N°. 10480.
Zaterdag 5 Mei.
A0. 1894
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
m BLOEI GEKfVASCT.
LEID
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post1.40.
Afïondorlpke 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17j. Grooter»
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 4 Mei.
Eene vergadering is gehouden van de
Vrijzinnige Kiesvereeniging alhier, waarin aller
eerst de plaatsen moesten worden ingevuld
van drie leden van het bestuur, die gemeend
hadden met de beslissing der vergadering om
trent den te stellen candidaat voor de Tweede
Kamer niet meer in het bestuur zitting te
kunnen blijven nemen. Daartoe werden ver
kozen de heerenA. Parmentier, mr. De Vries
van Heyst, dr. A. W. Kroon. Tot voorzitter
werd gekozen de heer S. C. Van Doesburgh.
Tot candidaten voor het lidmaatschap van
den gemeenteraad werden gekozen de heeren
dr. E. F. Van Dissel en dr. A. W. Kroon.
Door de anti-revolutionnaire kiesvereeni
ging „Nederland en Oranje" wordt voor de
vacature-Van der Breggen candidaat gesteld
het oud-raadslid de heer J. H. Donner.
De Staatscourant van 8/4 dezer bevat de
statuten van de handelsbedienden vereeniging
„Kennis is Macht", te Leiden.
Tot voorzitter van het polderbestuur van
den Barren- en Oud Groenendykschen-polder,
onder Zoeterwoude en Hazerswoude, is met
algemeene stemmen herkozen de heer
N. Kaptein N.zn. Meer dan 30 jaren heeft hij
reeds die betrekking bekleed, na te voren onder
scheidene jaren lid van genoemd polderbestuur
fce z\jn geweest. Bijna eene halve eeuw heeft
hij krachtig gewerkt aan de belangen des
polders en steeds getracht den molen in een
zoo volmaakt mogeiyken toestand te brengen.
Hoewel 82 jaren oud zijnde, geniet hij eene
goede gezondheid en toont hy nog een ijver voor
de behartiging der polderbelangen, die een
jonge voorzitter niet zou kunnen verbeteren.
Tot gecommiteerden in het bestuur van
genoemden polder zijn herkozen de heeren
C. Kokshoorn en A. De Heer en gekozen de
heer D. Hoogeveen in de plaats van wijlen
den heer C. Verdegaal en de heer J. Coppert
in de plaats van den heer P. Hoogeveen,
die ten vorigen jare is benoemd tot lid des
bestuurs.
Te Alfen is als candidaat voor de op
Dinsdag a. s. te houden verkiezing voor een
lid van den gemeenteraad door de katholieke
kiesvereeniging de heer Fr. Bulk gesteld, door
de anti revolutionnaire kiesvereeniging de heer
W. Los.
Gereformeerde Kerk. Beroepen is te
Zeist ds. A. G. Honig, te Oudshoorn.
Tot tegenschatters der belasting op het
personeel in de gemeente Zegwaard zijn be
noemd de heeren D. Leeuwenburgh en G.
Groeneweg, beiden wonende aldaar.
Burgemeester en Weihouders van Zeg
waard geven per publicatie kennis dat de
aangifte der Schutter^ zal plaats hebben op
Vrijdag den 18don Mei a. s., ten Raadhuizo
dier gemeente, des namiddags tusschen 4 en
6 uren.
Z. D. H. de bisschop van Haarlem heeft
benoemdtot kapelaan te Oudorp den weleerw.
heer N. Louridtz; tot kapelaan te Castricum den
weleerw. heer S. C. M. J. J. B. Moou»; tot
kapelaan te 's-Gravenhage den weleerw. heer
B. P. Aalberse; tot kapelaan te Noordwijker
hout den weleerw. heer J. Opmeer; tot kape
laans van de H Antoniu8 van Padua kerk te
Amsterdam de weleerw. paters C. J. W. A.
De Wildt en F. M. Megens; tot kapelaan te
Delft (H. Jozef) den weleerw. pater L. G.
Le Roux; tot kapelaan te Gouda (H. Jozef)
den weleerw. pater J. G. De Lange,
Geiyk reeds gemeld is, heeft de heer
De Beaufort de benoeming voor Utrecht niet
aangenomen. Hy zal dus zitting nemen voor
Amsterdam. Daar heeft derhalve geene nieuwe
verkiezing plaats.
Er is ernstig sprake van, zegt „De Tyd,"
te Utrecht, na het bedanken van mr. W. H.
De Beaufort, candidaat voor de Tweede Kamer
te stellen mr. R. baron Melvil van Lynden,
lid der Eerste Kamer voor Utrecht en lid van
den gemeenteraad van Utrecht.
Mr. J. Röell, tot lid der Tweede Kamer
gekozen te Utrecht en te Haarlem, opteert
voor Utrecht. Van de zyde dergenen, die 10
April mr. Röell aanbevalen, zal thans worden
gecandideerd het oud-Kamerlid, de oud-minis
ter Van Karnebeek.
In eene huishoudelyke vergadering van
leden der liberale kiesvereeniging „De Grond
wet", te 's Gravenhage, zyn als voorloopige
candidaten voor de vervulling van do vacature
in de Tweede Kamer, op de candidatenlyst
gebracht de heeren: E B. Kielstra, mr. A. J.
W. Van Royen, G. C. R. Hoetink, mr. J. G.
S. Bevers en J. M. Pynacker Hordyk.
De katholieke kiesvereen ging te 's-Graven
hage heeft mr. Bevers eenparig candidaat ge
steld voor de Tweede Kamer.
Het bericht, dat dr. Nieuwenhuizen Kru-
seman ontslag zou gevraagd hebben uit zyne
betrekking als directeur der H. B.-S.teGorkum,
wordt voorbarig genoemd.
De te Arasterdam tot arts bevorderde
cand. arts S. Visser is bestemd voor officier
van gez. 2de kl. by het O.-I. leger.
De minister van w., h. en n. brengt
onder de aandacht van belanghebbenden, dat
ingevolge het bepaalde by koninklyk besluit
van 20 April 1894 den 23sten Mei a. s. in
werking treedt de wet van 30 December 1893,
houdende bepalingen ter uitvoering van de
op 16 November 1887 te 's-Gravenhage ge
sloten internationale overeenkomst, strekkende
tot het tegengaan der misbruiken, welke voort
vloeien uit den verkoop van sterkeü drank
onder de visschers op de Noordzee, buiten de
territoriale wateren, goedgekeurd by de wet
van 7 Aug. 1888, en tot het tegengaan van
soortgelyke misbruiken in de territoriale
wateren des Ryks, en dat mitsdien eigenaars,
boekhouders of gebruikers van schepen, ge
bezigd wordende om aan de visschers op de
Noordzee proviand en andere tot hun gebruik
dienende voorwerpen, met uitzondering van
sterke dranken, te verknopen, voorzien moeten
zyn van eene tot het dryven van dien handel
afgegeven akte van vergunning, naar het
daarvoor door genoemden minister vastgestelde
model.
Tot het verkrygen van zoodanige vergun
ning hebben belanghebbenden zich te wenden
tot den burgemeester der plaats, waar het
schip tehuis behoort. (Sts.-Ct.)
Dengenen, die binnen het in art. 2, alinea 1,
van het koninklyk besluit van 12 Febr. 1879
daarvoor aangewezen eerste tydvak (zes weken
in de eerste acht maanden) dezes jaars, voor
de faculteit van wis- en natuurkunde aan de
Ryks-universiteit te Utrecht, het eerste natuur
kundig examen of theoretisch apothekers
examen, vermeld in artt. 4 en 13 der wet
van 25 Dec. 1878, wenschen af te leggen,
wordt verzocht zich daartoe vóór of op den
12den Mei a. s. schriftelyk aan te melden by
den voorzitter der faculteit prof. E. Mulder. Dag
en uur van het examen zullen den belangheb
benden nader worden medegedeeld. (Sts. Ct.)
Uit Antwerpen meldt men dat de koning
van Belgiö na de opening der tentoonstelling
ook de Nederlandsche afdeeling zal bezoeken.
Van deze is op dit oogenblik het meest gereed
aan de andere afdeelingen ontbreekt nog veel.
Het stoomschip „Bromo", van Batavia
naar Rotterdam, passeerde 2 Mei Dover; do
„Gedé", van Rotterdam naar Batavia, arriveerde
1 Mei te Port Said; de „Kanzier", van Oost-
Afrika naar Vlissingen en Hamburg, arriveerde
30 April te Marseille; de „Maasdam" arriveerde
2 Mei van Nieuw-York te Rotterdam; de
„Prins Alexander" vertrok 2 Mei van Batavia
naar Amsterdam; de „Prinses Amalia" arri
veerde 2 Mei van Amsterdam te Batavia; de
„Reichstag" arriveerde 30 April van Hamburg
en Amsterdam te Tanga; de „Soorabaia", van
Batavia naar Rotterdam, arriveerde 1 Mei te
Suez; de „Soembing", van Rotterdam naar
Batavia, vertrok 1 Mei van Southampton; de
„Oodam", van Rotterdam naar Nieuw-York,
passeerde 3 Mei Wight; de „Prinses Marie",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 3 Mei
van Genua; de „Schiedam", van Nieuw-York
naar Amsterdam, passeerde 3 Mei Lizard; de
„Kaiser", van Hamburg en Amsterdam naar
Oost Afrika, passeerde 1 Mei Ouessant.
By koninklyk besluit is benoemd tot
rechter in de arrondissements rechtbank te
Arasterdam mr. Tb. J. Hoppe, thans rechter
in de arrondissements-rechtbank te Rotterdam.
Benoemd tot notaris binnen hetarr. Leeuwar
den, ter standplaats Leeuwarden, A. Andringa,
candidaat-notaris aldaar.
Met ingang van 1 Juni a. s., benoemd tot
directeur van het Ryksopvoedingsgesticht voor
jongens „Veldzicht", te Avereest, J. N. Van
Eek, thans hoofdonderwyzer aan do Pupillen
school te Nieuwersluis.
Benoemd tot adjunct-opzichter van den
Rgkswaterstaat W. L. Binnendyk, R. De Boer
van der Ley, W. J. L. Chevalier. A. Coerengel,
H Dalebout, F. J. Dootjes, O. A. Van Druten,
D. Duif, C. J. Durieux, W. P. Eskes, J. J.
Fourdraine, B. Gelsing, B. J. Gorter, J. v. d.
Haar, J. F. Helmers, J. Hubregtse, M. J.
Joosten, F. De Kluiver Jz., F. W. KollöfFel,
J. P. Laernoe8, G. C. Lodder, J. Lokker Mz.,
J. Lokker Jzn. jr., M. Mulder, M. TeNuyl,J.
G. Reynders, Th. Reymers, J. De Ringh, H.
Slegtkamp, P. Smits Az., J. D. Staal, J. B.
Theuns, J. Van der Velde, J. Van Vemde, A.
Versteeg, J. H. De Vries, F. A. De Weger,
F. Westhoeve, H. J. Willems en M. Willems.
Pensioen verleend aanG. Schmidt, commies
l6te kl. by 'sRyks bel., ƒ611; J. Renken,
verificateur 2de cat. by id., 926; F. A. Kusters,
commies 2de kl. by id., ƒ851; W. Hendrikse,
commies lste kl., ƒ616 's jaars.
De assistentbode by het departement van
koloniën C. Van Ziel benoemd tot bode by
gemeld departement.
Nogmaals de verkiezing te Eist.
Uit Eist wordt geschreven dat de voor
zitter van het stombureau der herstemming
op 24 April een proces-verbaal van de stem
opneming heeft toegezonden aan de beide
candidaten, de heeren De Meester en Van
Basten Batenburg, om door dezen aan de
Tweede Kamer te worden ingezonden als ge
loofsbrief Een afschrift werd aan „De Tyd"
toegezonden van het proces verbaal, dat ge-
teekend is: G. W. Van der Feltz, voorzitter,
A. Cortemen en G. A. C. Erdkamp, stem-
opnemers. Er is niet in vermeld, dat de heer
De Moester zou zyn te beschouwen als gekozen,
daar hy de oudste in jaren is. Beide candi
daten zullen zich dus waarschyniyk by de
Kamer laten aandienen, en deze zal moeten
uitmaken wie als de gekozene is te be
schouwen.
Verder schryft men naar aanleiding hiervan
aan „De Tyd":
„Uit dit proces-verbaal biykt dat de getallen
eenigszins anders zyn dan in de nieuwsbladen
staat aangegeven en ook door de by de opening
aanwezige kiezers is opgeteekend.Het vreemdste
is echter, dat er twee biljetten op den loop
zyn. Leest men toch den uitslag, dan zyn er
2724 geldigo stemmen uitgebracht, waarvan
Van Basten Batenburg er 1361 en De Meester
ook 1361 verkreeg; dit is te zamen 2722.
Waar zyn nu de andere twee?
„Er staat o. a. in het proces-verbaal dat de
biljetten door den voorzitter zyn geopend; dit
geschiedde door den gemeentebode Janssen.
Er werd eerst opgegeven, dat er 2777 biljetten
waren, terwyl later werd gezegd, dat er maar
2776 waren; het andere biljet was maar een
stukje papier geweest. Iu het proces-verbaal
staat, dat er 53 biljetten van onwaarde zyn
geweest, gezegd werd 54. In het proces-ver
baal staat, dat beide candidaten zyn gekozen,
de voorzitter van het stembureau proclameerde
De Meester voor gekozen, enz."
Gemengd Nieuws.
Vy f en twintig jaren geledon
werd in ons blad als eene zeldzaamheid mel
ding gemaakt van een drievoudig jubiló, t.w.
van eene gouden, zilveren en groene bruiloft
in één zelfde geslacht, in betzelfde huis en
op denzolfden datum. De geburen vlagden toen.
Heden is ook weer in de sedert verrezen
Van der-Tas-straat buiten de Morschpoort do
vaderland8che driekleur ontplooid, want het
groene echtpaar van toen is nu een zilveren
en hot zilveren van toon is nu een gouden
geworden.
Vóór 25 jaren vierden de ouders van het
thans gouden echtpaar ook hunne 50-jarige
echtvereeniging.
Het huidige gouden echtpaar is Johannes
Christiaan Van der Tas en Louiza Margaretha
Catharina Taverne, en het zilveren Gustaaf
Johan Cornelia De Vries en Catharina Louiza
Van der Tas.
De receptie voor beide geachte, bekende
familiën zal plaats hebben in de woning Oude
Singel No. 196.
Zeer zeker zal ieder met ons hun nog veel
geluk en gezondheid op hun verderen levens
weg toewenschen.
Woensdag-avond om negen uren
struikelde op de Hooigracht een man, die in
beschonken toestand verkeerde, over een stoep
en kwam met hoofd en armen op een hek
terecht, waardoor hy een arm brak en aan
het hoofd gewond werd. Op een wagen werd
hy naar het academisch ziekenhuis vervoerd.
In den nacht van Zondag op
Maandag zyn van de spoorwegbrug aan „De
Vink," onder de gemeente Oegstgeest, ten
nadeele der Hollandsche IJzeren Spoorweg-
Maatschappy, ontvreemd vier geelkoperen
oliepotten. De politie doet onderzoek.
In den nacht van Dinsdag op
Woensdag reed oen tweetal rytuigen met
bruiloftsgasten langs de Zyi huiswaarts naar
Alkemade. Toen het voorste rytuig (eene
tilbury) midden op de zoogenaamde Driegaten-
brug was, schrikte het paard en liep achteruit,
zoodat de rossinant van het volgende rytuig
met de tilbury in botsing kwam, waardoor
ook deze schrikte, plotseling oen sprong zy-
waarts nam en met rytuig en passagiers in
de Zyi terechtkwam. Door den zwaren val
schynt gelukkig het tuig gebroken te zyn,
waardoor het paard onmiddeliyk vry geraakte
en aan land zwom. De inzittenden, de heeren
N. Rodewyk en J. v. d. Meer met hunne
echtgenooten, konden zich gelukkig ledden,
terwyl het rytuig dicht by den wal gedeelteiyk
boven water, hoewel omgekanteld, was biy ven
uitsteken. Met een nat pak, eenige bulten en
schrammen, benevens den gewonen schrik,
kwamen zy tot ieders verwondering vry. Het
rytuig had evenwel zware avery geleden.
Donderdag d. a. v. trof naby Oude-Wetering
een zelfde ongeluk den burgemeester van
Alkemade, twee zyner kinderen, dr. Nuyens
van Langeraar, en diens dochter, die allen in
een rytuig van den voerman Marinkelle ge
zeten waren. Het paard, schrikkende voor eene
aan eene stoep werkende vrouw, sprong in
de sloot langs den weg. Allen wisten, by ge
staan door een paar buren, gelukkig ook
spoedig op het droge to komen. Dit ongoval
had ovoneens een allertreurigsten afloop
kunnen hebben. De wegen zyn in Holland
gevaariykVooral mot schrikachtige paarden.
Door de rechtbank te Haarlem
werden op 22 Februari jl. Josephus Benedictus
Antonius Fens en Wynand Vrouwenfelder,
beiden te 's Gravenhage wonende, wegens
diefstal, gepleegd te Bloomendaal ten nadeele
van den heer P. N. Byvoet, veroordeeld reep.
tot gevangenisstraf van drie jaar en twee
jaar en zes maanden. De veroordeelden zyn
in hooger beroep gekomen, maar het ge
rechtshof te Amsterdam heeft thans het
vonnis bevestigd.
De gisteren te Halfweg gehouden
moeting werd door ongeveer 600 personen bygo-
65)
Ik kan u onmogelijk den brief in zfjn ge
heel mededeelen; het z\J u genoeg te ver
nemen, dat die mfj overtuigde ach, ik
kan haaat niet verder schrijven; de tranen
biggelen mij langs do wangen van Ludwigs
ontrouw.
Hjj werd door Hulda deze ie zijne ver
leidster ontboden, om baar te bezoeken,
want, zij heeft een dierbaar paudl Emma.
begrUpt ge wat ik gevoelde bi) bet lezen van
die woorden?
Waarom ben ik niet van schrik verstijfd
of bezwijmd om niet weder te ontwaken?
Ge begrijpt dat Von Sehnwitz mij, nu Ik
ioo iets van hem weet, ten eeneDmale onver
schillig is geworden. Onverschillig! Ja, dat
meende ik ten minste; maar, toen ik heden
morgen in mUne caeeotte naar een brief wilde
koeken en ik een gedicht vond, dat Ludwig
mij in gelukkiger tijd gezonden had, getiteld
„Die Entzückung an Laura", van Sohiller, en
ik de volgende woorden lae:
„Laura, über dieae Welt zu flüohten
Walm' ich mich in HimmelmaieDglanz zu lichten,
Wenn dein Bliek, in meine Blicko etimmt;
Aethc-rlüfce tr&om' ich einzueaugen,
Wenn meiD Bild in deiner esüften Augen
Bimmelblauen Spiegel schwlmmt.
Loïorklang aue Paradieacs Fernen,
fiarfenaohwung &ue angenc-hmen Sternen
Ban' ich in metn trunknea Ohr za zieho;
Meine Muae fühlt dio Sch&ferêtnude,
Woon von deinom wolluutheiezen Munde
Silbortöne ungern fliehu.
Amorotten ssh' ioh Flügel echwingen,
Hinter dir die trnnknen Ficliton epringen
Wie von Orpheaa' Saiteuruf belobt;
Baecher rollen urn mich ber die Pole,
Woon im Wirbeltanze deiDe Sohlo
Flüebtig, wie die Welle, echwebt.
Deine Blicke wenn ele Liebe l&obeln
Könnten Leben darch den Marmor faoheln
Felaenadern Pnlee leihn;
Traurao werden nm mich her zu Weeen,
Eann ich nur in deinen Augen leac-n:
Laura, Laura, meint"
Ach, Emma, toen voelde ik maar al te goed,
dat ik hem, ondanks alles, nog bem n. Al
die dagen van voorheen kan ik niet vergeten.
Ik herinner my dien morgen, toen ik, in het
vorsteiyk park onder een grooten treuresch
zittende, aan hem dacht. Opeens boorde ik
een geritsel achter my en omziende, bemerkte
ik dat Ludwig my bespiedde. Hy trad op
my toe, sloeg zyce armen om myn hals en
fluisterde my woorden toe vol liefde en zalig
heid. Hy had in de hand een ro lef je papier,
omwonden met een rose zyden lint, en toen
by my dit overreikte, las ik, na het geopend
le hebben, het hierboven vermelde gedicht.
Ach, lieve Emma, toeD dacht ik weinig dat
datzelfde papier door my met tranen besproeid
zou wordentranen van smart over de ontrouw
van den scbryver dier regelen l
Ik heb my laten bedriegen I Maar, het zal
niet weder gebeurenneen en nogmaals neen l
Myn vader heeft my den weg, dien ik te
gaan heb, aangewezen. Hy acht my te zwaar
beleedigd, om eenige verzuouende gedachte
te koesteren. Ik zal Ludwig steeds met min
achting blyven behandelen en ik gevoel my
sterk genoog om dit te doen. Maar, Emma,
om het vol te houden, moet ik steeds zyn
blik trachten te vermyden, want, ach, als
die zwarte oogen my zoo treurig en berouw
vol aaDzien, dan mis ik dikwyis de kracht
om myn geDomen besluit getrouw te blyven.
Maar ik wil niot zwak zyn. Ik zal hem
toonen dat Ik ook zonder hem kan leven.
Weet ge wel dat Voltaire gezegd heeft:
„La grandeur d'un Batave est de vivro sans
maïfre?' Welnu, ik ben door myne opvoeding
in Holland immers zoowat half eene Bataaf-
sche; en ik ben ook te trotsch, om my onder
bet juk van een onwaardigen meester te
kioaanen. „Vivre sans mai-re!" Ziedaar myn
devies 1 Ge zult my vragen, waarom Ik geene
scheiding aanvraag? Ja, lieve, dat zou ik
gaarne willen, wanneer er geen stamhouder
was, maar nu Adelbert en wellicht nog een
jong6ke den naam van Von Sehnwitz zullen
dragen, wyst het in beoefening brengen van
het woord „noblesse oblige" my den weg,
dien ik te gaan heb."
En zoo kunt ge u mij voorstellen, levende
van den eenen dag op den anderen, doende
wat myne hand vindt om te doen, zonder
eene enkele illusie voor de toekomst, ten
minste wat myn huweiyksgeluk aangaat.
O, Emma, het is wel slecht van my, maar
er zyn oogenblikken, dat het my is alsof ik
den kleinen Adelbert miüder liefheb, nu ik
weet dat zyn vader een slechtaard is.
Wie had gedacht, dat ik, de gevierde en
gelukkige Laura, u ooit zulk een diep treu-
rigen brief zou schryvenl Maar, ik zal my
wel boven het noodlot weten to verheffen I
De bedienden weten, geloof ik, van niets.
O, ik heb het al zoo ver gebracht in de kunst
van veinzen 1 „Ce que femme veut, femme
peut"; de waarheid van die woorden zal ik
bowyzeD.
Ik zie met verachting neer op al do nietige
aardwormen, die hun levensgeluk in het be
vredigen hunner zinneiyke lusten zoeken. Ik
acht my verre boven dezulken verheven I
Lieve Emma, schryf my eens spoedig; ge
loof my, een brief van u is my altyd welkom.
Wees gegroet van
Uwe U liefhebbende Laura."
XXX r.
Von Sehnwitz had een alleronaangenaam-
ston dag doorgebracht. Tevergeefs had by
getracht die vreeseiyke verwyton in zyn
binnenste te smoren. Steeds zag hy het bleeke
gelaat van Hulda voor zich en hoorde hy
hare verwytonde stom. Wat zou de toekomst
voor bem opleveren?
Hy trachtte dien dag, door steeds in de
nabyheid van Laura's vertrekken te blyven,
haar te spreken te krygen, maar dit ge
beurde niet.
Toen hot avond geworden was, kon hy het
niet langer verdragon. Hy zond zyn kamer
dienaar naar Laura, met de boodschap of zy
hem ontvangen kon; nu was zy verplicht
hem eenig antwoord toe te zenden.
„Mevrouw heeft migraine en kan Uwe
Hoogheid niet ontvangen," was het antwoord.
Den volgenden dag ging het eveneens. Als
Von Sehnwitz toegang tot Laura's vertrekken
zocht te verkrygen, dan ontving Gretchen
hem steeds met de verontschuldiging, dat
mevrouw zich onwel gevoelde, doch goen
dokter begeerde.
Wanneer hy zyn zoontje wilde zien, ging
hy naar do kinderkamer, maar hy verliet
deze spoedig, on liep dan het grootste gedeelte
van den dag door het park, met wanhoop
in het hart.
Zoo gingen eenige dagen voorby. Von Sehn
witz werd op hot laatst moedeloos onder
Laura's hardheid. Hy twyfolde er aan of ei
ooit een tyd voor hom zou komen, dat zyn
misstap hem door haar kwytgeacholden zou
worden, on hoopte niets meer van de toekomst.
Terwyl hy in doffe wanhoop op oen avond
door de donkorste lanen van het park wan
delde, en zonder er op te letten aan den
zoom van het bosch kwam, hoorde hy opeens
eene fluisterende stem, die tot hom zeide:
„Edele hoer, ik ben hier iederen avond,
nadat ik u naar de houtvesterswoning geleid
heb, geweest, maar, ik heb Uw Hooggeborene
niet gezien. Ik heb bevel u uit' te noodigen
met my mede te gaan."
Von Sehnwitz herkende denzelfden jongen,
die hem de vorige maal naar Hulda gebracht
had. Hy wilde dien minder gewenschten
Mentor ontwykeD, maar deze deed, alsof hy
geene weigering om met hem mede te gaan,
verwachtte. Von Sehnwitz weifelde eerst,
maar toch had hy spoedig een besluit genomen.
(Wordt vervolgd.)