MENGELWERK. Burgerlijke Stand. Gemecatenad van Alkemade. Voorzitter: de Burgemeester. Tegen woordig: alle leden. Na opening der vergadering worden de notulen van het verhandelde in de vorige zitting gelezen en met algemeene stemmen goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1. Het verslag van den toestand der ge meente over het jaar 1893, dat door B. en Ws. den Raad wordt aangeboden; daar geen der leden voorlezing hiervan verlangt, zal het op de secretarie ter inzage nedergelegd worden. 2. Proces-verbaal van kasopneming, door B. en "Ws. op 27 April by den gemeente ontvanger gehouden. 3. Dat de wed. Van Leeuwen heeft ver zocht den Raad haren dank te betuigen voor de gratificatie, haar in de laatste vergadering verleend. 4. Dat het plaatsen van ypeboomen van de brug te Oud-Ade tot de Weesbrug is geschied; hiervoor was door P. Van der Meer ingeschre ven voor 0.96 per stuk, onder verplichting «om tot 1 Juli 1896 daarvoor in te staan; aan ^ien persoon is toen de leverantie gegund. *6. Prov. Blad No. 22 dezes jaars, waarbij jiublicatiën zjjn gezonden betreffende den uit- «lag der gehouden hengstenkeuring. 6. Prov. Blad^lo. 24, waarby de beschrijving fier belasting op bedryfs- en andere inkomsten ^s bepaald op 7 Mei. 7. Prov. Blad No. 26 dezes jaars, waarbij )b bepaald dat de beschrijving der personeele belasting op 7 Mei zal aanvangen. 8. Dat óéne vergunning tot verkoop van sterken drank is vervallen, en dat er dus ©og 16 vergunninghouders in de gemeonte !zijn, welke allen het recht voor 1894 reeds hebben voldaan. 9. Dat op Maandag 28 Mei a. 8. alhier eene RiJkspaardenkeuring zal plaats hebben van paarden uit deze gemeente, Rijnsaterwoude, Leimuiden en Ter-Aar. 10. Dat Ged. Staten hebben medegedeeld dat by koninklijk besluit van 2 April 11. is goedgekeurd hun besluit tot vaststelling der jaarwedde van den ontvanger dezer gemeente op 426. 11. Circulaire van de Ned. Protectionistische Landbouwvereeniging, met een afdruk van een aan H. M. de Koningin-Regentes gezonden request om beschermende rechten op granen en meel, met verzoek daaraan adhaesie te betuigen. Daar het verzoek in strijd is met art 8 der aegelwet wordt het op voorstel van B. en Ws. ter zijde gelegd. 12. Dat Ged. Staten hebben teruggezonden het in de vorige vergadering genomen besluit tot nadere regeling der jaarwedden van onder wijzers en onderwijzeressen, waarin zy ook wenschten opgenomen te zien de bepaling, dat de onderwyzers en onderwfizereBsen, die thans op eeno jaarwedde van ƒ600 en f660 in functie zijn, dit salaris blfiven behoudon. Op voorstel van B. en Ws. wordt oenparig goedgevonden het besluit met deze bepaling aan te vullen en het daarna weder ter goed keuring op te zenden. Daarna komt in behandeling: Een adres van de onderwyzers B. Ten Wolde en L. Van der Voet, respect, te Roelof-Arends veen en Oude-Wotering, om verhooging van hunne jaarwedde, en deze te stellen op 600. Daar noch B. en Ws., noch een der leden in deze een voorstel wenschen te doen, stelt de Voorzitter voor hunne jaarwedde met ingang van 1 Jan. 1896 te bepalen op f600, en het in de vorige vergadering genomen besluit zoodanig te wijzigen. De heer Bakker zag liever, dat hun salaris roet ingang van 1 Jan. 1896 telkens na 2 dienstjaren met f 60 werd verhoogd tot ƒ600, welk voorstel, nadat dat van den Voorzitter met 7 tegen 4 stemmen verworpen was, met 8 tegen 3 stemmen werd aangenomen, zullende het vroeger genomen besluit, aldus gewyzigd, aan de goedkeuring van Ged. Staten worden onderworpen. Een adres van den heer J. F. De Ren, hoofd der O. L. school te Oude-Wetering, mede voor, niet namens de andere hoofden van scholen in dezo gemeente, verzoekende hun salaris te stellen op een minimum van f 1000, vergezeld van eeno memorie van toe lichting. Daar het adres strydig is met art. 8 der Grondwet en de memorie van toelichting (eene voorzetting van het adres) met art. 8 der Zegelwet, worden dezo stukken op voorstel van B. en Ws. ter zyde gelegd. Hiervan echter afgescheiden, wordt door den Voorzitter het voorstel ter tafel gebracht om de jaarwedden der schoolhoofden te Oude- en Nieuwe-Wetering, welke thans ieder 800 bo dragen, met ƒ100 te verhoogen, en die der schoolhoofden te Roelof-Arendsveen 960), Rypwetering (ƒ900) en Kaag (f 700) ieder met ƒ60, doch dan hunne instructie aan te vullen met do bepaling, dat zy het schoon houden der schoollokalen zeiven voor hunno rekening moeton nemen, waarvoor andors 25 werd betaald, voor welk bedrag het echter niet gedaan scheen te kunnen worden. Na eenige besprokingen wordt eenparig goed- gevondon het voorstel tot eene volgende ver gadering aan te houden, nadat do Voorzitter het nogmaals in eene goedgunstige overwoging heeft aanbevolen. Eene aanvrage van A. Van Leeuwen om eervol ontslag als brugwachter der Franscho Brug. Op voorstel van B. en Ws. wordt dit hem met algemeene stemmen met ingang van 3 Mei verleend. In diens plaats wordt met algemeene stem men benoemd J. W. Steenvoorde, wegwerker, en besloten het op hot erf staande schuurtje aldaar, hotwelk toebehoorde aan A. v. Leeuwen, over te nemen voor 17, de rest van zyne jaariyksche belooning. Daarna deelt de Voorzitter mede, dat B. en Ws. verschillende opgaven van onderhouds plichtigen van bruggen te Roelofarendsveen ontvangen hebben, hoeveel zy willen bydragen voor de stichting van nieuwe bruggen, wan neer de gemeente de nu bestaande van hen overneemt en hen dus van het onderhoud ontheft. Na langdurige bespreking stelde de Voorzitter namens B. en Ws. voor de twee eerste, nl. by W. Reynders en G. Hoogenboom, af te koopen. De heer A. Los stelt echter voor alle bruggen over te nemen en de af koopsom later te bepalen, waartoe eenparig wordt besloten. De Voorzitter brengt ter tafel eenige door B. en Ws. ontworpen besluiten tot het doen van af- en overschryving op de begrootingen dienst 1893 en 1894, zoomede onvoorziene uitgaven en toevoegingen aan de begrootingen, welke na bespreking met algemeene stemmen worden vastgesteld. Een voorstel van den Voorzitter om een duiker te leggen, welke de wegsloot en de sloot achter het Telegraafgebouw verbindt, wordt met algemeene stemmen verworpen. Daarna niets meer te behandelen zynde en op 's Voorzitters vraag geen der leden verder het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur l Gelieve onderstaande regelen een plaatsje te gunnen in uw blad. Naar aanleiding van het bericht, voorko mende in het „Leidsch Dagblad" No 10487, betreffende de aanbieding van het portret aan den Burgemeester dezer Gemeente, den heer H. D. Terwee, op Vrydag den 27sten April 11. en waarboven vermeld stond „Gemeente raad van Oegstgeest. Buitengewone Vergade ring" en ondertoekend met de initialen „J. v. B.," moet ik u mededeelen, dat van ver schillende zyden wordt gedacht, dat dit bericht is ingezonden door don heer J. Van den Berg, lid van den Gemeenteraad alhier, terwyi an deren het er voor houden, dat de inzender van dat stuk met opzet daaronder heeft gesteld J. v. B. om den oningewyden den indruk te geven, dat het werkeiyk door den heer Van den Berg, aldus door een Raadslid, u ter plaat sing is toegezonden, doch dat de Redactie van uwe courant abusief heeft vorgeten de letter d. te stellen tusschen de letters v. en B. Omtrent de waarheid van dit laatste moet ik my van een oordeel onthoudeD,doch daar ik den heer Van den Berg genoegzaam èn persooniyk èn als lid van den Raad ken, spreek ik hier als myne vaste overtuiging uit, dat de heer J. Van don Berg, die zelfs by die aan bieding niet tegenwoordig was, de inzender van dat stuk niet kan zyn geweest en men dus tegon ZE. geene verdenkingen behoeft te koesteren. De heer Van den Berg heeft my ten ovor- vloede nog gemachtigd u myn gevoelen daar omtrent kenbaar te maken. Met geanticipeerde dankbetuiging, voor de afgestane plaatsruimte, teeken ik hoogachtend UEd. Dienstw. A. Blankestijn, Secretaris van Oegstgeest. Er hoeft botroHendo de ondertoekeniDg geen abnis plaats gehad. De lettere zjjn onder bot etuk goplaatet zooals de kopij dio aangaf. Bed.] Mijnheer de Redacteur 1 Woensdag jl. het „Leidsch Dagblad" lezende, trof myne byzondere aandacht het stukje, voorkomende onder het Gemengd Nieuws, dat men uit Oegstgeest meldde: „In Oegstgeest vindt men rare zaken" be treffende hot niet herbenoemen van den heer H. D. Terwee als voorzitter van den Pesthuis polder, waarop ik my als secretaris van dat poldorbestuur verplicht gevoel zulks tegen te schryven. Ziehier, Mynheer de Redacteur, wat daar van het geval is. De heer H. D. Terwee moest periodiek als voorzitter van dien polder aftreden; door het bestuur is in de vergade ring van Ingolanden, gehouden den 19den April 11., hun, overeenkomstig den gebruike- lyken vorm, een tweetal aangeboden, bestaande uit de heeren H. D. Terwee, aftredend, en L. E. Nieuwenhuizen. Alvorens tot de stemming daarvan over te gaan, is door Ingelanden aan het bostuur ge vraagd, of er ook eene missive van den heer Terwee was ingokomen, waarby Z.Ed. als voorzitter had bedankt, waarop ontkennend moest worden geantwoord, wat echter Inge landen gaarno gewenscht hadden, uitsluitend met het oog op zyn hoogen leeftydwel hadden bestuur en Ingelanden alle achting voor Z.Ed. met het oog op zyn hoogen leef tyd en gryze haren, maar toch moesten zy volmondig bekennen dat Z.Ed. niet meer in do termen valt om tot voorzitter te kunnen worden benoemd, uithoofde Z.Ed. in geene enkele vergadering van 1893/'94 tegenwoordig is geweest. Hierna tot de stemming overgaande, werd van de 63 uitgebrachte geldige stemmen met 30 stemmen gekozen de heer L. E. Nieuwen huizen, terwyi er op den heer H. D. Terwee 27 werden uitgebracht. Ook moet ik tegenspreken dat de heer H. D. Torwoe tot eere-voorzitter is benoemd; wol werd door Ingelanden, alweer met het oog op den hoogen leeftyd van Z.Ed., in dien geest gesproken, maar volstrekt niet daartoe besloten, op grond dat zulks niet in het Algemeen Polder-Reglement wordt aangege ven, en ook dat zulks te belacheiyk zoude zyn. Alleen is het besluit genomen den secretaris op te dragen Z.Ed., uit naam van Bestuur en Ingelanden, den welgemeenden dank per missive te betuigen voor de vele en gewich tige diensten, gedurende eene reeks van jaren dien polder bewezen, wat echter ook door ondergeteekende by missive van den 28sten April 11. is gedaan. Ook schynt steller van het vorig bericht slecht op de hoogte te zyn, daar hy schryft dat de polder ongeveer 70 heotaren groot is; de grootte van dien polder is echter ruim 82 hectaren. En nu ten slotteik ben van meening, en meer anderen met my, dat, als men in eene of andore corporatie benoemd wordt tot lid van het bestuur, en men neemt die benoeming aan, men ook verplicht is het betrekkeiyk ambt of beroep naar behooren waar te nemen. Indien men zulks om de eene of andere reden niet kan, moet men daarvoor be danken. Dit laatste is wel eenigszins het geval met den heer H. D. Terwee, die, wegens hoogen leeftyd en vele ongestoldheden, verhinderd is vergaderingen by te wonen. U, Mynheer de Redacteur, dank zeggende voor de plaatsing dezer regelen, heb ik de eer te zyn: UEd. Dw. Dr. J. v. d. Bey, Secretaris-Penningmeester van den Pesthuispolder. Oegstgeest, 4 Mei 1894. Tentoonstelling te Harlingen. De tentoonstelling van kunstny verheid, voort brengselen van handwerkslieden in Nederland, te Harlingen te houden, zal geopend zyn van 12 tot 21 Mei a. s. De voorwerpen worden opgesteld op de terreinen en in de gebouwen van den schouw burg en de Buiten-sooièteit, welke beide laatste, daar een vaarwater ze van elkander scheidt, voor deze gelegenheid met eene brug worden verbonden. Uit alle provinciën van ons vaderland wor den inzendingen verwacht, terwyi prachtige verzamelingen tot opluistering van het „Mu seum voor Kunstnyverheid" en het „Indisch Museum" te Haarlem zyn toegezegd. Dagelyks zullen er muziek-uit voeringen plaats hebben, terwyi stoomboottochtjes op de Zuiderzee worden georganiseerd en op de terreinen een doorloopend kegelconcours wordt gehouden. lederen avond zullen de terreinen metgas- illuminatie worden verlicht. Daar de entróe slechts 26 ets. per persoon bedraagt en er vele fraaie zoowel als nuttige voorwerpen worden verwacht, twyfelt de com missie niet of deze tentoonstelling zal een druk bezoek ten deel vallen. Gemengd Nieuws. Van Scheveningen is gisteren de eerste schuit, nl. de „Elisabeth", reeder M. De Niet Azn., stuurman D. Pronk, ter haringvi88chery vertrokken. Voor Scheveningen is dit vroeg en eene uitzondering, maar de schuit zal tevons de kolvlsschery uitoefenen. Do haringjagery zal ook dit jaar, naar algemeen verwacht wordt, niet tot stand komen. Een paar bomschuiten, welke gisteren te Scheveningen in het openbaar werden ver kocht, brachten op ƒ860 en ƒ800. Een paar aannemers te Dordrecht kochten eene 12-jarige schuit van den reeder A. De Niet, ten einde deze tot licbterschip te bezigen. De schuit zal naar Dordrecht vervoerd worden. De burgemeester van St. Michiels gestel (Noord-Brabant) maakt bekend dat ten raadhuize aldaar zyn gedeponeerd: 10 zil veren soeplepels; 1 zilveren groote soeplepel (in 2 stukken); 7 zilveren vorken; 2 zilveren theelepeltjes; 1 zilveren suikerstrooier (in 2 stukken). Deze voorwerpen zyn ontdekt door een landbouwer, wonende in gemelde gemeente, die in zyn heideveld, gelegen onder Schyndel, naby de Broekstraat, werkzaam was. Aangezien deze voorwerpen van elkander verschillen, is de mogeiykhoid niet uitgesloten dat zy by verschillende eigenaren ontvreemd zyn en uit vrees voor ontdekking aldaar in den grond zyu gegraven. Namens de ouders verzoekt de commissaris van politie te Amersfoort opspo ring en opzending van den minderjarigen P. Groenhart, 21 jaren, onderwyzer, laatst wo nende ten huize zyner ouders aldaar. Hy is 27 April jl. uit Bussum, waar hy in betrek king was, na ontvangst van eene maand salaris, verdwenen en heeft blykens een brief, uit Utrecht aan zyne ouders gericht, het plan zich van het leven te berooven, indien men pogingen doet hem op te sporen. Hg is ïydendo aan zwaarmoedigheid en eene ongeneeslyke kwaal. De ouders zyn by machte het transport te betalen. In de Nieuwe Kerkstraat te Amsterdam staan thans woningen te huur, waarop staat: „Enkel te huur voor Hollanders en niet voor Russen." Te Martenshoek heeft een jonge werkman zooveel jenever gedronken, dat hy aan de gevolgen is overleden. Het oudste dochtertje van den hoer D., te Gouda, haakto aan het petroleum* toestel, dat in de keuken op de aanrecht- bank stond, zoodat het toestel voor hare voeten viel en zy eensklaps in lichterlaaie stond. Met behulp van dekens eu lakens werden de vlammen gebluscht, doch der kleine zyn ondertusschen nagenoeg de kleeren van 't ïyf gebrand, waardoor natuurlyk zware brandwonden zyn ontstaan. Er is echter alle hoop op behoud. {O. Crt.) Woensdag-middag is uit Haren naar het academisch ziekenhuis te Groningen overgebracht het lyk van H. Bazuin, welk lyk Maandag-morgen in de goot langs de koestallen in de schuur der woning van den overledene moet zyn gevonden, overladen met blauwe plekken. Donderdag is onder geleide van den veld wachter het lyk uit de woning gehaald en in het lykenhuisje op de begraafplaats ge bracht gisteren zou het te Groningen worden onderzocht. Men denkt aan eene mishandeling, waarvan de huisgenooten door de publieke opinie worden beticht. Bazuin en echtgenoote moeten, naar men wil, geen aangenaam huiseiyk leven hebben gehad. By zekeren D. D., te Yenhuized, is, toen zyn vee naar de weide werd gebracht, eene koe plotseling razend geworden; zy overviel haren eigenaar en zou hem hoogst waarscbyniyk belangryke verwonding, zoo niet den dood hebben toegebracht, ware hy niet door toeschietende buren ontzet geworden. Het razende dier is ten slotte met groote inspanning met touwen en kettingen gebonden naar de woning van den slachter gebracht en daar gedood. Tot hiertoe hechtte men in Duit- sche officierenkringen nog geen geloof aan het weerstandsvermogen van Dowe's pantser; men meende dat de patronen, waarmede men op Dowe geschoten had, niet zwaar genoog geladen waren en de kogels dus niet hunne volle snelheid bezaten. Daarom is nu weer eene proefneming ge houden, welke werd bygewoond door twintig officieren van 't ministerie van oorlog, benevens vele andere hooggeplaatste militaire overheden. Dowe wilde het pantser zelf aantrekken, maar kolonel Yon Gössnit liet dit niet toe. Het pantser werd op een blok hout geplaatst, en op tien pas afstands werd er met geweren en patronen van 't leger 14-maal op geschoten. Al de kogels bleven in het pantserstekenen aan de achterzyde kon men niet zien dat het getroffen was. Men spreekt reeds van eene proefneming in tegenwoordigheid des keizers. In een theater te Dresden werd onlangs „Frou-Frou" gegeven. By het laatste bedryf, terwyl alle toeschouwers vol aandacht waren voor de stervende heldin, kwam plot seling een groote, zwarte kater het tooneel oploopen en zette zich dicht by den stoel van Frou-Frou neer. Het publiek barstte in lachen uit en de arme tooneelspeelster was het succes der stervensscène kwyt. Deze kater moet trouwens reed6 vroeger den lust getoond hebben meer op te treden. In „Maria Stuart" is vroeger eens hetzelfde gebeurd; ook toen was het op een zeer belangryk oogenblik, by het groote tooneel in het vierde bedryf, dat de kater zich op het tooneel vertoonde, aandachtig scheen te luisteren naar koningin Elisabeth en ten slotte liefkoozend om Maria Stuart heenliep, wier party hy scheen te kiezen. P U O K. üit het Fransch van Paul Oinist7j. Er was geen provincie-stadje in heel Frank- ryk, waar Puck, de onvergeiykeiyke clown Puck, geene onuitwischbare herinneringen had achtergelaten aan zyne ongeëvenaarde clowns aardigheden. Puck, de lange, de onovertroffen grappenma ker I Hy was tegeiyk griezelig en boertig, een echt staaltje van het Engelsche clowneras. Magerder dan Puck kon onmogeiyk iemand zfin, men zag zQne ribben door het nauwe tri cot steken. En altyd en voor alles was hy klaar, onverschillig welk baantje het was. Als hy niet in den circus was, kon men slechts op de halve belangstelling van het publiek rekenen; met verstrooide blikken volgde het de luchtige, sieriyke passen van in Griek- sche gewaden gestoken danseressen of köek het naar de evoluties van een paar Schotten en een Italiaan. Ja, Puck was de verklaarde gunsteling van het publiek, maar zeker niet van deartisten. „Ieder heeft slechts oogen voor hem en daar om mag ik hem niet ïyden," had de regisseur Alfano eens gezegd, en hiermede had hy, on bewust, uit aller hart gesproken. Het was ontogenzegiyk waar, dat Puck eene manier had om altyd het applaus voor zich te hebben, en menig debuut had zoo, door zyne schuld, een ongunstigen afloop gehad. Maar wat was er aan te doon? Puck was nu eenmaal de lieveling van het publiek, dat grootendeels alleen om hem kwam. En toch brak spoedig de dag aan, waarop Puck voorgoed in eene zwarte melancholie verzonk. Een der artisten, Torelli, had van een Hol- landschen matroos voor een spotprys een groeten orang-outang gekocht, die door zweep slagen werkeiyk tot een buitengewoon be schaafden en schranderen aap was ontwikkeld. Taki, met dien naam had hy hem gedoopt, was een verwonderiyk geleerde aap, nog knap per dan een professor. Maar van den dag der aankomst van Taki begon Puck's geluks- ster te dalen. De lichtzinnige, licht bewogen menigte had nu slechts oogen voor den nieuw aangekomenedat de arme clown hen toch ook zoo d kwyis tranen had doen lachen en al was bet daarom alleön toch ook nog eenig recht had op hunne dankbaarheid, dat waren zy al lang vergeten. Er was geen einde aan de toejuichingen, als Taki verscheen, met een grooten hoed met pluimen op zyn klein apen- hoofd en zyn harig lichaam gehuld in een wyden Engelschen generaalsmantel. Het duur de minstens een uur eer men geheel bedaard was. Puck, de onvergeiykeiyke, de aangebeden Puck, was overwonnen door een aap 1 En alsof dit feit op zichzelf al niet vernederend genoeg was, vervolgde het beest den armen clown, overal, met zyne booze, slimme oogjes. Als hy het kon doen, bracht hy hem eene krab of eene schram toe. Puck spande zyne beste krachten in en riep al zyne behendigheid en al zyne oude kunstjes te hulp, hy was nog magerder dan voorheen. Maar tevergeefs tooide hy zich met zyne: sierlykste clownspakken, bezaaid met zilveren! en gouden loovertjes, tevergeefs nam hy nog' puntiger hoeden boven zyne gele paardenharen' pruik, tevergeefs smeerde hy een halven pot roode en blauwe verf op zyne magere clowns* tronie, alles vergeefscbe pogingen! Men nam nauwelyks notitie van hem. Gekwetst in zyne eer als artist en alamensch, wanhopend over de verloren gunst van het pu bliek, was hy op wraak bedacht. Op een avond, onder de voorstelling, viel hem een machia vellistisch plan in. Het was twee uren in den morgen alles sliep in den circus, toen Puck zachtjes door een achterdeurtje, waarvan hy het slot had geforceerd, binnenkwam. Snel ging hy den springpaarden en den paarden, die in de hoogeie ryschool redeD, voorby. Hunne namen stonden op een bord boven hunne afdeeling. Een der honden liet een onderdrukt gebrom hooren by ziine naderende voetstappen, maar toen hy den clown herkende, met wien hy zoo dikwylfl gewerkt had, begon hy vrooiyk te kwispel staarten. De stalknecht, die de wacht moest houden in den circus, had zich den vorigen avond ean roes gedronken; hy lag nu als een blok op den grond, niet in staat zich te bewegen. Puck stootte hem met den voet aan, om te zien of hy werkeiyk ongevoelig voor alles was; de dronkaard bewoog zich niet. In de nachtelyke duisternis, nauwelyks ver licht door eene slecht brandende lantaarn, tastte Puck zyn weg door de gang, die langs de ge- heole rondte van den circus liep, tot hy by een anderen stal kwam, die met eene geïmpro viseerde deur zoo goed mogeiyk gesloten was om den tocht buiten te sluiten. Daar had men den aap opgesloten, na eerst onnoemiyke voorzorgen genomen te hebben. Daar zat dus de mededinger van Puck in zyne reusachtige kooihet hok was verwarmd door de pyp van de calorifèro, die er dwars door heen gelegd was. De aap sliep ook en maakte hetzelfde snur kend geluid van eon mensch; zyn eene hand omklemde de tralies der kooi. Puck sloop naderby en hield den adem in. Niettegenstaande de halve duisternis, die in het hok heerschte, kon men iets in zyne hand zien schitterenhet stalen lemmet van een laDg mes. De orang-oetang zat half van Puck afge keerd; deze had dus den arm maar op te hef fen en dan was het voor goed gedaan met het hatelyke dier. Puck was vastbesloten Taki te vermoorden. Op het oogenblik dat hy wilde stooten, be woog de aap zich in den slaap; het dier liet den kop op zyne borst zinken. Er was dus nie mand in don circus dan Puck, die waakte in dien kouden, mistigen nacht. Hy trad een stap achteruit. „Zoo, ben ik nog een lafaard geworden ook?" vroeg hy zichzelf op luiden toon af. „Zou ik hem verwonden terwyl hy zich niet verdedigen kan? Neen, laten wy eeriyksamen stryden: dan sterft één van tweeën ten minste nog als een artist." Hy gaf het beest een lichten prik met zyn mes. Taki ontwaakte verschrikt; dreigend zag hy om zich heen. Puck ging voort hem eenigeü tyd te sarren; de woede van den aap was verschrikkeiyk om aan te zien. Nadat de clown zyn mes weg geworpen had, opende hy de kooi. Taki kwam als een volleerde kampioen in het strydperk, langzaam, het hoofd beneden waarts, zich met de handen steunend om op de achterpooten te kunnen loopen. Plotseling echter richtte hy zich op en sloot den clown in zyne onmetelyke armen. Maar deze had op zoo'n aanval gerekend. Naar de regelen dar kunst begon hy mot hem te worstelen, de slagen van den aap ontwykend, dock van geeu enkel voordeel party trekkend. Puck was sterk, maar de kracht van den aap was overweldi gend. Hy voelde zyne beenderen kraken onder de aanraking van het monster, maar hy hield zich staande. Het was eene grootsche worsteling. Toch begonnen de krachten van den clown te ver? minderen; hy gevoelde dat hy nog eene ge duchte poging kon wagen met al zyne kracht lichtte hy zich op om zoodoende den aap van zich af te werpen. Begreep Taki dat dit oogen blik beslissend was? Eensklaps greep hy den clown by de voeten en terwyl hy hem als een veertje om deed draaien, brak hy hem de ruggegraat tusschen de geweldige handen. „Verrader!" schreeuwde Puck in zyne laatste stuiptrekkingen En zoo stierf Puck, de lange, on ver gelijke* ïyke Puck HILLEGOil. Bevallen: C. Dc Gr£?ff gcb Ruigrok D. W. p. Stevens geb. Fortuijn P. J. Jansen geb. Ra:-man Z. A. Walkers geb. ;/cen Z. Overleden: CorneliB "Van der Voort 36 j. (te LeideD). Ondertrouwd: Tb. Van L:erop on W. Zwartjcns, beiden te Billegom. VOORSCHOTEN. Ondertrouwd: Jacob Y*4 Haaeter en Marytjo Tenser. Getrouwd: H. J. Elekamp 29 J. en W. S.Yey* meulen 21 j. H. Eadc 26 j. en L. Van Rijn 25 J. Geboren: Theodorua Wilhelmus, Z. van B. M. Ooreohot en J. O. Dobte van PorgeD. TheodcruSj Z. van L. J. Hoog weg on M. Euijnenburg. Overledjin^ EUe^belb Laats 90 j crgejij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2