N°. 10489. Vrijdag 4 Mei. A0. 1894. gourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat alt DRIE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 2 Mei. Feuilleton. IN BLOEI GEKNAKT. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlyke Nommers0.06. PRUS DER ADVERTENTIËN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 j. Grooter® letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.06 berekend. Een by voegsel der Staatscourant van heden bevat de by koninkiyk besluit goedge keurde statuten van: de „Mestery Leiden", te Leiden, tot bet houden, fokken, mesten, koopen en verkoopen van varkens, met uitbreiding tot ander vee en tot pluimgedierte, indien daartoe op eene alsemeene vergadering mocht worden besloten. Haar kapitaal bedraagt f 60,000, in aandeelen van ƒ1000, die alle zyn geplaatst Benoemd zyntot directeur de heer J. Rinkes Borger; tot commissaris de heer A. De Koster. Hedenmiddag ontvingen wy per Neder- landsche mail de Indische bladen van 30 Maart tot en met 3 April. De Waalsche commissie heeft opnieuw voor het tydperk van drie jaren als haar ver tegenwoordiger ter Alg. Synode-van de Nederl.- Herv. Kerk benoemd den heer M. A. Perk, predikant by de Waalsche gemeente te Amster dam, wiens diensttyd verstreken is, en als diens secundus herkozen de heer C. G. Cha- vannes, pred. by diezelfde gemeente te Leiden. Uit Katwyk schryft men ons: Nu graaf Van Limburg Stirum als Kamerlid zitting zal nemen voor Schiedam en derhalve in het district Katwyk eene nieuwe verkiezing moet plaats hebben, wordt van anti-revolutionnaire zyde wederom het afgetreden lid voor Kat wyk, de heer J. H. Donner, te Leiden, als candidaat aanbevolen. Zoowel de katholieken als de liberalen zullen thans ook een eigen candidaat in het strydperk brengen. Men schryft ons uit Katwyk aan Zee: Jl. Maandag was in Katwyks gemeenteraad de benoeming van een gemeente-ontvanger aan de orde. Reeds lang stond die benoeming op de agenda en iedereen verwachtte dat zy nu wel zou geschieden. Maar neen, er kon niets van komen. De Raad vond redenen, om haar nog uit te stellen. De zaak is deze. Op de voordracht komt een ingezetene voor, die, uit lichamelyke oorzaken ongeschikt geworden voor zyne vroegere betrekking by de koop vaardij, thans uitstekend geholpen zou zyn als de Raad hem tot gemeente-ontvanger be noemde. Aangezien echter de sollicitant het werk, aan die betrekking verbonden, niet zelf zou kunnen doen, gaf een der Raadsleden in overweging om, bijaldien by benoemd mocht worden, een ander sollicitant, die ook op de voordracht staat en als ambtenaar ter secre tarie reeds eenigen tyd het ontvangerswerk verricht heeft, als sub-ontvanger aan te stellen. Ontvanger en sub-ontvanger zouden dan samen het traktement kunnen genieten. De Raad wilde op dit voorstel niet dadeiyk ingaan en stelde de benoeming uit tot de volgende ver gadering. Dit uitstel wekt by vele ingezetenen be vreemding. Dat sommige Raadsleden persoon lijke voorliefde hebben voor een mede inge zetene, zwager van een der wethouders, en door zyne benoeming willen medewerken om hem aan brood te helpen, laat zich wel ver staan. Maar de eerste vraag by eene benoeming dient toch zeker te zyn: hoe wordt het ge meentebelang het best bevorderd? En dan dient toch de Raad uit de sollicitanten een te kiezen, wiens benoeming het meest in het belang is der gemeente. Nu staat op de voordracht ook iemand, die vroeger iD de gemeente gewoond heeft en die, met administratie bekend, zich zeer spoedig op de hoogte van het ontvangerswerk zou kunnen stellen. Ingeval hy benoemd wordt, is hy voornemens te Katwyk aan den Ryn een huis te laten bouwen. Als welgesteld man kan hy de lasten der gemeente helpen dragen, en bovendien zou hy als bekwaam bouw kundige de gemeente uitstekende diensten kunnen bewyzen. Yelen hadden dan ook met het oog op deze dingen reeds lang zyne be noeming verwacht. Mogelyk zal de volgende vergadering hem voor de betrekking aanwyzen. Men schryft onsReeds lang is door het y verig gemeentebestuur van Alkemade gezorgd voor verbetering van den weg door Roelof- Arendsveen, en veel blyft ten behoeve daar van nog te doen over doch thans valt deze verandering ten goede, die verbreeding eerst recht in het oog, nu men begonnen is de tele graafpalen van uit het midden naar den kant te brengen. Eerstdaags zullen ook de lantaarn palen in hunne rust gestoord worden. En dan is de weg zóó ruim en flink, dat hy best zou kunnen dienen als eene baan voor een wieler wedstrijd. Jammer, dat de oude, versleten en verouderde bruggetjes nog niet geheel zyn gemoderniseerd 1 Tot tegen8chatter8 voor de personeels belasting voor het dienstjaar 1894/1895, om van de zyde der belastingschuldigen te dienen, zyn voor Woubrugge herbenoemd de heeren Wm. Boot en D. Van Essen. De algemeene beschrijving, zoomede die voor de bedryfs- belasting, zal 7 dezer aanvangen. De rekening over 1893, alsmede de be grooting voor 1894, van den Yier-Ambachts- Polder, onder de gemeenten Woubrugge, Ryn- 8aterwoude, Ter-Aar en Oudshoorn, zullen voor ingelanden ter inzage zyn nedergelegd ter secretarie des polders, te Leimuiden, tot en met den 8sten Mei e. k. Voor de inschryving voor de Schuttery, voor de manneiyke ingezetenen, geboren in het jaar 1869, zal ten Randhuize to Woubrugge meer bepaaldeiyk worden gevaceerd op Maan dag 21 Mei a. 8., des voormiddags van 9 tot 12 uren. Op het telephoonkantoor in de gemeente Koudekerk werden gedurende de maand April behandeld 116 berichten, waarvan ver zonden 43 en ontvangen 73 stuks. Tot tegenschatters voor de personeele belasting voor het dienstjaar 1894/95 zyn aldaar benoemd de heeren J. Jongeneel Sr. en Ph. Qualm. De uitslag der op 1 Mei jl. te Lisse gehouden keuring van paarden ten behoeve van 'sRyks dienst, is als volgt: Opgekomen4 rypaardenallen ongeschikt, doch 2 geschikt als batterypaardverder 8 trekpaardengeschikt 1, voor altyd ongeschikt 7. Te Katwyk zyn van de 24 paarden, welke aan de keuring werden onderworpen, maar 4 goedgekeurd. Evang.-Luth. Kerk. Drietal te Pekela: J. H. Bögeholtz, te De Ryp; J. L. F. De Meyere, te Bodegrave, en J. P. De Meyere, te Kuilenburg. Het Museum Meermanno-Westreenianum (Prinseseegracht No. 30, te 's Gravenhage) zal gedurende deze maand voor het publiek alleen geopend zyn den 17den. Op dien dag zyn toegangskaarten, zoowel aan het Museum zelf als aan de Koninkiyke Bibliotheek (Voorhout No 34), te verkrygen. Het in bultenlandsche bladen vermelde bericht, als zouden HH. MM. de Koningin en de Koningin-Regentes in Mei een bezoek aan Weimar brengen, mist eiken grond. Met zekerheid kan worden medegedeeld, dat H. M. de Koningin-Reger.te6 vóór haar ver trek naar het buitenland in het einde van Mei of het begin van Juni te Soestdyk geene audiëntie z*l verleenen aan dames of heeren uit de provincie Utrecht, autoriteiten wellicht uitgezonderd. H.K H. do groothertogin van Saksen wordt 16 Mei a. 8. op het lustslot te Soestdyk verwacht. De minister van binnenlandsche zaken heeft bepaald dat de verkiezing van een lid der Tweede Kamer in het hoof ïkiesdistrict Katwyk, noodig geworden doordien mr. O. J. H. graaf Van Limburg Stirum, in Schiedam en Katwyk gekozen, voor eerstgeno -md district heeft aangenomen, zal plaats hebben op Vrydag 11 dezer en de herstemming, zoo noodig, op 25 dezer. Dezelfde minister heef., uit overweging, dat mr. J. G. Gleichman, verkozen lil der Tweede Kamer in het hoofdkiesd strict Ro. ter- dam, heeft verklaard zyn^ benoeming voor dat district niet aan te nemtfn; en dat derhalve eene nieuwe verkiezing van oen lid dier Kamer in dat hoofdkiesdistrict moet plaats hebben, bepaald dat die verkiezing zal geschieden op Vrydag 11 Mei a. s. en de herstemming, zoo noodig, op Vrydag 26 Mei daaraanvolgende. Gisterochtend heeft de kolonel Roose boom de directie van de Hoogere Krygsschool overgedragen aan den majoor Plantenga van den generalen staf. De heer Rooseboom betuigde in eene korte toespraak zyn dauk aan de heeren leeraren voor den hem verleenden steun, aan de gedetacheerde officieren voor hun yver en toewyding en aan den sergeant-majoor- schryver Hilgers voor zfine trouwe diensten. Naar wy vernemen, zal het Nederlandsch Landbouwcomité den 15den dezer eene alge me9ne vergadering houden, waartoe thans wederom de vergaderzaal van do Eerste Kamer der Staten Generaal ter beschikking is gesteld Men schryft ons uit Utrecht, dd. 1 Mei: De drukkery van onzen verdienstelyken stadgenoot den heer J. Van Boekhoven vierde heden een belangryk feest ter herinnering van haar 50-jarig bestaan. Ook het uitgebreid personeel is niet achtergebleven met do zicht bare biyken van waardeering van den patroon, vooral bestaande in een prachtig monumen taal geschenk in massief zilver, ontworpen en vervaardigd door de heeren Van Kempen Sc Zonen, alhier. Dit kunstig bewerkte stuk is ryk versierd met fraai toepasselyk beeldwerk en medail lons, die attributen voorstellen der drukkery, getooid met lauwertakken, waarin tevens het Utrechtsch wapen Is aangebracht. Op den voet bevindt zich in keurige letters de inscriptie, luidende: „Aan hunnen Patroon, den heer J. Van Boekhoven, 1 Mei 1894. Het Personeel". Ongetwyfeld zal dit kostbaar biyk van be langstelling van het personeel de feestvreugde van den dag belangryk verhoogen. De heer v. Boekhoven begon zyne drukkery met een heel eenvoudig handpersje, waar nu eene machine staat, welke 22 persen in beweging brengt. In het begin vereenigde de heer Boekhoven in zich de betrekking van patroon en van personeel. Hy zette zelf, hy drukte zelf, hy bezorgde zyne pakjes zelf. Heel lang heeft dio eigenaardige toestand niet geduurd. Van Schaik, de tegenwoordige meesterknecht der drukkery, is reeds 46 jaren; Schouten, meesterknecht der zettery, die een paar maanden geleden overleed, was 44 jaren by den heer Boekhoven werkzaam. Gisteravond vergaderde de liberale kies- voreeniging „Vooruitgang", te Rotterdam, om een candidaat te stelleu voor de Tweede Kamer, nu mr. Gleichman heeft bedankt. Voorlezing werd gedaan van oen brief der kiesvereenigiDg „Recht en Orde," die voor stelt mr. F. Walther, oud-lid, voor Hontenisse, te steunen, daarby een beroep doende op het billykheidsgevoel en de ridderiykheid der leden, daar de katholieken vyf candidaten van „Voor uitgang" steunden. In zfin praeadvies deed het bestuur van „Voorwaarts" uitkomen, dat geene onderhandelingen destyds daarover had den plaats gehad en do katholi. ken uit vrfie beweging de candidaten hadden gesteund. Niet gerechtvaardigd acht het bestuur dus een hunner te stellen, daar vastgehouden moet worden het beginsel, dat de candidaten in stemmen met het programma van „Voor uitgang." Ingekomen was een schry ven van de heeren Muntz c. 8., aanbevelend mr. Jan Van Gennep, in Rotterdam geen vreemdeling, die eene reeks van jaren lid van den Raad was, waarvan drie jaren wethouder. De heer Van Gennep heeft eene eervolle politieke loopbaan achter zich; tien jaren was hy afgevaardigde voor Rotterdam naar de Tweede Kamer. Sedert 1888 is hy lid der Eerste Kamer. Als zoodaDig bekleedde hy eene eereplaats en vervulde eene zeer belangryke iol, daarby blyken gevende van bekwaamneid, tact en nauwgezetheid. Wat betreft het vraagstuk kiesrecht, is hy homo geen met de andere gekozen afgevaardigden en zal dus in dezelfde richting werkzaam zfin. De heer Van Gennep werd daarop gepro clameerd met 106 van de 111 stemmen. Het bestuur van de „Liberale Unie" heeft aan de besturen der kiesvereenigingen, leden der „Liberale Unie", medegedeeld, dat het, met het oog op de staatkundige gebeurtenissen, gemeend heeft, de gewone jaailyksche aige- meene vergadering, die volgens ae bepalingen van het huishoudeiyk reglement in den regel vóór 1 Mei moet gehouden worden, ditmaal nog niet te moeten uitschryven. Het is het voornemen van het bestuur, da vergadering in de laatste helft van Mei of in de eerste helft van Juni te doen houden. Men schryft aan het „Utr. Dbl." uit Bloemfontein: „Als deze regelen u bereikt hebben, is de alom geliefde gade van onzen dierbaren staats-president F. W. Reitz in uw midden. Wy twyfelen niet of zy zal hartelyk verwelkomd zyn in Nederland en vooral to Delft, hare geboorteplaats. Zeer waarschynlyk, alhoewel nog niet zeker, zal de president zyne gemalin komen halen. „Van harte wenschen wy mevrouw Reitz een genoegiyk verbiyf toe onder haars vaders gastvry dak, in oud-Holland, en eene voor spoedige reis herwaarts, waar wy haar niet gaarne missen." De gep. hoofd intendant van het O.-I. leger G. P. J. Ockeree, ridder van de Eikekroon, is te Salatiga overleden. Gisteren zyn te Nieuwediep op de go- bruikeiyke wyzo in dienst gesteld Hr. Ma. ramschip „Stier" en stoomkanonneerbooteu „Heimdall" en „Braga", onderscheidenlyk ondor commando van den kapt. ter zee K. A. Stukman Bosse en de luits. ter zee lste kl. J. C. Jeekel en A. W. F. C. Van Woerden. Naar men verneemt, heeft dr. J. Nieuwen- huizen Kruseman, directeur der H. B.-S. te Gorkum, ontslag uit zyne betrekking gevraagd. Te Maastricht is in den ou erdom van 63 jaren overleden de heer F. L. J. Dumoulin, notaris. De overledene was lid van verschil lende weldadige instellingen en wetenschap- pelyke genootschappen. De algemeene vergadering der vereeniging van leeraren aan inrichtingen van middelbaar onderwy's zal dit jaar gehouden worden te Arnhem op Vrydag 24 en Zaterdag 25 Augustus. Naar „De Amst." verneemt, heeft do heer Do Beaufort beslist geweigerd, in het te vormen Kabinet eene plaats in te nemen. Het „Vad.", dat gisteren het bericht, dat den heer Röell de vorming van een kabinet was opgedragen, voorbarig noemde, deelt thans mede dat, naar vry algemeen wordt geloofd, wel aan den heer Röell die dracht is ge daan, maar dat die door hem >oralsnog niot definitief is aanvaard. Er heeft zich thans te Groningen een© commissie gevormd, die zich belast bydragen in ontvangst te nemen voor een gedenkteeken voor Jan Goevemour. Deze commissie bestaat uit de heeren: W. J. Veenhuizen, voorzitter; prof. dr. W. Hecker, N. Rost Ezn., G. Wouters, penningmeester; L. Leopold, mr. H. Fnma, secretaris; J. H. Bekker, Is. Gorter, J. Suringa en J. Van den Berg, en de dames mevr. Frima, mej. M. Versteege en mej. Bakker. Behalve eenige giften van verschillende personen werd voor dit doel reeds f 60 ontvangen van het studentencorps „Vindicat atque Polit." 64) Een gevoel van ODuitsprekeiyken weemoed kwam over hem. Hy was dus niet geheel verlaten? De vrouw, die zooveel om hem ge leden had zonder hem aan te klagen, beminde hem, trots alles, wat er gebeurd was. En hy boog zich voorover en drukte Hulda een kus op het voorhoofd. Zy beefde van geluk, greep zfine handen ©n riep: „Ach, nietwaar Lu, ik wist het wel; ge hebt my nog altyd lief; die trotsche, koele Laura zal zonder u haren weg wel vinden." By het vernemen van Laura's Daam sprong hy op en zeide driftig: Luister, Hulda; noem my nimmer dien naam. Laura heeft my van zich gestooten; zy behandelt my met minachtingmaar daar heeft zy het volste recht toe. Tracht echter nooit die engelreine vrouw by my in ver denking te brengen, want, by den Hemel l elk woord, ten nadeele van haar door u uit gesproken, zal u duur te staan komen!" Hulda had aandachtig geluisterd naar de woorden, die Von Sehnwitz tot haar sprak. Toen hy op haar antwoord wachtte, zeide zy „Ik zal haren naam niet weer in uwe tegenwoordigheid noemen." Von Sehnwitz was voldaan en toen hy nog eenigen tyd by haar vertoefd en zy hem het een en ander over de door haar gedane reis verhaald had, stond hy op om heen te gaan. Hy reikte Hulda de hand tot afscheid en zy kuste deze. Hy wendde zich daarop van haar af en lette niet op den teleurgestelden blik, dien Hulda op hem sloeg. Toen hy de kamer wilde verlaten, riep Hulda hem toe: „Lu, als ge my geen kus wilt geven tot afscheid, geef hem dan ten minste aan den kleinen Ludwigl" „Wat?" riop Von Sehnwitz, „heet dat kind zóó?Waarom hebt ge het dien naam gegeven?" „Omdat ik den vader van dit kind lief heb," antwoordde Hulda. „Komt ge spoodig terug?" vervolgde zy op vleienden toon; „maar geef uw zoon nu eerst een kusl" Toen Von Sehnwitz stokstyf bleef staan, zeide Hulda: „Nu, als ge het niet wilt, dan behoeft het niet." De ongelukkige vader boog zich voorover, drukte een vluchtigen kus op het voorhoofdje van het kind en liep yiings heen. Buiten de deur stond zyn geleider hem op te wachten en spoedig was hy weder op den bekenden weg gebracht. Toen hy thuisge komen was, draaide alles hem voor de oogen. Was hy het wel, die daar als een dief in den nacht naar de houtvesterswoning was geslopen „Mevrouw is reeds te bed gegaan," zeide de bediende, die hem de deur opende. „*t Is goed," antwoordde Von 8ehnwitz. „Ge kunt allen naar bed gaan. Breng my wyn in de rookkamer. Hy ging naar boven. Toen hy Laura's kamer voorbyging, hoorde by den kleinen Adelbert schreien en Laura zingen „Jetzt nooh, meiu i-öhuohen, iet goldene Zoit, t-patcr, ach epator iet 'a uiiomer wie beat, Stallen eret Burgen uoa 'b Lager eioh her, ÖöbnoheD, dane eohl&fet sioh 'e eo rahig niobt mehr. Scblaf,HerzeDB-8Óhnchenl and kom tut gleioh die Nacht, S-.tzt doch die Matter &m Bottchen and wacbt, Sei ea so spat aaoh and eei ee so früh: Matterlieb, Herzohen, eDtbohlammert dooh »ie?" Von Sehnwitz luisterde aan de deur. „Ach," zuchtte by, „zy kan zingen 1" Hy hoorde niet het beven der stem; hy zag niet de tranen, die over hare wangen biggeldenmet eeno verwenschiDg op de lippen ging hy naar de rookkamer, maar de wyn noch zyne pyp smaakten hem. Hy ging spoedig te bed, maar kon den slaap niet vatten. Toen Von Sehnwitz vertrokken was, werd de deur van de kamer, waarin Hulda lag, opengedaan, en de gravin Von Hohenstein trad de kamer in. „Ge hebt u toch niet te veel opgewonden zeide zy tot Hulda; „het was eigeniyk eene groote dwaasheid hem hier te ontbieden, ter- wyi gy zoo zwak zyt." „Ach, tante, nu ik hem gezien heb, zal die zwakte wel spoedig overgaan. Hy heeft my een kus gegeven l" „Een Judaskus, anders niet," zeide de gravin minachtend; „als hy thuisgekomen is, dan zal hy Laura iets op de mouw spelden om zyn uitgaan te verontschuldigen; zy zal hem gelooven en zy soupeeren te zamen als twee tortelduifjes. Ge hadt hem moeten over laden met verwyten, in plaats van u door hem te laten kussen 1 Bespotteiyki Heb ge nog niet genoeg geleden voor uwe dwaas heid? Ge hebt den door my gegeven raad al heel slecht opgevolgd. Ik had u wel gezegd te trachten hem te betooveren, maar niet om uzelve weg te gooien. Waarom hebt ge bet tot het uiterste gedreven Ik heb u dit reeds zoo dikwyis gezegd en zal nu maar over die zaak zwygen. Denkt ge dat ik het genoegiyk vind hier verbiyf te houden met eene zieke nicht en een schreeuwend kind tot eonig ge zelschap, terwyi myn kasteel ledig staat?" Hulda was kermend in de kussens neer gezonken. Een doodeiyk bleek overtoog baar gelaat en de gravin kwam yiiDgs met water en bevochtigde daarmede de slapen en de polsen der ongelukkige vrouw. KVK Toen de volgende morgen aangebroken was en Von Sehnwitz de ontbytkamer binnentrad, was daar buiten alles vroolykheid en zonae scbyn. Het was alsof de zomer, alvorens voorgoed afscheid te nemen, zich nog eenmaal in zfine volle pracht wilde vertoonen. De zon scheen zóó helder op de roode en bruine bladoren der eiken en beuken, en de bont gekleurde asters en trotsche dahlia's stonden nog zóó fleurig, dat zelfs oen groot pessimist, als Von Sehnwitz op dat oogenblik was, een blik van bewondering moest overhebben voor hot tooneel, dat zich aan zyn oog ontrolde. „Mevrouw heeft hoofdpijnzy komt niet aan het ontbyt," zeide Gretchon tot hem. „Wanneer u den kleinen Adelbert zien wil: yj is in de kinderkamer." „Hot is goed," mompelde Von Sehnwitz. „Dat is zooveel gezegd als: biyf maar uit myne vertrekken weg. Zooals gy wlit, mevrouw 1" Laura kwam ook niet aan den middagdisch. Zy had haren troost gezocht in het schry ven van een brief aan hare vriendin in Holland. „Lieve Emmal Weder zet ik my neder om aan u te schry- ven, maar nu niet als voorheen met vroolyk oog en lachende lippen; helaas, de myne zullen nimmer moer lachen. Ik span my in om met den kiemen Adelbert te spelou; hy is gelukkig nog te joeg, om iets van de smart zyner moeder te begrypen. Ach, Emma, ik huiver by de gedachte, dat er eenmaal een tyd zal komen, waarop hy vernemen zal, welk treurig lot bet doel zyner moeder is geweest. Eu weldra zal een tweede kindje myne zorg ©ve i noodig hobben als hy. Maar ge weet nog niot wat er gebeurd is; myne pen weigert het neor te scbryven, maar: moed gevat. Emma, Ludwig ie my ontrouw geworden Ik heb de bewyzen daarvan in handen gehad. Op een avond werd my een brief aan zyn adres gegeven. Door eene toevallige omstan digheid werd ik den inhoud gewaar en dezo was voor my verpletterend. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1