N°. 10489.
Vrijdag 4 Vlei.
A0. 1894.
iQourant wordt dégelijks, met uitzondering
van fépn- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
IN BLOEI GEKNAKT.
LÏIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden. f 1.10.
Franco per posti 1-40.
Afzonderlijke Nommers 0.06.
PRUS DER AD VERTEN TIEN
Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17£. Groofcere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.06 berekend.
Derfde Blad.
KOLONIËN.
BATAVIA, 28 en 29 Maart.
Aan een particulier scfcryven uit Atjeh ont
leent de „N. Gron. Ct." het volgende:
Eeuige maanden geleden werd de luitenant
Van de Siepkamp postcommandant te Telok-
Bemawé. Alles ging daar naar wensch tot
Saterdag 24 Maart. Dien dag zou de post-
Commandant om 7 uren met den assistent-
resident en den controleur een weg inspec-
teeren. Ter hoogte van het kantoor van den
controleur, dat vlak by de benting ligt, werden
Cjj aangevallen door twee fanatieke Atjehers,
(lie gewapend waren, met het treurig gevolg
(lat zy alle drie gewond werden. De luitenant
cntving een slag op het achterhoofd, maar
niet dóórdriugend, een over het gezicht, wel
fliep, maar niet gevaarlijk, en een over het
(Schouderblad, eene vleeschwond, behalve eenige
kleine verwondingen, die niet veel te betee-
kenen hebben. Zyn gedrag was, zooals ieder
van hem verwachten kan, die hem kent, met
één woord kranig; toen hy zag, dat de ass.-
resident en de controleur werden aangevallen,
aarzelde hij niet, hoewel ongewapend, hun te
hulp te komen. Hij begon toen met zijne
handen een gevecbt op leven en dood met
een gewapend Atjeher, met het gevolg, dat,
hoewel hy gewond werd, de Atjehers hunne
fanatieke daad hebben geboet met den dood.
Iedereen is vol lof over zyn gedrag en het
is ons aller wensch, dat hy spoedig geheel
hersteld moge zyn van zyne wonden, ten einde
nog langer den lande te dienen.
Naar aanleiding van het bericht omtrent
den aanval en de verwonding van den mili
tairen commandant, assistent-resident en con
troleur te Telok Semawó schryft men aan
het „B. Hbl.":
Men make zich niet ongerust over dat feit,
want het is volstrekt niet van eenige politieke
beteekenis, evenmin als het afloopen van de
Raya en den moord van den Duitschen hout
hakker te Langsar.
De daders zyn niets anders dan roovere!
Naar ik hoor, zal spoedig een deel van de
legioenen van den Atjehscben militairen
bevelhebber van Kotta Radja, Oemar Pacha,
naar Telok Semawó gaan, tot het aanleggen
van een cordon versterkingen, ten einde de
inning van in- en uitvoerrechten, waartoe het
plan by de regeering moet bestaan, veilig te
kunnen doen plaats hebben.
Volgens nadere berichten heeft de con
troleur Storm van 's Gravesande, die door
twee Atjehers overvallen en gewond werd,
een klowanghouw over het hoofd, een over
den arm en een over het been gekregen en
is hy naar Kotta-Radja vervoerd.
Volgens een telegram dd. 24 Maart uit
Kotta-Radja in de BLocomotief'iseenekolonne,
sterk 100 bajonetten, en bergartillerie onder
bevel van kapitein Holland naar Melaboeh
vertrokken. (J.B.)
Naar men mededeelt, zal de resident van
Sumatra's Oostkust W. J. M. Michielsen over
eenige weken benoemd worden tot directeur
62)
De regen kletterde tegen de vensters en
de wind loeide door de hooge schoorsteenen.
Alles daarbuiten had een droefgeestig aanzien
en daarbinnen was het niet veel beter gesteld.
t?oen Gretchen Laura's kamer binnenkwam,
tetaarde zy hare meesteres verbaasd aan.
^Laura bemerkte in den spiegel hare rood
geweende oogen en haar doodsbleek aangezicht.
2y zeide tot haar kamermeisje, dat zy dien
Hacht zware hoofdpyn gehad en dientengevolge
tveinig geslapen had. Zy trachtte op te staan,
tvant haar vader zou dien avond vertrekken,
ten zy wilde gaarne zoo lang mogelyk van
eyn byzyn genieten.
Natuuriyk waren allen aan het ontbyt
•weinig spraakzaam, hoewel ieder zyn best
deed zich zoo goed mogelyk te houden.
„Papa," zeide Laura, „zoudt u uit onzen
naam don vorst en de vorstin willen uit-
noodigen, hier te komen logeeren? Het zal
voor my niet te druk zyn, want Ik heb uit
stekende bedienden."
Von Sehnwitz staarde zyne vrouw verbaasd
aan. De reden van dit verzoek kon geene
andere zyn dan dat Laura geen téte-t-téte
met hem begeerde.
„Ik twyfel niet of de vorst zal gaarne van
uw aanbod gebruik maken. Zyne Doorluch
tigheid zeide my nog onlangs, dat hy met
zooveel genoegen terugdacht aan de dagen,
van Binnenlandsch Bestuur te Batavia, in de
plaats van den heer Ulgee, die met verlof gaat.
Voor de Oostkust worden als zyne opvolgers
genoemd de residenten Kooreman en Dannen-
borgh.
TJit Atjeh.
De volgende particuliere correspondentie
ontving de tDeli-Crt." uit Kotta-Radja, dd.
14 Maart:
Volgens berichten van Atjehers bevonden
zich by de bezetting door onze troepen van
de benting Senelop volgelingen van Pang
lima Polim.
Onder de gesneuvelden, die in die benting
lagen, werden er vier herkend, die tot Polims
gebied behooren.
Dat de badal van den jeugdigen Polim zich
by ons heeft aangesloten, was slechts om
zyne peper langs Kroeng Raya uitgevoerd te
krygen. Zyne gedane beloften om ons te
steunen by het verjagen der kwaadwilligen
waren slechts apenkooi. Volgens vertrouwbare
Atjehers moet verder die kerel, die Toekoe
Moeda Soleiman heet, en hier destyds vorste-
ïyk werd ontvangen, in de XXII Moekim6
niets te vertellen hebben.
De vyandelyke bendehoofden, Toekoe
Brahim, hoofd van Montassik, en Toekoe
Tjihik van Kampong Baroe, moeten, volgens
geloofwaardige bronnen, na het nemen van
Senelop en de te voren gehouden slachting
zoo beangst zyn geworden, dat de eerste zoo
spoedig doende Montassik heeft verlaten en
naar Pièng is gevlucht. De laatste beeft ook
het hazenpad gekozen en is uit Kampong
Baroe naar het gebergte getrokken.
Niettegensiaande het vertrek van die hoofd
leiders der kwaadwilligen, zitten er nog velen,
die den oorlog nog niet moede zyn en er
op uit zyn, om allen, die zich by ons aan
gesloten hebben, te molesteeren. Zoo werden
enkele dagen geleden eenige goederen, die
Toekoe Baid had ingekocht en door eenige
volgelingen van Toekoe Djohan naar de VII
Moekims werden vervoerd, voorby Anaga-
loeng door kwaadwilligen geroofd, die zich
onmiddellyk uit de voeten maakten. Dat dit
zaakje aanleiding zal geven tot eene tjingtjang
partij, als Toekoe Djohan weder tegen Mon
tassik zal ageeren, behoeft niet betwyfeld
te worden.
Ik vernam dat heden of morgen de be
weging tegen Montassik zal ondernomen
worden.
Op de Oostkust, en wel te Edi, is het
rustig; ook te Perlak is het kalm, ofschoon
er iets broeit.
Van de Noordkust en wel uit Pasangan is
herwaarts overgekomen, om by het bestuur
zyne opwachting te komen maken, Toekoe
Maharadja Djempa, de broeder van den naar
Mekka vertrokken Radja van Pasangan, Toekoe
Tjhik, in zyne waardigheid als wakilvorst.
Van den pretendent-sultan wordt gemeld
dat hy na het openen van de haven van
Segli van de hoeloebalangs een vast aandeel
ei8cht van de te innen hasil. Mocht hem dit
niet geworden, dan zal hy zyne onderboorige
kampongs wapenen, om de kwaadwilligen van
Pahan Baroe te steunen in hun verzet. Ge
lukkig voor de hoeloebalangs, dat Segli nog
eenigen tyd gesloten zal blyven voor de
scheepvaart.
Van Melaboe ontvingen wy op den 7den
dezer de mare, dat onze troepen slaags war on
geraakt met de kwaadwilligen en een verlies
hadden geleden van 7 dooden en 20 gewonden,
w. o. 2 officieren.
Onmiddellyk werd een der stoomers van
de Gouvernements-Marine met den resident
Van Langen en den kapitein van den generalen
staf derwaarts gezonden, om volledige be
richten.
Den volgenden dag kwamen de heeren
terug, waarna de stoomers „Albatros" en
„Havik" stoom maakten. Aan boord dier
schepen scheepten zich in de dirigeerend
officier van gezondheid Platteeuw met een
officier van gezondheid en de noodige insche
ping-brancards voor de gewonden; de majoor
der artillerie Segboer met twee bergkanonnen
en zes mortieren met de noodige munitie en
bedieningspersoneel, en infanterie-aanvulling.
Op den 12den kwam de „Albatros" van
daar terug met eenige gewonden en de heeren
Platteeuw en Segboer en kwamen wy op dien
dag het ware der zaak te weten.
Op den lsten dezer hebben onze hulptroepen
te Melaboe, na veel geschiet op Roending
van af den nacht van 27 op 28 Februari jl..
eindeiyk den aanval gewaagd op de verster
kingen van het bendehoofd Toekoe Sjecb Daoed.
Do hulptroepen onder aanvoering van Toekoe
Bin Saleh werden teruggeslagen met 9 ge
wonden, waaronder Panglima Amin, die spoe
dig aan zyne wonden overleed.
Dit bracht zulk eene paniek teweeg, dat de
hulptroepen niet meer te bewegen waren voor
Roending te blyven.
Om het reeds genomene niet weder prys
te geven, rukte de militaire commandant, de
kapitein Krullj met zü «n
uit, om de hulptroepen"^' Vkdadig te steuner.
De bewaking van onze \>rsterking werd
toen overgelaten aan de landingsdivisie van
Hr. Ms. „Madura".
De uitslag hiervan werd reeds vroeger
gemeld.
Gemengd Nieuws.
Door den commandant van het
koloniaal werfdepot is aan de militaire autori
teiten verzocht om, wanneer kolonialen, zich
met verlof bevindende, aan dronkenschap,
vechtery of luidruchtig gedrag op straat schul
dig maken, hun alsdan den verlofpas te doen
afnemen, te laten arresteeren en hen naar
Harderwyk te doen opzenden.
Hoogo prijzen voor tulpen.
Op eene veiling te Noordwyk werden o. a.
verkocht 12 regels (ongeveer honderd stuks)
dubbele tulp Rozenburg, eene mooie dubbele
roode tulp van byzondere, uitloopende kleur.
Deze 12 regels brachten, zonder de kosten,
de som op van f 178, een prys, welke zeker
zelden wordt besteed.
Zondag-avond geraakte aan de
Zuid Binnensingel te 's Gravenhage een man
te water. Hy werd met veel moeite op het
droge gebracht en na in eene nabyaynde
woning hulp ontvangen te hebben, in het
ziekenhuis opgenomen, waar hy gieternacht
is overleden.
De eerste boido gevallen van
pokken hebben zich te Amsterdam voorgedaan
by een man en eene vrouw, woonachtig in
een lompenpakhuis op Rechtboomsloot Beiden
zyn opgenomen in de oude barakken van het
Buiten-Gasthuis. De vrouw is reeds overleden.
T e 's-G ravenzande verhieven de
pokken zich in de laatste dagen wederom in
hevige mate. Zes personen bezweken binnen
korten tyd; geen van hen was ingeónt. Ook
kwamen verscheidene nieuwe gevallen voor.
Onder Wyk-bjj Duurstede is het
2-jarig zoontje van G. Van M. in het water
geraakt en verdronken.
Er is in den jongsten aanslag
by de St. Jakobskerk te Luik nog maar weinig
licht ontstoken. Wel heeft de politie verschil
lende lieden, die als anarchisten bekend
stonden, in hechtenis genomen, maar tob nog
toe is geene enkele van die arrestatién ge
handhaafd.
De politie beweert nu wel ernstige ver
denkingen te hebben tegen twee jongelieden,
welke sommige getuigen zich na den aan
slag y lings uit de voeten zagen maken. Hun
signalement is echter zeer vaag, zoodat 't
geheel onzeker is, of deze aanwyzingen de
autoriteiten op het spoor zullen kunnen
leiden.
Een ander, die met yver door de politie
gezucht wordt, is de Russische baron U.,
die sedert Zondag morgen Luik verlaten
heel iDeze Rus is iemand van zeer voorname
familie, wiens twee broeders te Berlyn en
Parys hooge diplomatieke betrekkingen be-
kleeden. Hy woont sedert jaren te Luik, en
stak, als warm bewonderaar van Kropotkine,
wien6 overtuigingen hy volkomen deelde,
zyne anarchistische gevoelens niet onder
stoelen of banken.
Het eenige verband, dat er tusschen hem
en dezen aanslag gezocht wordt, bestaat
overigens hierin, dat hy naby de plaats van
het misdryf woonde. By het gerechteiyk
onderzoek, dat de politie instelde en waarby
het grootste gedeelte zyner papioren in be
slag genomen werd, verklaarde zyn huis
heer, dat de huurder eene regelmatige levens-
wyze loidde, geregeld de huur betaalde, zoodat
oogenschynlyk op zyn persoon weinig viel
aan te merken. Als voorwendsel voor zyn
vertrek naar Parys had hy opgegeven, dat
hy daar zyn zwager ging opzoeken. De
waarheid dezer bewering is niet gebleken,
maar volgens de „Indópend&nce" heeft de
huiszoeking niet het minste vermoeden tegen
Jiem aan 't licht gebracht.
In de stad zelve heerscht begrypelykerwyze
geene geringere paniek dan by de herhaalde
nanslagen van het jaar 1892. Opmerkeiyk is,
fiat nagenoeg alle dynamiet-ontploffiugen te
Luik op hetzelfde uur, des avonds te negen
uren, plaats grepen. Ook Zaterdag werd
wederom klokke negen ue slag gehoord. Men
zegt zelfs reeds spreekwoordeiyk te Luik,
dat men er zyn horloge naar eene ontploffing
geiyk kan zetten.
De arbeiders hebben overigens weinig reden
van dankbaarheid jegens de anarchisten,
want het eenige directe gevolg, dat de reeks
aanslagen tot nu too towoeggebracbt heeft,
is, dat het gemeentebestuur alle openbare
betoogingen ter gelegenheid van het Mei feest
der arbeiders verbood.
De stad Parys heeft volgens
eene testamentaire beschikking 8000 fr. ont
vangen, waarvan zy de rente jaarlyks mo6t
besteden voor twee kinderen, die als verwaar
loosd zyn opgenomeD. Zy moet daarvoor onder
de verwaarloosde kinderen de twee kiezen,
welke dezen prys het meest waard zyn.
De sneltrein van Par ij s naar
Keulen ontspoorde Zondag by de Macadet-brug.
De locomotief viel om, een der wagens werd
verbryzeld en eenige reizigers ontvingen lichte
kwetsuren. Overigens liep de ontsporing zonder
ernstige ongelukken af.
Te Madison, in Louisiana, is de
verhouding tusschen de blanken en de negers
zeer gespannen, ten gevolge van den moord,
welke onlangs op een opzichter van eene
plantage gepleegd i6. In de vorige week zyn
niet minder dan 8 negers gelyncht.
Te Chicago hoerschen de pokken
epidemisch. Ongeveer 200 lyders zyn in het
hospi'aal opgenomen en de schandelyke vuilheid
van een deel der stad doet vreezen, dat het
mo9iiyk zal zfin do ziekte spoodig uit te
roeien. Alle scholen in de stad en hare voor
steden zyn gesloten.
Engagement zonder minnebrieven.
Yan mej. Calvó, eene welbekende Ameri-
kaansche zangeres, die verloofd is met den
heer Cain, een Parysch schilder, wordt ver
haald dat zy zich door middel van een phono-
graaf met haren verloofde onderhoudt. Zy
-noemt het werktuig overal mede on vertrouwt
het alles toe, wat zy van tyd tot tyd te zeggen
heeft. Eens in de week zenden do verloofden
elkander dan hunne phonogratnmen.
Alpenongelukkon. Uit do mede-
deelingen van de Duitsche en Oostehryksche
Alpenvereeniging blykt dat iu 1893 in de
Alpen 50 catastrophen, ten gevolge waarvan
80 menschen het leven verloren, hebben plaats
gehad. Hiertoe behooren echter ongeveer 20
ongelukken, aan Edelweisszookers, enz. over
komen; ongelukken, die dus niet met de
eigenlyke „bergsport" te maken hebben. In
het verslag wordt nog als eene byzonderhoid
gemeld, dat de mooilykste toeren betrekkelyk
het veiligst zyn. De meeste slachtoffers
eischen de gemakkolyke toeren, omdat zy den
beginner moeilykheden bieden, welke hy niet
vermoedt en voor welke hy niet geoefend en
toegerust is.
UITLOTrNGEN. 5 pOt. Oostonr. AtDdoolen van
I860 a fl. 600. PremiotrekkiDg van 1 Mei 1894,
betaalbaar 1 Aug. 1894. Hoofdprijzen 11. 300,000
8. 2603 n. 6, fl 50 00 e. 2603 i». 11, fl. 25,000
e. 18177 n. 9; elk fl. 10.000 a. 11697 d. 9 18984
n. 5; elk fl. f.000 8. 1739 d. 17, 8. 1971 n. 16, e.
2556 n. 2, t. 3654 o. 16, e. 6189 d. 4, 3. 02*8 d. 1?,
8. 9772 n. 4, s. 10384 d. 1.8. 110*8 n. 7. p. 11G26
n. 20. e. 14677 e. 6 fl. 15586 d. 5, e. 156 5 v. 7,
fl. 18798 2U, e. 19912 n. 18.
die hy nu oen jaar geleden by u doorbracht."
Von Sehnwitz zuchtte. Ach, de herinnering
aan die dagen bracht hem Diets dan wroeging
en ellendel
Hy begreep, tegenover den bediende, die
in de zaal was, toch ook eens iets te moeten
zeggen en merkte op:
„Het zal ons zeer aangenaam zyn de vor
stelijke familie hier te zien."
Hy hoopte een teeken van goedkeuring
van Laura te ontvangen, maar deze sloeg de
oogen niet op.
„Von Sehnwitz," zeide graaf Von Stenwerck,
„wilt ge my even naar de bibliotheek volgen
Ik wilde u vóór myn vertrek nog wel eens
spreken."
Toen do beido heeren daar gekomen waren,
zeide de graaf Von Stenwerck:
„Ik hob u gisteren reeds gezegd, hoe ge
u tegenover Laura iu de toekomst te gedragen
hebt. Ik twyfel niet of ge zult aan myn
wensch en dien van Laura voldoen. WanDeer
gy niet tracht het voorgevallene t« herstellen,
door Laura het leven zoo draagiyk mogelyk
te maken, dan zal ik u van myn kant toonen,
welk eene macht ik aan het hof bezit. Ik
kaD u, wanneer ik dit wil, in alle opzichten
benadeelen, en ik heb het in myne macht u
als een schurk te brandmerken. Het zal dus
van u afhangen, of de schyn ten minste nog
gered kan worden."
Von Sehnwitz antwoordde niet, maar knikte
byna onmerkbaar toestemmend met het hoofd.
De graaf stond op en wilde zich verwy deren,
maar alvorens de bibliotheek te verlaten,
zeide hy:
„O, ja, dat is waar, Von Sehnwitz, als gy
weer „billets doux" ontvangt, laat ze dan
niet in het boudoir van uwe vrouw slingeren."
Hy nam daarop den nooalottigen brief, dien
Von Sehnwitz den vorigen avond in zyne
woede in elkaar gefrommeld en weggeworpen
had, en reikte dien met een uittartenden lach
aan zyn schoonzoon over.
Daarop verliet hy haastig de bibliotheek,
terwyl Von Sehnwitz, bleek van woede,
achterbleef.
Hy moest zich dit alles maar laten zeggen,
zondor voldoening to kunnen vragen voor de
beleedigende woorden, hem toegevoegd. Ach,
wat gaf hy nog om het leven; wanneer by
er een eind aan maakte, dan was immers
alles gedaan? Maar, wist hy dit wel zeker?
Wanneer er eens een ontwaken was aan
gene zyde des grafs En by de gedachte aan
een hiernamaals beefde hy van angst. Hoe
geheel anders was dat geweest, toen nog
geene schuld zyno ziel bezwaarde 1 Hy dacht
aan zyne kinderjaren, toen hy, gezeten op
den schoot zyner moeder, deze hoorde ver
tellen van den grooten Menschenvriend. Wan
neer hy die dagen van onschuld en geluk
vergeleek met het onzalige vuur, dat hem
in de borst gebrand had en hem het leven
tot eene hel maakte, hoe diep ellendig ge
voelde hy zich danl
Hy kon het in die kamer vol boeken niet
uithouden. De regen kletterde nog steeds
tegen de vensters en de storm loeide steeds
harder door de boomen, maar hy moest in
de vrye natuur.
De 8tryd der elementen daarbuiten was
hem een beeld van den vreeseiyken stryd,
welken hy inwendig voerde.
Laura had hem verstooten, Hulda had hom
tot zich geroepen, en toch wilde hy aan die
roepstem geen gehoor geven, daar hy altyd
nog hoopte Laura's vergeving te erlangen.
Terwyl hy daarover liep na te denken,
hoorde hy geritsel in het struikgewas.
Hy wendde het hoofd naar de zyde, vanwaar
het geluid kwam, en bemerkte een kleinen
jongen, die, verborgen achter het lage eiken
hakhout, hem toewenkte.
Hy trad nader en wilde den jongen vragen,
waarom hy daar wa9.
Deze legde den vinger op de lippen, en toen
Von Sehnwitz hem bereikt had, zeide hy:
„Ik heb bevel ontvangen Uw Hooggeborene
dezen brief te overhandigen," en nadat hy
hem aan Von Sehnwitz overgereikt had, ver
dween hy achter de struiken.
Von Sehnwitz vermoedde terstond wie hem
dezen brief geschreven had. Zyne eerste ge
dachte was den epistel ongelezen te vernie
tigen, maar dat durfde hy niet doen. Hy
maakte hem dus open en las:
„Wy hebben u gisteravond gewacht, maar
gy zyt niet verschenen. Wanneer gy echter
hedenavond niet ter aangeduider plaatse tegen
woordig zyt, dan zult gy de gevolgen van
uwe onverschilligheid moeten dragen."
Von Sehnwitz tuurde als verbysterd op
dien brief. Ach, hoe kon hy tot Hulda gaan,
terwyl zyn hart dorstte naar een liefdebiyk
van Laura?
Terwyl hy met den brief in de hand stond
na to denken wat hy doen moest, hoorde
hy een spottenden lach. Wie was dat? Hij
wendde het hoofd om e zag Laura, die,
vergezeld van haren v«.der, evenaLs hij liet
slechte weer trotseerend, troost en bemoedi
ging door een verbiyf iu de viye natuur
hoopte te vinden.
„Fraai weder voor een reudez-vousl" zeide
zy spottend tot haren vader, terwyl zy naar
de plaats zag, waar Von Sehnwitz stond.
„Laura, laat ons voortgaan 1" antwoordde
de graaf met eene door toorn verstikte stem.
Laura sloeg een blik vol minachting op
haren echtgenoot en wandelde verdei
Toen zy een eind weegs voortgegaan waren,
zeide Laura's vader tot haar:
„Kind, ge zult veel stryd te stryden hebben
ge zyt jong, schoon en door uw man bedrogon
Er zullen misschien velen zyn, die u van het
goede spoor zullen willen afbrengen zeg
my, gevoelt ge u sterk genoeg om de ver
leiding, die wellicht tot u komen zal, te ont
vlieden? Wanneer ge u zwak mocht voslen,
denk dan aan uw vader; kom M1 hemhy zal
u steunen. Ik ben steeds vry .mie ven van
elke smet, te midden van alle véfteidfng; ft
weet dus by ondervinding, dat God helpt,
die zichzelven helpt."
Laura viel haren vader weenend om den
hals, en toen het uur van afscheid gekomen
was, klemde zy zich krampachtig aan hem
vast. Maar de tyd van scheiden was dóar.
De graaf besteeg de voor hem gereedstaande
koets en reed weg.
Wordt vervolgd