N°. 10480. Zaterdag 5 Mei. A0. 1894 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. m BLOEI GEKfVASCT. LEID DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post1.40. Afïondorlpke 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTEN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17j. Grooter» letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 4 Mei. Eene vergadering is gehouden van de Vrijzinnige Kiesvereeniging alhier, waarin aller eerst de plaatsen moesten worden ingevuld van drie leden van het bestuur, die gemeend hadden met de beslissing der vergadering om trent den te stellen candidaat voor de Tweede Kamer niet meer in het bestuur zitting te kunnen blijven nemen. Daartoe werden ver kozen de heerenA. Parmentier, mr. De Vries van Heyst, dr. A. W. Kroon. Tot voorzitter werd gekozen de heer S. C. Van Doesburgh. Tot candidaten voor het lidmaatschap van den gemeenteraad werden gekozen de heeren dr. E. F. Van Dissel en dr. A. W. Kroon. Door de anti-revolutionnaire kiesvereeni ging „Nederland en Oranje" wordt voor de vacature-Van der Breggen candidaat gesteld het oud-raadslid de heer J. H. Donner. De Staatscourant van 8/4 dezer bevat de statuten van de handelsbedienden vereeniging „Kennis is Macht", te Leiden. Tot voorzitter van het polderbestuur van den Barren- en Oud Groenendykschen-polder, onder Zoeterwoude en Hazerswoude, is met algemeene stemmen herkozen de heer N. Kaptein N.zn. Meer dan 30 jaren heeft hij reeds die betrekking bekleed, na te voren onder scheidene jaren lid van genoemd polderbestuur fce z\jn geweest. Bijna eene halve eeuw heeft hij krachtig gewerkt aan de belangen des polders en steeds getracht den molen in een zoo volmaakt mogeiyken toestand te brengen. Hoewel 82 jaren oud zijnde, geniet hij eene goede gezondheid en toont hy nog een ijver voor de behartiging der polderbelangen, die een jonge voorzitter niet zou kunnen verbeteren. Tot gecommiteerden in het bestuur van genoemden polder zijn herkozen de heeren C. Kokshoorn en A. De Heer en gekozen de heer D. Hoogeveen in de plaats van wijlen den heer C. Verdegaal en de heer J. Coppert in de plaats van den heer P. Hoogeveen, die ten vorigen jare is benoemd tot lid des bestuurs. Te Alfen is als candidaat voor de op Dinsdag a. s. te houden verkiezing voor een lid van den gemeenteraad door de katholieke kiesvereeniging de heer Fr. Bulk gesteld, door de anti revolutionnaire kiesvereeniging de heer W. Los. Gereformeerde Kerk. Beroepen is te Zeist ds. A. G. Honig, te Oudshoorn. Tot tegenschatters der belasting op het personeel in de gemeente Zegwaard zijn be noemd de heeren D. Leeuwenburgh en G. Groeneweg, beiden wonende aldaar. Burgemeester en Weihouders van Zeg waard geven per publicatie kennis dat de aangifte der Schutter^ zal plaats hebben op Vrijdag den 18don Mei a. s., ten Raadhuizo dier gemeente, des namiddags tusschen 4 en 6 uren. Z. D. H. de bisschop van Haarlem heeft benoemdtot kapelaan te Oudorp den weleerw. heer N. Louridtz; tot kapelaan te Castricum den weleerw. heer S. C. M. J. J. B. Moou»; tot kapelaan te 's-Gravenhage den weleerw. heer B. P. Aalberse; tot kapelaan te Noordwijker hout den weleerw. heer J. Opmeer; tot kape laans van de H Antoniu8 van Padua kerk te Amsterdam de weleerw. paters C. J. W. A. De Wildt en F. M. Megens; tot kapelaan te Delft (H. Jozef) den weleerw. pater L. G. Le Roux; tot kapelaan te Gouda (H. Jozef) den weleerw. pater J. G. De Lange, Geiyk reeds gemeld is, heeft de heer De Beaufort de benoeming voor Utrecht niet aangenomen. Hy zal dus zitting nemen voor Amsterdam. Daar heeft derhalve geene nieuwe verkiezing plaats. Er is ernstig sprake van, zegt „De Tyd," te Utrecht, na het bedanken van mr. W. H. De Beaufort, candidaat voor de Tweede Kamer te stellen mr. R. baron Melvil van Lynden, lid der Eerste Kamer voor Utrecht en lid van den gemeenteraad van Utrecht. Mr. J. Röell, tot lid der Tweede Kamer gekozen te Utrecht en te Haarlem, opteert voor Utrecht. Van de zyde dergenen, die 10 April mr. Röell aanbevalen, zal thans worden gecandideerd het oud-Kamerlid, de oud-minis ter Van Karnebeek. In eene huishoudelyke vergadering van leden der liberale kiesvereeniging „De Grond wet", te 's Gravenhage, zyn als voorloopige candidaten voor de vervulling van do vacature in de Tweede Kamer, op de candidatenlyst gebracht de heeren: E B. Kielstra, mr. A. J. W. Van Royen, G. C. R. Hoetink, mr. J. G. S. Bevers en J. M. Pynacker Hordyk. De katholieke kiesvereen ging te 's-Graven hage heeft mr. Bevers eenparig candidaat ge steld voor de Tweede Kamer. Het bericht, dat dr. Nieuwenhuizen Kru- seman ontslag zou gevraagd hebben uit zyne betrekking als directeur der H. B.-S.teGorkum, wordt voorbarig genoemd. De te Arasterdam tot arts bevorderde cand. arts S. Visser is bestemd voor officier van gez. 2de kl. by het O.-I. leger. De minister van w., h. en n. brengt onder de aandacht van belanghebbenden, dat ingevolge het bepaalde by koninklyk besluit van 20 April 1894 den 23sten Mei a. s. in werking treedt de wet van 30 December 1893, houdende bepalingen ter uitvoering van de op 16 November 1887 te 's-Gravenhage ge sloten internationale overeenkomst, strekkende tot het tegengaan der misbruiken, welke voort vloeien uit den verkoop van sterkeü drank onder de visschers op de Noordzee, buiten de territoriale wateren, goedgekeurd by de wet van 7 Aug. 1888, en tot het tegengaan van soortgelyke misbruiken in de territoriale wateren des Ryks, en dat mitsdien eigenaars, boekhouders of gebruikers van schepen, ge bezigd wordende om aan de visschers op de Noordzee proviand en andere tot hun gebruik dienende voorwerpen, met uitzondering van sterke dranken, te verknopen, voorzien moeten zyn van eene tot het dryven van dien handel afgegeven akte van vergunning, naar het daarvoor door genoemden minister vastgestelde model. Tot het verkrygen van zoodanige vergun ning hebben belanghebbenden zich te wenden tot den burgemeester der plaats, waar het schip tehuis behoort. (Sts.-Ct.) Dengenen, die binnen het in art. 2, alinea 1, van het koninklyk besluit van 12 Febr. 1879 daarvoor aangewezen eerste tydvak (zes weken in de eerste acht maanden) dezes jaars, voor de faculteit van wis- en natuurkunde aan de Ryks-universiteit te Utrecht, het eerste natuur kundig examen of theoretisch apothekers examen, vermeld in artt. 4 en 13 der wet van 25 Dec. 1878, wenschen af te leggen, wordt verzocht zich daartoe vóór of op den 12den Mei a. s. schriftelyk aan te melden by den voorzitter der faculteit prof. E. Mulder. Dag en uur van het examen zullen den belangheb benden nader worden medegedeeld. (Sts. Ct.) Uit Antwerpen meldt men dat de koning van Belgiö na de opening der tentoonstelling ook de Nederlandsche afdeeling zal bezoeken. Van deze is op dit oogenblik het meest gereed aan de andere afdeelingen ontbreekt nog veel. Het stoomschip „Bromo", van Batavia naar Rotterdam, passeerde 2 Mei Dover; do „Gedé", van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 1 Mei te Port Said; de „Kanzier", van Oost- Afrika naar Vlissingen en Hamburg, arriveerde 30 April te Marseille; de „Maasdam" arriveerde 2 Mei van Nieuw-York te Rotterdam; de „Prins Alexander" vertrok 2 Mei van Batavia naar Amsterdam; de „Prinses Amalia" arri veerde 2 Mei van Amsterdam te Batavia; de „Reichstag" arriveerde 30 April van Hamburg en Amsterdam te Tanga; de „Soorabaia", van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 1 Mei te Suez; de „Soembing", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 1 Mei van Southampton; de „Oodam", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 3 Mei Wight; de „Prinses Marie", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 3 Mei van Genua; de „Schiedam", van Nieuw-York naar Amsterdam, passeerde 3 Mei Lizard; de „Kaiser", van Hamburg en Amsterdam naar Oost Afrika, passeerde 1 Mei Ouessant. By koninklyk besluit is benoemd tot rechter in de arrondissements rechtbank te Arasterdam mr. Tb. J. Hoppe, thans rechter in de arrondissements-rechtbank te Rotterdam. Benoemd tot notaris binnen hetarr. Leeuwar den, ter standplaats Leeuwarden, A. Andringa, candidaat-notaris aldaar. Met ingang van 1 Juni a. s., benoemd tot directeur van het Ryksopvoedingsgesticht voor jongens „Veldzicht", te Avereest, J. N. Van Eek, thans hoofdonderwyzer aan do Pupillen school te Nieuwersluis. Benoemd tot adjunct-opzichter van den Rgkswaterstaat W. L. Binnendyk, R. De Boer van der Ley, W. J. L. Chevalier. A. Coerengel, H Dalebout, F. J. Dootjes, O. A. Van Druten, D. Duif, C. J. Durieux, W. P. Eskes, J. J. Fourdraine, B. Gelsing, B. J. Gorter, J. v. d. Haar, J. F. Helmers, J. Hubregtse, M. J. Joosten, F. De Kluiver Jz., F. W. KollöfFel, J. P. Laernoe8, G. C. Lodder, J. Lokker Mz., J. Lokker Jzn. jr., M. Mulder, M. TeNuyl,J. G. Reynders, Th. Reymers, J. De Ringh, H. Slegtkamp, P. Smits Az., J. D. Staal, J. B. Theuns, J. Van der Velde, J. Van Vemde, A. Versteeg, J. H. De Vries, F. A. De Weger, F. Westhoeve, H. J. Willems en M. Willems. Pensioen verleend aanG. Schmidt, commies l6te kl. by 'sRyks bel., ƒ611; J. Renken, verificateur 2de cat. by id., 926; F. A. Kusters, commies 2de kl. by id., ƒ851; W. Hendrikse, commies lste kl., ƒ616 's jaars. De assistentbode by het departement van koloniën C. Van Ziel benoemd tot bode by gemeld departement. Nogmaals de verkiezing te Eist. Uit Eist wordt geschreven dat de voor zitter van het stombureau der herstemming op 24 April een proces-verbaal van de stem opneming heeft toegezonden aan de beide candidaten, de heeren De Meester en Van Basten Batenburg, om door dezen aan de Tweede Kamer te worden ingezonden als ge loofsbrief Een afschrift werd aan „De Tyd" toegezonden van het proces verbaal, dat ge- teekend is: G. W. Van der Feltz, voorzitter, A. Cortemen en G. A. C. Erdkamp, stem- opnemers. Er is niet in vermeld, dat de heer De Moester zou zyn te beschouwen als gekozen, daar hy de oudste in jaren is. Beide candi daten zullen zich dus waarschyniyk by de Kamer laten aandienen, en deze zal moeten uitmaken wie als de gekozene is te be schouwen. Verder schryft men naar aanleiding hiervan aan „De Tyd": „Uit dit proces-verbaal biykt dat de getallen eenigszins anders zyn dan in de nieuwsbladen staat aangegeven en ook door de by de opening aanwezige kiezers is opgeteekend.Het vreemdste is echter, dat er twee biljetten op den loop zyn. Leest men toch den uitslag, dan zyn er 2724 geldigo stemmen uitgebracht, waarvan Van Basten Batenburg er 1361 en De Meester ook 1361 verkreeg; dit is te zamen 2722. Waar zyn nu de andere twee? „Er staat o. a. in het proces-verbaal dat de biljetten door den voorzitter zyn geopend; dit geschiedde door den gemeentebode Janssen. Er werd eerst opgegeven, dat er 2777 biljetten waren, terwyl later werd gezegd, dat er maar 2776 waren; het andere biljet was maar een stukje papier geweest. Iu het proces-verbaal staat, dat er 53 biljetten van onwaarde zyn geweest, gezegd werd 54. In het proces-ver baal staat, dat beide candidaten zyn gekozen, de voorzitter van het stembureau proclameerde De Meester voor gekozen, enz." Gemengd Nieuws. Vy f en twintig jaren geledon werd in ons blad als eene zeldzaamheid mel ding gemaakt van een drievoudig jubiló, t.w. van eene gouden, zilveren en groene bruiloft in één zelfde geslacht, in betzelfde huis en op denzolfden datum. De geburen vlagden toen. Heden is ook weer in de sedert verrezen Van der-Tas-straat buiten de Morschpoort do vaderland8che driekleur ontplooid, want het groene echtpaar van toen is nu een zilveren en hot zilveren van toon is nu een gouden geworden. Vóór 25 jaren vierden de ouders van het thans gouden echtpaar ook hunne 50-jarige echtvereeniging. Het huidige gouden echtpaar is Johannes Christiaan Van der Tas en Louiza Margaretha Catharina Taverne, en het zilveren Gustaaf Johan Cornelia De Vries en Catharina Louiza Van der Tas. De receptie voor beide geachte, bekende familiën zal plaats hebben in de woning Oude Singel No. 196. Zeer zeker zal ieder met ons hun nog veel geluk en gezondheid op hun verderen levens weg toewenschen. Woensdag-avond om negen uren struikelde op de Hooigracht een man, die in beschonken toestand verkeerde, over een stoep en kwam met hoofd en armen op een hek terecht, waardoor hy een arm brak en aan het hoofd gewond werd. Op een wagen werd hy naar het academisch ziekenhuis vervoerd. In den nacht van Zondag op Maandag zyn van de spoorwegbrug aan „De Vink," onder de gemeente Oegstgeest, ten nadeele der Hollandsche IJzeren Spoorweg- Maatschappy, ontvreemd vier geelkoperen oliepotten. De politie doet onderzoek. In den nacht van Dinsdag op Woensdag reed oen tweetal rytuigen met bruiloftsgasten langs de Zyi huiswaarts naar Alkemade. Toen het voorste rytuig (eene tilbury) midden op de zoogenaamde Driegaten- brug was, schrikte het paard en liep achteruit, zoodat de rossinant van het volgende rytuig met de tilbury in botsing kwam, waardoor ook deze schrikte, plotseling oen sprong zy- waarts nam en met rytuig en passagiers in de Zyi terechtkwam. Door den zwaren val schynt gelukkig het tuig gebroken te zyn, waardoor het paard onmiddeliyk vry geraakte en aan land zwom. De inzittenden, de heeren N. Rodewyk en J. v. d. Meer met hunne echtgenooten, konden zich gelukkig ledden, terwyl het rytuig dicht by den wal gedeelteiyk boven water, hoewel omgekanteld, was biy ven uitsteken. Met een nat pak, eenige bulten en schrammen, benevens den gewonen schrik, kwamen zy tot ieders verwondering vry. Het rytuig had evenwel zware avery geleden. Donderdag d. a. v. trof naby Oude-Wetering een zelfde ongeluk den burgemeester van Alkemade, twee zyner kinderen, dr. Nuyens van Langeraar, en diens dochter, die allen in een rytuig van den voerman Marinkelle ge zeten waren. Het paard, schrikkende voor eene aan eene stoep werkende vrouw, sprong in de sloot langs den weg. Allen wisten, by ge staan door een paar buren, gelukkig ook spoedig op het droge to komen. Dit ongoval had ovoneens een allertreurigsten afloop kunnen hebben. De wegen zyn in Holland gevaariykVooral mot schrikachtige paarden. Door de rechtbank te Haarlem werden op 22 Februari jl. Josephus Benedictus Antonius Fens en Wynand Vrouwenfelder, beiden te 's Gravenhage wonende, wegens diefstal, gepleegd te Bloomendaal ten nadeele van den heer P. N. Byvoet, veroordeeld reep. tot gevangenisstraf van drie jaar en twee jaar en zes maanden. De veroordeelden zyn in hooger beroep gekomen, maar het ge rechtshof te Amsterdam heeft thans het vonnis bevestigd. De gisteren te Halfweg gehouden moeting werd door ongeveer 600 personen bygo- 65) Ik kan u onmogelijk den brief in zfjn ge heel mededeelen; het z\J u genoeg te ver nemen, dat die mfj overtuigde ach, ik kan haaat niet verder schrijven; de tranen biggelen mij langs do wangen van Ludwigs ontrouw. Hjj werd door Hulda deze ie zijne ver leidster ontboden, om baar te bezoeken, want, zij heeft een dierbaar paudl Emma. begrUpt ge wat ik gevoelde bi) bet lezen van die woorden? Waarom ben ik niet van schrik verstijfd of bezwijmd om niet weder te ontwaken? Ge begrijpt dat Von Sehnwitz mij, nu Ik ioo iets van hem weet, ten eeneDmale onver schillig is geworden. Onverschillig! Ja, dat meende ik ten minste; maar, toen ik heden morgen in mUne caeeotte naar een brief wilde koeken en ik een gedicht vond, dat Ludwig mij in gelukkiger tijd gezonden had, getiteld „Die Entzückung an Laura", van Sohiller, en ik de volgende woorden lae: „Laura, über dieae Welt zu flüohten Walm' ich mich in HimmelmaieDglanz zu lichten, Wenn dein Bliek, in meine Blicko etimmt; Aethc-rlüfce tr&om' ich einzueaugen, Wenn meiD Bild in deiner esüften Augen Bimmelblauen Spiegel schwlmmt. Loïorklang aue Paradieacs Fernen, fiarfenaohwung &ue angenc-hmen Sternen Ban' ich in metn trunknea Ohr za zieho; Meine Muae fühlt dio Sch&ferêtnude, Woon von deinom wolluutheiezen Munde Silbortöne ungern fliehu. Amorotten ssh' ioh Flügel echwingen, Hinter dir die trnnknen Ficliton epringen Wie von Orpheaa' Saiteuruf belobt; Baecher rollen urn mich ber die Pole, Woon im Wirbeltanze deiDe Sohlo Flüebtig, wie die Welle, echwebt. Deine Blicke wenn ele Liebe l&obeln Könnten Leben darch den Marmor faoheln Felaenadern Pnlee leihn; Traurao werden nm mich her zu Weeen, Eann ich nur in deinen Augen leac-n: Laura, Laura, meint" Ach, Emma, toen voelde ik maar al te goed, dat ik hem, ondanks alles, nog bem n. Al die dagen van voorheen kan ik niet vergeten. Ik herinner my dien morgen, toen ik, in het vorsteiyk park onder een grooten treuresch zittende, aan hem dacht. Opeens boorde ik een geritsel achter my en omziende, bemerkte ik dat Ludwig my bespiedde. Hy trad op my toe, sloeg zyce armen om myn hals en fluisterde my woorden toe vol liefde en zalig heid. Hy had in de hand een ro lef je papier, omwonden met een rose zyden lint, en toen by my dit overreikte, las ik, na het geopend le hebben, het hierboven vermelde gedicht. Ach, lieve Emma, toeD dacht ik weinig dat datzelfde papier door my met tranen besproeid zou wordentranen van smart over de ontrouw van den scbryver dier regelen l Ik heb my laten bedriegen I Maar, het zal niet weder gebeurenneen en nogmaals neen l Myn vader heeft my den weg, dien ik te gaan heb, aangewezen. Hy acht my te zwaar beleedigd, om eenige verzuouende gedachte te koesteren. Ik zal Ludwig steeds met min achting blyven behandelen en ik gevoel my sterk genoog om dit te doen. Maar, Emma, om het vol te houden, moet ik steeds zyn blik trachten te vermyden, want, ach, als die zwarte oogen my zoo treurig en berouw vol aaDzien, dan mis ik dikwyis de kracht om myn geDomen besluit getrouw te blyven. Maar ik wil niot zwak zyn. Ik zal hem toonen dat Ik ook zonder hem kan leven. Weet ge wel dat Voltaire gezegd heeft: „La grandeur d'un Batave est de vivro sans maïfre?' Welnu, ik ben door myne opvoeding in Holland immers zoowat half eene Bataaf- sche; en ik ben ook te trotsch, om my onder bet juk van een onwaardigen meester te kioaanen. „Vivre sans mai-re!" Ziedaar myn devies 1 Ge zult my vragen, waarom Ik geene scheiding aanvraag? Ja, lieve, dat zou ik gaarne willen, wanneer er geen stamhouder was, maar nu Adelbert en wellicht nog een jong6ke den naam van Von Sehnwitz zullen dragen, wyst het in beoefening brengen van het woord „noblesse oblige" my den weg, dien ik te gaan heb." En zoo kunt ge u mij voorstellen, levende van den eenen dag op den anderen, doende wat myne hand vindt om te doen, zonder eene enkele illusie voor de toekomst, ten minste wat myn huweiyksgeluk aangaat. O, Emma, het is wel slecht van my, maar er zyn oogenblikken, dat het my is alsof ik den kleinen Adelbert miüder liefheb, nu ik weet dat zyn vader een slechtaard is. Wie had gedacht, dat ik, de gevierde en gelukkige Laura, u ooit zulk een diep treu- rigen brief zou schryvenl Maar, ik zal my wel boven het noodlot weten to verheffen I De bedienden weten, geloof ik, van niets. O, ik heb het al zoo ver gebracht in de kunst van veinzen 1 „Ce que femme veut, femme peut"; de waarheid van die woorden zal ik bowyzeD. Ik zie met verachting neer op al do nietige aardwormen, die hun levensgeluk in het be vredigen hunner zinneiyke lusten zoeken. Ik acht my verre boven dezulken verheven I Lieve Emma, schryf my eens spoedig; ge loof my, een brief van u is my altyd welkom. Wees gegroet van Uwe U liefhebbende Laura." XXX r. Von Sehnwitz had een alleronaangenaam- ston dag doorgebracht. Tevergeefs had by getracht die vreeseiyke verwyton in zyn binnenste te smoren. Steeds zag hy het bleeke gelaat van Hulda voor zich en hoorde hy hare verwytonde stom. Wat zou de toekomst voor bem opleveren? Hy trachtte dien dag, door steeds in de nabyheid van Laura's vertrekken te blyven, haar te spreken te krygen, maar dit ge beurde niet. Toen hot avond geworden was, kon hy het niet langer verdragon. Hy zond zyn kamer dienaar naar Laura, met de boodschap of zy hem ontvangen kon; nu was zy verplicht hem eenig antwoord toe te zenden. „Mevrouw heeft migraine en kan Uwe Hoogheid niet ontvangen," was het antwoord. Den volgenden dag ging het eveneens. Als Von Sehnwitz toegang tot Laura's vertrekken zocht te verkrygen, dan ontving Gretchen hem steeds met de verontschuldiging, dat mevrouw zich onwel gevoelde, doch goen dokter begeerde. Wanneer hy zyn zoontje wilde zien, ging hy naar do kinderkamer, maar hy verliet deze spoedig, on liep dan het grootste gedeelte van den dag door het park, met wanhoop in het hart. Zoo gingen eenige dagen voorby. Von Sehn witz werd op hot laatst moedeloos onder Laura's hardheid. Hy twyfolde er aan of ei ooit een tyd voor hom zou komen, dat zyn misstap hem door haar kwytgeacholden zou worden, on hoopte niets meer van de toekomst. Terwyl hy in doffe wanhoop op oen avond door de donkorste lanen van het park wan delde, en zonder er op te letten aan den zoom van het bosch kwam, hoorde hy opeens eene fluisterende stem, die tot hom zeide: „Edele hoer, ik ben hier iederen avond, nadat ik u naar de houtvesterswoning geleid heb, geweest, maar, ik heb Uw Hooggeborene niet gezien. Ik heb bevel u uit' te noodigen met my mede te gaan." Von Sehnwitz herkende denzelfden jongen, die hem de vorige maal naar Hulda gebracht had. Hy wilde dien minder gewenschten Mentor ontwykeD, maar deze deed, alsof hy geene weigering om met hem mede te gaan, verwachtte. Von Sehnwitz weifelde eerst, maar toch had hy spoedig een besluit genomen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1