N°. 10452. Maandag ÏO Maart. A0. 1894, <§eze dgourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. IZikexiJzi. Lelden, 17 Maart. Feuilleton. De Geheimzinnige Vlek. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leidon per 3 maanden. 1.10. Franco per post1-40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRUS DER AD VERTEN TIEN Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Eerste Blad. Aan de Abonné's daarop, wordt by dit uommer verzonden No. 26 van Kïkeriki. Ofhciëole Kenuisgeviugeu. HlcEersiystOD. Burgemeester en Wethoudora van Leidon, Qezien art. 10 der wet van 4 Juli 1860 (Staatsblad No. 37), zooals die is gewijzigd bij het Vilde additio nele artikel der Nieuwe Grondwet; Brengen ter algemeene kennis, dat de lysten der personen, die tot hot verkiozon van leden ven do Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de Pro vinciale Staten en van den Gomocnter&ad bevoegd zjjn, op hoden zijn vastgesteld on gedurende do oerstkomende veertien dagen voor eon ieder ter inzage nedergelegd zijn op do plaatseiyko Secretaiie, terwjjl een exemplaar van elk dier lijsten is aan geplakt op de kleine pers van het Baadhuis, on ieder persoon, bevoegd tot uitoefening van hetkies- rooht, gerechtigd ia bij ongozegeld verzoekschrift tegen die lysten bezwaren in te dienon binnen den tgd van veertien dagen. Voorts wordt bekend gemaakt dat eene opgave van de personen, dio van do lyeten zyn geschrapt, mede op de kleine pers van hot Raadhuis is aan geplakt, met vermolding van do oorzakon waarom z\j daarop niet meer voorkomen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. O. JUTA, Wethr., waarn. Burgemeester. E. KI8T, Seoretaris. Leiden, 16 Maart 1894. Een dezer dagen zal de hoer L. H. Rubens, vertegenwoordigende de „Vereeniging tot verbetering van het lot der Blinden in Nederland en zyne Koloniën", (onder bescher ming van H. M. de Koningin Regentes) trach ten hier ter stede leden voor die Vereeniging te winnen of giften in te zamelen. Het dunkt ons dus een geschikt oogenblik om onzen stadgenooten met warmte deze zaak aan te bevolen en hun te verzoeken de intee- keniysfc, die hun zal worden aangeboden, niet ongelezen, noch ongetoekend terug te geven. Vooral lette men op het volgende, (in de inteekenlyst vermeld.) Als aanvulling, zoowel als tot ondersteuning van de bestaande inrichtingen voor blinden, is deze Vereeniging onmisbaar. Gedurende haar vijftienjarig bestaan is zy reeds menigen blinde ten zegen en in velerlei opzichten met gelukkig gevolg werkzaam geweest. Door hare bemiddeling en op hare kosten werden reeds verscheidene blinden geplaatst op de voor hen bestemde inrichtiogen en bovendien voor hunne kleeding gezorgd. De meeste blin den toch treft men aan in den zeer behoef- tlgen stand. Aan menigen blinde, die wegens te boogen leeftijd in geen der bestaande in richtingen kon worden opgenomen, heeft deze Vereeniging reeds hulp en steun verleend, en op allerlei gebied is zij steeds in hun belang werkzaam, terwijl zy noch aan plaats, noch aan godsdienstbelijdenis gebonden is. Betere aanbeveling sohijnt voor deze nut tige zaak wel niet noodig dan de bloote mede- deeling van deze feiten. In onze gemeente zyn reeds leden de hoeren Drucker en Viruly, alsmede mevrouw Wichers van Kerchem. Dat velen mogen volgen! Van de voorgenomen drie byeenkom6ten in deze week (Maandag, Woensdag en Vrijdag), uitgaande van de Leidsche afdeeling der „Nedeilandsche Zondagsschool-Vereeniging," in de zaal in het Noordeinde alhier, tot onder wijzing en stichting der jeugd aan de hand van tooverlantaarnbeelden, voorstellende in hoofdzaak feiten uit de Bjjbelsche en Zendings geschiedenis, kan nu gezegd worden dat zo hebben plaat6 gehad. Een zestienhonderdtal kinderen heeft daar van in afdeelingen geprofiteerd en het valt niet te betwijfelen of genoemde Vereeniging en dogenen, die haar in haar nuttig streven tor zijde stonden (vooral de dame, die de toelichtingen gaf) hebben succes van hun werk gehad en het onderwijs, inzonderheid op de Christelijke scholen en de Zondagsscholen, goede diensten bewezen. Zy hebben het nuttige met het aangename voreenigd. De bij het 1ste regiment infanterie nieuw benoemde majoor J. Van der Horst Bruyn komt te Helder in garnizoen, ter vervanging van den majoor J. Doornbosch, die van Heldor naar Leiden wordt overgeplaatst. Het aantal kiezers in de gemeente Zoeterwoude voor de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad, voorkomende op do herziene kiezerslijst, be draagt 624. Hiervan bohooren 389 tot bet onder kiesdistrict Heerenstraat en 235 tot het onder-kiesdistrict Raadhuis. Tot commandeurs by de brandweer te Zoeterwoude zyn boi.oomd de boeren C. Sloot weg aan spuit No. 1 en J. Van Diemen aan spuit No. 4. De heer G. Kamphorst, oud leerling van de Ryks-Normaallossen te Voorschoten en werkzaam aan de Cür. school der Herv. Ge meente te Zeist, behaalde in Augustus van het vorige jaar de hoofdakte en is thans be noemd tot hoofd dor medio Mei te openen Chr. school te Tietjerk, by Leeuwarden. De heer Kamphorst heeft die benoeming aan genomen. Voor de betrekking van gemeen te-vroed vrouw te Hillegom, op eene jaarwedde van 400, hebben zich aangemeld 50 sollicitanten, allen behooriyk gediplomeerd. Eene dezer heeft zich bereids teruggetrokken. Het aantal kiezers voor leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal, de Pro vinciale Staten en den Gemeenteraad bedraagt te Woubrugge, volgens de vastgestelde en aangeplakte lysten, voor ieder: 182. Bedankt is voor het beroep naar de Ned. Hervormde gemeente van Woubrugge door da. K. Havinga, predikant te Den Ham. Als gegadigden voor de directie van den Koninklyken Franschen Schouwburg te '8-Gravenhage hebben zich tot gisteren, dag van de sluiting der sollicitanten-lyst, aan gemeld de heeren: A. Voitus van Hamme, directeur der opera te Rouaan; C. Desuiten, directeur der opera te Verviers; Gebroeders Van Lier, theater-directeuren te Arasterdam, en Adr. Barbe, ex-tenor by de Franscbe opera te 's-Gravenhago. Eene aanvrage van den heer Ch. De Beer, oud-regisseur-generaal, was niet ingekomen. Het jaarver-lag der Rotterdamsche Tram- weg-maatschappy over 1893 luidt zeer gunstig. De totale ontvangsten hebben /r739,102.291/o, de totale uitgaven ƒ540,949.40 bedragen, zoodat de netto-winst 198.152.89 is. Hiervan zal, behoudens de goedkeuring van de vergadering van aandeelhouders, worden bestemd: 79,302.59y2 voor afscbryvingen, ƒ87,500 voor uitkeerlng van 83/4 pet. divi dend over ƒ1,000,000, ƒ23,863.62 voor tan tièmes, ƒ6818 18 ter versterking der reserve en ƒ668.49 saldo, op nieuwe rekening over te brengen. De ontvangst uit het reizigers-vervoer op do verschillende lynon wasPaardentramlijnen Rotterdam 351,289.46%; stoomtramweg Rotterdam Schiedam ƒ94)509.63y4; paarden tram weg Leiden 30,846.96y2; paardentram Rotterdam-Overschie ƒ9,556.53y4; paarden tram Dordrecht 11.535 96; en paarden tram Hoorn Enkhuizen ƒ16,989.50; totaal 514,728.061/4. De byzondere ontvangsten als abonnementen, vervoer stedeiyke ambtenaren, postbeambten, enz. bedroegen f 2020; totaal 516,748.06y4, tegon in 1892 471,217.16yj. Voor alle diensten te zamen bedroeg het aan tal vervoerde reizigers 6,526,114. Verkocht werden 147,889 couponboekjes ad 1.25, en 5679 ad /0.90, ter gezamenlyke waarde van 189,972.35. Op de paardentram te Leiden werdGn ver voerd 342,658 reizigers; de ontvangst was ƒ28,764.4672, tegen ƒ28,739.97 in 1892. Boven dien werden afgegeven 572 abonnementen voor 2002 en 13 schoolkaarten voor 19.50, tegen in 1892 507 abonnementen voor ƒ1774.50 en 6 schoolkaarten voor ƒ9; aan diversen werd ontvangen ƒ61. Van het sectie stelsel maakten 100,414 reizigers gebruik, dat is 293T/100 pet. van het geheele aantal vervoerde personen; de opbrengst per reiziger was 8i0/00 cent. De drukste dag bracht op /1S2.97, ae minste opbrengst per dag was 4672. Heden is het vyf en twintig jaar geleden dat de heer F. A. Van den Heuvel aan de redactie van „De Tyd" werd verbonden. Do feestdag zal natuurlyk in de bureelen van dat blad niet onopgemerkt voorbygaan; aan blyken van waardeering, hoogachting en vriendschap, den jubilaris van verschillende zyden toege dragen, zal het zeker niet ontbreken. Het „Weekblad van het Recht" spreekt de verwachting uit, dat de uitvoering van de nieuwe faillissementswet niet door de politieke omstandigheden van den dag zal worden vertraagd. De heer A. C. A. Van Vuuren, thans lid dor redactie van het „Dagblad van Zuid- Holland en 's Gravenhage", is als redacteur verbonden aan het met 1 Mei verschynende Katholieke dagblad „De Residentiebode". Jnr. mr. Van dor Hoeven, laatstelyk ge zant van Nederland te Beriyn en als zoodanig bonoomd te Weenon, is te 's Gravenhage aangekomen. De gepensionneerde kapitein luitenant ter zee L. A. Walaardt Sacré, aie benoemd is tot lid van het Hoog Militair Gerechtshof, is 53 jaren oud, werd 16 Sept. 1869 benoemd tot adelborst l3te klasse, 1 April 1862 bevor derd tot luit. ter zee 2de en 1 Jan. 1873 tot luit. ter zee der 1ste kl. Hy werd 16 Nov. 1878 wegons gezondheidsredenen gepensionneerd en verkreeg 1 Mei 1883 den titulairen rang van kapt.-luit. ter zee. Hy is drager van het eere toeken voor kiygsverrichtingen by de expeditie naar de zuid-oostkust van Borneo in 1869 en 1870 en op Atjeh, zoomede van het onder- scheidingsteeken voor 15 jarigen officiersdienst. De „Vereeniging van verveners in de lage venen van Friesland", die zich wendde tot H. M. de Koningin-Regentes, om invoering van invoerrechten op briquetten en daarop eene afwyzende beschikking ontving, heeft nu besloten een adres aan de Tweede Kamer te richten om wyzigingen aan te brongen in het aanhangige wetsontwerp op de verveningen en bepalingen vast te stellen omtrent slikgelden, welke niet zyn of komen in gereglementeerde polders, opdat deze geldon worden aangewend tot verbetering en drooglegging der uitge- veende landen, waardoor veel werk zou kunnen worden verschaft. Met algemeene stommen besloot de vereeniging dit jaar de loonen voor turfmakers en baggeraars met 10 ets. te ver lagen per veenroede (16 M1). Het „Utr. Dbl." verneemt dat er ernstig sprake is van een nieuw station te Woerden, wat zeker geono weelde kan gonoemd woroon, en zou zulks dan in westelyko richting van het bestaande gebouwd worden. De toegangsweg naar het station zou dan natuurlyk anders moeten worden en de gelegenheid voor het laden en lossen van wagens vermoedelyk ook gemakkelyker dan tot heden kunnen zyn. De minister van binnenl. zaken heeft voor hot tydvak van 1 April 1894 tot en met 31 Maart 1895 benoemd tot geneeskundigen voor den dienst in het parc-vaccinogène te Utrecht: dr. P. Q. Brondgeest, dr. G. P. Wesse- link en J. H. Van Welsen, arts, gep. cff. van gez 1ste kl., allen te Utrecht. Van „Het Orgel", orgaan voor organisten, musici en muziekvrienden, is het eersto num mer van den negenden jaargang verschenen onder do gowyzigde redactie (R. Hol, F Blumentritt, prof. Acquoy, prof. Lans, S. Brons, L. M. Gissen, J. Godefroy, J. Hooft, T. Pyper) on uitgobreioer dan te voren. Naast artikelen over orgelbouw en orgelspel, zal „Het Orgel" ook andere muzikale vakken behandelen. Het blad bericht dat op 1 April de heerS. R. De Vrie3 zyn 40 jarig jubiló hoopt te vieren als organist by de Rem.-Ger. gemeente te Am sterdam. Na zyno muzikale opleiding ontvangen te hebben van Martens, Van Eyken en Bas- tiaan8, aanvaardde hy primo Jan. 1850 do betrekking van organist by de Ned. Herv. gemeente te Zandvoort, waar hy werkzaam bleef totdat by in 1854 werd benoemd tot organist by bovengenoemd kerkgenootschap, welk ambt hy primo April aanvaardde. Het stoomschip „Bandesrath", van Ham burg en Amsterdam naar Oostkust van Afrika, vertrok 14 Maart van Napels; de „Dubbeldam" vertrok 15 Maart van Nieuw-York naar Rot terdam; de „Jupiter" vertrok 15 Maart van Neufahrwasser naar Amsterdam; do „Reichs tag". van Oost-Afrika naar Vlissingen en Hamburg, is 14 Maart Gibraltar gepasseerd; de „Rotterdam", van Rotterdam naar Nieuw York, is 16 Maart Lizard gepasseerd; de „Antenor", van Amsterdam via Liverpool naar Java, vertrok 14 Maart van Algiers; de „Kaiser" vertrok 15 Maart van Zanzibar naar Vlissing6n en Hamburg. By koninkiyk besluit is eervol ontslagen uit 's lands dienst de heer F. L. Wittenrood, Oost-Indisch hoofd ambtenaar met verlof, laat- stelyk resident van Kediri, wegens volbrachten diensttyd, te rekenen van ultimo Mei 1894. De officier van gez. 2de kl. J. Pesman, van het personeel van den geneesk. dienst der landmacht, op den voet der bepalingen van het kon. besluit van 12 Nov. 1857, voor den tyd van drie jaren gedetacheerd by de land macht in West-Indië. Benoemd tot yker der maten en gewichten, de adjunct yker der maten en gewichten A. Verschoor W.Lzn. Met ingang van 1 April a. s. aan mr. P. J. Seydlitz, op zyn verzoek, eervol ontslag ver leend als schoolopzienor in het arrondissement Maastricht. G-emengd Nieuws. By een gezin op Duinoord, by 's Gravenhage, hebben zich enkele dagen gele den na het gebruik van middageten verschyn- selen van vergiftiging voorgedaan. Zes personen (de heer des huizes, zyno echtgenoote, drie kinderen en de dienstbode) werden ongesteld. Een geneesheer constateerde een begin van vergiftiging, ten gevolge van het gebruik van schadeiyk vleesch. De familie is echter gelukkig weer zoo goed als genezen; de dienstbode nog niet. Het Hoog Militair Gerechtshof doed deze woek uitspraak in de appèlzaak van den korporaal by bet 7de regiment infanterie H. S., oud 24 jaren, geboren te Amsterdam, die door den krygsraad in het 4de militaire arrondissement, standplaats Haarlem, tot twee maanden militaire detentie werd veroordeeld, wegens het beleedlgen en bedreigen van een meerdere in rang, den sergeant Betz. Overeenkomstig den in deze zaak door mr. L. Ch Besier gedanen eiach, besliste het Hof, dat de den bekl. ten laste gelegde beleediging, door het uiten der woorden: „Je moet my niet pesten, hoor!" slechts eene oneerbiedige uitdrukking bevatte, en niet valt onder het bereik van art. 99 van het Cr. Wotb. voor het krygsvolk te lande, zoodat bekl. van dit punt der aanklacht werd vrygesproken. De bedreiging met de woorden: „ik zal je later wel vindon, ventje 1" achtte het Hof wettig en overtuigend bewezen en hield het vonnis, wat dit punt der aanklacht betreft, ovenalz» de opgelegde straf, in stand. Dat het aantal werkloozen te Amsterdam nog groot is, kan uit het volgendo blyken. Gisternacht om 12 uren kwam do Amerikaansche boot „Schiedam" aldaar aan den steiger. Er bevonden zich daar ongeveer- zeshonderd werkzoekenden, terwyl er door de Maatscbappy maar circa 60 man kondon wor den aangenomen. De overigen moesten dus mistroost huiswaarts keeren in dit nachto- lyk uur. VERTAALD DOOB E. B. 1) Ik heb eene zonderlinge gebeurtenis beleefd. Ik zal het u vertellen, zonder overdryving, juist zooals het gebeurd is. Het zou my zeer verheugen, indien iemand my eene logische verklaring kon geven, die my tevreden stelde, want onlangs hebben eenige kleine gebeurte nissen het my weer opnieuw in de gedachten gebracht, waardoor ik voortdurend geslingerd wordt tu8schen twyfel en schrik. Er zyn dagen, dat ik het my volstrekt met aantrek, maar er gaan ook dagen voorby, dat ik er veel bateekenis aan hecht. Ofschoon ik nog slechts den middelbaren leeftyd heb bereikt, ben ik reeds jarenlang een yverig en gelukkig man van zaken. Maar niet zeer lang geleden geraakte de firma, waarvan ik het hoofd ben, in moeiiykbeden. Een tydlang hadden wy een harden dobber en ofschoon de zaak gelukkig voor ons afliep, trok ik het my sterk aan. Een jaar daarna was ik nog niet de oude. Ten slotte zeiden de doctoren, dat ik myn werk een poosje aan kant moest zetten of er my op voorbereiden deze wereld voorgoed te verlaten. Er behoort moed toe om heeren doctoren te weerstreven; men trekt toch altyd aan het kortste eindje. Ik haastte my daarom mjjne zaken over te doen aan myn compagnon, kocht een rypaard en begon myne reis, op den rug van myn paard, zooals my was voor geschreven. Van Washington uit reed ik over het Alle- ghaniesch gebergte naar Carolina, waar ik in het begin van November aankwam. Het was een warme zomer, het weder was over- heeriyk en de natuur prachtig, maar in deze streken was de beschaving zeer ten achteron en, half ziek en prikkelbaar, als ik was, kreeg ik zóó myne bekomst van de kleine lasten en ongemakken, die ik ondervond, dat ik er ernstig over ging denken het plan maar op te geven en naar huis terug te keeren. Op zekeren middag, toen ik weer allerlei kleine onaangenaamheden had gehad, reed ik langzaam vooruit, by myzelven overleggende, of ik nu maar niet beier zou doen, nog dien zelfden dag om te keeren. Ik was er haast toe besloten, toen myne opmerkzaamheid go- trokken werd door het plotseling donker worden van het landschap. Ik had er een tydlang niet op gelet welken kant wy gingen, en bemerkte nu tot myne verwondering, dat myn paard een boschweg was ingeslagen, die klaarbiykelyk wemig bereisd was, en dat de zon verduisterd was door zware wolken, die maar al te duidelyk een hevigen storm voorspelden. In welke richting de groote weg lag en hoe ver ik er van verwyderd was, daarvan had ik niet het minste idée. Maar wanneer de afstand niet zeer klein was, dan bestond er geen kans, om er vóór het uit breken van den storm te komen, want terwyl ik de zaak nog overwoog, hoorde ik den donder reeds in de verte rommelen. Zelfs indien ik den straatweg spoedig vond, kon het toch nog uron duren, eer ik de eone of andere woning bereikte. Ik steeg af en onder zocht den grond vóór my zeer nauwkeurig. Er waren sporen van wielen te zien, doch dezen waren reeds oud, maar er waren ook sporen van paardenhoeven, die hoogstens een paar uur oud waren en die voorwaarts leid den. Ik sprong in den zadel, keek nogmaals naar de wolken en gaf myn paard de sporen. Gedurende eenlgo oogenblikken galoppeerde ik over de verdorde bladeren, waarmede de weg bedekt was, zonder dat ik eene opening m het dichte bosch zag, en ik begon er reeds aan te wanhopen eene schuilplaats te vinden, toen ik tot myne geruststelling aan myne rechterhand eene gaping in het bosch ont dekte. Een weinig verder geloidde de begroeide weg naar een groot, indrukwekkend, doen vervallen huis. Ik was echter te verheugd eene schuilplaats te vmden, dan dat ik my door een weinig vervallen uitzicht zou laten afschrikken, en ik reed zoo hard ik kon het witte hek binnen, dat open stond, en recht op de steenen trap aan. Terwyl ik afsteeg, stond een lange, byzonder schoone oude heer, die op de veranda zat, op en liep de trappen af, om my tegemoet te komen. „Juist bytydsl Juist bytydsl" riep hy har- teiyk uit. „Vergun my het paard van uover te nemen, mynheer I Neen, neen. Ga naar binnenl Ga naar binnen. De regen kan my niet schelen. Een van de jongens zal wel dadeiyk komen. Hier, Joel Hier Jerry I Komt hierl Neemt het paard van dien heer mede en wry ft het goed af, hoort ge? Nu, myn heer, kom onder dak. Het is gelukkig, dat gy liet losbaratou van den storm hierzyt." Steeds pratende, ging by my voor, de trappen op en bracht my binnen. Wy kwamen in eene groote zaal, die zich midden door het huis uitstrekte en die ook do huiskamer bleek te zyn. Een vroolyk vuurtje brandde in den open haard en nadat myn gastheer my een stoel had aangeboden, zette hy het gesprok voort en vermeed zóó zorgvuldig persoonlyke vragen te doen, dat het eenige minuten duurde vóór ik in de gelegenheid was myn naam bekend te maken en te ver balen, hoe ik zoo plotseling verschenen was. Myn korte uitleg deed hem my nog harteiykor welkom heeten. „Hot spyt my, dat gy u zoo ongerust hobt gemaakt," verzekerde my de oude heer, „maar gy moet my niet euvel duiden, zoo ik iedere omstandigheid, die ons het zeldzame genoegen van een bezoeker verschaft, zegen. Dit oude huis, mynheer, heeft reeds vele feeetou en partyen bijgewoond, maar het is nu eene zeldzaamheid, dat een vreemdeling de herbergzaamheid er van inroept. De jaren hebben wel wat aan het uiterlyk veranderd, maar inwendig is het hecht en sterk, en zooals het nu is, wensch ik er u hartelyk welkom in. Ik zal u straks aan myn nichije voorstellen, dat zoo goed is, myne eenzaam heid met haar byzyn op te vrooiyken. Neen, neen, gy moogt er niet aan donken weg te gaan vóór de storm gebeel heeft uitgewoed." (Ik had zachtjes iets dergelyks gemompeld). „Wanneer gy my een oogenblik wiltexcuseeren, mynheer, zal ik zorgen dat eene kamer voor u in gereedheid wordt gebracht." Hy verliet do zaal en na eenige minuten werd <j deur wederom geopend door eeu reusachtigóD, zeer zwarten neger, die met een sterk Afrikaanbcli accent sprak. Ik had moeite hem te verstaan. „Massa zegt, gy komen wilt boven? Uwe kamer gereed is." Ik volgde hem naar eene groote kamer op de tweede verdieping, die klaarolijkelyk lang onbewoond was geweest en nu astig voor den on verwachten gast in gereed hold was gebracht. Myne zadelzakken waren er heen gebracht en ik had, zooveel ik in deze om standigheden kon, toilet gemaakt, toen myn gaetheer aan myne deur klopte eu my naar de eetkamer geleidds. Hier stelde hi) my aan oen bedeesd en allerliefst jong meisje voor, dat, zooals hy my vertelde, miss Anme Ster ling heette en het nichtje was, waarover hy straks had gesproken. Eene zwarte vrouw bediende aan tafel en achter den stoel van kolonel Macdonald stond dezelfde neger, dien ik reeds gezien had. Hy was een in 't oog vallende figuur, zooals hy daar onbeweegiyk, met gekruiste armen, stond. Wanneor zyo meester iets noodig had, klaarde zyn grof gezicht op; zyn zwaar lichaam bewoog zich vlug en de wenscben van den ouden heer waren in een oogenblik vervuld. Hy schonk niemand dor anderen echter de minste aandacht. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1