Uk 10471. Donderdag JL2 April. A0. 1894. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. IN BLOEI GEKNAKT. PRIJS DEZER COURANT: f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER AD VERTENTIEN Van 1—'6 rogels 1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten do stad wordt 0.05 berekend. de dir. off. v. gez. der 8de kl. Giesbers en de off. v. gez. der lste kl. Kraft en Straub. Keuring en herkeuring hebben in de eer6te helft van Juni plaats, terwyl het schriftelijk gedeelte van het examen op 12, 13 en 14 Juli wordt afgelegd. De commissie, met het afoemcn van hot go- heele examen belast, is samengesteld als volgt: Lid en voorzitter de majoor Mac. Leod, van het 4de reg. inf. Ledende kapiteins Westerouen van Meeteren, van het reg. gren. en jagers, De Lille Hogerwaard en Bruuing, van het 7de ieg. inf., zoomede de lste luits. Luber en Abbada, leeraren aan den H. O. Lid en secretaris: de kapitein Spaan, van het 4de reg. inf. Plaatsvervangende ledende kapiteins Do Ronde Bresser van het 6de reg. inf., Van Gennep van het reg. gren. en jagers en Roest van Limburg van het 4de reg. inf. De heer H. D. Zelders, te Noordwyk aan Zee, is benoemd tot onderwijzer met hoofdakte te Rheden. Door jkv. M. Michiels van Verduynen, te Roermond overleden, is by testamentaire beschikking geschonken f 25,000 aan de algemeene armen, ƒ10,000 aan de Vincentius- vereeniging, 6000 aan de zusters van liefde, ƒ5000 aan de St.-Elisabeths vereeniging en ƒ2000 aan de Vereeniging van het Aller heiligste Sacrament. Do gemeenteraad van Loosdrecht heeft besloten, aan de schoolcommissie drie vrouwe- lyke leden toe te voegen. De „Köln. Ztg." schryft by gelegenheid van den 70sten verjaardag van de Groother togin Sophie van Weimar: Hetgeen onze be gaafde Vorstin, gedurende de 52 jaren van haar verbiyf in Weimar voor de volkswelvaart, de volksontwikkeling en beschaving, voor kunst en wetenschap, tot leniging van gebrek en nood en tot beoefening van het goede en scboone gedaan heeft, is niet te overzien, laat staan in 't kort samen te vatten. Meer dan eene halve eeuw lang is zy eene moeder voor het volk en wordt zy als eene moeder vereerd. Van deze vereering zal het volk by gelegen heid van haren verjaardag opnieuw doen blyken. De Prins Regent van Brunswyk, de Hertog van Saksen-Altenburg, de Hertog en de Hertogin Johann Albrecht van Mecklenburg en Prins en Prinses van Rouss waren te Weimar, tot viering van het feest. In de Wartburgkapel had by deze gelegenheid eene godsdienstoefening plaats. Des avonds werd een familie-diner gegeven, terwyi het feest besloten werd met eene gala-voorstelling in de opera. De minister van marine heeft den luit. ter zee 2de kl. F. C. W. Moorrees met 16 dezer geplaatst aan boord van Hr. Ms. fregat „Atjeh." De directeur generaal der posteryen en telegraphie maakt bekend, dat de directie van het post- en telegraafkantoor te Hasselt vacant is. Jaarwedde 1200 en vrye woning. Solli- citatiën zullen uiterlyk op 19 April moeten zyn ingediend. Op grond der bepalingen van het koninkiyk besluit van 21 Maart 1894 No. 17, hebben de ambtenaren der telegraphie voor deze directie den voorrang. De aanbeveling voor secretaris der ge meente Hengeloo bestaat uit de heeren: G. H. Veenhoven, J. W. De Wit en J. Jelles, respectieveiyk secretarissen der gemeenten Boerta, Krommenie en Anna-Paulowna. De Staatscourant van heden bevat een staat van de gevallen van besmettelyke vee ziekten in Nederland, voorgekomen gedurende de maand Maart 1894. Naar van particuliere zyde wordt gemeld, zou de „Afrikaansche HandelsvereenigiDg" in 1893 goede zaken hebben gedaan en vooral by den handel in ivoor en palm-olie eene flinke som hebben behaald, zoodat men een dividend van 6 pet. meent temogen verwachten. Op het uitzonderingstarief voor het Neder- landsch-Zuid-West-Duitsch goederenverkeer voor het vervoer van turfstrooisel en turf molm van Almeloo, Dedemsvaart, enz. naar stations der Koninklyke Wurtembergscho Staatsspoorwegen, dd. 15 Sept. 1893, is het lste vervolg in werking getreden, bevattende vrachtpryzen voor nieuw opgenomen Wurtem- bergsche stations. Te Hamburg is verschenen by den uit gever Scheibenhieber eene Duitsche vertaling van het werkje „Eene Grootmoeder" van den heer Biontjes. Dit Duitsche werkje is verrykt met eenige hoofdstukken bevattende de persoonlyke onder vinding van den vertaler, den heer Höft, door hem waargenomen gedurende zyn verbiyf in het huisgezin van den heer Hoek. By koninkiyk besluit van 31 Maart jl. is jhr. mr. T. A. J. Van Asch van Wyck, gouverneur van Suriname, op zyn verzoek, met ingang van 12 Mei a. s., tot herstel van gezondheid, een buitenlandsch verlof verleend voor den tyd van vier maanden. W. A. F. baron Gevers, gezantschapsraad by Hr. Ms. gezantschap te Londen, benoemd tot zaakgelastigde, met den persoonlyken titel van minister resident, te Bern. De heer G. J. Guichard, oud-offlcier van administratie by de Kon. Nod. Marine, thans leeraar aan het gymnasium en de Hoogere Burgerschool te Gorkum, is benoemd tot ridder der 4de kl. in de orde van het Borstbeeld van den Bevryder van Venezuela. Het stoomschip „Kaiser", van Oost-Afrika naar Rotterdam en Hamburg, vertrok 10 April van Lissabon; de „Merapi", van Rotterdam naar Batavia, is 10 April van Perim ver trokken; de „Prinses Sophie", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 10 April van Southamp ton; de „Salak", van Java naar Rotterdam, passeerde 9 April Gibraltar; de „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, arri veerde 10 April te Port-Said; de „Prins van Oranje", van Amsterdam naar Batavia, pas seerde 10 April Perim; de „Spaarndam" ver trok 11 April van Rotterdam naar Nieuw-York de „Utrecht", van Rotterdam naar Java, arri veerde 10 April te Marseille By koninkiyk besluit is vergundaan jhr. mr. F. P. Van der Hoeven, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van H. M de Koningin by het Oostenrijksch Hongaarsche Hof, het aannemen der versierselen van er- grootkruis der Beiersche orde van St.-Michaël; aan A. J. Ruhle Von Liliënstem ter Meulen, chef van het mouvement en loco chef van dienst by de Maatschappy tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, te Utrecht, het aannemen der versierselen van ridder der Oostenryksche orde van Frans Jozef. Voor den tyd van drie jaren gedetacheerd by de landmacht in W.-Indiö, de 2de luit. L. M. Leezer, van het 6de reg. inf. Verleend een pensioen van f 1517 aan den kapitein der genie op non-activiteit jhr. E. Quarles van Ufford; van 1003 aan den 1 sten luit. der cav. op id. C. Stokvan 450 aan den lsten luit. der inf. op id. W. J. v. d. Stuyt; van 450 aan den lsten luit. der art. op id. C. De Groot; aan de laatste twee voor een tyd van vyf jaren. Met ingang van 1 Mei a. s. benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Harderwyk, P. DuitgeDius, thans directeur van het postkantoor te Vucht. Dnbbel-Quartot-vereeniging. Gisteravond was ik in de gelegenheid wederom een gedeelte by te wonen van eene uitvoering van dit gezelschap en ik ben zeer versterkt in de meening, dat wy hier te doen hebben met eene kleine keurbende van voor- treffeiyko zangers, die onder zeer degelyke leiding staan. Van de vyf nummers voor dubbel-quartet, die ik hoorde, werd ik het meest getroffen door een oud-Duitsch lied van Praetorius en het „Roeierslied" van onzen landgenoot G. C. A. De Vliegh. Vooral in het laatste opgewekte stukje kwam de technische volmaaktheid van het quartet zeer voordeelig uit; de beschaafde klank zoowel als de fijne nuanceering waren om het zeerst te roemen. By herhaling schryf ik hier neer e n woord van byzondere hulde aan de lste tei.or.n. De vereeniging had zich van tw«.e jonge dilettanten de medewerking verzekerd. Van den violist hoorde ik het Adagio en Allegro uit het zevende viool concert van Rode. Dit jongmenscb heeft reeds eene goede dosis tech nische vaardigheid, is volstrekt niet onmuzikaal on heeft al een aardig deel van de vrymoodig- heid, die zulk eene onmisbare voorwaarde is voor een optreden in het publiek. Vooral in dit laatste opzicht werd hy door zyne mede-debutante, eene sopraan-zangeres, overtroffen. Met veel zeggingskracht, eene lieve stem en goede voordracht werd door Laar een recitatief en aria uit de „Schöptung" voorgedragen. Gaarne echter had ik het reci tatief iets eenvoudiger on de aria in een minder langzaam tempo gehoord. Maar deze grieven kunnen gemakkeiyk worden weggenomen, en m. i. mogen wy van de toekomst van deze jonge dame goede verwachtingen hebben. Wy besluiten mot den directeur, den heer C. B. Duyster, een compliment te maken zoowel in die hoedanigheid als in zyne qua- liteit van bescheiden accompagnateur. Mb. E. Voor Leiden per 3 maanden Franco per post Afzonderiyke Nommers Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 11 April. Ter verkiezing van een lid der Tweede Kamer in het kiesdistrict Leiden, waar het aantal kiezers 2277 bedraagt, werden inge leverd 1723 stembiljetten, waarvan er door het 8tembureel 6 van onwaarde werden ver klaard, zoodat het aantal geldige stemmen 1715 en de volstrekte meerderheid 858 bedroeg. Uitgebracht werden op de heeren: H. J. Bool (anti-Tak., aftr. lid) 1023 st. Mr. H. L. Drucker (Tak.). 352 st. H. Seret (Tak.)335 st. Herkozen is dus de heer H. J. BOOL. Op verschillende personen waren 5 stem men uitgebracht, nl. O. J. H. Graaf Van Lim burg Stirum 2, A. E. Van Kempen, C. H. Kouw en Mr. A. Kerdyk ieder 1 stem. De „Dubbel Quartet-Vereeniging alhier gaf gisteravond, in de groote zaal van „Zo- merzorg" in het tweede jaar van haar bestaan, hare derde huishoudelyke uitvoering. De opkomst van de kunstlievende ledenen donateurs met hunne dames en verdere ge- noodigden was, zoo mogelyk, nog talryker dan vorige malen: het sprekendste bewys in welk eene warme belangstelling de zoo keurig samengestelde zangerskring zich mag ver heugen. Het programma bood ook nu weer veel heerlyks aan. Ten bewyze daarvan laten wy het hier volgen 1. a. „Hymne", van Breitenbach. b. „Die Auferstehung", van Graun. Dubbel Quartet. 2. „Adagio en Allegro", uit het 7de Viool- ooncert van Rode. Viool solo. 8 a. en b. „Zwei Ges&nge" aus dem 16 Jahrhundert van Hassler en Praetorius. Dubbel Quartet. 4. Recitativ und Arie aus „Die Schöpfung" van Haydn. Sopraan-solo. 5. „Roeierslied" van O. O. A. De Vliegh. Dubbel Quartet. 6. a. „An die Eintracht", van Chr. Schnyder. b. „Wandrer's Nachtgebet", van Weber. Dubbel Quartot. 7. Arie aus Josua",van Handel. Sopraan solo. 8. a. „Goé Nacht", van N. H. Andriessen. b. „Slaap zacht", van N. H. Andriessen. Dubbel Quartet. 9. a. „Romance", van J. Svendsen. b. „Piété," van M. Hauser. Viool-solo. 10. „Tarantella," Arnold Krug. Dubbel Quartet. Wat de uitvoering betreft verwyzen wy naar betgeen Mr. E. elders in dit nommer daaromtrent schryft. Alleen meenen wy hem er nog op te mogen wfizen dat de tweede afdeeling nog schooner was dan de eerste, dat een paar quartet-nommers, o. a. van Andriessen, moesten worden herhaald, en dat de viool solist, de heer D. Jr., en de sopraan- 28) „Neen, daar heb ik Engelsch, Fransch en Hollandsch geleerd. Het laatste is verschrik- keiyk moeilyk. Het was my in het eerst onmogeiyk om die harde medeklinkers uit te epieken. Papa heeft my echter in het Latyn en Grieksch onderwezen en ik vereer de dichters der oudheid, die zulk een diepen blik in bet menscheiyk hart geslagen hebben. Maar, Lu, daar zie ik de koets van graaf Klahnstein aankomen. Ik herken dat gele gevaarte reeds uit de verte. Ik ga gauw myn toilet maken l" En Laura wilde wegsnelle/). „Eerst een kus, mfin kleine professor 1" riep Von Srhnwitz vrooiyk, terwyi hy Laura naar zich toe trok en haar harteiyk kuste. „Foei, Lu, als die deftige graaf Klahnstein dat eens gezien had?" riep Laura lachend, en zy hep zoo hard zy kon naar binnen. Von Sehnwitz zag haar met een blik vol liefde na. Even daarna waren Laura en Von Sehnwitz in de receptiezaal gezeten, met hunne gasten aan het keuvelen. De eerste leende een ge willig oor aan de verhalen van behaalde conquêtes en byzonderheden over de in de nabyheid wonende families, die de oudste freule Von KlahnsteiD haar opdischte. Von Sehnwitz luisterde naar den schyn ten minste met aandacht naar de jacht avonturen, die graaf Von Klahnstein hem zangeres, mej. C., nu nog meer succes ver wierven en dat laatstgenoemde, na de her haalde toejuichingen, bovendien eene extra voordracht moest ten beste geven. By koninkiyk besluit van 13 Maart jl. (op genomen in de Staatscourant van 11 dezer), is de medaille, wegens vordionsten ten opzichte van '8 Ryks verzamelingen van wetenschap en kunst, in zilver toegekend aan den heer J. Van Stockum, luit. ter zee 2de kl., ter zake van zyne aan het Museum van Natuurlyke Historie by de Ryksuniversiteit te Leiden gedane schenking, bestaande uit een 35-tal door hem in den omtrek der Kleine Paternostereilanden gevangen visschen, welke in uitmuntenden staat bewaard zyn en meerendeels tot zeldzame soorten behooren. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Ned. Oost Indiè (met uitzondering van Atjeh en Padang), door middel van het stoomschip „Gedó", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven, enz. uiterlyk Zater- namiddag om 1.10 bezorgd zyn. De wyze van verzending behoort duidelyk op het adres vermeld te worden. Onder voorzitterschap van prof. Kern had in het Trippenhuis te Amsterdam eene gewone vergadering plaats van de taal- en letterkundige afdeeling der Kon. Academie van Wetenschappen. De secretaris maakte bekond, dat in zake den uitslag van den wedstryd in Latynsche poëzie de vorige maal meegedeeld zich hadden aangemeld: Als schry ver van „Siderhodophylax" Pietro Rosati, te Bologna. Als schry ver van „Horatia a fratre interfecta" Raffacle Cavozzari, te Spoleto. Evenals in voorafgaande jaren zal ook in 1894 het 8chrifteiyk gedeelte van het toe latingsexamen voor den hoofdcursus worden afgenomen in de garnizoenen, waar een cursus is gevestigd, terwyl het mondeling gedeelte van dat examen te Kampen zal plaats hebben. Voor de laatste maal zal daarby het pro gramma worden gevolgd, hetwelk vóór het tot stand komen der wet betreffende het militair onderwys van kracht was. In de termen, om aan het examen deel te nemen, vallen van de cursussen dor corpsen infanterie ongeveer 150 onderoffleieron. Het aantal opengestelde plaatsen bedraagt: I. Voor het leger hier te lande: infanterie 14; administratie 7. II. Voor het leger in Nederlandsch-Indië: infanterie 16; administratie 2. Het geneeskundig onderzoek der adspiran ten is opgedragen aan verschillende commis- siën, o. a. te Leiden: de dir. off. van gez. der 2de kl. Ripping, de off. v. gez. der lste kl. Van den Heuvel tot Beichlingen, gezegd Bartolotti Rynders, en die der 2de kl. Van der Weerd; De adspiranten, die by bedoeld onderzoek worden afgekeurd, kunnen zich, desverlangd, te Utrecht aan eene herkeuring onderwerpen. De daarmede belaste commissie bestaat uit zeker voor Ge twintigste maal, telkens met eenige variatie, mededeelde. Alleen als het geweer van den graaf biyk- baar met eene te groote hoeveelheid spek geladen was geweest, krulde by de lippen ietwat spotachtig. Toen de gasten vertrokken waren, slaakte Laura een zucht van verlichting. „O, Lu, is dat nu die hooggeroemde con versatie der landeiyke aristocratie, ach, hoe vervelend; hoe laag by den grondl Het zal my niet rouwen, wanneer graaf Klahnstein en consorten in het vervolg nalaten, ons met een bezoek te vereeren." „Ik ben verheugd dat ge my geiyk geeft, als ik veronderstel dat het leven in de stad u op den duur meer zal aantrekken dan die landeiyke conversatie. Denkt ge dat ik het amusant vond, al die verhalen van den ouden graaf aan te hooren Ik weet zeker dat drie vierde niets dan verzinsel is." lederen dag kwam er bezoek en Von Sehn witz was natuuriyk verplicht, die attentie met een tegenbezoek te beantwoorden. De dagen gingen snel voorby, al te snel, naar zy meenden, eD toen de Meimaand was ge komen, dacht Laura met scbnk aan een spoedigen terugkeer naar L. Zy was nu weder geheel hersteld, maar ze wilde liever geen gebruik maken van de talryke uitnoodigingen, welke haar van de bewoners der naburige landgoederen gezonden werden. Op een avond, nadat de zon reeds was ondergegaan, zaten Von Sehnwitz en Laura in hun lievelingspriëel. De Meidoorn in hunne nabyheid bloeide, en de jasmyn verspreidde baren lieflyken geur. De kamperfoelie, die zich tegen het pnêel slingerde, straalde haar aroma uit en niets dan bet loeien der koeien en het geblaat der schapen, dat uit de verte weerklonk, deed zich hooren. De maan wierp hare zilveren stralen door het geboomte en deelde aaD den ganscben omtrek een toover- achtigen glans mede. Von Sehnwitz had den arm om Laura's slanke leest geslagen en zy leundo met haar hoofd vertrouweiyk tegen zyn schouder. „Hoe verrukkeiyk is het hier!" zeide zy, terwyl zy hem vol liefde aanzag. „Ik betreur het dat wy weder zoo spoedig naar de stad zullen moeten gaan." „Maar wy keeren immers over eene maand weer naar hier terug," zeide Von Sohnwitz, „en ge hebt my zelve gezegd dat ge u weinig aangetrokken gevoelt tot de bewoners van de landgoederen uit de nabuurschap. My dunkt, ge moest verlangen al uwe oude vrienden weer te zien. M tar, als ge er zoo over denkt, laat my dan alleen gaaü. Gy kunt hier biy ven." „Maar, Lu, denkt ge dat ik zoo iets zou begeeren? U naar het hof terug te laten gaan en ik hier biyven? Neen, dat nooit I" „Zooals ge wilt, maar ik twyfel er aan of ge dit voornemen altyd zult kunnen ten uit voer brengen," zeide Von Sehnwitz, terwyl hy Laura lachend aanstaarde. Deze begreep wat hy met die woorden bedoelde. Zy sloeg verlegen de oogen neder en zeide „Als andere plichten, die zwaarder wegen, my beletten zullen u te vergezellen, dan zal ik my gaarne daarnaar voegen; dat weet ge ook wol. Ik ben veel te gelukkig met het vooruitzicht op de vreugd, die wy hopen te smaken." „Nietwaar, beste? Dat wist ik wel; en daarom, doe geheel naar uw goedvinden." „Ik ga mede," zeide Laura. Den volgenden morgen kwam er, terwyl zy aan het ontbyt gezeten waren, een bode van het vorsteiyk slot, die een brief aan Von Sehnwitz overhandigde, waarin de secretaris van den vorst hem mededeelde dat deze, met gevolg, een bezoek aan het slot Sehnwitz wilde brengen, en, wanneer er geene verhin dering was, zou men gaarne na twee dagen de reis aanvaarden. By dit 8chryven was een briefje van den vorst gevoegd, van den volgenden inhoud: „Mon cher, Vergun my by de offlciöele depeche, die u heden gebracht zal worden, een officieus schry ven te voegen. De vorstin en ik zfin zóó vol verlangen uwe lieve vrouw en u te zien, dat wy ons- zelven aanbieden voor eenige dagen uwe gasten te zyn. Uw vriend: de vorst van L." Von Sehnwitz en Laura waren niet weinig ontsteld, toen zy dit schryveu ontvingen. Zy durfden echter niet anders doen, dan zich met het voornemen van den vorst ten hoogste ingenomen toonen. Von Sehnwitz schreef dus dat het Laura en hem eene groote eer zou zyn, de vorste- lfike familie te ontvangen. Toen do bode met dit schry ven wegreod, zeide Laura tot haren man. „Daar vangt het comediespel aan. De lakei rydt heen met een brief vol onware betui gingen van vreugde over de komst van den vorst, en deze verkeert in de meening, dat hy ons niet alleen eene groote eer, maar ook een onberekenbaar groot genoegen verschaft. En wy zitten intusschen met de handen in het haar. Ik weet waariyk niet hoe of ik over twee dagen met alles gereed zal zyn, om den vorst op waardige wyze te ontvangen I" „Ik had gaarne wat liefs gegeven," zeide Von Sehnwitz, „als ik den vorst had mogen voorstellen, met zfin bezoek tot den jaebttyd te wachten, maar dit antwoord zou geiyk- staan met eene offlciöele weigering, en dat ging toch niet. Maar, lieve," vervolgde hy, „ik twyfel er niet aan, of ge zult er u wel doorredden." „Lu," zeide Laura, „ik zie nog meer tegen het gevolg op dan tegen het bezoek van den vorst en de vorstin. Wie zouden er mede- komen?" „Och, waarschyniyk je papa en dan graaf Kiehl"; dit zeggende, zag hy Laura uitvor schend aan, maar zy sloeg de oogen niet neor, „Maar de dames?" zeide Laura. „Natuuriyk zullen Hulda Von Hohenstein en Eline Von Schö'ihausen komen," antwoordde Von Sehnwitz op onverschilligen toon. Nu was het Laura's beurt om liern aan to zien, maar ook hy weerstond dien blik zonder verlegen te worden. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1