No. 10493. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 8 Mei. Feuilleton. IN BLOEI GEKNAKT. Woensdag O Mei. A°. 1894. IDSCH PRIJS DEZER COUR ABT: Yoor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommors0.05. PRUS DER AD VERTEN TIEN Van 1-6 regels f 1.05. Iedore regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor liet incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Mej. J. A Rodbard, alhier, is benoemd tot onderwijzeres aan de school te Vogelenzang. Door dr. D. De Loos, directeur der Hoogere Burgerschool voor jongens alhier en voorzitter van de afdeeling onderwijs der Nederlandsche commissie voor de wereldten toonstelling to Antwerpen, is ten behoeve van deze tentoonstelling eene brochure samen gesteld, waarin hij, op het voetspoor van wijlen den vroegeren inspecteur van het middelbaar onderwijs dr. Steijn Parvé in 1878, een overzicht geeft van den toestand van het middelbaar onderwijs bij ons te lande. Aan den heer Henri Völlmar, te 's-Gra- venhage, is het directeurschap der Leidsche liedertafel #Arion" aangeboden; hij heeft die betrekking aangenomen en zal die reeds deze week aanvaarden. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-York, door middel van het stoomschip „Veendam", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al hier moeten de brieven, enz. uiterlijk Woensdag ochtend om 11.60 bezorgd zijn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. Tot tegenschatters voor de personeele belasting te Warmond zijn benoemd de heeren G. Tegelaar en J. Breuminghoff. Tot tegen schatters derzelfde belasting zijn te Zoetermeer benoemd de heeren L. Zaal en J. Lengkeek aldaar. Te 's-Gravenhage is bericht ontvangen dat te Kleef, alwaar hij tot herstel van ge zondheid vertoefde, is overleden mr. C. baron Van Breugel Douglas, oud-referendaris bij den Raad van State. Kort nadat hy den staatsdienst verlaten had, werd hy in 1885 gekozen tot lid van den gemeenteraad van Den Haag, in welk college zyne voorlichting, vooral betreffende onderwerpen van administratief recht, waarmede zyn vroeger ambt hem byna dagelyks in aanraking bracht, zeer op prys werd gesteld. Baron Van Brougel bedankte voor zyn lidmaatschap reeds den lldenOcto ber 1889 wegens gezondheidsredenen, die hem ook in de volgende jaren beletten voor de openbare zaak werkzaam te zyn. By beschikking van den minister van binnenlandsche zaken van 7 dezer zyn benoemd tot examinatoren voor het in 1894 aan de Ryks-Academie van Beeldende Kunsten te houden examen, bedoeld by art. 11 der wet van 26 Mei 1870, tot regeling van het onder- wys van Rykswege in do Beeldende Kunsten, de heerenjhr. dr. J. Six, hoogleeraar aan de Ryks-Academie van Beeldende Kunsten; H. P. Berlage Nzn., architect; N. Van der Waay, hoogleeraar aan de Ryks-Academie van Beel donde Kunsten; J. Versluys, leeraar aan de Ryksnormaalschool voor teekenonderwyzers; C L. Dake, hoogleeraar aan de Ryks-Academie van Beeldende Kunsten, allen te Amsterdam. De samenstelling van het nieuwe mi nisteri9 moet, naar aan het „Hbl." ten stelligste verzekerd wordt, gereed zyn Men verwacht dat de officiëele besluiten heden zullen ge- teekend worden, zoodat in elk geval op 9 Mei de nieuwe ministers hunne betrekkingen zouden aanvaarden. De Haagsche avondbladen gaven reeds de volgende lyst: Röell, buitenlandsche zaken; Van der Kaay, justitie; Van Houten, binnen landsche zaken; Van der Wyck, marine; Sprenger van Eyk, financiënSchneider, oorlog Van der Sleyden, waterstaat; Bergsma, oud lid van den Raad van Indiè, koloniën. Naar verder medegedeeld wordt, is deze Lijst zeer waarschyniyk, ofschoon men van enkele namen nog niet zeker was. O. a. werd voor koloniën ook de heer J. Van Gennep genoemd. Aanvaarden de heeren Röell en Van der Kaay, zooals waarschyniyk is, de aangeboden portefeuilles, dan moeten nieuwe verkiezingen plaats hebben te Utrecht en te Alkmaar. Art. 96 der Grondwet zegt toch, dat zy, die na hunne verkiezing tot lid der Staten- Generaal een bezoldigd staatsambt, dat zy niet reeds tydens die verkiezing vervulden, aannemen, van rechtswege het lidmaatschap verliezen, maar herkiesbaar zyn. Naar het „Vad." nader verneemt, is mr. C. Pynacker Hordyk door den heer Röell, terstond nadat deze met de Kabinetsformatie was belast, aangezocht om als minister van Binnenlandsche Zaken op te treden. De oud- Gouverneur Generaal heeft echter, zoowel om politieke als particuliere redenen, geweigerd eenige portefeuille te aanvaarden. De minister van binnenlandsche zaken heeft, uit overweging dat mr. W. H. Do Beaufort, verkozen üd der Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict Delft, heeft verklaard zyne benoeming voor dat district niet aan te nemen, en dat derhalve eene nieuwe verkiezing van een lid dier Kamer in dat hoofdkiesdistrict moet plaats hebben, bepaald dat die verkiezing zal geschieden op Vrydag 18 Mei en de her stemming, zoo noodig, op Vrydag 1 Juni a. s. Het hoofdbestuur der Vereeniging voor christeiyk volksonderwfis, bestaande uit vrien den der Ned.-Herv. Kerk, heeft besloten, voortaan door het geheele land jaarlyksche collecte te houden op of omstreeks 25 April, den geboortedag van den grondlegger van onze staatkundige en godsdienstige vryheden, Prms Willem van Oranje. De drie dames, die te Loosdrecht waren gekozen tot leden der schoolcommissie, hebben voor deze opdracht bedankt. De afdeeling van „Volksonderwys" te 's-Gravendeel, opgericht in 1891, is ontbonden. Voor het eindexamen der hoogere burger scholen in Drente hebben zich aangemeld 6 candidaten. De examens zullen te Meppel worden afgenomen. De civiel-ingenieur C. Groll is benoemd tot chef van aanleg der Serajoedal stoom- tramiyn. De heer Groll was laatsteiyk ingenieur by den aanleg der staatsspoor op Java en vertrekt in Juni weder daarheen. Te Deventer werd Zaterdag-avond oy gelegenheid van het 30-jarig bestaan van het „Deventer Mannenkoor" en het 15 jarig be staan van zyne afdeeling „Gemengd Koor" door do leden, onder leiding van den dirigent J. H L. Ryken, regie: de heer Saalborn, regisseur van de Nederlandsche 0p9ra, in de stampvolle schouwburgzaal uitgevoerd de opera „Martha" van F. Von Flotow. De dirigent, de solisten en het koor kweten zich uitstekend van hunne taak en werden by herhaling toe gejuicht. In eene provinciestad als Deventer zal hot wel tot de zeldzaamheden behooren,dat eene opera als deze met eigen krachten wordt uitge voerd. Daar behoort moed voor. Aan allen, die tot de uitvoering hebben medegewerkt, komt een woord van waardeering toe. (A. R.) Naar men verneemt, hebben de heeren jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland en mr. O. baron Van Wa6senaer van Catwyck bedankt voor do candidatuur voor het lid maatschap dor Tweede Kamer in het hoofd kiesdistrict Katwyk, hun van conservatieve zyde aangeboden. Naar de „Delftsche Opmerker" bericht, wor den door den heer J. C. Fabius, te Delft, pogingen gedaan, anti-rev. en liberalen aldaar te winnen voor eene candidatuur van jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland. De heer Fabius noodigt - volgens „Het Vad." daar toe eenige bekende en onbekende geestver wanten en niet geestverwanten tot eenige gezellige avond-byeenkomsten uit. Men herinnert zich, dat de katholieke kiesvere9iliging „Recht en Orde", te Rotter dam, den liberalen candidaat mr. Van Gennep stelde, omdat „staatslieden van naam" hadden verzekerd, dat in dit geval de liberalen in de districten Katwyk en Den Haag de katholieke candidaten zouden steunen Op eene vraag van een der leden, of het dan niet verstandiger ware te wachten tot in genoemde districten de liberale kiesveroenigingen Reekers en Bevers hadden gecandideerd, werd geantwoord dat ook aan die zyde mistrouwen heerschte en daarom de Rotterdamsche katholieken zich eerst moesten uitspreken. Maar inmiddels stelden de liberale kies verenigingen in 's-Gravenhage en Katwyk de heeren Bevers en Reekers nietmaar wel twee liberalen. De R.-K. kiesvereeniging „Door eendracht sterk", te Haarlem, heeft candidaat gesteld jhr. mr. A. P. C. Van Karnebeek. Naar alle waarschynlykheid zullen de Katho lieken te Sneek a. s. Vrydag ook met een eigen candidaat ter stembus verschynenmen spreekt van den heer J. P. H. Bekhuis, lid der Prov. Staten van Friesland. Eene gecombineerde vergadering der kath. kiesvereeniging „Gelyk Recht" en de anti-rev. „De Vrye Fries", waarin mr. Huber candidaat zou zyn gesteld, moet niet hebben plaats gehad. De minister van financiën maakt bekend, dat het saldo van 's Ryks schatkist op den öden dezer bedroeg: by de Nederlandsche Bank 1,392,039.59 en by de betaalmeesters ƒ1,198,332.46, te zamen 2,590,372.06. Iu de Staatscourant van heden zyn nog opgenomen de lysten der hoogstaangeslagenen van Noord-Brabant en Gelderland. Eerstge noemde 339 namen, met een laagsten aanslag van ƒ416.66; Gelderland 341 namen met ƒ672.97 als laagst gezameniyk bedrag. Tot leden van het hoofdbestuur der „Maatschappy tot Nut van het Algemeen" zyn gekozen de heeren P. H. Hugenholtz Jr., te Amsterdam, mr. E. Fokker, te Middelburg, en J. A. Böhringer, te Maastricht, resp. met 621, 609 en 612 stemmen. De minister van binnenlandsche zaken heeft bepaald dat de commissie, in 1893/94 belast met het afnemen van de practische examens van apotheker, vermeld in art. 11 der wet van 25 December 1878, zal zitting houden op Zaterdag 12 Mei a. 8. en volgende dagen te Groningen. In het begin van het jaar 1895 zal wederom, op voordracht van de Koninklyke Academie van Wetenschappen, aan een Neder - landsch plantkundige gelegenheid worden gegeven, om, op kosten van het Buitenzorg fonds, vermeerderd met het daarvoor toege stane Rijkssubsidie volgens de bestaando bepa lingen, gedurende vier maanden te Buitenzorg aan 's Lands Plantentuin te vertoeven voor het doen van botanische onderzoekingen. Hun, die hiervoor ln aanmerking wenschen te komen, wordt verzocht zich vóór 20 Juni 1894 schrifteiyk aan te melden by een der hoogleeraren in de botanie aan de Ryksuni- versiteitendr. W. F. R. Suringar, te Leiden dr. N. W. P. Rauwenhoff, te Utrecht, of dr. J. W. Moll, te Groningen. De luit.-kol. C. A. Prins, commandant van het wapen der koninklyke marechaussee te 's Hertogenbosch, is opgetreden als eere voorzitter van den Nederlandschen Bond van oud ond erofficieren De burggraaf De Beughem de Kouthem, secretaris van legatie 1ste klasse van België te 's-Gravenhage, wiens verplaatsing naar Madrid bereids werd gemeld, is belast met de functièn van gezantscbapsraad aldaar. De heer Edmond Yan Grootsen, secretaris van legatie 2de kl. te 's Gravenhage, wordt in zyn rang tot de late kl. bevorderd en blyft by het Belgische gezantschap aldaar werkzaam. Hr. Ms. jacht „De Valk" heeft op 's Ryks werf te Willemsoord kolen geladen en is in het droge dok aldaar opgenomenook de in ven taris wordt in gereedheid gebracht. Op grond hiervan wordt te Nieuwediep ondersteld dat de Koningin Regentes en ue Koningin eerst daags over dit schip zullen oeschikken om by den proeftocht van Hr. Ms. korvet Wilhelmina" tegenwoordig te zyn. Biykens eon by het departement van marine ontvangen bericht is Hr. Ms. fregat „De Ruyter", onder bevel van den kapitein ter zee F. J. Stokhuyzen, op de terugreis naar Nederland, den 6den dezer te Kaapstad aange komen. Aan boord was alles wèl. Het stoomschip „Amsterdam" arriveerde 6 Mei van Rotterdam te Nieuw York; de „Dubbeldam", van Nieuw York naar Am sterdam, passeerde 7 Mei Wight; de „Maas dam", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 6 Mei Lizard; de „Prinses Wil helmina", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 6 Mei te Southamptonde „Gedé", van Rotterdam naar Java, vertrok 7 Mei van Aden. De gewone audiëntie van den minister van financiën op 10 en die van den minister van marine op 11 dezer zullen niet gehouden worden. - By koninkiyk besluit is jhr. O. Van der Wyck, Oost-Indisch hoofdambtenaar met verlof, laateteiyk eerste secretaris van het gouverne ment van Nederlandsch Indiè, op zyn verzoek, met ingang van 1 Juni a. s., eervol ontheven van de waarneming der betrekking van refe rendaris by het departement van koloniën. Benoemd, met 10 dezer, tot kantonrechter plaatsvervanger in bet kfrnton Wager.in'-en H. J. baron Van Doorn van Wostcapella wonende te Wageningen. Vergund het aannemen van onderscheiding*- teekenen aan: C. L. Dake, te Amsterdam, hoogleeraar aan de Ryks academie van Boel- dende Kunsten, en G. Mu'ler, te Amsteruam, kunstschilder, de versierselen van de konink'yke orde van verdienste van den II. Michael; M. C. Toves, industriëel, en M. C. Braat, oud- gezagvoerder van de maatschappy „Nederland", beiden te Haarlem, de versierselen der orte van hot borstbeeld van den bevryder vaD Venezuela. Gemengd Nieuws. De tegen gisteravond in de groouu zaal van het Nutsgebouw alhier aangekondigde openbare vergadering met debat, waarin als spreker zou optreden mr. F. J. Troelstra, met het onderwerp„De beteekenis van den Meidag, heeft (hoewel niet by gemis aan hoorders) niet plaats gehad. Volgens de „N. R. C." moest do heer T. elders als spreker optreden. Door het gemeentebestuur van Warmond is per publicatie bekend gemaakt, dat a. 8. Vrydag, dos namiddags te 1 uur, op het gemeentehuis aldaar, gelegenheid zal zyn voor kostelooze vaccinatie en re vaccinatie De heer C. C. Mulié, bekend als restaurateur der sporttentoonstelling te Sche- veningen, heeft in het fraaie en gezonde Ubbergen het buitenverbiyf „Beckmansdal" in een „Hötel de la Promenade" (café restaurant) veranderd. Omtrent de aanhouding te 's-Gra venhage gisternacht van drie personen, ver dacht van aanranding van een heer, verneemt men dat twee der gearresteerden behoorden tot de vechtersbazen, die voor veertien dagen de Hobbema8traat in rep en roer brachten en by een tapper alle ruiten stuk wierpen. By hunne arrestatie werd het zilveren horloge, den aangerande toebeboorende, in hun bezit gevonden. Het aandeel van de winst der gistfabriek te Delft, bestemd voor het perso neel, bedraagt over het afgeloopen jaar ruim 18,000, zoodat in verband met het totaal der loomyfers het dividend van den arbeid zal kunnen worden vastgesteld op 9 pet. voor de vyfde klasse, 6'/4 pet. voor de vierde, 4'/2 voor de derde, 33/8 voor de tweede en 2'/4 voor de eerste ..klasse van toewyding. 72) „Laura," zeide Von Sehnwitz op zachten toon, „denkt ge dan werkeiyk, dat ik daarom myn ontslag genomen heb; maar hoe komt ge daartoe?" „Wel, langs een heel natuuriyken weg 1 Ge zult toch niet ontkennen dat ik geeno reden heb aan de waarheid van myne bewering te twyfelen, als ik u zeg, dat Ritter my gister avond geheel andere berichten omtrent den toestand der arbeiders heeft gegeven, dan gy my wellicht wildet doeD gelooven." „Laura," riep Von Sehnwitz wanhopend, „om '8 Hemelswil, spaar myi Ik bezweer u: geloof my toch als ik u verzeker, dat die vrouw niets meer voor my is; dat mfin ontslag aan het hof niet vrywillig door my genomen is, maar dat de vorst het my gegeven heeft. O, Laura, waarlyk, ik wilde niets liever dan het gedane ongedaan maken. O, wat ben ik ongelukkig l" En die forsche man weende als een kind. „Dit alles hadt gy eerder moeten beden ken," zeide Laura koel. „Ik heb u in myne drift den handschoen toegeworpen; gy hebt dien opgenomen; gy hebt u dus over niets te beklagen." Laura stond op, kreeg uit hare secretaire het briefje, dat Von Sehnwitz kort geleden, in antwoord op haar verzoek om tot haar te komen, geschreven had. en hield hem dit voor de ougen. Von Sehnwitz sloeg den bhk beschaamd neder. „Ik geloof dat wy nu niets meer met elkander te bespreken hebben," zeide Laura op yskouden toon, en zonder hem aan te zien, verliet zy het boudoir. De daaropvolgende dagen werden door de beide echtgenooten treurig doorgebracht. Von Sehnwitz liep den geheelen dag door het park, om te trachten rust te vmden voor zyn ontstemd gemoed. Hy gaf bevelen, uie onuitvoerbaar waren, en Ritter wenschte in zyn hart vurig, dat zyn heer op het vorsteiyk paleis gebleven ware, in plaats van op zyn eigen landgoed den boedel in de war te sturen. Laura beproefde afleiding te vinden in het spelen met haar kind, dat nu reeds begon te staan en er gezond en blozend uitzag. Het was op een donkeren Decemberdag en de geheele natuur daarbuiten was somber gestemd. Toen Laura aan het ontbyt gezeten was, werd haar een brief gebracht en met vreugde herkende zy Emma's handschrift. „Lieve Laura l By het lezen van uw brief heb ik my zelve vol verwondering afgevraagd, of die waarlyk door u geschreven is. Is de bas-bleu, die troost voor haar ziele lyden by de dichters der oudheid zoekt, waarlyk de zachtmoedige en bovenal de gods dienstige Laura van voorheen? Ge zoekt leniging voor uwe smart op eene plaats, waar die niet te vinden is. Ik heb noch de „Medea." noch de Antigone" gelezen eene huismoeder heeft wol wat anders te doen ik versta geen enkel woord Grieksch of Latyn; maar als ik iets heb, dat my hindert, dan denk ik aan de woorden van Jezus „Komt allen tot my, die vermoeid en belast zyn; ik zal u ruste geven." En ik vond steeds troost in het gebed. Het deed my innig leed, toen ik bemerkte, dat gy op een dwaalweg verkeert. Hoe, ge meent het wel zonder hulp van Boven te kunnen doen? Weet ge wel wat Schiller hier- vau zegt? „Drei Worte neon' ich euoh, Inhaltschwer. 8io gebi'd vod Mtmd zu Mundo. Docb HtaDimou eie Dicht von aoesen her, Das Uerz car giebt d&vou Kande. Dem MfnechëD iet aller Wert geraubt, Wunn or uioht meer an die drei Worte glaobt: Freiheit, Tugend, Gottl" Tracht zachtmoedig en vergevingsgezind te zyn en bovenal; bidl Ge vindt my misschien preekerig en ver velend, maar, lieve, ik gevoel te groote vriend schap en liefde voor u, om niet naar myn beste weten te trachten u te troosten. Ach, mochten de volgende brieven, die ik van u ontvangen zal, den geest ademen, dien ik getracht heb by u op te wekken I Geloof my Uwe U oprecht liefhebbende Emma." Laura besproeide den brief van hare vriendin met heete tranen. Zy was er by zichzelve geheel van over tuigd, dat, al was Emma misschien minder geleerd dan zy. deze. waar het eene practische leveusbesctiouwmg betrof, vrywei hare leer meesteres kon zyn. Zy gevoelde een pynigend berouw, dat zy haren echtgenoot eenige dagen geleden onge troost weggezonden had. Had zy hem niet ruw en stug den rug toegekeerd? Had zy zich niet hooghartig tegenover haar leed ge steld, in plaats van met zachtmoedige be rusting de grievende smart, baar opgelegd, te dragen? Ach, wanneer haar echtgenoot zyn troost elders zocht, wier schuld was dat? En zy viel op hare knieën, legde het hoofd op eene rustbank en barstte in snikken los. De spreuk: „die tot my komt, zal ik geens zins uitwerpen I" kwam haar in de gedachte, en ai haar trots zonk weg by het stamelen van die woorden. Zy sloeg de oogen ten hemel en bad tot den Vader, die Zyne kinderen, ondanks hunne vele afdwalingen, blyft liefhebben. Toen de tyd voor het middagmaal was aan gebroken, ging Laura met luid kloppend hart naar beneden. Zy vreesde, doen hoopte tevens, dat Von Sehnwitz den door haar gestreden stryd uit haren blik zou lezen, en dit deed haar de oogen verward nederslaan. Toen het middagmaal was afgeloopen en de kleine Adelbert, aan het dessert, door de kindermeid was binnengebracht, verlieten de bedienden de eetzaal. Laura, die met het jong8ke speelde, sloeg toevallig de oogen op naar Von Sehnwitz, toen zy bemerkte dat ook hy een blik vol liefde en bewondering op moeder en kind wierp. Laura bloosde on liet, om bare verlegenheid te verbergen, het jongske staan, terwyi zy het met hare handen steunde. Kraaiend vau pret strekte het de ba.idjes naar zyn vader uit en deze, die ter &luiks een vragenden blik op Laura wierp, werd door haren vriendelyken blik aangemoedigd nader te treden. Toen Von Sehnwitz aarzelend de handjes van zyn zoontje in de zyne groep en die m6t kussen overlaadde, hief het kind zyn boofdjo op en stak de lipjes vooruit, om eerst zijne moeder en vervolgens zyn vader te kussen. Von Sehnwitz, dio nog steeds verwachtte, dat Laura zich met een driftig, minachtend gebaar zou afwenden, bemerkte dat zy integen deel behagen in dit huiseiyk tooneeltje schepte; hy vatte moed, sloeg zyn arm om haar middel en kuste haar. Laura wist niet hoe zy het had. Waar was haar trots, waar haar haat gebleven? Ach, dat alle3 was in het niet verzonken door dien óónen vriendelyken blik. „Zalig zyn de zachtmoedigen," klonk het haar in de ooron, „want zy zullen het aardryk beërven t" En was haar aardryk niet haar man en baar kind? „Laura, lieve Laura 1" stamelde Von Sehn witz, diep bewogen. „Wilt ge my vergeven? Ik heb veel geleden 1" Laura antwoordde niets, maar hare oogen straalden bom liefdevol tegen. Van dien dag af was de verhouding tus- schen de beide echtgonocten weder veel beter en het was Von Sehnwitz te moede alsof hy een nieuw leven begon. (Wordt iervolqd.) DAG-BLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1