N°. 10489.
Vrijdag 4 Mei.
A0. 1894.
gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat alt DRIE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 2 Mei.
Feuilleton.
IN BLOEI GEKNAKT.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlyke Nommers0.06.
PRUS DER ADVERTENTIËN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 j. Grooter®
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.06 berekend.
Een by voegsel der Staatscourant van
heden bevat de by koninkiyk besluit goedge
keurde statuten van: de „Mestery Leiden", te
Leiden, tot bet houden, fokken, mesten, koopen
en verkoopen van varkens, met uitbreiding tot
ander vee en tot pluimgedierte, indien daartoe
op eene alsemeene vergadering mocht worden
besloten. Haar kapitaal bedraagt f 60,000, in
aandeelen van ƒ1000, die alle zyn geplaatst
Benoemd zyntot directeur de heer J. Rinkes
Borger; tot commissaris de heer A. De Koster.
Hedenmiddag ontvingen wy per Neder-
landsche mail de Indische bladen van 30 Maart
tot en met 3 April.
De Waalsche commissie heeft opnieuw
voor het tydperk van drie jaren als haar ver
tegenwoordiger ter Alg. Synode-van de Nederl.-
Herv. Kerk benoemd den heer M. A. Perk,
predikant by de Waalsche gemeente te Amster
dam, wiens diensttyd verstreken is, en als
diens secundus herkozen de heer C. G. Cha-
vannes, pred. by diezelfde gemeente te Leiden.
Uit Katwyk schryft men ons: Nu graaf
Van Limburg Stirum als Kamerlid zitting zal
nemen voor Schiedam en derhalve in het
district Katwyk eene nieuwe verkiezing moet
plaats hebben, wordt van anti-revolutionnaire
zyde wederom het afgetreden lid voor Kat
wyk, de heer J. H. Donner, te Leiden, als
candidaat aanbevolen.
Zoowel de katholieken als de liberalen
zullen thans ook een eigen candidaat in het
strydperk brengen.
Men schryft ons uit Katwyk aan Zee:
Jl. Maandag was in Katwyks gemeenteraad
de benoeming van een gemeente-ontvanger
aan de orde. Reeds lang stond die benoeming
op de agenda en iedereen verwachtte dat zy
nu wel zou geschieden. Maar neen, er kon
niets van komen. De Raad vond redenen, om
haar nog uit te stellen. De zaak is deze. Op
de voordracht komt een ingezetene voor, die,
uit lichamelyke oorzaken ongeschikt geworden
voor zyne vroegere betrekking by de koop
vaardij, thans uitstekend geholpen zou zyn
als de Raad hem tot gemeente-ontvanger be
noemde. Aangezien echter de sollicitant het
werk, aan die betrekking verbonden, niet zelf
zou kunnen doen, gaf een der Raadsleden in
overweging om, bijaldien by benoemd mocht
worden, een ander sollicitant, die ook op de
voordracht staat en als ambtenaar ter secre
tarie reeds eenigen tyd het ontvangerswerk
verricht heeft, als sub-ontvanger aan te stellen.
Ontvanger en sub-ontvanger zouden dan samen
het traktement kunnen genieten. De Raad
wilde op dit voorstel niet dadeiyk ingaan en
stelde de benoeming uit tot de volgende ver
gadering.
Dit uitstel wekt by vele ingezetenen be
vreemding. Dat sommige Raadsleden persoon
lijke voorliefde hebben voor een mede inge
zetene, zwager van een der wethouders, en
door zyne benoeming willen medewerken om
hem aan brood te helpen, laat zich wel ver
staan. Maar de eerste vraag by eene benoeming
dient toch zeker te zyn: hoe wordt het ge
meentebelang het best bevorderd? En dan
dient toch de Raad uit de sollicitanten een
te kiezen, wiens benoeming het meest in het
belang is der gemeente.
Nu staat op de voordracht ook iemand, die
vroeger iD de gemeente gewoond heeft en die,
met administratie bekend, zich zeer spoedig
op de hoogte van het ontvangerswerk zou
kunnen stellen. Ingeval hy benoemd wordt,
is hy voornemens te Katwyk aan den Ryn
een huis te laten bouwen. Als welgesteld man
kan hy de lasten der gemeente helpen dragen,
en bovendien zou hy als bekwaam bouw
kundige de gemeente uitstekende diensten
kunnen bewyzen. Yelen hadden dan ook met
het oog op deze dingen reeds lang zyne be
noeming verwacht. Mogelyk zal de volgende
vergadering hem voor de betrekking aanwyzen.
Men schryft onsReeds lang is door het
y verig gemeentebestuur van Alkemade gezorgd
voor verbetering van den weg door Roelof-
Arendsveen, en veel blyft ten behoeve daar
van nog te doen over doch thans valt deze
verandering ten goede, die verbreeding eerst
recht in het oog, nu men begonnen is de tele
graafpalen van uit het midden naar den kant
te brengen. Eerstdaags zullen ook de lantaarn
palen in hunne rust gestoord worden. En dan
is de weg zóó ruim en flink, dat hy best zou
kunnen dienen als eene baan voor een wieler
wedstrijd. Jammer, dat de oude, versleten en
verouderde bruggetjes nog niet geheel zyn
gemoderniseerd 1
Tot tegen8chatter8 voor de personeels
belasting voor het dienstjaar 1894/1895, om
van de zyde der belastingschuldigen te dienen,
zyn voor Woubrugge herbenoemd de heeren
Wm. Boot en D. Van Essen. De algemeene
beschrijving, zoomede die voor de bedryfs-
belasting, zal 7 dezer aanvangen.
De rekening over 1893, alsmede de be
grooting voor 1894, van den Yier-Ambachts-
Polder, onder de gemeenten Woubrugge, Ryn-
8aterwoude, Ter-Aar en Oudshoorn, zullen voor
ingelanden ter inzage zyn nedergelegd ter
secretarie des polders, te Leimuiden, tot en
met den 8sten Mei e. k.
Voor de inschryving voor de Schuttery,
voor de manneiyke ingezetenen, geboren in
het jaar 1869, zal ten Randhuize to Woubrugge
meer bepaaldeiyk worden gevaceerd op Maan
dag 21 Mei a. 8., des voormiddags van 9
tot 12 uren.
Op het telephoonkantoor in de gemeente
Koudekerk werden gedurende de maand
April behandeld 116 berichten, waarvan ver
zonden 43 en ontvangen 73 stuks.
Tot tegenschatters voor de personeele
belasting voor het dienstjaar 1894/95 zyn
aldaar benoemd de heeren J. Jongeneel Sr.
en Ph. Qualm.
De uitslag der op 1 Mei jl. te Lisse
gehouden keuring van paarden ten behoeve
van 'sRyks dienst, is als volgt:
Opgekomen4 rypaardenallen ongeschikt,
doch 2 geschikt als batterypaardverder 8
trekpaardengeschikt 1, voor altyd ongeschikt 7.
Te Katwyk zyn van de 24 paarden, welke
aan de keuring werden onderworpen, maar
4 goedgekeurd.
Evang.-Luth. Kerk. Drietal te Pekela:
J. H. Bögeholtz, te De Ryp; J. L. F. De
Meyere, te Bodegrave, en J. P. De Meyere,
te Kuilenburg.
Het Museum Meermanno-Westreenianum
(Prinseseegracht No. 30, te 's Gravenhage) zal
gedurende deze maand voor het publiek alleen
geopend zyn den 17den. Op dien dag zyn
toegangskaarten, zoowel aan het Museum zelf
als aan de Koninkiyke Bibliotheek (Voorhout
No 34), te verkrygen.
Het in bultenlandsche bladen vermelde
bericht, als zouden HH. MM. de Koningin en
de Koningin-Regentes in Mei een bezoek aan
Weimar brengen, mist eiken grond.
Met zekerheid kan worden medegedeeld, dat
H. M. de Koningin-Reger.te6 vóór haar ver
trek naar het buitenland in het einde van
Mei of het begin van Juni te Soestdyk geene
audiëntie z*l verleenen aan dames of heeren
uit de provincie Utrecht, autoriteiten wellicht
uitgezonderd.
H.K H. do groothertogin van Saksen wordt
16 Mei a. 8. op het lustslot te Soestdyk
verwacht.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft bepaald dat de verkiezing van een lid
der Tweede Kamer in het hoof ïkiesdistrict
Katwyk, noodig geworden doordien mr. O. J.
H. graaf Van Limburg Stirum, in Schiedam
en Katwyk gekozen, voor eerstgeno -md
district heeft aangenomen, zal plaats hebben
op Vrydag 11 dezer en de herstemming, zoo
noodig, op 25 dezer.
Dezelfde minister heef., uit overweging,
dat mr. J. G. Gleichman, verkozen lil der
Tweede Kamer in het hoofdkiesd strict Ro. ter-
dam, heeft verklaard zyn^ benoeming voor
dat district niet aan te nemtfn; en dat derhalve
eene nieuwe verkiezing van oen lid dier
Kamer in dat hoofdkiesdistrict moet plaats
hebben, bepaald dat die verkiezing zal
geschieden op Vrydag 11 Mei a. s. en de
herstemming, zoo noodig, op Vrydag 26 Mei
daaraanvolgende.
Gisterochtend heeft de kolonel Roose
boom de directie van de Hoogere Krygsschool
overgedragen aan den majoor Plantenga van
den generalen staf.
De heer Rooseboom betuigde in eene korte
toespraak zyn dauk aan de heeren leeraren
voor den hem verleenden steun, aan de
gedetacheerde officieren voor hun yver en
toewyding en aan den sergeant-majoor-
schryver Hilgers voor zfine trouwe diensten.
Naar wy vernemen, zal het Nederlandsch
Landbouwcomité den 15den dezer eene alge
me9ne vergadering houden, waartoe thans
wederom de vergaderzaal van do Eerste Kamer
der Staten Generaal ter beschikking is gesteld
Men schryft ons uit Utrecht, dd. 1 Mei:
De drukkery van onzen verdienstelyken
stadgenoot den heer J. Van Boekhoven vierde
heden een belangryk feest ter herinnering van
haar 50-jarig bestaan. Ook het uitgebreid
personeel is niet achtergebleven met do zicht
bare biyken van waardeering van den patroon,
vooral bestaande in een prachtig monumen
taal geschenk in massief zilver, ontworpen
en vervaardigd door de heeren Van Kempen
Sc Zonen, alhier.
Dit kunstig bewerkte stuk is ryk versierd
met fraai toepasselyk beeldwerk en medail
lons, die attributen voorstellen der drukkery,
getooid met lauwertakken, waarin tevens het
Utrechtsch wapen Is aangebracht. Op den voet
bevindt zich in keurige letters de inscriptie,
luidende: „Aan hunnen Patroon, den heer J.
Van Boekhoven, 1 Mei 1894. Het Personeel".
Ongetwyfeld zal dit kostbaar biyk van be
langstelling van het personeel de feestvreugde
van den dag belangryk verhoogen.
De heer v. Boekhoven begon zyne drukkery
met een heel eenvoudig handpersje, waar nu
eene machine staat, welke 22 persen in
beweging brengt.
In het begin vereenigde de heer Boekhoven
in zich de betrekking van patroon en van
personeel. Hy zette zelf, hy drukte zelf, hy
bezorgde zyne pakjes zelf.
Heel lang heeft dio eigenaardige toestand
niet geduurd. Van Schaik, de tegenwoordige
meesterknecht der drukkery, is reeds 46 jaren;
Schouten, meesterknecht der zettery, die een
paar maanden geleden overleed, was 44 jaren
by den heer Boekhoven werkzaam.
Gisteravond vergaderde de liberale kies-
voreeniging „Vooruitgang", te Rotterdam, om
een candidaat te stelleu voor de Tweede
Kamer, nu mr. Gleichman heeft bedankt.
Voorlezing werd gedaan van oen brief der
kiesvereenigiDg „Recht en Orde," die voor
stelt mr. F. Walther, oud-lid, voor Hontenisse,
te steunen, daarby een beroep doende op het
billykheidsgevoel en de ridderiykheid der leden,
daar de katholieken vyf candidaten van „Voor
uitgang" steunden. In zfin praeadvies deed
het bestuur van „Voorwaarts" uitkomen, dat
geene onderhandelingen destyds daarover had
den plaats gehad en do katholi. ken uit vrfie
beweging de candidaten hadden gesteund. Niet
gerechtvaardigd acht het bestuur dus een
hunner te stellen, daar vastgehouden moet
worden het beginsel, dat de candidaten in
stemmen met het programma van „Voor
uitgang."
Ingekomen was een schry ven van de heeren
Muntz c. 8., aanbevelend mr. Jan Van Gennep,
in Rotterdam geen vreemdeling, die eene reeks
van jaren lid van den Raad was, waarvan
drie jaren wethouder. De heer Van Gennep
heeft eene eervolle politieke loopbaan achter
zich; tien jaren was hy afgevaardigde voor
Rotterdam naar de Tweede Kamer. Sedert
1888 is hy lid der Eerste Kamer. Als zoodaDig
bekleedde hy eene eereplaats en vervulde eene
zeer belangryke iol, daarby blyken gevende
van bekwaamneid, tact en nauwgezetheid. Wat
betreft het vraagstuk kiesrecht, is hy homo
geen met de andere gekozen afgevaardigden
en zal dus in dezelfde richting werkzaam zfin.
De heer Van Gennep werd daarop gepro
clameerd met 106 van de 111 stemmen.
Het bestuur van de „Liberale Unie" heeft
aan de besturen der kiesvereenigingen, leden
der „Liberale Unie", medegedeeld, dat het, met
het oog op de staatkundige gebeurtenissen,
gemeend heeft, de gewone jaailyksche aige-
meene vergadering, die volgens ae bepalingen
van het huishoudeiyk reglement in den regel
vóór 1 Mei moet gehouden worden, ditmaal
nog niet te moeten uitschryven.
Het is het voornemen van het bestuur, da
vergadering in de laatste helft van Mei of in
de eerste helft van Juni te doen houden.
Men schryft aan het „Utr. Dbl." uit
Bloemfontein: „Als deze regelen u bereikt
hebben, is de alom geliefde gade van onzen
dierbaren staats-president F. W. Reitz in uw
midden. Wy twyfelen niet of zy zal hartelyk
verwelkomd zyn in Nederland en vooral to
Delft, hare geboorteplaats. Zeer waarschynlyk,
alhoewel nog niet zeker, zal de president zyne
gemalin komen halen.
„Van harte wenschen wy mevrouw Reitz
een genoegiyk verbiyf toe onder haars vaders
gastvry dak, in oud-Holland, en eene voor
spoedige reis herwaarts, waar wy haar niet
gaarne missen."
De gep. hoofd intendant van het O.-I. leger
G. P. J. Ockeree, ridder van de Eikekroon,
is te Salatiga overleden.
Gisteren zyn te Nieuwediep op de go-
bruikeiyke wyzo in dienst gesteld Hr. Ma.
ramschip „Stier" en stoomkanonneerbooteu
„Heimdall" en „Braga", onderscheidenlyk ondor
commando van den kapt. ter zee K. A. Stukman
Bosse en de luits. ter zee lste kl. J. C. Jeekel
en A. W. F. C. Van Woerden.
Naar men verneemt, heeft dr. J. Nieuwen-
huizen Kruseman, directeur der H. B.-S. te
Gorkum, ontslag uit zyne betrekking gevraagd.
Te Maastricht is in den ou erdom van
63 jaren overleden de heer F. L. J. Dumoulin,
notaris. De overledene was lid van verschil
lende weldadige instellingen en wetenschap-
pelyke genootschappen.
De algemeene vergadering der vereeniging
van leeraren aan inrichtingen van middelbaar
onderwy's zal dit jaar gehouden worden te
Arnhem op Vrydag 24 en Zaterdag 25
Augustus.
Naar „De Amst." verneemt, heeft do
heer Do Beaufort beslist geweigerd, in het
te vormen Kabinet eene plaats in te nemen.
Het „Vad.", dat gisteren het bericht, dat
den heer Röell de vorming van een kabinet
was opgedragen, voorbarig noemde, deelt thans
mede dat, naar vry algemeen wordt geloofd,
wel aan den heer Röell die dracht is ge
daan, maar dat die door hem >oralsnog niot
definitief is aanvaard.
Er heeft zich thans te Groningen een©
commissie gevormd, die zich belast bydragen
in ontvangst te nemen voor een gedenkteeken
voor Jan Goevemour. Deze commissie bestaat
uit de heeren: W. J. Veenhuizen, voorzitter;
prof. dr. W. Hecker, N. Rost Ezn., G. Wouters,
penningmeester; L. Leopold, mr. H. Fnma,
secretaris; J. H. Bekker, Is. Gorter, J. Suringa
en J. Van den Berg, en de dames mevr.
Frima, mej. M. Versteege en mej. Bakker.
Behalve eenige giften van verschillende
personen werd voor dit doel reeds f 60
ontvangen van het studentencorps „Vindicat
atque Polit."
64)
Een gevoel van ODuitsprekeiyken weemoed
kwam over hem. Hy was dus niet geheel
verlaten? De vrouw, die zooveel om hem ge
leden had zonder hem aan te klagen, beminde
hem, trots alles, wat er gebeurd was. En
hy boog zich voorover en drukte Hulda een
kus op het voorhoofd.
Zy beefde van geluk, greep zfine handen
©n riep:
„Ach, nietwaar Lu, ik wist het wel; ge
hebt my nog altyd lief; die trotsche, koele
Laura zal zonder u haren weg wel vinden."
By het vernemen van Laura's Daam sprong
hy op en zeide driftig:
Luister, Hulda; noem my nimmer dien
naam. Laura heeft my van zich gestooten;
zy behandelt my met minachtingmaar daar
heeft zy het volste recht toe. Tracht echter
nooit die engelreine vrouw by my in ver
denking te brengen, want, by den Hemel l
elk woord, ten nadeele van haar door u uit
gesproken, zal u duur te staan komen!"
Hulda had aandachtig geluisterd naar de
woorden, die Von Sehnwitz tot haar sprak.
Toen hy op haar antwoord wachtte, zeide zy
„Ik zal haren naam niet weer in uwe
tegenwoordigheid noemen."
Von Sehnwitz was voldaan en toen hy nog
eenigen tyd by haar vertoefd en zy hem het
een en ander over de door haar gedane reis
verhaald had, stond hy op om heen te gaan.
Hy reikte Hulda de hand tot afscheid en zy
kuste deze.
Hy wendde zich daarop van haar af en
lette niet op den teleurgestelden blik, dien
Hulda op hem sloeg.
Toen hy de kamer wilde verlaten, riep
Hulda hem toe:
„Lu, als ge my geen kus wilt geven tot
afscheid, geef hem dan ten minste aan den
kleinen Ludwigl"
„Wat?" riop Von Sehnwitz, „heet dat kind
zóó?Waarom hebt ge het dien naam gegeven?"
„Omdat ik den vader van dit kind lief heb,"
antwoordde Hulda. „Komt ge spoodig terug?"
vervolgde zy op vleienden toon; „maar geef
uw zoon nu eerst een kusl"
Toen Von Sehnwitz stokstyf bleef staan,
zeide Hulda: „Nu, als ge het niet wilt, dan
behoeft het niet."
De ongelukkige vader boog zich voorover,
drukte een vluchtigen kus op het voorhoofdje
van het kind en liep yiings heen.
Buiten de deur stond zyn geleider hem op
te wachten en spoedig was hy weder op den
bekenden weg gebracht. Toen hy thuisge
komen was, draaide alles hem voor de oogen.
Was hy het wel, die daar als een dief in
den nacht naar de houtvesterswoning was
geslopen
„Mevrouw is reeds te bed gegaan," zeide
de bediende, die hem de deur opende.
„*t Is goed," antwoordde Von 8ehnwitz.
„Ge kunt allen naar bed gaan. Breng my
wyn in de rookkamer.
Hy ging naar boven. Toen hy Laura's kamer
voorbyging, hoorde by den kleinen Adelbert
schreien en Laura zingen
„Jetzt nooh, meiu i-öhuohen, iet goldene Zoit,
t-patcr, ach epator iet 'a uiiomer wie beat,
Stallen eret Burgen uoa 'b Lager eioh her,
ÖöbnoheD, dane eohl&fet sioh 'e eo rahig niobt mehr.
Scblaf,HerzeDB-8Óhnchenl and kom tut gleioh die Nacht,
S-.tzt doch die Matter &m Bottchen and wacbt,
Sei ea so spat aaoh and eei ee so früh:
Matterlieb, Herzohen, eDtbohlammert dooh »ie?"
Von Sehnwitz luisterde aan de deur. „Ach,"
zuchtte by, „zy kan zingen 1"
Hy hoorde niet het beven der stem; hy
zag niet de tranen, die over hare wangen
biggeldenmet eeno verwenschiDg op de
lippen ging hy naar de rookkamer, maar de
wyn noch zyne pyp smaakten hem. Hy ging
spoedig te bed, maar kon den slaap niet vatten.
Toen Von Sehnwitz vertrokken was, werd
de deur van de kamer, waarin Hulda lag,
opengedaan, en de gravin Von Hohenstein
trad de kamer in.
„Ge hebt u toch niet te veel opgewonden
zeide zy tot Hulda; „het was eigeniyk eene
groote dwaasheid hem hier te ontbieden, ter-
wyi gy zoo zwak zyt."
„Ach, tante, nu ik hem gezien heb, zal
die zwakte wel spoedig overgaan. Hy heeft
my een kus gegeven l"
„Een Judaskus, anders niet," zeide de
gravin minachtend; „als hy thuisgekomen
is, dan zal hy Laura iets op de mouw spelden
om zyn uitgaan te verontschuldigen; zy zal
hem gelooven en zy soupeeren te zamen als
twee tortelduifjes. Ge hadt hem moeten over
laden met verwyten, in plaats van u door
hem te laten kussen 1 Bespotteiyki Heb ge
nog niet genoeg geleden voor uwe dwaas
heid? Ge hebt den door my gegeven raad al
heel slecht opgevolgd. Ik had u wel gezegd
te trachten hem te betooveren, maar niet om
uzelve weg te gooien. Waarom hebt ge bet
tot het uiterste gedreven Ik heb u dit reeds
zoo dikwyis gezegd en zal nu maar over die
zaak zwygen. Denkt ge dat ik het genoegiyk
vind hier verbiyf te houden met eene zieke
nicht en een schreeuwend kind tot eonig ge
zelschap, terwyi myn kasteel ledig staat?"
Hulda was kermend in de kussens neer
gezonken. Een doodeiyk bleek overtoog baar
gelaat en de gravin kwam yiiDgs met water
en bevochtigde daarmede de slapen en de
polsen der ongelukkige vrouw.
KVK
Toen de volgende morgen aangebroken was
en Von Sehnwitz de ontbytkamer binnentrad,
was daar buiten alles vroolykheid en zonae
scbyn. Het was alsof de zomer, alvorens
voorgoed afscheid te nemen, zich nog eenmaal
in zfine volle pracht wilde vertoonen. De zon
scheen zóó helder op de roode en bruine
bladoren der eiken en beuken, en de bont
gekleurde asters en trotsche dahlia's stonden
nog zóó fleurig, dat zelfs oen groot pessimist,
als Von Sehnwitz op dat oogenblik was, een
blik van bewondering moest overhebben voor
hot tooneel, dat zich aan zyn oog ontrolde.
„Mevrouw heeft hoofdpijnzy komt niet
aan het ontbyt," zeide Gretchon tot hem.
„Wanneer u den kleinen Adelbert zien wil:
yj is in de kinderkamer."
„Hot is goed," mompelde Von Sehnwitz.
„Dat is zooveel gezegd als: biyf maar uit
myne vertrekken weg. Zooals gy wlit,
mevrouw 1"
Laura kwam ook niet aan den middagdisch.
Zy had haren troost gezocht in het schry ven
van een brief aan hare vriendin in Holland.
„Lieve Emmal
Weder zet ik my neder om aan u te schry-
ven, maar nu niet als voorheen met vroolyk
oog en lachende lippen; helaas, de myne
zullen nimmer moer lachen. Ik span my in
om met den kiemen Adelbert te spelou; hy
is gelukkig nog te joeg, om iets van de smart
zyner moeder te begrypen.
Ach, Emma, ik huiver by de gedachte,
dat er eenmaal een tyd zal komen, waarop
hy vernemen zal, welk treurig lot bet doel
zyner moeder is geweest. Eu weldra zal een
tweede kindje myne zorg ©ve i noodig hobben
als hy.
Maar ge weet nog niot wat er gebeurd is;
myne pen weigert het neor te scbryven,
maar: moed gevat.
Emma, Ludwig ie my ontrouw geworden
Ik heb de bewyzen daarvan in handen gehad.
Op een avond werd my een brief aan zyn
adres gegeven. Door eene toevallige omstan
digheid werd ik den inhoud gewaar en dezo
was voor my verpletterend.
(Wordt vervolgd.)