N0. 10458.
"Woensdag 28 Maart.
A0. 1894.
jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 27 Maart.
P euilleton.
IN BLOEI GEKNAKT.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post 1-40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17j. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incaBseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
De majoor E. D. H. Mac Leod, van het
4de reg. inf. te Leiden, is aangewezen als
voorzitter der commissie, belast met het in de
maanden Juli en Augustus te Kampen af te
nemen toelatings examen tot den hoofdcursus.
De kapt. P. A. Spaan, van genoemd regi
ment te Gouda, zal als secretaris dier com
missie optreden.
Na een vjjftal vergaderingen van inge
landen van den Veender- en Lykerpolder, onder
de gemeenten Alkemade en Woubrugge, en
na vernietiging van de plannen eener reeds
aanbestede sluis te Roelof-Arendsveen, is men
ten langen leste gelukkig tot eenheid gekomen
en is in de laatst gehouden vergadering be
paald, dat er tusschen het boezemwater van
het Brasemermeer en het water uit boven-
genoemden polder ten spoedigste eene steenen
sluis sal worden gelegd, geheel overeen
komende met die te Rypwetering, met dit
onderscheid slechts, dat deze ingericht is voor
zes deuren, terwijl voor de te bouwen sluis
met vier deuren kan volstaan worden. Dat
de oude sluis in zeer bouwvalligen toestand
verkeerde, heeft het bestuur van dien polder
tijdig ingezien en ze voor het verkeer gesloten
door aan de zyde van het boezemwater een
dam te doen opwerpen. De aanbesteding van
de nieuwe sluis volgens nieuwe plannen en
teekening is, naar men hoort, vastgesteld op
Zaterdag 7 April a. s.
De „Vereeniging ter Bevordering der
Nederlandsche Visscherjj" vergadert te Am
sterdam Woensdag 4 April in „Eensgezind
heid", des voormiddags te 11 uren. Besproken
zullen worden de bezwaren tegen de plannen
tot gedeeltelijke drooglegging der Zuiderzee,
in verband met de belangen der visscherij.
Inleider is de heer T. A. O. De Ridder, bur
gemeester van Katwijk, voorzitter dier ver-
eeniging.
Naar de „Pr. Gr. Crt." verneemt, heeft
prof. mr. H. L. Drucker, te Leiden, aange
zocht zich beschikbaar te stellen als candidaat
voor het lidmaatschap der Tweede Kamer in
het hoofdkiesdistrict Groningen, zich bereid
verklaard eene eventueele candidatuur te
aanvaarden.
De kiesvereeniging „Burgerplicht" te Gouda
heeft candidaat gesteld den heer T. G. G.
Yalette.
In de vergadering van den bond van liberale
kiesvereenigingen in het district Alkmaar,
Zondag te Schagen gehouden, zijn op de voor-
loopige candidatenljjst gebracht de hoeren Yan
Calcar, Kerdyk, Fokker, Van Gilse, Treub en
Van der Kaay.
De Nederlandsche commissie voor de
afdeeling Onderwijs bij de internationale ten
toonstelling te Antwerpen bestaat uit de
heeren: dr. D. De Loos, te Leiden, voorzitter;
prof. mr. C. P. Burger, te Leeuwarden; W.
B. G. Molkenboer, te Amsterdam, en J. W.
Weevers, te Rotterdam.
In zake de vervulling van het vaceerend
opperrabbinaat in het ressort 's-Gravenhage
heeft de ressortale kerkeraad in zijne ver
gadering van den 25sten dezer, zich bepaald
tot een besluit, waaruit kan voortvloeien dat
binnen uiterlijk vier maanden eene eindbe
slissing zal worden genomen.
De ressortale vergadering van het district
's Gravenhage heeft als lid der centrale com
missie voor de zaken van het Ned. Israël,
kerkgenootschap herkozen mr. D. Polak
Daniels.
Ds. Bryce, te 's-Gravenhage, herdacht
Zondag-voormiddag te midden zijner gemeente
naren den dag, waarop hy vóór 40 jaren tot
predikant by de Ned.-Hervormde gemeente
beroepen werd.
Aan het eind der godsdienstoefening werd
den feestvierenden leeraar Psalm 1214
toegezongen.
Gisteren ontving do heer Bryce tal van
prachtige geschenken, terwyi verschillendo
deputation hem gelukwenschen aanboden.
Zaterdag middag te halfdrie bracht H. M.
de Koningin Regentes met de sur-intendante
van H. M. de Koningin, jonkvrouwe Van de
Poll, een bezoek aan den koninklijken graf
kelder te Delft.
Des morgens werd op last van H. M. de
Koningin Regentes en in tegenwoordigheid
van Hr. Ms. particulier secretaris jhr. mr. De
Ranitz en van den commissaris van den
koninkiyken grafkelder, den burgemeester van
Delft, do kist, waarin het stoffeiyk overschot
van wylen Z. K. H. Prins Alexander, Prins
van Oranje, verplaatst op den vloer van de
nis, waarin die kist thans is geplaatst.
De heer M. H. A. Yan der Valk, be
roepen predikant by de Gereformeerde Kerk
te Langernk, tegen wiens beroep door de
classis Woerden protest is aangetuekend, heeft
aan den kerkeraad te Langerak verklaard, geene
beslissing te zullen nemen, voordat de provin
ciale synode over hem geoordeeld heeft.
H. M. de Koningin Regentes heeft Paasch-
Zondag deelgenomen aan het Heilig Avondmaal
in de Kloosterkerk, waar ds. Knottnerus voor
ganger was.
Omtrent het jaarlyksch bezoek van Hare
Majesteiten aan de hoofdstad is nog niets
bepaald; alleen heeft H. M. de Koningin
Regentes vastgesteld, dat dit bezoek in geen
geval in de maand April zal plaats hebben
De „N. R. Ct.", dit besluit „eene wtfze
daad der Regentes" achtende, doet het voor
komen alsof het is uitgesteld ter voorkoming
van ovaties, welke H. M. de Koningin-Regentes
te Amsterdam zouden bereid worden als
huldebetuiging en instemming met het be
sluit tot ontbinding der Kamer.
Of, zooals de „N. R. Crt." zich verder
uitdrukt
„Dat de Regentes, nu men heeft willen
beproeven in verband met den politieken
toestand demonstraties uit to lokken, die ten
doel hadden de Kroon in den partystryd te
sleepen, de gelegenheid daartoe afsnijdt, zal
door ieder, dio er aan hecht, dat onze con
stitutioneels instellingen zuiver worden be
waard, met groote voldoening en dankbaar
heid worden vernomen."
In stryd met deze voorstelling, welke de
„N. R. Ct." wil doen doorgaan voor de in
hofkringen geldende motieven, welke H. M
tot uitstel van het bezoek hebben geleid, kan
de „Tel." mededeelen, c'a' dit besluit alleen
is genomen, omdat de Koningin-Regentes
met het oog op de komende drukte van den
verkiezingstyd, wanneer de Amsterdamsche
autoriteiten het toch reeds zeer volhandig
hebben, meende Hare komst tot een gelegener
tydstip te moeten verdagen.
By koninkiyk besluit van 20 dezer is
aan den heer P. C. Yan Lennep, consul-
generaal der Nederlanden te Athene, de per-
soonlyke titel van zaakgelastigde verleend.
Het stoomschip „Ardjoeno" is 26 Maart
te Batavia aangekomen; de „Deucalion", van
Java naar Amsterdam en Liverpool, vertrok
24 Maart van Singapore; de „Dubbeldam",
van Nieuw York naar Rotterdam, passeerde
26 Maart Lizard; de „Jason", van Amsterdam
en Liverpool naar Java, arriveerde 26 Maart
te Singapore; de „Obdam", van Rotterdam
naar Nieuw-York, is 26 Maart Lizard gepas
seerd; de „Prinses Amalia", van Amsterdam
naar Batavia, arriveerde 25 Maart te South
ampton; de „Sarpedon", van Singapore naar
Amsterdam, arriveerde 25 Maart te Suez; de
„Voorwaarts", van Amsterdam naar Batavia,
arriveerde 26 Maart te Padang; do „Werken
dam" vertrok 24 Maart van Nieuw-York naar
Rotterdam; do „Merapi", van Rotterdam naar
Batavia, is 23 Maart Kaap Carvoeiro gepas
seerd; de „Edam", van Nieuw York naar
Amsterdam, passeerde 24 Maart Dover.
De gowoue audiëntie van den minister
van oorlog zal op 29 dezer niet plaats hebben.
By koninkiyk besluit is aan P. L. A.
Collard, op zyn verzoek, eervol ontslag ver
leend als notaris to Beek.
Benoemd tot burgemeesters van: Reusel,
A. Willekens, tevens secretaris; Uden, L.
Van Wynaerden; Sittard, J. H. Rutten; Eist,
G. W. A. W. baron Van der Feltz; Le&ns,
P. A. De Rochefort, tevens secretaris; Boven-
karspel, D. Kooiman; St. Laurens, J. M irinissen
Dodewaard, A. D. Duys; Oost- en West-
Barendrecht, E Van der Gyp Barendrecht;
Hillegora, M. W. De Kat; Harderwyk, mr.
D. Yan Meurs.
Goedgekeurd dat W. H. Schrynemaekers,
burgemeester van de gemeente Ryokholt, is
benoemd tot secretaris dier gemeente.
Een pensioen van f 395 verleend aan P. H.
M. Capteyn, laatsteiyk commies 2de kl. by
'a Ryks belastingen.
J. F. Langenbergh, arts, benoemd en aan
gesteld tot off. van gez. 2de kl. by het per
soneel van den gen. dienst van het leger in
Ned.-Indië.
Dc reden der Hamer-ontbinding, enz.
In een kort briefje (No. 12) bespreekt mr.
Van Houten de reden, die tot de ontbinding
moet hebben geleid. Allereerst behoorde dit
z i. althans in de sluitingsrede te zyn vermeld.
Het antwoord op do vraag: welk voordeel
de Regeering er voor het land van verwacht,
moest men in eenig staatsstuk vinden.
Hebben de ministers een waar verslag uit
gebracht aan H. M., dan moet dit, zegt mr.
Van Houten, als volgt luiden:
„dat de Kamer, door aanneming van art. 3
met 80 stemmon, met verpletterende meerder
heid heeft getoond eene uitbreiding van het
kiesrecht te willen, volgens welke tot kiezers
gemaakt werden, wie in hun eigen onderhoud
en dat der hunnen voorzien; dat alzoo in
dit opzicht Kroon en Kamër homogeen
waren; dat er alle reden was aan te
nemen, dat de Kamer in dit opzicht ook
homogeen was met de kiezers, zoodat er van
een conflict tusschen Volk en Kamer even
min sprake kon zyn als van een conflict
tusschen Kroon en Kamer; dat echter
helaas is gebleken, dat de minister Tak niet
verkoos eene behoorlyke redactie van art. 4
te leveren, waarin het aangenomen beginsel
naar eene redelyke opvatting was uitgewerkt,
en hy overeenstemming met de Kamer had
verhinderd door zyne onverzettelyke weige
ring, om vermoedens voor het voorzien in
eigen onderhoud daar te zoeken, waar zy te
vinden zyn, te weten in bewys van bezit,
inkomen, of brevet van capaciteit of wel van
den uiteriyken staat, die tot aanslag in het
personeel aanleiding geeft."
Waarschynlyk acht mr. Van Houten het,
dat de ministers tot ontbinding hebben ge
adviseerd om van de kiezers eene volgzamer
Kamer te erlangen. „Daarentegen heb ik eenige
reden aan te nemen, dat der Regentes ook
is afgeraden te scheiden van mr. Tak, zonder
door een votum van de kiezers al6 het ware
gedekt te zyn".
Den raad, dien de ministers gaven, noemt
mr. Van Houten in ieder geval slecht en niet
in overeenstemming met een constitutioneel
gouvernement.
„Is H. M. ook de opmerking gemaakt, dat
als zfj de beslissing aan de kiezers laat of
mr. Tak minister zal zyn en of de uitbreiding
van het kiesrecht zal geschieden overeenkom
stig eenig ontwerp Tak, niet meer constitu
tionsel, maar republikeinsch staatsrecht in
practyk wordt gebracht en wel in een slochten
en onoprechten vorm.
„In de tegenwoordige crisis wordt Tak's
candidatuur tot eene oiiiciêele gestempeld en
weet men niet of ontwerp I, II of III weder
op het tapyt zal worden gebracht, zoodat
zelfs eene beslissing ten gunste van het minis
terie slechts nieuwe verwarring zal brengen.
De coustitutioneele zin van ons volk zal ons
wel behoeden voor verder bederf onzer instel
lingen. Vooreerst door aan Tak de serviele
meerderheid te onthouden, welke hy onder
de hoede van het Koninkiyk gezag vraagt,
maar tevens door hem de plaats te onthou
den in de volksvertegenwoordiging, waar by
reeds eene retraite scby'nt te zoeken. Als zoo
danig vat ik zyne candidatuur op, omdat ik
niet aanneem, dat hy dit ongewoon oogenblik
zou aangrypen, om de quaestie der vereeni-
ging dor betrekkingen van Minister en Kamer
lid op hot tapyt te brengen."
Vóór alles wenscht mr. Van Houten dat
den minister geen mandaat worde gegeven
vóórdat hy zyn gedrag op en sedert 8 Maart
openlyk heeft toegelicht, en hy hoopt dat de
candidatuur van „Burgerplicht" ook in Tak's
eigen belang daarover licht doe opgaan.
Het bestuur der „Liberale Unie" heeft a»u
de Kiesvereenigingen, ledon der Unie, eene
circulaire gericht om hun kennis te gevon,
dat, nu de verkiezingen voor de Tweede
Kamer bepaald zyn op 10 April, eene alge-
meene vergadering niet meer kan worden
gehouden.
Het bestuur doet verder een beroep op
den yver der Kiesvereenigingen om de kie
zers voor te lichten; op hare krachtige in
spanning om het uiterste te doen, opdat de
overwinning behaald worde.
Naar het oordeel van het bestuur heeft het
volk, „blykens de tallooze betuigingen van
instemming, die de minister Tak van Poort
vliet na de intrekking der wetsontwerpen
dag aan dag ontving", begrepen, dat hij stond
aan de zydo van de onbekrompen, milde
uitlegging der Grondwet, aan de zyde van
het grootste vertrouwen op het volk, dat hy
bezield wa6 met de zucht om aan den billyken
eisch van uitbreiding van kiesrecht het verst
tegemoet te komen. Daarom moeten de kiezers
gevoelen, dat hij de vertrouwbare leider is,
dien men met vertrouwbare medestrijders
behoort te omringen.
Prof. dr. M. J. De Goeje, te Leiden, scbryft
in de „N. R. Ct." het volgende:
Hot bestuur der „Liberale Unie" heeft in
zyn schryven aan de kiesvereenigingen eene
poging aangewend tot demoralisecring der
liberale kiezers, die ik niet zonder protest kan
laten voorbygaan. In plaats van allen op te
wekken onafhankeiyke mannen te kiezen, aan
wie het land thans meer dan ooit behoefte
heeft, noodigt het uit om gehoorzame dienaars
af te vaardigen. Als het liberale Nederland
aan die roepstem gehoor geeft, teekent het
zyn doodvonnis. Reeds is door het bestuur
van „Burgerplicht" te Amsterdam in dien zin
gewerkt. Men mag geene afgevaardigden kiezen,
die niet de zienswyze zyn tosgedaan. dat het
door de regeering in to dienon wetsontwerp
moet worden aangenomen. Gewetensbezwaren
zullen zy niet mogen hebben; zy worden
alleen als voorstemmers gezonden. Wat eeno
eer, op zulke voorwaarden afgevaardigd te
worden! De redevoering van den voorzitter
van „Burgerplicht", bekroond met het voorstel
om den Minister zelf tot eersten voorstemmer
te kiezen, doet meer aan Oostersche vleitaal
denken dan aan het mannenwoord van den
grooten vaderlander: vrijonverveerd
By het bestuur van do Kiesvereeniging
„Burgerplicht" te Amstordam is een schryven
van mr. W. H. De Beaufort ontvangen, waarin
deze verklaart in verband met de bekende,
Woensdag aangenomen motie geen candidatuur
dezer Voreeniging te kunnen aanvaarden.
Vorder heeft prof. C. B. Spruyt voor het
lidmaatschap der kiesvereeniging „Burger
plicht" bedankt, op grond van dezelfde motie.
Het amendemeot-Dc Mcyter.
Reeds is uit enkele onderzoekingen geble
ken, dat aanneming van het amendement-
De Meyier eer inkrimping dan uitbreiding van
het kiesrecht ten gevolge zou gehad hebben.
2)
Het portretje met het gepoederde haar etelt
haar voor als Maria Antoinette. Op een ge
maskerd bal droeg z(] dit toilet. Maar, kom,
meer mag ik je er niet van vertellen. Ale ge
achttien jaren zult geworden zijn en de goede
God my nog met opgeroepen heeft, dan zal
ik je de geschiedenis van Laura Von Stenworck
of, zooals zij na haar huwelijk heette, Gravin
Von Sobnwitz, verhalen."
Ik vroeg niets meer; ik heb na dien dag
de lade niet meer geopend gezien, en lang
voordat ik achttien jaren was geworden, was
mijne lieve grootmama vereenigd met de ge
liefden, die haar waren voorgegaan.
Z|j had hare belofte echter niet vergeten.
Op mijn achttienden verjaardag overhandigde
mijn vader mij een pakket. Toen ik het opende,
viel mij een brief in hot oog van den volgenden
inhoud
„Lieve Veral Als de tijd aanbreekt, waarop
ik het u beloofde verbaal wilde doen, zal ik
niet meer onder de levenden behooron. Ik zal
dan van allen aardschen strijd verloet z(jn.
Ikzelve heb nooit reden tot klagen gohad en
heb steed3 met oprecht gemoed den Vader
kunnen danken voor het goede, dat mij zoo
ruimschoots ten deel is gevallen.
De smart echter van degenon, die men lief
heeft, te aanschouwen zonder die te kunnen
verzachten, is voor een liefdevol hart zwaar
te dragen.
Daarom, mijn kind, zult ge by het lezen
dezer bladzyden kunnen begrypen, dat ik
menigen traan gestort heb als ik aan ver
vlogen tyden dacht. Maar ge zult tevens zien,
dat, al moge het kwade schynbaar langen tijd
ongestraft blyven, de woorden van Goethe:
„denn alle Schuld richt sich auf Erden,"
waarheid bevatten.
Lees en herlees de inliggende bladzyden I
Een paar brieven van Laura, aan my gericht,
voeg ik hierby. En nu, vaarwel, lieve 1 Blyf
steeds het rechte pad bewandelen en denk aan
de woorden van don dichter Eamphuyzen:
„Hoe of 't u gaat of niet en gaat,
't Gaat wel als 't goed van binnen staat.""
I.
Het was een koude Novemberdag van het
jaar 181
Een dikke mist hing als een sluier over
do van bladeren beroofde takken der boomen.
Tevergeefs had een droefgeestig zonnestraaltje
getracht den nevel te doorborenhet scheen
dat de gansche natuur zich tot den winter
slaap gereed maakte.
Het was dan ook om vier uren reeds donker,
en de lichten in de winkels van do stad L.,
waar wy den lezer binnenleiden, waren ook
reeds op dien tyd ontstoken.
Toch heerschte er eene zekere bedry vigheid
op de anders weinig levendige stratenvooral
op de markt, alwaar de post wagen tegen
halfvyf verwacht werd, was het zelfs druk
en woelig.
Hoewel het vorstendom L. slechts met zeer
veel moeite op do landkaart te ontdekken
wae, had de aldaar regeerende vorst, die de
stad L. tot residentie gekozen had, evenveel
gevoel van waardigheid en onmisbaarheid,
alsof hy „le roi soleil" in eigen persoon ware
geweest.
Ach, zoo hy geweten bad, dat zijn vorstendom
reeds vyftig jaren later een deel zou uitmaken
van het groote Duitsche Ryk en dat niets
dan een eenvoudige gedenksteen op zyn graf
de herinnering aan zyn grootsch bestaan zou
bewaren, boe diep ellendig zou by zich hebben
gevoeld!
Een paar jaren geleden namelyk, toen
Europa zich van Napoleons overheerschirjg
had vry gemaakt, had de vorst groote feesten
willen geven. De flnaatiëele toestand van het
vorstendom was echter niot van dien aard,
dat te veel onkosten gemaakt konden worden.
Door verhoogde belastingen, die vooral op
den minderen man drukten, was de schatkist
ge8tyfd, en nu achtte de vorst den tyd ge
komen, waarop hy aan ieder wilde toonen
dat hy de kunst verstond om ryk en arm
genoegen te geven.
Natuuriyk had de adel de oudste rechten
en wat was nu meer propos dan een
bal masqué te organiseeren I Later zou het
immers tyd genoeg zyn, om over de feest
viering voor het volk te beraadslagen.
Denken en doen was één by onzen vorst.
Eenige dagen nadat hot plan in zyn door
luchtig brein was opgekomen, stapte een ge
poederde lakei door de straten der stad L.,
om de uitnoodigingskaarton voor hot bal rond
te brengen.
Dit gaf eeno drukte: Pruikenmakers, tail
leurs, manufacturers, bloemisten, alles was
in actie.
De chefs der firma's gingen met den post
wagen naar Beriyn of eene andere groote
stad, om hunne inkoopen te doen, en dit
was de reden, dat het op dien somberen
November-namiddag op de markt van de stad
L. zoo woelig was.
Een aantal winkelbedienden stond op de
aankomst van den postwagen te wachten,
daar hunne patroons met dit vervoermiddel
zouden torugkeeren.
Eenige nieuwsgierige jonge meisjes hadden
het naargeestige weer getrotseerd en luister
den in spanning of zy in de verte nog niets
konden vernemen van den hoorn, wiens tonen
do komst van den postwagen zouden aan
kondigen.
De verwachting dergonen, die uit nieuws
gierigheid gekomen waren, zou echter deeriyk
teleurgesteld worden, want de enkele straat
lantaarns, welke op hot marktplein brandden,
gaven niets dan een schemerachtig licht van
zich, en de mist dood het zyno om dit te
verergeren.
Toen het logge gevaarte meer en moer
naderde, kon men echter wel bespeuren, dat
de wagen van boven zéé vol gepakt was,
dat het voertuig groote kans liep topzwaar
te worden. Het waren de kisten en koffers,
die de geheimzinnige kostumes, pruiken en
degens aan het oog der menigte onttrokken.
„Antoine!" riep een aardig kameniertje,
toen een dik mannetje al puffend en blazend
de onmogelykste pogingen deed om vóór de
andere passagiers den wagen uit te etappen.
„Antoine, do freule is zoo verlangend te ver
nemen of ge geslaagd zyt?"
„Maar, Gretchen," was het antwoord var
het hygendo mannetje, „wacht dan toch totdat
ik uit het gedrang ben. Het is waariyk geen
pleizier om dagen achtereen in zulk eene be
nauwde atmosfeer te zitten. Neen, Heinricb,"
vervolgde hy tot een man, die hem behulpzaam
wilde zyn by het uitstygen, „dank je, man,
ik zal zelf wsl voor de bagage zorgen. De
freule heeft me gezegd, dat ik bot goed geen
oogenblik uit het oog verliezen mocht. Kom,
Gretchen, help eens dragen 1"
Het meisje pakte de zware doos op on nadat
Antoine ook een half dozyn kleine doozen en
kistjes byeen had, stapte het tweetal weg.
„Die Heinrich is zoo'n slimme vont," zeide
Antoine; „weet jo wel, Gretchen, waarom by
my zoo graag helpen wilde? Alleen omdat hy
zoo nieuwsgierig is. Ik geloof zeker, dat hy,
als ik hem had laten begaan, met eene der
doozen weggeloopen zou zyn; natuuriyk by
vergissing, dat begryp je, en dan had hy op
het paleis de doos geopend. Graaf Ki- hl cn
freule Hulda zouden de kostumos gezien hebben
en al het aardige was er dan natuuriyk van
af. Neen, man, Antoine was je te sliml"
Gretchen liep haastig voort. Zy was wel
verlangend te zien wat de inhoud van al die
doozen was, maar zy| durfde Antoino niets
vragen.
Wordt vervolgd.)