., des voormiddags te
10 uren, te Stompwyk aan den Leidschendam.
Het onderzoek der verlofgangers voor de
gemeento Sassenheim is bepaald op Woensdag
6 Juni a. s., 's middags 12 uren.
By de Dinsdag jl. in het café-Wagonaar,
te Roelof-Arondsveen, plaats gehad hebbende
veikiozing voor twee bostuursleden van den
Veonder- en Ljjkerpolder buiten do bedyking
in de gemeenten Alkomade en Woubrugge zyn
met groote meerderheid van stemmen herkozen
de heeren H. Bakker en N. Kuiper.
Uit do eerstgeopende bus kwamen 150
stemmen op witte briefjes. Uitgebracht waren
op do heeren N. Kuiper (aftredend lid) 137 st.,
J. J. Van der Meer 6 St., C. Heemskerk, L.
Van Lochem, G. Huigsloot en G. Hoogen-
boom, ieder 1 stem.
Do tweede bus (met blauwe briefjes), be-
vattendo eveneons 150 stemmen, leverde de
volgende uitkomst opop de heeren H. Bakker
(aftr. lid) uitgebracht 114 St., G. Huigsloot
26 st., J. Klein, K. Bakker, J. l'Ami, G.
Hoogenboom, J. Ristbroek, J. Van Zaal en
L. Van Lochem, ieder 1 stem.
Blanco 3 stemmen.
Het gemeentebestuur van Alkemade
heeft ter algemeene kennis gebracht, dat op
Maandag 28 Mei 1894, des voormiddags te
9 uren, op het terrein van den ryweg naby
het Raadhuis eeno keuring van paarden voor
den militairen dienst zal plaats hebben, en
dat aldaar op het bepaalde uur uit die gomec-nto
24 paarden moeten aanwezig zyn, zyodo 19
rypaarden en 5 trekpaarden. Uit wyk A één
paard, uit wyk B één paard, uit wyk C drie
paarden, uit wyk D zes paarden, uit wyk E
acht paarden, uit wyk F vyf paarden.
Volgens ingewonnen information by den
districtsveearts, den Rykskeurmeester van
paarden voor den militairen dienst, den heer
J. F. Laméris, kan worden medegedeeld, dat
de verklaring voor eigenaren van paarden,
welke van de keuring zyn vrygesteld wegens
drachttyd, ongesteldheid, enz., moet worden
afgegeven door oen gediplomeerd veearts. Eene
verklaring dus, uitgereikt door een veearts,
die wel is toegelaten, doch niet gediplomeerd,
zal onvoldoende zyn.
Aan de zangvereeniging „Zanglusl", te
Woubrugge, is het verzoek gericht, om mede
werking tot oprichting van een algemoenen
Zangersbond. Het initiatief daartoe is genomen
door de vereenigingen „Zang veredelt", te
Hardingsveld, en „Uitspanning door inspan
ning", te Werkendam.
Tot kerkvoogd der Ned.-Herv. Kerk to
Zoetermeor on Zegwaard is gekozen de heer
J. Sentel, te Zoetormeor.
Burgemeester en wethoudors van Zoeter
meor geven per publicatie kennis dat de aan
gifte der schuttery zal plaats hebben opVry-
dag 18 Mei a. s., ton raadbuize dier gemeente,
des voormiddags tusschen 10 en 12 uren.
Behoudens goedkeuring der huishoudelyke
vergadering weid door het bestuur der
Haagsche werklieden-vereeniging „Ontwik
keling" het initiatief genomen, den hoer
Tak van Poortvliet namens do Noderlandsche
worklieden, een nationaal huldeblyk aan te
bieden, waarvoor de medewerking der werk-
lieden-vereenigingen zal worden ingeroepen.
Volgens de wet op de bedryfsbelasting
wordt de aanslag van hen, die niet in de ver
mogensbelasting zyn aangeslagen, geregeld
door het collego van zetters. Vooral in kloino
gemeenten zullen de meeste ingezetenen het
minder pleizierig vinden dat, ook al is aan
eon ieder, die uit kracht van zyn ambt met
de bedryfsbelasting in aanraking komt, geheim
houding opgelegd, hun beschry vingsbiljet,
waarop o. a. moet voorkomen hoeveel ver
mogen on hoeveel schulden men heoft, in
handen komt van het collego van zetters, dat
uit mede ingezetenen bestaat.
Zy, die zulks willen voorkomen en niet
krachtens art. 12 2 der wet, voor biljet B in
aanmerking komen, kunnen vóór 15 Mei by
den ryksontvanger oen biljot B aanvragou, in
welk geval hun aanslag wordt gerogeld door
oene speciale commissie, wier samenstelling
geregeld is in art. 19 lb en 2, 3 der wet.
Den 24sten Mei a. s. zal hot 25 jaar
geleden zyn, dat de „Louisa-Stichting" te
's Gravonhage door wyien Z. K. H. priris
Frederik op plochtigo wyzo werd geopend.
Benoemd is lot leeraar in de wis- en
natuurkunde aan de H. B.-S. te Dordrecht
(vacature wylen den hoor P. M. V. Van de Rivière)
dr. A. Van Eek, leeraar aan het instituut van
don heer Bouscholte, in Den Haag.
Aan het eindexamen van deH. B S met
5 j. cursus in Friesland wordt deelgonomen
door 8 candidaten uit Sneek en 15 uit
Leeuwarden.
74)
Hy reikte haar de hand en zeide met van
aandoening bevende stem:
„Vaarwel, myn kind; geve God, dat gy
nimmer berouw over uwe keuze zult hebben 1"
Daarop blikte hy haar liefdevol aan en
verliet het vertrek. Laura bleef weenend achter
en de graaf gaf bevel den reiswagen weer
in te spannen en op te laden, daar eene
dringende zaak hem noopte, terstond weder
naar L. terug te koeren.
Hy liet zich voer zyn vertrek door zyn
kamerdienaar by zyn schoonzoon aandienen.
Toen hy diens zitkamer betrad, zeide hy
tot Von Sehnwitz op strengen toon:
„Ik ben verplicht heden weder af te reizen
omstandigheden buiten myn wil noodzaken
my hiertoe. Ik heb u voor myn vertrek niets
anders te zeggen dan dat ik vurig hoop en
bid, dat het door Laura in u gestelde vertrou
wen niet ten tweeden male beschaamd zal
worden."
Het bloed steeg Von Sehnwitz naar de
wangen.
Hy boog het hoofd en zoide ernstig„Vader,
als iemand, die misdaan heeft, vergiffenis
geschonken is door de door hem beleedigde
persoon, dan zou hy toch wel een zeer laag
karakter moeten hebben, wanneer hy de wond,
door hem geslagen, niet trachtte te heelen.
Wanneer die echter telkens door een onhan-
digen heelmeester weder opengescheurd wordt,
dan bestaat er weinig kans, dat hot herstel
ooit volkomen zal zyn."
„Ge wilt met die woorden zeggen, dat ik
die onhandige heelmeester ben, nietwaar?"
zeide de graaf op schamperen toon; „ik zou
liever de hand in eigen boezem steken."
Von Sehnwitz werd schaamrood, maar
zoide niets.
„Ziet ge wel," vervolgde de graaf, „daarop
kunt ge geen antwoord geven; het verheugt
my dat go nog blozen kunt. Een verstokte
zondaar heeft die oigenschap verloren. Ik
kwam hier om Laura met my mede te nemen;
maar zy heeft my ongetroost weggezonden.
Go begrypt dat ik als overwonnene niet in
het huis van den overwinnaar begeer te blijven.
De koets staat gereed om my naar L terug
te voeren. Ik zal in myne plaats graaf Klehl
hier zenden natuuriyk met goedvinden van
den vorst de man heeft behoefte aan ver
andering van lucht; hy ziet er niet best uit
en zyne afreis verklaart tegelykertyd myne
spoedige terugkomst. Ik twyfel niet, of ge
zult den graaf vriendeiyk welkom heeten.
Ge ziet dat ik alles vermyd wat opspraak
zou kunnen verwekken. Hoewel ik my nimmer
gaarne aan eene onbeleefdheid schuldig maak,
zoo zult ge my nu wel willen verontschul
digen om u de hand te reiken."
Daarop maakte graaf Von Stenwerck eene
koele buiging en verliet de kamer.
Eenige oogenblikken daarna reed de koets,
waarin de graaf Von Stenwerck gezeten was,
den weg op naar L.
xxxvn.
Toen Von Sehnwitz dien dag aan den
avondmaaltyd verscheen, bemerkte hy, dat
Laura's oogen rood waren van het weenen.
Hy begreep dat het overhaast vertrek van
haren vader de reden daarvan was.
„Laura," zoide hy; „uw vader iB spoediger
afgereisd dan wy dachten. Zyne tegenwoor
digheid aan het hof scheen dringend vereischt.
In zyne plaats komt waarschjjnlyk morgen
graaf Klehl ons voor eenige dagen bezoeken."
Het spyt my natuuriyk zeer," zeide Laura,
„dat papa zoo spoedig vertrekken moe3t. Ik
had hem zoo gaarne hior gehouden, maar de
vorst scbynt hem niet te kunnen missen."
Laura vond het beter niets van het voor
gevallene met haren vader aan Von Sehnwitz
of Elino Von Schónhausen te doen blyken.
Den volgenden dag wa3 het weder zeer
fraai. Het had des nachts flink gevroren en
de boomen in het park waren met een glin
sterend wit overdekt.
De beide dames wandelden in den Blottuin,
en Laura, die met Eline vertrouweiyk praatte,
wilde deze oogenblikken waarnemen, om bare
vriendin eens omtrent hare verhouding togen-
over graaf Kiehl te polsen.
„Eline," zeide zy, „verheugt ge u niet op
de komst van onzen aanstaanden gast?"
„Ik my verheugen?" antwoordde Eline
droevig. „Hy geeft niets om my, dat is dui-
delyk. Het wil my maar niet uit de gedachte,
dat hy nog steeds Hulda Von HohenBtein's
heengaan betreurt. Die schynt nog altyd op
reis te zyn, want hoewel gravin Adelheid
reeds sedert geruimen tyd op haar slot terug
gekeerd is, heb ik Hulda nooit gezien."
„Ziet gy de gravin wel oens?" zeide Laura.
„Zeer zelden; zooals ge weet, komt zy
byna nooit aan het hof; men zegt dat zy
menschenBchuw is. Hebt gy haar wel eens
gesproken?"
Laura herinnerde zich maar al te goed dien
verschrikkelyken avond, waarop zy do gravin
bezocht had.
„Slechts eens," antwoordde zy, „maar ik
begeer haar niet meer te ontmoeten."
„Het is toch vreemd dat eene vrouw als
gravin Adelheid Von Hohenstein zich zoo
weinig in het publiek vertoont," zeide Eline.
„Ach, kind," antwoordde Laura, „het leven
van velen levert raadselen op, en ik geloof
dat wy er ons het best by zullen bevinden,
niet te trachten die op te lossen. Maar zie
eens, wie daar aankomt I"
„Wat is hy toch een mooi manl" riep
Eline uit, toen graaf Kiehl, op een vurig roa
gezeten, het slotpark binnenreed.
Toen de dames zich haastten hem te gemoet
te gaan, wierp hy haar een vriendelyken
groet toe.
Toen Laura hem do hand toestak om hem
welkom te heeten, wendde graaf Kiehl ver
legen de oogen af. Hy had haar na het voor
gevallene met de bloemen nog niet ontmoet
en vreesde hare verontwaardiging over het
gebeurde uit haren blik te zullen lezen.
Laura was in het eerst by het zien van
den graaf een weinig ontsteld, maar kreeg
spoedig hare kalmte terug. Toen men aan
tafel gezeten was, zeide graaf Kiehl, zich tot
Laura wendend:
„Mevrouw, de vorst heeft my opgedragen
u te vragen of u Zyne Doorluchtigheid het
genoegen wilt aandoen, do Kerstdagen op het
vorstelyk slot te komen doorbrengen? Wy
zullen het Weihnachtsoratorium van Bach
uitvoeren; ik heb de tenor-soloparty er van
op my genomen 1"
Laura zag Von Sehnwitz vragend aan. Deze
had niet veel lust om zich naar L. te begeven.
De reden, waarom hy den vorst verlaten had,
was wellicht bekend en alsdan zou zyne
positie verre van aangenaam zyn. Hy durfde
echter niet weigeren en zeide:
„Lieve, ik heb er niets op togenals gy
er lust in hebt, dan zou ik niet weten, waarom
wy voor die vriendelyke uitnoodiging zouden
bodanken."
De tyd, dien Eline en graaf Kiehl op het
slot Sehnwitz doorbrachten, ging spoedig
voorby, en drie dagen na hun vertrek zouden
Laura en Von Sehnwitz naar L. gaan.
Laura had een tweeledig doel met hare
reis. Vooreerst hoopte zy haren vader gun
stiger voor Von Sehnwitz te stemmen en
zich daardoor ook met hem te verzoenen, en
tevens had zy den stillen wenscb, dat de vorst
hunne nu zooveel betere onderlinge vorhouding
zou opmerken, en zich alsdan minder terug
getrokken tegenover zyn vroegeren gunsteling
zou gedragen,
(Wordt vervolgd.)