AK 10452.
Maandag 19 Maart.
A". 1884.
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Derde Blad.
Leiden, 17 Maart.
Feuilleton.
De Geheimzinnige Vlek.
i)
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAOT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post*n 1.40.
Afzonderlyke Nommers 0.06.
PRIJS DER AD VERTEN TLflN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere rogel meer f 0.17J. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Offiolëele Kennisgevingen.
Oproeping in werkeiyken dienst
van Miliciens- Verlofganger6 der
lichting van 1891.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien de Circulairs van den Hoer Commissaris
der Koningin in de Provincie Zuid-Holland, van den
27sten Januari II., A. No. 201/j (2de afd.), Pro-
vinolaal blad No. 6
Brengen ter kennis van de navolgende in doze
gemeente govestlgde miliciens-verlofgangers der lich
ting van 1891,
dat zij, krachtens art. 125 der Militiewet, onder
de wapenen worden geroepen, en daartoe op Dinsdag
den 27sten Maart nanet., des namiddags vóór vier
uren, by hun corps togenwoordig mouten zijn, in
UDiform gekleed en voorzien van al de voorworpen
van kleoding en uitrusting, door hen bij hun vertrok
mot groot verlof medegenomen, alsmede van verlofpas
en zakboekje, zullende de opgeroepen manschappen
op Dinsdag don 17den April daaraanvolgende in het
genot van onbepaald verlof worden hersteld, als:
ADRIANÜ3 TH20D0RUS VAN SOHOOTEN,
ANTHONLE HARTEVELT,
PETRUS DEVILEE on
NICOLAA8 JACOBUS KOK,
behoorende tot hot 3de Regiment Veldartillerie;
dat bedooldo miliciens mitsdien worden nitgenoo-
digd, zioh op Woensdag don 2Isten Maart aanstaande,
des voormiddaga tusschon 10 en 12 uren, voorzien
van hun zakboekje, aan te melden ter plaatselijke
Beoreturie, tot het ontvangen van aanwijzing van de
plaats, waarheen zy zioh hebben te begeven en van
het hun eventueel toekomende daggeld of passago-
bUjet;
en dat, bijaldien ziokto of andere wettige rodenen
hen moohten verhinderen aan deze oproeping te
voldoen, zij daarvan tydig ter plaatselyke Seoretarie
behooren konnis te geven, in het eerste geval onder
overleggiBg eoner geneeskundige verklaring.
Burgemeester ou Wethouders voornoemd,
H. O. JUTA, Weth., waorn. Burgemeester.
E. KIST, Seoretarie.
Leiden, 12 Maart 1891.
Ons werd hedenmorgen uit Den
Haag geseind dat op dat oogenblik
vrij stellig verzekerd werd dat tus-
schen de Kroon en de meerderheid der
Regeering overeenstemming is ver
kregen omtrent eene ontbinding der
Tweede Kamer. De minister Van
Tienhoven (buitenlandsche zaken)
zou aftreden. Eene officiëele beves
tiging ontbreekt echter vooralsnog.
De Ministerraad is hedenvoormid
dag buitengewoon vergaderd.
Voor het examen in de nuttige hand
werken zyn geslaagd de dames S. E. Van
Van der "Wiel en A. J. Van Wyk, van Leiden.
De Engelsche mail met berichten uit Indiö
wordt morgenochtend alhier verwacht.
Volgens de heden gesloten kiezerslijsten
voor de Tweede Kamer, de Provinciale Staten
en voor de Gemeenteraad, bedraagt het aantal
kiezers voor de gemeente Sassenheim 142.
De te Alfen bestaaijde Harmonie Vereoni-
ging „Beethoven" zalt naar men uit goede
bron verneemt, haar vyfjarig bestaan op
waardige wijze vieren door op Woensdag 27
Juni a. s. een concours uit to schrijven voor
harmonie- en fanfarecorpsen en wel in 3 af-
deelingen: lo. voor vereenigingen, welke jonger
dan 5 jaren zijn; 2o. voor hen, welke van
6 -12 jaren hebben bestaan; en 3o. voor hen,
welke reeds langer dan 12 jaren bestaan.
Er zullen gouden, verguld zilveren en zilveren
medailles worden uitgeloofd.
Het belooft een dag van muzikaal genot
te zyn, daar ongetwijfeld de voornaamste
vereenigingen van dien aard aan dit concours
zullen deelnemen.
De kiezerslijsten voor leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, der Provinciale
Staten en van den Gemeenteraad zijn te
Aarlanderveen vastgesteld met een getal van
281 kiezers.
Door de classis Woerden van Gerefor
meerde Kerken is protest aangeteekend tegen
het beroep van ds. M. H. A. Van der Valk
te Langerak.
Voor de betrekking van hoofd aan de
nieuwe school in de Voorstad te Deventer
hebben zich ruim 100 sollicitanten aangemeld.
In de vergadering van den Kerkeraad
der Ned.-Herv. Gemeente, den löden Maart
in Den Haag gehouden, is besloten pogingen in
het werk te stellen om een kerk en paötorie
te bouwen in het noordwestelijk gedeelte dier
stad; een fonds bijeen te brengen voor bezol
diging van een dertienden predikant en eene
school voor ongeveer 400 kinderen te stichten,
waarvoor welwillend een terrein is beschikbaar
Eene commissie van negen kerkeraadsleden
is benoemd om de uitvoering dezer plannen
voor te bereiden.
In kringen, te 's-Gravenhage, daarmede
bekend, wordt verwacht, dat de Gouverneur
van Suriname gevolg zal geven aan den
wensch om het bestuur over de Kolonie te
blijven voeren.
Het stoomschip „Juno" vertrok 16 Maart
van Barcelona naar Genua.
Die Passion nach dein Eyangelinm
Joh an nis.
Dit verslag behoort te beginnen met een
woord van oprechten dank aan de Gemeente-
Commissie der Nederduitsch Hervormde ge
meente. Joh. Sob. Bach schreef zyno Passion-
muziek met de bedoeling, dat zy in eene kerk
zou worden uitgevoerd; men miskent der
halve de bodoelingen van den componist door
haar te verwyzen naar de concertzaal. Do
welwillende tusschenkomst der Gemeente-
Commissie maakte deze miskenning van de
zyde onzer Afdoeling der Maatschappy tot
bevordering der Toonkunst onnoodig on daar
voor verdient zy onzen oprechten dank.
Doch ook de Afdeeling zelve, en vooral
hare Zangvereeniging en haar Directeur kun
nen met byzondere voldoening op dezen avond
terugzien: zeker is het, dat de koren in de
eerste plaats ons een woord van bewondering
afdwingen. Zelfs de tenoren dit mag in ons
land a)s oen buitengewoon verechynsel worden
opgetoekend waren uitstekend goed opdreef
en hun zang klonk voortdurend beschaafd.
Dit feit maakte het dan ook mogeiyk dat de
koralen, waarin hunne party eene zeer ge
wichtige is, zoo goed werden gezongen
voor de meoste zangvereenigingen zyn deze
korte è-capella-nummers juist het groote strui
kelblok.
Dat ik het koor het eerst memoreer in dit
verslag, vindt mode zyne oorzaak, hierin dat
m. i. de grootste bekoring van de koornum
mers in dit werk uitgaat. Wy hoorden het nu
in de gunstigste omstandigheden; eene goede
uitvoering in eene kerk, dat wil bovendien
zeggen, zonder de ergerlyke stoornis van luid
ruchtig handgeklap, en desondanks kan in
onze ooren de recitatieven-reeks, met hare al
te sobere begeleiding, geen genade vindon;
hoe voortrefFelyk zy ook door Rogmans wer
den voorgedragendeze populaire Hollandsche
tenorzanger was buitengewoon goed by stem
en wat het geluid betrof, was het dan ook in
den vollen zin des woords een genot om hem
te hooren. Slechts kwam het my voor, dat
hy nu en dan wat gejaagd zong, on zyn tempo
iets te vlug nam, o. a. in de aria Ach, mein
Sinn," waar de directeur werkeiyk moeite
scheen te hebben om den zanger in zyne
vlucht te volgen. Dit kwam natuurlyk niet
doordat de heer De Lange niet ton volle be
rekend was voor zyne taak als leider van een
accompagneerend orkest, maar veeleer door
dien zyno opvatting van het werk in zyn
geheel zóó vast stond, zyne muzikale overtui
ging zóó geprononceerd, dat hy slechts met
moeite, zelfs ten koste van de wenschen der
solisten, daarvan een klein gedeelte prys gaf.
Hot moet dan ook erkend worden, dat die
opvatting zeer hoog stond on dat by dergelyko
conflicten in den regel het gelyk was aan de
zijde van den dirigent.
O. i. heeft bovendien by een dergeiyk werk
„aus einem Gusz" de leider ook het recht
zyn opvatting aan alle medewerkenden te
imponeeren. Zoo verlangde biykbaar Mej.
Ribbe het tempo van hare aria „os ist vol
bracht", eon weinig snellen; uit een zuiver
technisch oogpunt, wat betreft de borekening
uer stommiddyleè, had' zeer zeker de soliste
beter inzicht, edoch, de bedoeling van de aria
werd door de opvatting van De Lango juister
weergegeven. En zoo zouden wy meerdere
voorbeelden kunnen aanhalen, ja zelfs het
koor toonde zich in een nummer recalcitrant,
nl. in het slotkoor. Achter my zat iemand,
die merkbaar dat koor te lang vond en daar
voor eene ioiwat vlugge beweging als remedie
aanraaddel Mis! want daardoor had het zyn
hoofd karaktertrek, die van heilige rust, ge
mist; eerder haddo men het „da capo" kunnen
weglaten l Juist dit echter achten wy eene
groote verdienste van de uitvoering van gis
teren, dat men zich niet bezondigde aan r.oo-
deloozo coupureszelfs do koralen werden
alle gezongon en waariyk wo zeiden het
reeds uitstekend.
Zoo zouden wy afdwalen van de bespreking
der solisten, waarmede wy reeds een aanvang
maakten doo'- van Rogmans te gewagon. En
waarachtig, zij vermenen elk een afzonderlyk
woord van dankbaarheid ten volle. Ook Mej.
Gips, die reeds eeriigy jaren een otium cum
dignitate geniet als concertzangeres. Hot bestuur
had zulke goede herinneringen aan haar vorig
optreden, dat men het moet vergeven, datzy
Mej. Gips in hare rust stoorde door aan te
dringen op een weder optredenEn dit te
meir, daar ieder zal toestemmen, dat deze
zangeres door hare muzikale intelligentie,
door hare klassieke toewyding en ernstige
opvatting, veel vergoedt van wat hare stem-
middelen te kort schieten I
De beide bassen, die in de soli medewerkten,
hebben twee eigenschappen gemeenlo. (ten
aanzien van Joh. M. Messchaert althans overbo-
kend) bezitten beiden van nature een byzonder
mooi geluid, en 2o. zongen beiden hunne reci-
tatioven in 't oog vallend langzaam. Dit laatste
echter scheen my toe by beide zangers eene
verschillende oorzaak te hebben. By Messchaert
een gevolg van de breode opvatting van zyne
party (hoo heerlyk klonk zyn „Es ist volbracht"
b. v.), scheen het ons by don heer De Nobel
toe zyne oorzaak te vinden in gemis aan
„rolvastheid".
Ten opzichte van L* Ribbe zullen wy zeer
kort zyn: Stem en voordracht zyn van dien
aard, dat wy hopen, dat deze zangeres, die
thans voor de tweede maal zich te Leiden
doed hooren, spoedig zal gaan behooren tot
de Stamgasten van onze Afdeeling der Maat
schappy, zooals Rogmans en Messchaert dit
reeds eenige jaren zyn.
Hier zou ik plotseling willen af broken,
omdat ik van allo kanton menschengedaanton
en voorwerpon om my zie rondwarrelen, die
aanspraak maken (en te recht) op een woord
van waardeering. Daar staat het Utrechtsch
orkest, dat melding wil zien gemaakt van zyn
beschaafden klank en zyne verdienstelyko
elomenton (concertmeester, 1ste cellist, klari
netten, 1ste hobo) wil hooren toejuichen on
dat even luid om een verdiend compliment
vraagt als om eenigo versterking van zyne
violen. Daar staat do heer Do Goey, die d
party van „don Diener" vervulde; daar staat
de heer Wanna, die do ondankbare taak op
zich had genomen om do recitatieven te be
geleiden op het orgel, maar die in do klank
schoonheid van zyn nieuw instrument ruim
schoots vergoeding vond voor zyne opoffe
ring daar staat, daar staat zooveel, dat
ik my toch niet in staat zie aan alle aan
vragen te voldoen, derhalvo myne zaak sluit.
Mr. E.
Gebouwd ook volgene oeo nieuw eyeteem, waar
omtrent de heer Beodor den lezer vollediger kan
ïnliohton dan ik.
Gemengd Nieuws.
Naar aanleiding van hot bericht
als zouden by de serenade, welke hedenavond
den Burgemeester wordt gebracht, zich een
aantal loden van Wielryders-Vereenigingon
aansluiten, deelt men ons nader mede dat by
de L. W.-Y. (Leidscho Wielryders-Vereoniging)
daarvan niets bekend is en er by haar zelfs
geen sprake van is geweest er aan deel te
nemen.
Te Aarlanderveen komt alweder
een geval van febris typhoMua voor en wel
by den 13 jarigen lyder C. Bogaard.
Te Katwijk aan Zee besomde
eene schuit voor hare visch f 70.25. Voor 3
snees middeltongen en enkele grietjes wetf
f 26 besteed; voor 4 snees kleine tongen
ƒ2.50 per snees; 30 bunschollen samen f 6.25,
3 manden buitenlekschol f8.10 per mand en
1 mand schar (doode) f2.10.
Op de tentoonstelling van rjj-
stioren, melk-, fok- en vet rundvee en wolvee
te Alkmaar is de heer F. Rynsburger te
Leiderdorp met den 3den prys bekroond voor
vette koeien.
Uit do geheele aangevoerde massa vet vee
werd door de jury van den Nederlandschon
Slagershond dezelfde heer bekroond met den
lsten prys.
Te beginnen met Dinsd ag 20 Maart
zullen worden ingelegd do treinen:
No. 658, Utrecht—Leiden (veotrein des
Woensdags), vertr. Utrecht 5.33, aaDk.
Leiden 7.09.
No. 660, Utrecht—Leiden (veetrein dos
Dinsdags) vertr. Utrecht 9.30, aank. Leiden 11.
Naar men vernoemt, bedraagt het
tekort in do kas van don armen voogd B., to
Langozwaag, thans te Heerenveen in hech
tenis, ongeveer f 2000. Zooals gemeld is, zal
het door de familie worden gedekt.
Het blykt thans dat Pincoffs to
Nieuw-York (niot Chicago) niet gefailleerd is.
Pincoffs had een wissel van 65,000 dollars
laten protesteeren, omdat er geen voldoende
dokking voor was. (Hbl.)
Wie te Rotterdam wel eens een
begin van brand by woonde, weet hoe hot
geven van brandalarm nog op ouderwetsche
wyze ingericht is. Een adres, om het over
tollige lawaai or aan te ontnemen, is thans
by den Raad aldaar ingekomen, gesteund door
ruim 20,000 bowyzen van instemming.
Van do tribune. De Utrechtscho
raadszitting van Donderdag jl. kenmerkte zich
door een even buitengewoon als grappig
incident, dat ook nog wel ploit voor de naïve
teit, die ons volk, ondanks de vele „voor
lichtingen", waaraan het in den laatsten tyd
wordt blootgesteld, toch nog is blyven behou
den. De correspondent der „N. R. Ct." ver
haalt dit als volgt:
Er was publiek op do tribune, drie mannen
met. zulke onheilspellende gezichten, dat wy,
verslaggevers, dio door langdurige ervaring een
zeker inzicht in die zaken hebben, al dadeiyk
begrepen dat er iets niet in den haak was.
Eén maakte zelfs de opmerking, dat onzo tafel
erg precies in het midden van de zaai stond,
on dat eon „sardinebasje", dat daarop neerviel
en ontplofte, verschrikkoiyke uitwerking nv est
hebben.
Gelukkig wer 1 al onze aandacht in beslag
genomen door den burgemeester, die voortging
op kalmen toon de ingekomen stu kon voor
to lozen. Maar eensklaps, hy was daar nog
niot ver mede gevorderd, toen hy mededeelde
dat er oen request vóóriag van een belasting
plichtige, J. G. Pielers, sprong ééa van do drie
mannen van do bank, waarop by gezeten was,
posteerde zich vlak tegenovor den voorzitter en
riep met donderende stem„present, meneert"
De verbazing der vroede mannen was niet
De avond ging genoogiyk voorby in de
groote zaaL Buiten loeide de storm en klet-
torde de regoD, daarbinnen een helder vuur
van knetterende pynblokken. Wy staken
geeno kaarsen aan en de schaduwen rezen
on daalden, kwamen vooruit on verdwenen
mot de grillige vlam. Achter my kykende,
scheen het my toe, dat daar aan het einde
van de zaal de schaduwen nog dieper waren,
waar geen schyosei de duisternis kwam ver
breken, die zich by Jusschonpoozen uitgoot
over de ledige ruimten en ons alle drie in
haar donker gewaad hulde.
Ik werd den volgenden morgen wakker,
terwijl ik den regen op het dak van de
veranda hoorde kletteren. De donderbui wa3
e6n aanhoudende storm geworden en toen ik
naar beneden ging om te ontbyten, protes
teerde kolonel Macdonald zóó heftig tegen
het vervolgen myner reis, dat ik gehoor gaf
aan zyne harteiyke uitnoodiging om myn
toevallig bezoek te verlengen. Een dag bin
nenshuis doorgebracht, deed myne achting
slechts toenemen voor de beminnelyke eigen
schappen van myn gastheer en ook kwam
ik in een gesprek terloops de voornaamsto
voorvallen uit zyn leven te weten. Vroeger
een ryk planter, had hy alles in den oorlog
verloren en was hy genoodzaakt geweest
züne groote bezitting in het katoendistrict
to verkoopen en had dit verbiyf in de bergen
slechts behouden, omdat by niemand kon
vinden, die het wilde koopen. Do plaats was
ontgonnen en het huis gebouwd in een tyd,
dat zyne eigenaars tot het vermogendste ge
slacht in die streek behoorden. In deze koele
bovenlanden, beschermd door het eeuwen
oude woud, hielden zy gedurendo een half
jaar open huis voor vrienden en verwanten.
Omringd door tal van gedienstige slaven
en met een naar het scheen onuitputteiyk ver
mogen tot hun dienst, hadden zy het vroo-
lykste en weelderigste leven geleid, terwyi
nu hunne twee afstammelingen een armoedig
en eenzaam bestaan hadden. Miss Sterling,
die door den oorlog wees was geworden, en
kolonel Macdonald waren de eenigo overge
bleven afstammelingen van het eens zoo
trotsche en sterke geslacht. De twee of drie
bedienden, die zy hadden, waren óf oude
slaven óf kinderen van oude slaven, die nog
aan de familie „hingen." Tom, de groote
neger, die myne opmerkzaamheid reeds had
opgewekt, was de achter-kleinzoon van eon
Afnkaan8cben koning, die, oproerig on weder-
spannig, naar het verre Zuiden was verkocht
on daar uit de handen van een barbaarschen
meester gered waa geworden door een der
voorvaderen van den kolonel. De zwarte had
zich met stille en onderworpen vereoringaan
zyn redder gehecht en deze verknochtheid
was van vader op zoon overgegaan.
„Tom zou zyn leven voor my geven, myn
heer," zeide de oudo kolonel; „tweemaal heeft
by my uit het slagveld gedragen met gevaar
van zyn eigen leven en hy heeft my daarna
maanden laug verpleegd - ik zeg niet als
eono vrouw als een hond, mynheer I Ik
heb bem in die drie maanden niet zien slapen.
Maar hy wil niemand anders dienen dan het
hoofd van de familie, evenmin als zyne voor
vaders dit wilden duen. Als gy er op let,
zult gy zien, dat hy noch u, noch miss Ster
ling ooit dient, en geetie belooning, welko
ook, zou hem er toe kunnen brengen. Zelfs
myn uitdrukkelyk bevel zal hem nauwolyks
kunnen dwingen i-mand anders te dienen
dan myzelf. Gisteravond moest ik op de trap
blyven staan en hem gadeslaan, om er zeker
van te zyn, dat hy u Daar uwe kamer bracht."
Aan den avond van dien somberen dag
verwonderde ik er my over, dat by zoo spoedig
verstrokon was. Ik genoot volop van het
gemak kelyke en gezellige gepraat van den
kolonel en hy, van zyn kant, scheen ook
wel met den bezoeker ingenomen te zyn,
dien het toeval hem gebracht had. Hy was
vooral trotöch op zyne Öchoische voorvaderen,
en waarscbynlyk braent het feit, dat ik,
zoowel van vaders- als van moederskant van
Schotsche afkomst was, er veel toe by zyne
opgevatte genegenheid voor my to bevestigen.
Wat er ook van zy, zooveel is zeker, dat,
vóór de dag verstreken was, wy eene warme
genegenheid voor elkander hadden opgevat,
en toen hy my dien avond verzocht eeno
poos by hem te blyven logeeren, nam ik die
uitnoodiging even gretig aan, als zy werd
aangeboden.
Van week tot week werd myn vertrek
uitgesteld en ik bleef er een geruimen tyd,
volop genietende van de jacht, die hier uit
muntend was, maar meer nog van hot vo >rt-
durende byzyn van myn beminnelyken gast
heer en het somwyien voorkomend gezelschap
van myne zachte, kleine gastvrouw, die door
hare vriendelyke manieren eene zeldzame
bekoring op iny uitoofende. Ik kon er niet
aan twyfelen, dat ik hun beiden hartelyk
welkom was; zy toonden my met vriendo
lyken eenvoud hoe aangenaam het hun was
weer oons iets van de buitenwereld te hooren,
en de weinige bedienden waren op hunno
goedhartige manier het evenbeeld van de
harteiyko gastvryheid van hun meester en
meesteres, met uitzondering van Tom. Hy
sprak zelden, maar ik kreeg den vasten indruk,
dat om de eene of andore reden myne tegen
woordigheid hem verwarde ou ergeido. Soms
meende ik zelfs, dat by my beschouwde als
oene onzekere bron van gevaar, waartegen
hy niets vermocht te doen. Ik betrapte er
hem dikwyls op, dat hy my met een ver
dachten zydelingschen blik aankeek.
„Wat zegt gy, uw naam is, meheer?" vroeg
hy my op zekeren morgen. Ik had m\1ne
kamerdeur plotseling geopend on zag Tom op
zyne knieön voor myne reietasschen liggen,
terwyi hy myne initialen nauwkeurig onder
zocht, die in een hoek gedrukt waren. Myn
antwoord scheen hem stof tot denkon te geven
en de kolonel verklaarde dien middag, „dat
Tom iets ernstig bestudeerde." Ik ontmoette
hem den volgenden dag wederom op de trap
en hy vroeg my kortaf: „Wat zegt gy, uw
moeders naam is, meheer?"
Zonder over het zonderlinge van die vraag
na te denken, zeide ik hem hoe de meisjes
naam myner moeder was en gin^ voider;
maar zelfs dit scheen hom niet uit zyne ver
legenheid te helpen. Hy volgde myno be
wegingen nog steeds met oen argwanenden
blik en by vergat zolfs eens of tweo keer z(Jn
„Kolonel Jack," zooals hy hem noemde, te
bedienen, terwyl hy my steeds gadesloeg.
Het was, Daar ik my herinner, ou tront
deze gebeurtenissen, dat een aDdero, zwar
storm losbrak, die ons in huis gekluisterd
hield. De rogen viel by stroomen riedo en
wy zaten den geheeleu dag oin bet vuur in
de groote zaal, zooals wy toen ook gedaan
hadden. Ten slotte verlieten èu do kolonel èn
miss Sterling my, on toen de avond begon
te vallen, ging ik, vermoeid van die gedwongen
rust, oen dutje doen. Ik was haast onder zeil^
toen ik, my oprichtende om van houding t?
veranderen, naar het einde van de zaai keek
en getroffen werd dooi eene lichte vlek oji
den muur, die ik te voren nooit had opgemerkt.
Toen ik voortging er naar te kyfcon,
twyfelde ik er aan of er wel eene vlek w?s,
want hoe meer ik er naar keek, hoe moei
zy verdween, en ik viel weer in myn sloe
neer en nam eene gemakkelijke houding aar
om myn slaapje te hervatten. Maar toen ifc
myne oogen wilde sluiten, trok dezelfde ver
andering op den muur myne aandacht op
nieuw. Het wac op zichzelf geene zaak van
beteekeDis, maar het hinderde my, en ik
stond op en liep naar de plek toe, om het
te onderzoeken.
Wordt vervolgd.)