talryk zyn; op ongeveer gelijke tflden zyn twee geheel verschillende kunstenaars op óéne en dezelfde gedachte gekomen. Men ziet er alweer uit: Er is niets nieuws onder de zon! En hiermede nemen wy voor dit seizoen afscheid van de Holland6cbe Opera; wfj doen dat met een hartelijk: „Tot weerziens", in de hoop, dat wy dit nationale gezelschap nog dikwijls zullen mogen toejuichen gelijk w\j het gisteravond gedaan hebben. v. B. Tentoonstelling van kleederdrachten In Ned.'Indlë In de Gothlsche zaal by het Palels te 's-Gravenhage. „Land en volk in de koloniën nader te leeren kennen, en die kennis onder de ont wikkelden in Nederland meer en meer te verspreiden, ziedaar een plioht, op welke botraohting niet genoeg kan worden aange drongen. De koloniën vragen grootero be langstelling." (Voorwoord catalogue.) Nu bovengenoemde zeer belangwekkende tentoonstelling door Hare Majesteiten gisteren werd bezichtigd, en thans voor het publiek geopend is, mag zeker wel een enkel woord daaraan worden gewijd. Met groote zorg toch is door den directeur van het Ethnographisch Museum, dr. L. Semi- rier, deze bonte, kostbare verzameling opge steld, en terwijl een interessante catalogus den bezoeker duidelijk den weg wijst, zijn alle voorwerpen en poppen daarenboven nog zorgvuldig geétiquetteerd. Welk eene bonte mengeling van kleoder- drachten, wat prachtige stoffen, welk een ontzaglijke moeiten, aan groote opofferingen gepaard gaande, zijn aan deze verzameling ten koste gelegd! Zeer stellig kan men hier spreken van „de nederlandschlndische ethnologie, een beeld van de ontwikkeling der samenleving." Aan de wanden der zaal zijn decoratieve panneaux opgehangen, waarop do volgende opschriften aangebracht zijn, duidend op de schrille contrasten, die men in onzen Indischen Archipel aantreft: Naaktheid naast kleederpracht. Steentijd naast kunstindustrie. Woestheid naast beschaving. Kannibalen naast vegetariërs. Nomaden naast stedelingen. Vuistrecht naast wetboeken. Barbaar8chheid naast letterkunde. Fetisisme naast wijsbegeerte. Bovendien zijn ter zijde van den ingang de namen te lezen van enkelen hunner, die zich in onze bezittingen op Ethnographisch en Ethnologisch gebied hebben onderscheiden Het zijn: Valentyn, Rumphius, Raffles, Wallace, Salomon Muller, Von Rosenberg, Veth on Wilken. Tus8chen een dertigtal schilderijen van Antoine A. J. Payen zijn aan de muren ver scheidene gipsafgietsels van levende of doode individuen, (door verschillende reizigers ge nomen) opgehangen, waardoor eene nog betere voorstelling wordt verkregen van het uiterlijk voorkomen der diverse volksstammen. In het midden van de zaal is de marmeren buste van onze Koningin (van Bart Van Hove) door goedgunstige beschikking van Hare Majesteit de Koningin-Regentes geëxposeerd. Onder de 400 poppen, waaronder zeer fraaie exemplaren, munten o. a. uit: Stofferkoöpman (Batavia), eene groep van vier batikstors (Pekalongan), een van twee tooneelspelers (Batavia), oen van achttien hadji's (Japara), Vrouwelijke Regent (Soerakarta), etc. Nog dionen te worden genoemd de in het midden van de zaal opgestelde stieren-wed rennen op het eiland Madoera, op twee ver schillende oogenblikken voorgesteld; eene Javaansche Regenten familie, de voornaamste inlandsche hoofden in den dalem ontvan gende (Kediri); Javaansche woning met erf en bijgebouwen (Japara); Suikermolen van Malang; eene kar met koffie, door twee Sap pi's getrokken, eene visschersprauw uit Japara, enz. De bruto-opbrengst der entróe-gelden komt ten bate der thans in gang zijnde Neder- landscbo Wetenschappelijke expeditie naar Oentraal-Borneo, en „zoo zal dan deze ver zameling kleedordrachten, tastbare bijdrage tot de kennis van Indië, wederom aan de vermoerdering dier kennis bevorderlijk zyn." De ruimte In het Ethnographisch Museum is zoo uiterst gering, dat van eene doelmatige opstelling van deze poppen wel niet veel zal kunnen komen. Het publiek verzuime dus niet deze keur- verzameling, thans zoo volledig bijeen, te gaan bekijken. „Binnen de muren", zoo schrijft toch de heer Serrurier, „van het thans zoo jammerlijk misdeelde Museum wae het onmogelijk voor eene geschikte expositie zorg te dragen." „Moge deze tentoonstelling bh de Rogeering en de natie toch eindelijk de overtuiging vestigen, dat de oprichting van een ethno graphisch museum, alwaar speciale expositiën als deze te huis behooren, eene zaak is van algemeen belang en van nationale eer; moge de vraag met ernst worden overwogen: hoe zullen kostbare en nuttige verzamelingen als deze voor ondergang worden bewaard?" De met zorg bewerkte catalogus, waarvan gebonden pracht exemplaren, op Japansch papier gedrukt, aan Hare Majesteiten werden aangeboden, bevat op het titelblad eene steen- teekonlng van den heer R. Raar alhier. Ten slotte behooren de namen te worden genoemd van het Dames Comité te Batavia, ho'wolk deze collectie onder bescherming van Mevrouw Pljnacker Hordijk bijeenbracht. Het zjjn do dames: Kroesen, Bakhuyzen van den Brink, Meyil, Van Loon, Pruys van der Hoe ven, Bergsma, Roëll, Gey van Pittius, Van der Kemp, Engelbrecht, Uljee, Van Houten, Von Schmidt auf Altenstadt, Zeveryn, Van der Chljs, Fokker en Jacometti. Omtrent het bozoek der Vorstinnen kan nog worden vermeld dat zy met groote be langstelling de expositie hebben bezichtigd en vele vragen aan den heer Serrurier deden. Mevrouw Kroesen, die met den heer Serrurier aanwezig was, bood een paar bouquetten aan van Indische bloemen, bestaande uit orchi deeën, melatti en gardenia's. Ruim een uur vertoefden de Koninginnen in de gothische zaal. De entróes wisselen van ƒ1.50 tot ƒ0.25. Voor laatstgenoemd bedrag is de verzameling o. a. Zondag a. s. te bezichtigen. De tentoonstelling, waarvan zeer eigenaardig de bewaking is toevertrouwd aan manschap pen van het Indische leger, blijft slechts eene week geopend. V. Gemengd Nieuws. Woensdag-namiddag had te V o o r- schoten de keuring plaats, uitgeschreven bij koninklijk besluit van 26 September 1893, van voor den krijgsdienst eventueel te leveren paarden. Van het 8 tal paarden, dat aan de keuring werd onderworpen, werden er 8 totaal ongeschikt bevonden, terwijl de 6 overige ge schikt bevonden werden. Deze laatsten, die dus voor levering in aanmerking komen, behooren aan de volgende eigenaars: J. C. Van Velzen, Joh. Verhoog, jhr. mr. H. A. Steengracht van Duivenvoorde, J. C. De Graaf en C. C. Breu- kink. Ingeval van vordering moeten hiervan 3 paarden worden geleverd. De landbouwer W. Van D. W z., te Zoetermeer, reed gisteren met zijne vrouw in eene tilbury door de gemeente Bleiswljk, toen het paard schrikte, waarschijnlijk door het bellen van den omnibus. Een leidsel brak en het paard ging op hol. Van D. sprong met zijne vrouw uit het rijtuig. De laatstge noemde verwondde zich aan het hoofd. Het paard werd een eind verder aangehouden. Donderdag-morgen omstreeks 6 uren is in de gemeente Ter-Aar brand ontstaan in het huis, bewoond door den winke lier M. Rijnsburger, aan het Jaagpad. Door het stille weder en het flink optreden van de brandweer zijn de belendende perceelen be houden gebleven, doch het aangetaste perceel is geheel verbrand. Oorzaak onbekend. Naar men verneemt, was huis en inboedel verzekerd. De beruchte J. Geylvoet, te Haar lemmermeer, van wiens strooptochten ook in ons blad onlangs melding is gemaakt, is thans voor eenigen tijd onschadelijk gemaakt. De Haarlemsche rechtbank veroordeelde hem gisteren wegens diefstal van kippen tot 4 jaar gevangenisstraf en wegens jachtovertredingen tot 9-maal zeven dagen hechtenis, met aftrek der preventieve hechtenis. Zeer waarschijnlijk zal in het aanstaand badseizoen tusschen Den Haag en Scheveningen eene pleizierboot in de vaart worden gebracht, waarbij een petroleummotor als beweegkracht zal worden gebezigd, gelijk thans reeds gebruikelijk is te Bremen en te Hamburg en ook reeds is ingevoerd op den pakschuitendienst Den Haag Amsterdam. Het hoofddoel dezer onderneming is echter met deze boot de vreemdelingen, die de badplaats bezoeken, in de gelegenheid te stellen pleizier- tochtjes te doen in de fraaie omstreken van Den Haag. Gisteren stond voor de recht bank te Amsterdam terecht Heinrich Friedrich Krankenberg, een twintigjarig jonkman, ge boren te Donsdorp in Hannover en den 28sten Januari jl. te Amsterdam aangekomen met het doel zich naar Amerika te begeven. HU wordt beschuldigd op den 3den Februari jl., des avonds tusschen zes uren en halfzeven, den looper van het „N. v. d. Dag," F. G. Delleman, op het Damrak, in de nabUheid van het postkantoor, een aangeteekenden brief ontrukt te hebben, bevattende ongeveer ƒ300 waarde. Het O. M., de feiten bewezen achtend, vor derde eene gevangenisstraf van één jaar. De verdediger, mr. A. J. Cohen Stuart, vroeg vrUspraak. Uitspraak over 8 dagen. Vanwege het Departement van Justitie is medegedeeld dat uit het Museum van het Louvre te ParUs zUn ontvreemd twee gouden snuifdoozen. De eene is geciseleerd, versierd met diamanten, robUnen en smarag den, uit het midden der 18de eeuw, de bak of het onderstuk in den vorm van eene sarco phaag met geciseleerde, hoog opgewerkte ornamenten, welke aan de vier zUden en onderaan landschappen, dieren en bloemen omlysten. Op het deksel is eene soort, plaveisel van edelgesteenten gezet, bloemen vormende van diamanten en robUnen, en stengels en bladeren van smaragden. De andere is aan alle zijden geoiseleerd. De allegorische compositie, welke het deksel ver siert, zinspeelt op de kroning van Keizer Joseph II, zoon van Maria Theresia, die in 1705 tot het keizerrijk kwam. De faam plaatst de kroon op het hoofd van den jeugdigen prins; HongarUe en Bohemen bieden hem ge knield de keizerlUke onderscheidingsteekenen aan. Diamanten vormen den weerhaak tot de opening. Duitsch werk uit de tweede helft der 18de eeuw. Op de zijwanden, tot geringe hoogte opgewerkt, wordt voorgesteld het KeizerrUk als beschermer van wetenschappen, kunsten, handel en godsdienst; onderaan de doos het keizerlUk wapenschild, ondersteund door kracht en voorzichtigheid. Een soldaat van het 8ste regi ment infanterie te Utrecht had, door eigen schuld, het ongeluk van met de linkerhand in een bajonet terecht te komen, zoodat dat wapen door de hand heendrong. De verwonde werd onmiddellUk naar het hospitaal gebracht. Men schrUft uit Tiel aan de „Tel.": Gedurende een jaar ondervond de politie hier weinig last van eene zekere soort straatjongens, die zooals overal en altUd kalm biyft als ze hare aanvoerders mist. Dezen nu, de bekende straatfiguren R. v. d. B. en D. v. IJ., de laatste meer bekend onder het epitheton „Het Korpo- raaltje", waren wegens verschillende overtre dingen, waaronder die van de drankwet het grootste aantal vormden, veroordeeld tot opzen ding naar Hoorn, en Tiel bleef verschoond van ergerlUke straatgevechten. Maar pas is „het Korporaaltje" met een goed- gevulden buidel uit Hoorn terug of het lieve leventje begint opnieuw. Zondag werd er ge sneden en met de politie gevochten, dat het een aard hadl „Het Korporaaltje" schijnt tevens niet vreemd te zyn aan een diefstal van schapen vachten en daarom bestaat de gegronde hoop, dat sinjeur weder voor een paar jaartjes naar eene Rijkswerk- of strafinrichting gedetacheerd zal worden om daar de recruten af te richten. Nu de kastan j eboomen weer in bloei staan, meent iemand aan velen een niet onbelangryken dienst te bewezen door hunne aandacht te vestigen op een uitwendig ge neesmiddel tegen rheumatische pijnen, dat uit dien bloesem kan worden bereid. Op eene flesch spiritus van 90 met een eetlepel zuivere ether laat men gedurende zes weken in de zon trekken een liter kastanjebloesem, V# wit en 1/3 rood. De pijnlijke plaatsen hiermede drie maal zacht inwrijven. Eene koe van den veehouder Molle Ruiter, te 't Meer, bjj Heerenveen, was eenigen tjjd sukkelende. Hij haalde den veearts Plat, die na nauwkeurig onderzoek verklaarde dat het beest lijdende was aan eene hartkwaal en ongeneeslijk was. De eigenaar verkocht nu de koe aan een slager en bij de opening bleek, dat een stuk kramdraad in het vlies van het hart was doorgedrongen. Het dier heeft zeker dit kramdraad bij het gebruik van voedsel mee doorgeslikt. Te Kamerik ontstond gisteravond brand bij den heer G. "Westerhuis, in manu facturen, welke echter spoedig werd gebluscht. De stoffelijke schade was nogal niet groot. De brand ontstond, naar men verneemt, door het vallen van een petroleumlampje. Alles was verzekerd. De gisteren vermelde inhechtenis neming van mevrouw Joniaux heeft natuurlijk te Antwerpen en in het geheele land groote sensatie gemaakt. Deze vermeerderde nog, toen kort na het bekend worden van dit nieuws het gerucht liep van eene tweede arrestatie. De „Indépendance" maakt daarvan melding, maar zij noemt geen naam en waar schuwt hare lezers tegen de verklaarbaar overspannen verbeelding van het publiek. Nog een vierde sterfgeval wordt met deze zaak in verband gebracht en ook op rekening van mevrouw Joniaux geschoven. Een der familieleden van haren eersten man, den heer Faber, heeft voor den rechter van instructie getuigenis afgelegd omtrent het verdachte overlijden van een vierden persoon. Tot nu toe ontbreken echter nadere bijzonderheden omtrent dit geval. Men wacht met groote belangstelling den uitslag van het scheikundig onderzoek der opgegraven lijken af. Met dat van Alfred Ablay, die het laatst van de drie is gestorven, is reeds een aanvang gemaakt, en het viel den scheikundigen niet moeilijk eene zekere hoeveelheid morphine te constateeren. Deze ontdekking leidde tot de inhechtenisneming van beschuldigde. In verband hiermede is eene zeer bezwarende verklaring door een Brussel8ch apotheker afgelegd. Deze is nl. uit eigen beweging aan het parket komen meedeelen, dat mevrouw Joniaux in het begin van Maart, twee dagen vóór den dood van Alfred Ablay, morphine bij hem had gekocht. Nu blijft echter nog de mogelijkheid, dat Ablay een morphinist was, en hij dus uit eigen beweging het alcaloïd, hetwelk in zijne ingewanden is gevonden, had ingenomen. Om op dit punt zekerheid te verkrijgen, heeft de rechter van instructie zich naar Parijs begeven, ten einde daar informatiën in te winnen omtrent de gewoonten van Alfred Ablay bij eene zekere dame, met wie hij op intiemen voet stond. Tevens heeft de rechter van instructie te Parijs een onderzoek ingesteld naar de onder handelingen, welke Alfred Ablay had gevoerd met de maatschappij „des Assurances géné rales", bij wie hij zijn leven wilde verzekeren voor 100,000 fr. ten name van mevrouw Joniaux. Alfred Ablay was reeds door den geneeskundige der maatschappij goedgekeurd, maar de post werd niet afgesloten, omdat mevrouw Joniaux intusschen in België met de „Gresham" onderhandelingen had aangeknoopt om haren broeder to verzekeren voor 100,000 fr. Toen Alfred Ablay te Antwerpen terugkwam, werd het contract met deze maatschappij ook gesloten. B\J het overlijden van Alfred Ablay ont ving de maatschappij daarvan geen bericht, overeenkomstig de voorwaarden der polis; zfj vernam het sterfgeval eerst, toen de overle dene reeds begraven was. Mevrouw Joniaux verontschuldigde zich met de zeer aanneem bare opheldering, dat zij door de smart over het plotseling sterfgeval verzuimd had de ver- eischte kennisgeving te zenden. Dezer dagen meldden enkele bladen, dat te Londen op 73 jarigen leeftijd overleden was de bekende spoorwegkoning" Sir Edward Watfein, de ontwerper van het plan tot het graven van eene tunnel tusschen Engeland en het vasteland. Die bladen wijdden reeds natuurlijk uitvoerige beschouwingen aan zijn belangrijk leven en herinneren tevens dat hjj voor twee jaren nog voor de tweede maal in het huwelijk trad, en wel met de weduwe van den eigenaar der „Illustrated London News," lady Ingram, die nog eenige jaren ouder wa6 dan hjjj. Sir Edward Watkin is echter niet overleden. De „Indépendance beige", welke gisteren op gezag van een telegram der „Agence Havas" Sir Edwards dood meldde, bevat heden weer een telegram, waarin dit agentschap mededeelt, dat de doodstijding op eene vergissing berust. „Wy zijn zeer verheugd voegt het blad er by dat de werkzame man in het ryk der levenden is teruggekeerd. Voor eene enkele maal kan het geen kwaad, dat de verdiensten van mannen, die daarop aanspraak hebben, gehuldigd worden, voordat inderdaad bet graf zich over hun stoffeiyk overschot heeft ge sloten." De „N.-Y. Herald" voorspelt he vige stormen aan de kusten van Frankryk en Engeland in het einde dezer week. De anarchistische poëet Tail- hade, by den bomaanslag in Foyot's restau rant te Parys gekwetst, wordt beter (de be diende Thomazo heeft bereids het hospitaal verlaten) en heeft eene vergiffenis aan den onbekenden boosdoener, door hem een „droo- mer" genaamd, in decadententrant openbaar gemaakt. „Mogen", schryft hy o. a., „degeesten, voortkomende uit het roode plengvocht myner aderen, dien treurigen broeder opvoeren naar de kalme, verheven denkbeelden, welke de kwaal des levens en den gestadigen gruwel onzer snoode dagen leeren verduren." Middelerwyi deelen de bladen voortdurend vondsten mede van echte of vermeende bom men, enz. te Parys en elders, evenals gevan gennemingen van verdachte personen. Te Londen eveneens zet de politie haar onderzoek naar de anarchisten voort. "Weer heeft men eene bom gevonden, welke, wat het uiteriyk betreft, geheel overeenkomt met die, welke in het bezit van den Italiaan Polti is gevonden. Vermoedeiyk is ook dit voorwerp door Polti vervaardigd. Of echter de politie door de inhechtenisneming van dezen Italiaan eene zoo gewichtige vangst heeft gedaan, als zy beweert, is tot dusver niet gebleken. De anarchist Berti, die wegens deelneming aan den bom aanslag voor de Italiaansche Kamer gevangen zit, heeft getracht zich op te hangen. De gevangenbewaarders bemerkten het echter nog juist bytyds. De eigenaars d er glasblazeryen in het noorden van Frankryk zyn met elkander overeengekomen, dat zy, om de overproductie in hun vak tegen te gaan, om beurten ge durende een zekeren tyd hunne fabrieken zullen sluiten. De glasblazery van Escaulhout is begonnen; zy zal in twee maanden niet werken. Den 15den Mei zal de fabriek te Fresnes aan de beurt zyn en daarna andere,— iedere maand één. De werklieden zyn over dezen gedwongen stilstand van het werk zeer verstoord; de overheid is niet gerust over den uitslag van den maatregel. Te Paterson (Nieuw-Jersey) heeft men in de portiek van het huis des heeren William Strange, een zydefabrikant daar ter stede, eene bom gevonden. By onderzoek bleek zy eene hoeveelheid dynamiet te be vatten, ruimschoots voldoende om het gebouw te vernielen en aan de belendende panden groote schade toe te brengen. De bom is afkomstig uit eene fabriek van ontplofbare stoffen in die stad en men meent degenen, die haar plaatsten, op het spoor te zyn. Er is aan Sigrid Arnoldson een engagement aangeboden voor Zuid-Amerika, tegen een honorarium van 30,000 fr. per maand. Men herinnert zich wellicht het opzienbarende geval van den luitenant Defays, te Namen, die zyne vrouw met eene revolver kwetste, omdat zy zich met den kapitein Loiselet misdragen had. Hy heeft thans voor den krygsraad terechtgestaan en deze heeft hem vrygesproken. De luitenant werd in zegepraal door het juichend publiek rond gedragen. Te Coblenz zyn eenige wandelaars plotseling, zonder begrypeiyke reden, door twee onderofficieren aangevallen. Een der aange vallen heeren kreeg een sabelhouw door zfine manchetten in zyn pols, zoodat hy zich by een geneesheer moest doen verbinden. Een spookkasteel. Tot de men- schen, die nog aan spooksels gelooven, be hoort een ryke Engelschman, zekere heer Scott Hall, die op het oogenblik te Londen langs gerechtelyken weg de vernietiging van een onlangs door hem aanvaarden koop tracht te verkqjgen. Hy had namelyk van den heer Abingdon een klein slot, „Cumnor Place" ge naamd, gekocht, een allerliefst kasteeltje in den omtrek van Oxford. De heer Scott Hall had wel twintigmaal Walter Scott's roman „Kenil worth" gelezen en was in de heilige verbeelding, dat „Cum nor Place" het slot was, waar de Schotsche romanschryver Amy Robsart, het slachtoffer van de eerzucht van den hertog van Leicester en het verraad van Yarney, op zoo ongeluk kige wyze laat sterven. Tevens had hy zich diets laten maken, dat het spooksel van de schoone Amy R. eiken nacht in eene zaal van het kasteel verscheen en daarom nog 1000 pond sterling meer betaald. De heer Scott Hall had echter vier, vyf, tien nachten op „Cumnor Place" doorgebracht zonder eenige geestverschyning te zien en be sloot dus hieruit, dat men hem bedrogen had. Om deze reden eischt hy nu recht wegens bedrog en diefstal en teruggave van ziin geld. - Dezer dagen is to ViareggiQ eene Engelsohe jonge dame, Miss Llytton, iq zee gesprongen; ay werd als lyk opgevischfe Het dametje had in eene week een half milboen te Monte Carlo verspeeld. Men vond 35 een» times by haar en in hare kamer was gel£ noch bagage te vinden. De twintigjarige zoon van hei bekende Italiaansche Kamerlid Elia, oud-Garf» baldiaan, is veroordeeld tot 5 jaren gevange-, ni8straf wegens tal van diefstallen, op spoor», wegen gepleegd. Burgerlijke Stauri ALFEN. Bevallen: H. Prine geb. - rkerkZ. O. Slootjes geb. Groenendijk D. G eb u w dP. Rijlaarsdam jm. 25 j. en G.Bnlk jd.28l,i BODEGRAVE Bevallen: W. Nieste geb. Wortsfc Z. W. Bik geb. Genon Z. J. Koster geb. Vat» Sch&ik D. Overloden: A. Nieste 1 d. BOSKOOP. B evallen J. Van Wilgen geb. Mesman D. A. Pellekoorn geb. Verkerk Z. O. De Looè geb. Ramp Z. Overleden. M. M. Van Tol IJ. M. Hf. Edelaar 1 m. A. M. Boer geb. Loef 25 j. O* Buurman 1 j. HAZEB8WOUDE. Bevallen: F. VanByeaelgeb. De Leen Z. M. O. De Jong geb. Van der Hulcft Z. M. Van Amsterdam geb. Van Stein D. J". Van Poelgeest geb. Ëpgker Z. M. Van den Bosch geb. v. d. Bosch D. Overleden: J. Van der Gear, wed. van O. Da Kort, 56 j. J. O. Ooomans, eohtg. van J. Franken, 6flJ. Gehuwd: F. Van der Hoeven Jm. 27 j. en O. Scholten Jd. 24 j. LEIDERDORP. B evallen: N. Groen geb Ver steeg Z. Overloden: J. Q. Wijsman, echtg. van A. M. Koch, 43 j. J. Kefleer Z. 2 w. D. Mater, eohtfc. van 8. Francktn, 49 j. Gehuwd: J. Brugmans, wednr. van O. W. Taffijn, 41 j., cn J. J. Veilbrief, geeoheiden vrouw van F. v. Zonneveld, 29 J. NIEUWKOOP. Bevallen: I. Eljjleven gab. v. Wgngaardeu Z. O v e r 1 e d e nA. v. Moerkerken, wed. van D. Groen in 't Wout 77 j. Gehuwd: O. Van der Heiden jm. 26 J. en R. V«s den Bosoh jd. 21 j. O. Van d6n Har.k jm.27J.eh en J. M. Humme jd 30 J. OUD8HOORN. B e v a 11 en: S. Roodnat geb. Borre- man D. J. Keessen geb. Veenswyk D. A. Wijsman geb. Splinter Z. Overleden. G. Snoeker D. 1 j. Gehuwd: J. Verhagen jm. 22 j. en W. Den Hertog jd. 22 J. O. W6stmaas jm. 28 J. en 8. Yorhagen jd. 24 J. M. J. Van Zijl Jm. 27 j. en P. So boonder- woerd wed. 29 j. REEÜ WIJK. Bovallen:P. De Hoog geb. Alblas 2. Overleden: A. De Wit 4 m. C. Stolwijk 84 J. J. Van den Herik 82 j. A. Den Ouden 1 J. Gehuwd: J. Heezemane en M. Boere. TER-AAL. Bevallen: M. Keating geb. Baas D« Overloden: M. G. v. Vliet D. 8 m. Gehuwd: O. Van Zejjl jm. J. en J. J. Klcin- hans jd. 23 J. O. Vis Jm. 86 J. en M. Eofïtede jd. 25 j. WOUBRUGGE Bevallen: E. Zwaan geb. Ver haar Z. Overleden: N. v. Diemen Z. 11 m. Gehuwd: J. Disseldorp, wednr. van M. Zwetsloot 56 j. en P. Van Velzen, wed. van S. F. Den Dnbbelden 41 J- BUITENLAND. Duitaohland, Do zitting van den Ryksdag is gesloten. Vooraf verklaarde de rykskanselier, dat dé regeering in de volgende zitting nieuwe ont werpen tot dekking der behoefte des rjjka en tot invoering van de hervorming der financiën zal indienen. De Ryksdag heeft echter eerst nog hij derive lezing de beursbelasting aangenomen, alle amendementen op het regeerings-ontwerp waren aangenomen. De wet treedt 1 Mei ia werking. Steeds komen te Coburg meer vorsteiyke personen aan tot by woning van de bruiloft; van prinses Mehta Victoria met den groot hertog van Hessen. Behalve koningin Victoria, bevinden zich nu ook reeds hare dochter, keizerin Frederik en de prins van Wales te Coburg. Ook zyn reeds de erfprins van Meinin- gen, de zwager van den Duitschen keizer en pnns Hendrik van Pruisen, 's keizers broeder, te Coburg aangekomen. Koningin Victoria is to Coburg, gelyk wa reeds meldden, met groote geestdrift verwel komd. De straten waren bestrooid met sparre- takken, over het station was een eereboog opgericht, waaronder de gemeenteraad opgesteld was, om de grootmoeder van den vorst te ba- groeten. Aan het station werd de koningin begroet door de geheele hertogelyke familie, den prins en de prinses van Battenberg. De ontvangst van de groote menigte op straat was zeer hartelyk. Te Berlyn is het congres der Duitsche chirurgen geopend door prof. Esmarck, met een woord van hulde aan de n agedachtenw van den onlangs overleden Billroth. De werkstaking der steenbekkers aan defe Ru pel heeft zich uitgebreid tot de steenbakke ryen te Rupelmonde en te Steendoip. In dofi nacht van Maandag op Dinsdag poogde men de fabriek van den heer Steyart in brand tö steken. Te Boom zouden de patroons zich bereid verklaard hebben, zich aan de uitspra ken der commissie van arbitrage te onder werpen; te Rumpst daarentegen, waar da gedwongen winkelnering bloeit, zouden da patroons geweigerd hebben zich by voorbaat tot iets te verbinden, en van loonsverhooginfc wilden zy in geen geval iets weten. „Dit b richt is zóó ernstig," zegt de „Réforme" t welk blad het echter niet alleen vermeldt,— „dat wy het slechte onder alle voorbehoud opnemen." Ook de verdere berichten uit do provb ie Antwerpen luiden ongunstiger. De werkstaking heeft zich uitgebreid tot Hemixen. Alda# werd "Woensdag-avond de houding der werk stakers zóó dreigend, dat troepen ontbod«t moesten worden, die slechts met voel moeite het volk konden uiteenjagen. Wederom ié brand gesticht in eene der pannebakker^eo. Drie personen, die vluchtende het fabrieks terrein verlieten, werden gevangengenomen De brand werd tpoedig gebluscht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2