«h 10470,
Woensdag 11 .Aapril.
A0. 1894.
jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Uitslag Verkiezingen.
Leiden, 10 April.
Feuilleton.
IN BLOEI GEKNAKT.
LEID
DAGBLAD.
PEUS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
1.40.
0.06.
PRUS DER ADVERTENTEËN:
Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17$. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.06 berekend.
Ten einde den uitslag der verkle*
zingen voor de Tweede Hamer morgen
zoo snel mogeiyk ter kennis van be
langstellenden te brengen, hebben wy,
als gewooniyk, byzondere maatrege
len genomen*
Zoodra de uitslag van elk district
In den loop van den dag ons per tele
graaf bekend wordt, zullen wy dien
aan ons Bureel doen aanplakken.
Officiëele Konnisgevingen.
De Voorzitter ran den gemeenteraad van Loiden
brengt ter kennie van de kieagerechtigden dat de
Terkiezing van twee leden van den gemeenteraad tor
verruiling der vacatures, ontstaan ten gevolge van
hot door den heer Mr. F. WA8 genomen ontslag,
en hot overladen van den heor J. VAN DER
BBEQGEN Az., zal plaats hobben op Dinsdag
den 8ston Mei a. s. en de herstemming, zoo die
noodig mocht blijken, op Dinsdag den 22sten d. a. v.,
van des voormiddags negen tot des namiddags
Tflf uren.
Leiden, De Burgemoester voornoemd,
9 April 1891. F. WAS.
DRANKWET.
Burgomeeater on Wethouders der gemeente Leiden
brengen bjj deze ter algemeene kennis, dat door
de navolgende personen verzoekschriften zgo inge
diend om vergunning voor den kleinhandel in sterken
drank. t. w.: M. DE bRUIN, Wed. W. F. L. VAN
DEN BERG, Molensteog 27; CATHARINA MARIA
SCHIMMEL, Zijdgracbt 42; do naamloozo Vennoot
sohap „Nederlandecbe Buffet-maatscbappn", gevestigd
te Amsterdam, Directeuren J. G. WASSENAAR en
J. O. Bus, Nieuwe R\ju 72.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Leidoü, F. WA8, Bnrgemoester.
9 April 1894. E. EIST, Seoretarie.
Wy maken onze lezers opmerkzaam op
de volkslezing, door dr. Gunning alhier op
Donderdag a. s. te houden over de vrouw en
de sociale quaestie een onderwerp, dat zeker
velen hoogeiyk interesseeren zal, stellig niet
het minst het vrouwelijk deel van sprekers
gehoor.
In het goed verlichte en met frisch groen
versierde schouwburglokaal „Vondelhoven"
was het gisteravond weer feest. Ditmaal gaf de
Leidsche Tooneelvereeniging „Thalia" eene
uitvoering. De Vereeniging, opgericht in 1898,
heeft wel eens moer uitvoeringen gegeven,
doch dan in besloten kring. Ditmaal echter
was het plan opgevat om eene uitvoering te
geven met introductie. Dat dit plan in den
geest viel, bleek uit de talrijke opkomst.
Nadat eenige muzieknummers genoten
waren, opende de president der Vereeniging,
de heer N. Bonnewitz, den feestavond met
allen een hartelijk welkom toe te roepen,
eenige inlichtingen omtrent de Vereeniging te
geven en aller toegevendheid in te roepen
voor hetgeen ten aanschouwo zou worden
gegeven, waarna hy hoopte dat allen zich
best mochten amuseeren.
Hierna werd opgevoerd het blijspel in één
bedrijf: „Het geheim van Mevrouw". De vier
in dit stukje medespelende personen vervulden
hunne rollen vrij goed. Geen wonder dus dat
zij luide werden toegejuicht.
Hierop volgden weder eenige muzieknum
mers, waarna ten beste werd gegeven„Kleine
tegenspoeden des levens", blijspel in één be
drijf. Dit stuk droeg eveneons ieders goedkeuring
weg, vooral het spel van Grenouillet, aannemer,
Duhamel, zijn vriend, alsook dat van mevrouw
Dalby, jeugdige weduwe, en Katrijn, de dienst
bode. In één woordallen vervulden met veel
nauwgezetheid hunne rollen.
Toen na de pauze andermaal de vroolijke
tonen der muziek door de zaal weerklonken
hadden, werd opgevoerd: „Op de derde ver
dieping", kluchtspel in één bedrijf. Dit stuk
deed allen herhaaldelijk schateren van het
lachen. Kluchtig was dan ook het spel van
Frits Bellmann, die zich op de derde ver
dieping thuis waant, terwijl hij op de vierde
thuis hoort. Al is het misschien niet geoor
loofd namen te noemen, toch kunnen wy
niet nalaten den president der Vereeniging,
den heer Bonnewitz, ons compliment te maken,
daar deze zyne moeilijke rol van Frits Bell
mann zoo flink vervulde. Aan toejuichingen
ontbrak het dan ook nu niet, terwyi de
muziek na afloop van het stuk fanfares deed
hooreD.
Zoo'n genoegiyk geslaagde feestavond kan
niet eindigen voordat de dames en heeren
hun hart hebben opgehaald met lustig de
zaal rond te dansen; hier was dit thans ook
het gevalmen bleef Dog lang gezellig byeen.
Wy gelooven wel aller tolk te zyn, indien
wy de Vereeniging „Thalia" op hare verier©
loopbaan geluk toewenschen, niet twijfelende
of genoemde Vereeniging zal steeds in bloei
vooruitgaan, vooral daar zy over zulke goede
krachten te beschikken heeft.
Maakten wy gisteravond reeds melding
van de uitvoering der Leidsche tooneel
vereeniging „Multatuli," welke gepasseerden
Zaterdag-nacht plaats had in den Schouwburg,
thans zy nog vermeld dat by de overhandiging
van het vaandel (door mej. M.) de heer H.
J. v. Leeuwen Jr. voor bet voetlicht trad en
de Vereeniging een muziekstuk aanbood, door
hemzelven gecomponeerd, genaamd„L'habitan
des Pays-Bas," opgedragen aan de Leidsche
tooneelvereeniging „Multatuli." Met hartelyke
woorden dankte de president der VereeDiging
den heer Van Leeuwen voor de eer, welke
hy der Vereeniging aandeed.
Na het spelen van genoemd muziekstuk
mocht de componist in verband daarmede
het genoegen smaken luide toegejuicht te
worden.
In het opgevoerde toonoolstuk „De ïty-
zweep" kwam ook alle lof toe aan den heer
J. J. K. als Ferdinand (hoofdrol), aan den
heer W. W. als bedelaar en mejuffrouw M.
P. als Maria
De heeren prof. Tiele en Land hebben
zich bereid verklaard de Regeering, zonder
bezwaar van de schatkist, op het tiende
Oriöntalisten-congres te Genève te vertegen
woordigen.
De heer H. J. Couvóo, candidaat tot den
H. Dienst te Leiden, heeft zich beroepbaar
gesteld by de Ned.-Herv. Kork.
Tot hoofdingelanden van het Hoogheem
raadschap van Rynland zyn herRozen
In het 4de district (hoofdpl. Lynden) de
heer H. A. Hanedoes, en tot plaatsvervanger
de heer P. S. Zyimans, te Haarlemmermeer.
In het 5de district (Leimuiden) de heer T.
P. Viruly, te Leiden, en tot plaatsvervanger
de heer H. Van Blaaderen, te Haarlem.
In het 15de district (hoofdpl. Wassenaar) de
heer mr. J. Van de Kasteel©, te 's-Gravenhage,
en D. J. G. J. baron Van Pallandt, te Was
senaar.
In het bestuur van den polder „De Zien"
(gem. Uitgeest) is herkozen als dykgraaf de
heer P. Brasser, en als hoofdingeland de heer
C. Brandjes, beiden aldaar.
Geref. Kerk. Aangenomen is het beroep
naar Groningen door den heer Kouwenhoven,
te Voorschoten.
In de voormiddag-godsdienstoefening van
Zondag worden diakenen te Benthuizen ver-
biyd met eone extra-gift in het kerkezakje
van 25. Vinde dit edele voorbeeld navolging 1
Gisteravond hield mr. H. A. Van de
Velde, burgemeester van Loosduinen en oud
lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
eene politieke rede by E. Ooms, te Zegwaard.
Van de gelegenheid voor debat werd gebruik
gemaakt door de heeren C. L. J. Bos, burge
meester, ds. Y. Bootsma, G. A. Geerlings en
C. Kruik.
De uitkomsten van de dezer dagen te
Woubrugge gehouden openbare verhuring van
het gras- en rietgewas van de buitenlanden
van den Vier Ambachts-Polder, het grasgewas
langs de Zwet, zoomede der jacht en visschery
des polders, waren als volgt: Opbrengst voor
het seizoen 1894, van het grasgewas op de
buitenlanden 732, het rietgewas daar
langs 210, het grasgewas aan de Zwet
(4 hectaren, 33 aren, 34 centiaren) 400,
de jacht ƒ13, de visschery ƒ49, maakt 62.
Eer. perceel bouwland werd opgehouden. De
totale opbrengst is aldus ƒ1404.
In de gisteren te Haarlem gehouden
Raadszitting werd benoemd tot onderwyzer
de heer W. Engels, te Haarlemmermeer.
De Pronkbakken der firma Krelage aldaar
werden Zondag o. a. bezocht door de ministers
van waterstaat, handel en nyverheid, van
marine en van buitenlandsche zaken ad interim
en van oorlog, met hunne damesdoor oud
leden der Tweede Kamer, en door een groot
aantal plaatselyke autoriteiten, waaronder de
burgemeester van Haarlem.
De officier van gez. lste kl. by de zee
macht J. Kwast en de off. van admin. 2de kl.
H. W. Stoelman worden met den SOsten April
a. 8. geplaatst in de rol van Hr. Ms. wacht
schip te Willemsoord en gedetacheerd aan
boord van Hr. Ms. instructieschip Urania",
terwyi de officier van admin. 2de kl. C. Fer
guson met gemelden datum wordt geplaatst
aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Helle-
voetsluis.
By beschikking van den minister van
binnenl. zaken is met ingang van 1 April
1894, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend
aan dr. A. J. A. Prange, als assistent voor
de scheikunde aan de Ryks-universiteit te
Utrecht.
Op 9 April 1894 heeft aan het departe
ment van buitenlandsche zaken de uitwisseling
plaats gehad der akten van bekrachtiging van
den te 's-Gravenhage op 24 April 1893 tus-
schen Nederland en den Oranje-Yrystaat ge
sloten overeenkomst tot wederzydsche uit
levering van misdadigers.
De heer W. A. Peereboom, notaris te
Bol8ward, op den leeftyd van 50 jaren over
leden, was vroeger lid van den gemeenteraad
aldaar, laatst lid der Prov. Staten, alsmede
oprichter en steuner van verscheidene inrich
tingen en instellingen to dier stede. Hy heeft
20 jaren het notarisambt zóó met eere ver
vuld, dat zelfs buiten de provincie zyn raad
of hulp werd ingeroepen.
De minister van financiën maakt bekend,
dat op 7 dezer by do betaalmeesters in kas
was 1,885,235 60s; en dat op denzelfden
dag door de Nederlandsche Bank, ingevolge
art. Ilbi8 van haar octrooi, aan 's lands kas
eene voordracht was verstrekt ten bedrage van
1,739,692.53s.
„De Portefeuille" is haren zestienden
jaargang ingetreden. Zy verschynt thans op
beter papier, in artistieken druk en met een
hoofd in vlakornament. Het Weekblad zal
voortaan alleen Tooneel en Letteren bespreken,
maar dat uitvoeriger dan tot hiertoe geschiedde.
Moge ook in hare nieuwe gedaante „De
Portefeuille" bevorderiyk zyn aan de verbrei
ding van wat goed is en schoon 1
De lste luit. C. Hemmes, van het 4de
reg. inf., sedert 1 October 1891 gedetacheerd
by de hoogere krygsschool, wordt 1 November
a. s. eervol van die detacheering ontheven en
keert alsdan naar zyn corps terug.
Het examen tot toelating voor den hoofd
cursus voor officier zal dit jaar plaats hebben
op 12, 13 en 14 Juli.
De miliciens der infanterie van de lichting
1893, die voor het biyvend gedeelte zyn aan
gewezen, zullen tot 14 Juli onder de wapenen
worden gehouden en alsdan in het genot van
onbepaald verlof worden gesteld.
Koningin Victoria van Engeland wordt
28 of 29 dezer te Vlissingon verwacht op
hare terugreis naar Engeland.
Gisteren werd aan mgr. Lorenzelli, inter
nuntius van den Paus by het Nederlandsche
Hof, door den heer W. Mengelberg, ridder
van St. Sylvester en der Duitsche Kroonorde,
een medaillon in gips aangeboden, voorstel
lende H. M Koningin Wilhelmina, zooals het
sieriyk cachet van den Hoogen Raad van
Adel, eveneens door den heer Mengelberg
vervaardigd, Hare Majesteit voorstelt. De
Koningin is te paard gezeten, met de Konings
kroon op het jeugdige hoofd en den schepter
in de band. Het paard treedt in de bloesems
van een oranjestruik, terwyi het wapen van
het Koninkiyk Stamhuis prykt in het ver
schiet. Rondom do voorstelling staat to lezen
Wilhelmina, by de gratie Gods, Koningin dor
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau. Het
geheel, uitgevoerd in vroeg Gotbieken styi,
is een meesterstuk van beeldhouwkunst, eene
waarlijk vorsteiyke voorstelling van het
Koningschap onzer beminde Koningin.
Op den 88ten en 9den Mei 1894 zal by
de Algemeene Rekenkamer een vergelykend
examen worden afgenomen van hen, die in
aanmerking wenschen te komen voor eene
benoeming tot tweeden klerk by het college,
aanvankeiyk op eene bezoldiging van ƒ400
'8 jaars. Nadere byzonderheden bevat de
„Sts. Ct." van heden.
Den 15den dezer vertrekt jhr. mr. S. M. S.
De Savornin Lohman, lid der Algemeene
Rekenkamer, met een verlof van drie maanden,
voor particuliere aangelegenheden, naar do
Vereenigde Staten van Amerika.
Naar de „N. B. Crt." uit goede bron
verneemt, zal op de begrooting van oorlog
voor het dienstjaar 1895 eene som van 250,000
worden uitgetrokken voor den bouw van
woningen voor gehuwde onderofficieren en
minderen op hot terrein der Gasthuisvelden
te Breda.
By koninkiyk besluit zyn benoemd: by
het wapen der artill., by den staf van het
wapen, tot kolcnel en directeur der artill.-
inrichtingen, de luit.-kol. P. W. Pfeiffer, van
dien staf, hoofd der werkplaatsen voor draagb.
wapenentot luit.-kol., de maj. J. G. v. Gennop,
van dien staf, hoofd der pyrotechnische werk
plaatsen; tot maj., hoofd der werkplaatsen
voor draagbare wapenen, de kapt. A. H. Van
Breda, van dien staf, werkzaam by de art.-
inrichtingenby het 3de reg. veld-art., tot
lsten luit., de 2de luit. W. E. Van Dam vaü
Isselt, van het corps; by het 3de reg. vesting-
art. tot kapt., de luit. L. baron Van Hogen-
dorp, van het 3de reg. veld art.by het 4de
reg. vest.-artil., tot kapt., de lste luit. L
Francois, van het lste reg. veld-artil., en de
lste luit.-adjud. H. B. Moll, van het lste reg
veld artil.tot lsten luit., de 2de luit. A. G.
Landaal, van het corps; by de instructie
compagnie, tot lsten luit., de 2de luit. J. H.
Deddes, van die compagnie.
Aan G. H. Van Haastert, notaris te Leeuwen,
gemeente Warnel, nader als standplaats aan
gewezen de gemeente Wamel, mot last om in
het dorp Leeuwen zyn kantoor te biyven
houden.
Benoemd tot directeur van het post- en
telegraafkantoor te Grave J. J. Van Munnek-
rede, thaus commies der posteryen 3de kl.
Aan P. A. Ramaer, op zyn vorzoek. eervol
ontslag verleend uit zyne betrekking van aii c-
teur van het postkantoor te Heerenveen.
Benoemd tot rechter in de arrondissemente
rechtbank te Dordrecht, mr. K. M. PhafF, thans
kantonrechter te Oud-Beierland.
Benoemd tot directeur van het post- en
telegraafkantoor te Driebergen, G. J. Scholten,
thans in geiyke betrekking te 's-Gravenland.
Tot directeur van het post- en telegraaf
kantoor te Vreeswyk, L. W. Vollers Jr., thans
in gelyke betrekking te Balk.
By koninkiyk besluit is de kolot-el H.
W. Van Hasselt, van den staf der artillerie,
directeur der artillerie-inrichtingen, op zyne
aanvraag, op pensioen gesteld en het bedrag
van het pensioen op 2175 's jaars.
Benoemd tot directeur van het postkantoor
te Middelburg J. A. J. Van der Schaaff, 1 hans
in gelyke betrekking te Gorkum.
Benoemd tot directeur van hot postkantoor
25)
Ik zeide haar, dat ik er niets van geloofde,
maar ik ben er zeker van, dat ik dezen zomer zal
beven, als Ludwig Daar L. is, en ik alleen in
die groote, holle kamers zal moeten achter-
biy V6D, want de bediendeD slapeD op eene
hoogere verdiepiDg. Maar ik geloof dat ge my
zult uitlachen en stap daarom maar op een
ander chapiter over.
Terwyi ik by de gravin was, kwam graaf
Kiehl daar toevallig ook een bezoek brengen.
Ik zie je in gedachte de wenkbrauwen fronsen,
maar, lieve, het was waariyk geheel toevallig.
Ik verzeker je dat er zelfs niet het kleinste
plaatsje in myn hart voor hem open is. Toen
ik, bevend aan al myne leden, de verhalen
der gravin aanhoorde, was het my eene ver-
lichtmg, dat een derde ons minder aangenaam
té'eatête stoorde. Hy lachte om de byge
loovigheid der gravin, en toen by my later
naar myn rytuig bracht, waarschuwde hy
my met eenige veelbeteekenende woorden
voor myne nieuwe vriendin. Natuurlyk heb
ik niets van dit alles aan Ludwig verteld-
Diet dat ik het goed vind, wanneer men ge
heimen voor elkander heeft, maar „pourquoi
éveiller le chat qui dort?"
Ik begryp niet op welke wyze de gravin
Von Hohenstein voor my gevaariyk zou kun
nen zyn? Aan het hof heeft zy niet den
minsten invloed en in het publiek vertooDt
zy zich nooit. Ludwig woonde dien avond
eene samenkomst aan het hof by en hy kwam
zeer laat er van terug, daar men fameus
gekibbeld had, alvorens het eens te worden
over het stuk. dat men spelen zou. Zoudt
ge wel denken dat groote menschen zoo
kinderachtig konden zyn?
Men besloot tot de opvoering van den
„Tartufïe" van Molière en Ludwig vervulde
de hoofdrol. Ik werd niet uitgenoodigd van
de party te zyn niet alleen, maar het was
my zelfs niet veroorloofd de repetities by te
wonen. Ik was dus byna iederen avond alleen.
Wèl liet graaf Kiehl die, ik weet niet om
welke reden, geweigerd heeft mede 'e "spelen
zich dikwyi8 aandienen, maar ik verkies geen
têie-a-tête met hem, o.u-i iR heb hem nooit
ontvangen. Eindeiyk was de avond van de
uitvoering déér.
Ik behoorde natuurlyk onder de toeschou
wers en zoodra ik de zaal binnentrad, bood
graaf Kiehl my den arm aan, om my naar
eene der beste zitplaatsen te geleiden. Hy
zette zich naast my neer. Toen bet scherm
opgehaald werd, kon ik de mise ©D-scène en
de traaie toiletten niet geDoeg bewonderen.
Alles was geheel naar den styi van Louis XIV
ingericht, en do kostumes waren vrywat
smaakvoller dan wy gewoon zyn van de
rondreizende acteurs en actrices te zien, die
onze residentie bezoeken.
Ik was zóó opgetogen, dat ik luid riep:
„Ach, wie reizend 1"
Een blik vol minachting trof my uit Elmire's
(Hulda s) oogen, en ik vond zelve ook wel,
dat ik my kmderachtig had aangesteld.
Allen speelden uitmuntend. Zooals go u
misschien herinneren zult, van toen wy op de
school Molières werken bestudeerden, komt
Tsrtufle eerst in de tweede scène van de
derde acte op het tooneel. Myn bart klopte
luid, toen hy statig als een echt edelman
binnentrad. Ik bespeurde dat zyn blik zich op
my richtte, en toen hy graaf Kiehl aan myne
zyde zag zitten, werd die liefdevolle blik
duister. Ik haastte my hem vriendeiyk toe
te knikken en schikte onwillekeurig een
eindje verder van graaf Kiehl af.
Do Tartuffe heeft ontegenzegiyk veel schoons
en waars, maar, vindt ge niet, Emma, dat
er vrywat dubbelzinnige gezegden in voor
komen? Maar daar werd twee eeuwen ge
leden misschien minder op gelet.
In de derde scè'io ergerde ik my over
Ludwigs spel. O, lieve Emma, als ge die eeDs
naleest, en dan bedenkt, dat ik als lydelyk
toeschouwster dat samenspel van Tartuffe en
Elmtre moest aanzien, dan zult ge kunnen
begrijpen wat ik leed.
flulda'8 oogen schenen my flonkerende ster
ren toe, als zy Ludwig aanzag. Toen Elmire
hom vroeg:
„C'est que vous n'aimez rien des choses
de la terre?" en Tartuffe antwoordde:
„Mon sein n'enferme point un coeur, qui
soit de pierre!"
O, Emma, toen had ik zoo gaarne naar het
tooneel willen vliegen. Maar daarna werd het
nog erger. Zooals ge weet, moet hy in de
vyfde scène van de vierde acte zeggen:
„Le ciel dófend, de vrai, certains con tene
ments; mais on trouve avec lui des acco-
modement8," en ik verbeeldde my dat Hulda
my een zegevierenden blik toewierp. O, Emma,
het was of myn bloed in do aderen stolde l
„Uw echtgenoot speelt zeer natuurlyk!"
fluisterde graaf Kiehl my in het oor en zyn
blik was ironisch.
„Goddank, dat het maar spel is!" ant
woordde ik met bevende stem.
Ik ontmoette op dat oogenblik juist de
oogen van Ludwig en het was alsof hy my
afkeurend aaDzag.
„Hy zal toch niet denken, dat Ik met graaf
Kiehl coquetteer," dacht ik, en ach, die twee
verschrikkeiyko versregels brandden my als
lood op het hart.
Toen de voorstelling afgeloopen was, daver
den de toejuichingen door de zaal. Vooral
Tartuffe en Elmire werden als voortreffelijke
acteurs geprezen. De vorst maakte allerlei
flauwe toespelingen op de liefde van den
huichelaar voor madame Orgon en het scheen
my toe dat Ludwig behagen vond in die plagery.
Natuurlyk was graaf Kiehl aan het souper
myn cavalier en ware bet niet, dat Ludwig,
die met Hulda soupeerde, my van tyd tot
tyd toegeknikt had, dan zou ik dien avond
zeer ongelukkig geweest zyn. De vorst was
aan de andere zyde van Hulda gezeten. Zy
heeft, wat men noemt „la beauté du diable,"
en als zy het er op toelegt, dan kan zy, dunkt
my, een steenen beeld op zich verliefd maken.
Ik was zeer stil en antwoordde kortaf op de
zoutelooze complimentjes van den vorst, die
tegenover my gezeten was.
„U schynt vermoeid te zyn, mevrouw,"
xeide sraaf Kiehl tot mil. Toen ik toestem
mend antwoordde, gaf hy zyne vruchtelooze
pogingen, om my aan het spreken te krygen,
op, en ik dankte den Hemel toen bet foest
ten einde liep. Toen graaf Kiehl my den arm
aanbood, om my naar de receptiezaal to ge
leiden, kwam Ludwig haastig op my toe
en zeide:
„Kom, lieveling, nu ben ik niet meer do
valsche Tartuffe, maar de liefhebbonde echt
genoot van myne Laura. Graaf Kiehl zal bot
my niet ten kwade duiden, dat ik myn recht
laat geldon 1" Hy boog daarop, geleidds my
naar do receptiezaal en bracht my by don
vorst. Deze drukte my de hand, evenals do
vorstin; wy groetten daarop vrienoelyk de
aanwezigen en reden naar buis. Dit laatste
oogenblik vergoedde veel, want ik bemerKto
duideiyk, dat Hulda zich driftig op de lippen
beet, toen Ludwig my naar de gezelschaps
zaal geleidde.
Graaf Kiehl had reeds vóór ons de zaal
verlaten, maar wat kon het my schelen of
hy vertoornd wasl Ik gevoelde my zoo innig
gelukkig en tracht nu alles, wat my gister
avond zoo hinderde, te vergeten. Maar, Emma,
wanneer ge je man op het tooneel gezien
hadt zooals ik Ludwig zag, ach, wi9 weet
of ge niet in tranen zoudt zyn uitgobaraten.
Ge lacht zeker by de gedachte, dat een statige
Hollander als je echtgenoot op het tooneel
zou moeten komen.
Wordt vervolgd.)