N°. 10452.
Maandag ÏO Maart.
A0. 1894,
<§eze dgourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
IZikexiJzi.
Lelden, 17 Maart.
Feuilleton.
De Geheimzinnige Vlek.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leidon per 3 maanden. 1.10.
Franco per post1-40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRUS DER AD VERTEN TIEN
Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
uommer verzonden No. 26 van Kïkeriki.
Ofhciëole Kenuisgeviugeu.
HlcEersiystOD.
Burgemeester en Wethoudora van Leidon,
Qezien art. 10 der wet van 4 Juli 1860 (Staatsblad
No. 37), zooals die is gewijzigd bij het Vilde additio
nele artikel der Nieuwe Grondwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat de lysten der
personen, die tot hot verkiozon van leden ven do
Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de Pro
vinciale Staten en van den Gomocnter&ad bevoegd
zjjn, op hoden zijn vastgesteld on gedurende do
oerstkomende veertien dagen voor eon ieder ter
inzage nedergelegd zijn op do plaatseiyko Secretaiie,
terwjjl een exemplaar van elk dier lijsten is aan
geplakt op de kleine pers van het Baadhuis, on
ieder persoon, bevoegd tot uitoefening van hetkies-
rooht, gerechtigd ia bij ongozegeld verzoekschrift
tegen die lysten bezwaren in te dienon binnen den
tgd van veertien dagen.
Voorts wordt bekend gemaakt dat eene opgave
van de personen, dio van do lyeten zyn geschrapt,
mede op de kleine pers van hot Raadhuis is aan
geplakt, met vermolding van do oorzakon waarom
z\j daarop niet meer voorkomen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. O. JUTA, Wethr., waarn. Burgemeester.
E. KI8T, Seoretaris.
Leiden, 16 Maart 1894.
Een dezer dagen zal de hoer L. H.
Rubens, vertegenwoordigende de „Vereeniging
tot verbetering van het lot der Blinden in
Nederland en zyne Koloniën", (onder bescher
ming van H. M. de Koningin Regentes) trach
ten hier ter stede leden voor die Vereeniging
te winnen of giften in te zamelen.
Het dunkt ons dus een geschikt oogenblik
om onzen stadgenooten met warmte deze zaak
aan te bevolen en hun te verzoeken de intee-
keniysfc, die hun zal worden aangeboden, niet
ongelezen, noch ongetoekend terug te geven.
Vooral lette men op het volgende, (in de
inteekenlyst vermeld.)
Als aanvulling, zoowel als tot ondersteuning
van de bestaande inrichtingen voor blinden,
is deze Vereeniging onmisbaar. Gedurende
haar vijftienjarig bestaan is zy reeds menigen
blinde ten zegen en in velerlei opzichten met
gelukkig gevolg werkzaam geweest. Door
hare bemiddeling en op hare kosten werden
reeds verscheidene blinden geplaatst op de
voor hen bestemde inrichtiogen en bovendien
voor hunne kleeding gezorgd. De meeste blin
den toch treft men aan in den zeer behoef-
tlgen stand. Aan menigen blinde, die wegens
te boogen leeftijd in geen der bestaande in
richtingen kon worden opgenomen, heeft deze
Vereeniging reeds hulp en steun verleend, en
op allerlei gebied is zij steeds in hun belang
werkzaam, terwijl zy noch aan plaats, noch
aan godsdienstbelijdenis gebonden is.
Betere aanbeveling sohijnt voor deze nut
tige zaak wel niet noodig dan de bloote mede-
deeling van deze feiten.
In onze gemeente zyn reeds leden de hoeren
Drucker en Viruly, alsmede mevrouw Wichers
van Kerchem. Dat velen mogen volgen!
Van de voorgenomen drie byeenkom6ten
in deze week (Maandag, Woensdag en Vrijdag),
uitgaande van de Leidsche afdeeling der
„Nedeilandsche Zondagsschool-Vereeniging,"
in de zaal in het Noordeinde alhier, tot onder
wijzing en stichting der jeugd aan de hand
van tooverlantaarnbeelden, voorstellende in
hoofdzaak feiten uit de Bjjbelsche en Zendings
geschiedenis, kan nu gezegd worden dat zo
hebben plaat6 gehad.
Een zestienhonderdtal kinderen heeft daar
van in afdeelingen geprofiteerd en het valt
niet te betwijfelen of genoemde Vereeniging
en dogenen, die haar in haar nuttig streven
tor zijde stonden (vooral de dame, die de
toelichtingen gaf) hebben succes van hun
werk gehad en het onderwijs, inzonderheid op
de Christelijke scholen en de Zondagsscholen,
goede diensten bewezen. Zy hebben het nuttige
met het aangename voreenigd.
De bij het 1ste regiment infanterie nieuw
benoemde majoor J. Van der Horst Bruyn
komt te Helder in garnizoen, ter vervanging
van den majoor J. Doornbosch, die van Heldor
naar Leiden wordt overgeplaatst.
Het aantal kiezers in de gemeente
Zoeterwoude voor de Tweede Kamer, de
Provinciale Staten en den Gemeenteraad,
voorkomende op do herziene kiezerslijst, be
draagt 624. Hiervan bohooren 389 tot bet
onder kiesdistrict Heerenstraat en 235 tot het
onder-kiesdistrict Raadhuis.
Tot commandeurs by de brandweer te
Zoeterwoude zyn boi.oomd de boeren C. Sloot
weg aan spuit No. 1 en J. Van Diemen aan
spuit No. 4.
De heer G. Kamphorst, oud leerling van
de Ryks-Normaallossen te Voorschoten en
werkzaam aan de Cür. school der Herv. Ge
meente te Zeist, behaalde in Augustus van
het vorige jaar de hoofdakte en is thans be
noemd tot hoofd dor medio Mei te openen
Chr. school te Tietjerk, by Leeuwarden. De
heer Kamphorst heeft die benoeming aan
genomen.
Voor de betrekking van gemeen te-vroed
vrouw te Hillegom, op eene jaarwedde van
400, hebben zich aangemeld 50 sollicitanten,
allen behooriyk gediplomeerd. Eene dezer heeft
zich bereids teruggetrokken.
Het aantal kiezers voor leden van de
Tweede Kamer der Staten Generaal, de Pro
vinciale Staten en den Gemeenteraad bedraagt
te Woubrugge, volgens de vastgestelde en
aangeplakte lysten, voor ieder: 182.
Bedankt is voor het beroep naar de Ned.
Hervormde gemeente van Woubrugge door
da. K. Havinga, predikant te Den Ham.
Als gegadigden voor de directie van
den Koninklyken Franschen Schouwburg te
'8-Gravenhage hebben zich tot gisteren, dag
van de sluiting der sollicitanten-lyst, aan
gemeld de heeren: A. Voitus van Hamme,
directeur der opera te Rouaan; C. Desuiten,
directeur der opera te Verviers; Gebroeders
Van Lier, theater-directeuren te Arasterdam,
en Adr. Barbe, ex-tenor by de Franscbe
opera te 's-Gravenhago. Eene aanvrage van
den heer Ch. De Beer, oud-regisseur-generaal,
was niet ingekomen.
Het jaarver-lag der Rotterdamsche Tram-
weg-maatschappy over 1893 luidt zeer gunstig.
De totale ontvangsten hebben /r739,102.291/o,
de totale uitgaven ƒ540,949.40 bedragen,
zoodat de netto-winst 198.152.89 is.
Hiervan zal, behoudens de goedkeuring van
de vergadering van aandeelhouders, worden
bestemd: 79,302.59y2 voor afscbryvingen,
ƒ87,500 voor uitkeerlng van 83/4 pet. divi
dend over ƒ1,000,000, ƒ23,863.62 voor tan
tièmes, ƒ6818 18 ter versterking der reserve
en ƒ668.49 saldo, op nieuwe rekening over
te brengen.
De ontvangst uit het reizigers-vervoer op
do verschillende lynon wasPaardentramlijnen
Rotterdam 351,289.46%; stoomtramweg
Rotterdam Schiedam ƒ94)509.63y4; paarden
tram weg Leiden 30,846.96y2; paardentram
Rotterdam-Overschie ƒ9,556.53y4; paarden
tram Dordrecht 11.535 96; en paarden
tram Hoorn Enkhuizen ƒ16,989.50; totaal
514,728.061/4. De byzondere ontvangsten als
abonnementen, vervoer stedeiyke ambtenaren,
postbeambten, enz. bedroegen f 2020; totaal
516,748.06y4, tegon in 1892 471,217.16yj.
Voor alle diensten te zamen bedroeg het aan
tal vervoerde reizigers 6,526,114. Verkocht
werden 147,889 couponboekjes ad 1.25, en
5679 ad /0.90, ter gezamenlyke waarde van
189,972.35.
Op de paardentram te Leiden werdGn ver
voerd 342,658 reizigers; de ontvangst was
ƒ28,764.4672, tegen ƒ28,739.97 in 1892. Boven
dien werden afgegeven 572 abonnementen voor
2002 en 13 schoolkaarten voor 19.50, tegen
in 1892 507 abonnementen voor ƒ1774.50 en
6 schoolkaarten voor ƒ9; aan diversen werd
ontvangen ƒ61. Van het sectie stelsel maakten
100,414 reizigers gebruik, dat is 293T/100 pet.
van het geheele aantal vervoerde personen;
de opbrengst per reiziger was 8i0/00 cent. De
drukste dag bracht op /1S2.97, ae minste
opbrengst per dag was 4672.
Heden is het vyf en twintig jaar geleden
dat de heer F. A. Van den Heuvel aan de
redactie van „De Tyd" werd verbonden. Do
feestdag zal natuurlyk in de bureelen van dat
blad niet onopgemerkt voorbygaan; aan blyken
van waardeering, hoogachting en vriendschap,
den jubilaris van verschillende zyden toege
dragen, zal het zeker niet ontbreken.
Het „Weekblad van het Recht" spreekt
de verwachting uit, dat de uitvoering van
de nieuwe faillissementswet niet door de
politieke omstandigheden van den dag zal
worden vertraagd.
De heer A. C. A. Van Vuuren, thans
lid dor redactie van het „Dagblad van Zuid-
Holland en 's Gravenhage", is als redacteur
verbonden aan het met 1 Mei verschynende
Katholieke dagblad „De Residentiebode".
Jnr. mr. Van dor Hoeven, laatstelyk ge
zant van Nederland te Beriyn en als zoodanig
bonoomd te Weenon, is te 's Gravenhage
aangekomen.
De gepensionneerde kapitein luitenant ter
zee L. A. Walaardt Sacré, aie benoemd is
tot lid van het Hoog Militair Gerechtshof, is
53 jaren oud, werd 16 Sept. 1869 benoemd
tot adelborst l3te klasse, 1 April 1862 bevor
derd tot luit. ter zee 2de en 1 Jan. 1873 tot
luit. ter zee der 1ste kl. Hy werd 16 Nov. 1878
wegons gezondheidsredenen gepensionneerd en
verkreeg 1 Mei 1883 den titulairen rang van
kapt.-luit. ter zee. Hy is drager van het eere
toeken voor kiygsverrichtingen by de expeditie
naar de zuid-oostkust van Borneo in 1869 en
1870 en op Atjeh, zoomede van het onder-
scheidingsteeken voor 15 jarigen officiersdienst.
De „Vereeniging van verveners in de
lage venen van Friesland", die zich wendde
tot H. M. de Koningin-Regentes, om invoering
van invoerrechten op briquetten en daarop
eene afwyzende beschikking ontving, heeft nu
besloten een adres aan de Tweede Kamer te
richten om wyzigingen aan te brongen in het
aanhangige wetsontwerp op de verveningen en
bepalingen vast te stellen omtrent slikgelden,
welke niet zyn of komen in gereglementeerde
polders, opdat deze geldon worden aangewend
tot verbetering en drooglegging der uitge-
veende landen, waardoor veel werk zou kunnen
worden verschaft. Met algemeene stommen
besloot de vereeniging dit jaar de loonen voor
turfmakers en baggeraars met 10 ets. te ver
lagen per veenroede (16 M1).
Het „Utr. Dbl." verneemt dat er ernstig
sprake is van een nieuw station te Woerden,
wat zeker geono weelde kan gonoemd woroon,
en zou zulks dan in westelyko richting van het
bestaande gebouwd worden. De toegangsweg
naar het station zou dan natuurlyk anders
moeten worden en de gelegenheid voor het
laden en lossen van wagens vermoedelyk ook
gemakkelyker dan tot heden kunnen zyn.
De minister van binnenl. zaken heeft
voor hot tydvak van 1 April 1894 tot en met
31 Maart 1895 benoemd tot geneeskundigen
voor den dienst in het parc-vaccinogène te
Utrecht: dr. P. Q. Brondgeest, dr. G. P. Wesse-
link en J. H. Van Welsen, arts, gep. cff.
van gez 1ste kl., allen te Utrecht.
Van „Het Orgel", orgaan voor organisten,
musici en muziekvrienden, is het eersto num
mer van den negenden jaargang verschenen
onder do gowyzigde redactie (R. Hol, F
Blumentritt, prof. Acquoy, prof. Lans, S. Brons,
L. M. Gissen, J. Godefroy, J. Hooft, T. Pyper)
on uitgobreioer dan te voren. Naast artikelen
over orgelbouw en orgelspel, zal „Het Orgel"
ook andere muzikale vakken behandelen.
Het blad bericht dat op 1 April de heerS.
R. De Vrie3 zyn 40 jarig jubiló hoopt te vieren
als organist by de Rem.-Ger. gemeente te Am
sterdam. Na zyno muzikale opleiding ontvangen
te hebben van Martens, Van Eyken en Bas-
tiaan8, aanvaardde hy primo Jan. 1850 do
betrekking van organist by de Ned. Herv.
gemeente te Zandvoort, waar hy werkzaam
bleef totdat by in 1854 werd benoemd tot
organist by bovengenoemd kerkgenootschap,
welk ambt hy primo April aanvaardde.
Het stoomschip „Bandesrath", van Ham
burg en Amsterdam naar Oostkust van Afrika,
vertrok 14 Maart van Napels; de „Dubbeldam"
vertrok 15 Maart van Nieuw-York naar Rot
terdam; de „Jupiter" vertrok 15 Maart van
Neufahrwasser naar Amsterdam; do „Reichs
tag". van Oost-Afrika naar Vlissingen en
Hamburg, is 14 Maart Gibraltar gepasseerd;
de „Rotterdam", van Rotterdam naar Nieuw
York, is 16 Maart Lizard gepasseerd; de
„Antenor", van Amsterdam via Liverpool naar
Java, vertrok 14 Maart van Algiers; de
„Kaiser" vertrok 15 Maart van Zanzibar naar
Vlissing6n en Hamburg.
By koninkiyk besluit is eervol ontslagen
uit 's lands dienst de heer F. L. Wittenrood,
Oost-Indisch hoofd ambtenaar met verlof, laat-
stelyk resident van Kediri, wegens volbrachten
diensttyd, te rekenen van ultimo Mei 1894.
De officier van gez. 2de kl. J. Pesman, van
het personeel van den geneesk. dienst der
landmacht, op den voet der bepalingen van
het kon. besluit van 12 Nov. 1857, voor den
tyd van drie jaren gedetacheerd by de land
macht in West-Indië.
Benoemd tot yker der maten en gewichten,
de adjunct yker der maten en gewichten A.
Verschoor W.Lzn.
Met ingang van 1 April a. s. aan mr. P. J.
Seydlitz, op zyn verzoek, eervol ontslag ver
leend als schoolopzienor in het arrondissement
Maastricht.
G-emengd Nieuws.
By een gezin op Duinoord, by
's Gravenhage, hebben zich enkele dagen gele
den na het gebruik van middageten verschyn-
selen van vergiftiging voorgedaan.
Zes personen (de heer des huizes, zyno
echtgenoote, drie kinderen en de dienstbode)
werden ongesteld. Een geneesheer constateerde
een begin van vergiftiging, ten gevolge van
het gebruik van schadeiyk vleesch. De familie
is echter gelukkig weer zoo goed als genezen;
de dienstbode nog niet.
Het Hoog Militair Gerechtshof
doed deze woek uitspraak in de appèlzaak van
den korporaal by bet 7de regiment infanterie
H. S., oud 24 jaren, geboren te Amsterdam,
die door den krygsraad in het 4de militaire
arrondissement, standplaats Haarlem, tot twee
maanden militaire detentie werd veroordeeld,
wegens het beleedlgen en bedreigen van een
meerdere in rang, den sergeant Betz.
Overeenkomstig den in deze zaak door mr.
L. Ch Besier gedanen eiach, besliste het Hof,
dat de den bekl. ten laste gelegde beleediging,
door het uiten der woorden: „Je moet my
niet pesten, hoor!" slechts eene oneerbiedige
uitdrukking bevatte, en niet valt onder het
bereik van art. 99 van het Cr. Wotb. voor
het krygsvolk te lande, zoodat bekl. van dit
punt der aanklacht werd vrygesproken. De
bedreiging met de woorden: „ik zal je later
wel vindon, ventje 1" achtte het Hof wettig
en overtuigend bewezen en hield het vonnis,
wat dit punt der aanklacht betreft, ovenalz»
de opgelegde straf, in stand.
Dat het aantal werkloozen te
Amsterdam nog groot is, kan uit het volgendo
blyken. Gisternacht om 12 uren kwam do
Amerikaansche boot „Schiedam" aldaar aan
den steiger. Er bevonden zich daar ongeveer-
zeshonderd werkzoekenden, terwyl er door de
Maatscbappy maar circa 60 man kondon wor
den aangenomen. De overigen moesten dus
mistroost huiswaarts keeren in dit nachto-
lyk uur.
VERTAALD DOOB E. B.
1)
Ik heb eene zonderlinge gebeurtenis beleefd.
Ik zal het u vertellen, zonder overdryving,
juist zooals het gebeurd is. Het zou my zeer
verheugen, indien iemand my eene logische
verklaring kon geven, die my tevreden stelde,
want onlangs hebben eenige kleine gebeurte
nissen het my weer opnieuw in de gedachten
gebracht, waardoor ik voortdurend geslingerd
wordt tu8schen twyfel en schrik. Er zyn dagen,
dat ik het my volstrekt met aantrek, maar
er gaan ook dagen voorby, dat ik er veel
bateekenis aan hecht.
Ofschoon ik nog slechts den middelbaren
leeftyd heb bereikt, ben ik reeds jarenlang
een yverig en gelukkig man van zaken. Maar
niet zeer lang geleden geraakte de firma,
waarvan ik het hoofd ben, in moeiiykbeden.
Een tydlang hadden wy een harden dobber
en ofschoon de zaak gelukkig voor ons afliep,
trok ik het my sterk aan.
Een jaar daarna was ik nog niet de oude.
Ten slotte zeiden de doctoren, dat ik myn
werk een poosje aan kant moest zetten of
er my op voorbereiden deze wereld voorgoed
te verlaten. Er behoort moed toe om heeren
doctoren te weerstreven; men trekt toch altyd
aan het kortste eindje. Ik haastte my daarom
mjjne zaken over te doen aan myn compagnon,
kocht een rypaard en begon myne reis, op
den rug van myn paard, zooals my was voor
geschreven.
Van Washington uit reed ik over het Alle-
ghaniesch gebergte naar Carolina, waar ik
in het begin van November aankwam. Het
was een warme zomer, het weder was over-
heeriyk en de natuur prachtig, maar in deze
streken was de beschaving zeer ten achteron
en, half ziek en prikkelbaar, als ik was, kreeg
ik zóó myne bekomst van de kleine lasten
en ongemakken, die ik ondervond, dat ik er
ernstig over ging denken het plan maar op
te geven en naar huis terug te keeren.
Op zekeren middag, toen ik weer allerlei
kleine onaangenaamheden had gehad, reed ik
langzaam vooruit, by myzelven overleggende,
of ik nu maar niet beier zou doen, nog dien
zelfden dag om te keeren. Ik was er haast
toe besloten, toen myne opmerkzaamheid go-
trokken werd door het plotseling donker
worden van het landschap. Ik had er een
tydlang niet op gelet welken kant wy gingen,
en bemerkte nu tot myne verwondering, dat
myn paard een boschweg was ingeslagen,
die klaarbiykelyk wemig bereisd was, en dat
de zon verduisterd was door zware wolken,
die maar al te duidelyk een hevigen storm
voorspelden. In welke richting de groote weg
lag en hoe ver ik er van verwyderd was,
daarvan had ik niet het minste idée. Maar
wanneer de afstand niet zeer klein was, dan
bestond er geen kans, om er vóór het uit
breken van den storm te komen, want terwyl
ik de zaak nog overwoog, hoorde ik den
donder reeds in de verte rommelen. Zelfs
indien ik den straatweg spoedig vond, kon
het toch nog uron duren, eer ik de eone of
andere woning bereikte. Ik steeg af en onder
zocht den grond vóór my zeer nauwkeurig.
Er waren sporen van wielen te zien, doch
dezen waren reeds oud, maar er waren ook
sporen van paardenhoeven, die hoogstens een
paar uur oud waren en die voorwaarts leid
den. Ik sprong in den zadel, keek nogmaals
naar de wolken en gaf myn paard de sporen.
Gedurende eenlgo oogenblikken galoppeerde
ik over de verdorde bladeren, waarmede de
weg bedekt was, zonder dat ik eene opening
m het dichte bosch zag, en ik begon er reeds
aan te wanhopen eene schuilplaats te vinden,
toen ik tot myne geruststelling aan myne
rechterhand eene gaping in het bosch ont
dekte. Een weinig verder geloidde de begroeide
weg naar een groot, indrukwekkend, doen
vervallen huis. Ik was echter te verheugd
eene schuilplaats te vmden, dan dat ik my
door een weinig vervallen uitzicht zou laten
afschrikken, en ik reed zoo hard ik kon het
witte hek binnen, dat open stond, en recht
op de steenen trap aan. Terwyl ik afsteeg,
stond een lange, byzonder schoone oude heer,
die op de veranda zat, op en liep de trappen
af, om my tegemoet te komen.
„Juist bytydsl Juist bytydsl" riep hy har-
teiyk uit. „Vergun my het paard van uover
te nemen, mynheer I Neen, neen. Ga naar
binnenl Ga naar binnen. De regen kan my
niet schelen. Een van de jongens zal wel
dadeiyk komen. Hier, Joel Hier Jerry I Komt
hierl Neemt het paard van dien heer mede
en wry ft het goed af, hoort ge? Nu, myn
heer, kom onder dak. Het is gelukkig, dat gy
liet losbaratou van den storm hierzyt."
Steeds pratende, ging by my voor, de
trappen op en bracht my binnen. Wy kwamen
in eene groote zaal, die zich midden door
het huis uitstrekte en die ook do huiskamer
bleek te zyn. Een vroolyk vuurtje brandde
in den open haard en nadat myn gastheer
my een stoel had aangeboden, zette hy het
gesprok voort en vermeed zóó zorgvuldig
persoonlyke vragen te doen, dat het eenige
minuten duurde vóór ik in de gelegenheid
was myn naam bekend te maken en te ver
balen, hoe ik zoo plotseling verschenen was.
Myn korte uitleg deed hem my nog harteiykor
welkom heeten.
„Hot spyt my, dat gy u zoo ongerust hobt
gemaakt," verzekerde my de oude heer,
„maar gy moet my niet euvel duiden, zoo
ik iedere omstandigheid, die ons het zeldzame
genoegen van een bezoeker verschaft, zegen.
Dit oude huis, mynheer, heeft reeds vele
feeetou en partyen bijgewoond, maar het is
nu eene zeldzaamheid, dat een vreemdeling
de herbergzaamheid er van inroept. De jaren
hebben wel wat aan het uiterlyk veranderd,
maar inwendig is het hecht en sterk, en
zooals het nu is, wensch ik er u hartelyk
welkom in. Ik zal u straks aan myn nichije
voorstellen, dat zoo goed is, myne eenzaam
heid met haar byzyn op te vrooiyken. Neen,
neen, gy moogt er niet aan donken weg te
gaan vóór de storm gebeel heeft uitgewoed."
(Ik had zachtjes iets dergelyks gemompeld).
„Wanneer gy my een oogenblik wiltexcuseeren,
mynheer, zal ik zorgen dat eene kamer voor
u in gereedheid wordt gebracht." Hy verliet
do zaal en na eenige minuten werd <j deur
wederom geopend door eeu reusachtigóD, zeer
zwarten neger, die met een sterk Afrikaanbcli
accent sprak. Ik had moeite hem te verstaan.
„Massa zegt, gy komen wilt boven? Uwe
kamer gereed is."
Ik volgde hem naar eene groote kamer op
de tweede verdieping, die klaarolijkelyk lang
onbewoond was geweest en nu astig voor
den on verwachten gast in gereed hold was
gebracht. Myne zadelzakken waren er heen
gebracht en ik had, zooveel ik in deze om
standigheden kon, toilet gemaakt, toen myn
gaetheer aan myne deur klopte eu my naar
de eetkamer geleidds. Hier stelde hi) my aan
oen bedeesd en allerliefst jong meisje voor,
dat, zooals hy my vertelde, miss Anme Ster
ling heette en het nichtje was, waarover hy
straks had gesproken.
Eene zwarte vrouw bediende aan tafel en
achter den stoel van kolonel Macdonald stond
dezelfde neger, dien ik reeds gezien had. Hy
was een in 't oog vallende figuur, zooals hy
daar onbeweegiyk, met gekruiste armen,
stond. Wanneor zyo meester iets noodig had,
klaarde zyn grof gezicht op; zyn zwaar
lichaam bewoog zich vlug en de wenscben
van den ouden heer waren in een oogenblik
vervuld. Hy schonk niemand dor anderen
echter de minste aandacht.
(Wordt vervolgd.)